We Are Legion: The Story Of The Hacktivists 

Luminant Media

Als Brian Knappenbergers documentaire We Are Legion: The Story Of The Hacktivists (95 min.) in 2012 wordt uitgebracht, hangt er nog een positief sentiment rond 4chan, het online-platform waar het hackerscollectief is ontstaan. Natuurlijk, de grenzen van het betamelijke worden er continu afgetast en zo nu en dan ook flink overschreden, maar dat zijn uiteindelijk niet meer dan bijeffecten van het onwankelbare geloof in een waarlijk vrij internet. En zodra de vrijheid van meningsuiting wordt ingeperkt, vormen al die individuele hackertjes zowaar een gezichtsloos leger: Anonymous.

‘Anonymous invites you to join us in an act of solidarity’, roept een video in 2008 bijvoorbeeld op tot actie tegen de omstreden sekte Scientology. ‘Anonymous invites you to take up the banner of free speech, of human rights, of family and freedom. Join us in protests outside of Scientology centers worldwide.’ Zo wordt in 2008 Project Chanology opgestart. En inderdaad, niet veel later ontstaan overal in de wereld protesten bij Scientology-kantoren. Demonstranten met een Guy Fawkes-masker op, gepopulariseerd door de film V For Vendetta en overgenomen door Anonymous, zetten de toon.

Ook de acties van ‘Anons’ tegen de extreemrechtse talkradiohost Hal Turner, hun steun aan WikiLeaks, Operation Payback (vóór internetpiraterij) en hun bijdrage aan de Arabische Lente, die alle ruimte krijgen in Knappenbergers optimistische film, kunnen waarschijnlijk nog altijd menigeens goedkeuring wegdragen. Anonymous, met al z’n botsende ideeën, onorthodoxe methoden en algehele anarchie, wordt anno 2012 over het algemeen gezien als een kracht voor het goede, als een geheel bijdetijdse uitvoering van het Power To The People-principe.

De sleutelfiguren uit de turbulente Anonymous-historie klinken in deze film dan ook trots op hun bijdrage. Ze beschouwen zichzelf duidelijk als moderne uitvoeringen van Robin Hood, als activisten die ten faveure van het volk opstaan tegen de macht. ‘Ik heb op de bergtop genaamd Anonymous gestaan en zag onder me een wereld die in de ban is geraakt van revolutie’, zegt een hacktivist, die zichzelf Commander X noemt, zelfs trots bij beelden van de dan opkomende Occupy Wall Street-beweging. ‘Je voelt een siddering door je lijf als je zo meesurft op de golven van de geschiedenis.’

Twaalf jaar later ziet die wereld, vastgelegd in de recente documentaire The Antisocial Network: Memes To Mayhem, er compleet anders uit. Uit de rijen van de Anons is QAnon opgestaan. En 4chan, en afsplitsingen daarvan zoals 8chan, heeft zich ontwikkeld tot een soort openbaar riool, waarin iedereen anoniem zijn eigen vuil mag spuiten. Complottheorieën en extreemrechts hebben er vrij spel. Daar, in wat ooit de vrijplaats van het internet was, is ook de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 aangejaagd, een serieuze poging om de Amerikaanse democratie de nek om te draaien.

Met de wijsheid van nu zijn de aanzetten daartoe hier en daar al te ontdekken in We Are Legion, bijvoorbeeld via de onbesuisde acties van de hackgroep LulzSec en het hacken, blocken en doxen van ogenschijnlijk tamelijk willekeurige organisaties. De anonimiteit van het internet biedt uiteindelijk meer vrijheid dan de mens blijkbaar aankan – al overheerst in deze zeer vermakelijke film toch nog echt het kwajongensgevoel van de allereerste generatie hackers. Die zocht eerst alle hoeken en gaten van die vrijheid op en begon daarna ongenadig de gevestigde orde tegen de haren in te strijken.

The Antisocial Network: Memes To Mayhem

Netflix

Met de wijsheid van nu was het een teken aan de wand: tijdens de animeconventie Otakon in Baltimore, nu zo’n vijftien jaar geleden, brengt een aantal bezoekers, als een zieke grap, de Hitlergroet. ‘De eerste dag schiep moot 4chan en zei: dit is 4chan, brenger van pijn’, declameert een spreker even later. ‘En op dag twee schiep moot Anonymous.’ Waarna iemand uit het publiek ‘Hallelujah’ roept en een man op de grond stuiptrekkende bewegingen begint te maken, alsof hij in de ban is geraakt van een hogere macht.

Het blijkt een keerpunt in de ontwikkeling van het online-platform 4chan, het geesteskind van de Amerikaanse tiener Christopher ‘moot’ Poole waarop gebruikers anoniem met elkaar kunnen communiceren. Dit is een soort vervolg op het Japanse bulletin board system 2channel, dat aan het begin van de 21e eeuw ook al leidde tot extreem gedrag. Opgejut door andere bezoekers van 2chan kaapte een jongen bijvoorbeeld in 2000 een bus bij Neomugicha en doodde één van de passagiers. Later ontwikkelde het textboard zich tot een platform voor extreemrechts in Japan.

In de Verenigde Staten zou 4chan – en de afgeleide daarvan, 8chan – zich sterk maken voor de verkiezing van Donald Trump tot president, QAnon-complotten en de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. En het begon nog zo ‘onschuldig’, herinneren 4channers van het eerste uur, met namen als Fuxnet, Kirtaner en W.T. Snacks, zich in The Antisocial Network: Memes To Mayhem (85 min.). Met emoji’s, edgy humor, eindeloze scrolls, hacks en zoiets als een rickroll: anderen verleiden om op een suggestieve link te clicken, die dan Rick Astleys corny hit Never Gonna Give You Up oplevert.

Gaandeweg krijgt het anarchistische platform een activistischere vleugel. Daar ook ontstaat de hackgroep Anonymous. De leden dragen, geïnspireerd door de speelfilm V For Vendetta, een Guy Fawkes-masker en doen zich flink gelden. Ze engageren zich met de Occupy Wall Street-beweging, maken de extreemrechtse radiohost Hal Turner het leven onmogelijk en binden via Project Chanology de strijd aan met de Scientology-sekte. Als de hacktivisten ook de Amerikaanse overheid beginnen te belagen, slaat de FBI echter keihard terug en verdwijnen zij en de eerste generatie 4channers van het platform.

Wat daar achterblijft – losers zoals hij, stelt 8chan-oprichter Fredrick Brennan – verruilt subversieve humor al snel voor haat naar alles en iedereen, laten Arthur Jones en Giorgio Angelini (die tevens betrokken was bij het aanverwante Feels Good Man) in deze intrigerende film zien. Tijdens Gamergate komt bijvoorbeeld een ongekende misogynie los. Dit blijkt het startschot voor een bak ellende die over de wereld wordt uitgekieperd en die steeds weer wordt opgepikt op andere sociale media en door reguliere nieuwsmedia. 4chan is een complotland geworden, waarin niemand veilig is.

The Antisocial Network – de titel verwijst natuurlijk naar de speelfilm The Social Network over Facebook en is een soort vervolg op We Are Legion – brengt die desolate wereld op een geheel bijdetijdse manier, met veel gebruik van memes, animaties en screengrabs, over het voetlicht en vormt daarmee een soort tweeluik met The Truth Vs. Alex Jones, een ontluisterende recente film over de gewetenloze complotdenker. Samen tonen deze documentaires de verwoestende werking van enerzijds woede en angst als basis voor een geslaagd verdienmodel en anderzijds anonimiteit als voorwaarde om die ongelimiteerd en straffeloos te kunnen delen.

Het is een deprimerende ontwikkeling die inmiddels op de hele wereld voor plotseling oplaaiende veenbranden zorgt en die ook niet meer zomaar is terug te draaien.

They Called Him Mostly Harmless

HBO Max

Kun je worden gevonden en toch van de aardbodem zijn verdwenen?

Op 23 juli 2018 wordt op een afgelegen kampeerterrein in Florida een felgeel tentje aangetroffen, met daarin een overleden man. Hij is broodmager en weegt slechts 38 kilo. Elke vorm van informatie over zijn identiteit ontbreekt. Navraag in de hikersgemeenschap leert dat enkele wandelaars de onbekende onderweg zijn tegengekomen. Hij was bezig met de zogenaamde Appalachian Trail, van het noorden van de Verenigde Staten naar het zuiden.

