Broken English

Paradiso Films

The Ministry Of Not Forgetting, belast met het bewaren van cultureel erfgoed, heeft zich nu over de casus Marianne Faithfull gebogen. Een typisch geval van: verkeerd herinnerd. Als ex van Rolling Stones-zanger Mick Jagger, op de eerste plaats. En daarna: als hopeloze junk, ruim twintig jaar verslaafd aan alle mogelijke drank en drugs.

Daar wil het Ministerie van Niet-Vergeten, waar deze hybride film is gesitueerd, dus subiet verandering inbrengen. In een futuristisch ogend researchcentrum gaat de onderzoeker van dienst, een rol van de jonge Britse acteur George McKay (1917), het subject nog eens grondig doorlichten. Daarvoor heeft hij Faithfull zelf ook uitgenodigd, om samen met haar de opgediepte bewijsstukken – archiefinterviews, nieuwsbeelden en concertopnamen – te analyseren.

Toegegeven: de opzet van Broken English (99 min.) doet in eerste instantie gekunsteld aan. De regisseurs Iain Forsyth en Jane Pollard, die eerder samen bijvoorbeeld ook de geweldige Nick Cave-docu 20.000 Days On Earth (2014) maakten, hebben wel heel veel beeld- en verteltrucs, inclusief een onderzoeksleider die toch wel erg veel wegheeft van Tilda Swinton, uit hun mouw geschud om de gebruikelijke plaatje-praatje muziekdocu te vermijden. Het werkt alleen wel. Geweldig zelfs. Deze film kantelt het beeld van de hoofdpersoon en ontstijgt haar tegelijk ook.

Met de misogynie waarmee Marianne Faithfull, tijdens het maken van de film overleden, in haar leven stelselmatig te maken kreeg bijvoorbeeld. De continue vragen in talkshows over met welke bekendheid ze nu weer het bed had gedeeld. Of de volledig overtrokken reactie van alles en iedereen op haar ‘drugslied’ Sister Morphine, dat in 1969 direct in de ban werd gedaan. Toen The Stones het nummer twee jaar later op hun album Sticky Fingers zetten, kraaide er echter geen haan meer naar.

Aan Mick maakt de dame in kwestie weinig woorden vuil. Hij komt natuurlijk wel langs in het archiefmateriaal dat wordt bekeken en beoordeeld. En, natuurlijk, in oude interviews met Marianne Faithfull zelf. ‘Stel je voor dat je op je 45e nog Satisfaction moet zingen’, zegt een eerdere incarnatie van haar. ‘Arme donder’, voegt ze er in tegenwoordige tijd aan toe. Faithfull maakt, in die laatste levensfase, een even kwetsbare als montere indruk. Een vrouw die vrede heeft gesloten met het leven. Háár leven.

Forsyth en Pollard geven ook haar beste songs een nieuw leven. Omdat hun heldin tegenwoordig een artiest in ruste is, afhankelijk van zuurstoftoevoer, laten ze onder andere Beth Orton, Suki Waterhouse, Courtney Love en Nick Cave, in de rug gedekt door Warren Ellis, Ben Christophers, Ed Harcourt en Thurston Moore, enkele van haar songs uitvoeren op het Ministerie. En uiteindelijk geeft de grande dame zelf natuurlijk ook nog een allerlaatste performance. Met Johnny Cash-achtige allure.

Haar werk is niet gestold geraakt in de tijd, maar nog net zo vitaal als ooit. Wanneer het onvermijdelijke nieuws komt – Tilda Swintons woorden ‘Onze onbevreesde vriendin is weg. Weg, maar niet vergeten.’ galmen nog wel even na – zijn de keuzes in en uitvoering van misschien wel de beste muziekfilm van het jaar bovendien op een geloofwaardige manier verklaard en lijkt alles ook wel gezegd, gezien en bezongen. Marianne Faithfull gaat ‘gracefullly’ de herinnering in. Als artiest, als icoon en als mens.

Love+War

National Geographic / Disney+

Er is vrijwel geen brandhaard die ze niet heeft bezocht. Irak, Libië, Somalië, Soedan en Afghanistan. Het is dus niet meer dan logisch dat de Amerikaanse fotojournaliste Lynsey Addario enkele dagen vóór de Russische aanval al in Oekraïne verblijft, om de gevolgen van een scharnierpunt in de moderne geschiedenis vast te leggen.

Op 7 maart 2022 publiceert ze een foto op de voorpagina van The New York Times die wereldnieuws wordt omdat ie bewijst dat Russische troepen zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden: Addario heeft enkele dodelijke slachtoffers gefotografeerd van een gerichte aanvalsactie op de evacuatie van gewone Oekraïense burgers. Drie dagen later meldt Serhiy Perebyinis zich. Hij heeft zijn vrouw en twee kinderen op de foto ontdekt. ‘De wereld moet weten wat hier gebeurt.’

In de volgende scène, aan het begin van Love+War (95 min.), reist Addario via Polen naar huis in Engeland. Ze heeft haast: haar tienjarige zoon Lukas heeft ‘s avonds een muziekuitvoering. Thuis wordt ze begroet door haar Britse echtgenoot Paul de Bendern, zelf oud-journalist, en is er nog net gelegenheid om even te douchen. En om de enerverende dag af te sluiten mag ze na de uitvoering een verhaaltje voor het slapengaan voorlezen aan haar driejarige zoontje Alfred.

‘Wil je dit blijven doen?’ vroeg een televisie-interviewer al toen haar jongste pas tien weken oud was. Lynsey Addario reageerde quasi-geïrriteerd. ‘Stel je die vraag ook aan mannen?’ Toch is dat ook de centrale vraag van deze gedegen film van Elizabeth Chai Vasarhelyi en Jimmy Chin: hoe houdt een vrouw, met kinderen nota bene, zich staande in de oorlogsjournalistiek, van oudsher echt een mannenberoep? Het eenvoudige antwoord luidt: Paul. Hij houdt de boel thuis bij elkaar.

Zodat zij de wereld in al z’n lelijkheid kan laten zien, in de hoop daarmee impact te maken. ‘Mensen hebben de neiging om verder te gaan’, zegt ze, over de beperkte aandachtspanne van het grote publiek, dat vaak snel door wil naar het volgende verhaal. ‘Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat ze hun aandacht erbij houden.’ Vrouwenrechten hebben daarbij haar speciale aandacht, Afghanistan in het bijzonder. Sinds de terugkeer van de Taliban is de situatie daar weer penibel.

Vasarhelyi en Chin schakelen in deze film voortdurend tussen een regulier carrièreoverzicht van de prijswinnende fotografe Addario en haar pogingen om zowel verslag te doen van de oorlog in Oekraïne als ook recht te doen aan haar gezin. In die balanceeract zit ook de toegevoegde waarde van deze nieuwste toevoeging aan wat inmiddels een genre op zich is: de oorlogsfotografendocu.

Carol Doda: Topless At The Condor

Picturehouse

Op 19 juni 1964 wordt Carol Doda een bescheiden sensatie in San Francisco. Ze is net als altijd op de piano van de Condor Club gaan staan. Die wordt daarna vanaf het plafond naar beneden getakeld, de zaal in. De band van George & Teddy is al begonnen met spelen. Intussen start Carol met dansen. Dat heeft ze al veel vaker gedaan, maar nog nooit in een monokini. Ze is de eerste topless-danseres van het uitgaansdistrict North Beach. Kort daarna zijn er behalve talloze danseressen ook topless-schoenenpoetsers, -mannenkledingzaken en -bands.

