The Quiet Epidemic

First Run Features

‘Het is niets minder dan een oorlog, een oproer tegen geneeskunde die zich baseert op wetenschappelijke feiten’, schrijft een medewerker van de National Institutes of Health (NIH) ontzet aan zijn collega’s. ‘Het is tijd om terug te vechten.’ Hij heeft ‘t niet over coronasceptici. Samen met de Centers for Disease and Control (CDC) bindt de Amerikaanse evenknie van het RIVM de strijd aan met de ‘anti-wetenschap’ die wordt gepropageerd door de zogenaamde ‘Lyme Loonies’.

De Ziekte van Lyme, die kan ontstaan na een tekenbeet, werkt al jaren als een splijtzwam binnen de Amerikaanse gezondheidszorg. De aandoening, begin jaren zeventig voor het eerst vastgesteld bij jonge mensen met artritis uit het stadje Lyme in de staat Connecticut, wordt volgens dokter Richard Horowitz, die zich heeft gespecialiseerd in de behandeling van Lyme-patiënten, gemakkelijk verward met het chronische vermoeidheidssyndroom, fibromyalgie, reumatische artritis, lupus, multiple sclerosis en dementie.

The Quiet Epidemic (101 min.) documenteert de strijd van Horowitz en enkele collega’s om Lyme – en dan met name de omstreden chronische variant daarvan, die door tien tot twintig procent van de patiënten zou worden ontwikkeld – geaccepteerd te krijgen door het medische establishment. Daarbij spelen verzekeraars een twijfelachtige rol. De intensieve zorg die de Lyme-artsen verstrekken – voor een officieel niet-bestaande, of in elk geval moeilijk aan te tonen, aandoening – wordt door hen niet meer vergoed.

Wat dit in de praktijk betekent, laten de filmmakers Lindsay Keys en Winslow Crane-Murdoch zien via Julia Bruzzese en haar vader Enrico. Als negenjarig meisje werd Julia gebeten door een teek. Sindsdien heeft ze last van allerlei symptomen, die voor de officiële wetenschap lastig zijn te verklaren. Ze zit tegenwoordig zelfs in een rolstoel. En haar vader heeft zijn baan opgezegd, om permanent voor haar te zorgen. Zouden haar klachten ingebeeld kunnen zijn? Met andere woorden: leidt Julia misschien aan een conversiestoornis?

Keys en Crane-Winslow stellen zich in deze stevig doortimmerde film op aan de kant van de Lyme-patiënten en hun onvermoeibare pleitbezorgers, waarbij ze niet alleen de slachtofferverhalen vertellen maar ook diepgaand aandacht besteden aan de wetenschappelijke verklaringen daarvoor. Het blijft alleen jammer dat de vertegenwoordigers van de officiële gezondheidsorganisaties, die volgens hun criticasters de ziekte onvoldoende serieus nemen en behandeling zelfs in de weg staan, de kans laten lopen om te reageren.

Zonder zulk weerwoord kan The Quiet Epidemic alleen een onverhuld pleidooi worden om de Ziekte van Lyme nu eindelijk eens serieus te nemen. Om er een Loud Epidemic van te maken, zogezegd. Zodat de medische wetenschap zich genoodzaakt voelt om écht in actie te komen.

Cesária Évora

Cinema Delicatessen

Elf jaar lang kwam ze haar huis niet uit. Cesária Évora (1941-2011), ‘de diva op blote voeten’, zat zogezegd vast in haar hoofd. ‘Ze had met niemand contact’, vertelt haar kleindochter Janete Évora. ‘Ze was compleet geïsoleerd. Haar stem was verstomd.’ Een enorme depressie, die ook later in haar leven nog een paar keer z’n lelijke kop zou opsteken, hield haar al die tijd aan bed gekluisterd.

Pas daarna werd ze ontdekt als zangeres, een glorieuze vertolker van Kaapverdische mornas en coladeras. Om te kunnen – beter: durven – optreden had ze wel een stevige borrel nodig. En manager en vriend José da Silva moest ervoor zorgen dat ze daarbij een beetje maat hield, vertelt hij in het portret Cesária Évora (94 min). ‘Als ze haar eigen limiet overschreed, kon ze niet meer optreden.’

Eenmaal op dat punt in het leven van de artieste aanbeland is dit postume portret wel tot leven gekomen. De documentaire van Ana Sofia Fonseca kent echter een tamelijk taaie start, waarin het, mede door enkele tijdsprongen, zoeken is naar houvast. De film bestaat volledig uit bestaand archiefmateriaal, dat buiten beeld wordt becommentarieerd door de mensen uit haar leven.

Die oude beelden raken regelmatig de kern van de vrouw, die even vrijgevig als nurks uit de hoek kon komen. Illustratief is de ongemakkelijke ontmoeting met de Cubaanse zanger Compay Segundo. Zij ziet er weinig in om te zingen met zo’n ouwe vent, die nauwelijks meer op zijn benen kan staan. En hij, de Cubaanse grootheid van de Buena Vista Social Club, lijkt haar helemaal niet serieus te nemen.

‘Hij probeert me te commanderen’, verzucht zij gefrustreerd. De sfeer is te snijden. En dan slaat hij voor de opnames zijn arm om haar heen en vinden hun stemmen elkaar alsnog vlekkeloos. Ze krijgen er zowaar nog lol in ook. ‘Krijg jij hem nog omhoog?’ plaagt zij hem. Segundo reageert met een schaterlach. Even later staat Évora in de studioruimte uitbundig te swingen op haar eigen muziek.

Zulke scènes tekenen de vrouw achter het icoon. Een anti-ster, getekend door pijn en armoede, volgens Da Silva. ‘Ik vraag me regelmatig af hoe het mogelijk is dat een zwarte vrouw, blootsvoets nota bene, groot kon worden in een industrie die zo geobsedeerd is door jeugd en schoonheid.’ Zelf had ze daar, zeker als de somberte ‘t weer eens won van de levenslust, ook zo haar gedachten over.

‘Als ik deze oude stem uit mijn lijf kon halen en aan een jonger iemand geven, zodat die op tournee kon gaan, dan zou ik dat doen.’ Uiteindelijk ging het licht langzaam uit bij Cesária Évora, die met die weergaloos weemoedige stem toen al in zo’n beetje elke uithoek van de wereld harten had veroverd. Zoals dat van de Belgische held Stromae die haar postuum eerde met het bruisende Ave Cesaria.

Take A Chance

Prime Video

‘Waarom heb je het uitgemaakt met mij?’ schrijft Gert van der Graaf in een nooit te verzenden brief aan zijn grote liefde. ‘Het ligt heel gevoelig, want het is nog niet over. Voor mij niet, tenminste.’ Ruim twintig jaar geleden is de vorkheftruckchauffeur uit Coevorden veroordeeld vanwege deze ‘liefde’, die door de rest van de wereld als ‘stalking’ wordt beschouwd. Dat is voor hem echter geen reden geweest om te stoppen met dat – voor buitenstaanders volledig verknipte – ‘houden van’, vertelt Van der Graaf aan psychiater Michiel Hengeveld bij wie hij in therapie is.

Gert van der Graaf spreekt vloeiend Zweeds. Anders had hij natuurlijk ook nooit kunnen communiceren met de vrouw die hij op zijn achtste voor het eerst zag tijdens het Eurovisie Songfestival van 1974. Hij kan een glimlach nog altijd nauwelijks onderdrukken als hij de beelden van Waterloo, voor de honderdduizendste keer, terugkijkt. ‘Na die avond was ik helemaal gek van ABBA.’ Toen het Zweedse kwartet in 1982 besloot om te stoppen, nadat eerder al de twee stelletjes binnen de groep uit elkaar waren gegaan, zag de Nederlandse fan zijn kans schoon: Agnetha Fältskog, de blonde van de twee zangeressen, zou de zijne worden.

