Moederhart

KRO-NCRV / donderdag 9 mei op NPO2

Moeder ben je voor je hele leven. Ook als je kind, in zekere zin, altijd kind blijft – en jij toch gewoon steeds ouder wordt. Job Sligting loopt inmiddels tegen de zestig. Zijn moeder Tineke is al in de negentig. Hij is een kolos van een vent, twee meter lang, maar met de verstandelijke vermogens van een kind van anderhalf. En zij een vrouw die nog midden in het leven staat en onverminderd blijft zorgen voor haar volwassen zoon, die al sinds zijn jeugd in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking woont. Ze blijft Job daar trouw bezoeken.

Samen maken ze ook uitstapjes naar het zwembad of de snackbar. Het is alleen de vraag hoe lang Tineke het fysiek nog volhoudt om Job mee te nemen in de auto. Voor en na uitstapjes moet hij bijvoorbeeld helemaal aan- en uitgekleed worden, inclusief luier, kniebraces en orthopedische schoenen. ‘Mensen zeggen wel eens: ik wil niet achter de geraniums zitten’, zegt ze met kenmerkende nuchterheid in de documentaire Moederhart (53 min.). ‘En ik denk zo vaak: had ik maar eens meer tijd om achter de geraniums te gaan zitten…’

Hoewel de jaren beginnen te tellen, is het de vraag of Tineke eigenlijk wel anders kan of wil. Naarmate dit ontroerende portret van Nousjka Thomas vordert, wordt duidelijk dat het leven al de nodige klappen heeft uitgedeeld aan de montere oudere vrouw. Job is daarbij een permanente bron van zorg geweest, maar ook iemand waarbij zij al haar liefde kwijt kan. Tegelijk dwalen haar gedachten regelmatig af naar de grootste uitdaging van elke op leeftijd rakende ouder met een hulpbehoevend kind: hoe ziet de toekomst eruit zonder mij?

Zonder haar zal Job beslist minder toekomen aan de dingen die zijn leven kleur geven. Dat laat de personele bezetting op zijn leefgroep – en in de zorg in het algemeen – simpelweg niet toe. Als mantelzorger, al zal zij zichzelf waarschijnlijk nooit zo noemen, is ze eigenlijk onmisbaar. Tineke durft het in dat verband bijna niet uit te spreken, maar zou het eigenlijk niet beter zijn voor Job als hij vóór haar gaat? De dood van een kind is het ergste wat een ouder kan overkomen, dat weet zij als geen ander, maar in dit geval is het misschien ook wel een uitkomst.

Zoiets is alleen niet te sturen. Het gebeurt als het gebeurt – of niet. Tot die tijd doen ze samen verder. En Thomas observeert hen, respectvol en waarschijnlijk niet zonder bewondering, tijdens hun vaste routines. Een natuurlijke twee-eenheid van moeder en kind, die voor het leven met elkaar zijn verbonden. Totdat de dood ook hen ooit scheidt.

Een Goede Dood

BNNVARA

Bij ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden behoort euthanasie in principe tot de mogelijkheden in Nederland. De praktijk blijft echter weerbarstig, toont Een Goede Dood (200 min.). Via enkele concrete casussen brengt de vierdelige serie van Elena Lindemans de (on)mogelijkheden in beeld. Van de meer dan duizend verzoeken per jaar worden er uiteindelijk slechts ruim honderd gehonoreerd. Meer dan de helft daarvan wordt uitgevoerd door het Expertisecentrum Euthanasie, dat kampt met steeds complexere vragen en aanzienlijke wachttijden.

Lindemans voelt een persoonlijke betrokkenheid bij het onderwerp euthanasie: haar eigen moeder vroeg 23 jaar geleden om zo’n goede dood. Tevergeefs, met tragische gevolgen. Dochter Elena maakte er in 2014 een indringende persoonlijke film over: Moeders Springen Niet Van Flats. Tien jaar later blijkt zelfdoding, helaas, nog altijd een uitweg voor mensen die geestelijk lijden en vastlopen in het reguliere euthanasieproces, laat deze miniserie op aangrijpende wijze zien. Tegelijkertijd zijn er ook patiënten die wel een waardig einde wordt vergund.

‘Ik kan me niet herinneren dat ik wél wilde leven’, stelt de 26-jarige Marte bijvoorbeeld. Na een lange persoonlijke strijd leeft zij nu samen met haar ouders en zus Nanne toe naar het moment waarop ze het leven mag verlaten. Lindemans volgt hoe Marte en de haren zich voorbereiden op dat moment. Ze ruimen bijvoorbeeld spullen op, bezoeken een natuurbegraafplaats en overleggen in het ziekenhuis over orgaandonatie. Het lijkt een vredig proces. ‘Ik hoef niet meer’, verzucht de jonge vrouw als haar laatste dag bijna is aangebroken. ‘Ik mag eindelijk gewoon… gaan.’

Niet elke weg naar het einde kan zo ogenschijnlijk ontspannen worden afgewandeld. De oudere vrouw Wil worstelt bijvoorbeeld met haar ‘diepe doodswens’. ‘Het lukt me niet om mijn lijden over het voetlicht te krijgen’, zegt ze tegen een medewerker van het Expertisecentrum Euthanasie. ‘Daar word ik zo vreselijk moe van.’ Ook Marij, die kampt met dementie, dreigt vast te lopen in het euthanasietraject. Ze zei altijd stellig dat ze niet meer wilde leven als ze niet meer thuis kon wonen. Het lukt haar alleen nauwelijks meer om die wens onder woorden te brengen.

Het knappe van Een Goede Dood is dat de serie via enkele casussen eigenlijk alle dilemma’s rond euthanasie bij psychisch lijden en de mensen die daarbij zijn betrokken in beeld brengt. Zo wil Marij’s zoon Cyriel bijvoorbeeld voorkomen dat ze verpietert in een verpleeghuis, ziet wijkverpleegkundige Franciene dat de oudere vrouw snel achteruit gaat, vraagt casemanager dementie Carol zich af hoe lang ze haar doodswens nog kan verwoorden en moet huisarts Ester in zulke lastige omstandigheden inschatten of euthanasie wenselijk en mogelijk is.

Tussen verzoek en daad staan soms ook gewoon praktische bezwaren. ‘Het is zo dat ik volgende week helaas vakantie heb’, zegt de specialist ouderengeneeskunde bijvoorbeeld tegen een inmiddels bedlegerige hoogbejaarde vrouw waarmee ze zojuist de verschillende mogelijkheden heeft besproken. ‘Dus we moeten het na mijn vakantie dan doen. Goed?’ Het is alleen de vraag of haar patiënt die deadline nog haalt. Het is een exemplarisch voorbeeld: ieders bedoelingen zijn (meer dan) goed, maar het daadwerkelijk en tijdig uitvoeren van euthanasie blijft een uitdaging.