Voor Carol Doda wordt het dan wel lastig om zich te onderscheiden. Zeker omdat ze geen indrukwekkende borstpartij heeft, vindt ze zelf. Carol strikt een arts, dokter Vincent Spano, die bereid is om haar te injecteren met siliconen. Zo verzekert zij zichzelf van permanente aandacht en het gezelschap van bekendheden zoals Andy Warhol en Frank Sinatra. Ze zet ook meteen de toon: pinups worden niet langer afgerekend op hun eindeloze benen, maar op de grootte van hun borsten. En ook ‘the summer of love’ staat op het punt van beginnen…

Via archiefinterviews met North Beachs voornaamste attractie en actuele gesprekken met andere insiders uit het topless-circuit van San Francisco tekenen Marlo McKenzie en Jonathan Parker de opkomst van het naaktentertainment op in de aardige documentaire Carol Doda: Topless At The Condor (100 min.). De hoofdpersoon vaart ogenschijnlijk wel bij haar sterrenstatus – al laat zij doorgaans weinig los over zichzelf en bindt ze zich aan niemand. ‘Als een man me uitvraagt’, zegt Doda daarover, lekker rolvast, ‘weet ik nooit of hij geïnteresseerd is in mij of in hen.’

Intussen verliest de business waarbinnen zij werkzaam is langzaam maar zeker z’n charme. De onderlinge concurrentie wordt harder, de klandizie minder en het aanbod platter. Er is steeds meer nodig om op te vallen. Net als haar concullega’s probeert Carol Doda mee te bewegen. Ze weigert in elk geval om te accepteren dat ook rondborstige blondines een houdbaarheidsdatum kunnen hebben – zeker als ze niet volledig door Moeder Natuur zijn geschapen – en blijft zoeken naar hoe ze ‘The Male Gaze’ kan blijven behagen en zichzelf vermarkten.

Waarbij het de vraag is of ze ooit méér kan worden dan ‘Carol on the piano’, de geuzennaam waarmee ze ooit in de Condor Club werd gepresenteerd.

Rebel Royals: An Unlikely Love Story

Netflix

Nee, hij werd niet beschouwd als koninklijk materiaal, dat kunnen we gerust stellen. Voor de Noorse prinses had werkelijk niemand ‘een zwarte, biseksuele sjamaan’ in gedachten gehad. Een man die in de toekomst – God verhoede ‘t! – wellicht zelfs koning zou kunnen worden. Zelfs Durek Verrett zelf niet. Zegt hij. Hooguit zijn aanstaande, de lieftallige prinses Märtha Louise van Noorwegen.

Nu is zij zelf ook niet het archetypische lid van een koninklijke familie, dat haar gezicht altijd in plooi houdt en netjes binnen de lijntjes kleurt. Ze ervaart haar prinsessenleven regelmatig als een keurslijf, is volgens eigen zeggen hoog sensitief en beschikt zowaar over paranormale gaven. Toen ze Sjamaan Durek voor het eerst zag, dacht ze: ik ken je al. Niet vreemd: de twee ontmoetten elkaar al tijdens een vorig leven in Egypte. ‘Het voelde alsof ik naar Harry Potter-land kwam’, constateert ze tevreden. Als Märtha Louise een prins was geweest, zou er vast iemand op samenzweerderige toon hebben gefluisterd: midlifecrisis. Ze heeft nochtans drie dochters om op te voeden. En die zijn eveneens met bijzondere gaven behept: Maud is een getalenteerde kunstenares, Leah een bekend model en influencer en Emma een uitstekende amazone.

En nu moet dat ‘marriage made in another dimension’, waarop iedereen wel wat heeft aan te merken, nog worden voltrokken. In het Noorse dorp Geiranger, de eerste plek waar de Vikingen ooit landden. Net Lord Of The Rings. Dan staat er nog maar één belangrijke vraag open: moet hij, de sjamaan van Hollywoods sterren en onversaagde Gwyneth Paltrow-fluisteraar, zijn vrouw straks in het openbaar ‘majesteit’ of ‘uwe koninklijke hoogheid’ noemen? En net als Rebel Royals: An Unlikely Love Story (101 min.), nog eens aangezet door een lichte, soms bijna ludieke Bachachtige soundtrack, wel erg gemakkelijk tussen suikerzoet,  aalglad en (onbedoeld) komisch lijkt door te glibberen, vindt documentairemaakster Rebecca Chaiklin (Tiger King) zowaar ook nog wat drama in het familieleven en de gezondheid van het onwaarschijnlijke koppel.

En dan weer door, voorwaarts mars, naar de voorbereidingen op dat Disney-huwelijk. Daarbij houden de lafhartige aanvallen van de Noorse pers op de vreemde snoeshaan, die sinds een bijna-doodervaring geesten ziet en ook nog eens met hen kan communiceren, natuurlijk onverminderd aan. Zoals ook Janteloven, de wet van Jante die in Noorwegen door Jan en alleman wordt gepredikt, met voeten wordt getreden door het koninklijk paar in spe. Doe vooral niet te gewoon, lijken Märtha en Durek tegen zichzelf te zeggen, je doet niet snel gek genoeg. Zo werkt dit 21e eeuwse sprookje toe naar een groots opgezette, overigens met privaat geld gefinancierde, droombruiloft. Waarna er natuurlijk maar één einde kan komen: en ze leefden nog….

From Roger Moore With Love

BBC

De kritieken zijn niet mals: ‘Mr. Moore overtuigt niet’, ‘seksistische snob’, ‘eendimensionale vertolking’. De Britse acteur Roger Moore (1927-2017) heeft in 1973 grote schoenen te vullen als hij wordt geselecteerd als de nieuwe James Bond. Hij moet Sean Connery doen vergeten. Tijdens de opnames voor Live And Let Die raakt hij direct betrokken bij een speedbootongeluk, dat gelukkig goed afloopt. En hoewel de recensenten bepaald niet overtuigd zijn, wordt de film wel een commercieel succes.

Moore is subiet een graag geziene gast in het talkshowcircuit, waar hij met zijn gesoigneerde uiterlijk, charme en ‘tongue in cheek’-humor de ideale Roger Moore kan zijn. Roger Moore, het personage. Niet: Roger Moore, het omhoog gevallen jongetje uit de Londense arbeiderswijk Stockwell, die zichzelf uitstekende manieren en een bekakt accent heeft aangeleerd. ‘Roger Moore’ is volgens eigen zeggen zijn grootste creatie. Niet Ivanhoe, niet Simon Templar (ofwel: The Saint). En zelfs niet James Bond.

Met z’n dochter Deborah en zoons Geoffrey en Christian Moore en bekende vrinden zoals Joan Collins, Christopher Walken en Dick Cavett, alsmede de Bond-girls Jane Seymour en Gloria Hendry, regisseur John Glen en zijn opvolger als 007, Pierce Brosnan, wandelt Moore zelf met z’n kenmerkende timbre, timing en zelfspot door zijn eigen leven en loopbaan. Althans: de woorden zijn van hem, afkomstig uit zijn memoires. De stem is van acteur/komiek Steve Coogan, die hier eveneens zijn beste ‘Roger Moore’ doet.

Regisseur Jack Cocker heeft From Roger Moore With Love (78 min.) verder volgestort met filmfragmenten, televisie-interviews met de charmeur zelf én niet eerder vertoonde privé-opnamen en beelden uit ‘s mans persoonlijke archief. Met zijn eigen videocamera filmde de acteur het luxe leven dat hij zelf inmiddels leefde, te midden van andere beroemdheden. Met zijn derde vrouw Luisa, met wie hij uiteindelijk dertig jaar samen zou zijn. Totdat hij weer een nieuwe levensfase in wilde, met een nieuwe vrouw, Kristina.

Dat is een terugkerend element in dit portret: Roger Moore was niet alleen op het scherm als Saint, Persuader of Bond een rokkenjager, ook in het echte leven bleek hij niet altijd ‘every inch a gentlemen’. Moore/Coogan redt er zich echter altijd wel weer uit, met even schmieren of een kwinkslag. En dat is ook meteen een beetje de makke van dit soepele portret: Roger Moore blijft wel heel erg ‘in character’. De man kan comfortabel achter het personage blijven schuilen – al is dat misschien ook wel weer treffend.

Crazy Love

Magnolia Pictures

Het was nu niet direct liefde op het eerste gezien toen Linda Riss in september 1957 Burton Pugach ontmoette. Ze hield de boot af toen hij haar, een lookalike van Elizabeth Taylor, overlaadde met rozen. Enkele dagen later ging Linda, die eruit zag als een flirt maar volgens vriendinnen in werkelijkheid heel braaf was, toch overstag. Voor een ritje in zijn… vliegtuig.