Ze leerden hem kennen als Denim of zijn ‘trailname’ Mostly Harmless, maar wie de man werkelijk is blijft volstrekt onduidelijk. Hij lijkt zijn sporen doelbewust – en duidelijk met kennis van zaken – te hebben uitgewist. Wat begint als een regulier, hoewel tamelijk frustrerend politieonderzoek wordt zo al snel de dagelijkse bezigheid van enkele overtuigde ‘internet sleuths’. Zij speuren alle uithoeken van het web af, om te ontdekken wie Harmless is.

In They Called Him Mostly Harmless (88 min.) reconstrueert filmmaker Patricia E. Gillespie niet alleen hun online-onderzoek. Zij portretteert meteen ook de figuren die zich achter hun beeldscherm een belangwekkende detective wanen en de deskundigen, ooggetuigen en ‘verdachten’ die zij op hun pad naar de waarheid vinden. Stuk voor stuk lijken zij status te ontlenen aan hun betrokkenheid bij deze tot de verbeelding sprekende zaak.

In een subcultuur waarin iedereen de nieuwe true crime held denkt te kunnen worden, zijn complottheorieën natuurlijk ook onvermijdelijk. Net als crowdfundingsacties om al die af te lopen onderzoekspistes te financieren. Al snel ontstaan er zelfs concurrerende kampen, die elkaar met alle mogelijke middelen proberen af te troeven. In Facebook-groepen zijn de speculaties over die mysterieuze wandelaar dan ook niet van de lucht.

Deze boeiende documentaire beweegt zich zo in het voetspoor van enerverende amateurdetective-docu’s zoals Don’t F**k With Cats, Love Fraud en het Nederlandse Bureau Dupin en is er tevens een commentaar op. Op alle gewone huis, tuin en keuken-burgers die tegenwoordig een soort grotere missie vinden in de jacht op een dader, motief of definitief antwoord. En in dit geval jagen ze ook nog eens op een ‘knappe held’, die een onmiskenbaar Into The Wild-gevoel oproept.

De speurneuzen beginnen Mostly Harmless allerlei nobele kwaliteiten en motieven toe te dichten en speculeren vrijelijk over wat hem in de natuur van Florida is overkomen. Want ook naar de precieze doodsoorzaak blijft het gissen. Intussen werkt Gillespie toe naar het moment waarop de man achter het symbool wordt gevonden. De ‘wisdom of the crowd’ speelt daarin uiteindelijk toch een essentiële rol – al is de conclusie vast niet helemaal waarop ze hadden gehoopt.

I Am Andrew Tate

Channel 4

Achteraf bezien lijkt het de goden verzoeken. ‘Ik heb nog geen enkele negatieve interactie gehad met een vrouw sinds ik de grootste vrouwenhater ter wereld ben genoemd’, stelt Andrew Tate met z’n gebruikelijke bravoure tijdens een interview in het televisieprogramma Piers Morgan Uncensored in december 2022. ‘Sterker: geen enkele vrouw heeft me beticht van een misdaad, beschuldigd van verkrachting of ook maar iets gezegd over wat ik fout heb gedaan in de voorbije 36 jaar.’

Negen dagen later wordt Andrew Tate samen met zijn jongere broer Tristan gearresteerd in de Roemeense hoofdstad Boekarest. De twee worden beschuldigd van georganiseerde misdaad en mensenhandel, vrouwenhandel in het bijzonder. De Brits-Amerikaanse realityster, kickbokser, webcamondernemer, pooier, influencer, coach, jongensfluisteraar, ophefmaker, agressor en, ja, seksist is dan net begonnen met filmen voor de documentaire I Am Andrew Tate (82 min.).

Regisseur Marguerite Gaudin heeft dit ongeautoriseerde portret dus vooral met al bestaand – en soms nog niet eerder vertoond – materiaal en mensen uit zijn directe entourage (waaronder enkele geanonimiseerde meisjes, die voor hem werkten en Tate nu beschuldigen van seksueel geweld) moeten maken. Samen met enkele critici en gezworen fanboys schetsen zij een ontluisterend beeld van de man die zichzelf zonder gêne omschrijft als de ‘bekendste levende persoon op aarde’.

Volgens Dan Reed, de producer van deze documentaire (en maker van de spraakmakende Michael Jackson-docu Leaving Neverland), heeft Tate nochtans zelf het initiatief genomen voor de film. Half 2022 kwam er volgens Reed een mail binnen van Tate: ‘Potential documentary opportunity with currently the most controversial public figure.’ Al snel blijkt dat Reeds bedrijf bepaald niet als enige is benaderd. Nadat Andrew Tate is gecanceld, probeert hij de regie weer te nemen over zijn imago.

Behalve interviews met geestverwanten als Tucker Carlsson en Alex Jones hoort daar blijkbaar ook een documentaire bij. Over hoe hij, een man die gewoon zegt waar het op staat, slachtoffer is geworden van, juist, ‘the matrix’. Nadat Tate drie maanden in een Roemeense cel heeft doorgebracht en vervolgens huisarrest krijgt, is hij echter niet meer zo happig op dat filmen. Vandaar dat Gaudin aangewezen is op andere mensen en middelen om de beruchte patser te portretteren.

Tate’s werk spreekt vaak al voor zichzelf. ‘Je moet die meiden neuken’, stelt hij bijvoorbeeld in een video over zijn webcambedrijf, als ware het een diepere waarheid. ‘Je kunt nu eenmaal geen volledig professionele relatie onderhouden met een vrouw. Dat werkt gewoon niet. Als jij haar niet neukt, neukt ze met een ander. En dan heeft die ander haar in zijn macht.’ Een nihilistische kijk op het andere geslacht, zou je zeggen, maar voor (eeuwig) jonge jongens blijkbaar een belangrijke levensles.

Tate, één van de beeldbepalende figuren van onze tijd, lijkt te beschikken over een roofdierachtige intelligentie en inventiviteit: wat kan ik doen om die ander te laten doen wat ik wil? Op de vraag welke persoon daarachter schuilgaat – volgens Reed maakte hij bij ontmoetingen een ongelukkige en kwetsbare indruk – geeft deze docu geen definitief antwoord. Al zijn er in ‘s mans achtergrond, het voorbeeld dat hij kreeg van zijn narcistische vader bijvoorbeeld, zeker aanknopingspunten te vinden.

Andrew Tate doet soms denken aan Donald Trump, een publieke figuur voor wie ook alles geoorloofd lijkt om zijn eigen doelen te verwezenlijken. De twee übermannen jagen zo weldenkende mensen consequent tegen zich in het harnas, maar weten tegelijkertijd een andere groep, mannen in het bijzonder, in het hart te raken. En dat roept dan weer de vraag op wat het over onze wereld zegt dat hun schaamteloosheid, materialisme, arrogantie, seksisme en agressie zo tot de verbeelding spreken?

Trailer I Am Andrew Tate

Made To Measure

ARD

‘Je data verraden wie je werkelijk bent’, las Lisa in een oproep op Facebook. Gevolgd door: ‘Wij creëren jouw dubbelganger.’ Aan zo’n experiment wilde ze wel meewerken. ‘Wat heb ik eigenlijk te verbergen?’ dacht Lisa. Zonder dat ze haar verder ooit in levende lijve zouden ontmoeten, wilde de Group Laokoon, een groep filmmakers en kunstenaars uit Berlijn en Wenen, Lisa’s persoonlijkheid en leven reconstrueren. Puur op basis van haar zoekopdrachten op Google in de afgelopen vijf jaar.

Even later staat de proefpersoon in Made To Measure (51 min.) oog in oog met Nathalie Köbli, een actrice uit Wenen die Lisa van alles kan vertellen over haar eigen leven. Dat gaat verder dan zij had vermoed – en ook wel gevreesd. Want een grondige zoektocht op het internet verraadt niet alleen je imago (via bijvoorbeeld Instagram, Facebook of TikTok) maar ook de identiteit die daarachter schuilgaat (via onze, al dan niet, heel persoonlijke zoekopdrachten en algehele online-gedrag).