Psychiater Kit Vanmechelen, die door Lindemans wordt gevolgd terwijl ze met enkele patiënten het proces van ‘een goede dood’ doorloopt, ziet het met lede ogen aan. Het Expertisecentrum Euthanasie had ooit als oogmerk om artsen en psychiaters vertrouwd te maken met euthanasie en daarmee zichzelf overbodig te maken. Die missie is mislukt, stelt zij in een interview met de Volkskrant. Het heldenwerk dat hulpverleners zoals zij verrichten blijft volgens haar de verantwoordelijkheid van een selecte groep gespecialiseerde deskundigen. Volgens het Expertisecentrum Euthanasie is het aantal psychiaters, dat onder begeleiding van een consulent van het expertisecentrum een euthanasie verleende, afgelopen jaar juist bijna verdubbeld.

Het verrichten van de ‘goede daad’ blijft intussen een heel ingrijpende handeling en gebeurtenis, inclusief de spanning vooraf en ontlading naderhand. Subtiel en integer brengt Elena Lindemans al deze aspecten van euthanasie bij geestelijk lijden in beeld, waarbij ze op de valreep ook nog een psychiater introduceert die voor het eerst Een Goede Dood wil verlenen aan haar eigen patiënt. Het is zowel een ontzaglijk als – vreemd genoeg – hoopvol einde.

Een ander geluid over euthanasie bij psychisch lijden klonk onlangs overigens in dit interview met een jonge man die zijn euthanasietraject stop zette.

Deze bespreking is na publicatie nog bewerkt.

Nice Ladies

Cinema Delicatessen

Fier lopen de cheerleaders het podium op. Ze zien er patent uit in hun rode kostuums en met hun witte pompoms. De Nice Ladies (92 min.) zijn stuk voor stuk boven de zestig. De oudste is – de jury van Ukraine’s Got Talent kan het nauwelijks geloven – al boven de 75. Wat vinden jullie echtgenoten ervan dat jullie in zulke korte rokjes optreden? wil een man uit het publiek weten.

Voor zulke frivoliteiten zijn de dames op leeftijd al snel niet meer in de stemming. Als Rusland op 24 februari 2022 hun land binnenvalt, belandt cheerleading ineens op het tweede plan. Mariia ‘Masha’ Ponomarova, een in Nederland woonachtige filmmaakster uit Kyiv, is dan al twee jaar met het gezelschap aan het filmen. Zij ziet hoe iedereen in deze hachelijke omstandigheden z’n eigen plan trekt. De onverzettelijke Valia Onyshchenko blijft bijvoorbeeld op haar plek in hun thuisbasis Kharkiv, terwijl Sveta Stopina met haar familie naar Nederland vlucht.

In Amsterdam hangt deze Oekraïense vrouw direct een geelblauwe vlag voor het raam en begint dagelijks haar vaste dansroutines te oefenen. Ze wil fit blijven en hoopt dat het team binnenkort weer bij elkaar kan komen. Net als veel gevluchte landgenoten heeft Sveta last van ‘survivor’s guilt’. De thuisblijvers zijn niet zielig, blijft ze zichzelf voorhouden. Die zijn sterk, volhardend en moedig. Sterker: de overgebleven Nice Ladies hebben zich voorgenomen om in 2022 aan het International Cheerdance Championship in Letland deel te nemen.

Zodra Sveta daarvan hoort, wil ze ook aansluiten. ‘Ik hoop dat alle gebeurtenissen de vriendschappen in ons team niet zullen verpesten voor de toekomst’, schrijft ze hoopvol aan haar teamgenoten die in het moederland zijn achtergebleven. ‘Dat we ons niet laten verdelen in thuisblijvers en gevluchten.’ Sveta krijgt echter niet het antwoord waarop ze hoopt. ‘Dat zal de tijd uitwijzen. Kom eerst maar naar huis’, reageert coach Nadia Avdaisova, die blijkbaar wel degelijk een verschil ervaart, opvallend snibbig. ‘Het zal nooit meer zijn zoals het was.’

De lotgevallen van de Nice Ladies staan in deze boeiende docu, een soort mixture van Young @ Heart en Het Laatste Joegoslavische Elftal, natuurlijk model voor de situatie van hun volk. Al wat ooit vanzelfsprekend was, komt door externe factoren onder druk te staan. En de tijd mag dan alle wonden helen, die verdomde oorlog slaat er vooralsnog veel meer. Met een stralende glimlach, die hun verdriet moet maskeren, proberen de cheerleaders desondanks de Oekraïense eer hoog te houden. In de nationale tweekleur geel-blauw.

Als frivole metafoor voor trots die zich niet zomaar laat knakken en het leven dat, ondanks alles, doorgaat – of gewoon -moet.

Scootmobiel

NTR

Frans maakt er wel wat van. Stuur de senior onder de Nederlandse camerajournalisten maar ergens op af en hij vindt de verhalen wel en haalt ze er dan op z’n geheel eigen manier uit.

Frans Bromet wordt binnenkort tachtig en blijft nog altijd per strekkende meter tv-docu’s afleveren. Ditmaal is hij door zijn team op Nederlanders met een Scootmobiel (50 min.) afgestuurd. En niet iedereen heeft meteen helder wat hij komt doen. ‘U vraagt me het hemd van het lijf’, zegt een oudere mevrouw, die waarschijnlijk nog nooit een Frans Bromet-film heeft gezien. ‘En daar had ik helemaal niet op gerekend. U komt voor die scootmobiel. En nou moet ik… ja.’ Ze denkt even na en stelt dan een Bromet-achtige vraag: ‘Doe je dat bij iedereen?’

Het antwoord is kort en kernachtig: ja. En ‘s mans wedervraag al even direct: kan je je herinneren dat je je voor het eerst oud voelde? Het is Frans Bromet ten voeten uit. Hij vraagt maar/steeds raak. Of het leven nog wel de moeite waard is? Wat iemand nou zo de hele dag doet? Of ie misschien ongelukkig is? En als hij zijn gesprekspartners op hun praatstoel heeft gekregen, houdt hij het gesprek op gang met een ‘oh’, een ‘ja’ of – als hij zelf in een toegeeflijke bui is – een ‘oh ja?’. Of hij herhaalt gewoon hun laatste woorden, sinds jaar en dag zijn handelsmerk.

En dat werkt, altijd weer – ook al oogt ’t soms ook een béétje gemakzuchtig. Bromet krijgt uiteindelijk iedereen aan het praten en herkent dan feilloos waar het schuurt. Bij de eigenaars van een scootmobiel, die hij thuis of tijdens een toertocht (opgeleukt met Klaus Wunderlich-achtige muziek) ontmoet, gaat de onverschrokken interviewer op zoek naar de mens achter de beperking, die hij vervolgens, inderdaad, het hemd van het lijf vraagt en tóch in z’n waarde laat. Zonder overigens dat dit tot héél diepgravende inzichten of bijzondere doorkijkjes leidt.

Duidelijk is: Frans heeft er weer iets van gemaakt.

De Nachtwaker

KRO-NCRV

Het is zeldzaam intiem werk. Als vrijwilliger binnen de palliatieve terminale zorg waakt Janneke van Rees, een Nederlandse vrouw van middelbare leeftijd, bij mensen die in de allerlaatste fase van hun leven zijn aanbeland. In een hospice of gewoon bij de patiënten thuis. Om hun familie even te ontlasten. Janneke zorgt, wast en gaat in gesprek. ‘Het eerste wat ik doe is dat ik peil hoe dichtbij ik bij een cliënt kan komen’, vertelt ze in De Nachtwaker (52 min.). ‘Ik ga zitten en ik luister. Soms ben ik ergens maanden en ik kan luisteren wat ik wil, maar ik hoor niets. En soms ben ik ergens één nacht en hoor ik de meest bijzondere dingen.’

