A Bunch Of Amateurs

MetFilm

Sinds 1932 komen ze elke maandagavond bij elkaar. A Bunch Of Amateurs (93 min.), een klein gezelschap van gedreven cinefielen uit Bradford in Noord Engeland. Andere clubs van amateur-filmmakers zijn allang ter ziele, maar zij houden het hoofd nog steeds boven water. Al is het met moeite. De huur van het krakkemikkige pand, waarin ze sinds jaar en dag samen naar hun eigen en andermans producties kijken, is nauwelijks op te brengen. En ook de Bradford Movie Makers worden langzaam maar zeker met uitsterven bedreigd.

Colin Egglestone, een gepensioneerde timmerman, is tegenwoordig bijvoorbeeld slecht ter been en kan nauwelijks de trap meer op naar hun eigen filmzaaltje. Zijn vrouw Shirley heeft bovendien dementie en zit in een verpleeghuis. Mary, al zo’n zestig jaar de vrouw van Harry Nicholls, ligt op haar beurt al tijden apathisch voor zich uit te staren in bed. De lekker amateuristische filmclub geeft hun mannen een doel en een thuis. Dat clubgevoel, met zijn verplichte lach en traan, sijpelt ook moeiteloos door naar deze aandoenlijke, typisch Britse film van Kim Hopkins.

Harry heeft het daarin in zijn hoofd gehaald dat hij een remake wil maken van de openingsscène van de musical Oklahoma, waarin een cowboy te paard het onvergetelijke Oh, What A Beautiful Morning zingt. Het was de eerste film die hij ooit samen met Mary heeft gezien. De nieuwe versie, waarin hij zelf ook de hoofdrol voor zijn rekening neemt, moet een soort eerbetoon worden aan hun liefde. Een ervaren ruiter is de geblokte Harry echter niet. En ook met acteren voor een ‘green screen’ – en op een denkbeeldig paard – heeft hij nauwelijks ervaring.

Tijdens de opnames komt Harry Nicholls regelmatig in botsing met het enige jongere clublid, Phil Wainman, die behalve manusje van alles bij zo’n beetje elk filmopname ook mantelzorger is voor zijn gehandicapte broer. Phil kan vaak niet mét Harry, maar zeker ook niet zónder hem. Hun gesteggel kleurt de familiaire sfeer in de club, die allerlei initiatieven onderneemt om weer wat leven in de brouwerij te krijgen – en geld in het laatje, dat ook. Hun pogingen zijn sympathiek – een dansmiddag in The Old Cock (!) bijvoorbeeld – maar lijken vaak gedoemd om te mislukken.

Als het Coronavirus zich ook in Bradford meldt, heeft dit groepsportret zich dan ook allang in de hartstreek genesteld. Zoals overal zorgt de pandemie voor consternatie: als de club nu een pauze inlast, houdt ze dan definitief op te bestaan? Vreemd genoeg blijkt het virus, via een kleine omweg, echter een zegen voor de amateurfilmers, die zich misschien toch nog mogen opmaken voor dat honderdjarige jubileum in 2032. Tot die tijd vertoont hun projector ongetwijfeld nog talloze films van twijfelachtige kwaliteit en blijven zij met elkaar verbonden. Tot de dood erop volgt.

Spector

Showtime

‘Het was een foutje’, zegt de heer des huizes als politieagenten in zijn privékasteel in het Californische Alhambra een dode vrouw aantreffen. ‘Ik begrijp niet wat er in godsnaam mis is met jullie. De revolver ging per ongeluk af. Oh, God!’ Het is 3 februari 2003, de dag waarop het leven van Phil Spector (1939-2021) definitief een dramatische wending zal nemen. De legendarische producer van The Righteous Brothers, Ike & Tina Turner, The Beatles/John Lennon, Leonard Cohen en The Ramones wordt ingerekend en zal de rest van zijn leven in de gevangenis doorbrengen.

