Lilith Fair: Building A Mystery

Disney+

‘Never play two women back to back.’ Op de Amerikaanse radio is het tot ver in de jaren negentig goed gebruik om nooit twee liedjes van vrouwelijke artiesten achter elkaar te draaien. Dat kan het publiek helemaal niet aan. Of twee opeenvolgende vrouwelijke acts op een festival. Ook niet doen. Daar komt alleen maar ellende van.

En dat is dan weer tegen het zere been van de Canadese singer-songwriter Sarah McLachlan, die zich sowieso verbaast over het alomtegenwoordige seksisme binnen de Amerikaanse muziekindustrie. Vrouwelijke artiesten worden nog altijd keihard worden afgerekend op hun uiterlijk en moeten zich, bijvoorbeeld op festivals zoals Lollapalooza, staande houden in een vrijwel volledig mannelijke omgeving. McLachlan en haar – overigens ook volledig mannelijke – team zinnen op een alternatief: een rondreizend festival met louter vrouwelijke acts, die nu eens niet hoeven te wedijveren met macho mannen.

Ze dubben dit Lilith Fair – vernoemd naar de eerste vrouw van Adam, voordat die aan de zijde van Eva belandde – en strikken toonaangevende artiesten zoals Patti Smith, Tracy Chapman, Sinead O’Connor, Dixie Chicks en Missy Elliott. Ook de festivalcrew en het publiek bestaan voor een belangrijk deel uit vrouwen. Dat zorgt voor een enorme saamhorigheid en aandacht voor thema’s die de Lilith-gemeenschap aangaan, zoals het recht op abortus en de emancipatie van LHBTIQ+’ers (via rolmodellen zoals Indigo Girls en Brandi Carlile). Van elk festivalkaartje wordt bovendien een dollar gedoneerd aan een goed doel.

In de onvervalste trip nostalgia Lilith Fair: Building A Mystery (99 min.) blikt Ally Pankiw met Sarah McLachlan en haar team en participanten zoals Sheryl Crow, Suzanne Vega, Jewel, Liz Phair, Paula Cole, Shawn Colvin, Erykah Badu en Joan Osborne terug op de jaren 1997-1999, waarin Lilith Fair een divers en inclusief alternatief biedt voor de veelal door mannen en mannetjes gedomineerde popfestivals. Zoals bijvoorbeeld de volledig uit de hand gelopen reprise van Woodstock in 1999, waarbij lompe macho acts als Limp Bizkit en Kid Rock de toon zetten en een zeer agressieve, vrouwonvriendelijke omgeving creëren.

Tegelijkertijd is kritiek op ‘Vulvapalooza’ ook onvermijdelijk en krijgt het reizende circus zeker in het Amerikaanse hartland te maken met aanvallen uit conservatieve hoek. Die kunnen het zusterschap, waarvan uiteindelijk ook aanvankelijke kritische vrouwen zoals comedian Sarah Bernhard en Chrissie Hynde (The Pretenders) deel zijn gaan uitmaken, echter niet verstoren, blijkt uit deze liefdevolle reconstructie, die tevens tegemoet komt aan iedereen met ‘nineties nostalgia’.

The Yogurt Shop Murders

HBO Max

‘Kunt u beginnen met vertellen hoe uw dochters zijn vermoord?’ Ruim vijftien jaar later geneert Claire Huie zich voor de openingsvraag die ze stelde aan Barbara Ayres-Wilson, de moeder van Jennifer en Sarah Harbison. Achteraf bezien was het wel heel ongevoelig om zo een interview met een rouwende ouder te beginnen, vindt Huie nu, terwijl ze thuis liefdevol haar eigen baby vasthoudt. Ze heeft het beeldmateriaal van haar onderzoek naar de viervoudige moord in Austin, waarmee zij zich in 2009 op de kaart wilde zetten als filmmaakster, nu doorgespeeld aan haar collega Margaret Brown (Descendant).

En die maakt in The Yogurt Shop Murders (239 min.) veelvuldig gebruik van Huies materiaal. Ook van datzelfde interview met de moeder van de zeventien- en vijftienjarige zussen Harbison die op 6 december 1991 samen met hun vriendinnen Eliza Thomas (17) en Amy Ayers (13) werden vermoord in de ‘I Can’t Believe It’s Yogurt!’-winkel in een winkelcentrum te Austin. Ayres-Wilson vertelt bijvoorbeeld hoe ze zelf de vader van haar dochters en andere familieleden moest bellen en hen toen vertelde ‘dat het leven voorbij was’. Daarna hoorde ze alleen nog geschreeuw aan de andere kant van de lijn.

Het is een exemplarische scène voor deze vierdelige true crime-serie. Brown holt niet zomaar hijgend achter de zoektocht naar de daders aan, maar buigt zich vooral over de impact van het misdrijf, dat diepe sporen door de Texaanse gemeenschap en de levens van nabestaanden en direct betrokkenen heeft getrokken. Volgens Eliza Thomas zus Sonora ontwricht zo’n traumatische gebeurtenis het leven van tal van mensen voor meerdere decennia. Als je een broer of zus verliest, weet ze uit eigen ervaring, verlies je bijvoorbeeld ook je ouders. ‘Dat is veel belangrijker dan ontdekken wie ‘t heeft gedaan.’

‘Ik weet dat er ergere dingen zijn gebeurd met mensen’, vat Pam Ayers, die samen met haar echtgenoot Bob en het gehele gezin van hun zoon Shawn participeert in de miniserie, het verlies van haar dertienjarige dochter dertig jaar later geëmotioneerd samen. ‘Maar dat waren niet mijn kinderen.’ De schade is ook niet beperkt gebleven tot de familie. John Jones, de oorspronkelijke leider van het politieonderzoek, zit weliswaar al 153 lichamen bij de afdeling Homicide van de Austin Police Department – want zo tel je de dagen als moordrechercheur – maar is inmiddels wel gediagnosticeerd met PTSS.

En dan zijn er nog de hangjongeren die jarenlang in de gevangenis hebben gezeten voor de Yogurt Shop-moorden. Waren zij daadwerkelijk schuldig of zijn ze tijdens hun politieverhoor simpelweg onder de druk bezweken? Hoewel het er alle schijn van heeft dat zij een valse bekentenis hebben afgelegd, worden ze nog altijd scheef aangekeken. Zo pelt Margaret Brown het schokkende misdrijf helemaal af. Daarbij belicht ze ook de permanente media-aandacht voor de moordzaak en de druk op het politiekorps om de daders te vinden. Die hebben in Austin voor een zeer ongezonde dynamiek gezorgd.

Want zo’n viervoudige moord is nu eenmaal – hoewel je op basis van de talloze andere hap-slik-weg true crime-producties anders zou kunnen vermoeden – geen spannende puzzel die stukje bij beetje moet worden gelegd, waarna het totaalbeeld, niets minder dan de waarheid, zich als vanzelf aandient. Nee, zo’n tragisch misdrijf is eerder te vergelijken met een gigantische krater, waar alle direct betrokkenen omheen proberen te leven en soms ook gewoon keihard invallen. The Yogurt Shop Murders, tot nader order de beste true crime-docu van het jaar, maakt de diepte en reikwijdte daarvan voelbaar.

Intussen stelt de miniserie tevens wezenlijke vragen over het (Amerikaanse) rechtssysteem, de waarde van bekentenissen en de werking van ons geheugen.

A Deadly American Marriage

Netflix

Afhankelijk van welke lezing van de feiten prevaleert tijdens de rechtszaak is Jason Corbett een gewelddadige echtgenoot die alleen met een honkbalknuppel en baksteen was te stoppen of een onschuldige man die rücksichtslos van het leven en zijn kinderen werd beroofd door zijn tweede echtgenote en haar vader. Die feiten zijn ronduit gruwelijk. Op 2 augustus 2015 wordt de 39-jarige Ierse zakenman zo toegetakeld dat Alan Martin, een openbaar aanklager met dertig jaar ervaring, er nog van volschiet.

Wie daarvoor verantwoordelijk zijn lijdt geen twijfel: Molly Martens en haar vader, de gepensioneerde FBI agent Tom Martens. Zij houden in A Deadly American Marriage (102 min.) evenwel staande dat er sprake was van noodweer. Tegelijkertijd zijn Jasons zus Tracey en haar echtgenoot David ervan overtuigd dat zij Corbett doelbewust hebben afgeslacht, om de voogdij over diens kinderen Jack en Sarah te kunnen krijgen. En Jasons kinderen? Die dreigen een speelbal van de verschillende partijen te worden.