Met gepaste distantie observeert regisseur Nicky Maas de waakster tijdens haar nachten bij enkele Nederlandse ouderen. Respectvol vangt ze zo ook de gesprekjes en gesprekken die zij met haar cliënten heeft. ‘Zo is het leven nu eenmaal’, vertelt een bedlegerige vrouw bijvoorbeeld. ‘Iedere dag vanaf je 25e moet je inleveren.’ Nu kan ze niet meer lopen. En dat had zij, gaandeweg weliswaar met een rollator, toch bijna 93 jaar volgehouden. Al snel praten de twee over de oorlog, die de vrouw als tiener meemaakte en ondanks alles toch niet had willen missen. Het is een vredig tafereel, twee mensen die elkaar op de valreep in het hier en nu vinden.

Na zo’n dienst rijdt Janneke in haar cabriolet terug naar het bevoorrechte bestaan dat ze samen met haar echtgenoot André leidt. Ze spoelt de zorgen van de nacht van zich af, haalt enkele uren slaap in en hervat haar reguliere bezigheden: etentjes, tuinieren én een tripje met manlief naar een jagershut. En die activiteit krijgt van Maas, al direct vanaf de openingsscène, wel héél bijzondere aandacht. Het geeft haar film sfeer, maar lijkt ook bedoeld als tegenhanger voor het vrijwilligerswerk van haar hoofdpersoon. Als een dier sterft, kruipt dat weg, zegt de waakster daarover. Bij mensen gaan we er allemaal overheen hangen. Alleen sterven vinden we blijkbaar moeilijk.

De gedachte daaraan vindt ook Janneke ‘vreselijk’. Is dat eigen aan de menselijke soort? vraagt ze zich af – en Nicky Maas met haar, zo lijkt het. En heeft elk leven dan evenveel waarde? heeft de filmmaakster er vast achteraan gedacht. Het zijn vragen die deze intrigerende film onvermijdelijk oproept, terwijl ie sereen de dood aftast, zowel het naderen ervan als het finale loslaten en -maken, en de paradoxen daarbij optekent. ‘Het is wat als je naast de dood staat’, zegt Janneke van Rees, met enige nadruk, over de positie die zij daarbij inneemt. ‘Het is wat…’

Songs Of Earth

Bantam Film

Sinds ze toen hij een peuter was zijn rechtgezet, hebben de voeten van Jørgen Mykløen nooit meer stilgestaan. Dik in de tachtig is hij nu. Talloze stappen hebben ze achtergelaten in de West-Noorse vallei Oldedalen in Vestland. En dat geldt voor zijn volledige familie: Jørgens opa heeft er, naar verluidt nog vóór 1900, een spar geplant. De zogenaamde ‘Weide Spar ‘ torent inmiddels boven alle andere bomen in het glooiende landschap uit en neemt ook een bijzondere plek in binnen de familiegeschiedenis. Zijn oom deed Jørgens tante bijvoorbeeld een huwelijksaanzoek onder die spar. 

En Jørgens dochter Margreth Olin heeft de geliefde boom nu voor de rest van de wereld vereeuwigd in de documentaire Songs Of Earth (originele titel: Fedrelandet, 91 min.), een aubade aan haar ouders en de ontzagwekkende wereld die hen, en haarzelf, heeft voortgebracht. Zij woont al dertig jaar niet meer op het Nordfjord, maar kan en wil zich niet losmaken van wat ze nog altijd als thuis beschouwt en grijpt haar kans, de allerlaatste waarschijnlijk, om zich een jaar lang onder te dompelen in de imposante omgeving waarin haar familie thuishoort en de mens zich wel nietig moet voelen.

Terwijl Jørgen door de bergen trekt, gletsjers aanschouwt of aanbelandt bij blauwgroene meren, klinkt steeds het getik van zijn wandelstokken, als de hartslag van een leven dat stilaan zijn einde nadert. Hij vertelt intussen over hun voorouders en hoe zij waren overgeleverd aan de elementen, indringende verhalen die zo nu en dan worden verlevendigd met oude foto’s en zwart-wit beelden. Zijn tocht, die hem ook langs allerlei verschillende dieren voert, wordt begeleid door een immersieve soundtrack van het London Contemporary Orchestra.

Naarmate de jaargetijden voorbijglijden, te midden van al dat natuurschoon, kruipt het leven stiekem naar zijn einde. Margreths moeder Magnhild denkt dat ‘t het beste is als zij eerst gaat. ‘Het idee alleen al Jørgen te verliezen is ondraaglijk.’ Hij denkt er niet al te veel aan. ‘Het leven loopt uiteindelijk af voor ons allebei. Het is niet aan ons wie als eerste gaat.’ Jørgen Mykløens bestaan, dat zich volledig heeft afgespeeld in het adembenemende decor van het Nordfjord, is het particuliere dan allang ontstegen. Met zijn leven drukt hij tot het eind zijn eerste liefde uit: de natuur.

Echo Of You

Manna Film

Hoogbejaarde mensen zijn bijna net zo vertederend als baby’s. De nabijheid van de dood en de levenservaring die daarmee gepaard gaat spreken bijna net zoveel tot de verbeelding als de naakte onschuld van ontluikend leven. Zij hebben het bestaan doorstaan, gevierd en misschien wel doorgrond. De negen Deense tachtigers van Echo Of You (76 min.) hebben bovendien afscheid moeten nemen van hun levenspartner. Meestal doordat de dood hen, soms zonder enige vooraankondiging, kwam halen. Een enkele keer omdat dementie hen van zichzelf beroofde.

In haar eerste lange film plaatst Zara Zerny de ouderen in hun woonkamer en op bed in de slaapkamer. Ze vraagt hen daar, te midden van interieurs die een inmiddels al bijna verdwenen wereld weerspiegelen, het hemd van het lijf over de relatie die hun leven kleurde. Over de ontmoeting, verliefdheid, seks, zwangerschap, buitenechtelijke relaties, spijt, ruzies, huwelijksproblemen en tenslotte het afscheid nemen – en daarna de eenzaamheid, herinneringen aan die geur, lach of blik en het toch maar doorgaan, soms zelfs met een ander.

Voor Elly blijft haar man Aksel bijvoorbeeld de liefde van haar leven. ‘Hij gaf me absoluut alles wat ik nodig had’, zegt ze met een stralende glimlach. ‘Echt alles.’ Ze vormden een team. Bij een barbecue was hij verantwoordelijk voor het vlees, herinnert ze zich, terwijl zij zich dan met de salades bezighield. Haar nieuwe partner Niels mag van haar daarom niet zeggen dat hij van haar houdt. Dat is dan toch te veel, te groot voor wat zij met elkaar delen. ‘Ik ontvang een heleboel zorg en vertrouwen van hem’, zegt ze nochtans liefdevol. ‘Dat heb ik altijd nodig gehad. En hij is op dat gebied heel attent.’

