Battlefield

Starz

Ze vertegenwoordigen de ‘pro-life’ generatie. En daar zijn de jonge vrouwen trots op ook. Amerikaanse anti-abortusactivisten hebben de wind in de rug sinds 2016, het jaar dat Donald Trump president werd en een verbond sloot met conservatieve christenen, (dat hier middels audio-opnamen van de toenmalige Republikeinse kandidaat en enkele leiders van de zogenaamde Evangelicals, met veel suspense, wordt uitgeserveerd). Kristan Hawkins, oprichtster van Students For Life, spreekt begin 2020 zelfs al over het post-‘Roe v. Wade’-tijdperk – twee jaar vóórdat het hooggerechtshof daadwerkelijk het landelijke recht op abortus zal schrappen.

Tegenover deze overtuigde pro-lifers, waaronder ook de zelfverklaarde ‘liberal’ en Democrate Terrisa Bukovinac (al zijn daarbij best vraagtekens te zetten), plaatst documentairemaker Cynthia Lowen enkele pro-choicers van organisaties zoals Planned Parenthood. Zij stellen het recht op zelfbeschikking van vrouwen voorop en vertegenwoordigen daarmee ook – dat gegeven dreigt nog wel eens ondergesneeuwd te raken – de meerderheid van de Amerikanen. Die zijn in grote lijnen voor ‘reproductive rights’. De tegenstanders van abortus zijn in de Amerikaanse politiek – en daarmee ook bij de door hen benoemde rechters – alleen heel sterk vertegenwoordigd.

Lowen laat in Battleground (103 min.) zien wat de inperking van abortus in de praktijk betekent: ze volgt een Texaanse vrouw die ondanks de Corona-lockdown naar Denver moet reizen om haar zwangerschap te laten beëindigen, want in haar eigen staat is zo’n ingreep niet meer mogelijk. De abortusdiscussie krijgt een (voorlopig) beslissende wending door het plotselinge overlijden van het linkse icoon van het hooggerechtshof, Ruth Bader Ginsburg. Daardoor mag Donald Trump op de valreep, voordat hij wordt opgevolgd door zijn Democratische opponent Joe Biden, nóg een nieuwe rechter benoemen, zodat het hooggerechtshof een ferme afslag naar rechts kan nemen.

Deze gedegen film observeert wat die ontwikkelingen te weeg brengen aan de frontlinie van het abortusdebat. Voorstanders van het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen gruwelen ervan. Anderen, zoals bijvoorbeeld Marjorie Dannenfelser van de lobbygroep Susan B. Anthony Pro-Life tellen hun zegeningen. Hoewel zij eigenlijk haar neus ophaalt voor de persoon Donald Trump en ook afstand neemt van de bestorming van het Capitool die hij op 6 januari 2021 heeft geïnstigeerd, is Dannenfelser toch blij dat ze voor hem heeft gestemd. Het doel – een wereld waarin het ongeboren leven belangrijker lijkt dan het te leven leven – heiligt in dit geval alle middelen.

En hun man heeft op dat gebied zonder enige twijfel geleverd. Tijdens Trumps ambtsperiode zijn alle voorbereidingen getroffen om het recht op abortus in Amerika een luide dood te laten sterven. En als het dan inderdaad zover is in de zomer van 2022 – bij de oplevering van deze film, die inzichtelijk en invoelbaar maakt hoe abortus leeft onder vrouwelijke activisten aan beide zijden van het gevecht – gaat dit gepaard met zowel triomfantelijk gejuich als opperste ontzetting.

Year One: A Political Odyssey

HBO Max

Deze documentaire over het eerste jaar van de Amerikaanse president Joe Biden begint met zijn voorganger: de 45e president van de Verenigde Staten en first lady Melania Trump vertrekken uit Washington. Het is 20 januari 2021, de dag waarop Biden wordt geïnaugureerd. Het had een feestdag moeten worden, een viering van de Amerikaanse democratie. De bestorming van het Capitool – en het onterechte sentiment daarachter: dat Donald Trump de verkiezingen eigenlijk heeft gewonnen – heeft de sfeer twee weken eerder echter danig verziekt. En de nieuwe regering moet bovendien de nog altijd welig tierende COVID-19 pandemie in bedwang zien te krijgen.

Daarnaast wordt Team Biden in Year One: A Political Odyssey (81 min ) meteen geconfronteerd met allerlei uitdagingen vanuit het buitenland: een Russische hack van de Amerikaanse overheid en bedrijven, spanningen met een steeds agressiever China en de tragische gevolgen van het besluit om Amerikaanse troepen weg te halen uit Afghanistan. Insiders zoals stafchef Ron Klain, woordvoerder Jen Psaki, minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken, nationaal veiligheidsadviseur Jake Sullivan, klimaat-tsaar John Kerry, minister van Defensie Lloyd Austin en CIA-directeur William Burns geven inzicht in hoe Biden en zijn medewerkers handelen bij crises (terwijl voorganger Trump intussen, in strijd met elk protocol, als stoorzender blijft fungeren).

Aan klinkende namen dus geen gebrek in deze poging tot snelle geschiedschrijving van John Maggio. Het gaat wel om louter kopstukken van Democratische zijde. Er komen geen prominente Republikeinen aan het woord. Tenminste, totdat het eenjarige ‘jubileum’ van de rellen op 6 januari ter sprake komt. Dan krijgt het Republikeinse congreslid Jim Jordan enkele zinnetjes om de tegenpartij aan te pakken. Dat is ‘t. Onafhankelijke duiding moet komen van politieke consultant Ian Bremner en Witte Huis-correspondent David Sanger van The New York Times, die het opereren van de 46e Amerikaanse president als een soort getuige-deskundige becommentariëren.

Deze degelijke, tamelijk brave terugblik op Joe Bidens debuutjaar concentreert zich intussen met name op het Amerikaanse buitenlandbeleid en doet daardoor enigszins denken aan The Final Year (2018), de weerslag van de internationale inspanningen van de regering van Barack Obama (waarvoor Biden acht jaar heeft gediend als vicepresident) tijdens het laatste jaar van diens presidentschap. Die film herbergde evenwel de nodige ‘fly on the wall’-scènes met bekende gezichten uit Obama’s buitenlandteam, terwijl Year One ‘t toch vooral moet hebben van al bekende nieuwsbeelden, ingekaderd door pratende hoofden die vast niet altijd het achterste van hun tong laten zien.

Als Joe Biden op 1 maart 2022, een jaar na z’n inauguratie, zijn ‘State Of The Union’-speech geeft, wordt de wereld gedomineerd door de doldrieste acties van een andere nietsontziende autocraat: Vladimir Poetin. Met zijn aanval op Oekraïne zorgt hij ervoor dat Bidens tweede regeringsjaar opnieuw voor een belangrijk deel in het teken van het buitenland komt te staan.

Master Of Light

One Story Up Productions

Oppervlakkig beschouwd is het verhaal van George Anthony Morton één groot succesverhaal. De Afro-Amerikaanse dertiger groeide op in een drugsmilieu te Kansas City, werd op zijn twintigste vanwege het bezit van crack cocaïne veroordeeld tot ruim elf gevangenisstraf en leerde achter de tralies Rembrandt en zichzelf als kunstenaar kennen. Eenmaal buiten ging hij studeren aan een prestigieuze kunstacademie in New York en werd een schilder om rekening mee te houden.

