Death Of A Showjumper

SkyShowtime

Nadat ie haar had geschopt, geslagen en gestompt, begon de bekende Ierse springruiter Jonathan Cresswell zijn vriendin Abigail Lyle te wurgen. ‘En ik weet nog dat ik…’, schiet de jonge vrouw helemaal vol. Tot dat moment heeft ze vrijwel onbewogen haar verhaal gedaan. Over aanhoudend huiselijk geweld, nu een kleine vijftien jaar geleden. Dat ontspoorde steeds verder en bracht haar, een amazone die in 2024 nog aan de Olympische Spelen zou meedoen, destijds aan de rand van de afgrond.

‘Mijn broer is overleden in 2005’, vertelt Abi verder. ‘Ik weet nog dat hij me begon te wurgen en ik dacht: je mag niet doodgaan. Dat kun je je ouders niet aandoen.’ Zeg wat hij wil horen, hield Abigail zichzelf voor. ‘Johnny’ bleef haar vragen waarom ze zo’n hoer is. Het juiste antwoord bleek: ‘Omdat mijn moeder een hoer is.’ Enkele maanden later kwam Abi’s moeder, die toen al enige tijd kanker had, daadwerkelijk te overlijden. ‘Ik haat het dat ik dat moest zeggen’, stamelt Abigail.

Tien jaar later raakt diezelfde Johnny betrokken bij de zelfdoding van de talentvolle 21-jarige amazone Katie Simpson uit het dorpje Tynan in het Noord-Ierse graafschap Derry. Hij heeft dan een relatie met haar oudere zus Christina en vindt Katie op 9 augustus 2020 als ze zich in hun huis heeft verhangen. Voor iedereen in hun directe omgeving lijkt Jonathan boven elke verdenking verheven. Hij is een graag geziene gast in de plaatselijke gemeenschap en een ster binnen de Ierse paardenwereld.

Bij de plaatselijke rechtbankjournaliste Tanya Fowles, die destijds verslag deed van de rechtszaak tegen Cresswell vanwege de ernstige mishandeling van Abigail en die ook Katie al van kinds af aan kent, gaan echter alle alarmbellen af. Fowles krijgt ook de politieagenten Nuala Lappin en James Brannigan aan haar zijde. Samen stuiten zij alleen op aanzienlijke weerstand binnen de paardengemeenschap, die Jonathan ook na zijn eerdere veroordeling direct weer in de armen sloot.

Rond Cresswell heeft zich bovendien een hele coterie van jonge vrouwen verzameld, die hem consequent de hand boven het hoofd houdt. In de stevige driedelige true crime-serie Death Of A Showjumper (137 min) probeert Niamh Kennedy te ontleden hoe dat in z’n werk is gegaan: hoe kan een ogenschijnlijk goedlachse allemansvriend zoveel mensen naar z’n hand zetten, zodat ze hun eigen beoordelingsvermogen aan de kant schuiven en zich inlaten met zijn zeer dubieuze acties?

Tegelijkertijd is er de strafzaak zelf: wat is er nu precies waarom gebeurd? Wie moet er meer van weten? En hoe kan er voor gerechtigheid worden gezorgd? Want als deze zaak op z’n beloop wordt gelaten, zoals wel vaker gebeurt als sluitend bewijs ontbreekt, trekken de vrouwen bijna van nature aan het kortste eind.

Carol Doda: Topless At The Condor

Picturehouse

Op 19 juni 1964 wordt Carol Doda een bescheiden sensatie in San Francisco. Ze is net als altijd op de piano van de Condor Club gaan staan. Die wordt daarna vanaf het plafond naar beneden getakeld, de zaal in. De band van George & Teddy is al begonnen met spelen. Intussen start Carol met dansen. Dat heeft ze al veel vaker gedaan, maar nog nooit in een monokini. Ze is de eerste topless-danseres van het uitgaansdistrict North Beach. Kort daarna zijn er behalve talloze danseressen ook topless-schoenenpoetsers, -mannenkledingzaken en -bands.

Voor Carol Doda wordt het dan wel lastig om zich te onderscheiden. Zeker omdat ze geen indrukwekkende borstpartij heeft, vindt ze zelf. Carol strikt een arts, dokter Vincent Spano, die bereid is om haar te injecteren met siliconen. Zo verzekert zij zichzelf van permanente aandacht en het gezelschap van bekendheden zoals Andy Warhol en Frank Sinatra. Ze zet ook meteen de toon: pinups worden niet langer afgerekend op hun eindeloze benen, maar op de grootte van hun borsten. En ook ‘the summer of love’ staat op het punt van beginnen…

Via archiefinterviews met North Beachs voornaamste attractie en actuele gesprekken met andere insiders uit het topless-circuit van San Francisco tekenen Marlo McKenzie en Jonathan Parker de opkomst van het naaktentertainment op in de aardige documentaire Carol Doda: Topless At The Condor (100 min.). De hoofdpersoon vaart ogenschijnlijk wel bij haar sterrenstatus – al laat zij doorgaans weinig los over zichzelf en bindt ze zich aan niemand. ‘Als een man me uitvraagt’, zegt Doda daarover, lekker rolvast, ‘weet ik nooit of hij geïnteresseerd is in mij of in hen.’

Intussen verliest de business waarbinnen zij werkzaam is langzaam maar zeker z’n charme. De onderlinge concurrentie wordt harder, de klandizie minder en het aanbod platter. Er is steeds meer nodig om op te vallen. Net als haar concullega’s probeert Carol Doda mee te bewegen. Ze weigert in elk geval om te accepteren dat ook rondborstige blondines een houdbaarheidsdatum kunnen hebben – zeker als ze niet volledig door Moeder Natuur zijn geschapen – en blijft zoeken naar hoe ze ‘The Male Gaze’ kan blijven behagen en zichzelf vermarkten.

Waarbij het de vraag is of ze ooit méér kan worden dan ‘Carol on the piano’, de geuzennaam waarmee ze ooit in de Condor Club werd gepresenteerd.

Portrait Of A Confused Father

UpNorth Film / DR Sales

Als de Noorse documentairemaker doet Gunnar Hall Jensen wat natuurlijk voelt als hij vader wordt: hij begint z’n zoon Jonathan in 2002 direct vanaf z’n geboorte te filmen. En zichzelf, in de ouderrol die onwennig blijft voelen. Zo wil hij in contact blijven met zijn kind. Inmiddels is ie daarmee opgehouden. Noodgedwongen. Jonathan is dood, verklapt Jensen aan het begin van Portrait Of A Confused Father (93 min.).

En dan begint die film over hun gezamenlijke leven. De documentairemaker loodst ons, als argeloze kijkers, erdoorheen met een reflectieve voice-over. Hij weet wat ie doet: Jensen maakte al diverse egodocu’s. Zijn naasten zijn er inmiddels ook min of meer aan gewend dat er altijd wel een camera meekijkt terwijl ze hun leven leven – al heeft Gunnars vrouw Jonna ervoor gekozen om zoveel mogelijk buiten beeld te blijven.

Jonathan is die luxe niet vergund. Waar zijn vader is, is een camera. Tijdens persoonlijke gesprekken, in de auto en op reis. Als ze samen gaan kamperen in de sneeuw bijvoorbeeld. Dat idee is dan weer geïnspireerd door zijn grote held Roald Amundsen. Deze Noorse ontdekkingsreiziger ondernam aan het begin van de twintigste eeuw allerlei ambitieuze poolexpedities. Hij is al sinds jaar en dag Gunnar Hall Jensens rolmodel.

Want zijn eigen vader, kapitein op cruiseschepen, heeft hij slechts één keer ontmoet, op z’n dertigste. En na diens overlijden heeft hij zichzelf met hem gefilmd, natuurlijk. Dat filmen – en het doen van dingen voor de camera – krijgt al snel iets exhibitionistisch. En wat is nog waar van wat er wordt vastgelegd? Vader en zoon dansend op een balkon, met zicht op de hemelsblauwe zee? Spontane actie? Of toch vooral een act?

En als Jensen Jonathan naar een militair boot camp stuurt, om de discipline aan te halen, is het ook de vraag: hard nodig, of ook wel goed voor ‘hun’ film? Feit is dat zijn zoon gaandeweg toch uit het zicht verdwijnt. Als Jonathan Jensen op z’n achttiende samen met een vriend een huisje in de bergen betrekt, ontglipt hij zijn vader en diens alziende oog. Dan ontwikkelt dit zelfgemaakte dubbelportret zich tot een zoektocht.

De jongen is terechtgekomen in een voor zijn vader volstrekt onbekende ‘manosfere’ en daarmee helemaal buiten het bereik van Gunnar geraakt. Stukje bij beetje weet die, de camera altijd paraat, toch bij elkaar te puzzelen waarin zijn zoon – en zoveel andere jongens van zijn generatie – verzeild is geraakt en welke rolmodellen hem op dat pad naar roem en snel geld hebben gezet. Met uiteindelijk bijzonder tragische gevolgen.