Zara Zerny positioneert haar gesprekspartners in deze tedere film, die op het IDFA van 2023 bijna tot absolute publieksfavoriet werd gekozen, tevens voor projecties van hun vroegere zelf en hun partner in het leven dat nu langzamerhand achter hen ligt. Samen met fraaie, van symboliek doortrokken sequenties, begeleid door een serene soundtrack, brengt ze in deze documentaire zo fraai het verglijden van de tijd en het vasthouden aan het leven en de liefde in beeld.

Dear Memories: A Journey With Magnum Photographer Thomas Hoepker

AVROTROS

De man die ruim een halve eeuw iconische beelden vond in de dagelijkse realiteit – een groep jongeren bijvoorbeeld, die ontspannen zit te kletsen bij de Hudson-rivier terwijl er op de achtergrond enorme rookwolken komen uit de Twin Towers, of de legendarische bokser Muhammad Ali, zowel in zijn gloriedagen als in z’n Parkinson-jaren – begint stilaan het zicht op de wereld te verliezen. De hoogbejaarde Duitse fotograaf Thomas Hoepker, al bijna een halve eeuw woonachtig in de Verenigde Staten, is in de greep geraakt van dementie.

Samen met zijn tweede echtgenote Christine Kruchen maakt hij in Dear Memories: A Journey With Magnum Photographer Thomas Hoepker (52 min.) een trip nostalgia door zijn huidige vaderland, die wordt begeleid door foto’s, audio-interviews en geschriften van vroeger. Zo komen in deze weemoedige roadtrip van Nahuel Lopez verleden en heden samen – of botsen ze ongenadig op elkaar. Want dat Christine en Thomas dik vijftien jaar eerder in een ‘wedding chapel’ te Las Vegas zijn getrouwd, kan hij zich nu echt niet meer herinneren.

Thomas Hoepker leeft in het hier en nu. Zoals hij dat vroeger met zijn camera deed. Klik, en meteen voor de eeuwigheid vastgelegd. Hij fotografeert overigens nog steeds. Zonder bestaat hij niet. Terwijl het oudere echtpaar met hun camper vanuit hun woonplaats New York dwars door het Amerikaanse heartland, ofwel ‘Trumpland’, naar San Francisco reist en onderweg familieleden ontmoet, van een intiem concert geniet en steeds weer halt houdt voor ‘s mans onverzadigbare camera, filosofeert een vroegere versie van Hoepker over zijn vak en stiel.

‘Totale perfectie vind ik oersaai’, stelt hij bijvoorbeeld in het essay Zelfportret uit 1983. ‘Een goed verhaal vertellen of een belangrijke gedachte uitdrukken, daarom gaat het in de fotojournalistiek. En die moet dus direct en eenvoudig zijn. Dus liever niet te veel poseren.’ Deze bespiegelende film is een fraaie weerslag van diezelfde benadering: via zijn werk en ideeën blijft de mens, kunstenaar en journalist die hij ooit was bewaard, intussen toont hij de fragiele oudere man die daaruit is voortgekomen en nog altijd van het leven en zijn professie probeert te genieten.

La Dama Del Silencio: El Caso Mataviejitas

Netflix

Deze seriemoordenaar heeft het nu eens niet voorzien op jonge meisjes of jongens. Hij heeft het gemunt op bejaarde vrouwen. De Mexicaanse killer, volgens het signalement lang en gezet, maakt rond de eeuwwisseling zeker 49 slachtoffers. Mexico is in rep en roer. Het land heeft geen ‘traditie’ op het gebied van seriemoordenaars. Al zeker zestig jaar Is het verschoond gebleven van het type roofdier dat bij de grote bovenbuur, de Verenigde Staten, bijna op elke hoek van de straat een prooi staat te beloeren.

De onderzoekers gaan in de leer in het buitenland. In Frankrijk hebben ze bijvoorbeeld ervaring met Thierry Paulin. Het ‘beest van Monmartre’ zou zo’n twintig Franse ouderen hebben beroofd en gedood, voordat hij in 1989 stierf aan de gevolgen van AIDS. ‘La Mataviejitas’ blijkt echter nergens mee te vergelijken. Is het bijvoorbeeld wel een (echte) man die in Mexico-Stad weerloze senioren wurgt in hun eigen huis? Of überhaupt één enkele persoon? Zijn er misschien ook ‘copycats’ aan het werk?

Geduldig ontleedt Maria Jose Cuevas de zaak in La Dama Del Silencio: El Caso Mataviejitas (112 min.). Ze neemt de gebeurtenissen min of meer chronologisch door met nabestaanden, opsporingsambtenaren, deskundigen en verdachten. Gaandeweg wordt zo het motief van de moordenaar duidelijk, kunnen er vingerafdrukken worden veiliggesteld en komt gaandeweg ook de dader in beeld. De filmmaakster serveert dit met gevoel voor drama, visuele flair en een zeer uitgesproken klassieke soundtrack uit.

De seriemoordenaar, op heterdaad betrapt door een buurman van één van de slachtoffers, blijkt zowaar een fervent liefhebber van worstelen, die bovendien technieken van deze sport voor malicieuze doeleinden heeft ingezet. De aanhouding van deze dader betekent echter niet dat daarmee alle zaken definitief zijn opgelost. Te elfder ure zet een onverwachte wending de zaak – en ook deze krasse true crime-docu – nog eens goed op zijn kop.

Extra Handen

Omroep Max

Extra Handen (53 min.) zijn er nodig in de ouderenzorg. De helft van het nieuwe personeel valt binnen twee jaar weer uit, stelt Loes Luca, de verteller van deze fijne tv-film. In Rotterdam is daarom een project gestart om mensen, die al een tijdje in een uitkering zitten en in hun persoonlijk leven ervaring hebben met het zorgen voor een ander, klaar te stomen voor een baan in de zorg. Zes maanden lang krijgen ze één dag per week les en gaan ze twee dagen stage lopen.

Documentairemaker Joost van der Wiel volgt vier van deze aspirant-verzorgenden terwijl ze hun weg zoeken binnen de ouderenzorg en dat werk proberen te combineren met hun privéleven. Ieder heeft daarbij zijn eigen uitdagingen. De Marokkaans-Nederlandse Iman Tahtah (43), moeder van twee dochters, voelt zich bijvoorbeeld als een vis in het water tijdens het contact met de cliënten, maar heeft soms moeite met hoe collega’s invulling geven aan dat werk.

Bibiche Lompole (38), een uit Congo afkomstige moeder van drie kinderen, heeft vooral stress voor en na de werkdag. Hoe zorgt ze er bijvoorbeeld voor dat haar pubers op tijd op school zijn en zij op haar stage? Ilidia ‘Linda’ Tavares (53) is betrokken geraakt bij het Toeslagenschandaal en verloor door Corona bovendien haar baan in de horeca, waarvoor ze soms meerdere diensten op een dag draaide. Haar voornaamste uitdaging in de zorg is nu het bewaken van haar eigen grenzen.

Alleenstaande Marco Hogenboom (56) tenslotte heeft zich jarenlang om zijn vader bekommerd en zorgt nu samen met andere familieleden voor zijn moeder. Hij is een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Houdt Marco ‘t in de zorg wél vol? Via deze vier personages, die worden geobserveerd tijdens hun werk- en studieactiviteiten, volgt Van der Wiel het dagelijks leven in een ouderenzorginstelling en het project dat een nieuwe impuls aan de bemensing daarvan moet geven.