Het interesseert social mediabedrijven allang niet meer of iets legaal is of niet, maar hoe groot de kans is dat ze ermee tegen de lamp lopen, stelt Max Schrems, die als één van de weinigen succesvol procedeerde tegen Facebook. De gedachtegang in Silicon Valley is volledig vereconomiseerd: hoeveel kan ik ermee verdienen, wat zou de mogelijke schade kunnen zijn als iemand naar de rechter stapt en hoe groot is de kans dat dit daadwerkelijk gebeurt en dat het daarna ook nog wordt gehonoreerd?

Met allerlei deskundigen schetsen de filmmakers Moritz Riesewieck, Cosima Terrasse en Hans Block de gevolgen van die attitude. Iemand met een ongezonde voorliefde voor gokken wordt online continu verleid om weer een poging te wagen om de zilvervloot binnen te halen. Alsof er permanent iemand meekijkt over je schouder en ongevraagd advies geeft. Zoals één van de sprekers ’t treffend uitdrukt in deze boeiende docu: totdat je danst als een marionet. Met algoritmen als poppenspeler.

Op basis van online-gedrag zijn depressies, verslavingen en eetstoornissen bijvoorbeeld te voorspellen. Vooralsnog wordt zulke informatie echter vooral ingezet om deze kwetsbaarheden te exploiteren. Informatie over de mentale gesteldheid van tieners zou niet gebruikt mogen worden om hen meer spullen te verkopen, stelt gedragswetenschapper Sandra Matz. Tegelijkertijd kunnen jongeren met zulke kennis misschien wel worden geholpen. Dat zou volgens haar het uitgangspunt moeten zijn.

Daarmee begeeft Made To Measure zich richting de vraag waar zelfbeschikkingsrecht eindigt, wanneer bemoeienis van buitenaf dan (on)wenselijk is en of er ergens daartussenin nog zoiets als privacy kan bestaan. Dit wordt nog eens pijnlijk duidelijk tijdens de finale ontmoeting tussen Lisa en Nathalie, waarbij de kopie soms ongemakkelijk dichtbij het origineel komt – en die zowaar ook weer leentjebuur speelt bij haar evenbeeld. Terwijl ze elkaar toch echt nog nooit hadden ontmoet.

Bitconned

Netflix

Zoals hij daar zit in het centrale interview van Bitconned (94 min.), oogt Raymond Trapani als een klassieke snelle jongen. De gesoigneerde Amerikaanse twintiger heeft plaatsgenomen op een grote fauteuil, die netjes uitgelijnd in een luxueus ogende kamer is geplaatst. Ray zit er duidelijk op zijn gemak. Gekleed in een casual zwarte Ralph Lauren-outfit, met modieuze witte sneakers erbij. Quiet luxury, zogezegd. En zo nu en dan neemt hij, nog altijd een meester in het verkopen van lucht, een achteloos trekje van zijn vape. Zo, brave burgermensen, ziet succes eruit.

Hoe anders zou deze aanstekelijke schelmendocu hebben aangevoeld als Ray was opgevoerd in zo’n typisch oranje gevangenispak en vanachter het glas van een spreekruimte regisseur Bryan Storkel te woord zou hebben gestaan? Nadat eerst nog even zijn handboeien waren losgemaakt, welteverstaan. Want Ray Trapani is een rascrimineel, zo geeft hijzelf meteen grif toe. ‘Het is niet makkelijk om een huis te kopen’, zegt hij bijvoorbeeld in de openingsscène, terwijl ie een nieuw maatpak krijgt aangemeten. ‘Je moet het systeem te slim af zijn. Dat is de moderne American Dream.’

Nadat hij met zijn vaste partner Sam ‘Sorbee’ Sharma een tijdje een autoverhuurbedrijf heeft gehad in Florida, besluiten de twee in 2017 in de ondoorzichtige bitcoin-wereld te stappen. Met Centra Tech willen ze een credit card uitbrengen waarmee je altijd en overal met cryptovaluta kunt betalen. Vrijwel direct stromen de investeerders toe. Want als er ergens snel geld is te verdienen… Bovendien wekken de achtergrond van de twee oprichters (Harvard) en de oudere CEO die zij hebben aangetrokken, voormalig Chase Bank- en Wells Fargo-bestuurder Michael Edwards, vertrouwen.

Storkel laat er vanaf het begin geen misverstand over bestaan: Centra is niet meer dan de toevalstreffer van twee omhoog gevallen kruimeldieven. ‘Als ik wist dat ik illegaal dertig miljoen kon verdienen, zou ik het dan doen of niet?’ reageert Ray Trapani, inmiddels allang tegen de lamp gelopen, op de vraag of hij nog eens zo’n zwendel zou opzetten. ‘Ik denk dat ik het risico zou nemen.’ Hij geniet in elk geval zichtbaar van alle aandacht. De lefgozer laat zich maar al te graag in strak pak en stropdas, met een cocktail aan het zwembad of achter het stuur van een snelle bolide filmen.

Want net als bij Centra, zonder scrupules aan de man gebracht door (dik betaalde) beroemdheden zoals bokser Floyd Mayweather en DJ Khaled, is ook in deze film het beeld, het image, wat beklijft. Zolang het maar lijkt alsof je succesvol bent, ben je ook daadwerkelijk succesvol – ook als dat succes volledig op een leugen berust. Bryan Storkel geeft zijn protagonist daarvoor alle ruimte. Hij is duidelijk niet uit op een psychologisch portret van Ray Trapani, kind van een alleenstaande moeder met drie kinderen, maar wil vooral diens hondsbrutale ‘scam’ in al z’n groteske absurditeit tonen.

En dat werkt heel aardig, ook op de lachspieren. En zoveel onbeschaamdheid heeft, ook doordat de slachtoffers ervan nauwelijks in beeld komen, op de één of andere verwrongen manier ook wel weer z’n charme. Totdat journalist Nathaniel Popper van The New York Times eens begint te graven in het bedrijfsmodel van de crypto-startup. Wordt die Centra Card werkelijk ondersteund door bedrijven als Visa, Mastercard en Bancorp? En dan dondert het hele kaartenhuis, opgebouwd in een gigantisch spiegelpaleis, in elkaar en is het ouderwets ieder voor zich en… juist. Samen voor ons eigen.

Waarbij de één in de cel belandt en de ander in een koophuis. En daarmee krijgt Bitconned op de valreep, als de balans voor de verschillende betrokkenen wordt opgemaakt, ook nog wel een lekker kartelrandje. Een moraal van het verhaal, zo je wilt. Over misdaad en lonen – alleen dan nét anders. Nu is het alleen nog wachten op het moment dat Sam ‘Sorbee’ Sharma in zijn eigen docu, liefst met een sigaar in de mond en een koffer vol contant geld binnen handbereik, zijn kant van dit ongelooflijke (en toch ook wel weer heel gemakkelijk te geloven) verhaal doet.

Time Bomb Y2K

HBO

In de wetenschap dat die hele millenniumbug niet meer dan een storm in een glas water is gebleken, krijgen de doemscenario’s in Time Bomb Y2K (80 min.) al snel iets komisch. Op 1 januari 2000 zou de wereld met de ene na de andere ramp worden geconfronteerd. Van falende energievoorzieningen en een imploderend financieel systeem tot plotse hongersnood en acute problemen met kernreactoren en -bommen.

En dat allemaal vanwege één kortzichtige bezuinigingsmaatregel: computerprogrammeurs hadden in allerlei systemen alleen de laatste twee cijfers van een jaartal ingevoerd: 99 dus, in plaats van 1999. En dat moest volgens Amerikaanse computerexperts zoals Peter de Jager bij de start van 00 wel tot ernstige problemen leiden. Hij luidde de noodklok. En niet één keer, maar zowat continu. Totdat je er horendol van werd. Het begon verdacht veel op een businessmodel te lijken.

Dat is ook precies de kritiek die De Jager krijgt. Verdien jij niet gewoon de kost met mensen doodsbang maken? vraagt een interviewer van het televisieprogramma Crossfire hem bijvoorbeeld venijnig. Deze docu van Marley Mcdonald en Brian Becker toont nog talloze andere voorbeelden van hoe mensen reageren op de bug: Y2K-survivalists willen terug naar de natuur. Religieuze leiders krijgen een boodschap van God. En gewapende milities zien er munitie in voor hun strijd tegen de overheid.