Samen met vrienden, collega’s, journalisten en deskundigen vertellen de twee tortelduifjes vijftig jaar later het brisante verhaal van hun Crazy Love (91 min.). Hij, de man die het breed kon laten hangen, was stapelverliefd op haar. En zij was op haar beurt best onder de indruk van de playboy, die graag liet zien dat hij een man van de wereld was. Burt was alleen wel getrouwd. En zij wilde pas seks als ze zelf getrouwd waren.

Toen het daarna helemaal misging tussen Linda en Burt, kreeg hij volgens eigen zeggen ‘primitieve gedachten’. In de trant van: als ík haar niet kan hebben… De onverbeterlijke charmeur nam z’n toevlucht tot een wanhoopsdaad, die de loop van hun levens voorgoed zou veranderen – en waardoor ze meteen het favoriete stel werden van de roddelpers, die in chocoladeletters uitpakte over hoe liefde letterlijk blind kan maken.

Met fraaie zwart-wit foto’s, ronkende krantenkoppen en een nostalgische soundtrack tekenden Dan Klores en Fisher Stevens in 2007 deze onnavolgbare liefdesgeschiedenis op. Over twee mensen die blijkbaar tot elkaar veroordeeld waren. Haar gedrag en keuzes bleven voor menigeen volstrekt onbegrijpelijk, terwijl het tegelijkertijd heel begrijpelijk was dat hij in de tabloids werd uitgeroepen tot ‘America’s most horrible husband’

En dan hadden zelfs die waarschijnlijk niet kunnen voorzien dat ook deze oude vos wel z’n haren zou verliezen, maar niet z’n streken. Evangeline Borja, 27 jaar jonger, kon ervan getuigen. In 1996, bijna veertig jaar later, zou ook zij de donkere kant van Burton Pugach leren kennen. ‘Ik mag Burt echt heel graag’, zegt zijn vriend Bob Janoff daarover. Waarna hij er lachend aan toevoegt: ‘Echt waar! Ze zeggen dat zelfs Hitler vrienden had.’

Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. Of Pugach een soort slachtoffer van zijn eigen obsessies was of toch ‘gewoon’ een psychopaat, valt op basis van deze bedrieglijk nostalgische film nauwelijks te zeggen. Hij oogt als een goedmoedige oude baas, met een vrouw die hém het leven zuur maakt. Zoals schijn nu eenmaal kan bedriegen. Ook bij deze Crazy Love, die vast niemand echt gelukkig heeft gemaakt.

Becoming Led Zeppelin

Piece Of Magic

Na bijna veertig minuten is het eindelijk zover: de vier mannen die eind jaren zestig onder de noemer Led Zeppelin een wereldberoemde rockband zullen gaan vormen, zijn voor het eerst samen in een oefenruimte beland.

De Britse stergitarist Jimmy Page, die z’n sporen heeft verdiend als studiomuzikant en al in The Yardbirds zat, is wel toe aan een eigen band. Sessiemuzikant en arrangeur John Paul Jones wil ‘t wel eens op bas proberen in die groep. En zanger Robert Plant, platzak en dakloos, kan inmiddels wel een project met enige potentie gebruiken. Alleen drummer John Bonham moet worden overgehaald. Die verdient toch al gauw veertig pond per week bij de begeleidingsband van de Amerikaanse zanger Tim Rose en moet dus nodig met zijn vrouw Pat overleggen.

‘Toen we uiteindelijk stopten, was ik ervan overtuigd dat iedereen wist dat onze levens voorgoed zouden veranderen’, herinnert Jimmy Page zich die eerste repetitie. Niet veel later staat ook Becoming Led Zeppelin (122 min.) in vuur en vlam, als dat viertal voor het eerst optreedt. Dat heeft de film van Bernard MacMahon ook wel nodig. Het eerste half uur van deze rockdoc is tamelijk routineus. Met archiefmateriaal, gecombineerd met zitinterviews met de drie nog levende bandleden en een geluidsopname van een gesprek met John Bonham (1948-1980), dat hier voor het eerst is te horen.

MacMahon ruimt vervolgens opmerkelijk veel tijd in voor Led Zeppelins opwindende live-performances, die dik een halve eeuw na dato nog niets aan kracht hebben ingeboet, en verbindt die via nieuwsbeelden weer met de gebeurtenissen van die tijd. Tussendoor blikken de drie bandleden en hun overleden maatje – andere sprekers kent deze docu niet – los van elkaar terug op de formatieve jaren van hun geesteskind. Zo nu en dan kijken Jimmy, Robert en John Paul ook naar een concertfragment van hun band of luisteren wat wijlen Bonham in dat overgeleverde interview had te melden.

En dan, na ruim twee uur speelduur, zijn de baanbrekende albums Led Zeppelin I en II, allebei uitgebracht in 1969, aan de wereld toevertrouwd, heeft de signatuursong Whole Lotta Love het levenslicht gezien en mag de band voor het eerst aantreden in de Londense Royal Albert Hall. Led Zeppelins beginperiode zit er dan op, evenals deze film – die dus ruimte laat voor mogelijke vervolgfilms (Being Led Zeppelin? Leaving Led Zeppelin?). De Led Zep-liefhebber zal geen buil vallen aan deze klassieke bandjesfilm, maar of de Britse rockgroep er ook nieuwe fans aan zal overhouden?

Daarvoor blijft Becoming Led Zeppelin toch te veel een ‘en toen en toen en toen’-docu, die bovendien wel erg netjes binnen de lijntjes kleurt.

The Beat Behind Golden Earring

NTR

‘We nemen ons niet echt voor om een afscheidsconcert of -tour te doen’, zegt bassist Rinus Gerritsen bij aanvang van The Beat Behind Golden Earring (53 min.) uit 2015. ‘Dat laten we aan anderen over, denk ik. Als ’t gebeurt, dan zullen ze achteraf denken: hee, ze spelen niet meer. Er zal wel iets gebeurd zijn.’ Drummer Cesar Zuiderwijk, de andere helft van de ritmesectie van de Haagse rockband, kan er wel om lachen.

En inderdaad: zo zal het gaan. Golden Earring geeft in november 2019 ongemerkt z’n allerlaatste concert. Omdat gitarist George Kooymans de slopende ziekte ALS blijkt te hebben, moet de band de handdoek in de ring gooien. Anderen – fans en liefhebbers – geven op 30 september 2024 vervolgens een afscheidsoptreden in Rotterdam Ahoy, een happening die is vereeuwigd in de hartveroverende registratie De Earring & Ik.

En daarmee lijkt het jongensboek van de Nederlandse rockgroep, die doorbrak in Amerika en tenminste één onvervalste klassieker (Radar Love) afleverde, definitief dicht te gaan. Totdat zanger Barry Hay begin 2025 aankondigt dat er toch nog een officieel afscheidsconcert komt: One Last Night, in januari 2026. Het wordt een serie concerten, natuurlijk, met Barry, Rinus, Cesar en hopelijk George – en allerlei muzikale gasten.

Een slordige tien jaar geleden konden Rinus Gerritsen en Cesar – echte naam: Cor – Gerritsen nog niet bevroeden dat het zo zou lopen met hun bandje. Voor deze tv-docu van Marcel de Vré nemen ze samen plaats aan een tafel en kletsen een eind weg over hun band, instrument en muziek. Muzikanten op leeftijd die zomaar hadden kunnen uitgroeien tot een Haagse variant op Waldorf & Statler, de twee mopperende Muppets.

In plaats daarvan zitten er twee eeuwige jongens naast elkaar, dollend en lachend. Absolute liefhebbers. De Amerikaanse meesterdrummer Terry Bozzio (Frank Zappa) is vol lof over zijn Nederlandse vakbroeder. Samen zijn Cesar en ‘Rainus’ net een trein, stelt John Waite (The Baby’s). De Britse zanger is duidelijk fan van de Earring, die zich dan, ter gelegenheid van z’n vijftigjarige bestaan, opmaakt voor een jubileumconcert.