Portrait Of A Confused Father wordt daarmee een actuele en urgente film – al is het ook een grillige vertelling, met losse flodders en eindjes. Over een rusteloze en op zichzelf betrokken man, die zijn kind uiteindelijk niet kan behoeden voor de hedendaagse gevaren waarvoor mensen zoals zij zo gevoelig zijn. Bij het laatste afscheid ontbreekt natuurlijk ook de camera niet: Gunnar Hall Jensen filmt er ook zijn eigen tranen mee.

This Is Sparklehorse

Sparklehorse

Mark Linkous (1962-2010) stond te boek als een ‘muzikantenmuzikant’, een zanger en songschrijver die wel een potje kon breken bij collega’s. Op de gastenlijst van This Is Sparklehorse (91 min.) prijken dan ook talloze andere prominenten uit de indie-hoek: David Lowery (Cracker), Ed Harcourt, Jonathan Donahue (Mercury Rev), Gemma Hayes, Adrian Utley (Portishead), Jason Lytle (Grandaddy) en John Parish.

Acts voor fijnproevers die, net als Linkous’ artistieke alter ego Sparklehorse, nooit stadions konden vullen, maar zich wel in het hart van menige muziekliefhebber hebben gewurmd. De bekendste naam in deze DIY-film van Alex Crowton en Bobby Dass is zonder twijfel David Lynch. ‘Trieste schoonheid’, noemt de befaamde filmmaker Linkous’ muziek. John Carter (Phantogram) omschrijft die dan weer als ‘gothic country-muziek’.

Sparklehorse-albums klinken als een slecht afgestelde draagbare radio: te midden van ruis en gekraak doemt er ineens een vlijmscherpe rocksong op of meldt zich bijna ongemerkt een gefluisterd melancholiek liedje. Die fluistervorm ontdekte Linkous volgens David Lowery per ongeluk. Als hij ‘s nachts in zijn thuisstudio nieuwe liedjes wilde opnemen, lag zijn echtgenote vaak al te slapen en moest hij zacht te werk gaan.

Zij ontbreekt in dit postume portret. Net als Brian Burton (Danger Mouse), met wie Linkous een compleet album maakte. Zijn broer Matt is wel van de partij. En er is een prominente rol voor singer-songwriter Angela Faye Martin, die deze docu opzette en tevens dienst doet als verteller. In die hoedanigheid richt ze zich af en toe rechtstreeks tot de protagonist. Martin verschijnt soms ook in beeld en claimt zo wel erg veel ruimte.

Hun protagonist blijft intussen een enigma. En dat was vast de bedoeling: een held die net zo ongrijpbaar blijft als zijn muziek. Duidelijk is wel dat Linkous al jong worstelde met het leven. Met allerlei roesmiddelen probeerde hij de depressies op afstand te houden. Daar was soms ook alle reden toe. Nadat hij in 1995 ging touren met zijn debuutalbum Viadixiesubmarinetransmissionplot, sloeg in Londen bijvoorbeeld het noodlot toe.

In een hotel viel hij – beneveld? onder invloed van pijnstillers? – in slaap, met zijn benen onder zich bekneld. Uiteindelijk volgde een hartaanval. Linkous kwam er ernstig beschadigd uit. Een tijd leek ’t alsof hij de rest van zijn leven veroordeeld zou zijn tot een rolstoel. ‘Bij de eerste gelegenheid waarop we alleen waren zei hij: je moet me doden’, herinnert David Lowery zich die donkere periode. ‘Ik kan niet leven met deze pijn.’

Later, toen Mark Linkous met de nodige hulpmiddelen weer kon staan en lopen, bleven de donkere episoden – ook omdat zijn muziek nauwelijks genoeg geld binnen bracht om van te kunnen leven. Toen zijn vriend en collega Vic Chesnutt, daadwerkelijk veroordeeld tot een rolstoel, in 2009 de dood boven het leven verkoos, belandde ook Linkous in een niet meer te stoppen neerwaartse spiraal. Binnen drie maanden was hij eveneens dood.

Deze film veegt een flink aantal brokstukken van Mark Linkous’ leven bij elkaar, van een man zonder beschermingslaag, die ver van waar ’t in de muziekbusiness gebeurt, New York en Los Angeles, waar hij zelf nooit kon floreren, zijn eigen stem vond. Ruw, zacht en breekbaar – en nauwelijks te vatten. Zoals de onnavolgbare slogan van die schoorsteenveger op het T-shirt dat hij soms droeg: we may not be good, but we sure are slow.

Sporen Van Een Spermabank

KRO-NCRV / vanaf dinsdag 17 december op NPO Start

Zouden sommige vruchtbaarheidsartsen, donoren en medewerkers van spermabanken in het verleden de overtuiging hebben gehad dat het doel alle middelen heiligde? En dat toch niemand erachter zou komen hoe ze hun klus klaarden? De misstanden die in de afgelopen jaren, met behulp van moderne DNA-toepassingen, zijn blootgelegd in de fertiliteitswereld – van pak ‘m beet het zaad van de beruchte vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat tot de duizend kinderen van de Nederlandse ‘vikingdonor’ Jonathan Meijer – doen vermoeden van wel.

De excessen daargelaten lijkt er in het algemeen, bij mensen die doorgaans natuurlijk vanuit de beste bedoelingen handelden, sprake te zijn geweest van onachtzaamheid, gebrek aan invoelend vermogen en doodgewone slordigheid. Donorkinderen worden echter donorvolwassenen, zoals Roos, zelf kind van een donor, ‘t treffend uitdrukt in de vierdelige serie Sporen Van Een Spermabank (145 min.). De vragen over oorsprong, verwantschap en aanleg volgen dan vanzelf. En mannen die ooit (anoniem) zaad doneerden kunnen dan ineens worden aangesproken als vader.

Deze miniserie van Annemieke Ruggenberg en Martijn Willemen concentreert zich op misstanden binnen het Arnhemse Rijnstate-ziekenhuis en laat zien – op basis van achtergrondgesprekken en inzage in medische dossiers, onderzoeksrapporten en vertrouwelijke stukken – waartoe al dat geïmproviseer kan leiden. Donoren met veel meer nageslacht dan ze door hadden bijvoorbeeld. ‘Het is gewoon veel te veel’, zegt Peter, die zelf geen kinderwens had, maar inmiddels naar schatting zestig tot tachtig kinderen heeft verwekt. Hij betrapt zichzelf op ‘de hoop dat kinderen zich niet melden’. 

Bij donoren zoals Peter, die soms zelfs al zijn vergeten dat ze ooit zaad hebben gedoneerd, kan er echter zomaar een brief van de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting op de deurmat vallen: één van hun kinderen wil contact. Hans ziet zichzelf bijvoorbeeld niet als vader, maar eerder als ‘biologische veroorzaker’. Ook hij heeft er inmiddels echter diverse malen aan moeten geloven. Het ene na het andere kind meldde zich. Voor de camera van deze serie wordt Hans opgezocht door een gezelschap van vijf volwassen dochters, waarvan hij er eentje zelfs voor het eerst ontmoet.

De eerste twee delen van deze boeiende journalistieke productie richten zich op de donorkinderen en hun donoren, het derde deel speelt zich vooral binnen het ziekenhuis zelf af. Waar artsen en medewerkers van het matchen van wensouders en donoren nogal eens een (administratief) rommeltje hebben gemaakt. Met alle gevolgen van dien: voor onwetende/onwillige donoren, de betrokken ouderparen en – vooral – hun inmiddels volwassen kinderen, die in het duister tasten over van wie ze afstammen – of uitermate ongelukkig worden van de informatie die ze daarover krijgen verstrekt.

De volle reikwijdte van wat er toentertijd mis is gegaan in het Rijnstate dringt pas echt door in de afsluitende aflevering van Sporen Van Een Spermabank, die is opgebouwd rond een onthulling van Karbaat-achtige proporties. Dit bijzonder pijnlijke verhaal krijgt ongetwijfeld nog een staartje en maakt ook erg benieuwd naar de inhoudelijke reactie van het ziekenhuis en de betrokken arts.

Human Forever

Videoland

‘Goedemiddag, ik ben weer thuis’, groet Teun Toebes zijn medebewoners als hij na een bezoek aan z’n moeder weer bij zijn kamer in Utrecht arriveert. ‘De buurman…’, kondigt hij zichzelf daarna aan bij de oudere vrouw die naast hem woont. ‘Ik vind ‘t fijn om je weer te zien.’ De montere twintiger is terug op de gesloten afdeling van een verpleeghuis, waar een groep dementerende ouderen is ondergebracht en hij zelf enige tijd geleden kamer 3 heeft betrokken.