Intussen is er echter nog altijd dat gewone leven: vrienden en familieleden die niet bij machte waren om uit die wereld te stappen. Zelfs zijn eigen moeder Tela, die hij jarenlang niet zag omdat ook zij gedetineerd was, beweegt zich permanent op of over de grenzen van de wet. Als ze weer eens buiten beeld is geraakt, belt Morton simpelweg alle gevangenissen in de directe omgeving. ‘Wat heb ik gedaan dat zo erg is dat je me niet kunt vergeven?’ vraagt ze als hij haar toch weer heeft opgespoord.

Zulke vragen probeert deze moderne Master Of Light (84 min.) met een therapeut te beantwoorden in deze stemmige en geladen film van de Nederlandse maakster Rosa Ruth Boesten, die op het South By Southwest Festival in Austin, Texas, werd uitgeroepen tot beste documentaire. Via het schilderen van de gezichten uit zijn leven – moeder Tela, zijn broer en zus en z’n elfjarig neefje Treshon, waarin hij zijn jongere zelf herkent – portretteert hij ook zichzelf, een man die gevangen zit tussen twee werelden.

De man die bij een spel met gemerkte kaarten, waarbij elke deelnemer op voorhand weet wat hij gaat trekken, per ongeluk een troefkaart in handen heeft gekregen: een buitengewoon talent waardoor hij boven zichzelf kon uitstijgen. Tegelijkertijd is hij als man van Afrikaanse afkomst ook klaar met de ‘eurocentrische gelaatstrekken’ die hij tot in den treure heeft moeten reproduceren tijdens zijn opleiding,. ‘Ik draag een traditie mee de toekomst in, waarvan mensen als ik nooit deel hebben uitgemaakt.’

Hij is, nu in de woorden van rapper Tupac, een roos die uit beton groeit. Boesten vervat ‘s mans strijd in veelal donkere, onheilszwangere beelden, begeleid door een broeierige soundtrack, en neemt echt de tijd om haar protagonist reliëf te geven en in te kleuren. Een moderne meester, laverend langs zowel Rembrandt als de Amerikaanse ‘war on drugs’ en Black Lives Matters, dóór opgekropte woede, ‘survivor’s guilt’ en het onvermogen om te vertrouwen, vluchtend in zijn kunst en al wat hem lief is, op zoek naar het licht.

I Just Killed My Dad

Netflix

Dat hij ‘t heeft gedaan, staat niet ter discussie. I Just Killed My Dad (125 min.) is dus nadrukkelijk geen whodunnit, maar een whydunnit: waarom heeft Anthony Templet, een inmiddels achttienjarige tiener uit Baton Rouge in de Amerikaanse staat Louisiana, op 3 juni 2019 zijn vader Burt doodgeschoten? In de openingsscène neemt hij plaats op een stoel in een – bij true crime verplichte – duistere loods om te worden geïnterviewd.

Anthony stelt zelf dat het noodweer was, maar andere sprekers in deze driedelige serie van Skye Borgman – waaronder zijn stiefmoeder Susan, advocaat Jarrett Ambeau, een voormalige collega, Burts beste vriend en allerlei betrokkenen bij het politieonderzoek – hebben zo hun twijfels bij zijn lezing van wat er is gebeurd. Achter het simpele nieuwsfeit – zoon doodt vader – gaat een hele geschiedenis schuil.

Borgman pak dit tragische verhaal zorgvuldig uit en belandt zo in Ingleside, Texas, waar het kat- en muisspel van Burt, Anthony en de rest van hun getroebleerde familie een kleine twintig jaar eerder is begonnen en ook Anthony’s biologische moeder Teresa, die al jaren volledig uit zijn leven is verdwenen, nog wel het één en ander heeft te vertellen over haar tienerzoon en de man die haar ooit radeloos achterliet.

Wordt Anthony’s daad, vanuit die context bezien, begrijpelijk of zelfs te vergoelijken? Die vraag speelt nadrukkelijk op als Borgman de zaak vaardig – met de eveneens verplichte emotionele interviews, beveiligingscamerabeelden, duistere reconstructiescènes en unheimische soundtrack – verder ontleedt. En ook: wat is Anthony voor een jongen? Getraumatiseerd of contactgestoord? Is hij (nog/wel) in staat tot empathie?

Tijdens een door Anthony’s advocaat Ambeau (voor deze serie?) georganiseerd proefproces, waarbij ook de beraadslagingen van een speciaal samengestelde proefjury in beeld worden gebracht, komt vervolgens aan de orde welke straf de jongen nu moet krijgen. Het antwoord vormt de vanzelfsprekende climax van deze stevige true crime-productie. Waarna alleen nog een emotionele uitlui volgt.

My Life As A Rolling Stone

Videoland / BBC

Interessant idee: de geschiedenis van The Rolling Stones aan de hand van portretten van de individuele bandleden. Eerst Mick, daarna Keith, Ronnie en (wijlen) Charlie. Maar, zo vraag je je dan meteen af, loopt dan ook niet langzaam de lucht uit de serie? De kern zit immers bij het songschrijversduo The Glimmer Twins: zanger Jagger en gitarist Richards. Welnu, the proof of the pudding is in the eating: de vierdelige miniserie My Life As A Rolling Stone (236 min.).

Allereerst: die portretten zijn eigenlijk heel aardig, ook al graven ze niet enorm diep. Ze bevestigen vooral de oerbeelden die je al hebt van de bandleden en voegen hier en daar saillante details toe: Mick als zakelijke hart van de band, Keith als muzikale geweten. ‘Nieuweling’ Ronnie die halverwege de jaren zeventig de lol terugbrengt, Keiths gitaarbroertje wordt en een echte verbinder blijkt. En Charlie, de onverstoorbare jazzdrummer die per ongeluk ruim een halve eeuw in een rock & rollband verzeild is geraakt.

Oud-bandleden komen er intussen bekaaid vanaf in deze serie van Sam Anthony: oprichter en zelfverklaard bandleider Brian Jones duikt hier en daar zijdelings in het verhaal op, tweede gitarist Mick Taylor komt vooral via zijn vertrek ter sprake en de naam Bill Wyman, toch een slordige dertig jaar bassist van The Stones, valt zelfs (vrijwel) helemaal niet. Hetzelfde geldt voor de tweede helft van de zes decennia die de Britse rockband nu al actief is. Die heeft muzikaal natuurlijk ook niet al te veel opgeleverd.

Verder loodst actrice Sienna Miller de kijker geroutineerd door de vier levensverhalen heen. Ze wordt, buiten beeld, in de rug gedekt door grootheden als Tina Turner, Rod Stewart, Jon Bon Jovi, Sheryl Crow, Lars Ulrich, Tom Waits, Chrissie Hynde en Brian Johnson. Aardiger nog zijn de bijdragen vanuit de entourage van de band, zoals achtergrondzanger Bernard Fowler, geluidstechnicus Glyn Johns, Richards’ gitaartechnicus Pierre de Beauport en de designer van het befaamde tonglogo, John Pasche.

Gezamenlijk voegen zij kleur en detail toe aan het welbekende bandverhaal, bijvoorbeeld over Mick Jaggers vermarkting van de groep, zijn bittere conflicten met Richards en Ronnie Woods aanhoudende drank- en drugsproblemen. Die nopen uiteindelijk nota bene Keith Richards – zelf jarenlang nummer één op de lijst van verwachte rockdoden – om in te grijpen. Wel een kwestie van ‘de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet’, aldus de gitaargod die echter weigert om zijn maatje verloren te laten gaan.