Of dat daadwerkelijk kan bijdragen aan het op peil brengen en houden van het aantal handen aan het bed valt op basis van Extra Handen niet vast te stellen. Duidelijk is wel dat het mensen met het hart op de goede plek een tweede kans kan bieden op een functie binnen de zorg – al blijkt die ook weer niet voor iedereen weggelegd.

Het Beest Van Amsterdam

Doxy

Hij is geen schim meer van de imposante man die hij ooit moet zijn geweest. Alzheimer, vasculaire dementie en Parkinson doen hun ontregelende werk bij Jon Bluming (1933-2018) als regisseur Vuk Janic hem begint te filmen voor wat uiteindelijk een postuum portret is geworden. Hij was het die judo, karate, thaiboksen en worstelen ooit in Europa introduceerde. Een free fighter pur sang. Een meester in mixed martial arts. Een Nederlandse samoerai.

Janic probeert Het Beest Van Amsterdam (54 min.) dat nog ergens in dat versleten, broze lijf verscholen zit te vangen met een tekst die hij, op basis van interviews met Bluming en diens autobiografie Van Straatschoffie Tot 10e Dan (1999), met medewerking van Arthur van den Boogaard heeft geschreven. Die woorden zijn vervolgens, als een gekooide leeuw, ingesproken door Matteo van der Grijn en voorzien van stemmige zwart-witte animatie.

‘Onverslaanbaar zijn, dat wilde ik’, zegt die bijvoorbeeld. Of, over hoe hij terugkwam uit de oorlog in Korea: ‘Dood, ik ben wel klaar met je. Een losgeslagen straatschoffie werd ik.’ En over wat hij meenam van zijn traumatische ervaringen als zeventienjarige frontsoldaat. ‘Hij of ik. Altijd weer: hij of ik.’ Dat zou een leidmotief voor de rest van zijn bestaan worden. Zoals die vervloekte oorlog in Korea hem ook voor het leven tekende. ‘Angstig, altijd angstig, om dood te gaan’

Vechtsport was voor Jon Bluming uiteindelijk toch meer gevecht dan sport, vertellen mensen uit zijn directe omgeving zoals Jan de Bruin (voorzitter en kancho IBK Kyokushin Karate), viervoudig wereldkampioen K-1 Sem Schilt en Blumings protegé Chris Dolman, driemaal wereldkampioen sambo en veertig keer nationaal kampioen worstelen, judo of sambo. Jon Bluming was ‘keihard en liefdevol’, zegt één van de sprekers treffend op zijn uitvaart.

Die wordt door Vuk Janic gebruikt als startpunt voor deze wat weerbarstige film, waarin de breekbare oude man die zich slechts een enkele keer nog in zijn ziel laat kijken (‘Je vraagt je soms weleens af waarom je al die jaren gestudeerd hebt op vechten. Nou ja, ’t is niet anders.’) en het gevaarlijke beest dat via de geschriften van diezelfde man tot de wereld spreekt soms wat lastig samenkomen. Alsof het gaat om twee verschillende mensen, twee verschillende stemmen.

Maar misschien is dat gewoon wat het leven doet met tot de verbeelding sprekende vechters zoals Jon Bluming. Indachtig dat oude gezegde: old warriors never die, they simply fade away.

Ruthless Times – Songs Of Care

Human

Het is een bijzonder koor en dat is ‘t. De leden hebben hun blauwe werkkleding aan, staan netjes gegroepeerd in een non-descripte gang van een willekeurig zorgcentrum en kijken voor Ruthless Times – Songs Of Care (92 min.) recht in de camera. ‘Ik ben er regelmatig getuige van geweest dat er fouten werden gemaakt met medicatie’, zingt de groep verpleegkundigen bijvoorbeeld. ‘We mochten niet tegen de familie vertellen dat we onderbezet waren.’ Achter hen hangt, nét niet scherp, een klok. Die tegenwoordig de godganse dag aangeeft hoeveel tijd ze nog hebben, volgens het zorgsysteem.

En terwijl zij nog ‘ik ben doodmoe’ zingen, baant een zorgrobot zich een weg door een soortgelijke gang, op zoek naar klusjes om te klaren. Hij/zij is onderdeel van het Kustis Goes Digi-project, dat in het kader van ‘slimme oplossingen’ wordt ingezet in het Kustaankartano-verzorgingshuis te Helsinki. Elders videobelt een zorgmedewerker van het ’virtuele service centrum’, dat tussendoor ook nog zomaar als helpdesk van een willekeurige multinational zou kunnen fungeren, regelmatig in naar ouderen, om ze aan te sporen om vooral goed te eten en ook hun medicatie niet te vergeten of ‘samen’ enkele lichamelijke oefeningen te doen.

Het is moderne ouderenzorg, geavanceerd en scherp aan de prijs, waarmee de vergrijzing het hoofd moet worden geboden. Enkele ouderen in Kaavi, een kleine gemeenschap in Oost-Finland, hebben er desondanks weinig vertrouwen in. Als de gemeente in zee gaat met een private zorgaanbieder, spreken zij hun zorg uit over deze ‘gezichtsloze organisatie’, die bovendien een monopoliepositie heeft verworven. Dat doen ook zij veelal zingend. In weelderige nordic folk-composities die Anna-Mari Kähärä speciaal voor deze musicaldocu van Susanna Helke heeft geschreven, gebaseerd op anonieme mails die verpleegkundigen aan hun zorgmanagers stuurden.

De composities, in werkelijkheid ingezongen door het vrouwenkoor Philomela, fungeren als karkas voor een fikse aanklacht tegen de moderne gezondheidszorg, waarbij steeds minder mensen steeds meer patiënten moeten verzorgen en de techniek dan maar voor niets moet staan. Als contrast laat Helke verpleegkundige Tiina Mollberg zien. Terwijl zij rustig de tijd neemt voor de aan haar toevertrouwde ouderen, vertelt ze hoe ‘t bij een vorige werkgever helemaal spaak liep met die technocratische benadering. Zij belichaamt de menselijke zorg voor ouderen. Zoals hoogleraar Marja Vaarama de verpersoonlijking wordt van zorgen over de verzakelijking van die zorg.

Via de verschillende verhaallijnen zet Susanna Helke het contrast tussen wat we voor het gemak maar ouderwetse en nieuwerwetse zorg zullen noemen dik in de verf. En dat geheel krijgt dan nog eens een flinke vernislaag met straf geënsceneerde muziekscènes. Die tillen Ruthless Times naar aanzienlijke hoogte op en maken van deze activistische documentaire een onweerstaanbaar pleidooi voor menselijke zorg, waarover tegelijkertijd met een gerust hart kan worden gezegd: het is een bijzondere film en dat is ‘t.