Het is niet moeilijk om in deze heerlijke archieffilm, op smaak en tempo gebracht met een kleurrijke soundtrack, parallellen te vinden met de Coronacrisis. Van ontkenners (‘hoax van computerprogrammeurs‘) tot gelovigen (‘The End Of The World As We Know It’). John Koskinen haalt na oudejaarsnacht opgelucht adem. Als alles goed gaat, dan zijn ze jou snel vergeten, stelt de door de Amerikaanse regering aangestelde millenniumtsaar. Maar gaat het mis, dan weten ze je te vinden.

Met louter bestaand materiaal hebben Mcdonald en Becker intussen treffend de tijdgeest opgeroepen. Zodra ze bij de start in 1995 beginnen af te tellen naar het nieuwe millennium/Doomsday komt alles terug: de angst- en juichverhalen over computers en het internet, alle pogingen om ook deze ‘good crisis’ vooral niet te verpesten en media die met alle winden meewaaien, om maar in de gunst van hun publiek te blijven. Het was van toen, is ook van nu en wordt ongetwijfeld eveneens van straks.

Uiteindelijk werd het dus een tamelijk geruisloze transitie naar de 21e eeuw, waarin George W. Bush al snel president van de Verenigde Staten werd, de aanslagen van 11 september al in de pijplijn zaten en de mens nog heel veel technologische uitdagingen te verwerken zou krijgen. Tijdens die veelbesproken jaarwisseling kwam er bovendien, bijna ongemerkt, een man aan de macht in Rusland waarvan destijds veel werd verwacht in het westen. Hij zit er nog steeds: Vladimir Poetin, de ramp die niemand zag aankomen.

Cyberbunker: The Criminal Underworld

Netflix

De setting spreekt natuurlijk tot de verbeelding: een voormalige NATO-bunker, op een heuvel nabij het Duitse plaatsje Traben-Trarbach. Daar heeft een stel vrijbuiters zich verschanst. Ze runnen een uitstekend afgeschermd datacentrum. Als de groep er in 2013 neerstrijkt, hoopt de plaatselijke gemeenschap nog dat ze een Europese variant op Silicon Valley zullen starten. In plaats daarvan beginnen ze echter hun eigen onafhankelijke staat: Cyberbunker: The Criminal Underworld (102 min.).

De Nederlandse darknet-goeroe Herman Xennt fungeert er als koning, zijn libertaire landgenoot Sven Olaf Kamphuis als prins. Hij zou betrokken zijn geweest bij enkele geruchtmakende cyberaanvallen en staat in woord en daad een volledig vrij web voor. Zonder enige vorm van beperking. ‘Er is niets wat ik niet zou hosten’, zegt hij in deze documentaire van Max Rainer en Kilian Lieb. Dat hun Cyberbunker de grens heeft gelegd bij kinderporno en alles wat met terrorisme heeft te maken is volgens Kamphuis alleen toe te schrijven aan Xennt. Die had er overigens dan weer geen problemen mee om in zee te gaan met de beruchte Ierse crimineel George Mitchell, alias The Penguin. En de Nederlander zou zich ook hebben ingelaten met drugshandel.

Geen wonder dat de Duitse politie zint op tegenmaatregelen. Enkele rechercheurs vertellen hoe ze de bunkerbewoners proberen af te luisteren en pogingen wagen om te infiltreren in de hermetisch afgesloten bunker. Het politieonderzoek, dat in deze interessante film met behulp van gereconstrueerde bewakingsopnames wordt ontleed, zal uiteindelijk vijf jaar in beslag nemen en in elk geval tot de arrestatie van de hoofdverdachte leiden. Aan het slot van de docu, verrijkt met de verplichte dystopische sciencefiction-beelden en elektronische muziek, laat Herman Xennt zich in de gevangenis van Trier ‘interviewen’.

Dan ligt er nog één vraag nadrukkelijk op tafel: hoe gaat het verder met zijn ‘dark prince’ Sven Olaf Kamphuis? De bunkerbewoner stelt uitdrukkelijk dat hij niet buiten, maar zelfs helemaal naast de Duitse wet staat. Hij is immers ingezetene, minister zelfs, van een buurstaatje. Afgaande op de reactie van de Duitse politiemannen kunnen zij die redenering toch niet helemaal volgen en moet Kamphuis vooral niet denken dat hij boven de, hún, wet staat. Dit verhaal krijgt dus ongetwijfeld nog een staartje. Binnen en buiten de bunker.

Another Body

anotherbodyfilm.com

Allereerst is deze film van Sophie Compton en Reuben Hamlyn een reguliere whodunnit: welke ellendeling heeft die pornobeelden van Taylor Klein gemaakt en online gezet? De Amerikaanse tiener, ondersteund door lotgenoot Julia Moreira, gaat op onderzoek uit op het ‘dark web’ om te ontdekken wie in hun directe omgeving hen en plein public ernstig probeert te beschadigen.

Another Body (80 min.) start met een berichtje dat Taylor, een student techniek uit Plainfield, op Facebook van een vriend ontvangt: ‘Het spijt me heel erg, maar ik denk dat je dit moet zien.’ Daarna stuurt hij een link naar de website Pornhub door. Zo vindt ze diverse pornofilmpjes, waarop ene xxxTaylorKxxx, een vrouw met onmiskenbaar haar gezicht, met Jan en alleman seks heeft.

Ze is het niet zelf, natuurlijk. Haar gezicht is digitaal op het lichaam van een pornoster geplakt. Deepfake. Het ziet er alleen wel héél echt uit. En Taylor, gefingeerde naam en fakegezicht, weet: als zulke beelden eenmaal online staan, verdwijnen ze nooit meer helemaal. De Amerikaanse studente realiseert zich ook meteen: iedereen kent nu mijn gezicht en weet waar ik woon en studeer.

De jacht op de boosaardige nerd, door Taylor gedocumenteerd met persoonlijke vlogs, doet denken aan moderne webdetectives zoals Don’t F**k With Cats en Love Fraud en gaat gepaard met een exploratie van het www-riool, waar iedereen met een VPN zich schuldig kan maken aan bedreiging, laster, chantage, doxing en onversneden vrouwenhaat. Of een duivelse combinatie daarvan.

Compton en Hamlyn brengen die onrustbarende wereld met schermafbeeldingen, animaties en deepfake overtuigend in beeld. Het is een plek waar geen zinnig mens wil verblijven, maar waar onze kinderen moeten opgroeien. Tegelijkertijd is het een speeltuin voor incels, vrouwenhaters en slutshamers. In een handomdraai kunnen zij levens verwoesten – en de samenleving ontwrichten.

De strijd tegen deze en andere vormen van vrouwenhaat, die welig mag tieren op webhelleholen zoals 4Chan, is echter verdomd lastig, laat deze unheimische en actuele film zien. Het gaat toch duidelijk om ‘another body’? Hoe krijg je dat strafbaar? Vooralsnog lijkt ‘oog om oog, tand om tand’ – of de dreiging daarmee, zoals de ASMR-influencer Gibi toont – het enige, zeer onbevredigende antwoord.

Meisjes zoals ‘Taylor Klein’ voelen zich intussen nergens meer veilig en gaan gebukt onder schuldgevoel: wat heb ik gedaan dat iemand dit bij mij doet? Terwijl de kern van misogynie is, zo blijkt telkens weer, dat je er als vrouw helemaal niets voor hoeft te doen. Het komt omdat je bent wie je bent of doet wat je doet. En de mogelijkheden zijn tegenwoordig legio.

The Ashley Madison Affair

Disney+

In menige echtelijke slaapkamer ligt iemand de halve nacht wakker nadat Ashley Madison, de seksdatingwebsite voor gehuwden, in juli 2015 is gehackt. De privégegevens van meer dan dertig miljoen gebruikers van de site liggen ineens op straat. Er verschijnen zelfs websites waarop iedere onverlaat op naam of mailadres in de datadump kan zoeken naar een specifieke vreemdganger.

In The Ashley Madison Affair (127 min.) duikt filmmaker Johanna Hamilton in de kwestie rond de overspelsite met enkele insiders en de verplichte, soundbites ophoestende kenners. Klanten verschijnen er nauwelijks voor de camera. De honneurs worden echter waargenomen door acteurs, die verklaringen van gebruikers voordragen en ‘t er dan vaak nét iets te dik bovenop leggen. Zoals de aankleding van de driedelige serie sowieso afwisselend de ‘feel’ heeft van een reallife scifi-thriller, RTL Boulevard-reportage en softpornofilm.