‘Soms denk ik: als ik dit aan mensen vertel, denken ze waarschijnlijk dat ik lieg’, zegt hij in Take A Chance (86 min.). ‘Wij hielden van elkaar.’ In deze unheimische documentaire reconstrueert Maria Thulin met Gert van der Graaf zelf, oud-klasgenoten en zijn chef, alsmede een select gezelschap (pop)journalisten, gedragsdeskundigen en ABBA-kenners, waaronder de Nederlandse zangeres Tessa de Jong en ABBA-impersonator Geert Dekkers, vakkundig de ongelófelijke liefde tussen Agnetha en haar superfan. Die, als zij duidelijk aangeeft dat ze geen contact (meer) wil met hem, een hel wordt. Want geen liefde kan een verliefde man zoals hij nu eenmaal nooit accepteren.

Dat gevoel van een aanbeden beroemdheid als opgejaagd wild – of je nu Jodie FosterTiffany of Harry Sacksioni heet – is treffend vervat in deze film, die verder wél beelden maar helemaal géén muziek van ABBA bevat. Het roofdier in kwestie heeft ogenschijnlijk niet eens kwaad in de zin, maar leidt waarschijnlijk aan erotomanie, ofwel het Syndroom van Clérambault. De drie fasen die deze vermaarde Franse psychiater ooit beschreef zijn in elk geval duidelijk herkenbaar bij Van der Graaf: hoop, teleurstelling en rancune. Zolang hij zijn contactverbod niet schendt of anderszins de wet overtreedt, is daar alleen verdacht weinig tegen te doen.

Zodat fan zijn – en, zeker, fans hebben – een absolute bezoeking wordt.

De Kinderen Van De Hondsberg

Michael / vgn.nl

In 1998 kwam Roel van Dalen voor het eerst in De Hondsberg, een instituut voor onderzoek en behandeling van kinderen met een verstandelijke beperking. Dertien jaar later zocht de documentairemaker enkele kinderen die hij daar had leren kennen opnieuw op voor het tweeluik De Kinderen Van De Hondsberg (100 min.). Inmiddels moeten zij rond de veertig zijn. Alle reden, zou je als buitenstaander zeggen, om de draad weer op te pakken en in de allerbeste Up-traditie te gaan bekijken wat het leven hen en hun familieleden in de afgelopen jaren heeft gebracht.

Hebben het zeer gecompliceerde, van oorsprong Chileense meisje Céline en haar adoptieouders het precaire evenwicht tussen hen, dat ze met heel veel doorzettingsvermogen hebben opgebouwd, bijvoorbeeld weten te bewaren? Zou de goedlachse Michael nog steeds op zichzelf wonen, inmiddels een baantje hebben bemachtigd bij zijn grote liefde De Efteling en ook aan een leuke vriendin zijn gekomen? En is het de licht ontvlambare Boyce bovendien gelukt om niet meer te blowen, zijn relatie in stand te houden en uit de criminaliteit te blijven?

Kan Terrence verder nog altijd terugvallen op zijn twee broers, die zich als vanzelfsprekend om hem bekommeren, en is hij op een plek terechtgekomen waar hij wordt begrepen? Heeft Niels, bij wie volgens de orthopedagoog ‘de computer niet helemaal goed gemaakt is’, zijn vaste aanstelling waargemaakt en misschien ook nog zijn rijbewijs gehaald? En is de dappere Stéphanie, afkomstig uit een probleemgezin waarvan ze zich slechts met heel veel moeite heeft kunnen losmaken, erin geslaagd om het plekje in de samenleving te veroveren dat haar toekomt?

Want deze gewone Nederlanders, met stuk voor stuk een opmerkelijk levensverhaal, kunnen in potentie personages worden in een langlopend feuilleton over hoe ‘t mensen die een lastige start hebben gehad op de lange termijn vergaat. Hoe laat je dat turbulente verleden achter je? Kan dat überhaupt? En welke bijzondere uitdagingen biedt het leven dan voor iemand met een beperking of achterstand? Het is wel de vraag of ze dat willen: van sommige hoofdpersonen van de Up-serie is bekend dat ze hun levenslange participatie in het project als een soort vloek ervaren.

Aan Roel van Dalen zal het niet liggen. Kalm en respectvol observeert hij in De Kinderen Van De Hondsberg In 2011 zijn hoofdpersonen in hun dagelijks bestaan, versnijdt dit met beelden uit de oorspronkelijke serie en vraagt hen hoe ze naar hun eigen leven kijken. De aandacht ligt nadrukkelijk bij hen, mensen die vaak niet aan het woord komen. Over wie nogal eens wórdt gesproken. Gaan we nog van hen horen? Van de mannen en vrouwen die we nog altijd associëren met De Hondsberg – ook al zijn ze daar meestal al zeker een jaar of dertig weg.

Sezer’s Zomer

Xenia Films

‘Wanneer is ’t klaar?’ vraagt Sezer als zijn moeder Claudia weer eens aan de lijn hangt met een hulpverlener. De Rotterdamse puber heeft het waarschijnlijk allemaal eens voorbij horen komen: zijn autisme en ADHD, hoe zijn moeder haar handen vol aan hem heeft en de uithuisplaatsing die voortdurend in de lucht hangt. Zoals zijn oudere broer Tayfun ooit thuis weg is gehaald. En die is er niets mee opgeschoten – sterker: alleen maar slechter van geworden. Tenminste, dat vindt hijzelf. En hun moeder is het daarmee eens.

Het kan Sezer allemaal gestolen worden, lijkt het. Hij wil vissen met een vriendje. Rust in en aan zijn kop. Dan is hij even een gewone veertienjarige jongen, géén tiener die niet meer naar school gaat en zomaar op het verkeerde pad zou kunnen belanden. Aan het water kan hij ook geen fiets of step stelen. Want ze maken zich natuurlijk niet voor niets zorgen over hem. Hulpverleners zijn van mening dat Sezer in bescherming moet worden genomen tegen zichzelf. ‘Als we het laten gaan zoals het nu gaat loopt ie straks in zeven sloten tegelijk.’ zegt één van de professionals tijdens een telefonisch overleg. ‘En ik zie ook dat u uw best doet, hoor, moeder…’

In Sezer’s Zomer (41 min.) observeert Marina Meijer, die in het broeierige Carrousel (2019) eerder Sezers oudere broer Tayfun en andere risicojongeren in het Rotterdamse centrum Nieuwe Kans portretteerde, de zwijgzame tiener en zijn alleenstaande moeder, die hem regelmatig nauwelijks de baas kan. Ze presenteert dit vervolgens in losstaande scènes, snapshots uit een zomer waarin zijn leven dreigt te ontsporen. De film wordt daarmee bijna de tegenpool van Shabu, Shamira Raphaëla’s vrolijke, strak geregisseerde en inherent optimistische portret van een andere Rotterdamse tiener die zich in de nesten heeft gewerkt – en daarna een zomer de tijd krijgt om daar weer uit te komen. 

Sezer’s dagelijkse worsteling met het leven en zichzelf wordt doorsneden met super 8mm-sequenties waarin de puber en zijn entourage helemaal in hun element lijken. Alsof Meijer in deze puike korte documentaire ook een andere jongen ziet in de (potentiële) probleemjongere, die thuis nauwelijks is te handhaven en daar toch koste wat het kost wil blijven. Voor Sezer zelf, zijn moeders en de hulpverleners om hen heen blijft het echter koffiedik kijken wat Sezer’s Herfst en Winter gaan brengen.