Dat is geen noodgreep geweest. Verpleegkundige, schrijver en idealist Toebes is er doelbewust gaan wonen, om zo aandacht te vragen voor de kwetsbare positie van Nederlanders met dementie. In de wetenschap dat het aantal dementerenden in de wereld de komende decennia enorm zal toenemen. Jongeren van nu hebben een aanzienlijke kans op een afhankelijke, verwaarloosde en eenzame oude dag. De gedreven jongeling vindt dit duidelijk een onverdraaglijke gedachte. En dat probleem los je zeker niet alleen op met (meer) geld. Sterker: daarover spreekt Toebes helemaal niet.

In Human Forever (79 min.), de film die hij heeft gemaakt met Jonathan de Jong en Bastiaan Brand en die onlangs een Gouden Kalf voor de best bezochte Nederlandse bioscoopdocumentaire heeft gekregen, gaat hij op zoek naar een antwoord op deze kolossale maatschappelijke uitdaging. Toebes steekt daarvoor zijn licht op in zorginstellingen in Moldavië, Denemarken, Zuid-Korea, Zweden, België en Zuid-Afrika en gaat daar in gesprek met bestuurders, deskundigen, professionals en – vooral – de ouderen zelf, een permanente bron van inspiratie voor deze zorgvernieuwer.

Toebes legt gemakkelijk contact, kan van een praatje een gesprek maken en geeft/vraagt ook regelmatig een knuffel. Zijn benadering weerspiegelt het ideaal dat hij voorstaat: menswaardige zorg, waarbij het individu wordt gezien en vat houdt op z’n eigen leven. Hij vervat zijn bevindingen in een wat zalvende, opgelegde voice-over, die nogal nadrukkelijk de toon zet in de film. En dat is toch eerder een pleidooi geworden voor het serieus nemen van zowel dementie als de dementerenden dan een spannende vertelling waarvoor kijkers op het puntje van hun stoel gaan zitten.

Het is vooral Toebes’ natuurlijke omgang met ouderen die ’t moet doen. In Het Zonnehuis te Apeldoorn ontmoet hij bijvoorbeeld een 96-jarige mevrouw, die niet zo nodig honderd hoeft te worden. ‘Ik ben toch helemaal niet meer van enig nut’, zegt ze mismoedig. ‘Heeft u dat gevoel?’ vraagt Toebes. ‘Ja, dat is toch ook zo?’ reageert zij, ogenschijnlijk nog scherp van geest. ‘Wat voor nut heeft ‘t nou nog als ik leef?’ Precies dat gevoel probeert de activist tegenover haar weg te nemen. Elk leven, hoe broos ook, is het waard om ten volle geleefd te worden.

Jimmy Carter: Man From Plains

Sony Pictures Classics

‘I’m only trying to make it to vote for Kamala Harris.’ Vanuit het hospice waar hij sinds februari 2023 wordt verpleegd, komt begin augustus het bericht dat Jimmy Carter hoopt dat hij nog eenmaal mag stemmen. Daarna kan de voormalige Amerikaanse president (1977-1981), die op 1 oktober ook honderd jaar oud wordt, zich met een gerust hart voegen bij zijn vrouw Rosalynn, die in november 2023 op 96-jarige leeftijd is overleden.

‘s Mans buitengewone leven begint op een eenvoudige pindaboerderij in Georgia, de staat waarvan hij later gouverneur zal worden. Van daaruit zet hij de stap naar een presidentschap, dat zeker niet door iedereen als een succes wordt beschouwd. Dat geldt wél voor de dik veertig jaar erna, als de ‘elder statesman’ Carter overal in de wereld strijdende partijen bij elkaar probeert te brengen en essentiële vredesakkoorden weet te sluiten. Het levert hem in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede op.

Enkele jaren later, in het najaar van 2006, sluit regisseur Jonathan Demme (The Silence Of The Lambs, Philadelphia en Stop Making Sense) aan bij de politicus, inmiddels in de tachtig, voor Jimmy Carter: Man From Plains (125 min.). Carter heeft dan net een controversieel boek uitgebracht, Palestine: Peace Not Apartheid, waarover hij in gesprek gaat met Amerikaanse media. Die hebben in zijn optiek ‘abominabel’ bericht over de Palestijnse kwestie. Ze zijn veel te veel op de hand van Israël.

Daarvoor is, naast eigenzinnigheid, ook politieke moed nodig. Behalve woedende opiniestukken, kritische vragen van interviewers als Charlie Rose, Larry King en Wolf Blitzer en allerlei boze burgers krijgt Carter echter ook lof van gewone Amerikanen (en Palestijnen, die hem komen bedanken voor zijn bijdrage aan het debat). Over het algemeen houdt Carter zich tijdens zijn boektour zonder al te veel moeite staande, ook tijdens geladen interviews met de Israëlische televisie en Al Jazeera.

Tussendoor bezoekt hij zijn eigen Carter Center in Atlanta, een non-profit organisatie die de strijd aanbindt met wereldwijde thema’s als armoede, ziekte en onrecht, en steekt hij de handen uit de mouwen voor Habitat For Humanity, dat zich dan bezighoudt met het herbouwen van huizen in New Orleans, nadat de orkaan Katrina daar in 2005 ongenadig huis heeft gehouden. Intussen beijvert zijn echtgenote Rosalynn zich voor betere geestelijke gezondheidszorg voor Amerikaanse jongeren.

Zij is ‘t ook die herinneringen ophaalt aan hoe haar echtgenoot in 1978 het vredesakkoord tussen Israël en Egypte mogelijk maakte. Volgens Rosalynn trok Carter als president de besprekingen vlot door de kleinkinderen van de toenmalige Israëlische leider Begin erbij te betrekken. Op gezette moment snijdt Demme intussen door naar crisissituaties in Israël en de Palestijnse gebieden, om de noodzaak van een blijvende oplossing voor dit nog altijd door etterende conflict te benadrukken.

Deze observerende documentaire uit 2007 moet ’t verder niet hebben van dramatische ontwikkelingen of messcherpe confrontaties. Daarvoor is de hoofdpersoon ook een te vriendelijke en beheerste man. Illustratief is een scène van Jimmy op reis. Als hij een vliegtuig instapt – gewoon een reguliere vlucht, geen privétoestel – krijgt elke afzonderlijke passagier een hand. Waarbij het de vraag is, of hij inderdaad ‘heel gewoon’ is gebleven of toch ‘gewoon’ een doorgewinterde politicus is.

Jimmy Carter: Man From Plains toont in elk geval een man die dan al de huidige leeftijd van president Joe Biden heeft bereikt en die onvermoeibaar blijft pleiten voor de zaken die hem aan het hart gaan. En zeventien jaar later is hij er dus nog steeds: een heel eind uitgeleefd, maar klaar om een stem uit te brengen op de Democratische kandidaat die wellicht de eerste vrouwelijke president van de VS gaat worden.

In de fijne documentaire Jimmy Carter: Rock & Roll President (2020) wordt overigens belicht hoe de Democratische president in het Witte Huis een podium bood aan allerlei muzikanten zoals Bob Dylan, Bono, Nile Rodgers, Gregg Allman en Willie Nelson. Zij betonen hem in deze film alle eer.

Simone Biles: Rising

Netflix

Het is zogezegd niet de vraag óf ze goud zou gaan winnen, maar hoe vaak en op welke onderdelen. En dan gaat ‘t helemaal mis met Simone Biles op de Olympische Spelen van Tokio, die vanwege COVID-19 zijn uitgesteld naar 2021. Na een verprutste oefening op het paard haakt de Amerikaanse topturnster, in 2016 nog goed voor vier gouden medailles bij de Spelen van Rio de Janeiro, gedesillusioneerd af en doet nog maar aan enkele onderdelen mee. Einde carrière, zo lijkt ‘t, voor de GOAT van haar sport, de Greatest Of All Time.

Maar zie daar: na een periode waarin Biles heeft gewerkt aan haar mentale gezondheid is de inmiddels 27-jarige Afro-Amerikaanse atlete terug voor de Olympische Spelen van Parijs. En dan kan een documentaire, over een vrouw die haar demonen glorieus heeft overwonnen, natuurlijk niet uitblijven. De eerste twee van in totaal vier afleveringen van de miniserie Simone Biles: Rising (94 min.) worden nu uitgebracht, de twee andere ná de Spelen. Daarin is dan te zien of ze van haar voetstuk valt – of gewoon van een balk of paard – of toch weer één of meerdere gouden medailles krijgt omgehangen, het gedroomde Hollywood-einde.