En het laatste deel, een eerbetoon aan de vorig jaar overleden Charlie Watts (1941-2021), is zowaar inderdaad een prima afsluiting, waarvoor de deuren letterlijk opengaan. Bij ‘s mans kleermaker, in Watts’ hoofd (waarin gedurig dwangstoornissen opspeelden en een midlifecrisis hem op latere leeftijd nog opzadelde met een heroïneverslaving, die volgens Keith niet bij hem paste) en van zijn imposante privéarchief (een opslagruimte met gewilde drumattributen, die ooit een museumcollectie moeten gaan vormen).

My Life As A Rollling Stone wordt zo een alleraardigst (zelf)portret van ‘the greatest rock n’ roll band on earth’, die nu toch zo langzamerhand echt, écht!, is aanbeland in de eindfase van zijn periode op aarde. En daarna zijn er nog altijd de verhalen en – natuurlijk, ook in deze miniserie niet te versmaden en met smaak opgediend – dat imposante songboek.

Larry Kramer In Love & Anger

HBO Max

Staand bij het katheder lijkt hij even in gedachten verzonken. En dan ineens begint Larry Kramer (1935-2020) aan zo’n kenmerkende tirade over het HIV-virus, dat in de voorgaande jaren een ravage heeft veroorzaakt in zijn gemeenschap. ‘De pest’, roept hij. ‘De pest is hier uitgebroken.’ Het is september 1991. Kramer kijkt woest de zaal in en herhaalt nog maar eens. ‘De pest. Veertig miljoen besmette mensen. Het is een plaag en niemand durft het toe te geven.’ De Amerikaanse schrijver en AIDS-activist sluit zijn speech uiteindelijk in stilte af. En met een hele diepe zucht.

In Larry Kramer In Love & Anger (81 min.) gaat regisseur Jean Carlomusto terug naar de oorsprong van de woede van haar hoofdpersoon. Ze belandt bij diens onverdraagzame vader en komt via een ongelukkige studietijd en korte, heftige periode als scenarioschrijver in Hollywood uit bij Kramers controversiële debuutroman Faggots (1978). Daarin stelt hij de preoccupatie met seks in de gaywereld aan de kaak. ‘Ik ben boos op mezelf en m’n vrienden, maar uiteindelijk mag je doen wat je wilt’, zegt hij daarover tijdens een televisie-interview met homoactivist Vito Russo. ‘Ga daarna alleen niet klagen dat alles tegenvalt.’ Hij specificeert: ‘Het leven is geen makkie en een relatie ook niet, maar er wacht je een mooie beloning als je iets verder kijkt dan het orgasme.’

En dan wordt de wereld, die hij van binnenuit keihard heeft aangepakt, begin jaren tachtig ineens overvallen door een ziekte die ‘homokanker’ wordt genoemd. In eerste instantie is er in de Verenigde Staten weinig aandacht voor het HIV-virus en de verpletterende gevolgen daarvan. Niet gek volgens Larry Kramer, die zoals gebruikelijk van zijn hart nooit een moordkuil maakt. ‘De patiënten zijn flikkers, nikkers, latino’s, junkies en hoeren. Daarom!’ Toch geeft AIDS hem ook de gelegenheid om ‘hate to say I told you so’ te zeggen. Kramer houdt staande dat iemands geaardheid méér is dan zijn of haar geslachtsdeel. Die boodschap wordt alleen zeer wisselend ontvangen binnen de homowereld: als een broodnodige wake-up call of juist als een pijnlijke expressie van zelfhaat.

Die tweespalt is exemplarisch voor Larry Kramers positie in zijn eigen gemeenschap, zo laat dit portret uit 2015 treffend zien. Met zijn eloquentie en drift wint hij harten, maar veroorzaakt hij ook deining en ongemak. Befaamd zijn z’n aanvallen op Ed Koch, de burgemeester van New York waarover wordt gefluisterd dat hij zelf homoseksueel was, en zijn aanvaringen met immunoloog Anthony Fauci, de overheidsfunctionaris die later ook het gezicht zou worden van Amerika’s respons op het Coronavirus. De gayactivist spoorde hem op alle mogelijke manieren aan om in actie te komen. Ruim dertig later kijkt Fauci niettemin met waardering terug op Kramers rol. En die is op zijn beurt ook mild over de man die uiteindelijk een succesvol AIDS-beleid ontwikkelde.

Toen deze documentaire werd gefilmd, was Larry Kramer inmiddels een broze, oude man geworden. Hij lag in het ziekenhuis om te herstellen van een levertransplantatie en was nauwelijks nog te herkennen als de militante activist die zowel mede- als tegenstanders de stuipen op het lijf kon jagen. Larry Kramer In Love & Anger is desondanks een passend eerbetoon aan een man die zijn eigen strijd werd en zo, met het nodige kunst- en vliegwerk, de wereld een heel klein beetje beter maakte.

The Mystery Of Marilyn Monroe: The Unheard Tapes

Netflix

De vraag wordt vrijwel direct opgeworpen: was de dood van Marilyn Monroe op 4 augustus 1962 een onfortuinlijk ongeluk, zelfdoding of toch moord? Voordat regisseur Emma Cooper in The Mystery Of Marilyn Monroe: The Unheard Tapes (102 min.) op zoek gaat naar een antwoord, probeert ze eerst achter de schermen te kijken bij ‘het grootste sekssymbool van de twintigste eeuw’, in werkelijkheid een kwetsbare vrouw die haar hele leven op zoekt lijkt te zijn geweest naar (zelf)liefde en geborgenheid.

De Ierse onderzoeksjournalist Anthony Summers fungeert daarbij als bruggenhoofd. Voor de biografie Goddess: The Secret Lives Of Marilyn Monroe (1985) sprak hij met talloze bronnen uit de directe omgeving van de Amerikaanse actrice, die in werkelijkheid Norma Jeane Mortenson heette. De tapes daarvan, 650 in getal, zijn voor het eerst te horen in deze documentaire. Zo komen onder anderen regisseur John Huston (The Asphalt Jungle), actrice Jane Russell, Hollywood-agent Al Rosen, Monroe’s huishoudster Eunice Murray en regisseur Billy Wilder (Some Like It Hot) aan het woord, waarbij acteurs lipsynchroon – een enigszins onwerkelijke ervaring – voor de bijbehorende beelden zorgen.

Via Marilyn Monroe’s verhoudingen met beroemde mannen – zoals honkbalheld Joe DiMaggio, toneelschrijver Arthur Miller en de gebroeders Kennedy, president John en zijn minister van justitie Robert – koersen Cooper en Summers af op die fatale zaterdag in 1962, als hun protagonist op 36-jarige leeftijd overlijdt, als gevolg van een overdosis slaappillen. Daarbij zoomt de film nog eens nadrukkelijk in op Monroe’s relatie met de Kennedys en laat Anthony Summers primaire bronnen horen zoals hun zwager Peter Lawford, Robert Kennedy’s secretaresse Angie Novello, privédetective Fred Otash en diens medewerker John Danoff (die Monroe en de gebroeders Kennedy afluisterde in de slaapkamer).