Tony, Een Observatie In Het Pieter Baan Centrum

Human

Hij is in zijn leven inmiddels tot 28 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tony van H. is desondanks pas 43. Met zoveel veroordelingen is het wonderlijk dat hij nog zoveel tijd heeft gehad om delicten te plegen, vindt psychiater Pieter Ronhaar van het Pieter Baan Centrum, een psychiatrische observatiekliniek in Almere waar de geanonimiseerde veelpleger zeven weken lang wordt onderzocht door een multidisciplinair team.

‘Ik word gewoon gedreven door iets’, heeft ‘de observandus’ zelf al tijdens een politieverhoor gezegd. ‘Ik weet niet door wat. Het lijkt of het mij niet gegund is om een goed leven te leiden.’ In eerste instantie lijkt de hoofdpersoon van de fascinerende film Tony, Een Observatie In Het Pieter Baan Centrum (62 min.) nochtans van goede wil. Hij begint direct met het schoonmaken van zijn nieuwe kamer, maakt gezellig een praatje en is ogenschijnlijk ook bereid om naar zichzelf te kijken.

Naarmate deze observerende documentaire van Ditteke Mensink uit 2011 vordert, wordt Tony echter defensiever. Want écht kijken – vóórbij het helpen van oude vrouwtjes, wat hij ook regelmatig schijnt te doen – doet soms pijn. Dat betekent de confrontatie aangaan. Met je verleden en wat jou toen is aangedaan, maar vooral ook met je huidige zelf, jouw daden en de gevolgen daarvan. Voor de vrouw die je koelbloedig overviel, bijvoorbeeld. En je zoon, die je meesleepte in de criminaliteit.

Mensink legt die ontwikkeling, waarin Tony steeds meer van zichzelf moet prijsgeven, via de onderzoekers vast: een psychiater, klinisch psycholoog of een milieurapporteur, die zijn levensloop uitpluist. Zij is erbij als ze met hem afspreken, leest mee in hun rapportages en spreekt, ogenschijnlijk zonder al te veel beperkingen, over hun bevindingen. Via deze ene casus wordt zo inzichtelijk gemaakt wat er gebeurt in de zwarte doos die een plek zoals het Pieter Baan Centrum soms lijkt.

Dat gewroet in Tony’s psyche, delicten en privéleven moet uiteindelijk leiden tot een conclusie. ‘Hoe wilsvrij is iemand nu eigenlijk geweest om tot dit delict te komen?’ vat Michaël van Ekeren die samen. Als procespsychiater spreekt hij Tony zelf niet, maar is hij wel verantwoordelijk voor het gezamenlijke advies aan de rechter. Dan wordt de vraag beantwoord: heeft iemand een keuze kunnen maken om dit delict te plegen? Of had ie ook de keuze kunnen maken om er vanaf te zien?’

Deze conclusie, tevens het logische eindpunt van een film die de deur naar een doorgaans verborgen wereld open wrikt, bepaalt hoe het verder gaat met ‘de observandus’: kan die gewoon z’n straf ondergaan voor een delict dat hij blijkbaar willens en wetens heeft begaan? Of is er toch een stoornis in het spel, die ervoor heeft gezorgd dat hij tot zijn daad is gekomen? Dat laatste lijkt in eerste instantie misschien een prettige uitkomst, maar wordt door veel daders beschouwd als een doodvonnis.

Want daarna volgt dan onvermijdelijk dat ene advies aan de rechter: TBS met dwangverpleging.

Hoe het Tony van H. na de observatie in het Pieter Baan Centrum verging is in dit artikel te lezen.

De documentaire Tony, Een Observatie In Het Pieter Baan centrum is hier te bekijken.

Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now

Netflix

Hij heeft vrienden die grafdelver, dakdekker of recruiter zijn geworden. Twee anderen spelen in zijn band. Want Lewis Capaldi, een guitig joch uit het Schotse dorp Whitburn, is uitgegroeid tot een wereldberoemde zanger. Van zijn debuutalbum Divinely Uninspired To A Hellish Extent (2019), met de hit Someone You Loved, zijn inmiddels meer dan tien miljoen exemplaren verkocht.

Nu moet er een opvolger worden geproduceerd. De altijd moeilijke – cliché-waarschuwing! – tweede plaat. Die moet aantonen dat Lewis géén eendagsvlieg is. Dat hij onder druk kan presteren. Dat hij op commando hits, hits, hits! kan produceren. En filmmaker Joe Pearlman mag dit vanaf de eerste rij aanschouwen voor de documentaire Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now (97 min.).

Vanaf het begin zit de druk er goed op bij de Schotse singer-songwriter. Voortdurend wordt er vanuit zijn professionele entourage benadrukt hoeveel albums en singles hij heeft verkocht, welke plaats die bereikten in de hitlijsten en hoe vaak hij in totaal is gestreamd. Als Capaldi al geen last had van het ‘imposter syndrome’ en schrijverspaniek, dan zou hem dat al snel worden aangepraat.

Op een gegeven moment heeft hij, samen met allerlei ingevlogen songschrijvers, toch maar liefst 54 kant en klare liedjes afgeleverd. Als hij in de opnamestudio een voorbeeld laat horen, is de eerste vraag die bij zijn manager Ryan Walter opkomt: ‘Wat vinden we? Is het zo een hitsingle?’ Toetsenist en ‘musical director’ Aiden Halliday reageert met een gepijnigde glimlach: ‘Wat een vraag, Ryan.’

‘Maar dat zijn de vragen die we moeten beantwoorden’, riposteert Walter. ‘Het heeft niet dezelfde aantrekkingskracht als Someone You Loved’, moet Halliday bekennen. Dit gesprek wordt gevoerd in aanwezigheid van de verantwoordelijke artiest, die zelf ook kritisch is. ‘Mensen houden van dingen die hetzelfde klinken’, stelt Capaldi’s manager nog. ‘Willen ze hetzelfde, maar beter, of hetzelfde?’

Het is een pijnlijke scène: de jongen die ooit onbekommerd zijn hart uitstortte op zang en gitaar dreigt vermalen te worden door de machinerie die rond hem is ontstaan. Scoren moet hij! En dat gevoel wordt alleen maar sterker naarmate de albumrelease dichterbij komt en Capaldi om de tafel moet met allerlei types uit de popbusiness. Dan spelen zijn paniekaanvallen en tics steeds nadrukkelijker op.

Dit portret maakt dat ongemak invoelbaar, maar heeft tegelijkertijd zelf ook iets ongemakkelijks. Want dat persoonlijke verhaal, en de daaraan verbonden diagnose Gilles de la Tourette, wordt nadrukkelijk ingezet om de doorstart van Lewis Capaldi’s carrière kracht bij te zetten en zijn tweede album Broken By Desire To Be Heavenly Sent, dat er op 19 mei dus gewoon gaat komen, aan te keilen. 

Deze documentaire wordt daarmee toch weer eerst en vooral een promoproduct, waarbij het kwetsbare persoonlijke relaas van de artiest slim wordt uitgevent om een ‘verhaal’, en daarmee aandacht, te creëren rond zijn muziek.