Hun oprechte enthousiasme sluit uitstekend aan bij het ongecompliceerde karakter van Golden Earrings ritmetandem en deze film daarover van Marcel de Vré, die in 2021 ook het tweeluik That Day; Afscheid Van Golden Earring afleverde. Alleen de poëtische intermezzo’s van schrijver/columnist Thomas Verbogt blijven een Fremdkörper in deze vrolijke viering van het bandjesleven.

Rinus Gerritsen zou trouwens ook nog één van de hoofdrollen claimen in Tot De Laatste Snik?!, Marcel Goedharts groepsportret van enkele oudere wordende artiesten, zoals Angela Groothuizen, Loïs Lane en wijlen Jan Rot.

The Beat Behind Golden Earring is hier te bekijken.

Witches

MUBI

Enkele eeuwen geleden zou ze wellicht op de brandstapel zijn beland – in plaats van in een kliniek voor vrouwen die net een kind hebben gekregen.

Na de geboorte van haar zoon, nu drie jaar geleden, raakte Elizabeth Sankey verstrikt in zichzelf. Een stem in haar hoofd vertelde de Britse filmmaakster dat de wereld beter af zou zijn zonder haar. Ze wilde al snel niet meer leven en was bang dat ze haar eigen kind iets zou aandoen. Deze wirwar van inktzwarte gevoelens ging duidelijk verder dan de ‘baby blues’ waarin sommige moeders belanden. Sankey was terechtgekomen in een postpartum psychose. Binnen een maand na de geboorte moest ze worden opgenomen.

In een andere tijd en wereld, betoogt Sankey in het bekroonde video-essay Witches (90 min.), zou ze wellicht zijn beschouwd als een heks. Want zo ontdeden gemeenschappen zich soms van eigenzinnige, kritische én instabiele vrouwen. Die werden tot ‘outcast’ verklaard en uit hun natuurlijke omgeving verwijderd. Dan hoefden anderen ook niet in te gaan op wat ze zeiden of hun klachten serieus te nemen. De geschiedenis kent talloze voorbeelden van zulke ‘heksen’ die worden verstoten – of definitief uitgeschakeld.

Elizabeth Sankey verbindt haar eigen verhaal en dat van enkele lotgenoten met die beladen geschiedenis. Ook in beeld: met talloze fragmenten uit speelfilms, die op een virtuoze manier worden verknoopt met haar persoonlijke relaas – al is die connectie eerder associatief dan letterlijk en soms ook enigszins gekunsteld. Ze wil duidelijk iets kwijt over hoe we naar vrouwen in het algemeen kijken en hoe zij worden opgezadeld met predicaten als maagd, hoer, meisje, moeder en (goede en slechte) heks.

Sankey doet haar verhaal vanuit een klassiek decor, midden in beeld zittend en recht in de camera kijkend. Alsof ze zich rechtstreeks tot de kijker wil richten, in de overtuiging dat die nodig van de ernst van de situatie moet worden doordrongen. Én zodat zij niet kan worden weggezet als de zoveelste hysterica, die het leven nu eenmaal niet aankan. Zo’n houding is namelijk niet zonder gevaar: zelfdoding is één van de belangrijkste doodsoorzaken bij zwangere vrouwen en vrouwen die net een kind hebben gekregen.

Dave Emson, de enige man in deze indringende film, blijft daarvoor waarschuwen. Zijn vrouw Daksha worstelde al langer met haar psychische gezondheid, maar stopte met haar medicatie toen ze zwanger werd van hun dochter Freya. In stilte, bang om te worden gezien als een slechte moeder en haar kinderen kwijt te raken, worstelde Daksha met een postpartum psychose. Met dramatische gevolgen. ‘Ik kan niet toestaan’, stelt Dave, ‘dat mijn meiden, en andere moeders en baby’s, tevergeefs sterven.’

Met voorbeelden van andere moeders die uit het dal wisten te klimmen en hulp van de supportgroep Motherly Love, waarin vrouwen met elkaar praten over de schaduwkanten van het moederschap, vond Elizabeth Sankey de weg terug naar zichzelf en haar kind. De groep heeft mijn leven gered, zegt ze vanachter de camera tegen oprichtster (en ervaringsdeskundige) Milli Richards. Allebei ervoeren ze hoe heilzaam de stilte verbreken en delen – en de angst, schaamte en schuldgevoelens achterlaten – kan zijn.

Witches brengt die boodschap glashelder, en toch op een volstrekt originele en eigenzinnige manier, over het voetlicht: hoe belangrijk ’t is dat moeders in nood serieus worden genomen en professionele zorg krijgen. Ook, of juist, omdat ’t zo’n beangstigende gedachte is dat zij, de vrouwen die doorgaans de veiligste plek op aarde vormen, hun kind iets zouden kunnen aandoen.

Meru

Music Box Films

Samen met zijn partner Elizabeth Chai Vasarhelyi heeft Jimmy Chin zowat een eigen specialisme ontwikkeld: de avonturendocu.

Het Amerikaanse duo heeft inmiddels een aantal spectaculaire titels op z’n naam staan, zoals de Oscar-winnaar Free Solo (een portret van soloklimmer Alex Honnold, die zonder zekering ijzingwekkende bergwanden beklimt), The Rescue (over de grootscheepse operatie om een Thais jeugdvoetbalteam, dat vast is komen te zitten in een ondergelopen grot, te redden) en Endurance (een expeditie naar de zuidpool, waar het legendarische scheepswrak van Ernest Shackleton sinds 1915 op de zeebodem ligt).

Het begon evenwel met klimmen. Meru (85 min.) was in 2015 de eerste grote film van het Amerikaanse echtpaar. Jimmy fungeert niet alleen als regisseur (en cameraman) voor deze documentaire, maar neemt ook één van de hoofdrollen voor zijn rekening. Samen met zijn mentor Conrad Anker en een nieuwe veelbelovende klimmer/cameraman die hij nog niet zo goed kent, Renan Ozturk, heeft Chin zich voorgenomen om ‘Shark’s Fin’, de top van de Himalaya-berg Meru in India, te bereiken.

En zoals dat gaat in dit soort klimfilms, moeten ze een aantal fikse obstakels nemen en staat het bereiken van de bergtop op voorhand bepaald niet vast. Dat is een understatement: het is tot dan nog niemand gelukt om de ‘haaienvin’ te bedwingen. Eerdere pogingen van de oude rot Anker zijn bijvoorbeeld voortijdig gestrand. De drie beginnen in 2008 niettemin monter aan hun poging. Ditmaal… En dan begint het te stormen, hebben ze te weinig voedsel en blijkt een ongeluk in een klein hoekje te zitten.

Oud-klimmer Jon Krakauer, auteur van de klimbestseller Into Thin Air (en overigens ook van de klassieker Into The Wild), plaatst de verrichtingen van de drie klimmers in hun (historische) context. Ieder van hen blijkt zijn eigen motivatie te hebben om de top te bereiken. Conrad Anker ziet zijn poging bijvoorbeeld als een eerbetoon aan zijn eigen mentor Mugs. Voordat die om het leven kwam bij een ongeluk deed hij twee vergeefse pogingen om Meru te bedwingen. Anker kan dat nu postuum rechtzetten voor hem.

Chin en Chai Vasarhelyi diepen daarnaast ook ’s mans persoonlijke geschiedenis op. Nadat zijn klimvriend Alex Lowe om het leven kwam, ontfermde Anker zich over diens vrouw en kinderen (een onderwerp waarover Lowes zoon Max in 2022 de persoonlijke film Torn maakte). Ook Renan Ozturk heeft heel wat te bewijzen op de Shark’s Fin. En Jimmy Chin probeert daar een existentiële crisis te bezweren. Gedrieën hebben ze dus zoveel te winnen dat het risico om alles te verliezen geen onoverkomelijk bezwaar vormt.

Na Meru zullen dus nog vele avonturen volgen – en films daarover.