Summers’ grootste troef vormen de vrouw en kinderen van Ralph Greenson, ‘de psychiater van de sterren’, bij wie Marilyn Monroe de laatste jaren van haar leven in behandeling was. Omdat zij regelmatig bij hen thuis kwam en een vriendschap met hen opbouwde, kunnen zij uit de eerste hand vertellen hoe de grote ster, opgegroeid in pleeggezinnen en weeshuizen, privé worstelde met wie ze voor menigeen was: ‘een stuk vlees’. Ze probeerde haar disbalans vervolgens onschadelijk te maken met pillen. Dat zijn geen nieuwe inzichten, zoals ook de exploitatie van vrouwen in het oude Hollywood geen verrassing mag zijn, maar deze stevige film slaagt er met iconische beelden en obscuur archiefmateriaal in om de levensloop van de bekoorlijke blondine treffend te verbeelden.

En over de tragische afloop daarvan – naakt op haar eigen bed, met een telefoonhoorn in de hand, in haar huis te Brentwoord, Californië – heeft The Mystery Of Marilyn Monroe bovendien een geloofwaardige hypothese – ook al is die bepaald niet nieuw. Summers en Cooper blijven daarmee uit de buurt van al te buitenissige complottheorieën.

How To Survive A Pandemic

VPRO

In de documentaire How To Survive A Plague uit 2012 blikt regisseur David France (Welcome To Chechnya) terug op de pogingen van LGBT-activisten om de Amerikaanse regering onder druk te zetten om het HIV-virus, dat ongenadig huishoudt in hun gemeenschap, eindelijk eens serieus te nemen. Nu de wereld opnieuw heeft te kampen met een dodelijk virus, presenteert David France een soort opvolger voor deze film die destijds werd genomineerd voor een Oscar. Over de pogingen van wetenschappers om een vaccin tegen het Coronavirus te ontwikkelen en de distributie van dit vaccin.

How To Survive A Pandemic (109 min.) is wel een documentaire met een ander karakter. Waar de strijd tegen AIDS in de jaren tachtig voortdurend gepaard ging met woede en frustratie – omdat het de autoriteiten blijkbaar geen snars kon schelen dat Amerikaanse homoseksuelen en masse stierven – wordt de campagne om een vaccin tegen COVID-19 te ontwikkelen op het eerste gezicht gekenmerkt door eensgezindheid. Alle betrokkenen hebben een gezamenlijk doel. Alleen de regering Trump zorgt zo nu en dan voor reuring, door een openlijke breuk met de World Health Organisation bijvoorbeeld of het zwartmaken van de eminente immunoloog Anthony Fauci, die ook in de AIDS-crisis en How To Survive A Plague al een hoofdrol kreeg toebedeeld.

Toch onthult ook deze breed opgezette film – waarin Science-journalist Jon Cohen, die in alle uithoeken van de wereld belangrijke spelers uit de Coronabestrijding interviewt, als centraal personage wordt ingezet – structurele en dieper liggende problemen. De ontwikkeling van een vaccin wordt weliswaar een doorslaand succes, maar dat heeft een naar bijeffect: bestaande verschillen tussen arm en rijk worden erdoor bestendigd, bijvoorbeeld tussen westerse landen die vaccins over hebben en in reserve houden en armere landen die tekort komen en daardoor slechts een beperkt deel van de bevolking kunnen laten inenten.

Het nettoresultaat daarvan beloopt uiteindelijk al snel een miljoen doden, becijfert France in de aftiteling. Het is een wrange conclusie voor een film die de strijd tegen COVID-19 op diverse plekken in de wereld – van brandhaarden als Brazilië en Zuid-Afrika tot de belangrijke vaccinproducent India – treffend in beeld heeft gebracht. Die slotsom ondermijnt de hoopvolle boodschap die je ook uit How To Survive A Pandemic zou kunnen halen: als we er met z’n allen de schouders onder zetten, zijn we in staat om bergen te verzetten en pandemieën te bedwingen.

The Murders At Starved Rock

HBO

David Raccuglia’s vader Anthony had er als openbaar aanklager alles aan gedaan om Chester Weger in 1960 voor de rest van zijn leven achter de tralies te laten verdwijnen. De 22-jarige Amerikaan zou drie vrouwelijke toeristen hebben vermoord bij het natuurgebied Starved Rock. Hij had destijds ook een gedetailleerde verklaring afgelegd. Een aanzienlijk deel van de gemeenschap in La Salle County, Illinois, hecht daaraan echter weinig geloof. Enkele amateurdetectives hebben zelfs The Committee To Free Chester Weger opgericht en nemen de zaak hoogstpersoonlijk onder de loep.

Gaandeweg is ook David Raccuglia, die tien jaar na de geruchtmakende moorden werd geboren, gaan twijfelen over The Murders At Starved Rock (165 min.). Aan het begin van de 21e eeuw besluit hij om de oude misdaad te gaan onderzoeken. Daarvoor moet hij ook in gesprek met zijn vader. ‘Een bekentenis hoefde toen niet vrijwillig te zijn’, zegt die in 2005 tijdens een interview. ‘Hij moest alleen waar zijn. Dat is in dit geval gebeurd.’ Maar of een afgedwongen verklaring, waarvoor de betrokken agenten bovendien een beloning hebben ontvangen, werkelijk standhoudt in de 21e eeuw?

Raccuglia baant zich in deze driedelige true crime-serie van Jody McVeigh-Schultz een weg door het woud van officiële lezingen, alternatieve verklaringen en bezopen complottheorieën dat is ontstaan rond de inmiddels zestig jaar oude drievoudige moord. Hij doet dat ogenschijnlijk met open vizier, ontzenuwt al te nadrukkelijke onzin en stuit – natuurlijk! – op nieuwe aanwijzingen dat er wel/niet sprake zou kunnen zijn van een justitiële dwaling. Voortschrijdend inzicht brengt zijn oorspronkelijke assumpties bovendien aan het wankelen. Intussen probeert de nieuwe advocaat van Chester Weger om zijn inmiddels hoogbejaarde cliënt voorwaardelijk vrij te krijgen.

Dat is een sterk en relevant verhaal. Over de betrouwbaarheid van herinneringen bijvoorbeeld, wat de tijd met ons geheugen doet en hoe amateurdetectives twijfel kunnen zaaien. Het krachtigste wordt The Murders At Starved Rock echter als de impact van de moorden op de families, zowel van de slachtoffers als de (vermeende) dader, in beeld komt. Zo was Chesters zoon Johnny bijvoorbeeld nog maar vier maanden oud toen zijn vader werd veroordeeld. Inmiddels heeft hij zelf ook een aanzienlijk strafblad opgebouwd. ‘Na m’n eerste inbraak zaten we vier maanden in dezelfde gevangenis’, vertelt hij. ‘Dat was de langste tijd die ik met mijn vader doorbracht.’

This Is Joan Collins

NTR

Ze fungeert als verteller in haar eigen levensverhaal. Zwierig, joyeus en soms vilein slalomt Joan Collins langs alle inciting incidents, plotpoints en points of no return van haar Hollywood-achtige bestaan. De inmiddels hoogbejaarde actrice speelt een rol, zonder twijfel. Een typetje zelfs. ‘Moet dit stuk er echt in?’ vraagt ze bijvoorbeeld quasi-serieus, als haar ontmoeting met acteur Maxwell Green aan de orde komt. Hij was drieëndertig, zij zeventien. En maagd. ‘Mijn moeder zou zeggen dat er misbruik van me was gemaakt’, zit ze enkele ogenblikken later alweer helemaal in haar vertellersrol. ‘Tegenwoordig zouden we het “date rape” noemen.’ Green zou haar eerste echtgenoot worden en niet haar laatste slechte ervaring met mannen.