Alleen Thuis Met Een Dienstwapen

Tangerine Tree

Hij groeide op in een echt politienest. Vader was agent, zus Frederike werd het ook. Als kind moest Peter Paul Schaeffer volgens zijn moeder Annemarie in eerste instantie weinig hebben van dat uniform, maar uiteindelijk belandde hij toch in het blauw. En Peter Paul droomde al snel van meer: een plek bij een speciale eenheid. Hij zou uiteindelijk terechtkomen bij de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen (DSRT), waar hij peilbakens en afluisterapparatuur installeerde en regelmatig undercover moest opereren. ‘Hoe groter de uitdaging, hoe mooier ik het vond.’

Inmiddels oogt de voormalige politieman als een gebroken mens. Hij is gediagnosticeerd met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Van de jongen die volgens zijn jeugdvriend Michiel altijd meer durfde dan de rest is weinig over. Op een gegeven moment zag hij zichzelf zitten: Alleen Thuis Met Een Dienstwapen (74 min.). In deze grijsgrauwe documentaire van Hester Overmars doet Peter Paul zijn persoonlijke relaas, terzijde gestaan door zijn moeder en zus, ex-partner Heike, dochter Nienke, vriend Jochem en de casemanager PTSS van de politie, Marc Zaalberg.

De geïnterviewden zijn ongemakkelijk geframed: kwetsbaar, met hun rug tegen de muur of juist een bedreigende buitenwereld achter zich. Zoals ze zich in werkelijkheid regelmatig moeten hebben gevoeld. Overmars doorsnijdt hun bespiegelingen met scènes uit Peter Pauls dagelijks leven, familievideo’s en beelden van zijn werk. Zo ontstaat een unheimische impressie van ’s mans eenzame strijd. Hij had ooit een ‘droombaan’ en was thuis binnen het politiekorps, maar liep gaandeweg steeds meer butsen en deuken op en begon zich een vreemdeling te voelen binnen De Blauwe Familie.

Dat is zowel een heel persoonlijk als een universeel verhaal. De meeste politiemensen maken een hele reeks van heftige situaties mee, volgens Marc Zaalberg. Die kunnen ze een plek geven zolang er steun is vanuit de organisatie. Als die ontbreekt of wegvalt kunnen deze traumatische ervaringen alsnog gaan opspelen. Deze documentaire maakt invoelbaar hoezeer een stressstoornis iemands leven kan ontregelen. Totdat die volledig onthecht is geraakt en nauwelijks meer lijkt op wie ie ooit moet zijn geweest.

Monster Factory

Apple TV+

De lopende band van Monster Factory levert nog wel eens een exceptioneel exemplaar af: Cody ‘Pres10’ Vance, Nick Comoroto, Damian Priest, Steve Maclin en QT Marshall. Mocht u nu – net als Yours Truly, ondergetekende, ikke dus – nog nooit van hen hebben gehoord: dat zijn professionele worstelaars, uit het Amerikaanse showworstelcircuit. Stuk voor stuk opgeleid door Danny Cage, een voormalige ‘indie wrestler’ die zijn eigen school runt in Paulsboro, New Jersey: Monster Factory (200 min.). ‘An eclectic melting pot of misfits‘, aldus de man zelf, waar volgens Cage eerder theater dan vechtsport wordt beoefend.

En daar worden nu alweer nieuwe helden, of heldinnen, klaargestoomd voor de ring: Twitch bijvoorbeeld. Een ‘weirdo’ die is gediagnosticeerd met zowel Asperger als Gilles de la Tourette en last heeft van depressies en allerlei angsten. In vaktaal: hij bevecht, letterlijk en figuurlijk, de demonen in zijn hoofd. ‘Het pad naar het paradijs loopt via de hel’, gooit hij er zelf nog maar eens een slogan tegenaan. ‘En als je daar net doorheen gaat, houd dan vooral even vol.’ Of het rijkeluismeisje The Notorious Mimi, een adrenalinejunkie die zowaar een try-out mag doen bij de fameuze WWE (World Wrestling Entertainment).

Die test begint met het opnemen van een karikaturale promovideo, voor een net meisje uit een bevoorrecht milieu, zoals Amelia Herr, nog bepaald geen sinecure. Ze zal zich als een jonge, witte en vrouwelijke versie op de ultieme GOAT (Greatest Of All Time), Muhammad Ali, ongegeneerd op de borst moeten kloppen. Het is dan nog even de vraag of deze zesdelige docuserie van Galen Summer voorbij die karikatuur van de pro-wrestler kan én wil komen. Of voorbij het cliché van de Amerikaanse sportproductie waarin gewone huis-, tuin- en keuken-figuren in een aansprekende arena boven zichzelf proberen uit te stijgen.

Centrale figuur is Cage zelf, een man die ondanks persoonlijke besognes (een ernstig zieke moeder) onvermoeibaar zijn prijsvechters blijft uitdagen, om ze vervolgens bij een showcase in de markt te kunnen zetten. Maar ook personages zoals de ‘pretty boy douchebag’ met een sociale stoornis Goldy, de Afro-Amerikaanse zwaargewicht Bobby Buffet en de latina Gabby Ortiz, die ooit de droom had om als eerste Monster Factory-vrouw door te stromen naar de WWE en ergens onderweg averij heeft opgelopen, spreken best tot de verbeelding. De worstelring blijkt een aardig podium om hen samen en individueel beter te leren kennen.

Die showcase werkt als richtpunt voor alle betrokkenen. Heeft iedereen er wel écht alles aan gedaan? vraagt Danny Cage hen in de verplichte emotionele slotspeech. Zoals ’t hoort is het evenement dan al tot epische proporties opgeblazen. De hoofdrolspelers kunnen straks zomaar de geschiedenis ingaan als de nieuwe – en die kent Yours Truly, ondergetekende, ikke dus, overigens wél – The RockHulk Hogan, of Andre The Giant. Eenmaal aanbeland bij de apotheose van deze gelikte, met catchy pop en (hard)rock afgewerkte serie zijn van Monster Factory’s karikaturen inderdaad mensen van vlees en bloed gemaakt.

Die serie zelf is alleen wel zo’n archetypische sportproductie gebleken, waarin gewone Amerikanen, liefst met een buts of deukje, op z’n Hollywoods boven zichzelf uitstijgen.

Verdwaalde Veteranen

Submarine

Ze komen uit een caravan, van het leger des heils of uit het bos. Daar kwamen ze dan weer terecht door ‘vredesmissies’ in Libanon, Bosnië, Rwanda, Cambodja, Haïti, Irak en/of Afghanistan. En nu hebben ze een plek gevonden bij de Thuisbasis Veteranen in het Drentse Eelde, ver weg van de burgermaatschappij waar ze ooit voor hebben gevochten, maar nu niet meer kunnen aarden. Omdat ze als oud-militairen nu eenmaal altijd ‘aan’ staan.

In deze veilige omgeving voor Verdwaalde Veteranen (72 min.) weten ze hoe ‘t voelt als de structuur en broederschap van het leger definitief zijn weggevallen, herkennen ze ‘veteranenogen’ en kunnen ze ermee dealen als het verleden weer eens een slinkse inhaalmanoeuvre maakt. Zelfs als je daardoor met een bijl tekeer gaat in huis. Dan trekt iedereen zich even terug op zijn kamer, doet de deur op slot en laat de storm uitrazen.

Daar ook is de camera van regisseur Marjoleine Boonstra (SpiegeldromenHet Wonder Van Le Petit Prince en Code Groen), die hun posttraumatische stressstoornis (PTSS) diep in de ogen tuurt en er tegelijkertijd omheen probeert te kijken: naar gebroken en geknakte mannen die hun psyche en leven maar al te graag op orde brengen. Net als hun begeleiders heeft ook de filmmaakster gelukkig soms aan een half woord genoeg.