Deze miniserie van Katie Walsh start bij de ‘twisties’, de momenten waarop haar lichaam en geest niet meer optimaal met elkaar communiceren, die Simone Biles serieus parten beginnen te spelen bij de Olympische Spelen van Tokio. Eigenlijk is het een klein wonder dat ze ‘t überhaupt zo lang recht heeft gehouden. Biles behoort immers tot de slachtoffers van sportarts Larry Nassar, die talloze jonge turnsters heeft misbruikt. Dit schandaal heeft eerder al zijn weg gevonden naar de documentaires At The Heart Of Gold: Inside The USA Gymnastics Scandal en Athlete A en wordt in dit persoonlijke portret van Simone Biles slechts beperkt aangeroerd.

Na Tokio is het moeilijk voor haar om de draad weer op te pakken. Als de turnvedette zich in het openbaar begeeft, heeft ze het gevoel dat iedereen haar aankijkt. Alsof er ‘loser’ of ‘quitter’ op haar voorhoofd staat geschreven. Samen met haar nieuwe echtgenoot Jonathan Owens, een bekende American footballer uit de NFL, en haar grootouders Ron en Nellie, bij wie ze is opgegroeid, maakt ze zich op voor een comeback. Walsh plaatst die terugkeer aan de top in het kader van Biles’ levensverhaal, de mores binnen de turnwereld en de druk die er permanent staat op toppers, op zwarte turnsters in het bijzonder.

Zo ontstaat een aardig kijkje achter de schermen bij een topsporter die zich uit geslagen positie terugknokt en nu weer, gepokt en gemazeld, ouderwets voor de winst hoopt te kunnen gaan. Het zelfvertrouwen is in elk geval terug. ‘Momenteel ben ik zelf nog steeds m’n grootste tegenstander.’

Na de Olympische Spelen van Parijs zijn er nog enkele nieuwe delen van Simone Biles Rising verschenen op Netflix.

The Man With 1000 Kids

Netflix

‘This man has really fucked with the wrong women’, zegt de Amerikaanse ‘vruchtbaarheidsfraude-activiste’ Eve Wiley heel stellig, terwijl ze ferm in de camera kijkt. De jonge vrouw bedoelt het figuurlijk. Niet letterlijk. Althans, dat is doorgaans niet het uitgangspunt geweest.

De quote fungeert als uitroepteken achter het intro waarmee de driedelige docuserie The Man With 1000 Kids (124 min.) van Josh Allott wordt opgestart en de belangrijkste bevindingen van de komende twee uur alvast zijn aangekeild: de Nederlandse muzikant/vlogger Jonathan Jacob Meijer kon als spermadonor wel eens duizend kinderen op de wereld hebben gezet, zou zich ten doel hebben gesteld om de aardbewoner met de grootste kinderschare te worden en heeft ondertussen een spoor van verwarring en vernieling getrokken door de wereld van vrouwen met een onvervulde kinderwens en het nageslacht dat zij via/met hem hebben gecreëerd. Zit u klaar voor het on-ge-lóóf-lij-ke verhaal van deze – doorhalen wat niet van toepassing is – aartsleugenaar, geilneef en/of übernarcist?

Wensmoeders kunnen bij Jonathan terechtkomen via reguliere Nederlandse spermabanken, het wereldwijd opererende bedrijf Cryon International óf de toch wat verdachte website Verlangen Naar Een Kind. Ze leren hem kennen onder zijn eigen naam, als ‘Ruud’ of – vanwege zijn lange golvende haar – onder de noemer ‘Viking’. Hij houdt de vrouwen voor dat hij hooguit vijf kinderen wil verwekken. Als hij er concreet naar wordt gevraagd door een moederpaar dat nog wel een tweede kind van hem wil, noemt Jonathan schoorvoetend het aantal van 25. Hoewel ze daarvan schrikken happen de vrouwen tóch toe. Hij helpt hen vervolgens aan sperma in een openbaar toilet in een winkelcentrum te Leidschendam. Ze vinden het raar en walgelijk, maar insemineren het zaad wél.

De droom om een kind te krijgen begint voor veel moeders dan verdacht veel op de spreekwoordelijke nachtmerrie te lijken. En als de schaal van zijn levenswerk tot hen doordringt, is de ellende niet te overzien. Ze zijn woest over het bedrog (dat verder gaat dan wie dan ook zich kan voorstellen, inclusief mogelijk zoiets onsmakelijks als een ‘spermaroulette’), maken zich zorgen over hun kinderen (zijn die niet meer dan een nummer en hoe voorkomen zij later onbedoelde incest?) en hebben wezenlijke vragen over de maatschappelijke implicaties (hoeveel nakomelingen heeft Jonathan over honderd jaar en vormen die dan een bedreiging voor de biodiversiteit?). Deze miniserie werpt zulke vragen op, maar graaft verder niet al te diep naar de antwoorden. Die zouden het hap-slik-weg gehalte van de productie ook alleen maar bederven.

The Man With 1000 Kids concentreert zich liever op het relaas van een groep volstrekt onschuldige vrouwen die ernstig zijn geschaad door een onverbeterlijke veelpleger en verpakt dat wuft, met gelikte reconstructiebeelden en kekke muziekjes, als een typisch ‘good women love a bad man’-crimestory. Uit dezelfde Netflix-fabriek die eerder pak ‘m beet The Tinder Swindler en The Puppet Master afleverde. De bedrogen moeders – voor het overgrote deel afkomstig uit een Nederland dat nog vooral uit polderlandschap en molens lijkt te bestaan – vertellen hoe de ‘massadonor’ hen in de luren heeft gelegd en hoe boos ze nu op hem zijn. ‘I’m gonna hang you by your balls from the highest tree’, dreigt de één. ‘Don’t mess with a mom’, zegt een ander. In klassiek Steenkolenengels.

Een undercoveractie van de verzamelde moeders en bijbehorende rechtszaak, teneinde Jonathan te dwingen om zijn levenswerk af te breken, zijn dan al aanstaande. Tegelijkertijd stuiten ze op een ingenieus complot rond massadonoren, dat wordt gerund vanuit Kenia. Dit angstaanjagende idee wordt echter alleen aangestipt, maar verder niet nageplozen. Intussen blijft de hoofdpersoon, die natuurlijk niet wilde meewerken aan deze productie, een groot raadsel. Wat bezielt iemand om, ja, de hele wereld rond te reizen en overal, tussen het vloggen over cryptovaluta en de lessen des levens door, kinderen te verwekken? Zijn slachtoffers kunnen er alleen over speculeren. En in deze docuserie zit niemand die hem écht kent – als die al bestaat. Jonathan Jacob Meijer blijft een enigma.

The Man With 1000 Kids ontstijgt daardoor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het thematisch verwante Het Zaad Van Karbaat, nooit het niveau van een bizar verhaal, dat in chocoladeletters met de wereld wordt gedeeld.

Jonathan Meijer noemt de serie intussen tegenover de BBC ‘misleidend’.

Cybersleuths: The Idaho Murders

Paramount

Het lijkt zowaar op een goddelijk teken. Olivia Vitale van het true crime-account @chroniclesofolivia, met meer dan een miljoen volgers op TikTok, ontdekt dat niemand minder dan Kaylee Goncalves haar volgt. Het voelt als een enorme aansporing. Want Kaylee is zojuist vermoord. Op 13 november 2022, samen met drie studiegenoten van de University Of Idaho. Een motief lijkt er niet te zijn. Of een logische verdachte.

Alle reden dus voor Olivia, een klassieke influencer, om met collega-‘toetsenborddetectives’ zoals de schimmige ‘cybersleuth’ met petje @jonathanleerichesinvestigates, een blonde juice-haaibaai genaamd @jenna_cannella_ en @bullhornbetty, een struise vrouw van middelbare leeftijd die een juridische opleiding schijnt te hebben genoten, te gaan onderzoeken wie de vrienden Ethan Chapin, Xana Kernodle, Madison Mogen en Kaylee Goncalves heeft doodgestoken. Ze leggen daarbij zelfs contact met Kaylee’s ouders, die natuurlijk elke strohalm aangrijpen om klaarheid in de zaak te krijgen.

De vier werden vermoord in hun studentenhuis in het Amerikaanse stadje Moscow, vermoedelijk tijdens hun slaap. Twee andere huisgenoten van 1122 King Road overleefden de aanval. Sterker: zij merkten er niets van. En dat vinden ze in de krochten van het internet natuurlijk héél verdacht. Maar goed: iedereen die in de laatste dagen voor hun dood in de buurt van de vier slachtoffers is gezien, nog een appeltje met één van hen heeft te schillen of simpelweg in de buurt woont en verdachte quotes geeft aan de media wordt voer voor ongebreidelde speculatie op YouTube, TikTok of Insta.