A Bunch Of Amateurs

MetFilm

Sinds 1932 komen ze elke maandagavond bij elkaar. A Bunch Of Amateurs (93 min.), een klein gezelschap van gedreven cinefielen uit Bradford in Noord Engeland. Andere clubs van amateur-filmmakers zijn allang ter ziele, maar zij houden het hoofd nog steeds boven water. Al is het met moeite. De huur van het krakkemikkige pand, waarin ze sinds jaar en dag samen naar hun eigen en andermans producties kijken, is nauwelijks op te brengen. En ook de Bradford Movie Makers worden langzaam maar zeker met uitsterven bedreigd.

Colin Egglestone, een gepensioneerde timmerman, is tegenwoordig bijvoorbeeld slecht ter been en kan nauwelijks de trap meer op naar hun eigen filmzaaltje. Zijn vrouw Shirley heeft bovendien dementie en zit in een verpleeghuis. Mary, al zo’n zestig jaar de vrouw van Harry Nicholls, ligt op haar beurt al tijden apathisch voor zich uit te staren in bed. De lekker amateuristische filmclub geeft hun mannen een doel en een thuis. Dat clubgevoel, met zijn verplichte lach en traan, sijpelt ook moeiteloos door naar deze aandoenlijke, typisch Britse film van Kim Hopkins.

Harry heeft het daarin in zijn hoofd gehaald dat hij een remake wil maken van de openingsscène van de musical Oklahoma, waarin een cowboy te paard het onvergetelijke Oh, What A Beautiful Morning zingt. Het was de eerste film die hij ooit samen met Mary heeft gezien. De nieuwe versie, waarin hij zelf ook de hoofdrol voor zijn rekening neemt, moet een soort eerbetoon worden aan hun liefde. Een ervaren ruiter is de geblokte Harry echter niet. En ook met acteren voor een ‘green screen’ – en op een denkbeeldig paard – heeft hij nauwelijks ervaring.

Tijdens de opnames komt Harry Nicholls regelmatig in botsing met het enige jongere clublid, Phil Wainman, die behalve manusje van alles bij zo’n beetje elke filmopname ook mantelzorger is voor zijn gehandicapte broer. Phil kan vaak niet mét Harry, maar zeker ook niet zónder hem. Hun gesteggel kleurt de familiaire sfeer in de club, die allerlei initiatieven onderneemt om weer wat leven in de brouwerij te krijgen – en geld in het laatje, dat ook. Hun pogingen zijn sympathiek – een dansmiddag in The Old Cock (!) bijvoorbeeld – maar lijken vaak gedoemd om te mislukken.

Als het Coronavirus zich ook in Bradford meldt, heeft dit groepsportret zich dan ook allang in de hartstreek genesteld. Zoals overal zorgt de pandemie voor consternatie: als de club nu een pauze inlast, houdt ze dan definitief op te bestaan? Vreemd genoeg blijkt het virus, via een kleine omweg, echter een zegen voor de amateurfilmers, die zich misschien toch nog mogen opmaken voor dat honderdjarige jubileum in 2032. Tot die tijd vertoont hun projector ongetwijfeld nog talloze films van twijfelachtige kwaliteit en blijven zij met elkaar verbonden. Tot de dood erop volgt.

Dying To Live

Tellavision

Patiënten werken voor elke arts als een spiegel, waarin ze kunnen zien hoe het leven kan lopen en welke rol ziekte daarin mogelijk speelt, maar ook hoe datzelfde leven ooit en ergens moet eindigen. Dit geldt zeker voor de Heerlense huisarts Mirjam Willemsen. Behalve steun en toeverlaat voor mensen die in de laatste levensfase zijn aanbeland, is ze zelf ook ongeneeslijk ziek. Zoals de echtgenote van meneer Stolk, een oudere man met uitgezaaide longkanker, het uitdrukt: ‘Onze huisarts heeft het ook.’

Meneer Stolk – die volgens eigen zeggen van ‘de afdeling pluk de dag’ is – illustreert in Dying To Live (88 min.) hoe grillig dat bewandelen van het pad naar het levenseinde kan zijn. Onderweg komt hij pieken en dalen, horten en stoten, berusting en onwil tegen. En Willemsen, die zelf al negen jaar met longkanker leeft, probeert dit samen met zijn vrouw enigszins in goede banen te leiden. Totdat de keuze hoe de aimabele man afscheid wil nemen echt niet langer kan worden uitgesteld.

Tussendoor moet Mirjam Willemsen, die zelf als verteller fungeert voor deze documentaire van Mariska en Bart Beckers en de enigszins stroeve voice-over verzorgt, met haar echtgenoot Jeoffrey regelmatig voor controles naar het ziekenhuis. Als arts herkent ze bij zichzelf de signalen of het goed of minder goed gaat natuurlijk als geen ander, maar ze voelt schroom om die altijd direct met haar gezin te delen. Zo nu en dan maakt Willemsen even pas op de plaats met haar coach Sylvia Janssen.

Via de bevlogen arts/patiënt brengt deze serene film – ondertitel: making the end of life, part of life – van zeer nabij de levenseindezorg in beeld. ‘Je mag verdrietig zijn samen met de patiënt’, houdt Mirjam Willemsen verpleegkundigen en verzorgenden voor tijdens een symposium over palliatieve zorg. ‘Je hoeft er niet boven te staan, ga ernaast zitten. En vraag naar het leven.’ Ze laat vervolgens een spreuk van Loesje zien: als het leven bewust gepland wordt, kan dat met de dood ook.

Dying To Live brengt dit proces zeer intiem in beeld en wordt daarmee een onverholen pleidooi voor het bespreekbaar en hanteerbaar maken van het levenseinde, waarbij Mirjam Willemsen, ook doordat ze zelf weet hoe het is om ziek te zijn, zich een trouwe, deskundige en eerlijke metgezel toont voor haar patiënten en hun verwanten. Via hen wordt zij – en wij – bovendien geconfronteerd met haar eigen leven en de keuzes die daarbij wellicht nog in het verschiet liggen.

Rock City: The Life We Live

Will Wissink

Ze hebben zich stuk voor stuk in ons collectieve geheugen genesteld: The Life I Live, Wang Dang Doodle en Wasted Words, klassieke singles van bandjes uit Den Haag. Van Q65, Livin’ Blues en The Motions, om precies te zijn. Will Wissink kijkt in Rock City: The Life We Live (91 min.) terug op de gloriejaren van de Haagse muziekscene, toen The Tielman Brothers werden beschouwd als halfgoden, The Rolling Stones het Scheveningse Kurhaus afbraken en plaatselijke groepen als Golden Earring(s) en Shocking Blue overal de hitlijsten beklommen.

Wissink is een kind van die wereld. Zijn vader Willy was jarenlang de spil van de indorockgroep Willy And His Giants, waarin Will zelf tijdens een comeback ook nog even mocht drummen. Na de dood van zijn vader richt hij zich op het vastleggen van wat er nog over is van die ooit zo bruisende scene. De dagen van Q65-gitarist Joop Roelofs zijn bijvoorbeeld geteld. Hij kampt met kanker en probeert van elke dag die hem nog rest te genieten. En als zijn laatste uur heeft geslagen, wil hij definitief verdwijnen in een speciaal aangeschafte ‘flight case to heaven’.