Billy & Molly: An Otter Love

National Geographic

Samen met zijn vrouw Susan en hun bordercollie Jade is Billy Mail teruggekeerd naar zijn geboortegrond op de Shetlandeilanden. In een huis nabij de zee, ten noordoosten van Schotland, gaan ze gelukkig worden. Dat wil alleen niet echt lukken. Billy ervaart een leegte in z’n leven. ‘Als je alles hebt wat je wilt, kun je jezelf ervan overtuigen dat dit ook alles is wat je nodig hebt’, stelt Susan, in één van de bespiegelende voice-overs waarmee ze, samen met haar echtgenoot, zijn verhaal aanstuurt. ‘Je vertelt jezelf dan dat je gelukkig bent. Ik denk dat wij ons daar allebei schuldig aan hebben gemaakt.’

En dan, op een doodnormale lentedag, dient Billy’s redder zich aan. Het is een graatmagere jonge otter die zich vol probeert te vreten aan een krab. Ook dat wil niet echt lukken. ‘Otters zijn normaal gesproken heel verlegen’, herinnert Billy zich het moment, dat hij ook meteen maar heeft gefilmd. ‘Dat zij zo relaxed was in mijn aanwezigheid betekende waarschijnlijk dat ze wanhopig was.’ Billy heeft geen idee waar het dier vandaan komt, maar weet wel dat er in de omgeving een dode moederotter is aangetroffen. Hij legt wat te eten klaar voor de genode gast. En Molly, de naam die hij haar geeft, laat zich zijn zorg graag aanleunen. Ze blijft steeds bij hem terugkeren. 

Zoals dat gaat in dit soort films worden de twee onafscheidelijk en kan Billy elementaire levenslessen leren van Molly. Zoals dat eerder gebeurde bij een onweerstaanbare octopus (My Octopus Friend), de potvis Dolores (Patrick And The Whale) en een opgroeiende ocelot (Wildcat). In dat opzicht is Billy & Molly: An Otter Love Story (77 min.) een klassiek verhaal, een sprookje bijna, over hoe een dier, gewoon door te zijn wat ‘t is en te doen wat ‘t nu eenmaal doet, diepere waarheden over het leven onthult. Ook over loslaten. Want daar draait ’t toch altijd weer op uit: het dier eerst volledig omarmen, je eraan vastklampen zelfs, en ‘t daarna toch, onbaatzuchtig, de vrijheid geven.

Voor het zover is, moet Molly echt nog meer vet op de botten krijgen. Als Billy de otter onder z’n hoede neemt, is ze zeker niet klaar voor de winter. Daarin kan hij dan weer een rol spelen. Zo’n vertelling over de symbiotische relatie tussen mens en dier pakt al snel nét iets te glad en zoet uit. En nuchter bekeken is deze film van Charlie Hamilton James ook best glad en zoet. Het verhaal van Billy en Molly’s vriendschap wordt alleen wel zéér effectief verteld en is een lust voor het oog, met fraaie scènes van de interactie tussen man en otter, prachtige beelden van het dier in de natuur en weldadige (drone)shots van de idyllische leefomgeving van het echtpaar Mail en hun hond.

De natuurfotograaf en filmer houdt tevens oog voor de symboliek van alle gebeurtenissen, zoals een beginnende winter, de woeste zee en het verbranden van alles wat achter je ligt tijdens de zogenaamde Up Helly Aa Posession. Daarmee stuurt Hamilton James z’n documentaire naar het moment waarop zijn hoofdpersonen hun lotsbestemming vinden – en ook Billy’s leegte wordt gevuld. Of de werkelijkheid daarbij soms een handje is geholpen? Ongetwijfeld. De vertelstem, afwisselend van Billy en Susan, en stevig aangezette soundtrack nemen de vertelling heel nadrukkelijk bij de hand. Maar Billy & Molly: An Otter Love kan ’t beslist hebben.

Want dit is zo’n film die je in je hart sluit. Die je wílt geloven.

Jailbreak: Love On The Run

Netflix

Afgaande op de verhalen van vrienden en collega’s is Vicky White een plichtsgetrouwe, lievige vrouw. In de Florence Lauderdale County Gevangenis maakt ze als adjunct-directeur al zeventien jaar lange werkweken. De 56-jarige alleenstaande blondine staat er goed bekend. Gedetineerden waarderen haar begrip en betrokkenheid.

En dan, in augustus 2020, wordt Casey Cole White overgebracht naar de gevangenis in Alabama. De boomlange kerel staat te boek als uiterst gewelddadig. Hij heeft al 75 jaar cel aan z’n broek gekregen en moet in Florence nog worden berecht voor een geweldsmisdrijf. Een gevaarlijke man. Een rasmanipulator die z’n charme aanwendt om te krijgen wat hij wil, zo is het beeld, en zonodig ook bereid is om zijn toevlucht te nemen tot bruut geweld.

De titel van deze true crime-docu verraadt wat er dan gebeurt: Jailbreak: Love On The Run (88 min.). Op vrijdag 29 april 2022, een dag waarop de gevangenis toevallig minder bemenst is, nemen de twee de benen. Ze blijken al ruim anderhalf jaar in het geniep een relatie te hebben. Tussen november 2020 en februari 2022, ontdekken haar collega’s, heeft Vicky vanuit een onbekend telefoonnummer zeker duizend keer met haar geheime minnaar gebeld.

Tussen alle liefdesverklaringen, telefoonseks en stiekeme plannenmakerij door geeft Casey haar een nauwelijks verholen waarschuwing. ‘Geef niemand anders aandacht waar ik bij ben’, zegt hij achteloos tegen Vicky. ‘Zolang je dat niet doet, kan ik verder alles vergeven.’ Dat kan natuurlijk nooit goed aflopen. En dat doet ‘t dus ook niet. De twee tortelduifjes zijn op weg naar een dramatische ontknoping, die er toch nét weer anders uitziet dan verwacht.

En hun relatie is nog wel zo romantisch begonnen. Als Vicky langs Caseys cel loopt, roept die haar toe: ‘You’ve got a nice ass.’ En zij roept hem daarna niet tot de orde, maar voelt zich gevleid. Hun romance bloeit vervolgens op via (opgenomen) telefoongesprekken en voor de (beveiligings)camera, intieme opnames die het hart vormen van deze ‘op de vlucht’-docu. Alsof privacy er niet meer toe doet als je eenmaal de wet hebt overtreden.

Daar, in de krochten van die ingewikkelde relatie, zit ook de crux van Jailbreak, meer dan in het kat- en muisspel met de politie dat gaandeweg ontstaat.

All Inclusive Love

BNNVARA

‘Lief dagboek, ik vond het hotel eerst vreselijk’, leest Manon van Eijk voor uit wat ze als meisje neerpende tijdens die vakantie op een all inclusive resort in het buitenland. ‘Nou, ik zat er he-le-maal naast. Ik heb het reuze naar mijn zin. En het animatieteam is geweldig. Ze zijn echt zooo knap.’

Één van die jongens, de leider van het team, zag ‘t ook wel in haar zitten. Ze hadden een kortstondige zomerliefde. Seks. Manon dacht er de eerste jaren met plezier aan terug. En toen begon ‘t toch te knagen. Hij was 25, zei hij – al waren haar ouders ervan overtuigd dat hij 28 was.

Als Manon nu naar foto’s uit die tijd kijkt, schat ze hem echter in op 35, een jaar of twintig ouder dan zij zelf was. Een vijftienjarig meisje. Een kind nog, als was in zijn handen. Ze wordt tegenwoordig overmand door een wirwar van schaamte, walging, schuldgevoel en woede als ze eraan terugdenkt.

Vijftien jaar na dato besluit Manon om terug te gaan naar dat bewuste hotel, om haar eigen gevoelens over die All Inclusive Love (46 min.) nader te onderzoeken. Ze wil de ervaring ook delen met haar ouders. Die waren er toentertijd bij, maar weten nog altijd helemaal van niets.