Het drama, dat pas onlangs definitief (?) is afgehandeld wordt in zekere zin al in november 2006 in gang gezet. Dan overlijdt Jasons eerste vrouw Mags, de biologische moeder van Jack en Sarah, plotseling na een astma-aanval. De rouwende weduwnaar uit Janesboro, in het Ierse graafschap Limerick, krijgt hulp van een Amerikaanse au pair, die niet alleen voor zijn kinderen begint te zorgen. Jason is als was in de handen van de veel jongere Molly, die hem tot een huwelijk en verhuizing naar de VS weet te verleiden.

Daar, in Meadowlands, North Carolina, zou de relatie al snel zijn verzuurd. Afhankelijk van wie er over die tijd vertelt ontwikkelde Jason Corbett een serieus woedeprobleem, dat voor zeer bedreigende situaties zorgde en blijkbaar alleen met uitzinnig geweld was te stoppen. Óf bleek zijn voormalige vrouw Molly toch een geslepen intrigante, die haar zinnen had gezet op Jasons kinderen en toen ze haar positie dreigde te verliezen haar toevlucht nam tot zéér oneigenlijke methoden. Met moord als tragisch eindstation.

Als buitenstaander word je in deze slim opgebouwde en uitgeserveerde true crime-docu van Jenny Popplewell en Jessica Burgess steeds heen en weer geslingerd tussen twee volstrekt tegengestelde versies van de werkelijkheid, waarbij één van de twee partijen de waarheid aan z’n zijde heeft en de andere er schaamteloos mee woekert. Maar welke dan: de Martensen of toch de Burgesses? En hoe slaagt de andere kant er dan in om tien jaar na dato nog altijd met een stalen gezicht keiharde leugens te verkondigen?

Die balanceeract werkt in A Deadly American Marriage wonderwel en dwingt de kijker om z’n eigen veronderstellingen en vooroordelen onder de loep te nemen – al is aan het einde ook wel duidelijk aan welke zijde de makers staan.

The Crash Reel

HBO

Op 23 september 1988, 7817 dagen voor de Olympische Winterspelen van Vancouver van 2010, zet Kevin Pearce, als baby van elf maanden, zijn eerste stapjes. Niemand kan dan nog vermoeden dat hij een befaamde Amerikaanse snowboarder zal worden en dat hij bij diezelfde Spelen de gedoodverfde winnaar Shaun White wil gaan verslaan. En helemaal niemand kan dan natuurlijk vermoeden dat Kevin op 22-jarige leeftijd, nog geen vijftig dagen vóór Vancouver, een verschrikkelijke val zal maken. En die zet niet alleen een streep door zijn deelname aan de Olympische Spelen.

Op 31 december 2009 komt de snowboarder helemaal verkeerd terecht na een mislukte ‘cab double cork’. In de sneeuw ligt een zielig hoopje mens dat met een traumahelikopter naar het ziekenhuis wordt vervoerd, het startpunt van de aangrijpende documentaire The Crash Reel (102 min.) van Lucy Walker uit 2014. ‘Ik moet huilen’, verwoordt David Pearce, Kevins broer met het syndroom van Down, enkele dagen later in een revalidatiekliniek in Denver wat al zijn geliefden denken. ‘Omdat ik Kevin zo mis.’ Zijn broer – of althans een variant op zijn broer – zit nochtans recht tegenover hem.

Als Kevin in de spiegel kijkt, ziet hij echter nog steeds Kevin, de onverschrokken snowboarder die nog niet zo lang geleden White, de koele kampioen van het type Billy Mitchell, naar de kroon stak. Hij is vastbesloten om zijn rentree te maken. Walker pakt dit proces op, nadat Kevins broer Adam direct na het ongeluk al is begonnen met filmen, en legt de verwikkelingen in huize Pearce van zeer nabij vast. Enige tijd later is het opnieuw David die de knuppel in hoenderhok gooit. ‘Ik wil niet dat je doodgaat’, zegt hij tijdens Thanksgiving tegen zijn broer. ‘En niet dat je in een rolstoel terechtkomt.’

Het feit dat Kevin daar heel anders over denkt past bij de mindset van een topsporter en is ook onderdeel van de dynamiek van extreme sporten zoals snowboarden, betoogt Lucy Walker via hen. En hersenletsel vergroot de kans op volgende ongelukken. Omdat de geest misschien nog wel wil – en soms ook letterlijk minder gevaren ziet – maar het lichaam lang niet alles meer kan. Tegelijkertijd hebben de financiers van deze sporters er alle belang bij om hen tot het uiterste drijven. Spectaculaire acties, op de grens van wat mogelijk is, zijn nodig om het publiek vast te houden. Dat is vragen om problemen.

Om dat punt goed in de verf te zetten laat de Britse filmmaakster nog talloze andere voorbeelden zien van sporters die hun eigen grenzen niet kenden en tegen zichzelf in bescherming hadden moeten worden genomen. Trefzeker werkt The Crash Reel, vlot gemonteerd en voorzien van een up tempo-soundtrack, zo toe naar het moment waarop Kevin Pearce wordt gedwongen om de waarheid onder ogen te zien. Hij is niet meer de Kevin Pearce, die een gouden medaille had kunnen winnen. Hij is Kevin Pearce, een jonge vent met een hersenbeschadiging, die nog altijd meer wél dan niet kan.

Of dat echter genoeg is voor iemand waarvoor altijd alleen het allerbeste goed genoeg was? Lucy Walker laat zien dat zijn broer David in dat opzicht nu eens geen heel goed voorbeeld vormt: hij kan nog altijd niet accepteren dat hij het syndroom van Down heeft.

The Aristocrats

Think Film

Een documentaire over één enkele grap. Met een enorme baard bovendien, zo oud als Methusalem. Waarvan de clou ook al meteen wordt weggegeven: The Aristocrats (88 min.), juist. En toch blijft deze docu van Paul Provenza en Penn Jilette uit 2005 bijna anderhalf uur lang boeien en vermaken.

Want het gaat niet om de eindbestemming, de zogenaamde ‘punchline’, maar om de weg daarnaartoe, bezweren honderd bekende komieken en entertainers, waaronder George Carlin, Jon Stewart, Robin Williams, Chris Rock, Whoopi Goldberg, Bob Saget, Eric Idle, Penn & Teller, Howie Mandel, Eddie Izzard, Carrie Fisher, Don Rickles, Drew Carey, The Amazing Johnathan en Sarah Silverman.

Ieder van hen vertelt ook z’n eigen versie van de aloude grap. De ene nog ranziger dan de andere. Alles mag – zolang er maar veel poep en pis, seks en geweld inzit. Liefst in combinatie met dieren. Op weg naar een ‘pointe’ die iedereen al minutenlang ziet aankomen, laat de verteller zien uit welk hout hij of zij is gesneden en welke variaties ie op het welbekende thema kan bedenken.

Een South Park-versie bijvoorbeeld, waarin een onverstoorbare Cartman de andere personages uit de animatieserie vergast op zijn Artistocrats-grap. Of de roast van Playboy-baas Hugh Hefner door komiek Gilbert Gottfried, die kort na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 zijn publiek voor het eerst weer eens ouderwets laat lachen. Dat mag dan (blijkbaar) weer.

De grove grap zegt iets over de normen en waarden van een samenleving, concluderen de medewerkers van The Onion, het Amerikaanse voorbeeld van De Speld, tijdens een redactievergadering. Wat als grappig wordt beschouwd, waar de grens ligt en of die met de tijd verandert. Met seks valt in elk geval nauwelijks meer te shockeren, concluderen ze eensgezind, nu zo’n twintig jaar geleden.

Deze film bestaat vrijwel volledig uit gesproken woord – interviews, het vertellen van de grap en enkele performances – en is nog altijd buitengewoon grappig. Juist door de voorspelbaarheid ervan. The Aristocrats wordt bovendien geheel in stijl afgesloten, met een zeer geruststellende gedachte in de aftiteling: ‘No animals were fucked during the making of this film.’