Zijn oude bandmaatje Peter Vink timmert nog gewoon met een nieuwe groep, Knight Area, aan de weg. ‘M’n laatste klus’, noemt hij die in plat Haags. Frontman Nicko Christiansen van Livin’ Blues is rustiger geworden sinds hij ‘van de alcohol af’ is. Hij houdt zich onledig met schilderen en treedt zo nu en dan op. Hans Vandenburg heeft ’t ondertussen wel een beetje gehad met zijn Gruppo Sportivo. Hij gaat alleen spelen. ‘Je verdient meer en je hebt geen gezeik aan je kop.’ De rest van de band blijft optreden onder de naam Bombitas XL. Totdat Vandenburg alsnog terugkeert op het oude nest.

Zanger Rudy Bennett van The Motions tenslotte komt onverwacht weer in de aandacht te staan. Hij krijgt de kans om Beat En Bordeelsluipers, een theatershow over de geschiedenis van de Haagse popmuziek, te promoten in het televisieprogramma Voetbal International. Van tevoren is er nog wel even twijfel: kan hij eigenlijk nog wel ‘in the states negroes fight for freedom’ zingen in hun hit Wasted Words? ‘African-Americans’ past niet volgens huismuzikant Danny Vera. Bennett besluit het er toch maar op te wagen. Zijn optreden leidt tot een warme aanbeveling van Johan Derksen.

‘Dit is echt de reclame die we nodig hebben,’ zegt voormalig Golden Earrings-zanger Frans Krassenburg na afloop tegen Bennett. ‘Dat meen ik echt.’ Waarna Derksen zich zelfs sterk maakt voor een uitgebreide tournee van deze en andere vertegenwoordigers van de oude garde. Rock City moet ’t hebben van zulke aandoenlijke scènes, treffende impressies vanuit het nostalgiecircuit. Want de documentaire zelf is weliswaar hartstikke sympathiek, maar ook tamelijk grillig en fragmentarisch en vergeleken met een thematisch verwante film zoals Tot De Laatste Snik!? bovendien nogal ongericht.

En, hoewel Wissink niet pretendeert dat hij een compleet overzicht van Den Haag als muziekstad heeft geschetst, is het toch wel jammer dat Shocking Blue helemaal niet en Golden Earring slechts zijdelings aan bod komen.

Last Flight Home

Ondi & Eli Timoner / MTV Documentary

Als de dokter eenmaal is geweest, begint de klok te lopen. Eli Timoner wil dood, maar moet nog zeker vijftien dagen wachten. Op 3 maart 2021, toevallig ook de verjaardag van zijn arts, mag de bedlegerige Amerikaanse man zelf zijn leven beëindigen. Want van een dokter die euthanasie verzorgt, zoals we dat in Nederland inmiddels kennen, kan geen sprake zijn. Anderen mogen de medicatie weliswaar prepareren, maar Eli zal die zelfstandig moeten opdrinken.

Terwijl hij afscheid neemt van het leven en de mensen die hem dierbaar zijn, treffen zijn kinderen praktische voorbereidingen voor Eli’s naderende einde – en zijn dochter Ondi Timoner (Dig!We Live In Public en Mapplethorpe) filmt het hele proces en blikt intussen terug op het veelbewogen bestaan van haar vader, die ooit een eigen vliegtuigmaatschappij (Air Florida) oprichtte, een hele tijd succesvol was als ondernemer en in 1982 plotseling linkszijdig verlamd raakte.

De verplichte vijftien dagen wachttijd verschaffen Eli in Last Flight Home (106 min.) intussen de gelegenheid om zich eindelijk los te maken van schuldgevoelens waarmee hij al geruime tijd kampt, elke bezoeker een op hem of haar toegespitste levenswijsheid te offreren en zijn echtgenote Lisa, met wie hij meer dan een halve eeuw getrouwd was, en hun kinderen Ondi, David en Rachel ruimte te geven om hem nog eenmaal hun dank en onvoorwaardelijke liefde te betuigen.

Dit is een kwetsbaar en intiem proces, dat door Ondi Timoner sereen en gedetailleerd is vastgelegd en dat door haar zus Rachel, in het dagelijks leven rabbi, kundig en liefdevol wordt begeleid. Alle betrokkenen lijken slechts één doel te hebben: hun geliefde (groot)vader een waardige laatste reis bezorgen. Totdat Eli Timoner, in de indringende climax van deze zeer persoonlijke film, toch nog één keer helemaal op zichzelf is aangewezen. Als zijn geliefden hem niet mogen assisteren bij het met beverige hand helemaal leegdrinken van de allerlaatste gifbeker.

Dit Was Je Leukste Tante Ria

IDFA

Dit Was Je Leukste Tante Ria (37 min.), rondt Ria Heerink monter alweer een berichtje op het antwoordapparaat van haar geliefde nicht (en filmmaakster) Anneke de Lind van Wijngaarden af. Een andere voicemail besluit ze met een enigszins gefrustreerd ‘je moedeloze, vreselijke tante Ria’. Want al die moderne techniek – van telefoons en antwoordapparaten tot computers en muizen – kosten de oudere vrouw steeds meer kruim.

‘Ik geloof dat ik een beetje de kant van dementie op ga’, zegt ze tegen haar nicht. Ria’s vergeetachtigheid wordt met de jaren steeds erger en laat zich zelfs niet meer met een overdaad aan herinneringsbriefjes beteugelen. ‘Ik kan niet denken’, verzucht ze gefrustreerd in deze korte documentaire, die voor het leeuwendeel bestaat uit telefoongesprekken en ontmoetingen met Anneke en voicemails van/aan haar nicht.

Tante Ria houdt desondanks de moed erin, blijft gewoon van haar geliefde wijntje genieten en probeert te allen tijde ook haar gevoel voor humor te behouden. En soms heeft ze er gewoon eens even helemaal genoeg van. Dan gedraagt de bejaarde vrouw zich dwars en recalcitrant. ‘Ik wil zelf de regie in handen houden’, zegt ze bijvoorbeeld tegen Anneke, die haar met raad en daad terzijde blijft staan. ‘Godverdomme, zeg!’

De Lind van Wijngaarden legt de herfst en winter van het leven van haar dierbare familielid intussen liefdevol vast en illustreert die met beelden vanuit het raam van Ria’s appartement aan het Amsterdamse Vondelpark. Zo stevenen ze samen, veelal met een opgeruimd gemoed, af op het moment dat Ria haar plekje in de hemel gaat innemen. ‘Als ze maar wijn hebben, dan vind ik het goed’, zegt ze daarover tegen haar nicht. ‘Kom, we hangen op…’ 

En dat was dan Anneke’s leukste tante Ria.

Much Ado About Dying

Soilsiú Films

Terwijl de Britse filmmaker Simon Chambers voor een documentaire over het volledig vastgelopen verkeer in Delhi (werktitel: Carmageddon) is beland, begint hij dagelijks telefoontjes te krijgen vanuit Londen. Zijn 83-jarige oom David doet een dringend beroep op hem. ‘I think I may be dying.’