Hun dochter herinnert zich ‘het goeie leven’ dat zo’n resort biedt: het aquagymmen, liggen aan het zwembad en dansen in de disco. Er hangt alleen grauwsluier overheen. Van een jong en naïef meisje dat misbruik van zich heeft laten maken. Grooming, noemen ze dat tegenwoordig.

Regisseur Kim Smeekes sluit aan bij de jonge vrouw, die haar verdriet en boosheid nog even koelt op een boksbal, en volgt haar naar zo’n typisch all inclusive-hotel, waar hele volksstammen genieten van het luxueuze zwembad, grootschalige entertainment en overvloedige eten en drinken.

Zoals dat dan gaat in dit soort films maakt haar hoofdpersoon daar een ontwikkeling door: de gevoelens die ze al zo lang heeft over wat er toen, vijftien jaar geleden op een achterafplek, met haar is gebeurd – wat ze heeft láten gebeuren – maken ruimte voor nog andere realisaties en emoties.

Manon van Eijk was en is natuurlijk niet de enige. Smeekes laat kort ook nog enkele andere meisjes met soortgelijke ervaringen aan het woord. Ook zij hebben zichzelf naderhand verwijten gemaakt over wat ooit een gewone zomerliefde leek en die ervaring later een plek moeten geven.

En dan rest er in deze vlotte docu, op maat gesneden voor een jonge doelgroep, nog maar één vraag: lukt ’t Manon om haar toenmalige animator op te sporen? En oh ja, als dat toevallig lukt, nóg één: zou hij nog weten wie ze is?

Trailer All Inclusive Love

The Beach Boys

Disney+

Terwijl de rest van The Beach Boys (113 min.) halverwege de jaren zestig de wereld rondreizen met hun zonnige popsongs, laat songschrijver, arrangeur en producer Brian Wilson, die ’t niet langer kan opbrengen om te toeren, de eenvoudige surfliedjes waarmee ze zijn doorgebroken definitief achter zich. Uitgedaagd door hun grote Britse rivaal The Beatles stijgt hij in de studio, in de rug gedekt door de gerenommeerde muzikanten van The Wrecking Crew, tot imposante hoogte. Met als resultaat het album Pet Sounds (1966) dat, hoewel niet direct een commercieel succes, inmiddels alom wordt beschouwd als een meesterwerk – en Wilson als een genie.

‘Het probleem was dat Brian werd onthaald als een genie, maar dat de rest van de band eigenlijk nauwelijks waardering kreeg’, stelt zanger Mike Love in deze gezaghebbende documentaire van Frank Marshall en Thom Zimny. ‘Dan was het misschien ook wat gemakkelijker geweest voor Brian om met dat predicaat om te gaan.’ Want het genie achter de schermen legt een enorme druk op zichzelf, worstelt met zijn dominante vader Murray en voelt dat hij niet altijd de onvoorwaardelijke steun heeft van zijn groepsgenoten. Gaandeweg raakt hij verstrikt in de kronkels van zijn eigen geest. Totdat het genie eigenlijk alleen nog maar in bed wil liggen.

Wilsons persoonlijke tocht over hoge toppen en door diepe dalen is onlangs al, met zijn eigen medewerking, gedocumenteerd in Brian Wilson: Long Promised Road (2021). Deze nieuwe film concentreert zich meer op de hoogtijdagen van zijn groep, met hem en de nog levende andere leden Mike Love, Al Jardine, David Marks en Bruce Johnston. Brians overleden broers Wilson, Dennis (1944-1983) en Carl (1946-1988), zijn aanwezig via archiefinterviews. Hun verhalen worden aangevuld door Brian Wilsons eerste vrouw Marilyn, producer Don Was en collega’s/fans zoals Janelle Monáe, Lindsey Buckingham (Fleetwood Mac) en Ryan Tedder (OneRepublic).

Dit levert geen nieuwe inzichten op over de tot Beach Boys gedoopte muzieknerds, die bij de eerste de beste golf al van hun surfboard donderden. Deze documentaire schetst echter wel een compleet en afgewogen beeld van hun gloriejaren en is natuurlijk volgestort met prachtig beeld- en geluidsmateriaal. De harmonieën van de drie Wilsons, hun neef Mike en de vrienden Al, David en Bruce zijn bijvoorbeeld nog altijd onovertroffen en een zegen en inspiratiebron voor iedereen met een pophart – of het verlangen om ook stiekem een ‘surf dude’ te zijn.

Ashley Madison: Sex, Lies & Scandal

Netflix

‘Life is short’, houdt de datingsite Ashley Madison potentiële klanten voor. ‘Have an affair.’ Al snel pronkt de site voor getrouwde mensen die wel eens een avontuurtje willen met niet minder dan 37 miljoen subscribers. CEO Noel Biderman manifesteert zich intussen nadrukkelijk in de media. ‘De perfecte affaire is niet alleen iemand ontmoeten, maar er ook nog mee wegkomen’, zegt hij, soms ook met zijn eigen vrouw Amanda aan z’n zijde. ‘Een affaire op je werk, onze grootste concurrent, wordt ontdekt.’

Het verdienmodel van Ashley Simpson is eenvoudig volgens voormalig vice president of sales, de guitige Evan Back: pay to play: klanten kopen credits om berichten te kunnen versturen aan potentiële ‘sex interests’. Het is dus zaak om ze, op alle mogelijke manieren, te stimuleren om zoveel mogelijk credits te blijven kopen. Zodat de kassa blijft rinkelen. En dan staat er ineens een melding in het interne systeem: ‘Wij zijn het Impact Team. We hebben alle systemen in uw kantoor- en productieomgeving overgenomen. Ashley Madison moet meteen en voorgoed stoppen.’ Kortom: de boel is gehackt. Met één druk op de knop kan gevoelige informatie van miljoenen vreemdgangers – persoonlijke gegevens, creditcardinformatie én seksuele fantasieën – op straat belanden. Hoeveel huwelijken gaan er dan omvallen?

Dat smeuïge verhaal is al eens eerder verteld, bijvoorbeeld in de erg gelikte miniserie The Ashley Madison Affair, maar wordt door Toby Paton in deze driedelige serie nog eens grondig en smakelijk opgediend. Hij kan daarvoor een beroep doen op enkele medewerkers van het bedrijf, waarbij de flamboyante Back, die volgens eigen zeggen ook al bijna 25 jaar een monogame relatie heeft, als centrale figuur is gepositioneerd. Daarnaast heeft Paton ook enkele stellen gestrikt die tot de klantenkring van Ashley Madison behoren. Soms zonder dat ze het weten of willen, maar zo nu en dan ook met instemming van de ander. In de regel – en daar zit natuurlijk ook het verdienmodel – faciliteert de datingsite echter buitenechtelijke escapades die het daglicht niet kunnen verdragen. En is er dus ook een bedrogen partner…

Men neme in Ashley Madison: Sex, Lies & Scandal (155 min.) bijvoorbeeld Sam en Nia, twee Amerikaanse ‘gezinsvloggers’ die samen met hun kinderen regelmatig een inkijkje geven in ‘hoe je kunt leven voor de Heer’. Als ze in de auto eens enthousiast playbacken bij het Frozen-liedje Love Is An Open Door, gaat het stel viral en lijkt hun kostje als christelijke influencers gekocht. Zeker als Sam later ook nog eens stiekem Nia’s urine test en haar fantastisch nieuws brengt in de video Husband Shocks Wife With Pregnancy Announcement. Wanneer het Impact Team start met datadumps van de Ashley Madison-hack, vestigt manlief echter ook nog op een heel andere manier de aandacht op zich. Sam blijkt een account op de overspelsite te hebben gehad. Tot daadwerkelijke ontmoetingen met andere vrouwen is het natuurlijk niet gekomen.

Terwijl dit persoonlijke verhaal zich ontvouwt, zoomt de serie steeds verder in op de hack van de overspelsite, de zoektocht naar de mogelijke dader(s), de lozingen van privéinformatie van miljoenen klanten en de schade – persoonlijk, sociaal en maatschappelijk – die daarmee worden veroorzaakt. Want onderweg blijkt dat Ashley Madison bepaald niet zo discreet te werk gaat als het z’n klanten altijd heeft voorgehouden en vallen er nog veel meer lijken uit de kast in deze slim opgebouwde miniserie over een tot de verbeelding sprekend schandaal – al hadden de voormalige medewerkers van de ondeugende datingsite, zoals die koddige vice president of sales, wel wat steviger aan de tand gevoeld mogen worden.