Nu Ben Ik 18

NTR

Als ze officieel volwassen worden, stopt de begeleiding en moeten alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) ‘t in hun eentje zien te rooien in Nederland. Toen Issa, op zestienjarige leeftijd uit Syrië gevlucht vanwege de oorlog, achttien kaarsjes uitblies op de minderjarigenopvang in Amsterdam, kreeg hij bijvoorbeeld meteen de mededeling dat hij moest verkassen.

Inmiddels loopt de hoofdpersoon van Sarah Vasens korte docu Nu Ben Ik 18 (30 min.) met zijn ziel onder z’n arm rond in een asielzoekerscentrum te Maastricht. Van daaruit belt hij regelmatig, als het Syrische internet tenminste niet uitvalt, met familie thuis. Zijn moeder is ziek. Hij hoopt haar en de rest van het gezin naar Nederland te kunnen halen. Zo’n hereniging heeft alleen nogal wat voeten in de aarde.

In Amsterdam gaat Issa regelmatig, met Vasens opmerkzame camera in z’n kielzog, op bezoek bij zijn vriend Hamidie. Die wordt binnen afzienbare tijd eveneens achttien. Ook hij verliest dan de begeleiding die hem nu als amv ten deel valt. En waar zal hij dan terecht komen? Hamidie zelf zet in op een langer verblijf in de hoofdstad, want die kent hij inmiddels op z’n duimpje. Dat zal alleen ijdele hoop blijken.

Via de twee (nét niet meer) minderjarige vluchtelingen schetst deze observerende film het niemandsland waarin nieuwkomers terechtkomen nadat ze achttien zijn geworden. Op zichzelf teruggeworpen, in wederom een vreemde wereld, dreigen ze de hoop die bezit van hen nam toen ze een plek kregen in Nederland weer kwijt te raken. Het jonge leven dat structuur en richting had, dreigt weer helemaal vast te lopen.

Marjoe

Cinema 5 Distributing

Als zesjarige joch, door z’n ouders binnen de Amerikaanse Pentecostal Church geïntroduceerd als ‘de jongste evangelist ter wereld’, begroette hij vreemden met een ferme handdruk en een ingestudeerd praatje: hallo, meneer Smith, mijn naam is Marjoe Gortner en ik ben van plan om de Duivel twee blauwe ogen te bezorgen.

Dat jongetje is, als deze Oscar-winnende documentaire van Howard Smith en Sarah Kernochan in 1971 wordt opgenomen, inmiddels een volwassen man. Na zijn periode als kinderprediker, waarin hij miljoenen dollars zou hebben binnengehaald voor vader en moeder Gortner, begint Marjoe (88 min.) als twintiger zelf Mammon te dienen en puur voor de knaken te preken. Geloven doet hij allang niet meer. En daarover krijgt ie gaandeweg dan toch weer wroeging.

Marjoe besluit om de filmcrew van Smith en Kernochan toegang te geven tot zijn allerlaatste ronde langs Amerikaanse kerkgemeenschappen, om zo zijn eigen bedrog – en daarmee impliciet ook dat van talloze vakbroeders – aan de kaak te stellen. Wat gebeurt er als ze erachter komen dat ze voor de gek zijn gehouden? willen de filmmakers vooraf nog weten. ‘Ik hoop dat ze inzien dat het niet nodig is om al je geloof in handen van één willekeurige persoon te leggen.’

In de kleedkamer waar ze het opnameproces bespreken laat hij alvast zien hoe gemakkelijk ’t is om de uitzinnige prediker in zichzelf naar boven te halen. ‘For seven years I was a heroin addict, pill dropper, LSD tripper,’ begint Marjoe met gedragen stem aan één van zijn vaste riedels. ‘High ridin’ and then low slidin’, bustin’ heads, and droppin’ reds. Kickin’ in doors and bangin’ whores, settin’ tires and slashin’ fires. But then I met a man who was hung up, from my hang ups…’

Marjoe is ‘een geboren prediker’, vertelt zijn vader Vernon trots. Zijn zoon behoort tot de vierde generatie christelijke leidsmannen in de familie. Hij is intussen wel duidelijk een kind van zijn tijd: net zo goed beïnvloed door Mick Jagger als door Jezus. Marjoe maakt inderdaad indruk. Hij heeft onmiskenbaar de gave van het woord, maakt van elke dienst een meeslepend theaterstuk (inclusief handoplegging, healings en mietersveel Hallelujahs) en kan bovendien bedelen als de allerbeste.

Want, zo wordt ook al snel duidelijk: Amerikaanse predikers zoals Marjoe proberen overal een cent aan te verdienen. Ongegeneerd kloppen ze hun gehoor geld uit de broek. Na een performance – want dat is ‘t, niet meer of minder – worden de dollarbiljetten sans gêne op een stapeltje gelegd en vervolgens enthousiast geteld. Preken is een businessmodel, voor zogenaamd christelijke lieden die er geen been in zien om devote oude vrouwtjes van hun laatste tientje te ontdoen.

En Marjoe Gortner, of hij dat nu wil of niet, excelleert in dat métier. De scènes waarin hij als een jonge God, samen met enkele oudere collega’s, enkele (zwarte) kerken en ‘revival tenten’ op hun grondvesten laat schudden, hebben ruim een halve eeuw later niets aan kracht ingeboet. Het is en blijft topentertainment – ook al is er dan een charlatan aan het werk (die er blijkbaar ook geen moeite mee heeft om andere prekers voor eigen parochie te kijk te zetten).

Een fascinerend schouwspel, dat is ‘t.

In Vogue: The 90s

Disney+

Het duurt welgeteld twintig seconden voordat ze in de zesdelige serie In Vogue: The 90s (281 min.) het beeld instapt: Anna Wintour, de almachtige hoofdredacteur van de Amerikaanse editie van het modetijdschrift Vogue. Zoals altijd is ze uit duizenden herkenbaar: zuinig gezicht, kolossale zonnebril, strakke boblijn en een elegante outfit. Met de ene vinger aan de pols bij de ‘Zeitgeist’ en de andere in de richting van waar het, sneller dan wie dan ook in de gaten heeft, straks gaat gebeuren.

Zij wikt en beschikt over wat er toe deed, doet en gaat doen. Anna’s wil is wet, al zeker veertig jaar. Zij maakte zich bijvoorbeeld eind jaren tachtig sterk voor de nieuwe popster Madonna op de cover, maar moest dan weer niets hebben van grunge in Vogue. Zij zag even later in John Galliano een beeldbepalende ontwerper die wel een steuntje in de rug kon gebruiken, maar kon in eerste instantie Alexander McQueens bloed wel drinken nadat hij haar bij één van zijn shows buiten had laten wachten. En zij bracht hoogstpersoonlijk The Met Gala naar een hoger plan, maar had wel even tijd nodig om met haar trendy magazine de uitbundige hiphopcultuur te omarmen.

Zo wandelt deze miniserie van Jane Preston langs allerlei onderwerpen die de mode-industrie in de jaren negentig in hun greep hielden. Van het tijdperk van de supermodellen, ‘heroin chic’ en de opkomst van Stella ‘de dochter van’ McCartney tot de moord op Gianni Versace, ‘ghetto fabulous’ en Liz Hurleys weinig verhullende jurk bij de première van de film Four Weddings And A Funeral. ‘I announced that ‘the body’ was back’, stelt Wintour over dat laatste, ‘and that we were moving into a different era of fashion.’ Die deelonderwerpen zijn doorgaans elders al eens behandeld – en soms ook grondiger – maar worden hier netjes op een rijtje gezet en in een groter kader geplaatst.

Behalve Wintour zelf, leden uit haar directe entourage en ontwerpers zoals Marc Jacobs, Jean Paul Gaultier, Tommy Hilfiger, Misa Hylton en Donna Karan doen daarbij natuurlijk ook talloze topmodellen hun zegje: Claudia Schiffer, Naomi Campbell, Kate Moss, Linda Evangelista, Tyra Banks en Jenny Shimizu bijvoorbeeld. En om de sterrenparade helemaal compleet te maken hebben ook Kim Kardashian, Gwyneth Paltrow, Sarah Jessica Parker, Victoria Beckham, Claire Danes,  Missy Elliott, Baz Luhrmann, Mary J. Blige, Nicole Kidman en Hillary Clinton plaatsgenomen voor de camera om kond te doen van hun ervaringen met Vogue – en nog eens met verve hun eigen publieke zelf te spelen.