Boonstra laat hen zien binnen de omgeving waar ze nu leven: in de keuken, met agressieve metalmuziek. Bij een nabijgelegen meertje opdrukkend, elke keer net een keertje meer, en daarna ontspannen in het water. En in een kapel, in een intieme dialoog met hun God. Hoewel de thuisbasis ongetwijfeld rust brengt, kan een enkel beeld of geluid zomaar een herinnering triggeren, hen terugbrengen naar een tijd van dood en verderf.

Zij maakt die herbelevingen tastbaar, door ze letterlijk in hun huidige leven en omgeving te plaatsen. Deze sensitieve film wordt zo bijna een zintuiglijke ervaring. Gewone burgers krijgen daardoor de kans om even in de belevingswereld te stappen van een getraumatiseerde veteraan, die bepaalde ervaringen, (schuld)gevoelens en ‘moordlust’ maar niet kan kwijtspelen – en daardoor zijn baan, huis en/of gezin is kwijtgeraakt.

Schrijfster Céline Linssen heeft zulke ervaringen, dat verlies vooral, bovendien in woorden weten te vatten, die door acteur Pierre Bokma aan de buitenwereld worden toevertrouwd. Al die bouwstenen tillen Marjoleine Boonstra’s film uit boven de individuele ervaring, naar dat universele gevoel van de gewonde soldaat. Van iemand, zoals één van de veteranen ‘t treffend uitdrukt, die keihard moet werken om normaal te doen.

Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence

Disney+

Als acht studenten van het prestigieuze Sarah Lawrence College in 2010 besluiten om samen in een huis te gaan wonen, kunnen ze niet vermoeden dat er zich nog een soort extra bewoner zal melden in Slonim Woods 9 te Bronxville, New York, en dat hij het leven van enkele huisgenoten helemaal gaat overnemen. Lawrence Ray, de vader van studente Talia, is een voormalige marinier, medewerker van de CIA en FBI-informant, komt net uit de gevangenis en werpt zich ongevraagd op als mentor van enkele huisbewoners tijdens een door hemzelf afgekondigde Q4P, ofwel ‘quest for potential’.

De tieners zijn stuk voor stuk artistiek aangelegd en hebben niets voor niets gekozen voor een tamelijk alternatieve school die zich afficheert met de slogan ‘You are different, so are we’. Ze zijn stuk voor stuk kwetsbaar en zoekende. Ideaal materiaal voor een bijzonder dominant heerschap met zijn eigen issues, getuige Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence (203 min.). Binnen korte tijd vormt Larry Ray hen om tot zijn eigen sekte. Die krijgt in de media voor het gemak maar meteen het predicaat ‘sekssekte’ toebedeeld, ook al lijkt de seks uiteindelijk vooral nevenschade te zijn van Ray’s paranoïde machtswellust.

Deze driedelige docuserie van Zach Heinzerling reconstrueert de dramatische verwikkelingen met enkele direct betrokkenen en kan hun herinneringen bovendien illustreren met unheimische beeld- en geluidsopnames. Want Larry Ray maakte er een sport van om alles vast te (laten) leggen, een bizarre gewoonte die ook Keith Raniere en zijn roemruchte NXIVM-sekte er op nahielden en die in de inmiddels twee seizoenen tellende serie The Vow al optimaal is uitgenut. Ray’s escapades doen tevens denken aan het perverse machtsspel van R&B-zanger R. Kelly, dat uitvoerig is gedocumenteerd in de #metoo-serie Surving R. Kelly.

Heinzerling bouwt zijn vertelling zorgvuldig op. In aflevering 1 wordt uiteengezet hoe de parasiet Lawrence Ray het leven van zijn subjecten binnendringt en helemaal leegvreet. De tweede aflevering laat zien tot welke excessen dit vervolgens leidt en hoe sommige slachtoffers een toonbeeld worden van het Stockholm Syndroom. En de slotaflevering brengt de emotionele tol van het leven in ‘Larryland’ in kaart. Als geheel schetst Stolen Youth een onrustbarend beeld van hoe een malicieuze controlfreak anderen eerst volledig in zijn macht kan krijgen, om hen daarna rücksichtslos naar de rand van de afgrond te dirigeren.

Les Mots De La Fin

Human

In het Centre Hospitalier Régional de la Citadelle te Luik houdt dokter Damas spreekuur. Hij ontvangt geen gewone patiënten, maar mensen met een doodswens. Sinds België in 2002 euthanasie legaliseerde, kunnen zij, bij ongeneeslijk en ondraaglijk lijden, in het ziekenhuis een afspraak maken voor een levenseinde-consult.

In Les Mots De La Fin (71 min.) kijken Gaëlle Hardy en Agnès Lejeune met de camera mee bij deze indringende gesprekken. Mevrouw Hox meldt zich bijvoorbeeld. De hoogbejaarde vrouw is gediagnosticeerd met ALS en ziet dat haar mogelijkheden steeds beperkter worden. Ze wil liefst zo snel mogelijk euthanasie, betoogt ze, met haar nicht aan haar zijde. Liefst binnen enkele weken.

Een andere patiënt, mevrouw Dubois, mankeert nog weinig. Zij heeft echter gezien hoe haar echtgenoot en schoonmoeder hebben geleden. Dat wil ze zelf toch graag voorkomen. Mevrouw Bonsignore is dan weer geestelijk helemaal uitgeput, maar voor de trein springen wil ze vanwege haar zoons ook niet. Die zijn overigens nog niet op de hoogte van haar plannen.

Tijdens indringende gesprekken tasten arts en patiënt elkaar af. Is euthanasie werkelijk de beste – of in elk geval: minst slechte – oplossing? Voldoen de vragers aan alle voorwaarden? En (hoe) hebben ze hun verwanten meegenomen in deze ingrijpende keuze? Dokter Damas staat in principe welwillend tegenover hun verzoek, maar geeft wel degelijk ook de én zijn grenzen aan.

Sommige verzoeken worden ook nog belemmerd door een andere grens: die tussen België en Frankrijk, waar de wet aanmerkelijk minder ruimte biedt aan mensen voor wie het leven vooral lijden is geworden. Damas worstelt daarmee en brengt die vraag ook in bij een interdisciplinair overleg over levensbeëindiging, een ander belangrijk bestanddeel van deze gespreksfilm.

Verder bestaat de documentaire vrijwel volledig uit afzonderlijke levenseinde-consulten, zo nu en dan onderbroken door verdwaalde shots van het ziekenhuis en de omgeving, aangekleed met stemmige muziek. De daad zelf, het verrichten van euthanasie, wordt bewaard voor het slot van de film. En ook dan zijn alleen de voorbereidingen te zien en is het levenseinde zelf slechts te horen.

Les Mots De La Fin richt zich volledig op de beweegredenen van mensen met een doodswens en de gesprekken die zij daarover voeren met hun arts. Aan het eind gaat dokter Damas nog op bezoek bij de familie van een ernstig zieke jonge vrouw die hij van het leven heeft verlost. Dan laat de man die iedereen professioneel te woord heeft gestaan even zijn artsenmasker zakken.

Want euthanasie mag dan inmiddels tot het standaardrepertoire van sommige artsen behoren, deze serene film laat zien dat (hulp bij) het beëindigen van het leven – ook al is dat een kwestie van ongeneeslijk en ondraaglijk lijden geworden – nooit routine wordt – of mag worden.