‘In een snel veranderende situatie en een onopgelost misdrijf wordt er nu eenmaal met de vinger gewezen’, probeert Jonathan Lee Riches in Cybersleuths: The Idaho Murders (161 min.) redelijk te klinken. ‘Neem dat vooral niet te persoonlijk.’ Ze zijn immers simpelweg verdachten aan het wegstrepen. Intussen houden de amateurdetectives zich onledig met wat Steve Bannon ooit ‘flooding the zone with shit’ noemde. Het politiekorps van Moscow heeft een dagtaak aan het uittrappen van zulke online-vuurtjes en ziet zich zelfs genoodzaakt om een speciale webpagina te openen: ‘rumor control’.

En dan wordt aan het einde van aflevering één van deze driedelige docuserie van Lucie Jourdan (Our Father), nog geen vijftig dagen na de viervoudige moord, ene Bryan Kohberger gearresteerd. Een verdachte die al die gulzige crimewatchers tot dusver over het hoofd hebben gezien in hun social media-repo’s, podcasts en vlogs. Dat verandert daarna natuurlijk snel. En het vreemde is: Cybersleuths wil duidelijk een punt maken over amateurspeurders, die over de rug van slachtoffers en onschuldige burgers een aardige grijpstuiver verdienen, maar volgt via hen ook gewoon de moordzaak zelf.

Daarin is deze miniserie een stuk dubbelzinniger dan Citizen Sleuth, Chris Kasicks exegese van een ‘moordonderzoek’ van podcasthost Emily Nestor en de true crime-industrie in het algemeen. Jourdan voert alle reguliere deskundigen ook met hun social media-profiel en het bijbehorende aantal volgers op. De grenzen tussen influencers en profi’s die zich hebben ontwikkeld tot hun eigen merk zijn nu eenmaal diffuus. Reguliere media bedienen zich ook van clickbait, stelt Jenna Cannella, die via haar account tevens parfum, pruiken en andere parafernalia aan de vrouw brengt. Wat is dan het verschil?

‘Dit is nu eenmaal mijn baan’, zegt ook Olivia Vitale stellig, voordat ze weer, met haar eigen moeder als cameravrouw, ongevraagd een onderzoekspiste afloopt. En inderdaad: zij is een expert in het opbouwen van een gigantisch publiek met true crime – een publiek dat advocaten overigens maar al te graag gebruiken om hun lezing van de feiten over het voetlicht te brengen – én hoe je daar een inkomen uit kunt halen. Van misdaadonderzoek zelf weet de influencer alleen niet meer dan Jan met de pet. En zij hoeft zich als leek ook niet te bekommeren om professionele standaarden of ethische codes.

In een omgeving waarin scoren zo centraal staat – nieuwe leads, getuigen, (mede)verdachten! – is het onvermijdelijk dat verschillende visies over wat er is gebeurd en wie er de waarheid in pacht hebben ook met elkaar botsen. In de slotaflevering van deze toch wel boeiende miniserie, waarvan elke zelfkritische true crime-kijker zich terstond een beetje schuldig gaat voelen, komen zo ook de detectives zelf onder het vergrootglas te liggen. Wat is hun eigen achtergrond en wat hebben zij te winnen bij hun heksenjachten? En wat zijn de maatschappelijke gevolgen van al het online-rumoer dat steeds groteskere vormen aanneemt?

Hitler: A Life In Pictures

BBC / HBO Max

‘Hij is de architect van één van de grootste rampen ooit’, stelt historicus Keith Lowe bij aanvang van elke aflevering van Hitler: A Life In Pictures (176 min.). ‘De meest gefotografeerde leider van het begin van de twintigste eeuw’, vult verteller David Harewood aan. ‘Hij oefende z’n poses urenlang voor de spiegel’, beweert professor Maiken Umbach zelfs. ‘Elke foto was een optreden.’

Aan de hand van zeldzame en gedigitaliseerde beelden belicht deze vierdelige serie van Jonathan Mayo de opkomst en ondergang van Adolf Hitler, een leider die heel zorgvuldig zijn eigen imago heeft geconstrueerd en ondertussen delen van zijn ware identiteit aan het oog probeerde te onttrekken. ‘Hitler schiep een ongekend beeld van politieke roem dat daarvoor nog niet bestond’, stelt historicus Guy Walters. ‘De manipulatie van de media, de presentatie van zichzelf, is te vergelijken met wat film- en popsterren tegenwoordig doen.’

Kijkend naar de propagandafoto’s die Hitlers persoonlijke fotograaf Heinrich Hoffmann van zijn leider maakte bij de Anschluss van Oostenrijk in 1938, ziet professor Nicholas O’Shaugnessy bijvoorbeeld dat hij consequent wordt geportretteerd als ‘de Messias van een seculiere religie’. De fotograaf voedt volgens hem de Führercultus. ‘Hoffmann creëert, zoals zo vaak, een symbolisch beeld. Hitler is het stille middelpunt van een draaikolk van opperste extase, waarin het volk bevangen raakt door een soort opperste euforie.’

Hoffmann, die zich dan ook al bedient van Photoshop-trucs avant la lettre, is daarmee een cruciale figuur in de beeldvorming rond de Führer. Ook filmmaakster Leni Riefenstahl, verantwoordelijk voor de nazi-propagandafilm Triumpf des Willens, en cameraman Walter Frentz spelen een essentiële rol in de constructie van Adolf Hitlers imago als leider, volksheld en krijgsheer, stellen diverse historici, beelddeskundigen en psychologen (waarbij Mayo, via B-roll beelden, tevens de setting laat zien, waarbinnen zij zijn geïnterviewd).

Tegenover zijn publieke profiel, eerder al onderzocht in de Nederlandse serie Hitler En De Macht Van Het Beeld (2022), staat de privépersoon Adolf Hitler. Die is te zien in de homemovies van zijn vriendin Eva Braun. Zij filmde ook regelmatig bij de Berghof, Hitlers huis op de Obersalzberg in de Beierse Alpen. De beelden, waarop haar man ontspannen verpoost met nazi-kopstukken zoals Joseph Goebbels, Heinrich Himmler, Martin Bormann, Reinhard Heydrich en Albert Speer, waren lang spoorloos, maar doken uiteindelijk weer op.

Zeker zo interessant is de achterkant van het naziregime zelf, die in deze boeiende miniserie naar voren komt in opgediepte foto’s en filmpjes. Zoals een uitstapje van de SS’ers van het vernietigingskamp Auschwitz en hun echtgenoten. In de natuur bij de zogenaamde Solahütte houden zij een ontspannen wedstrijdje bosbessen eten. ‘Het is opzichtige, agressieve pret, in weerwil van alles’, stelt Maiken Umbach. ’Dit is geen onschuldig vermaak. Ze zitten letterlijk in de schaduw van de grootste genocide ooit.’

Tegenover het beeldenbombardement van de nazi’s konden hun slachtoffers slechts hun eigen menselijkheid plaatsen. De Joodse fotograaf Henryk Ross besloot bijvoorbeeld om het gewone leven in het getto van de Poolse stad Lódz vast te leggen. Behalve de verschrikkingen van de oorlog liet hij tevens een verliefd stelletje, een kinderfeestje en een moeder die haar kind kunst zien. Ook deze foto’s hebben de tand des tijds doorstaan en definiëren nu het tijdperk van Adolf Hitler, dat onuitwisbare beelden heeft nagelaten.

Outreau: Un Cauchemar Français

Netflix

Als een rij vallende dominostenen. De één na de ander. Het begint met de bekentenis van Myriam Badaoui, een morsige vrouw uit de Tour du Renard-flat in het Noord-Franse stadje Outreau. En daarna gaan allerlei mensen uit haar directe omgeving, waaronder haar verdorven echtgenoot Thierry Delay, door de knieën en biechten gruwelijk misbruik van kinderen op. Totdat er in totaal zeventien verdachten zijn. Hun verklaringen worden bevestigd door de jeugdige slachtoffertjes. Het kan niet anders of de jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud is in 2001 gestuit op een pedoschandaal van epische proporties, al snel De Zaak Outreau genaamd, waarbij ook nog een vijfjarig Belgisch meisje lijkt te zijn vermoord. Het is onvermijdelijk dat daarbij ook de link tussen Outreau en Dutroux, de beruchte pedoseksueel die in dezelfde regio actief was, wordt gelegd.

Binnen de mediahype die zo ontstaat blijkt het verdomd lastig om het kaf van het koren te scheiden en kritische vragen te stellen. Bestaat er bijvoorbeeld bewijsmateriaal van kindermisbruik en bestialiteit dat de onthutsende verklaringen en (zelf)beschuldigingen ondersteunt? En hebben de ondervragers hun gesprekspartners, waaronder dus hele jonge kinderen, wellicht woorden in de mond gelegd? Zulke vragen zijn sindsdien natuurlijk regelmatig gesteld. Zoals onlangs nog in de magnifieke docuserie L’Affaire D’Outreau (2023), waarin Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini de geruchtmakende zaak bijzonder grondig en ingenieus ontleden – met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, waarbij er een wisselwerking ontstaat tussen de acteurs en de echte mensen die zij vertolken – en ook de emotionele impact op alle betrokkenen zeer overtuigend overbrengen.