Het zegt iets over de schaal van deze documentaireproductie – waarbij Wintour zelf natuurlijk een flinke vinger in de pap heeft gehad – en de bedoeling ervan: het vieren van American Vogue’s rol en positie in de hedendaagse modewereld. Want wat er ook gebeurt op de cover, catwalk of fotoset, het vindt altijd zijn weg naar het grote publiek via die dekselse Anna Wintour en haar tijdschrift. Als zij in beeld komt – en dat weet ze zelf maar al te goed – gebeurt er iets – en, denkt een buitenstaander er wellicht bij, buigt de rest ook wel erg deemoedig het hoofd en luistert. Waarbij niemand meer lijkt/durft te kijken naar de kleren van de Keizerin.

Zoals ook The Devil Wears Prada – het boek dat Wintours voormalige assistente Lauren Weisberger in 2003, drie jaar te laat dus voor deze serie, uitbracht en dat werd verfilmd met Meryl Streep als de ijzige hoofdredactrice van een modetijdschrift – natuurlijk geheel onvermeld blijft.

Majority Rules

Abramorama

Kiezen tussen twee kwaden. Voor veel Amerikanen komt ‘t daarop neer tijdens de komende presidentsverkiezingen. Zoals ‘t eigenlijk al heel lang is. Al te veel nuance biedt het tweepartijenstelsel nu eenmaal niet. Menigeen brengt z’n stem dus uit met dichtgeknepen neus – als er al wordt gestemd – omdat die andere kandidaat nog véél erger is.

Dat kan anders, betoogt AJ Schnack in Majority Rules (92 min.). Het móet waarschijnlijk ook anders als de Verenigde Staten een vitale democratie willen blijven. Aan het begin van zijn, jawel, optimistische film laat hij overtuigend zien dat het huidige systeem alleen de scherpslijpers beloont. Slechts acht procent (!) van het Amerikaanse electoraat, de schreeuwerige partijtijgers, bepalen voor een belangrijk deel uit welke twee kandidaten de rest van hun landgenoten kunnen kiezen. De filmmaker vergelijkt ‘t met een uitgebreide menukaart die uiteindelijk wordt gereduceerd tot pizza Hawaï of Liver & Onions. Smakelijk! Om dat te veranderen moet het failliete primary-systeem, waarbij de twee politieke partijen hun eigen voorverkiezingen organiseren, helemaal op z’n kop.

AJ Snack gebruikt de staat Alaska als voorbeeld van hoe ’t ook kan. Daar hebben ze ’t in 2022 op een andere manier aangepakt. In plaats van aparte voorverkiezingen voor Democraten en Republikeinen, al dan niet opengesteld voor onafhankelijke kiezers, wordt daar één grote primary georganiseerd. Iedereen kan zich ervoor inschrijven. De vier kandidaten met de meeste stemmen stromen daarna door naar een systeem met ‘ranked choice voting’. Daarbij stemmen kiezers niet alleen op hun favoriete kandidaat, maar geven ze ook hun tweede, derde en vierde voorkeur aan. Zo wordt uiteindelijk, is de gedachte, degene gekozen met daadwerkelijk de meeste steun onder kiezers. Klinkt ingewikkeld, is het eigenlijk niet. Met zijn menukaart-analogie legt Snack ’t heel eenvoudig uit.

En dan zoomt hij in op de verkiezingsstrijd die losbarst in Alaska als Don Young, bijna een halve eeuw de enige vertegenwoordiger voor ‘The Last Frontier’ in het Amerikaanse congres, plotseling overlijdt. Uit de voorverkiezing komen vier kandidaten naar voren: de Democrate Mary Peltola, onafhankelijk kandidaat Al Gross, Republikein Nick Begich en – niemand minder/meer dan – de conservatieve oud-gouverneur en vicepresidentskandidaat Sarah Palin. Zij gaan campagnevoeren binnen een nieuwe politieke realiteit, waarin een coöperatieve houding naar je opponent misschien wel meer waard is dan het uitvechten van cultuuroorlogen. Intussen probeert ook Lisa Murkowski, een gematigde Republikeinse senator van Alaska, haar door Trump gesteunde partijgenote Kelly Tshibaka te verslaan.

Hoe houden zulke politieke tegenpolen zich staande in dit getrapte verkiezingssysteem? En, veel belangrijk nog: zorgt die nieuwe systematiek ervoor dat er een kandidaat wordt gekozen die daadwerkelijkheid door een meerderheid van het electoraat wordt gesteund? AJ Snack belicht in Majority Rules daarnaast ook initiatieven in andere staten om verkiezingen op een andere manier te organiseren en, dat ook, het onvermijdelijke verzet daartegen. Want, zoals hij in de kantlijn opmerkt, de Democraten en Republikeinen zijn ’t doorgaans over helemaal niets eens, maar blijken ineens wel te kunnen samenwerken als ‘t om verzet tegen het huidige primary-systeem gaat. Dat loslaten zou hun eigen bestaan wel eens in gevaar kunnen brengen. Geen pizza Hawaï of Liver & Onions meer.

Zulk cynisme krijgt echter nooit de overhand in deze – origineel waar! – hoopvolle film over de Amerikaanse politiek die doorgaans – en niet zonder reden, natuurlijk – toch zoveel onbegrip, woede en wanhoop oproept.

Made In Holland – De Grote Gift

Discours Film

In het Amerikaanse plaatsje Marblehead, vlakbij Boston, hangen ze gewoon aan de muur: ‘onbetaalbare‘ meesterwerken van zeventiende eeuwse Hollandse en Vlaamse meesters. Het oudere Nederlands-Vlaamse echtpaar Eijk en Rose-Marie de Mol van Otterloo, dat fortuin heeft gemaakt met een beleggingsfirma, beschikt over de grootste privéverzameling in de wereld. ‘Een’ Rembrandt van Rijn bijvoorbeeld, ‘een’ Jacob van Ruisdael en ‘een’ Jan Steen.

Ideale hoofdpersonen dus voor documentairemaker Oeke Hoogendijk, die met films als Mijn RembrandtMarten En Oopjen: Portret Van Een Huwelijk en De Vereniging Rembrandt, Een Uitzonderlijk Jaar van de liefde voor kunst van vermogende verzamelaars, en de daaromheen scharrelende handelaren, haar eigen niche heeft gemaakt. Behalve de Van Otterloos portretteert ze in Made In Holland – De Grote Gift (50 min.) nog een ander kunstminnend echtpaar: Susan en Matthew Weatherbie uit Boston. Ook dit stel heeft inmiddels een collectie van aanzienlijke waarde opgebouwd.

Via hen duikt ze in de psyche van de gefortuneerde kunstminnaar, voor wie een collectie nooit af is. Welke ‘kinderen’ wil je nog omarmen – en wie stoot je daarvoor dan af? Hoogendijk volgt Eijk en Rose-Marie van Otterloo bijvoorbeeld naar Londen waar ze bij het upper class-koppel Johnny en Sarah van Haeften ‘een’ Netscher en ‘een’ Bruegel op de kop hopen te tikken. Voor ettelijke miljoenen, dat wel. ‘Het zoet van grote kwaliteit blijft nog lang nadat het bitter van een hoge prijs is vergeten’, probeert de kunsthistoricus en adviseur Frits Duparc hen te verleiden tot aankoop.

De setting verraadt geld, oud en nieuw. En de sfeer tussen de gedistingeerde heren en dames blijft tijdens de onderhandelingen voorkomend en vriendschappelijk – al staat er veel geld en prestige op het spel. Heel aandachtig kijken ze naar de schilderijen – en wij, als kijkers, met hen – en bepalen de waarde die deze voor hen persoonlijk en volgens de markt hebben. Het blijft een intrigerend tafereel, want tegelijkertijd ligt er ook een andere prangende kwestie op tafel: waar moet de collectie heen als zij, de Van Otterloos en Weatherbies, er straks niet meer zijn?

Met die vraag brengt Hoogendijk deze boeiende, opnieuw tot in de puntjes verzorgde film naar zijn eindpunt. Het is, zoveel is duidelijk, weer onmiskenbaar ‘een’ Oeke geworden. En die zijn op hun eigen manier ook onbetaalbaar.