Karo Wil Goed Dood

Human

‘Einddatum’ staat er in haar digitale agenda bij vrijdag 2 december 2022. Drie dagen van tevoren wil Karo nog naar een concert van de symfonische metalband Within Temptation. In de navolgende dagen is er dan gelegenheid voor familie en vrienden om afscheid van haar te nemen. En dan wil ze op een waardige wijze afscheid nemen van het leven.

Karo Wil Goed Dood (39 min.) is het relaas van een jonge, beschadigde vrouw die aan meerdere traumatische gebeurtenissen een complexe posttraumatische stressstoornis (CPTSS) heeft overgehouden en nu een euthanasieverzoek heeft ingediend. Na vijftien jaar, waarin ze naar verluidt zo’n tweehonderd hulpverleners heeft gezien, is ze uitbehandeld. Karo gaat vrijwel dagelijks gebukt onder angsten, somberte en de drang om zichzelf te pijnigen.

Xena Maria Evers documenteert in deze korte documentaire, die thematisch sterk verwant is met Jesse van Venrooij’s film ‘t Is Goed Zo (over de euthanasie van Eelco de Gooier uit 2018), wat de laatste dagen van Karo’s leven moeten worden. Haar psychiater heeft haar aanvraag goedgekeurd. Nu moet een second opinion-arts alleen nog vaststellen of de vrouw uit Beverwijk inderdaad ondraaglijk lijdt en in staat is om de keuze voor euthanasie te maken.

‘Alsof je een soort van moet solliciteren of je dood mag’, meent de 29-jarige vrouw zelf. De precieze redenen voor haar doodswens blijven onbenoemd in deze wrange film – om geen ongewenste gevolgen te triggeren – maar uit wat Karo vertelt over de dagelijkse strijd die haar leven is geworden en de doelgerichtheid waarmee ze het euthanasietraject uiterlijk onbewogen doorzet spreekt hoezeer ze verlangt naar de rust die haar alom wordt toegewenst.

Schuldig

Human

Elke rechtgeaarde docufanaat kijkt reikhalzend uit naar de documentaire Subject, waarin Camilla Hall en Jennifer Tiexiera met hoofdpersonages van bekende documentaires, zoals Elaine en Jesse Friedman (Capturing The Friedmans), Michael Peterson (The Staircase) en Arthur Agee (Hoop Dreams), onderzoeken welke impact deze films hebben gehad op hun leven.

In een Nederlandse variant zouden beslist BeppieJantjeKeesAlicia en Evelien aan het woord moeten komen. En Dennis van de Dierenwinkel, natuurlijk. Dat is overigens niet een licht curieuze achternaam, maar ’s mans professie. Dennis van den Burg runt de kwakkelende dierenspeciaalzaak Ambulia in de Vogelbuurt te Amsterdam-Noord. Terwijl hij zijn dieren en klanten ter wille probeert te zijn, moet hij zich de schuldeisers van het lijf houden.

Alle personages van de gelauwerde zesdelige serie Schuldig (274 min.) uit 2016 zijn niet meer dan radertjes in De Schuldmachine. Paul van het Buurtspreekuur. Abdelmalik van de Voedselbank. Ed van het Deurwaarderskantoor. Will van de Schuldhulpverleningsinstantie. Arjan van het Gemeentebestuur. En Carmelita, Ditte en Ramona & Ron van de Schulden. Vaak rest hén niet meer dan een even eenvoudige als pijnlijke smeekbede: Vergeef Me Mijn Schulden.

Samen met Stuk maakte de serie van Ester Gould en Sarah Sylbing, die later samen ook nog Klassen regisseerden, opzichtig school. Titels als We Zien OnsDilemma’s Van Dokters: Wie Krijg Een Kind?Leven In LimboKanaal Sociaal en Trappers zijn ondenkbaar zonder Schuldig, dat een actueel vraagstuk koppelde aan een kleine groep personages, daarmee een aanzienlijk publiek bereikte en vervolgens met een impactcampagne ook een maatschappelijk gesprek op gang bracht.

Het fundament daarvoor ligt natuurlijk in de serie zelf: de uitstekende casting, permanente nabijheid, uitgelezen dramaturgie, brede blik, smakelijke soundtrack en die karakteristieke vertelstem, ingesproken door Sylbing zelf, die in het hoofd en hart van de personages kruipt. Behalve met schulden kampen ze ook met een handicap, ziekte, de recessie of mantelzorgverplichtingen. Een ongeluk zit immers in een klein hoekje – en dan volgen de schuldeisers vanzelf.

Het zou interessant zijn om, zeven jaar na de serie, nog eens de balans op te maken: heeft Schuldig hun levens daadwerkelijk (een héél klein beetje) kunnen bijsturen?

De serie Schuldig is hier te bekijken.

In Het Echt Heb Ik Een Neus

Stephane Kaas & het competitieve mannetje / NTR

Vorm is inhoud. En dus oogt deze documentaire van Stephane Kaas, die met Rutger Lemm een Emmy Award won voor het joyeuze portret Etgar Keret – Een Waargebeurd Verhaal, over webcomics als, ja, een webcomic en is ook het verhaal opgebouwd als, juist, een webcomic. Kaas houdt sinds augustus 2019 een getekend dagboek bij en had op een gegeven moment een lumineus idee: een film over, jawel, webcomics. Die is echter gemakkelijk bedacht dan gemaakt. Zeker omdat de maker ervan permanent ‘het competitieve mannetje’ in zichzelf op afstand moet zien te houden. Die is echter ook in deze joyeuze docu gekropen, om zo nu en dan zijn ongezouten mening te geven over wat die Kaas nu weer heeft gedaan of nagelaten.

‘Als dit geen succes wordt, heb ik daarna nog wel werk?’ vraagt de hoofdpersoon/maker zich dan ook zelf nog eens hardop af, als de productie van zijn ‘internationale coproductie’ en het filmen van allerlei cartoonisten niet van een leien dakje blijkt te gaan. ‘Ik heb voor elke draaidag een slapeloze nacht, waarin ik me vooral druk maak over niet kunnen slapen.’ Angstzweet kan op zo’n moment natuurlijk niet uitblijven. ‘Gatverdamme!’ roept het mannetje dan uit, terwijl hij, demonstratief met zijn armen over elkaar, naast zijn gastheer gaat zitten. Die weet het dan echt, of op z’n minst in de comic, niet meer. ‘Had ik niet een ander beroep kunnen kiezen?’

Gaandeweg geeft Stephane Kaas in In Het Echt Heb Ik Een Neus (55 min.), een titel die verwijst naar het verschil tussen de Amerikaanse cartoonist Jackie E. Davies (@underpantsandoverbites) en de karikaturale versie die ze van zichzelf presenteert, echter steeds meer ruimte aan de zielenroerselen van zijn vakbroeders en -zusters. De Brit Alex Norris (@webcomic_name) geeft via een klodderfiguurtje, dat in drie tekeningen steeds tot dezelfde clou komt (‘oh no’), bijvoorbeeld uitdrukking aan het leven als queer. Emma Jon-Michael Frank (@jonmichaelfrank) getuigt van zijn psychische problemen en gevoel voor poëzie. En Renske de Greef (@renskedegreef) brengt de complicaties van het (aanstaande) moederschap in beeld in Mamamorfose.