Zoals ‘t een ‘obstinate oude man’ betaamt wil David Newlyn Gale echter zowat alles, behalve naar een verzorgingshuis. Als Simon eenmaal in Davids onvervalste hoardershuis is aanbeland, schreeuwt die ’t zelfs uit van de pijn. Vanuit zijn bed begint de voormalige acteur, met een van pijn vertrokken gezicht en beide handen getormenteerd op het hoofd, aan een getergde monoloog. ‘Jullie zijn mannen van steen. Had ik jullie tongen en ogen maar…’

Simon legt het tafereel vast met zijn camera. Ze zijn samen bezig met een filmopname van de slotscène van Shakespeare’s King Lear, als de koning helemaal doordraait. Tijdens het filmen voor Much Ado About Dying (83 min ), dat zo’n vier jaar in beslag zal nemen, begint Simon zich steeds vaker te voelen als Lears vermaarde dwaas. ‘Wordt die niet geacht om de koning te steunen en begeleiden’, vraagt David hem ostentatief. ‘Terwijl die gekker en gekker wordt?’

Zijn oom, een bijzonder theatrale persoonlijkheid die hele gesprekken met zichzelf voert en complete performances geeft, is al jaren niet meer buiten geweest. Hij leeft op blikken soep, plast in jampotten en krijgt regelmatig kortsluiting. ‘En dan waren er nog de muizen’, vertelt Simon die de situatie en gebeurtenissen met een slimme voice-over inkadert. ‘David hoorde dat muizen niet van pepermunt houden. Daarom had hij rond alle stopcontacten tandpasta gesmeerd.’

David Newlyn Gale is er een meester in om Jan en alleman voor zijn karretje te spannen en ondertussen hun leven grondig te ontregelen. Althans, zo ervaart zijn volwassen neef dit, terwijl hij steeds verder het bestaan van dit wonderlijke familielid wordt ingezogen. Tragikomische en dramatische gebeurtenissen wisselen elkaar daarin voortdurend af. Chambers zet de tering uiteindelijk naar de nering en creëert zo een ingenieuze vertelling die net zo goed over hemzelf gaat als over die eigenzinnige oom.

Die stuurt hij vervolgens met vaste hand aan op de te verwachten en desondanks indrukwekkende climax van deze delicieuze film. Als deze King Lear, hoe gek hij soms misschien ook lijkt, weer gewoon mens onder de mensen wordt.

Blijven Gaan

The Film Kitchen

Een fit lijf houdt ook de geest lenig. Of andersom. In een Rotterdamse sportschool probeert een groepje zeventigplussers uit handen te blijven van Magere Hein – en intussen lichaam en geest ook een beetje op peil te houden. Anneloek Sollart portretteert deze vitale senioren liefdevol in Blijven Gaan (56 min.) en laat hun belevenissen bovendien met de nodige sjeu aan elkaar praten door stadgenoot Wilfried de Jong.

Leen Sitskoorn is voor zijn negentig jaar nog heel fit. Hoewel hij volgens eigen zeggen al even ‘over de datum’ is en zijn geliefde saxofoon ook al een jaar of tien geleden definitief heeft opgeborgen, wil hij vooral niet ‘krakkemikkerig’ worden. En dus loopt Leen dagelijks talloze trappen om de krant te halen en gaat hij een paar keer per week naar de sportschool. Daar treft hij regelmatig Jan Wijntjes. Ook al werkt diens linkerarm dan niet meer helemaal naar behoren, Jan wil toch best 120 worden. Dat betekent dus stug doortrainen. ‘Want doe ik het niet, dan ken ik dadelijk in een rolstoel gaan zitten of met een rollator lopen’, constateert hij nuchter. ‘Dat zie ik helemaal niet zitten.’

Ria de Leeuw komt vooral voor de gezelligheid naar de sportschool en laat er ook echt geen bokkenpootje voor liggen om fit te blijven. Haar echtgenoot is nog niet zo lang geleden plotseling overleden. ‘Ik mis hem zo, met mijn grote muil’, zegt ze in plat Rotterdams, als het haar even te veel wordt. ‘Ik mis hem echt zo. Elke dag weer alleen.’ Harry van Dormolen kan daarover meepraten. De weduwnaar heeft een prachtig penthouse, maar wat heb je daaraan in je eentje? Hij heeft inmiddels kennis gekregen aan een 25 jaar jongere Russische vrouw, waarvoor hij ook wat geld in een hondentrimsalon heeft gestoken. Die duizenden kilometers afstand blijven alleen behelpen…

In de sportschool, bij hun enthousiaste trainster Lieve en de goedlachse gastheer en trainer Remi (de man met de open glimlach en lekkere koffie), komen senioren zoals zij letterlijk los. In een aandoenlijke film die een lekker rozig sausje over hun oude dag giet, een beetje zoals Young @ Heart een aantal jaren geleden deed over de leden van een Amerikaans ouderenkoor, dat geheel eigen interpretaties van pop- en rocksongs zong. Terwijl de Rotterdamse oudjes ook in de winter van hun bestaan consequent het adagium ‘stilstand is achteruitgang’ blijven huldigen, sluipen ze stiekem bij de kijker naar binnen, als personages om voor even in het hart te sluiten.

Liefsteling

KRO-NCRV

Hoe houd je de liefde vast terwijl de persoon je ontglipt? Hetty (76) ziet zich gesteld voor het typische dilemma waarmee de partner van iemand die begint te dementeren wordt geconfronteerd: hoe ga je ermee om dat de persoon waarvan je zielsveel houdt – in Hetty’s geval: haar levenspartner Jeanne (91) – langzaam maar zeker verandert in iemand waarvoor je zeer intensief moet zorgen – en waarover je je dagelijks zorgen maakt, dat ook?

In haar eerste lange documentaire Liefsteling (72 min.) portretteert Eva van Barneveld de twee oudere vrouwen, die steeds meer moeten prijsgeven van wie ze waren en toch vrede proberen te hebben met wie ze zijn. Voor Jeanne is dat vanzelfsprekend: zij lijkt tamelijk onbekommerd in het heden te leven. Voor Hetty is dat veel meer een keuze: ze wil bij en met Jeanne blijven. Totdat de dood hen scheidt. Die dient zich wellicht aan in de vorm van enkele tumoren. Zou het een probleem zijn als die Jeanne inhalen, voordat haar ‘vergeetachtigheid’ verder verergert?

Hoewel deze documentaire zeker ook zijn ontluisterende momenten kent – als Jeanne tegen haar eigen beperkingen oploopt of Hetty het gevoel heeft dat ze compleet faalt – is Liefsteling geen typische dementiefilm geworden, waarin de hoofdpersoon onvermijdelijk afstevent op het moment dat hij of zij afscheid heeft moeten nemen van alles wat ie ooit was. Van Barneveld heeft er eerder een ode aan de liefde van gemaakt. In uitdagende tijden, dat wel. Ze heeft zichzelf echt onderdeel gemaakt van het dagelijks leven van de twee vrouwen, die zich op hun meest intieme momenten laten vereeuwigen.

Het grootste deel van de film zijn ze ook letterlijk samen in beeld, als een hechte eenheid, nog altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat gevoel – noem het gerust romantisch – wordt nog eens geaccentueerd met dromerige accordeonmuziek en de chansons van Charles Aznavour, Edith Piaf en Ramses Shaffy, waar Hetty en Jeanne helemaal aan verknocht zijn. Liefsteling wordt zo een tedere film, over samen in liefde oud worden. Ook al komt die ouderdom dan misschien met gebreken.