Het alomtegenwoordige seksisme in de filmindustrie loopt als een rode draad door This Is Joan Collins (95 min.). Mannen dringen zich op (of erger), gaan stelselmatig vreemd of speculeren heel nadrukkelijk op de zogenaamde ‘casting couch’. Collins vertelt erover zonder meel in de mond of zelfmedelijden. Soms herschrijft ze ter plekke de voice-over teksten – en daarmee het leven zoals dat hier wordt gepresenteerd. Een woelig bestaan als celebrity, waarin steeds weer een andere kerel de hoofdrol opeist. Dit bijzonder amusante Tinseltown-verhaal, met een schrijnende ondertoon, bevat daardoor een schier eindeloze rij, doorgaans weinig flatteus gekenschetste, bekendheden, waaronder Richard Burton, Warren Beatty, Anthony Newley, Ryan O’Neal, Ron Kass, Donald Trump, Peter Holm en Percy Gibson.

Regisseur Clare Beavan baseerde dit portret op enkele autobiografieën van Collins en maakt ook gebruik van scènes uit haar ontzaglijke film- en televisie-oeuvre om situaties uit het werkelijke leven van haar hoofdpersoon te verbeelden. Die werd in zo’n beetje elk decennium van haar volwassen leven wel eens afgeschreven als ‘te oud’ of ‘uit de tijd’. En steeds weer keerde de Britse actrice terug van nooit weggeweest. Met als hoogtepunt de rol van Alexis Carrington in Dynasty, een populaire soapserie waarvoor ze in de jaren tachtig negen jaar lang hoogstpersoonlijk het onderdeel ‘nasty’ verzorgde. Ze werd er ‘de meest gehate vrouw op televisie’ en voor het eerst echt gefortuneerd mee en kreeg op latere leeftijd zelfs een uitnodiging voor Playboy. Als een echte Hollywood-feministe accepteerde ze die met graagte.

Ook in This Is Joan Collins participeert ze met overduidelijk plezier. Al kan het natuurlijk ook gewoon de uitstekende actrice zijn, die zich uitleeft in de rol van haar leven. Want of de vamp op leeftijd echt achter de facade vandaan is gekomen? Daarvoor laat ze toch te zelden écht het achterste van haar tong zien. Bepaalde onderdelen van haar leven worden bovendien nauwelijks aangeraakt. Haar jongere zus Jackie, een succesvolle schrijfster en onlangs onderwerp van haar eigen documentaire Lady Boss, komt bijvoorbeeld nauwelijks ter sprake. Deze film richt zich vooral De Ster Joan Collins, die actief moest zijn binnen een entertainmentwereld die nog nooit van #metoo had gehoord. Al wist, zoveel is ook wel duidelijk, waarschijnlijk iedereen er wel degelijk van.

Bad Vegan: Fame. Fraude. Fugitives.

Netflix

Het adagio ‘Good women love bad men’ begint zowaar een eigen plekje te claimen binnen de overvloed aan true crime-documentaire(serie)s. Een jonge, aantrekkelijke vrouw van de wereld (in dit geval: Sarma Melngailis, eigenaresse van het trendy veganistische restaurant Pure Food And Wine in New York) valt halsoverkop voor een mysterieuze kerel (de geheimagent ‘Shane Fox’) en wordt daarna helemaal leeggeschud door hem (een oplichter die in werkelijkheid Anthony Strangis blijkt te heten).

En net als in pak ‘m beet The Tinder Swindler, Love Fraud en The Puppet Master wordt de charade grotendeels verteld vanuit het perspectief van het toch wel erg naïeve slachtoffer, dat zich in de luren laat leggen door de belofte van een leven van overdadige liefde, luxe en, jawel, onsterfelijkheid. Voor haar hond Leon, welteverstaan. Want het ontluisterende proces dat de hoofdpersoon aan het eind ontredderd en berooid zal achterlaten, is ditmaal behalve met kolder over mysterieuze CIA-missies ook omkleed met een totaal bizar new age-verhaal (dat verder nauwelijks begrijpelijk wordt gemaakt).

In de vierdelige docuserie Bad Vegan: Fame. Fraude. Fugitives. (209 min ) pelt Chris Smith die pijnlijke geschiedenis helemaal af met Sarma en haar familie, medewerkers, investeerders en kennissen. Stuk voor stuk kregen ze te maken met de nieuwe man in haar leven, die dat al snel helemaal begon te ontregelen. Met lede ogen moesten ze aanzien hoe Sarma in zijn kielzog alles achter zich liet, inclusief een berg schulden. En daarmee joeg ze meteen haar directe omgeving tegen zich in het harnas, want ook die had zich laten verleiden of dwingen om diep in de buidel te tasten.

Het tweetal zou uiteindelijk tegen de lamp lopen door het bestellen van een pizza in Tennessee. En dat kwam met name Sarma, de bekendste van dit Bonnie & Clyde-achtige duo, op publieke hoon te staan. Zij, de veganistische restauranthouder, de vrouw van het ‘raw food’, was dus blijkbaar toch overstag gegaan voor zoiets banaals als fastfood. De werkelijkheid bleek, natuurlijk, genuanceerder. In meerdere opzichten overigens. En dat probeert Smith eveneens te vangen in deze miniserie, die daarmee tóch geen carbon kopie van al die andere man-kleedt-vrouw(en)-uit producties wordt.

Daar lijkt het alleen behoorlijk lang wél op. Bijna drie uur oogt Bad Vegan, ondanks enkele ingenieuze verhaalvondsten, als het eendimensionale relaas van een ‘good woman’ die er bijna om vraagt om te worden bedrogen door die ‘bad man’, vervolgens inderdaad gigantisch wordt belazerd en zich tenslotte zelfs, als het vleesgeworden Stockholm-Syndroom, ontwikkelt tot een handlanger van de kerel die haar leven kapotmaakt. Al zou ook in dit geval, getuige de twijfel die Chris Smith aan het eind van de miniserie zaait, niets kunnen zijn wat het lijkt. Of juist wel, natuurlijk.

Fauci

Disney+

Hij kwam in zijn lange loopbaan tweemaal in de frontlinie van een enorme gezondheidscrisis te staan. Tijdens de AIDS-epidemie van begin jaren tachtig, toen het HIV-virus huishield in de homoseksuele gemeenschap van de Verenigde Staten, werd wetenschapper Anthony Fauci het gezicht van de falende respons van de Regering Reagan. Gay America voelde zich op geen enkele manier serieus genomen en was woedend. AIDS-activist Larry Kramer vergeleek hem zelfs met een moordenaar. Fauci (104 min.) moest zijn benadering echt fundamenteel bijstellen om het tij te kunnen keren. Tegenwoordig wordt de gedreven immunoloog beschouwd als een sleutelfiguur in de bestrijding van AIDS.

Een kleine veertig jaar later zou Anthony Fauci voor nog veel hetere vuren komen te staan en zowaar uitgroeien tot een Bekende Amerikaan. In de loop van 2020 werd hij tijdens de Coronacrisis een haatobject voor elke zichzelf respecterende Trump-supporter. Fire Fauci, scandeerde het publiek tijdens politieke toespraken van de Republikeinse president. Er werd zelfs een wetsvoorstel ingediend om dat daadwerkelijk te regelen. Rechtse talkshowhosts spraken geringschattend over ‘Dr. Doom’ en haalden hem zo’n beetje dagelijks door het slijk. En Donald Trump zelf liet geen gelegenheid onbenut om de bekendste gezondheidsfunctionaris van het land van onder uit de zak te geven.