Centrale figuur bij Ashley Madison is CEO Noel Biderman, die vol verve het ‘there is no bad publicity’-principe huldigt. Hij schaamt zich werkelijk nergens voor. Van ‘parasitaire marketing’, waarin ongevraagd bekende schuinsmarcheerders zoals Tiger Woods en Newt Gingrich worden betrokken, tot het inspelen op breed gedeelde haatgevoelens. ‘Affairs now guaranteed’, schreeuwt bij Ashley Madisons lancering in Zuid-Korea bijvoorbeeld een billboard met de Noord-Koreaanse dictator Kim-Jong Un. ‘Even if you look like him.’

De naam van zijn website moet nochtans vrouwvriendelijk zijn. Want een site die overspel wil faciliteren heeft eigenlijk nooit genoeg vrouwen. Vandaar ook de naam Ashley Madison, een combinatie van de twee populairste babynamen in het jaar van oprichting. Het blijft desondanks de vraag of Biderman in zijn opzet is geslaagd. Veel vrouwelijke profielen lijken compleet fake. Dus los van of Ashley Madison ethisch gezien wel door de beugel kan, is de website ook niet gewoon één grote, waardeloos beveiligde zwendel?

Deze Amerikaanse miniserie start (en eindigt) desalniettemin – natúúrlijk, zou je bijna zeggen – met een bedrogen echtgenote, die de liefde van haar leven betrapt op een affaire. Binnen de kortste keren heeft zij het huis verlaten – en kan hij gewoon de relatie voortzetten, die nu al zo’n tien jaar duurt. ‘Durf jij jonge kinderen recht aan te kijken als hun ouders gaan scheiden?’ vraagt tv-host Sean Hannity, die dan nog niet als Donald Trumps brulboei fungeert op Fox News, desondanks op moralistische toon aan de aalgladde CEO.

En natuurlijk komt boontje ook om zijn loontje bij Noel Biderman zelf, die altijd bij hoog en bij laag, met echtgenote Amanda aan zijn zijde, heeft volgehouden dat hijzelf er een volstrekt monogaam huwelijk op nahoudt. De Ashley Madison-hack eist sowieso z’n menselijke tol: echtscheiding, suïcide en afpersing bijvoorbeeld. Intussen blijft het in deze toch wel interessante serie gissen naar de motieven van de hackers, die opereren onder de geuzennaam The Impact Team. Nobele idealen? Of toch gewoon geld, wedijver en/of wraak?

Als het hackschandaal juridisch is afgehandeld, realiseert Ashley Madison zich dat het bedrijf z’n voornaamste belofte, discretie, niet heeft waargemaakt. ‘Op het gebied van privacy hebben we gefaald’, zegt Chief Strategy Officer Paul Keable daarover. ‘We begrijpen dat we het vertrouwen van onze leden moeten terugwinnen als we van deze onderneming een succes willen maken.’ Ernst & Young heeft in 2017 officieel vastgesteld dat er geen fembots meer actief zijn op het platform, vertelt hij er met een stalen gezicht bij.

Sterker: Ashley Madison heeft volgens Keable inmiddels meer vrouwelijke dan mannelijke leden. Het navolgende uitroepteken mogen we er zelf bij bedenken.

Money Shot: The Pornhub Story

Netflix

Serena Fleites was veertien toen ze verliefd werd op een oudere jongen. Hij vroeg haar om een naaktvideo op te sturen. En nog één. Nog één. Toen begonnen ze haar op school vreemd aan te kijken, vertelde ze aan Nicholas Kristof, columnist van The New York Times. Iemand bleek de filmpjes op Pornhub te hebben gezet. Eentje was al 400.000 keer bekeken. Het tienermeisje vroeg de grootste pornosite van de wereld daarna om de video’s te verwijderen. En als dat na veel gedoe eindelijk leek te zijn gelukt, werd dat filmpje meteen weer door iemand anders geüpload. 

Kristof schreef er eind 2020 een opiniestuk over, dat insloeg als een bom: The Children of Pornhub. Met als ondertitel: why does Canada allow this company to profit off videos of exploitation and assault? Daarmee bracht hij het verdienmodel van één van de meest bezochte websites van de wereld, met 3,5 miljard bezoekers per maand, acuut in gevaar. Niet alleen van Pornhub zelf overigens, maar ook van de individuele sekswerkers die een eigen zaak runden via het platform – en daardoor eindelijk niet meer afhankelijk waren van de officiële adult entertainmentindustrie.

Daarmee ligt het centrale dilemma van Money Shot: The Pornhub Story (94 min.) op tafel. Is MindGeek, het Canadese moederbedrijf van Pornhub, een afpersingsoperatie die ook van The Sopranos afkomstig had kunnen zijn en dus keihard moet worden aangepakt? Of is de website, die zichzelf afficheert met de slogan ‘All you need is hand’, een voorbeeld van hoe pornografie technologische vooruitgang aandrijft en de autonomie van sekswerkers faciliteert? Een onderneming die nu dan met een ouderwetse ‘War On Porn’ vanuit conservatief-christelijke hoek wordt geconfronteerd.

Documentairemaker Suzanne Hillinger laat de verschillende partijen aan het woord: sekswerkers, pleitbezorgers van de pornobusiness, ex-medewerkers van Pornhub (waaronder een geanonimiseerde moderator die tot wel duizend video’s per dag moest beoordelen), een woordvoerster van The National Center For Missing & Exploited Children en vertegenwoordigers van een christelijke belangengroep, met een slim gekozen naam (National Center On Sexual Exploitation) die waarschijnlijk moet verhullen dat ze liefst de complete seksindustrie op de korrel zouden nemen.

Dat resulteert in een aardig overzicht van de maatschappelijke discussie rond anonimiteit op het internet en hoe die laakbaar gedrag faciliteert, zeker op platforms waar niet-geverifieerde gebruikers seksuele content kunnen plaatsen. Intussen dreigen zelfstandig opererende sekswerkers te worden gemangeld tussen Big Porn, dat gewoon zoveel mogelijk omzet wil draaien en vooral niet al te veel energie wil steken in de strijd tegen schadelijke en illegale content, en moraalridders die dat dan weer aangrijpen om het epische gevecht tegen pornografie in hun voordeel te beslissen. 

‘Porno is de kanarie in de kolenmijn van de vrijheid van meningsuiting’, waarschuwt Mike Stabile, vertegenwoordiger van de seksindustrie, aan het eind van deze degelijke docu, die minder enerverend wordt dan menigeen op voorhand misschien had verwacht. Met het verbieden van pornografie, stelt hij, vast ook namens Money Shots maker Suzanne Hillinger, wordt automatisch de vrijheid van meningsuiting ingeperkt.

HyperNormalisation

BBC

In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.

Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.

De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.

Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.

Pamela, A Love Story

Netflix

Zo ziet ze er nu uit, op 55 jarige leeftijd! schreeuwen clickbait-sites weer als vanouds. Zonder make-up!

Sinds de tragikomische serie Pam & Tommy (2022), waarin het scandaleuze verhaal over de gestolen sekstape weer eens smakelijk werd uitgeserveerd, staat Pamela Anderson opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. Zeker sinds het sekssymbool van de jaren negentig – in het collectieve geheugen opgeslagen in een Baywatch-rood badpak of, het privébeeld dat tegen haar zin met de wereld werd gedeeld, vrijend op een boot met haar ex-man Tommy Lee – een ‘tell all’-autobiografie (Love, Pamela) met bijbehorende documentaire heeft aangekondigd.

Als ze in de openingsscène van Pamela, A Love Story (114 min.) een VHS-videocassette pakt en in de speler schuift, is de gedachte bijna niet te vermijden: het zal toch niet dé tape zijn? Gestolen uit huize Anderson-Lee en vervolgens met de halve wereld gedeeld. Pamela Anderson blijkt echter een hele stapel privévideo’s te hebben van de man, drummer van de Californische hairmetalband Mötley Crüe, met wie ze slechts vier dagen na hun kennismaking in het huwelijk trad en twee kinderen kreeg, de zoons Brandon en Dylan (die ook allebei, net als haar ouders Carol en Barry, participeren in deze documentaire van Ryan White).