Thank You, Goodnight: The Bon Jovi Story

Disney+

Aan het eind van aflevering 1 zit ie breed lachend klaar voor een interview: voormalig Bon Jovi-leadgitarist Richie Sambora. ‘Gaan we de waarheid vertellen of gaan we een potje liegen?’ zegt hij uitdagend. ‘Laten we dat samen proberen te ontdekken.’

De gitarist – die sinds hij in 2013 niet kwam opdagen bij een concert niet meer echt ‘on speaking terms’ is met de rest van de hardrockband – is dan net het verhaal binnengestapt van zanger John Bongiovi, de hoofdpersoon van deze vierdelige serie. Hij bereidt zich vanaf februari 2022 voor op een tournee met de huidige incarnatie van de band en vertelt intussen het verhaal van zijn muzikale carrière. Die begint al op de middelbare school in een coverbandje. Als dat in 1979 tijdens een optreden in thuisbasis New Jersey start met een cover van de plaatselijke held Bruce Springsteen, springt de man zelf het podium op om even mee te zingen. Dat is alles wat de streber Bongiovi nodig heeft. ‘Het overtuigde me er nog maar eens van dat het onmogelijke wel degelijk binnen bereik was.’

De zanger, die zich al snel Jon Bon Jovi begint te noemen, stopt met het spelen van andermans liedjes en begint zelf songs te schrijven. Als hij met Runaway een potentiële hit schrijft, moet er een groep komen. De lefgozer Sambora meldt zich, met de mededeling dat hij de nieuwe leadgitarist wordt. Het is de start van een zeer succesvolle samenwerking, die dertig jaar standhoudt en uiteindelijk tamelijk bitter eindigt. Voor dat verhaal, gelardeerd met de verplichte seks, drugs en rock & roll, neemt filmmaker Gotham Chopra ruim vijf uur de tijd: Thank You, Goodnight: The Bon Jovi Story (301 min.). Springsteen levert z’n bijdrage, net als die andere held uit New Jersey, Southside Johnny. En Bon Jovi’s vrouw Dorothea, andere bandleden, managers, producers, songschrijvers en dus Richie Sambora.

‘Wanneer realiseerde je je dat zijn vertrek definitief was?’ vraagt Chopra. ‘Dat is nog steeds niet gebeurd, nu tien jaar later’, antwoordt Jon Bon Jovi, gepijnigd lachend. ‘Ik heb er geen spijt van dat ik de situatie achter me heb gelaten’, reageert Sambora. ‘Maar wel van de manier waarop ik dat heb gedaan.’ En daarmee ligt er misschien toch weer een verzoening in het verschiet. Tegelijkertijd kampt Bon Jovi met een andere probleem: tijdens de voorjaarstournee van 2022 blijkt dat de stemproblemen, waarmee de frontman al langer kampt, nauwelijks meer zijn te verbergen. Jon maakt zich daar duidelijk zorgen over. Vertrouw me maar, zei hij vroeger tegen de anderen, ik neem ons mee naar we heen moeten. Dat gevoel is verdwenen, constateert hij nu geëmotioneerd.

De kwetsbare kant van een artiest die gewend is geraakt aan succes en nu aan alles begint te twijfelen, ook of die tournee ter gelegenheid van Bon Jovi’s veertigjarige jubileum er nog wel moet komen, vormt het interessantste deel van deze productie. Want die volgt verder trouw het geijkte pad dat is uitgelegd voor dit soort rockdocs: van de jonge hondenjaren via een schijnbaar onwankelbare positie aan de top en de dan eigenlijk verplichte identiteitscrisis naar een respectabele ouwe dag. En die moet, behalve met deze miniserie, natuurlijk worden geconsumeerd met een nieuwe plaat en liefst ook… juist.

The Kid Stays In The Picture

USA Films

The Kid Stays In The Picture (94 min.), zou de legendarische filmproducent Darryl Zanuck hebben gezegd. Daarmee was de discussie over Robert Evans definitief beslecht. Eerder hadden schrijver Ernest Hemingway en de acteurs Tyrone Power, Ava Gardner en Eddie Albert nog een brief geschreven aan Zanuck: als Evans de rol van Pedro Romero speelt, wordt onze film The Sun Also Rises een gigantische flop. Alleen co-ster Errol Flynn had zich afzijdig gehouden. Die moest wel lachen om alle drukte.

Het joch blijft in de film, schreeuwde Zanuck dus door een megafoon, toen hij Robert Evans eenmaal aan het werk had gezien als de Spaanse stierenvechter. En iedereen die het daar niet mee eens is, voegde hij eraan toe, kan zelf vertrekken. Robert Evans wist het ondertussen zeker: dit wil ik ook. Vanaf dat moment was zijn acteercarrière ten dode opgeschreven. Een legendarische filmproducent werd daar, op die verdeelde filmset, geboren: Bob Evans (1930-2019), de man achter Hollywood-klassiekers als Rosemary’s Baby, Love Story, The Godfather, Chinatown en Serpico.

Althans, dat is de versie van zijn levensverhaal die Evans opdist in deze typische Hollywood-film van Brett Morgen en Nanette Burstein uit 2002, die weer is gebaseerd op zijn eigen gelijknamige autobiografie. Omdat een leven ook maar gewoon een leven is – en dus niet zomaar een verhaal wordt. Dat maakt de verteller er dus zelf van, met een oneliner van Darryl Zanuck – zou die daadwerkelijk ooit zo zijn uitgesproken? – als inciting incident. Waarna de gelikte vertelling die Evans van zijn eigen lotgevallen heeft gemaakt van start kan.

Via belangrijke plotpoints – ’s mans eerst contract bij Paramount Pictures, zijn Hollywood-huwelijk met Love Story-ster Ali McGraw (die hem uiteindelijk inruilde voor Steve McQueen), z’n partygedrag met elke keer een andere schone aan zijn arm, de onvermijdelijke megaflop (The Cotton Club) en het ontslag bij Paramount dat uiteindelijk het logische gevolg was – op weg naar een klassiek point of no return, geïllustreerd met klassieke scènes uit zijn eigen films, als hij in de jaren tachtig werkeloos, berooid en depressief zijn leven en loopbaan lijkt te moeten eindigen.

Hollywood zou echter Hollywood niet zijn – en Evans niet Evans – als er niet toch nog een happy end in het verschiet lag in dit vermakelijke, als een klassieke Hollywood-film opgebouwde en aangeklede portret van een man die als geen ander de gouden jaren van de Amerikaanse filmindustrie representeert.

Tell Them You Love Me

SkyShowtime

Derrick Johnson is zijn hele leven ingeschat als ernstig verstandelijk beperkt. De Afro-Amerikaanse twintiger heeft cerebrale parese, is niet in staat om zelfstandig te lopen en kan ook nauwelijks praten. Communiceren met anderen is dus verduiveld lastig. Tenminste, totdat er een nieuwe methode wordt ontwikkeld, waarmee de gedachten- en gevoelswereld van mensen met een ernstige beperking, die niet in staat zijn om zich verbaal uit te drukken, tóch kan worden geopend. 

Als Derrick in maart 2009 in contact komt met Anna Stubblefield, hoofd Filosofie van Rutgers University in New Jersey, laat zij hem kennismaken met ‘Gefaciliteerde Communicatie’. Met een toetsenbord en gerichte ondersteuning van een begeleider kunnen mensen zoals hij van zich laten horen. Anna neemt Derrick letterlijk bij de hand en typt samen met hem zijn gedachten in. In dat onwillige lichaam blijkt een intelligente, bedachtzame en eloquente man schuil te gaan, die enthousiast is over ‘the hopeful joy of communication’.