Zo bezien komt Outreau: Un Cauchemar Français (182 min.) echt als mosterd na de maaltijd – al zorgt de release op Netflix er ongetwijfeld voor dat deze productie veel meer bekijks trekt dan z’n tegenganger. De vierdelige serie van Marika MathieuCamille Le PomellecAnna Kwak en Oron Adar beschikt ook over een uitgesproken troef: de man die ruim twintig jaar geleden de drijvende kracht achter De Zaak Outreau was, Fabrice Burgaud. Hij wordt terzijde gestaan door magistraten van de rechtbank in Boulogne-sur-Mer en krijgt uitgebreid weerwoord van de advocaten van de verdachten. Terwijl in L’Affaire D’Outreau vier van de zeventien verdachten, waaronder deurwaarder Alain Marécaux, aan het woord komen, beperkt deze serie zich tot Marécaux’s ex-vrouw Odile Polvèche. ‘Hij wilde onze onschuld niet bewijzen, zegt zij over onderzoeksrechter Burgaud. ‘Maar alleen onze schuld.’

Deze nieuwe miniserie richt zich ook minder op de individuele verhalen en betrokken mensen – al is slachtoffer Jonathan Delay, die nog altijd vasthoudt aan de belastende verklaringen die hij als kind aflegde, ook nu weer present. Outreau: Un Cauchemar Français – aangekleed met een maquette van het Tour du Renard-flatgebouw, rechtbanktekeningen en een visualisatie van Burgauds computer, met daarin de complete mappenstructuur van het strafdossier – focust zich vooral op het metaverhaal: hoe het Franse justitiële systeem zo opzichtig de fout kon ingaan. De verpersoonlijking daarvan denkt nog vaak terug aan de zaak. ‘Gelukkig heb je verdedigingsmechanismes’, zegt Fabrice Burgaud bedachtzaam in deze kritische, maar beslist niet hijgerige ontleding van de zaak die Frankrijk op z’n grondvesten deed schudden en nog altijd tot verbeelding spreekt. ‘Anders was ik gek geworden.’

Ook hij zal soms afvragen wie nu precies het duwtje tegen de eerste dominosteen heeft gegeven en waarom daarna niemand de tegenwoordigheid van geest had om het vallen, al was het maar voor even, tot staan te brengen?

L’Affaire D’Outreau

L’ AFFAIRE D’ OUTREAU

Alleen het drinken van het bloed van hun slachtoffers ontbreekt. Verder zou het pedonetwerk dat aan het begin van de 21e eeuw in de Noord-Franse gemeente Outreau wordt opgerold zomaar afkomstig kunnen zijn uit de eerste de beste complottheorie. Ga maar na: een gewelddadig en geperverteerd echtpaar uit een grauwe achterstandsflat, een hele stoet doortrapte handlangers uit de bijbehorende probleemwijk Tour du Renard, volledig ontsporende ‘feestjes’, concrete verklaringen over stuitend misbruik door hun eigen (stief)zoons en talloze andere kinderen uit de directe omgeving én internationale verspreiding van het beeldmateriaal daarvan. En dan blijkt er ook nog een onbekend vijfjarig meisje te zijn vermoord, afkomstig uit het België van Dutroux.

De jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud lijkt op ‘de zaak van de eeuw’ te zijn gestuit en laat in totaal zeventien mensen vastzetten. Maar zijn ze wel schuldig? Wat is er werkelijk gebeurd? Is er überhaupt iets gebeurd? Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini trekken L’Affaire D’Outreau (198 min.) in deze vierdelige hybride van docu en drama helemaal leeg met een paar slachtoffers, enkele verdachten, hun advocaten, politiemensen en journalisten. De geruchtmakende zaak staat of valt bij de bloemrijke verklaringen van Myriam Badaoui, de moeder van het probleemgezin. Die beginnen met beschuldigingen tegen haar echtgenoot Thierry Delay, een dronkelap met perverse neigingen, en zullen gaandeweg steeds meer mensen uit hun directe omgeving gaan bevatten.

Als die tijdens uitgebreide politieverhoren ook zelf belastende verklaringen afleggen, die bovendien lijken te worden bevestigd door allerlei kinderen, is het spel op de wagen. Ayache-Vidal en Pizzini brengen dit bijzonder ingenieus in beeld met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, gebaseerd op de officiële verslagen daarvan. In een slim geconstrueerd decor, dat vreemd genoeg aan zowel The Garry Shandling Show als Lars von Triers Dogville doet denken, worden niet alleen cruciale gebeurtenissen gereconstrueerd met acteurs, maar lopen ook de echte personen rond. Zij geven hun alter ego’s tips over wie zij destijds waren en hoe ze zich toen voelden en leveren commentaar op de scènes die zich voor hun ogen afspelen.

Die artistieke keuze zorgt voor een onweerstaanbaar Droste-effect en geeft de verhoren, waarin tunnelvisie en suggestie echte waarheidsvinding in de weg lijken te hebben gestaan en verdachten slim tegen elkaar worden uitgespeeld, tegelijkertijd extra authenticiteit. Gewone mannen worden plotseling behandeld als kinderverkrachter. ‘De politie was erop gericht om je te laten bekennen’, vertelt Alain Marécaux, een plaatselijke deurwaarder die door diepe dalen gaat. ‘Op een gegeven moment staan er dan vijf of zes van hen tegen je te gillen, krijsen en schreeuwen. Ze willen dat je zegt wat zij willen horen.’ Voor Marécaux is de zaak extra pijnlijk: hij is in de problemen gekomen door een verklaring van zijn eigen zoon François-Xavier. En die heeft daarover een enorm schuldgevoel.

Met zulke schrijnende verhalen, geïllustreerd met archiefmateriaal van de gigantische mediahype rond het pedofielennetwerk en dramatische beelden van de definitieve ontmanteling van de Tour du Renard-flatgebouwen in latere jaren, maakt deze superieur vertelde miniserie tastbaar hoeveel leed L’Affaire D’Outreau heeft veroorzaakt. Bij mannen die verdacht werden van zo’n beetje het ergst denkbare misdrijf en in de gevangenis letterlijk werden bespuugd. Bij advocaten die machteloos moesten toezien hoe hun cliënten – soms tegen elke logica in en meestal zonder enig fysiek bewijs – werden veroordeeld. En bij de betrokken kinderen, die het contact met hun ouder(s) verloren, verdwenen naar pleeggezinnen en/of zich soms nog altijd niet gehoord voelen.

Want ook dat lijkt een onvermijdelijk gevolg van ‘Outreau’: als alle rook is opgetrokken overheerst niet alleen het gevoel dat deze zaak wel héél veel verliezers kent, maar ook dat er nog altijd vragen onbeantwoord zijn gebleven. En zoals dat gaat bij kwesties die een heel volk in beroering brengen, kunnen die zomaar een voedingsbodem vormen voor nieuwe verhalen.

Begin 2024 verscheen er op Netflix nog een serie over De Zaak Outreau: Outreau: Un Cauchemar Français.

Dicht Bij Vermeer

Cinema Delicatessen

Gregor Weber maakt buiten even een ommetje. De conservator van de grootste Vermeer-expositie ooit, in het Rijksmuseum te Amsterdam, moet laten bezinken wat hij zojuist te horen heeft gekregen. ‘Ik was zo onder de indruk van dit schilderij en nu hoor ik dat jullie twijfelen’, zegt Weber even later, als hij weer wat is bedaard, tegen conservator Betsy Wieseman van The National Gallery Of Arts in Washington D.C. Met haar team heeft zij die dag een presentatie gehouden over het schilderij ‘Meisje met de fluit’. Dat is volgens hen niet van Vermeer. ‘Dit is iets nieuws en dat moet ik slikken’, bekent Weber. Hij maakt er maar een grapje van: ‘Als een grote kikker.’

De Duitse conservator, een kunstwetenschapper die overduidelijk ook met hart en ziel van deze specifieke kunstenaar houdt, fungeert als kloppend hart voor de documentaire Dicht Bij Vermeer (78 min.), waarin Suzanne Raes de aanloop naar de onlangs geopende en direct uitverkochte Vermeer-expositie vereeuwigt. Behalve het verzamelen van zoveel mogelijk werken van de enigmatische Delftse kunstenaar Johannes Vermeer (1632-1675), aan wie in totaal slechts zo’n 37 schilderijen worden toegeschreven, en het inrichten van de tentoonstelling behoort daartoe ook het gesprek over wat een ‘Vermeer’ kenmerkt en hoe zo’n kunstwerk is te herkennen.