De voormalige Playmate Of The Year, die zich hier zonder make-up en zonder al te veel poespas presenteert, zou nóg vijfmaal trouwen. Die mannen, waaronder (semi-)celebrities zoals Kid Rock en Rick Salomon, worden echter nooit meer dan passanten in het sappige levensverhaal van Pamela Anderson, dat zich voor een belangrijk deel afspeelt in The Naughty Nineties, de tijd waarin het internet zijn plek als wereldwijd podium inneemt en vrouwen zoals Monica Lewinsky, Lorena Bobbitt en Anita Hill elk op hun eigen manier met ‘slutshaming’ krijgen te maken. Binnen die wereld manifesteert Anderson zich als een vamp die zonder al te veel nadenken elke uitdaging aangaat en mede daardoor alle uithoeken van liefde, roem en geluk leert kennen.

Het stranden van de gepassioneerde relatie met Tommy, en de rol die de vermaledijde sekstape daarin heeft gespeeld, fungeert daarbinnen als een kantelpunt en doet haar nog altijd zichtbaar pijn. De serie Pam & Tommy, uitgebracht tijdens het opnameproces van dit heel behoorlijke (zelf)portret, rijt oude wonden open, maar geeft de blondine ook de kans om haar carrière en publieke bestaan als vijftiger een nieuwe zwieper te geven, via een debuut op Broadway nota bene. Ook daarbij weet ze haar volwassen zoons aan haar zijde, een constante in deze film die haar lezing van de gebeurtenissen weerspiegelt. ‘Mijn leven is geen zielig verhaal’, zegt de stemactrice die namens Anderson – zelf wilde ze er niet aan beginnen – oude en soms ook pijnlijke dagboekfragmenten inspreekt.

‘Ik ben geen slachtoffer’, voegt Pamela Anderson daar even later hoogstpersoonlijk aan toe. ‘Ik heb mezelf in gekke situaties gebracht en ik heb ze overleefd.’

KSI: In Real Life

Prime Video

‘Volgens mij weet niemand wie ik echt ben’, dropt de hoofdpersoon, netjes in het intro van de film, een leidmotief voor KSI: In Real Life (93 min.). ‘Zelfs ikzelf niet.’ Vanaf het allereerste moment is dus glashelder wat het doel is van dit portret: de man achter de beroemde ‘YouTuber turned rapper’ vandaan halen. Herstel: ‘YouTuber turned rapper, comedian, restauranteigenaar en wodkaverkoper’.

KSI (echte naam: Olajide Olayinka Williams ‘JJ’ Olatunji) lijkt zo’n vat dat maar niet gevuld raakt – ook omdat er stiekem van alles weglekt. Voordat hij nu Amerika gaat veroveren, vertelt hij samen zijn ouders en jongere broer Deji het verhaal van zijn leven. Hij groeide op in een typisch immigrantengezin in Engeland. Zijn ouders waren vanuit Nigeria overgekomen om hun kinderen een beter leven te geven. JJ werd echter geen arts, maar een YouTube-fenomeen dat al snel meer knaken binnenbracht dan zijn ouders in hun stoutste dromen hadden kunnen bedenken.

Getuige deze volgdocu van Wes Pollitt heeft dat wel de nodige restschade in de familie veroorzaakt. De relatie tussen JJ en Deji, met wie hij jarenlang een duo vormde op YouTube, is bijvoorbeeld ernstig verzuurd. Uiteindelijk raakten ze verzeild in een publieke ruzie, inclusief internetrants en disvideo’s (of was dat gewoon onderdeel van het spel? vraagt een scepticus zich wellicht af). ‘Zouden jullie zonder het internet een betere relatie hebben gehad? wil Pollitt weten als de broers de breuk, voor de camera natuurlijk, weer proberen te lijmen. ‘Zeker weten’, antwoordt Deji. ‘Het is geen vloek, maar het zou anders zijn geweest. We zouden hechter zijn.’

Als JJ over zijn ouders begint, barst hij spontaan in tranen uit. En het liedje You wil hij ook even niet spelen, nu zijn relatie aan gruzelementen ligt. ‘Hoe kan ik van iemand houden als ik niet van mezelf houd?’ tweet hij vervolgens in een wanhopige bui. Tijd voor therapie. En een eigen kasteeltje, waar hij in de beste Cribs-traditie graag een rondleiding geeft en dan zelf zowaar ook nog nieuwe ontdekkingen doet. JJ is in wezen een introverte jongen, zo wil het verhaal. Hij heeft zichzelf via een alter ego opnieuw uitgevonden, beschouwt de camera inmiddels als een dierbare vriend en heeft van overschreeuwen en weglachen zijn tweede natuur heeft gemaakt.

In deze real life-poppenkast verzorgt hij als een typische clown, met en plein public de lach aan zijn kont en achter de schermen permanent een traan die op weg is naar een ooghoek, bijna anderhalf uur ongegeneerd volksvermaak. Waarna dan eindelijk – de film heeft immers een emotionele climax nodig – dat gesprek met zijn afstandelijke vader wordt opgezet, waarnaar hij al zo lang verlangt. Voor de camera, natuurlijk.

Bureau Dupin

Videoland

Ze ogen als een Nederlandse variant op zo’n archetypisch specialistenteam dat zelfs de perfecte misdaad kan oplossen: Isis studeert bijvoorbeeld European Studies, Yil heeft een achtergrond in de IT. Wilma werkt voornamelijk vanaf de camping en de zelfverklaarde nerd Tanja komt zowaar uit Oss. En dat is wel zo handig, want daar is Marja Nijholt op 1 januari 2013 levenloos aangetroffen. Samen onderzoeken deze amateurspeurders de raadselachtige dood van de kwetsbare vrouw uit Enschedé, die is gevonden in een voortuin. Marja had een aanzienlijk aantal steekwonden.

De politie heeft nooit kunnen achterhalen wat er precies is gebeurd op die tragische oudjaarsnacht en wie daarvoor verantwoordelijk is en heeft de ‘cold case’ onlangs ingebracht bij een nieuw experiment met een onderzoekscollectief, dat louter uit gewone burgers bestaat: Bureau Dupin. Volgens professor data science, oud-politieman, filmmaker en initiatiefnemer Peter de Kock benutten ze ‘the wisdom of the crowd’, om met vertrouwelijk materiaal uit het dossier en openbare informatie alsnog klaarheid te brengen in de geruchtmakende moordzaak.

In de vierdelige docuserie Bureau Dupin: De Nieuwjaarsmoord (160 min.) volgt en spreekt regisseur Feije Riemersma enkele kernleden van het burgercollectief, die het leven van Marja onder de loep nemen en bijvoorbeeld onderzoeken hoe en waarom zij vanuit Enschedé eerst naar een hotel in het Duitse Gronau is afgereisd en daarna in Oss terecht is gekomen. Voor een podcast hebben ze eerder al gesproken met sleutelfiguren uit Marja’s leven en laatste dagen. Die audio-interviews zijn nu ingepast in een typische true crime-productie, compleet met het verplichte prikbord, uiteenlopende onderzoekspistes die moeten worden ‘uitgelopen’ en cliffhangers.

Zowel de onopgeloste moord zelf – die volgens één van de uitgedachte scenario’s héél misschien ook nog een zelfdoding zou kunnen zijn – als het groepsportret van de fanatiekelingen die zich daarop hebben gestort spreekt beslist tot de verbeelding. Al voorvoel je als buitenstaander ook dat het voor een team van amateurdetectives erg lastig wordt om deze zaak op te lossen en tast je daarnaast een beetje in het luchtledige over welke informatie uit het oorspronkelijke politieonderzoek komt en wat Bureau Dupin daar nu precies aan heeft toegevoegd.

Daarbij wreekt zich een beetje dat er alleen direct betrokkenen aan het woord komen. Zij zijn (natuurlijk) enthousiast over het onderzoekscollectief dat, getuige bijvoorbeeld ook de toetsenborddetectives uit de docuserie Don’t F**k With Cats en de Nederlanders die in hun vrije tijd naar vermiste landgenoten speuren uit ZOEK!, helemaal in de tijdgeest lijkt te passen. Zeker aan het slot krijgt deze miniserie bijna een promotioneel karakter en volgt zelfs een ‘call to action’. Want het specialistenteam kan altijd extra menskracht gebruiken of ‘out of the box’-denkers die deze zaak – en de vele kouwe zaken die wellicht nog volgen – een nieuwe draai kunnen geven.