Secrets Of Prince Andrew

Bitachon365 / Candle Media

Het vuurtje dat hij op televisie uit had willen trappen ontploft als een bom in zijn gezicht. Op 14 november 2019 geeft de Britse prins Andrew een rampzalig interview aan het BBC-programma Newsnight (op basis waarvan onlangs overigens de speelfilm Scoop is gemaakt). Sindsdien is zijn naam onlosmakelijk verbonden geraakt met het seksueel misbruik-schandaal rond Jeffrey Epstein en Ghislaine Maxwell, dat hem al eerder in verlegenheid had gebracht. ‘Prince & Perv’, kopte The New York Post bijvoorbeeld in 2010. ‘1st Photos: Randy Andy with NYC sex creep.’

Met Newsnight-interviewer Emily Maitlis en -producer Sam McAlister schetst regisseur Paula Wittig in Secrets Of Prince Andrew (170 min.) de totstandkoming van het spraakmakende interview. Dat mondt soms bijna uit in zelfpijperij. De twee zijn nogal verguld met zichzelf en hun rol in ‘the biggest news story in the world’ en ‘the scoop of the century’. Tegelijkertijd hebben McAlister, de vrouw die Andrew langzaam binnen hengelde voor Newsnight, en Maitlis, die als vrouwelijke interviewer helemaal op haar plek was in het gesprek met de losgeslagen prins, natuurlijk ontegenzeggelijk iets teweeg gebracht in een geruchtmakende affaire, waarbij talloze minderjarige meisjes en machtige mannen (waarbij steeds weer de namen vallen van Bill Clinton, Donald Trump én Andrew, de Hertog van York) betrokken zouden zijn geweest.

Dit tweeluik schetst tevens het leven waarvan dit schandaal het publicitaire dieptepunt is; hoe Andrew in de beeldvorming van prins op het witte paard, via onverbeterlijke rokkenjager, verwordt tot een notoire pedo. Onderweg bekent hij zo nu en dan openlijk kleur. Als een jonge corpsbal-achtige uitvoering van de Hertog van York bijvoorbeeld te gast is in het televisieprogramma van Selina Scott flirt de prins heel opzichtig met de knappe presentatrice en dwingt hij haar ook min of meer om zijn bijnaam ‘Randy Andy‘ uit te spreken. Het is een ontluisterende scène. Hier zit duidelijk een man die zijn hele leven nauwelijks is begrensd en zomaar over de grenzen van een ander heen kan gaan.

Zijn gedrag lijkt ook het gevolg van zijn positie als tweede zoon van koningin Elizabeth, die gaandeweg buiten beeld raakt als potentiële troonopvolger en daarna elke vorm van richting lijkt te ontberen. Hij heeft een relatie met de actrice/fotografe Koo Stark, trouwt met en scheidt van Sarah Ferguson en openbaart zich met de jaren steeds nadrukkelijk als een Peter Pan-achtige figuur: een jongen die maar niet volwassen wil/kan worden – en daardoor steeds vaker in botsing komt met de burgersamenleving. Deze ontwikkeling wordt aardig in de verf gezet met vrienden, historici, biografen, koningshuisdeskundigen, advocaten, slachtoffers en beroepsgetuigen, zoals ‘lady’ Victoria Hervey, die er bijna een dagtaak van hebben gemaakt om over de Epstein-zaak te verhalen.

In het laatste deel van deze gedegen terugblik op de Andrew-affaire krijgen alle betrokkenen vervolgens pijnlijke fragmenten uit het gewraakte interview te zien. Daarin openbaart zich een man, die in al z’n arrogantie en wereldvreemdheid, geen oog heeft voor wat Epstein en zijn omgeving – waaronder vermoedelijk ook hijzelf, getuige de verklaringen van Victoria Giuffre – hebben aangericht. Daardoor wordt het Newsnight-interview met Andrew inderdaad een televisiemoment om niet snel te vergeten – al ligt dat uiteindelijk toch echt meer aan het klunzige opereren van de overjarige prins Casanova dan aan het kundige BBC-team.

Stormy

Peacock

‘It was awful but I didn’t say no’, zegt Stormy Daniels nu over de gebeurtenis, waarmee ze ook buiten de porno-industrie wereldberoemd is geworden. In 2006 ontmoet de 27-jarige Stormy (110 min.) bij een golftoernooi in Lake Tahoe de ruim dertig jaar oudere ondernemer en realityster Donald Trump. In zijn hotelkamer wil hij, vertelt ze in deze documentaire van Sarah Gibson, plotseling seks met haar. En zij laat het gebeuren.

In die tijd is Trump al getrouwd met zijn huidige, derde echtgenote Melania. Als hij zich negen jaar later kandidaat stelt voor het Amerikaanse presidentschap vormt het verhaal van zijn affaire met Stormy – echte naam: Stephanie Clifford – dus een bedreiging voor zijn politieke ambities. Daarom laat de Republikeinse presidentskandidaat zijn rechterhand Michael Cohen haar, nét voor de verkiezingen van 2016, 130.000 dollar betalen. Hij koopt daarmee, denkt ie, haar stilzwijgen.

In januari 2018, wanneer Donald Trump alweer een jaar president van de Verenigde Staten is, lekt de dubieuze deal echter uit. Stormy wordt subiet het mikpunt van Trumps omvangrijke trollenleger. Dat ze haar uitmaken voor hoer of slet kan ze best hebben, zegt Clifford daarover opvallend nuchter. Ze moeten het alleen niet wagen om haar een leugenaar te noemen. Als Michael Cohen de zaak dan ook nog lijkt te gaan behandelen in een boek, is de maat vol.

Daniels huurt een advocaat in, de publiciteitsgeile Michael Avenatti, die haar moet bevrijden van de geheimhoudingsverklaring die ze heeft getekend. Als ze op 25 maart 2018 besluit om haar verhaal te doen in het televisieprogramma 60 Minutes, sluit ook journalist Denver Nicks aan. Hij begint achter de schermen opnames te maken bij de zaak die dan allang verder reikt dan dat ene slippertje: heeft Trump misschien campagnefinancieringswetten overtreden?.

Nicks kan van binnenuit de emotionele achtbaan vastleggen waarin zijn hoofdpersoon in de navolgende periode terechtkomt. Daar zit de meerwaarde van deze film, die de achterkant van een in de pers breed uitgemeten politieke affaire kan laten zien: hoe Stephanie Clifford, haar echtgenoot Glen en hun dochtertje zich staande proberen te houden terwijl Stormy Daniels en plein public de strijd aanbindt met de president en zijn handlangers.

Trumps advocatenteam stelt in de navolgende jaren alles in het werk stelt om haar kapot te procederen. Clifford dreigt alles te verliezen wat ze heeft: haar huwelijk, haar inkomen én haar bewegingsvrijheid. Want de lieden die haar in 2018 nog vanaf een anoniem account uitscholden, uiten tegenwoordig rustig op eigen titel onverholen dreigementen. Aan het eind van deze boeiende film oogt ze dan ook verbitterd, moegestreden en bang.

Het beschadigde meisje uit een white trash-milieu, de ongenaakbare stripper en pornoster, de vrouw die zich dapper teweer stelt tegen de ‘grab ‘em by the pussy’-president, de onderneemster die tijdens dat proces ook gewoon de tering naar de nering zet met de striptour Make America Horny Again en het boek Full Disclosure en de moeder die koste wat het kost haar kind wil beschermen maakt tegenwoordig een ronduit geslagen indruk.

Terwijl haar Nemesis middenin zijn derde presidentscampagne zit en druk doende is om al z’n juridische problemen voor zich uit te schuiven, vreest zij bankroet en de gevangenis. De behoefte om haar kant van het verhaal over het voetlicht te brengen, zodat de wereld weet wat er zich tijdens en vooral na dat schmutzige bezoek aan Trumps hotelkamer heeft afgespeeld, lijkt stilaan te zijn gedoofd. Sommige gevechten mag/kun je nu eenmaal niet winnen.

De zwijggeldaffaire komt waarschijnlijk in het voorjaar van 2024 alsnog voor de rechter. Stormy Daniels lijkt dan te mogen getuigen.

Breaking Social

Cinema Delicatessen

‘Verandering begint aan de rand en trekt dan naar binnen’, stelt de Nederlandse schrijver/historicus Rutger Bregman, die in Breaking Social (92 min.) als één van de centrale sprekers wordt opgevoerd. ‘Dat is heel tegenstrijdig. Hoeveel George Floyds zijn er geweest vóór George Floyd, die geen massaal protest hebben veroorzaakt?’