Met hun persoonlijke en openhartige werk, dat doorgaans ergens tussen zelfmedelijden en zelfspot bivakkeert, geven ze tegenwicht aan de ideaalbeelden die anderen vaak op sociale media droppen. Zelfs grote maatschappelijke thema’s kunnen daarbinnen een plek krijgen, zoals de Vlaamse cartoonist Christina de Witte (@chrostin), met tekeningen over hoe onveilig vrouwen zich soms op straat voelen, en haar Oekraïense collega Zhenya Oliinyk (@evilpinkpics), met haar impressies van de Russische inval, laten zien. Misschien spreekt de Amerikaanse Whit Taylor (@whittaylor), die haar eigen depressies en angsten belicht in haar tekeningen, wel voor hen allemaal als ze zegt dat haar webcomics ‘mijn meest authentieke manier van bestaan’ vormen. 

En dat is dan eigenlijk best een aardig inhoudelijk motto voor deze verfilmde webcomic, die Stephane Kaas uiteindelijk toch, min of meer, of puur voor de vorm, tot een goed einde heeft weten te brengen.

The Hatchet Wielding Hitchhiker

Netflix

Dit zou je kunnen beschouwen als een genadeloze ontleding van de Amerikaanse celebritycultuur, waarop we, zonder dat we het zelf wisten, al een hele tijd zaten te wachten. Het verhaal van Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker (87 min.) heeft werkelijk alles. Allereerst: een dramatische opening, waarin een man een vrouw klemrijdt en haar dreigt te doden. Een kordate buitenstaander grijpt in en redt haar leven. Het is een lifter met lang haar, een bandana en een grote rugzak, die dus wel dakloos moet zijn. Ofwel: Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker, de held van dit verhaal dat, natuurlijk, direct viral gaat. 

Hij heeft de snodaard drie ferme klappen verkocht met zijn bijl (!) en is best bereid om verslaggever Jesson Reisbeck van de lokale nieuwszender KMPH News daarover op geheel eigen wijze te woord te staan. ‘Dus rende ik achter hem aan met een bijl. Smash! Smash! Smmash! Yeah!’ Een publiekslieveling is geboren, Reisbecks filmpje maakt van Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker een hype, de vleesgeworden meme. Alle reden dus voor de journalist om zijn bron zorgvuldig af te schermen van andere geïnteresseerden en hem nogmaals, exclusief!, leeg te laten lopen. Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker kan immers ook zíjn ticket naar eeuwige roem worden.

Er zijn natuurlijk kapers op de kust: redacteur Brad Mulcahy probeert Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker direct te strikken voor de veelbekeken late-night talkshow Jimmy Kimmel Live!, terwijl realityserie-profi Lisa Samsky, altijd op zoek naar ‘de it-factor’, de mogelijkheden bekijkt om een show op te zetten rond Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker. Terwijl ze hem in hun net proberen te lokken, beginnen zij zich echter stuk voor stuk te realiseren – vertellen ze, niet zonder trots, in deze ontluisterende film van Colette Camden – dat Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker ook een donkere kant heeft.

En daar zit, logisch, ook weer een verhaal in. Drie maanden nadat hij door Jan en alleman als snoepje van de dag voor de camera is gesleept raakt Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker betrokken bij een tragisch incident. En daarmee wordt hij, automatisch, het doelwit van misdaadjournalisten, die zich nu lekker aan hem tegoed kunnen doen. In dat kader reist Camden meteen maar even af naar zijn verwanten voor wat context en laat ze Jesson Reisbeck vertellen dat hij Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker, die verdachte in een true crime-relaas is geworden, inmiddels als een vriend beschouwt en betreurt welk lot hem ten deel valt.

Net als de andere geïnterviewden vraagt de verslaggever zich nooit af of hij daar zelf wellicht een rol in heeft gespeeld. Het wordt hen overigens ook niet gevraagd door Colette Camden. Hun oppervlakkigheid, opportunisme en geveinsde interesse in de persoon achter Kai The Hatchet Wielding Hitchhiker (Caleb McGillvary, een Canadese jongen met een lange historie van psychische problemen, voor wie het wil weten) zou je als stuitend kunnen beschouwen. Het is alleen de vraag of Camden zelf wist dat ze die attitude in deze hap-slik-weg documentaire genadeloos ging blootleggen.

Great Escape

Vossenfilms

Elke maand springen er naar verluidt twee mensen van de Rio Grande Gorge Bridge in Taos, New Mexico. De 24-jarige Cooper Beacom was één van hen. Zijn moeder Margaret ‘Curly’ O’Connor zag het gebeuren op 29 april 2014. En Bowdy Lewis, de jeugdvriend die hij later nog eens tegenkwam in een ontwenningskliniek, stond erbij en kon het ook niet voorkomen.

‘Zijn leven was, denk ik, een stuk leuker dan mijn leven’,  constateert Robbie Forbes desondanks, enigszins ongemakkelijk grinnikend, in Great Escape (44 min.), een broeierige documentaire van Daan Bol. Net als veel andere plaatselijke jongeren heeft Robbie het gevoel dat hij eigenlijk geen kant op kan. Ze moeten er zelf maar iets van maken, van dat leven.

De Nederlandse documentairemaker laat het drietal vertellen over de jongen die hen is ontvallen – die er zelf voor heeft gekozen om te vallen. Naar de precieze reden is het nog altijd gissen. In de homevideo’s waarmee Bol zijn film doorsnijdt is op geen enkel ogenblik te zien dat Cooper levensmoe zou zijn. Integendeel, hij leek het bestaan vol aan te gaan.

Die jeugdbeelden tonen een lefgozertje, een lolbroek, een durfal ook. Beslist geen ‘quitter’. Een joch dat kon skateboarden als de beste, rustig met ontblote billen van de duikplank sprong en de grote verdwijntruc al eens ensceneerde voor een eigen video. Toen niemand nog kon vermoeden dat hij hem ooit in het echte leven zou gaan toepassen.

Waarom? Het antwoord op die vraag blijft de achterblijvers achtervolgen. Deze fraaie korte documentaire komt intussen heel dicht bij zijn subjecten – en via hen bij Cooper – waarbij het afwisselend majestueus grote en bijzonder intieme camerawerk van Wilko van Oosterhout en het bijzonder spannende sounddesign van Brandon Grötzinger in het oog springen.

Great Escape is een film over hoe het leven altijd zijn mysteries blijft houden. Als in: waar het naartoe gaat, of je dat nu wilt of niet. En: hoe ’t daar is gekomen, met, door of ondanks jou. Curly, Bowdy en Robbie hebben er maar mee te dealen. Net als Cooper. Totdat hij, bij die ontzagwekkende brug over een diepe vallei, zelf een definitieve vlucht naar voren nam.

Dark Days

Dogwoof

In de ‘freedom tunnel’ voelen ze zich veilig. Verschoond van de misprijzende blikken van gewone New Yorkers, veilig voor de politie en dieven bovendien. Want die komen echt niet naar beneden. Dat durven ze niet. Of ze vinden het er gewoon smerig. In het tunnelsysteem onder de Amtrak-treinlijn, tussen Penn Station en Harlem, is een soort wijk voor verschoppelingen ontstaan. Volgens Tommy, die op zijn zestiende van huis wegliep, zijn ze echter niet dakloos. Ze hebben immers een thuis.

Voor het aangrijpende groepsportret Dark Days (82 min.) uit 2000 trok de jonge Brit Marc Singer, in de VS aan het werk als fotomodel, halverwege de jaren negentig zo’n tweeënhalf jaar bij hen in. Dit is hun verhaal, samen verteld. Over hoe ze hun geld verdienen, hun liefde voor honden en de elektriciteit die ze stiekem aftappen bijvoorbeeld. En over traumatische ervaringen, psychische problemen en – de grote gelijkmaker – crack. Waaraan een aanzienlijk deel van de tunnelpopulatie verslaafd is.