Anthony Fauci had ‘t er natuurlijk zelf naar gemaakt: hij sprak de Amerikaanse president geregeld tegen als het ging over het Coronavirus en baseerde zich daarbij nog op wetenschappelijk onderzoek ook! Het kwam hem en zijn vrouw en kinderen op serieuze bedreigingen te staan (en maakte van de tachtigjarige Fauci tevens een soort superheld voor Links Amerika). Die pijnlijke episode – nog geen jaar geleden en toch al ver weggezakt in het collectieve geheugen – vormt het centrale verhaal van dit boeiende portret, dat parallel daaraan ook de AIDS-crisis belicht en nog een uitstapje maakt naar de bestrijding van Ebola.

De documentairemakers John Hoffman en Janet Tobias laten behalve Anthony Fauci zelf, zijn echtgenote Christine en hun dochter Jenny ook collega’s, homo-activisten en oud-president George W. Bush en U2-zanger Bono, met wie hij tegen de verspreiding van AIDS in Afrika streed, aan het woord. Uit die gesprekken komt een beeld van Fauci als een onkreukbare overheidsfunctionaris, die zich onvermoeibaar, desnoods ten koste van zijn eigen gezin, inzet voor de goede zaak en daardoor zowel aan het begin (AIDS) als aan het eind (COVID-19) van zijn carrière echt heeft kunnen floreren. Dit portret krijgt daarmee het karakter van een eerbetoon. En dat lijkt niet eens onterecht…

Ronaldo

Netflix

Je moet er respect voor hebben dat Cristiano Ronaldo, dik in de dertig inmiddels, nog altijd niet de attitude van een volgevreten vedette heeft. Dat hij na Sporting Lissabon, Manchester United, Real Madrid en Juventus nog eenmaal wil gloriëren bij zijn oude liefde United. Dat hij daar gewoon nog topscorer wil worden. En dat hij zichzelf – en niet Lionel Messi! – stiekem misschien nog steeds de beste voetballer van de wereld vindt.

Je kunt er ook met enige afstand naar kijken: naar een man die zijn hele leven in het teken van één enkele ambitie heeft gesteld. Wie is hij (nog) zonder de bal? In Ronaldo (92 min.), een film van Anthony Wonke uit 2015, verwoordt hij het direct zo: ‘Winnen. Dat is voor mij het belangrijkst. Zo simpel is het.’ In de voorgaande jaren had hij moeten aanzien hoe Messi – hij weer! – vier jaar achter elkaar de Ballon d’Or won, de prijs voor de beste speler van de wereld. Dat kon Cristiano Ronaldo natuurlijk niet op zich laten zitten. ‘Ik ben gemaakt om de beste te zijn.’

Denkt hij echt zo? Is zo’n houding nodig om te kunnen komen tot topprestaties? Of bestendigt hij met dit soort oneliners vooral zijn imago van onaantastbare – en arrogante – held? Van de Ronaldo die we hebben leren kennen op het voetbalveld en via de media zou je eigenlijk een Leroy Sanétje verwachten, de voetballer die zijn eigen beeltenis levensgroot op zijn rug liet tatoeëren. Deze documentaire geeft evenwel geen definitief uitsluitsel: weerspiegelt Ronaldo’s image zijn identiteit of is dat vooral bedoeld als schild, om te kunnen (blijven) presteren?

Om te beginnen bij het wereldkampioenschap voetbal van 2014 in Brazilië, waar hij eigenlijk geblesseerd aan begint. Daar moet hij alleen zijn mond over houden. Anders gaat het nergens anders meer over in de media. En excuses, daar doet ‘CR7’ niet aan. Het toernooi dreigt na een 4-0 nederlaag in de openingswedstrijd tegen Duitsland uit te lopen op een deceptie, een smet op zijn blazoen. ‘Rustig aan, maak je niet druk’, probeert hij zijn moeder telefonisch gerust te stellen. ‘Het komt wel goed.’

Die zachtere kant van de ongenaakbare Portugese aanvaller toont zich in deze chique ogende film slechts mondjesmaat (en dan nog in een ogenschijnlijk zéér gecontroleerde vorm): wanneer hij meezingt met zijn lievelingsnummer, spreekt over de dood van zijn alcoholische vader of zelf als alleenstaande ouder zorgt voor zijn zoontje (waarvan hij overigens categorisch weigert om bekend te maken wie de moeder is).

Ook dan is de patser echter nooit ver weg. ‘Wil je niet net zo groot worden als papa?’, vraagt hij bijvoorbeeld aan Cristiano Jr. tijdens het ontbijt. Vader heeft duidelijk niet diens lichaamslengte voor ogen. Of hij laat het jongetje zoeken naar welk exemplaar tijdelijk ontbreekt in zijn privé-wagenpark. De Lamborghini, juist. Zo vertelt dit portret precies wat de protagonist kwijt wil – en veel meer dan hij zelf in de gaten heeft.

En dan moet er weer een Ballon d’Or uitgereikt worden en staat Ronaldo in de apotheose van de film letterlijk oog in oog met zijn grote rivaal, Messi.

Hannibal Hopkins & Sir Anthony

Wichita Films

Bij acteurs weet je nooit of ze een rol spelen. Neem Anthony Hopkins. Had hij in 1992, toen het grote succes dan eindelijk kwam, werkelijk de gedachte ‘nu kan ik wat slechte films gaan maken’? Toch was dat volgens Hopkins het eerste wat in hem opkwam toen hij een Oscar won voor zijn rol als de seriemoordenaar Hannibal Lecter in The Silence Of The Lambs.

Zo zegt hij in Hannibal Hopkins & Sir Anthony (52 min.) bijvoorbeeld over Hollywood: ‘Juist de oppervlakkigheid staat me wel aan’. Werkelijk? Dat zou dan wel heel erg contrasteren met zijn imago als Brits karakteracteur. ‘Hoe houd je het uit?’ vroegen vroegere vrienden hem niet voor niets over de plastic stad. ‘Het is net of je op de maan woont.’ Waarop hij dan zei: ‘Ach, dat bevalt mij wel.’ 

Terwijl de filmmakers Clara en Julia Kuperberg met de nodige bokkensprongen door zijn imposante oeuvre en carrière wandelen, heeft Anthony Hopkins zo steeds een nieuwe oneliner paraat. ‘Als ik geen acteur was geworden was ik misschien geen crimineel geworden’, stelt hij bijvoorbeeld in één van de vele archiefinterviews. ‘Maar toch ook geen aardig mens.’

Of: ‘Ik heb geen analytische geest, ik ben niet heel slim of intellectueel.’ Het is de vraag of hij dat zelf gelooft. En over het vak, dat hij nu toch al ruim zeventig jaar uitoefent: ‘Ik voel me geen acteur. Wat is een acteur? Het voelt meer alsof ik bij het circus zit.’ Over zijn riddering tenslotte: ‘Mijn vrouw belde me’, vertelt hij geamuseerd. ‘Ze zegt: Je wordt geridderd. Ik zeg: waarvoor?’

Valse bescheidenheid? Zelfrelativering als schild? Of gewoon: lekkere verhalen waarmee je voor de dag kunt komen? Sir Anthony Hopkins houdt in deze tv-docu te allen tijde iets ongrijpbaars. Ook als hij vertelt over het onbegrepen jongetje dat hij ooit was, zijn immense onvrede als toneelacteur en het titanengevecht dat hij moest leveren met koning alcohol. 