De wereld kan ten positieve worden veranderd, is de stellige overtuiging van Bregman, bekend van zijn bevlogen stukken op de Correspondent. ‘Mensen die met nieuwe ideeën komen worden in eerste instantie altijd onredelijk en irritant gevonden’, stelt de opiniemaker, terwijl hij door zijn woonplaats Houten wandelt of fietst. ‘Maar als de utopie werkelijkheid wordt, wordt het iets vanzelfsprekends. “Ja, natuurlijk is de slavernij afgeschaft.” “We hebben een welvaartstaat.” “We hebben een democratie.” Dat zijn mijlpalen van beschaving.’

Dat de mens kan bijdragen aan een betere wereld lijkt uiteindelijk ook de boodschap van deze breed uitwaaierende documentaire van Fredrik Gertten (Push): in alle uithoeken van de aarde komen mensen in opstand tegen onrecht en proberen zij hun wereld bij te sturen, al is het dan maar een klein beetje. Chileense vrouwen verzetten zich bijvoorbeeld met zang en dans tegen het patriarchaat, Amerikaanse leerkrachten trekken samen op voor betere arbeidsomstandigheden en medewerkers van Amazon voeren actie tegen de manier waarop ze worden uitgebuit.

Er is ook alle reden om te protesteren, betoogt Gertten die zijn vertelling erg ruim heeft opgezet. Om zijn betoog te stutten verlaat hij zich, behalve op Rutger Bregman, ook op de Amerikaanse schrijfster Sarah Chayes. Zij spreekt over corrupte elites, die zich niet verbonden voelen met een land of de bewoners daarvan. Volgens haar staat het principe van ‘één burger, één stem’ daardoor onder druk. ‘We leven in een situatie van: één dollar of euro, één stem’, stelt Chayes. ‘En dat geeft rijke, invloedrijke CEO’s een disproportioneel grote invloed op de politiek.’

‘Als je niet boos bent, heb je gewoon niet opgelet,’ stelt Peter S. Goodman van The New York Times zelfs. Hoe kan het bijvoorbeeld dat een miljardair minder belasting betaalt dan degene die zijn wc schoonmaakt? Via een keur aan sprekers stipt Fredrik Gertten nog veel meer voorbeelden van misstanden aan – en initiatieven om die weer te corrigeren. Tot een dwingend narratief leiden al die mensen met hun eigen belangen, strijd en idealen niet. Zoals hij ook geen aangrijpend persoonlijk verhaal in het hart van deze documentaire heeft gepositioneerd.

Zonder zulke houvast – een schrijnend geval van onrecht bijvoorbeeld, waartegen iemand in het geweer komt – wordt Breaking Social vooral een interessante filosofische exercitie over de wereld waarin wij leven. Een Tegenlicht de luxe, zogezegd. Aan de hand van enkele treffende casussen – de moord op de Maltese journaliste Daphne Caruana Galizia, Cambridge Analytica en het ruimtereisje van Jeff Bezos bijvoorbeeld – worden de hedendaagse mores tegen het licht gehouden en van context voorzien. Maar om nu te zeggen dat ’t daarmee ook een héél enerverende film is geworden…

Satan Wants You

Cargo

‘Ik, Michelle Smith, werd op mijn vijfde door mijn moeder overgedragen aan een groep praktiserende satanisten, die me daarna een jaar lang gevangen hielden en me zowel mentaal als fysiek misbruikten als onderdeel van het demonische ritueel The Feast Of The Beast’, start de spreekstalmeester van het televisieprogramma To Tell The Truth, de Amerikaanse versie van Wie Van De Drie, alweer een nieuwe aflevering op.

‘Na deze beproeving leefde ik normaal en gelukkig tot 1976. Toen begon ik me ongemakkelijk te voelen en zocht psychiatrische hulp’, galmt de stem verder. ‘Al mijn verdrongen herinneringen heb ik toen hervonden met de hulp van dokter Lawrence Pazder. En dokter Pazder en ik hebben mijn verhaal nu verteld in een boek genaamd Michelle Remembers.’ Was getekend, Michelle Smith, ‘patient zero’ van de Satanic Panic, die zich uitstrekt van metalmuziek en het fantasyspel Dungeons & Dragons tot geruchtmakende misdaden zoals bijvoorbeeld de West Memphis Three-moorden.

Waarna de uitzending van Wie Van De Drie, waaraan die psychiater natuurlijk ook zijn medewerking verleent, kan beginnen en een schier eindeloze stroom van horrorverhalen over ritueel misbruik, marteling, verminking en – natuurlijk! – het drinken van bloed lanceert. Door geheimzinnige sektes van satanische pedofielen, die talloze kinderlijken op hun geweten zouden hebben. Zulke geruchten veroorzaken maatschappelijke onrust in de jaren tachtig en negentig. En Smith en Pazder hebben die ‘trend’ aangezwengeld, met een boek dat was gebaseerd op hun gezamenlijke therapiesessies.

Opnamen daarvan zijn ook te horen in deze documentaire van Sean Horlor en Steve J. Adams. ‘Laat het maar komen zoals het komt’, zegt Pazder bijvoorbeeld tegen zijn cliënt in november 1976. ‘Oordeel niet.’ Er weerklinkt onheilspellend gekreun. ‘Laat het zijn wat het is’, spoort de therapeut Smith nogmaals aan. Zij begint vervolgens geëmotioneerd te associëren, teksten die in bloedrode letters in beeld worden geprojecteerd: ‘Ik kon niet wegkomen. Niemand was goed. Ze deden me pijn en zorgden maar niet voor me. Ik kan het niet aan om ze daar te zien staan.’

Met hun verhalen over ‘Satanic Ritual Abuse’ worden Smith en Pazder, die er een ongezonde relatie op na blijken te houden, graag geziene gasten in de talkshows van Geraldo Rivera en Sally Jessy Raphael. Met Smiths zus Charyl, Pazder ex-vrouw Marylyn en dochter Theresa, podcaster Sarah Marshall, Blanche Barton (Magistra van de Church Of Satan), psycholoog Elizabeth Loftus en onderzoeksjournalist Debbie Nathan ontleden (en ontzenuwen) Horlor en Adams nu de wilde geruchten en beschuldigingen, die voor direct betrokkenen vaak ernstige consequenties hadden.

Michelle Smith en Larry Pazder waren niet meer dan cynische verkopers, stelt socioloog Jeff Victor, met de angst voor de Duivel als voornaamste product. En zulke handelaars in angst, zo maakt deze duister getoonzette film eveneens duidelijk, zijn van alle tijden. Zij haken aan bij maatschappelijke vrees – de horrorverhalen rond Jeffrey Epstein bijvoorbeeld, of in Nederland Robert M. – en voegen daar vervolgens hun eigen dosis spanning en sensatie aan toe. Ze oreren over pak ‘m beet Qanon, Pizzagate of Bodegraven, scoren daarmee volop aandacht en verdienen er ook nog een dik belegde boterham mee.

De boodschap van Satan Wants You blijft daarmee uiterst actueel. Want het gevaar schuilt niet in de Duivel. Althans niet in de gehoornde versie daarvan, hooguit in de mens die het slechtste in zichzelf aanboort. Teneinde een ander ermee te raken.

Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence

Disney+

Als acht studenten van het prestigieuze Sarah Lawrence College in 2010 besluiten om samen in een huis te gaan wonen, kunnen ze niet vermoeden dat er zich nog een soort extra bewoner zal melden in Slonim Woods 9 te Bronxville, New York, en dat hij het leven van enkele huisgenoten helemaal gaat overnemen. Lawrence Ray, de vader van studente Talia, is een voormalige marinier, medewerker van de CIA en FBI-informant, komt net uit de gevangenis en werpt zich ongevraagd op als mentor van enkele huisbewoners tijdens een door hemzelf afgekondigde Q4P, ofwel ‘quest for potential’.

