
Over dat hele proces maak ik me geen seconde druk, zet de hoofdpersoon aan het begin van The Agony And Ecstacy of Phil Spector (100 min.) een geheel eigen redenering op. ‘Alleen het vonnis boezemt me angst in.’ De legendarische producer staat in het voorjaar van 2007 terecht voor de moord op de actrice Lana Clarkson. Phil Spector zou haar dood hebben geschoten in zijn eigen huis in Los Angeles.
Nou had Spector, om het mild uit te drukken, al een reputatie. Zo zou hij, volgens hardnekkige verhalen, de punkband The Ramones tijdens de opnames van hun album End Of The Century onder schot hebben gehouden met een pistool uit zijn uitbundige wapenverzameling. Waar Phil Spector was, zoveel werd steeds weer duidelijk, kwam gedoe. Altijd en overal. En geweldige muziek, dat ook. Altijd en overal.
Zijn geheel eigen stijl kreeg zelfs een aparte naam: de Wall Of Sound. Tegen de achtergrond van de rechtszaak gaat het megalomane enfant terrible in deze hele fijne film van Vikram Jayanti uit 2009 openhartig, lekker dwars en met ontzettend veel humor in op zijn eigen leven en carrière, die hem in de studio en achter de mixtafel bracht bij een ongelooflijke rij hitartiesten: The Crystals, The Righteous Brothers, The Ronettes, Leonard Cohen, Ike & Tina Turner en, jawel, The Beatles.
Spectors signatuursongs, in z’n geheel in de film opgenomen en bovendien voorzien van hele fijne citaten uit de biografie Tearing Down The Wall Of Sound van Mick Brown, gaan een bijzonder fijn huwelijk aan met de verwikkelingen tijdens het proces tegen de omstreden dwingeland. Op een gegeven moment meen je zelfs in de gesuikerdste pophits de psychopaat Spector te kunnen ontwaren. Een geduchte prestatie. En op een vreemde manier ook een perfect eerbetoon aan één van de gekste en geniaalste geesten uit de pophistorie.