Dat vereist in eerste en laatste instantie héél goed kijken. En dat is precies wat Raes in deze kalme, ingetogen en oogstrelende film ook doet: ze laat liefhebbers en kenners met een timmermansoog naar het werk van Vermeer kijken en dit inhoudelijk duiden. En ze daagt haar publiek vervolgens uit om met behulp van die kijkwijzer volledig op te gaan in wereldberoemde kunstwerken, die toch steeds weer nieuwe geheimen prijsgeven. Daarmee ontstaat ongetwijfeld ook meteen iets van begrip voor het feit dat kenners zoals Gregor Weber en schilder Jonathan Janson zomaar kunnen volschieten als ze Vermeers schilderijen zien of de impact daarvan proberen te beschrijven. 

Én dat ze ’t ook niet zomaar willen en kunnen accepteren als een ‘Vermeer’ ter discussie wordt gesteld, dat ook. De twee komen los van elkaar tot dezelfde conclusie: dat ‘Meisje met de fluit’ is wél van Vermeer. Binnen hun omgeving lijkt – nee: is – dat een zaak van levensbelang. Via gedreven kunstminnaars zoals zij legt Dicht Bij Vermeer, net als eerder bijvoorbeeld Oeke Hoogendijks Mijn Rembrandt, de mores bloot van een wereld, die zich volledig lijkt te onttrekken aan de waan van de dag en van nature op zoek is naar een stukje eeuwigheid.

A Game Of Secrets

HBO

De vraag is: wie? Wie zit er achter Football Leaks, de Portugese website die vanaf 2015 met een reeks onthullingen de geheime kant van het internationale voetbal blootlegt? Is het een idealistische hacker, die zich illegaal toegang heeft verschaft tot arbeidscontracten, geheime clubbestanden en ingewikkelde financiële constructies met spelersagenten? Iemand vanuit het hart van de business misschien, die last heeft gekregen van zijn geweten? Of toch een cynicus die er een slaatje uit probeert te slaan of gewoon de concurrentie een loer wil draaien?

In A Game Of Secrets (84 min.) reconstrueert Niels Borchert Holm met de nodige suspense de zoektocht naar ‘John’, de geheimzinnige klokkenluider die zichzelf afficheert als ‘de Robin Hood van de voetbalindustrie’, maar door sommigen in deze business eerder wordt gezien als een ‘Wolf Of Wall Street’ die het voetbal heeft geïnfiltreerd. Zijn onthullingen zijn uiteindelijk te herleiden naar informatie die afkomstig is van Doyen Sports. Het internationaal opererende investeringsfonds zorgt voor alternatieve financiering van voetbaltransfers en heeft zo bijvoorbeeld meegedeeld in de miljoenenwinsten op de aan- en verkoop van topspelers zoals Xavi Hernández, Neymar en David Beckman.

Doyen-CEO Nélio Lucas (volgens zijn eigen whatsapp: ‘always available 4 good deal!’) vertelt dat hij over de uitgelekte informatie is benaderd door ene Artem Lobuzov. Hij heeft ook een enigszins schimmige ontmoeting gehad met diens advocaat. Voor een ‘ruimhartige donatie’ kan die ervoor zorgen dat er geen schadelijk nieuws meer naar buiten komt. Dit roept natuurlijk serieuze vragen op over de intenties van de anonieme klokkenluider. Met diverse journalisten, spelersagent Jonathan Barnett (die een recorddeal heeft gesloten tussen Gareth Bale en Real Madrid) en diverse pleitbezorgers voor ‘John’ concentreert Borchert Holm zich in deze witte boorden-krimi voornamelijk op het uitpluizen van dat verhaal. 

De illegale/bedenkelijke activiteiten die ‘John’ in de openbaarheid heeft gebracht – massale belastingontduiking, beïnvloeding van scheidsrechters en luxueuze privéfeestjes met prostituees om deals te sluiten bijvoorbeeld – worden vooral behandeld als bijvangst. Alleen de banden van Doyen met een Kazachstaans-Turkse oligarchenfamilie krijgen extra aandacht. Daarmee worden de geruchtmakende Football Leaks teruggebracht tot een spannend David & Goliath-verhaal – waarbij boven de markt blijft hangen of David in werkelijkheid misschien een Sywert is – en wordt A Game Of Secrets niet het genadeloze exposé over de internationale voetbalwereld, waar de echte fan wellicht op had gehoopt.

Trainwreck: Woodstock ’99

Netflix

Het had een reprise moeten worden van de peace, love & music van het oorspronkelijke festival uit 1969, maar draaide dertig jaar later uit op een orgie van frustratie, chaos en (seksueel) geweld. Hoewel organisator Michael Lang en zijn nieuwe partner, muziekpromotor John Scher, het oorspronkelijke Woodstock-sfeertje wilden laten herleven, werd het festival dat ze in 1999 op een luchtmachtbasis bij Rome, New York, organiseerden zowat het tegendeel van een relaxte hippiehappening.

De driedelige serie Trainwreck: Woodstock ‘99 (142 min.) reconstrueert hoe het festival uitgroeit tot een nineties-variant op Altamont, het naargeestige festival van The Rolling Stones dat helemaal verkeerd afliep en werd vereeuwigd in de documentaire Gimme Shelter. Regisseur Jamie Crawford ontleedt met de organisatoren, hun medewerkers, enkele bezoekers en een handvol optredende artiesten, zoals Korn-voorman Jonathan Davis, deejay Fatboy Slim en singer-songwriter Jewel wat er zoal misging in dat oververhitte juliweekend.

De start van deze miniserie zet meteen de toon: de plaatselijke burgemeester krijgt de champagnefles om het podium in te wijden maar niet kapotgeslagen, openingsact James Brown wil pas optreden als hij (meer) geld krijgt en zijn vrouwelijke collega Sheryl Crow krijgt vervolgens telkenmale te horen dat ze haar tieten moet laten zien. De sfeer zit er, kortom, direct goed in en laat het dan maar aan hyperagressieve nu-metalbands als Korn en Limp Bizkit over om de kwart miljoen bezoekers helemaal over de flos te krijgen.

Crawford belicht in de drie afleveringen vervolgens simpelweg de verschillende festivaldagen: de vrijdag (als duidelijk wordt dat deze versie van Woodstock bijzonder commercieel is opgezet en bovendien abominabel blijkt te zijn georganiseerd, de zaterdag (waarop het festival, mede door toedoen van Bizkit-voorman Fred Durst, compleet ontspoort) en tot slot de zondag (wanneer Woodstock ‘99 begint te lijken op een wel erg realistische re-enactment van William Goldings onrustbarende vertelling Lord Of The Flies).

Uiteindelijk komt alle baldadigheid, frust en agressie na slotact The Red Hot Chili Peppers samen in een boze meute die zich de lijfspreuk van een andere optredende act, Rage Against The Machine, volledig eigen heeft gemaakt: Fuck You, I Won’t Do What You Tell Me. Als een horde orks razen ze over het festivalterrein. Dan is ook allang duidelijk dat er nooit meer een Woodstock zal komen – en dat de geest van de sixties allang is gesmoord in een onuitstaanbare combi van egoïsme, machismo en hedonisme.

In dat opzicht slaat deze gedegen reconstructie, van een ongeluk dat wel móest gebeuren, tevens een brug tussen de oorspronkelijke Woodstock-docu, nog altijd de ultieme festivalfilm, en de recente terugblikken op het frauduleuze Fyre-festival in 2017, dat was opgezet als een soort Woodstock voor millennials en eveneens een gigantisch fiasco werd.

Johnny Par Johnny

Netflix

Johnny Hallyday? Een nep-Elvis, de Franse evenknie van Rob de Nijs, een halfbakken Jean-Paul Belmondo. Zoiets. Niet geïnteresseerd. En dan start de vijfdelige docuserie Johnny Par Johnny (172 min.), een portret van de Franse zanger/acteur. ‘Was er ooit een dag dat je trots op jezelf was?’ wil een interviewer, te midden van een flashy montage van hoogtepunten uit ‘s mans lange loopbaan, weten in de openingsscène. ‘Weet ik niet. Nooit over nagedacht.’

De interviewer vraagt door: ‘Een dag waarop je van jezelf walgde?’ Johnny Hallyday (1943-2017) denkt even na terwijl zijn gesprekspartner hem een ontboezeming probeert te ontlokken. ‘Ja’, zegt hij te langen leste, ogenschijnlijk schuldbewust. ‘Daar baal je vast van’, houdt de interviewer aan. ‘Nee’, antwoordt Hallyday ferm. Hij laat vervolgens zijn tanden zien. Een glimlach. Soort van. En dan is het zover: ook de niet Hallyday-fan is helemaal verkocht.