De tieners zijn stuk voor stuk artistiek aangelegd en hebben niets voor niets gekozen voor een tamelijk alternatieve school die zich afficheert met de slogan ‘You are different, so are we’. Ze zijn stuk voor stuk kwetsbaar en zoekende. Ideaal materiaal voor een bijzonder dominant heerschap met zijn eigen issues, getuige Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence (203 min.). Binnen korte tijd vormt Larry Ray hen om tot zijn eigen sekte. Die krijgt in de media voor het gemak maar meteen het predicaat ‘sekssekte’ toebedeeld, ook al lijkt de seks uiteindelijk vooral nevenschade te zijn van Ray’s paranoïde machtswellust.

Deze driedelige docuserie van Zach Heinzerling reconstrueert de dramatische verwikkelingen met enkele direct betrokkenen en kan hun herinneringen bovendien illustreren met unheimische beeld- en geluidsopnames. Want Larry Ray maakte er een sport van om alles vast te (laten) leggen, een bizarre gewoonte die ook Keith Raniere en zijn roemruchte NXIVM-sekte er op nahielden en die in de inmiddels twee seizoenen tellende serie The Vow al optimaal is uitgenut. Ray’s escapades doen tevens denken aan het perverse machtsspel van R&B-zanger R. Kelly, dat uitvoerig is gedocumenteerd in de #metoo-serie Surving R. Kelly.

Heinzerling bouwt zijn vertelling zorgvuldig op. In aflevering 1 wordt uiteengezet hoe de parasiet Lawrence Ray het leven van zijn subjecten binnendringt en helemaal leegvreet. De tweede aflevering laat zien tot welke excessen dit vervolgens leidt en hoe sommige slachtoffers een toonbeeld worden van het Stockholm Syndroom. En de slotaflevering brengt de emotionele tol van het leven in ‘Larryland’ in kaart. Als geheel schetst Stolen Youth een onrustbarend beeld van hoe een malicieuze controlfreak anderen eerst volledig in zijn macht kan krijgen, om hen daarna rücksichtslos naar de rand van de afgrond te dirigeren.

Schuldig

Human

Elke rechtgeaarde docufanaat kijkt reikhalzend uit naar de documentaire Subject, waarin Camilla Hall en Jennifer Tiexiera met hoofdpersonages van bekende documentaires, zoals Elaine en Jesse Friedman (Capturing The Friedmans), Michael Peterson (The Staircase) en Arthur Agee (Hoop Dreams), onderzoeken welke impact deze films hebben gehad op hun leven.

In een Nederlandse variant zouden beslist BeppieJantjeKeesAlicia en Evelien aan het woord moeten komen. En Dennis van de Dierenwinkel, natuurlijk. Dat is overigens niet een licht curieuze achternaam, maar ’s mans professie. Dennis van den Burg runt de kwakkelende dierenspeciaalzaak Ambulia in de Vogelbuurt te Amsterdam-Noord. Terwijl hij zijn dieren en klanten ter wille probeert te zijn, moet hij zich de schuldeisers van het lijf houden.

Alle personages van de gelauwerde zesdelige serie Schuldig (274 min.) uit 2016 zijn niet meer dan radertjes in De Schuldmachine. Paul van het Buurtspreekuur. Abdelmalik van de Voedselbank. Ed van het Deurwaarderskantoor. Will van de Schuldhulpverleningsinstantie. Arjan van het Gemeentebestuur. En Carmelita, Ditte en Ramona & Ron van de Schulden. Vaak rest hén niet meer dan een even eenvoudige als pijnlijke smeekbede: Vergeef Me Mijn Schulden.

Samen met Stuk maakte de serie van Ester Gould en Sarah Sylbing, die later samen ook nog Klassen regisseerden, opzichtig school. Titels als We Zien OnsDilemma’s Van Dokters: Wie Krijg Een Kind?Leven In LimboKanaal Sociaal en Trappers zijn ondenkbaar zonder Schuldig, dat een actueel vraagstuk koppelde aan een kleine groep personages, daarmee een aanzienlijk publiek bereikte en vervolgens met een impactcampagne ook een maatschappelijk gesprek op gang bracht.

Het fundament daarvoor ligt natuurlijk in de serie zelf: de uitstekende casting, permanente nabijheid, uitgelezen dramaturgie, brede blik, smakelijke soundtrack en die karakteristieke vertelstem, ingesproken door Sylbing zelf, die in het hoofd en hart van de personages kruipt. Behalve met schulden kampen ze ook met een handicap, ziekte, de recessie of mantelzorgverplichtingen. Een ongeluk zit immers in een klein hoekje – en dan volgen de schuldeisers vanzelf.

Het zou interessant zijn om, zeven jaar na de serie, nog eens de balans op te maken: heeft Schuldig hun levens daadwerkelijk (een héél klein beetje) kunnen bijsturen?

De serie Schuldig is hier te bekijken.

White Balls On Walls

Zeppers

‘We hebben nog steeds een hele mannelijke witte dominantie in de collectie’, constateert directeur Rein Wolfs van het Stedelijk Museum Amsterdam. Slechts vier procent van de collectie is gemaakt door vrouwen. En: ‘Er hangen op dit moment geen werken van makers van kleur’, bekent Wolfs. ‘Op dit moment helemaal niet.’ Het ‘hagelwitte’ museum wil en moet daarin stappen gaan maken.

Touria Meliani, de wethouder kunst en cultuur van Amsterdam, heeft een Actieplan diversiteit en inclusie Kunstenplan 2021-2024 opgesteld, dat met gezwinde spoed in de praktijk moet worden gebracht. Terwijl het Rijksmuseum de tentoonstelling ‘Slavernij‘ aankondigt, is in het Stedelijk bijvoorbeeld ‘Surinaamse School: schilderkunst van Paramaribo tot Amsterdam‘ te zien. Dat zorgt meteen ook voor kritiek: staat de kunst nog wel voorop? Of is de ‘ideologische agenda’ leidend geworden?

Ook intern zorgen de pogingen van het museum voor moderne en hedendaagse kunst en design om diverser en inclusiever te worden voor een zeker ongemak. Zowel bij medewerkers die kanttekeningen hebben bij de ingezette veranderingen als bij degenen die dat proces juist in gang proberen te zetten of zelfs belichamen. En regisseur Sarah Vos, een maker die wel vaker de vinger op de zere plek legt, zoomt in White Balls On Walls (90 min.) in op waar het schuurt.

Scheppen quota voor werk van vrouwelijke kunstenaars of kunstenaars van kleur bijvoorbeeld ruimte of werken ze eerder beperkend? Hoe kan worden voorkomen dat zulke kunstenaars de indruk krijgen dat ze vooral vanwege hun achtergrond of profiel zijn gekozen, om dat gezegende/vervloekte quotum te halen? En betekent meer ruimte voor andere invalshoeken dan automatisch ook het inperken van de ruimte voor traditioneel witte kunst?

Op kousenvoeten doorkruisen alle betrokkenen, stuk voor stuk met de beste bedoelingen, het mijnenveld tussen een inclusief en een politiek correct museum, op weg naar een plek, organisatie en collectie die in de tegenwoordige tijd en nabije toekomst passen, met bovendien voldoende oog voor het verleden en de keerzijden daarvan. Vos krijgt die zoektocht en het bijbehorende lopen op eieren in White Balls On Walls heel aardig te pakken.

Orgasm Inc: The Story Of OneTaste

Netflix

In wezen kan de documentaire Orgasm Inc: The Story Of OneTaste (90 min.) in slechts tweeënhalve minuut worden samengevat. In een vlotte openingssequentie, die de doorgewinterde zapper moet verleiden om vooral dóór te kijken, wordt alvast de essentie van de film van Sarah Gibson en Sloane Klevin overgebracht: een succesvolle startup die zich met ‘orgasmische meditatie’ gaat richten op een zelf vastgesteld maatschappelijk tekort aan genot en die daarna (natuurlijk) uitloopt op seksueel- en machtsmisbruik.

Centrale figuur is OneTaste’s boegbeeld Nicole Daedone, een charismatische jonge vrouw die excelleert in wat we voor het gemak maar het TED-Talk circuit zullen noemen. Overal waar de seksgoeroe komt weet ze haar gehoor te overtuigen van het belang van het vrouwelijke orgasme en alle verschillende manieren waarop dat kan worden bereikt. Ze bouwt zo in korte tijd een sekte-achtige achterban van bevrijde vrouwen en verlichte mannen op, die zichzelf met liefde en plezier verliezen in (hun) wellustige gemeenschap, ergens in The Land of Hope and Dreams.

