
De één beschouwt hem als een plaag van God. Een ander ziet in de wolf juist een geschenk uit de hemel. De terugkeer van het roofdier in Nederland zorgt in elk geval alom voor verdeeldheid. In Wolvenland (88 min.) tekent Niek Koppen al die verschillende meningen, belangen en ervaringen op. Hij schetst zo een portret van het hedendaagse Nederland, het platteland in het bijzonder.
‘Er gebeurt iets heel dubbels in mij’, vertelt de Drentse schapenherderin Erika Visser over het moment dat ze beelden kreeg te zien van een wolvenstel nabij haar eigen dieren. ‘Ik voel mijn hart gewoon tekeergaan omdat ik denk: dit is echt gewoon te gek. Zo gaaf! En aan de andere kant denk ik: holy shit, dit is gewoon achter het raster bij mijn schapen. Mijn schapen zijn eigenlijk in gevaar.’
Veel schapenhouders en herders willen het dier dus koste wat het kost uit de buurt van hun kudde houden. Afschieten, dat beest! Of anders serieuze maatregelen nemen: van speciale honden tot enorme hekwerken. Sommigen, zoals Jehan Bouma van Wolvenhek Fryslân, proberen hun strijd een episch karakter te geven, waarbij zelfs ‘good/bad old’ Hans Wiegel nog eens van stal wordt gehaald.
‘Door de wolf gaan alle paarden, schapen en koeien uit het land verdwijnen’, stelt Bouma even later, als een koene ridder gezeten op zijn paard. ‘Voordat het zover is brengt dat onnoemelijk veel leed met zich mee voor alle dieren en hun eigenaren. Maar wij willen wel proberen om deze ongewenste vreemdeling, de wolf, Friesland uit te drijven. Net zoals in 1345 gebeurde met die Hollandse graaf.’
Met een hele rij ruiters te paard, de Friese vlag en pompeuze muziek regisseert hij zo een tamelijk potsierlijk mediamomentje. Ook de andere zijde van de wolvendiscussie is niet vies van de pers. Als boswachter Frank Theunissen een wolvin in zijn gebied aantreft, krijgt die, nadat hij zelf een gat in de lucht heeft gesprongen, direct een naam: Toska. En dan komt er zowaar ook nog een mannetje in beeld.
Wanneer het met Toska, tot groot verdriet van Theunissen en zijn collega’s, toch anders loopt dan gehoopt, het meest moverende deel van deze film, wordt ook dat flink uitgevent in de media. Want de wolf is niet alleen een ‘toppredator’ die zijn plek weer zoekt in Nederland, het is inmiddels ook een mediamythe geworden. Een discussiedier, waarmee het voor alle zijden gemakkelijk scoren is.
Koppen belicht al die aspecten van de wolf, waarbij hij ook nog een natuurmuseum bezoekt en een taxidermist observeert die een opgezette versie van het veelbesproken dier fabriceert. Aan het eind loopt Wolvenland weliswaar een beetje weg – wéér een houder of herder met doodgebeten schapen – maar dan heeft de film zijn punt allang gemaakt: die vermaledijde wolf is gekomen om te blijven.
En wij, de zeventien miljoen wolvenexperts van Nederland, zijn daar nog lang niet over uitgepraat.