Vijf weken voor de dood van Lana Clarkson gaf de excentrieke kluizenaar Spector (207 min.) nog een onthullend interview aan journalist/biograaf Mick Brown. De tapes daarvan, en Brown zelf, fungeren nu als ruggengraat voor deze vierdelige docuserie van Sheena M. Joyce en Don Argott, waarin ook (voor hem ogenschijnlijk inwisselbare) performers die ooit mochten excelleren op zijn imposante Wall Of Sound, zoals Carol Connors (The Teddy Bears), La La Brooks (The Crystals), Nedra Talley-Ross (The Ronettes) en Darlene Love (The Blossoms), een bijdrage leveren.

Behalve mensen uit Spectors directe (werk)omgeving, waaronder ook zijn dochter Nicole, zoomt deze miniserie met haar moeder Donna en allerlei vrienden tevens in op de vrouw die door hem de dood vindt. Van een zielloos slachtoffer, consequent weggezet als ‘B-film actrice’, wordt Lana Clarkson weer een mens van vlees en bloed. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Phil Spector zelf, een man die doorgaans wordt geportretteerd als een geniale en gevaarlijke gek. Joyce en Argott vinden in hem een kwetsbaar en labiel mens, dat al op heel jonge leeftijd ernstig werd beschadigd.

De titel To Know Him Is To Love Him, zijn allereerste hit met de groep The Teddy Bears, blijkt bijvoorbeeld gebaseerd op het grafschrift van zijn vader, die een einde aan zijn leven maakte toen Phil negen was. Net als zijn zus Shirley zou hij zelf de rest van zijn leven kampen met serieuze psychische problemen, zoals paranoia en manische en depressieve perioden, en afhankelijk raken van medicatie. Wanneer hij daarbij begint te drinken, zoals in de periode waarin hij Lana Clarkson min of meer dwong om nog even een drankje bij hem te doen, kan het zomaar he-le-maal fout gaan.

Spector richt zich met name op de moord en de navolgende rechtszaak, waarbij er nog een bijzondere rol is weggelegd voor filmmaker Vikram Jayanti die in deze periode de hele fijne documentaire The Agony And Ecstacy Of Phil Spector (2009) maakte. ‘Ik kan me herinneren dat hij zei dat de rechter niet wilde dat hij muziek zou laten horen of zou praten over zijn muziekcarrière tijdens de rechtszaak, omdat dit niets te maken had met die nacht’, vertelt Jayanti over Phil Spector. ‘Tijdens de rechtszaak dacht hij: als deze mensen mijn muziek maar konden horen, dan zou ik hier niet zitten.’

Het is typisch zo’n verhaal geworden dat louter verliezers kent. ‘Zij wordt nog altijd enorm gemist’, zegt één van Clarksons vrienden geëmotioneerd. Tegelijkertijd vraagt Mick Brown zich in deze genuanceerde, afgewogen en uiteindelijk ook aangrijpende miniserie af: ‘Wordt hij herinnerd vanwege You’ve Lost That Lovin’ Feeling en Be My Baby of voor het vermoorden van Lana Clarkson?’ Volgens Spectors dochter Nicole kunnen we gewoon plezier aan zijn oeuvre blijven beleven. ‘Hij bracht muziek vanuit de hemel in onze wereld’, zegt zij. En: ‘Ik kan alleen zeggen is: to know him is to love him.’

100UP

Dutch Mountain Film

Mathilde Freund maakte als Joods meisje in Oostenrijk de opkomst van Hitler bewust mee, Irwin Corey floreerde in zijn jonge jaren als komiek en acteur en Shirley Zussman werkte jarenlang als sekstherapeute en was in die hoedanigheid ooit te gast bij het praatprogramma van Oprah Winfrey. En nu zijn ze bij hun allerlaatste levensdagen aanbeland. Tenminste, als we ervan uitgaan dat het licht na de magische grens van honderd jaar toch echt langzaam uitgaat.