Tegelijkertijd zou menigeen door deze boeiende serie inderdaad wel eens de neiging kunnen krijgen om zich, met zijn of haar eigen specialisme, ook te melden als burgerdetective.

We Live In Public

Interloper Films

Het moet een combinatie worden van een evenement, een feest en een sociaal experiment. In een New Yorks ‘pod hotel’, waar honderd kunstenaars voor drie maanden intrekken, begint internetpionier Josh Harris in 1999 zijn eigen underground-maatschappij. Overal worden camera’s, microfoons en monitoren opgehangen. Harris ziet er een nieuwerwetse versie van Andy Warhols The Factory in, waarbij iedereen inderdaad een kwartiertje wereldberoemd kan zijn. Alleen: niet slechts eenmaal per leven, maar elke dag opnieuw. En hij, de grote bedenker en leider, faciliteert alles!

Er zijn natuurlijk wel enkele voorwaarden. Want wie betaalt bepaalt ook hier. Elke participant wordt vooraf dus indringend verhoord (alsof hij/zij toegang vraagt tot een soort politiestaat). Wie eenmaal binnen is, mag niet meer naar buiten. Exhibitionisme is bovendien verplicht. Letterlijk alles wordt gefilmd. Dit mondt uit in een decadente en arty 18+-variant op het Nederlandse Big Brother-concept. Harris noemt het: Quiet: We Live In Public. En je hoeft geen grote visionair te zijn om te weten dat dit helemaal uit de hand gaat lopen. Ook omdat dat waarschijnlijk precies de bedoeling is.

Impertinente vragen bestaan niet. Privacy ook niet. Slapen, neuken en poepen doen ze voor het oog van de wereld. En geweren leegschieten mag in de kelder. Regisseur Ondi Timoner volgt de verrichtingen van initiatiefnemer Josh Harris dan al enkele jaren en sluit voor de documentaire We Live In Public (89 min.) ook bij dit Orwelliaanse project aan. En als Quiet eenmaal is uitgedoofd, schakelt Harris door naar een nog veel persoonlijkere onderneming: op de website weliveinpublic.com kunnen hij en zijn vriendin Tanya Corrin permanent worden geobserveerd.

Die relatie spat uiteindelijk publiekelijk uit elkaar en Harris zelf gaat volledig ten onder aan deze eigenzinnige variant op The Truman Show. Leeggezogen door een publiek dat hij zelf heeft bedacht en uitgenodigd. Daarmee wordt ook dit project een krachtige metafoor voor wat het wereldwijde web kan aanrichten en een voorbode van de rol die sociale media zullen gaan spelen in ons leven. Van degenen onder ons die de hele wereld een stukje van zichzelf geven – zoals hedendaagse influencers, internetpersoonlijkheden en ook wijzelf doen – blijft vermoedelijk verdacht weinig over.

‘Alles is gratis’, zei Josh Harris al bij aanvang van het schaamteloze kunstproject Quiet. ‘Behalve de video’s die we van je maken. Die zijn van ons. Zo verkopen we je eigen leven aan je terug.’ Het is een punt dat ook Ondi Timoner wil maken in deze scherpe documentaire, die haar op het Sundance Film Festival van 2009 voor de tweede keer, na Dig! (2004), de Grand Jury Award bezorgt en sindsdien weinig aan actualiteit heeft ingeboet.

The Elon Musk Show

Viaplay

‘Je gebruikt dit vast niet’, zegt Jim Cantrell tegen documentairemaker Jeremy Llewellyn-Jones als hij zijn initiële reactie wil laten zien op Elon Musks idee om van de mensheid ‘een multi-planetaire soort’ te maken. ‘Maar dit is wat ik in eerste instantie dacht, oké?’ De goedlachse ruimtevaarttechnicus maakt een opzichtige masturbatiebeweging.

Daarbij kan een buitenstaander zich vast iets voorstellen als het gaat om de rijkste man ter wereld, visionair, bullebak, superondernemer, opperhaan, autist en internettrol Elon Musk. The Sky is beslist niet the limit voor de drijvende kracht achter baanbrekende ondernemingen als Tesla en SpaceX en de omstreden nieuwe eigenaar van Twitter. Zoals overigens ook de ondergrens soms maar niet in zicht komt bij de man die met één tweet een bedrijf op zijn kop zet of de beurskoers ervan kan laten kelderen.

In Llewellyn-Jones’ driedelige serie The Elon Musk Show (170 min.) loopt verteller Kate Fleetwood het leven en de carrière van zijn enigmatische protagonist door en probeert ondertussen vat te krijgen op Musks persoonlijkheid met zijn moeder (en grootste fan) Maye, vader Errol, tweevoudige ex-vrouw Talulah Riley, durfkapitalist Steve Jurverson (die volgens eigen zeggen honderd miljoen dollar in Elons bedrijven heeft geïnvesteerd) en allerlei medewerkers van zijn bedrijven.

Is hij, zoals zijn moeder beweert, niets minder dan een genie? En ‘immuun voor risico’? Een notoire wereldverbeteraar misschien? Of toch één van de gevaarlijkste mannen op aarde? Alle betrokkenen zijn ’t er wel over eens dat Elon Musk een imposant intellect heeft, maar wat hij daar dan mee doet? Dit gesmeerde portret, waarin hij zelf alleen via archiefmateriaal aan het woord komt, belicht ook ‘s mans schaduwzijden, maar benadert die toch vooral als onvermijdelijke bijwerkingen bij zijn grootse verrichtingen.

Het is natuurlijk niet voor niets The Elon Musk Show.

The Children In The Pictures

BNNVARA

Het is een gruwelijke lakmoesproef. Nadat de undercoveragenten van de taskforce Argos de online identiteit van een kindermisbruiker hebben aangenomen en zijn geïnfiltreerd in hun internationaal opererende netwerk, volgt onvermijdelijk de vraag: kun je eens wat delen? Niet reageren is geen optie. Dan worden de banden onmiddellijk doorgesneden. En dus verlagen ze zich noodgedwongen tot zo’n beetje het walgelijkste waartoe een mens in staat is en klikken vervolgens op verzenden, met een luchtig berichtje erbij: Geniet ervan.

Met zulke omstreden infiltraties proberen rechercheur Jon Rouse, het Australische hoofd van de toonaangevende taskforce, en zijn Britse collega Paul Griffiths wereldwijd netwerken op te rollen en kinderen te redden van misselijkmakend misbruik. Daarmee is de kous dan overigens nog niet af. Jaren nadat ze zijn bevrijd kunnen er nog steeds foto’s of filmpjes van hen rondgaan op het dark web. ‘De seksuele uitbuiting van die kinderen gaat door lang nadat ze gered zijn’, vertelt Warren Bulmer, een Canadees lid van de taskforce Argos. ‘En zij moeten daar hun hele leven mee omgaan.’

In de schokkende documentaire The Children In The Pictures (80 min.) van Akhim Dev en Simon Nasht leggen de gedreven rechercheurs tot in detail uit hoe ze aan het begin van deze eeuw, tijdens een onderzoek genaamd Operation Achilles, infiltreren bij het netwerk ‘The Group’. Onder de schuilnaam ‘Red_Rocket’ jagen ze daar bijvoorbeeld twee jaar lang op een specifieke ‘producent’. Hij levert al jaren achter elkaar afzichtelijk beeldmateriaal van één enkel meisje, ‘Girl One’ gedubd, dat letterlijk voor de camera opgroeit. Het geweld in de filmpjes lijkt bovendien ernstig te escaleren.

Terwijl ze de identiteit weten vast te stellen van verschillende deelnemers aan het netwerk, waaronder een Nederlander met de bijnaam ‘Thunderbird’, en zo langzamerhand willen overgaan tot arrestaties, lukt het Rouse en zijn vakbroeders maar niet om de identiteit van Girl One en haar kwelgeest vast te stellen. Daardoor komen ze voor een duivels dilemma te staan: ze hebben nu de kans om een aantal notoire kindermisbruikers uit te schakelen, maar als ze dat doen raken Girl One en de man die haar misbruikt waarschijnlijk weer buiten beeld.