Nog bijna drie uur te gaan. Van dat ongenaakbare gelaat. De onmiskenbare oerkracht daarachter. En, niet te vergeten, als spiegel van een getormenteerde ziel: die ogen. Helblauw. Hard. Dodelijk, als het moet. In deze serie snijden de makers Alexandre Danchin en Jonathan Gallaud interviewfragmenten uit allerlei tijdsgewrichten dwars door elkaar heen. Zoveel verschillende incarnaties van Johnny. Elke keer nét anders. En toch precies hetzelfde. Onweerstaanbaar.

James Dean, Herman Brood, Elvis in Vegas, Mad Max en Johnny Cash ineen. Een onverbeterlijke meidengek, drinkebroer, cokesnuiver, brokkenpiloot, tabloidster, potsenmaker, has-been, rijpe man, pseudo-Hells Angel en megalomane rockster. In een groter dan grootst leven kreeg hij, tussen alle optredens, affaires en drinkgelagen door, ook nog te maken met belastingontduiking, een zelfmoordpoging, Russische roulette, een auto-ongeluk en een mislukte Amerikaanse droom.

Alle hoogte- en dieptepunten hebben hun plek gevonden binnen een hallucinante, bombastische en opwindende vertelling, ingekaderd met off screen-quotes van mensen die de man achter de ster hebben leren kennen. Het turbulente leven van Jean-Philippe Smet, alias Johnny Hallyday, dat doortrokken lijkt te zijn geweest van pure doodsverachting of -drift – tis maar hoe je ernaar kijkt – en dat hier met ontzettend veel bravoure wordt opgediend.

Always Jane

Prime Video

In het voorjaar van 2020 maakt de achttienjarige Jane Noury zich op voor het sluitstuk van een intensief traject, dat vijf jaar eerder in gang is gezet. Over drie maanden, woensdag 17 juni, moet het gebeuren: de allerlaatste operatie. Als ze die horde heeft genomen, is de tiener uit Sparta, New Jersey, precies wie ze wil zijn.

En dan worden Jane en haar omgeving, net als de rest van de wereld, overvallen door een pandemie die alles op z’n kop zet. Kan de Amerikaanse tiener de transitie, die haar nu al toegang tot de modellenwereld heeft verschaft, straks ook daadwerkelijk voltooien? En in hoeverre moet ze dat helemaal alleen doen, zonder liefdevolle familieleden en vrienden aan haar zijde? Om de situatie enigszins te verlichten, krijgt ze op haar verjaardag alvast een mooie muts. Met een vagina erop.

In de vierdelige serie Always Jane (184 min) documenteert Jonathan C. Hyde, met behulp van vlogs en filmpjes die de hoofdpersoon zelf maakt, het kwetsbare proces dat zij al op jonge leeftijd moest aangaan. Jane lijkt daarbij in haar directe omgeving overigens op weinig tegenstand te stuiten. Zelfs haar inwonende grootvader van dik negentig, al zijn hele leven lang lid van de Republikeinse partij, lijkt het geen probleem te vinden dat zijn kleinzoon Jack enkele jaren geleden een kleindochter is geworden.

Dat is zonder enige twijfel heel fijn voor Jane, maar zorgt er wel voor dat deze vierdelige serie nergens écht de diepte ingaat en vaak wat spanningsloos voort dobbert. Natuurlijk, de jonge vrouw en haar dierbaren maken zich begrijpelijkerwijs zorgen over van alles en nog wat, maar uiteindelijk is haar hele omgeving zo positief betrokken, op z’n Amerikaans bijna, en is Jane’s keuze al zo uitgehard dat fundamentele strijd, twijfel en smart achterwege blijven.

Always Jane biedt daardoor geen nieuw perspectief op een thema, dat inmiddels al op talloze plekken uitgebreid is belicht, en onderscheidt zich ook nauwelijks van de wildgroei aan (reality)programma’s over de transwereld.

The Men Who Sold The World Cup

Discovery+

Hij wordt beschreven als een maffiabaas, het hoofd van een door en door corrupte organisatie. Toch neemt Sepp Blatter, voormalige topman van de FIFA, goedgehumeurd plaats voor de camera. Van 1998 tot en met 2015 zwaaide de Zwitser de scepter over de wereldvoetbalbond. In deze periode kwam de organisatie, die onder zijn voorganger Joao Havelange al in de ban van het grote (smeer)geld was geraakt, steeds weer in het nieuws vanwege nieuwe schandalen.

In het tweeluik The Men Who Sold The World Cup (109 min.) buigen Morgan Pehme en Daniel DiMauro zich bijvoorbeeld over de toewijzing van de wereldkampioenschappen voetbal van 2018 en 2022 aan respectievelijk Rusland en Qatar. Die keuzes worden omgeven door hardnekkige verhalen over omkoping. ‘Het is opvallend hoe gemakkelijk Rusland dat WK binnenhaalde’, wast Blatter zijn handen in onschuld. ‘Hebben ze daarvoor betaald?’ En over Qatar: ‘Ik weet niet of ze hebben betaald. Ik heb dat niet gezien. Maar om de wereldkampioenschappen te krijgen is alles mogelijk in voetbal.’

De documentairemakers laten zich in het eerste deel bij de hand nemen door de Britse journalisten Heidi Blake en Jonathan Calvert van The Sunday Times, die de kwestie grondig onderzochten en er een boek over schreven (The Ugly Game). In deel 2 sluiten ze aan bij de in georganiseerde criminaliteit gespecialiseerde FBI-agent Michael Gaeta. Samen met de belastingdienst van de Verenigde Staten heeft hij zijn tanden gezet in Chuck Blazer, de voorzitter van de Amerikaanse voetbalbond en lid van het almachtige uitvoerende comité van de FIFA.

Via dit larger than life-personage, die zijn bevoorrechte positie jarenlang ten volle uitnut, proberen ze de voetbalbond zelf in de tang te krijgen. Pehme en DiMauro dreggen uitgebreid in de beerput die zo zichtbaar wordt met Blazers lekker naïeve vriendin, voormalig FIFA-functionaris Guido Tognoni en oud-geheimagent Christopher Steele (die namens de Britse regering onderzoek deed naar misstanden bij de bond). Het zijn kwesties die al vaker onder de loep zijn genomen, maar in deze tweedelige documentaire nog eens zorgvuldig worden uitgeplozen en bovendien toegankelijk opgediend.

En Blatter zelf? Er is volgens onderzoeksjournalist Calvert geen bewijs dat ook hij geld aannam. Misschien is hij daar gewoon te gewiekst voor. De mannen om hem heen – geen vrouw te bekennen bij de FIFA – werden bijna letterlijk slapend rijk en zorgden er dus wel voor dat hij, de man die officieel van niets wist, in het zadel kon blijven. ‘Was de FIFA een maffia-achtige organisatie?’ willen Pehme en DiMauro nog weten van Blatter. ‘Nee’, antwoordt de voormalige baas, die inmiddels persona non grata is bij organisatie die hij ruim veertig jaar diende, minzaam glimlachend. ‘Beslist niet. Dat is zo’n onzin.’

Becoming Cary Grant

‘Iedereen wil Cary Grant zijn’, grapte de befaamde Hollywood-acteur Cary Grant (1904-1986) regelmatig volgens een vroegere kennis. ‘Zelfs ikzelf zou wel Cary Grant willen zijn.’ Cary was dan ook niet meer dan een façade die de beschadigde persoon daarachter uit de wind hield. Die wilde hij uiteindelijk toch beter leren. Grant ging daarom eind jaren vijftig in therapie: een behandeling met LSD.

Becoming Cary Grant (85 min.) put uitgebreid uit een nooit verschenen autobiografie van de man, die in het midden van de twintigste eeuw één van de allergrootste sterren was. De Britse acteur Jonathan Pryce kruipt in de huid van Archie Leach, roept zo diens getroebleerde jeugd in Bristol op en beschrijft van binnenuit zijn opkomst als Cary Grant aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.

Behalve over fragmenten uit zijn omvangrijke oeuvre beschikt regisseur Mark Kidel daarbij tevens over beelden die de ondoorgrondelijke Grant zelf in zijn privéleven maakte en die zijn kijk op het leven weerspiegelen. En op het andere geslacht, waarmee hij een moeizame relatie onderhield. Die was rechtstreeks te herleiden tot de relatie met zijn moeder, die hem op jonge leeftijd achterliet bij een vader die snel hertrouwde.

Via therapeutische acid-sessies zou Cary Grant volgens dit verzorgde portret, waarin ook zijn laatste echtgenote en enige kind participeren, de weg terug naar haar en zichzelf weten te vinden. Elke vrouw die hij pijn had gedaan in zijn leven, realiseerde Grant zich, representeerde in zekere zin zijn afwezige moeder. Het voelde als een soort wedergeboorte, een hernieuwde kennismaking met het verweesde Britse jongetje Archie Leach.