Bij topacteurs weet je nu eenmaal nooit of ze een rol spelen. De rol van hun leven.

El Caso Wanninkhof – Carabantes

Netflix

Als El Caso Wanninkhof – Carabantes (89 min.) een half uur onderweg is, lijkt duidelijk wie in oktober 1999 het 19-jarige Spaanse meisje Rocío Wanninkhof Hornos, dat onderweg naar de plaatselijke kermis plotseling is verdwenen, heeft vermoord. Dan heeft de true crime-documentaire van Tània Balló echter nog bijna een uur te gaan. De kijker weet genoeg: hiermee is de zaak beslist niet afgehandeld.

Niet veel later introduceert de filmmaakster nóg een vermist meisje: de 17-jarige Sonia Carabantes. Enkele dagen later wordt ze dood aangetroffen. De zaak blijkt – natuurlijk! – verband te houden met het trieste lot van Rocío. En dan verschijnt er een vrouw op het toneel, de Britse Cecilia King, die wellicht nieuw licht op de tragische kwesties kan werpen. Ze is jarenlang voor gek verklaard door haar directe omgeving.

Met direct betrokkenen, advocaten en de gebruikelijke deskundigen en journalisten reconstrueert Balló in deze degelijke docu (Engelse titel: Murder By The Coast) de spraakmakende misdaad in de Costa del Sol, die jarenlang goed zou zijn voor een absoluut mediacircus in Spanje. Gaat het om een crime passionel? Een trieste wraakzaak? Of toch een ordinaire lustmoord? De dader lijkt doelbewust een dwaalspoor te hebben uitgezet.

De whodunnit-vraag is natuurlijk leidend in El Caso Wanninkhof – Carabantes, maar ook de rol van de media komt nadrukkelijk aan de orde: hebben die bijgedragen aan de zoektocht naar de moordenaar? Of juist ernstig in de weg gezeten? En uiteraard kent ook deze schrijnende zaak – het mag geen verbazing wekken – te langen leste louter verliezers.

Colette

The Guardian

Voor het eerst in haar leven gaat de negentigjarige Colette Marin-Catherine naar Duitsland, naar het concentratiekamp Mittelbau-Dora in Nordhausen, waar haar broer Jean-Pierre ter dood werd gebracht. De Franse verzetsstrijdster wordt vergezeld door de jonge studente geschiedenis Lucie Fouble, die nog nooit in een kamp is geweest en nu het levensverhaal van Jean-Pierre Catherine gaat optekenen.

Slechts één procent van de Fransen zou tijdens de Tweede Wereldoorlog in verzet komen tegen de Duitse bezetter. Voor broer en zus Catherine leek dat echter vanzelfsprekend. Wat was Jean-Pierre voor een man?, wil Lucie in de trein naar het kamp weten. ‘Gemaakt van staal’, antwoordt Colette (25 min.). ‘Als hij door een muur wilde, kon de muur het wel vergeten.’

Eenmaal ter plaatse in Duitsland wil de burgemeester Colette tijdens een etentje officieel verwelkomen. Al snel laat de hoogbejaarde Franse vrouw echter weten dat ze daarvan niet gediend is. Als Colette samen met haar metgezel op het kamp arriveert, nemen de emoties het definitief over. En ook Lucie houdt het niet meer droog. Samen staan ze echter sterk.

In de chemie tussen de twee vrouwen – de één oud en getraumatiseerd, de ander jong en idealistisch – zit de voornaamste meerwaarde van deze korte documentaire van Anthony Giacchino, die verder het welbekende tragische verhaal van de Tweede Wereldoorlog vertelt. Op een manier die ook voor nieuwe generaties aantrekkelijk is.

De Oscar-jury bleek er in elk geval gevoelig voor en beloonde de film met de Academy Award voor beste korte documentaire. Dat is eerlijk gezegd wat veel van het goede.

The Trump Show: Downfall

VPRO

De aftiteling loopt. Van een (s)hitshow die ruim vier jaar permanent van conflict, theater, schandaal, klucht en drama aan elkaar hing en steeds van cliffhanger naar cliffhanger denderde. De namen komen nog eenmaal voorbij. Allerlei figuranten die terstond zullen worden vergeten. Enkele onvergetelijke kopstukken. En Don Jr., Ivanka, Jared, Tiffany, Eric en – de absolute hoofdrol – Donald J. Trump. Het was ‘one hell of a ride’. Of, in goed Nederlands, een onvervalste helletocht.

Downfall, de ‘season finale’ van The Trump Show (53 min.) en het vervolg op de drie afleveringen die in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 3 november 2020 werden uitgezonden, begint met een dramatisch tafereel: een verlaten en geplunderd kantoor in het Capitool, dat op 6 januari werd bestormd door Trump-aanhangers die de certificering van Joe Bidens verkiezingsoverwinning weigerden te accepteren.

Daarna volgt een ‘recap’ van de periode die daaraan vooraf is gegaan. Dat relaas begint eveneens met een onvergetelijk beeld: van de leider Trump, die opnieuw een formidabele vijand heeft overwonnen, het Coronavirus, en die zich nu door zijn dolenthousiaste aanhangers (‘we love you!, we love you!, we love you!’) uitgebreid laat fêteren. Op weg naar verkiezingen die hij, zo wordt hem elke campagnebijeenkomst duidelijker, gemakkelijk gaat winnen. Donald Trump zal de peilingen, die stuk voor stuk een zege voor zijn tegenstrever voorspellen, weer eens ongenadig logenstraffen.

En dan blijkt dat al die voorspellingen gewoon klopten… Voor een man als Trump is dat onmogelijk te accepteren. ‘Winnen is gemakkelijk’, zegt hij treffend in het intro, dat tevens dienst doet als leidmotief voor dit laatste uurtje van The Trump Show. ‘Verliezen is nooit gemakkelijk. Voor mij tenminste niet.’ Er moet dus wel sprake zijn van vuil spel. Een ‘rigged election’. Zoals altijd als ‘The Donald’ niet wint, zo laat regisseur Rob Coldstream Hillary Clinton nog maar eens zeggen in een klassiek debatfragment uit 2016. Verliezen past simpelweg niet in zijn denkraam.

Coldstream brengt het gevolg van dat onvermogen in kaart met (voormalige) Trump-getrouwen als Anthony Scaramucci, Olivia Troye, Sam Nunberg, Darrell Scott, Marc Lotter, Maggie Vandenberghe en Brexiteer Nigel Farage. Dat is al met al een minder overtuigende sterrencast dan in de oorspronkelijke driedelige serie. Deze eerste poging tot geschiedschrijving van de ontluisterende laatste fase van Trumps (eerste) ambtstermijn biedt verder ook geen verrassende ontboezemingen of nieuwe inzichten. ‘t Is vooral een vakkundige samenvatting van twee dolle maanden CNN, opgeleukt met enkele smeuïge quotes en een urgente soundtrack.

Voor een volvette productie zoals The Trump Show is dat een tamelijk zuinig slot. In elk geval voor dit seizoen. Zit er nog een vervolg in het vat? Het tweede impeachmentproces misschien? De tussentijdse verkiezingen van 2022, waarvoor elke Republikeinse volksvertegenwoordiger die zich niet blindelings aan zijn zijde heeft geschaard z’n borst mag natmaken? Of toch weer een presidentscampagne in 2024? Trump mag het weten.