Van zulke keuzes liggen de gespecialiseerde rechercheurs, die dagelijks verschrikkelijke dingen (moeten) zien, nachten wakker. Behalve een afdaling in een bijzonder naargeestige schaduwwereld is deze unheimische film tevens een portret van hen, gedreven politiemensen die werkelijk door riemen en ruiten gaan voor de kinderen. Daarbij worden de omstandigheden steeds lastiger. De techniek staat, letterlijk, voor niets en faciliteert steeds grotere en geavanceerdere netwerken. Namen als The Love Zone, Child’s Play en Baby Corner laten weinig aan de verbeelding over.

En hoewel hun werk soms dweilen met de kraan vol open lijkt, sociale netwerken zoals TikTok (die kinderen stimuleren om selfies, ofwel: user generated content, te maken) alweer voor nieuwe uitdagingen zorgen en seksuele uitbuiting van kinderen sowieso het snelst groeiende zware misdrijf in de wereld is, blijven Rouse en zijn team op de één of andere manier optimistisch. ‘Zonder hoop zou ik niet naar m’n werk gaan’, zegt hij ferm, vast ook tegen zichzelf, in deze documentaire die niemand wil maar iedereen moet zien. Zolang de taskforce Argos maar één kind kan redden…

RIP!: A Remix Manifesto

Van wie is een idee of creatie? En wat mag een ander daar dan mee doen? Die vragen staan centraal in Brett Gaylors baanbrekende documentaire RIP!: A Remix Manifesto (86 min). Ze monden uit – in Gaylors woorden – in oorlog tussen de ‘copyright’, de traditionalisten die het ouderwetse auteursrecht koste wat het kost willen beschermen en gewoon willen blijven inzetten als melkkoe, en de ‘copyleft’, de generatie die is opgegroeid met het internet, in wezen vindt dat alles van iedereen is en zweert bij samples, mashups, covers, citaten en alle andere toepassingen waarmee de vrije uitwisseling van ideeën wordt gegarandeerd. Het gevecht om intellectueel eigendom dus. En dat strekt zich uit ver voorbij de grenzen van muziek of kunst.

Bouwt kennis of cultuur sowieso niet altijd voort op al wat eerder is gedaan? En ging ’t ook niet altijd zo? Gaylor geeft een treffend muziekvoorbeeld: de hit The Last Time van The Rolling Stones was toch gebaseerd op This May Be The Last Time van The Staple Singers, dat overigens ook nog een behandeling kreeg van een project van de voormalige manager van The Stones, The Andrew Loog Oldham Orchestra? En toen besloot The Verve vervolgens The Stones weer te samplen voor Bittersweet Symphony. Nadat Jagger en Richards succesvol de rechten van dat nummer hadden geclaimd, verkochten ze het voor een commercial door aan sportmerk Nike. Waarna Gaylors favoriete artiest Girl Talk, die een centrale positie inneemt in deze film, het in 2007 weer gebruikte voor een eigen nummer: Once Again.

Wie het nog snapt, mag het zeggen. Welnu: Brett Gaylor doet een loffelijke poging, met ontzettend veel inventiviteit, heerlijke humor en fijne historische doorkijkjes (Mickey Mouse!): in het publieke domein kunnen/moeten we als mensheid voortbouwen op onze collectieve kennis. Niks mis mee. Toch? Of zijn het dan weer gewoon andere multinationals die daarvan profiteren, trekken de verantwoordelijke denkers/kunstenaars/ontwerpers sowieso aan het kortste tijd en zou daardoor de menselijke ontwikkeling wel eens kunnen stagneren? Hoewel de voornaamste spelers en conflicten sinds de release van deze documentaire in 2008 zijn veranderd – wie herinnert zich nog de strijd van Metallica tegen Napster of Radioheads opstelling als ‘grensverlegger’? – is de discussie in wezen niet veranderd.

Waar houdt zogenaamd ‘fair use’ op en begint inbreuk op auteursrecht, (intellectueel) eigendom of patenten? Het fijne van RIP is dat vorm en inhoud echt samen optrekken. De film zelf is ook een mashup en daarmee – afhankelijk van de stam waaraan je je hebt verbonden in deze ideeënoorlog – een belangrijk manifest over de vrijheid van meningsuiting/illegaal werk/verwarrende kunstuiting. Ruim tien jaar later, een eeuwigheid in deze discussie, heeft Brett Gaylors pièce de résistance in elk geval nog helemaal niets aan denkkracht, amusementswaarde en relevantie ingeboet.

Running With The Devil: The Wild World Of John McAfee

Netflix

‘Is McAfee een succesvolle ondernemer die gek is geworden en zijn buurman vermoordde?’ vraagt de hoofdpersoon van Running With The Devil: The Wild World Of John McAfee (106 min.) zich hoogstpersoonlijk af in het vet aangezette intro van deze documentaire. ‘Of is hij de mogelijke redder van Amerika?’ Bij beelden van de populaire talkshow van Larry King, waarin hij zichzelf vervolgens presenteert als presidentskandidaat, gooit John McAfee er nog maar eens een smakelijke oneliner in. ‘Ik wil niemand alcohol, drugs, geweld of krankzinnigheid aanpraten’, zegt hij onderkoeld, als een onvervalste Hollywood-held. ‘Maar bij mij heeft het gewerkt.’

En daarmee is het spel op de wagen voor deze slicke schelmendocu waarin, wederom volgens de Brits-Amerikaanse antivirussoftware-pionier zelf, ‘James Bond meets Scarface, with a little Indiana Jones’. Documentairemaker Charlie Russell is duidelijk in zijn nopjes met zijn larger than life-hoofdpersoon en serveert diens doldwaze lotgevallen uit met de bravoure van een willekeurige blockbuster. Daarmee is hij overigens zeker niet de eerste. In 2017 verscheen bijvoorbeeld het al even smeuïge Gringo: The Dangerous Life Of John McAfee. Toen was de man alleen nog in leven. In 2021 viel definitief het doek voor de voorstelling van de toen 75-jarige durfal.

En dus kan nu de balans worden opgemaakt van een leven dat John McAfee over hoge toppen en door diepe dalen sleurde. Russell is alleen duidelijk niet van plan om een doorwrocht portret te maken, waarin alle bokkensprongen van zijn subject op hun plek worden gezet binnen een geloofwaardig narratief. Hij concentreert zich liever op McAfee’s vlucht uit Belize in 2012, nadat hij daar verdachte werd in een moordzaak. De rouwdouwer nam de wijk naar Guatemala, gevolgd door een cameraploeg. En VICE-verslaggever Rocco Castoro en cameraman Robert King delen nu natuurlijk maar al te graag hun verhaal en claimen zo meteen hun eigen ‘fifteen minutes of fame’.

McAfee’s veelbewogen bestaan wordt daarmee gereduceerd tot het mediaspektakel dat hij er in de laatste jaren willens en wetens van heeft gemaakt. De man daarachter laat zich evenwel nauwelijks zien, ook niet in interviews met zijn toenmalige, ternauwernood meerderjarige, vriendin Samantha Venegas en latere liefde, de voormalige prostituee Janice Dyson. Zoals ook zijn ghostwriter Alex Cody Foster, die waarschijnlijk ook een graantje wil meepikken, vooral sterke verhalen toevoegt, die hij van de ‘bullshitter’ zelf te horen heeft gekregen. Over hoe die de halve wereld heeft gehackt en uit de weg dreigt te worden geruimd door het Sinaloa-drugskartel.

Pas in het laatste deel van de film krijgt McAfee’s eindeloze stroom van zelf veroorzaakte ellende, broodje aap-verhalen en doorgesnoven paranoia iets meer context en duiding. Als er echt wezenlijke dingen uit zijn verleden boven tafel dreigen te komen, dient zich echter meteen een spraakmakende theorie aan. Die is voor een buitenstaander met geen mogelijkheid op waarde te schatten, maar haalt de focus wel weer weg van wat McAfee nu werkelijk heeft gemaakt tot wie hij is. Running With The Devil blijft daardoor steken op het niveau van een lekker trashy realityshow, waarbij de opperfreak tot het bittere eind bereid blijft om alles te doen waarmee hij de aandacht kan vasthouden.