Ralph, die zelf alleen nog joints rookt, vindt bijvoorbeeld dat Dee maar eens moet stoppen. Zij wil dat echter pas doen als hij geen druk meer op haar legt. En zo belandt het kibbelende duo in een patstelling, waarbinnen ze zich allebei wel senang lijken te voelen. Voor Singers camera, speciaal voor de opnames aangeschaft, leggen ze los van elkaar hun ziel bloot. Hun leven in de tunnel, waarbij ze zich de ratten van het lijf moeten zien te houden, lijkt de logische slotsom van een turbulent leven.

Via de verschillende tunnelbewoners en hun bezigheden dringt deze documentaire in duister zwart-wit diep door in een parallelle wereld, waarbinnen mensen die over de rand van de westerse winner-takes-all wereld zijn gevallen zich, soms al tientallen jaren, staande weten te houden en samen een gemeenschap vormen. Totdat Amtrak hen laat weten dat ze nu toch eindelijk eens weg moeten en de sloophamer eraan te pas dreigt te komen om hun provisorische thuis aan gruzelementen te slaan.

Dark Days – voorzien van een iconische soundtrack door DJ Shadow, met bestaand en speciaal voor deze documentaire geschreven werk – werd overladen met prijzen, maar zou desondanks Marc Singers enige film blijven. Na de opnames ging hij, volgens dit interview, enkele jaren reizen en duiken. Een latere film wilde maar niet lukken en werd door hemzelf vernietigd. Intussen bleef hij contact houden met sommige van zijn oud-tunnelgenoten, die hij had leren kennen als gewone mensen zoals jij en ik.

How To Save A Dead Friend

Periscoop

Kimi maakte de wereld draaglijk, constateert Marusya Syroechkovskaya als haar zeer persoonlijke film How To Save A Dead Friend (104 min.) bijna een half uur onderweg is. Nu had ze eindelijk haar eigen familie. Voelde ze nu werkelijk zoiets als… geluk? Ze heeft de woorden nog niet uitgesproken of haar vriend bereidt in deze enerverende coming of age-docu een shot heroïne voor. Zodat ze samen los kunnen komen van de pijn en even helemaal van de wereld zijn.

Marusya leert Kimi Morev in 2005 op zestienjarige leeftijd kennen en herkent direct een zielsverwant in de tengere jongen. Ze stammen allebei uit een gebroken gezin, worstelen met depressies en zweren bij zwaarmoedige bands als Nirvana en Joy Division. Al snel zijn de twee Russische alto’s getrouwd. Hun kat noemen ze Ian, naar Joy Division-zanger Ian Curtis, die in 1980 op 23-jarige leeftijd een einde aan zijn leven maakte. Kimi zal uiteindelijk de dertig ook niet halen.

De film start bij zijn uitvaart in 2016. Hij ging op een gegeven moment van afkickcentrum naar afkickcentrum, vertelt Syroechkovskaya in de persoonlijke voice-over waarmee ze dit document over hun gezamenlijke leven aanstuurt. Diep in zijn hart wilde hij echter helemaal niet stoppen. ‘Het waren vooral de leugens die me teleurstelden omdat die betekenden dat heroïne inmiddels belangrijker was dan ik’, constateert ze halverwege. Als de echte ellende nog moet beginnen.

Hun tragische liefde, die onvermijdelijk uitloopt op een scheiding, lijkt verbonden met de ‘Depressie Federatie’ Rusland, die steeds nationalistischer wordt en alsmaar meer op een dictatuur begint te lijken. Binnen die deprimerende omgeving zijn suïcide en overdoses aan de orde van dag bij jongeren met weinig perspectief zoals zij. In de desolate flats van de Moskouse voorstad Butovo, waar haar voormalige echtgenoot opgroeide, vindt Syroechkovskaya daarvoor een treffende metafoor.

Terwijl Marusya zo goed en zo kwaad als dat gaat haar leven weer op de rit probeert te krijgen, documenteert ze hoe Kimi zijn weg vervolgt op het pad van zelfdestructie dat uiteindelijk maar één eindpunt kent. Onderweg speelt hij volgens eigen zeggen Russische roulette, door de dosering van zijn zelfmedicatie steeds een beetje te verhogen. Zo beschadigt hij zichzelf, lichamelijk en geestelijk, totdat de weg terug, hoezeer ze elkaar ook wijsmaken van niet, eigenlijk helemaal afgesloten is.

Marusya Syroechkovskaya vangt dit in een bruisende collage van homevideo’s en gestileerde sequenties, zet met donkere rock- en synthmuziek treffende accenten en maakt van How To Save A Dead Friend zo een smartelijk eerbetoon aan dat ene verloren leven. Aan een verloren generatie ook, die de armoede, trauma’s en algehele tristesse van het moderne Rusland nooit helemaal van zich kan afschudden en er met gehavend lijf en zwartgeblakerde ziel maar iets van moet zien te maken.

Even Vergeten

Kenny / BNNVARA

In zijn eigen hoofd is hij nog altijd de man die hij ooit was. En op het eerste gezicht lijkt er ook weinig mis met de Antilliaanse oud-militair Kenny. Hij kletst ontspannen met de begeleiders en andere bewoners van De Markenhof in Beekbergen en maakt best een heldere indruk. Kenny wil alleen wel zijn vrijheid terug.

Hij is één van de 138 patiënten van de Gelderse zorginstelling. Als gevolg van excessief alcoholmisbruik kampen ze stuk voor stuk met het syndroom van Korsakov. Daardoor werkt ook Kenny’s hoofd niet meer zoals het ooit deed. Hij is bijvoorbeeld voortdurend bang dat iemand er met zijn geld vandoor gaat. Intussen is er ook altijd de zucht naar drank. Omdat er op De Markenhof niet mag worden gedronken, verzint hij samen met zijn vriendin Loes regelmatig een list om tóch te kunnen innemen.

Vanwege zijn dwarse gedrag wil de instelling Kenny naar een gesloten afdeling overplaatsen. ‘Ik word gestraft alsof ik een crimineel ben’, foetert hij in Even Vergeten (69 min.). ‘Fuck off, man!’ Uiteindelijk moet er een rechterlijke machtiging aan te pas komen. Zijn volwassen dochter Danielle onderkent ondertussen wel degelijk de ernst van zijn problemen. Sinds enkele maanden heeft ze het contact hersteld met de man, die met zijn alcoholverslaving de nodige littekens heeft achtergelaten in de familie.

Dit geldt ogenschijnlijk voor alle mensen in deze wat onevenwichtige film, waarin regisseur Kim Smeekes behalve Kenny verder alleen Christina, een oudere vrouw die ooit op de Canarische eilanden woonde, echt uitwerkt als personage. Zij heeft nauwelijks meer contact met haar vier kinderen en kan of wil maar niet aarden tussen al die ‘lelijke kerels’ op de Veluwe. ‘Hoe kom ik hier weg?’ vraagt ze zich hardop af. Christina wil terug naar haar vroegere leven, naar de persoon die ze ooit in de drank is kwijtgeraakt.

Zo kampt elke bewoner van de Markenhof met zijn eigen uitdagingen. Voor een afgewogen impressie van het leven in de instelling, waarbij een alwetende verteller de geest van het leven met Korsakov probeert te vatten en de individuele bewoners er slechts beperkt toe doen, is Kenny alleen wel erg dominant aanwezig. En voor een volwaardig portret van de Antilliaanse man had de film nog wel wat extra context en verdieping kunnen gebruiken. Even Vergeten opent vooral een treurige wereld, waarvan de deuren doorgaans gesloten blijven.