Derrick begint zich, met de onmisbare hulp van Anna, publiekelijk te manifesteren, besluit om te gaan studeren en heeft ook plannen om, onder begeleiding, op zichzelf gaan wonen. Dat is vooralsnog alleen een brug te ver voor zijn alleenstaande moeder Daisy en oudere broer John, die ooit studeerde op Rutgers en zijn toenmalige docent Anna met Derrick in contact heeft gebracht. En zij zijn er dan nog niet eens van op de hoogte dat de relatie tussen Derrick en Anna van karakter is veranderd. De twee zijn verliefd geworden.

Het is een situatie die wel uit de hand móet lopen. Bij de start van Tell Them You Love Me (103 min.) wordt meteen duidelijk dat Anna Stubblefield net uit de gevangenis komt. ‘Ik vind het niet erg als mensen dat weten, want ik was niet schuldig’, zegt ze dan. ‘Ik heb geen misdaad begaan.’ Anna is veroordeeld vanwege seksueel misbruik. Zelf houdt ze echter staande dat ze gewoon verliefd was en dat ‘DMan’ bovendien zelf het initiatief nam om met haar de lichamelijke liefde te verkennen. Hij gaf dat aan via, juist, Gefaciliteerde Communicatie.

Maar wiens gedachten worden nu eigenlijk uitgedrukt via deze omstreden communicatiemethode? vraagt regisseur Nick August-Perna zich in deze film af. Die van de bron of toch die van z’n boodschapper? Heeft Anna niet gewoon rücksichtslos haar seksuele perversie gebotvierd op een weerloos slachtoffer? Of zag zij juist iets in Derrick wat zijn omgeving altijd over het hoofd had gezien? En kan die zich daardoor niet voorstellen dat een lichamelijk gezonde vrouw zoals Anna verliefd wordt op een man met een ernstige beperking? 

De verschillende visies op wat er is gebeurd en hoe dat moet worden geduid botsen keihard op elkaar in deze intrigerende film, die aan de hand van een zeer prikkelende casus het terrein van intimiteit, seksualiteit en gevoelsleven bij/met mensen met een beperking verkent en ongemakkelijke vragen oproept, zonder meteen de pasklare antwoorden erbij te leveren.

Hate To Love: Nickelback

Nickelback

‘We zijn net The Beatles geproduceerd door Nickelback’, zegt Fred Savage stellig. ‘Het is muziek, maar die is wel kote!’

‘Nu is het genoeg!’, zegt zijn vriend die is verkleed als Spiderman. ‘Ik ben helemaal klaar met al dat Nickelback-gehaat. Denk je dat je daardoor cool overkomt bij de andere coole kids, Fred?

‘Nee’, antwoordt die zelfvoldaan. ‘Ik heb alleen wel gelijk.’

‘Nee, dat heb je niet’, reageert Spiderman fel.

‘Het is overgeproduceerde, formuleachtige oorrotzooi’, stelt Fred nog maar eens.

‘Oh, echt?’ sneert Spiderman, die zich naar de camera richt. ‘Dat staat dan wel op gespannen voet met de feiten. Vijftig miljoen verkochte albums. Nummer elf in de lijst van beste verkopende acts aller tijden. Billboard’s meest succesvolle groep van het afgelopen decennium. Zes Grammy-nominaties, twaalf Juno Awards…’ Hij werkt het lijstje nog even verder af, waarna de twee elkaar de hand geven en zacht Nickelbacks grootste hit How You Remind Me beginnen te zingen.

De scène uit de Hollywood-film Once Upon A Deadpool steekt op een aardige manier de draak met een opmerkelijk fenomeen: de alomtegenwoordige haat tegenover de Canadese band Nickelback, de risée van de internationale rockscene. Immens populair, maar geminacht door iedereen die zichzelf serieus neemt als muziekkenner. Een fenomeen waartoe ook acts als Bush, Kenny G en Limp Bizkit zich hebben te verhouden – of, in Nederland, Bløf en Kane.

Wat nu precies de reden is dat ’t, in vlogs, recensies en memes, zo gemakkelijk scoren lijkt tegen Nickelback? Ook de documentaire Hate To Love: Nickelback (101 min.) heeft het definitieve antwoord niet. Iets met gladgestreken gitaargeweld, platgetreden paden en pathos misschien? Zeker is dat ’t zo nu en dan nog steeds schrijnt en in het verleden ook écht pijn deed – zeker bij zanger Chad Kroeger, die samen met zijn broer Mike het hart van de groep vormt.

En dat is niet zo gek. ‘Ik heb geen identiteit zonder deze band’, zegt de frontman tijdens een partijtje pool met Mike. ‘We doen dit nu 22 jaar. De helft van mijn leven ben ik al die kerel die voor op het podium in een microfoon staat te schreeuwen. Dus ik weet helemaal niet wie ik ben als ik die vent niet zou zijn.’ Zijn moeder Debbie, begeleid door gedragen muziek, vult aan: ‘Hij is zeer zorgzaam en liefdevol en staat altijd open. Hij laat zich dus heel gemakkelijk pijn doen.’

Want Nickelback had al last van cancelcultuur, merkt iemand uit de entourage van de band op, voordat die term überhaupt bestond. Verder is deze muziekdocu van Leigh Brooks, die netjes de carrière van de band afloopt en daarbij even halthoudt bij het ontslag van enkele bandleden, lichamelijke ongemakken en het groepsgevoel, een beetje dertien in een dozijn. Met een nét iets te gladde climax. Net als …durf ’t bijna niet te zeggen… Nickelback.

My Silicone Love

Sophie Dros

‘Wil ik dit weten?’ vraagt Tracy enigszins ongemakkelijk als Everard Cunion, een tamelijk wereldvreemde man, tijdens hun eerste date in een Engelse pub vertelt over de opmerkelijke hobby die hij er ‘bij gebrek aan een echte vrouw’ op nahoudt.

Everard, een alleenstaande kerel van 53 uit Southampton, heeft haar dan al verteld over de vriendin die hij ooit had, min of meer dan, en waarvan hij nooit het huisadres of telefoonnummer bemachtigde. En dan begint hij over die hobby: het gaat om kunstmatige vrouwen. Poppen. Peperdure, zelfs. ‘Ik heb een flinke collectie.’ Zodra hij daarover kan vertellen, komt Everard al snel op stoom – en trekt Tracy haar conclusies.

Hoewel ze in gestileerde, met zwoele muziek omklede sequenties ook laat zien hoe hij ‘seks’ heeft met zijn poppen is Sophie Dros er in haar afstudeerfilm uit 2015 niet op uit om de Britse eenling te kijk te zetten of te portretteren als een onverbeterlijke perverseling. My Silicone Love (26 min.) is een even intiem als respectvol portret van een gemankeerde man, die zich maar al te goed realiseert hoezeer hij buiten de maatschappelijke normen staat.

‘Als ik in gesprek ben met mensen en ze beginnen over zichzelf te praten, dan verlies ik mijn interesse’, vertelt Everard Cunion bijvoorbeeld, als hij reflecteert op het feit dat hij geen vrienden of andere wezenlijke menselijke contacten heeft. ‘Wanneer ze over mij praten, ben ik geïnteresseerd. Als ik over mezelf kan praten heb ik doorgaans zelfs een geweldig gesprek. Tenminste, ik beschouw dat als een conversatie, maar waarschijnlijk is het dat niet.’

Everard heeft twaalf levensechte poppen. En daarmee is hij best gelukkig. Ze lijken in staat om het totale gebrek aan menselijke interactie te compenseren, maar kunnen uiteindelijk toch niet op tegen die ene vrouw: zijn moeder. Zij blijft zijn leven domineren – ook al is ze al enige tijd dood. De Brit lijkt zo bang om nog iemand anders te verliezen dat hij helemaal niet meer aan intieme contacten begint. Dat lijkt de slotsom van deze invoelende film over een toch wel zeer zonderlinge man.

De vraag ‘Wil ik dit weten?’ is overigens ook van toepassing op hoe het na My Silicone Love verder is gegaan met Everard Cunion. In 2020 stond er dit artikel over hem in de plaatselijke krant.