Keith Haring: Street Art Boy

AVROTROS

In de tijd dat New York echt een gevaarlijke stad was – met gevaarlijke drugs, muziek én kunst – vond Keith Haring er een nieuw thuis. Hij arriveerde er in 1978, als ambitieuze jongen uit het nietige Kutztown in Pennsylvania. Klaar om de kunstwereld een ferme schop onder zijn hol te geven. En om met mannen te slapen, dat ook.

Zijn cartooneske kunst zou een wereldwijd fenomeen van hem maken: Keith Haring: Street Art Boy (53 min.), een perfect uithangbord voor de florerende graffiti-scene van New York. Zijn kunst was niet voorbehouden aan bezoekers van musea of galeries, maar voor iedereen toegankelijk in metrostations. Zo boorde hij een nieuw publiek aan voor moderne kunst.

Dit levendige portret van Ben Anthony, waaraan Harings ouders en mensen uit zijn directe omgeving hun medewerking verlenen, weet de tijdgeest goed te raken en blijft ook lekker op tempo. De protagonist, die zelf aan het woord komt via een audio-interview dat vlak voor zijn dood in 1990 werd afgenomen, blijft wel enigszins een enigma. Een man die na zijn overlijden bovendien een wereldwijd icoon zou worden.

Want New York was ook een stad van gevaarlijke seks. En die zou Keith Haring op slechts 31-jarige leeftijd, via de meest gevreesde ziekte van zijn tijd, de kop kosten.

Unfit: The Psychology Of Donald Trump

Quizvraag: aan welke Amerikaanse politicus moet u denken bij de volgende termen: narcisme, paranoia, antisociale persoonlijkheid en sadisme? Vast niet aan Joe Biden. Al is er volgens psychiater John Gartner een dikke kans dat de Democratische presidentskandidaat in elk geval een narcist is. Dat geldt immers voor de meeste politici. Niet alleen de Amerikaanse overigens.

Nee, hij heeft het natuurlijk over – tromgeroffel, doodse stilte, paukengeschal – Donald J. Trump. En diens narcisme is bepaald niet het grootste probleem. Die andere drie kwalificaties maken hem in de ogen van Gartner pas echt gevaarlijk. Ga maar na: ’s mans complottheorieën, zijn slachtofferschap, het kleineren en demoniseren van anderen, zijn leugenachtigheid, het schenden van andermans rechten, zijn totale gebrek aan elke vorm van spijt en het overtreden van alle mogelijke normen en regels. Samengevat: kwaadaardig narcisme.

En natuurlijk, er bestaat zoiets als The Goldwater Rule, vernoemd naar de Republikeinse presidentskandidaat Barry Goldwater die in 1964 publiekelijk allerlei psychische stoornissen kreeg aangepraat door psychiaters. Sindsdien geldt het uitgangspunt: als psychiater houd je in het openbaar je mond over de mentale gesteldheid van een politicus. Maar dan treedt volgens Gartner en zijn collega’s de Tarasoff-regel in werking: het is de plicht van een therapeut om anderen te waarschuwen als ‘de patiënt’, volgens Commander In Cheat-schrijver Rick Reilly ook een notoire valsspeler op de golfbaan, een gevaar voor hen vormt.

Zie daar het centrale dilemma van de intrigerende documentaire Unfit: The Psychology Of Donald Trump (85 min.) van Dan Partland, waarin psychologen, historici en critici vanuit eigen kring zoals George Conway (de echtgenoot van Trumps adviseur Kellyanne), zijn voormalige perschef voor een dag of tien, Anthony Scaramucci, en conservatief boegbeeld Bill Kristol de man en het fenomeen Trump proberen te duiden. Daarbij komen en passant ook thema’s als de psychologie van het hedendaagse Amerika en moderne wetenschappelijke inzichten over leiderschap en groepsvorming aan de orde.

Waarbij de psychologische bevindingen en politieke ideeën van de sprekers over de Amerikaanse president natuurlijk volledig verknoopt raken, bijvoorbeeld als die omstreden parallel tussen Trump en autoritaire leiders als Mussolini en Hitler aan de orde komt. Die wordt overigens behoorlijk aannemelijk gemaakt, zonder dat The Donald meteen wordt gelijkgeschakeld aan Il Duce of Der Führer. Dat de vergelijking überhaupt wordt gemaakt zal voor critici echter al voldoende reden zijn om het lekker vlot gemonteerde en met animaties opgeleukte Unfit zonder omhaal van woorden af te doen als ‘hopeloze Trump-bashing’.

Als we Gartner en consorten mogen geloven wordt er tijdens de verkiezingen van dinsdag 3 november hoe dan ook een narcist tot president gekozen. Het is vooral de vraag of die regelmatig een hole-in-one slaat.

Weiner


Zou Anthony Weiner zich nog schuldig hebben gevoeld na de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten? Het waren immers e-mails die werden aangetroffen op zijn laptop, die ervoor zorgden dat het FBI-onderzoek naar Trumps Democratische tegenstander Hillary Clinton vlak voor de verkiezingen werd heropend. Weiner (spreek uit: wiener, oftewel: pik) zou Trump dus wel eens het presidentschap kunnen hebben bezorgd.

Er is overigens wel meer waarover het voormalige congreslid zich schuldig zou kunnen voelen. De documentaire Weiner (96 min.) uit 2016 volgt hem tijdens zijn tot mislukken gedoemde campagne voor het burgemeesterschap van New York. Dan heeft hij al een geruchtmakend sextingschandaal en vertrek met de – laten we zeggen – staart tussen de benen uit het Amerikaanse congres achter de rug.

Weiner, een linkse stokebrand die zijn keel regelmatig stuk heeft geschreeuwd naar Republikeinse opponenten, bleek foto’s van zijn – sorry, ik kan het niet laten – wiener te hebben doorgestuurd naar andere vrouwen. Terwijl hij toch echt netjes was getrouwd met Huma Abedin, de bevallige rechterhand van Hillary Clinton en alleen daarom al een van de machtigste vrouwen van Amerika.

Welnu, die Weiner (als in: lul) bezint zich na een korte bezinningsperiode op een politieke comeback. Zijn campagne voor het burgemeesterschap begint met het soort publieke boetedoening dat je van Amerikaanse politici verwacht, waarna hij weer vol goede moed ten strijde strekt voor een betere Big Apple. Met Huma, zoals mag worden verwacht van de vrouw van een Amerikaanse politicus, als representatieve steun en toeverlaat aan zijn zijde.

En dan – je voelt ’m vast al aankomen – duurt het natuurlijk niet lang voordat er weer stront aan de knikker is. Josh Kriegman en Elyse Steinberg tekenen de afwisselend kolderieke, gênante en pijnlijke taferelen als een vlieg op de muur op. In een politieke documentaire in de allerbeste War Room-traditie, de legendarische film uit 1993 over de eerste presidentscampagne van Bill Clinton, wordt de politieke opportunist Weiner genadeloos afgeschminkt.

Kriegman werkte overigens een tijdje voor Anthony Weiner voordat hij aan deze cinema verité-documentaire over hem begon. Als die film niet zo vernietigend was uitgevallen, was daarover wellicht een Jesse-achtige discussie losgebarsten. Nu konden potentiële critici gewoon tevreden met de armen over elkaar toekijken hoe Weiner zich en plein publique in de politieke afgrond stortte – en Huma, en vervolgens ook Hillary, achter zich aan trok.