Zo staan de hoofdpersonen van Heddy Honigmanns nieuwe documentaire 100UP (92 min.) overigens niet in het leven. Ze leven nadrukkelijk in het heden. De Peruviaanse arts Raúl Jerí blijft bijvoorbeeld gewoon aan het werk in het ziekenhuis, de nette Nederlandse heer Hans Maier is nog altijd druk bezig om de universele rechten van de mens te verrijken met mensenplichten en die toe te vertrouwen aan het internet en de Noorse boerin Laila Myrhaug zit dagelijks aan het spinnenwiel en helpt haar schapen nog altijd met lammeren.

Regisseur Heddy Honigmann zoekt deze honderdplussers op en bevraagt hen over heden en verleden. Dat worden veelal lange en persoonlijke gesprekken, aangekleed met beelden uit hun dagelijks leven en zo nu en dan geïllustreerd met archiefbeelden. Ze kunnen ook zomaar ontaarden in gekeuvel. Een algemeen geldend recept voor eeuwige jeugd vindt Honigmann op die manier niet. Al is Viola Smith, die in het zwart-wit tijdperk een gevierde drumster was, ervan overtuigd dat al dat slagwerk ervoor heeft gezorgd dat ze fit is gebleven en een zeer respectabele leeftijd heeft bereikt. Ze raakt tegenwoordig overigens geen drumstok meer aan, de oude schwung is verdwenen.

Wat alle hoofdpersonen met elkaar gemeen hebben is een onmiskenbare joie de vivre, die zich door geen gebrek laat beteugelen. Die levenslust werkt aanstekelijk en nuanceert meteen het imago van ouderdom als een levensfase die louter wordt getekend door aftakeling en afscheid. Verder biedt deze documentaire geen nieuwe inzichten. De helden van 100UP, die stuk voor stuk een glorieuze toekomst achter zich hebben, zijn eerlijk gezegd bijzonderder dan de film zelf, die ‘gewoon’ vermakelijk is.

Dear Zachary: A Letter To A Son About His Father


Een klein monumentje moest het worden, deze film. Voor een overleden vriend. Vermoord, om precies te zijn. In een park in Pennsylvania. Dokter in opleiding Andrew Bagby. 6 November 2001. Vijf kogels en een klap op het achterhoofd. Verdachte: zijn veel oudere ex-vriendin Shirley. Een ‘psychotic bitch’, volgens diverse betrokkenen.

Andrews vriend Kurt Kuenne was net bezig met filmen en interviewen. Had zijn ouders Kate en David al gesproken. Andrews voormalige verloofde. En een enorme stoet familieleden, vrienden, kennissen en studiegenoten. Toen bleek Shirley (tweemaal gescheiden, drie kinderen) enkele maanden zwanger. Van dezelfde Andrew, die ze met voorbedachte rade zou hebben vermoord.

Toen Kuenne dat hoorde, had hij geen keuze meer: zijn film voor familie en vrienden zou worden opgedragen aan Andrews kind. Zachary Andrew Turner, geboren op 18 juli 2002. Zeven maanden na de dood van zijn vader. Ook rond het kleine jongetje zou zich een groot drama afspelen. De persoonlijke tributevideo veranderde in een intrigerende documentaire: Dear Zachary: A Letter To A Son About His Father (91 min.).

Een film als een trits omvallende dominostenen. Geen idee waar het stopt of heengaat. Ruw gefilmd, snel gemonteerd. En zo gewiekst opgebouwd dat het bijna onkies wordt. Waarbij het persoonlijke perspectief van de maker, de voice-overs aan het adres van Andrews zoon Zachary, zorgt voor een enorme zeggingskracht. En een aangrijpende film die de kring van Andrew Bagby inderdaad volledig ontstijgt en na het ondergaan nog wel even nazindert.

De reportage The Legacy Of Dear Zachary: A Journey To Change Law (15 min.) kan worden beschouwd als een nabrander voor Dear Zachary. Een making of, die ook de nasleep van de film in beeld brengt. Na de documentaire zelf te bekijken dus.