Eenmaal onbevrijd en onverlicht doen ze nu hun verhaal in een adequate film die netjes het midden houdt tussen Going Clear: Scientology And The Prison Of BeliefThe Vow en The Inventor: Out For Blood In Silicon Valley. Hun herinneringen gaan vergezeld van vaktermen zoals ‘orgasmische herbalans’, inzet van de Goldfinger en ‘bekwame aanranding’ (wat min of meer neerkomt op het goedpraten van verkrachting). Stuk voor stuk werden zij ingepakt, opgevreeën en over hun eigen grenzen geholpen door een vrouw die er zelf prat op gaat dat ze een duister verleden heeft, naar verluidt als duurbetaalde callgirl.

Gibson en Klevin gaan daar slechts heel beperkt op in. En ook de volgende, toch tamelijk prikkelende, uitspraak van Nicole Daedone wordt verder helemaal niet uitgediept: ‘Mijn vader heeft 52 kinderen verkracht en stierf in de gevangenis, maar ik heb nooit gedacht dat hij een slecht mens was’, vertelt ze met een stralende glimlach aan een ongetwijfeld glimmend publiek. ‘Ik kreeg het idee dat hij zo expansief en vierdimensionaal was dat hij zich niet neer kon leggen bij de wetten van de derde dimensie. Dat was zijn enige misdaad. Anderen denken daar misschien anders over.’

Dat zou inderdaad wel eens het geval kunnen zijn, maar daarop richt Orgasm Inc. zich dus niet. De documentaire – vergeef me dit woord: – verlustigt zich liever aan de sappige binnenkant van de sekte die OneTaste (tegenwoordig The Institute of OM genoemd) al snel is geworden. Intussen begint een buitenstaander zich af te vragen hoe ’t toch kan dat al die veelbelovende jonge mensen steeds weer blijven trappen in de gladde praatjes van een geboren verkoper/verkoopster met een in wezen eenvoudige ‘word nu helemaal jezelf’-boodschap.

Het antwoord is zo simpel dat het eveneens in tweeëneenhalve minuut (of een woord of tien) kan worden gegeven: liefde, begrip en aandacht – en daarna: het onthouden daarvan. ‘Ik ben het zo zat om te horen hoe dit zo’n slimme meid nu kon overkomen en hoe ik dit kon laten gebeuren’, stelt één van de voormalige leden heel treffend. ‘Ze beginnen met liefde. Een zogenaamd liefdesbombardement. Ze betrekken je bij de groep en je voelt je speciaal en gewaardeerd. Dan halen ze dat weg en duwen je de afgrond in.’

American Movie

Mark Borchardt (l) en Mike Schank (r)

Zijn hele omgeving moet eraan geloven. Mark Borchardt gaat een film maken. En daarbij kan de Amerikaanse slacker iedereen gebruiken: als acteur, crewlid, figurant óf (kleine) financier. Oom Bill bijvoorbeeld. Die zit alleen nogal op zijn centen. Als iemand hem kan overtuigen om tóch een serieuze donatie te doen, dan is het echter Mark. ‘Je komt op de aftiteling te staan als producer’, zegt de wannabe-filmmaker enthousiast, nadat hij zijn oom ook al lekker heeft proberen te maken met een fles rode wijn. Volgens zijn broer Alex kan Mark praten als Brugman. Erg veel fiducie heeft hij echter niet in diens filmcarrière. ‘Hij kan het beste in een fabriek gaan werken.’

Voor hun American Movie (102 min.) uit 1999 volgen Chris Smith en Sarah Price de gedreven filmfreak gedurende enkele jaren terwijl hij zijn pièce de résistance, een no-budget horrorfilm genaamd Northwestern, van de grond probeert te krijgen. Intussen ligt er ook nog een kleinere productie, Coven, om af te ronden. Borchardt laat zich niet uit het veld slaan door alle tegenslag, het gebrek aan geld en de openlijke twijfel vanuit zijn directe omgeving die het jarenlange productieproces begeleiden. Hij richt zich op de kleine geneugten van het filmbestaan. Een begraafplaats bijvoorbeeld, en de mensen die er liggen, als perfecte setting voor een geweldige scène. ‘Eerlijk gezegd dacht ik vroeger dat hij een stalker of seriemoordenaar zou worden’, bekent zijn broer Alex.

Via hun protagonist, die er ook nog drie kleine kinderen op na blijkt te houden en de kost verdient met stofzuigen bij een uitvaartcentrum, portretteren Smith en Price een kleine morsige gemeenschap in Milwaukee, Wisconsin, waarvan de leden met gemak kunnen worden weggezet als een stelletje losers. Neem bijvoorbeeld Marks jeugdvriend Mike Schank. ‘Als je aan de loterij meedoet, win je de ene keer en verlies je de andere keer’, vertelt de enigszins wereldvreemde ‘stoner kid’, die tevens de soundtrack voor deze documentaire heeft verzorgd en door zijn bijdrage aan American Movie een soort cultstatus zal krijgen. ‘Het is echter beter dan drugs of alcohol. Zeker drugs.’ Hij lacht ontwapenend. ‘Dan verlies je altijd.’

Op hun eigen manier leven Borchardt en Schank hun eigen gemankeerde versie van de ‘American dream’. De één weigert een reguliere baan te nemen en blijft compromisloos in zijn eigen droom geloven (hoe provisorisch die ook in leven moet worden gehouden) en de ander steunt hem door dik en dun, zoals een echte vriend doet. Deze cultfilm, die er op het Sundance Film Festival van 1999 met de Grand Jury Prize vandoor ging, wordt daardoor een tragikomisch eerbetoon aan de spreekwoordelijke ‘loser’ die, waarschijnlijk zonder dat hij ‘t zelf doorheeft, subiet ieders hart steelt.

Evil By Design: Surviving Nygård

Viaplay

Als we, met de wijsheid van vijf jaar #metoo, een soort ultiem seksueel roofdier zouden mogen uittekenen, dan zou dat waarschijnlijk verdacht veel lijken op Peter Nygård. De flamboyante Canadese modeontwerper, met de roestvrijstalen glimlach en het uitzinnige lange haar, is een bullebak in Harvey Weinstein-stijl, omringt zich net als Hugh Hefner permanent met modellen en heeft een Jeffrey Epstein-achtige voorkeur voor hele jonge meisjes, die hij – desnoods met geweld – tot de zijne maakt. En de man is er, net als al die andere kerels met veel te diepe zakken, héél lang mee weggekomen, dat ook.

Evil By Design: Surviving Nygård (145 min.) voltrekt zich volgens het welbekende stramien van #metoo-documentaires: ex-medewerkers spreken hun afschuw uit over Nygårds gedrag, (geanonimiseerde) slachtoffers delen indringend hoe hij hen misbruikte, onderzoeksjournalisten vertellen dat het lastig was om bronnen ‘on the record’ te krijgen, advocaten leggen uit hoe ze de kledingmagmaat voor de rechter probeerden te krijgen, deskundigen duiden zijn ontspoorde gedrag én zijn eigen zoon Kai Bickle bevestigt alles wat de anderen vertellen en noemt zijn vader bovendien ‘slecht’.

Dit resulteert uiteindelijk in een soort standaard alfamannen-verhaal dat – na pak ‘m beet Surviving R. Kelly, We Need To Talk About Cosby en het afschminken van Marilyn Manson in Phoenix Rising – ietwat sleets aandoet. Al heeft Nygårds specifieke casus dan wel weer een zekere ‘couleur locale’: zijn onstilbare honger naar zwarte schonen op de Bahama’s, de ‘verwenfeestjes’ op zijn protserige privé-resort waarmee hij hen probeert te paaien en een tamelijk domme vete met zijn eveneens puissant rijke buurman, de hedge fund-manager Louis Bacon, die hem uiteindelijk de das om zal doen.

Peter Nygård ontkent intussen alle beschuldigingen en heeft vanzelfsprekend ook niet meegewerkt aan deze driedelige serie van Sarah Sharkey Pearce, die de zaak tegen hem nog eens stevig in de steigers zet. Na een halve eeuw grenzeloos leven krijgt de meestermanipulator, begin tachtig inmiddels, tijdens de #metoo-jaren dus alsnog de rekening gepresenteerd. Zoals al die andere alfamannetjes, die inmiddels op hun laatste benen lopen.