
Alleen het drinken van het bloed van hun slachtoffers ontbreekt. Verder zou het pedonetwerk dat aan het begin van de 21e eeuw in de Noord-Franse gemeente Outreau wordt opgerold zomaar afkomstig kunnen zijn uit de eerste de beste complottheorie. Ga maar na: een gewelddadig en geperverteerd echtpaar uit een grauwe achterstandsflat, een hele stoet doortrapte handlangers uit de bijbehorende probleemwijk Tour du Renard, volledig ontsporende ‘feestjes’, concrete verklaringen over stuitend misbruik door hun eigen (stief)zoons en talloze andere kinderen uit de directe omgeving én internationale verspreiding van het beeldmateriaal daarvan. En dan blijkt er ook nog een onbekend vijfjarig meisje te zijn vermoord, afkomstig uit het België van Dutroux.
De jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud lijkt op ‘de zaak van de eeuw’ te zijn gestuit en laat in totaal zeventien mensen vastzetten. Maar zijn ze wel schuldig? Wat is er werkelijk gebeurd? Is er überhaupt iets gebeurd? Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini trekken L’Affaire D’Outreau (198 min.) in deze vierdelige hybride van docu en drama helemaal leeg met een paar slachtoffers, enkele verdachten, hun advocaten, politiemensen en journalisten. De geruchtmakende zaak staat of valt bij de bloemrijke verklaringen van Myriam Badaoui, de moeder van het probleemgezin. Die beginnen met beschuldigingen tegen haar echtgenoot Thierry Delay, een dronkelap met perverse neigingen, en zullen gaandeweg steeds meer mensen uit hun directe omgeving gaan bevatten.
Als die tijdens uitgebreide politieverhoren ook zelf belastende verklaringen afleggen, die bovendien lijken te worden bevestigd door allerlei kinderen, is het spel op de wagen. Ayache-Vidal en Pizzini brengen dit bijzonder ingenieus in beeld met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, gebaseerd op de officiële verslagen daarvan. In een slim geconstrueerd decor, dat vreemd genoeg aan zowel The Garry Shandling Show als Lars von Triers Dogville doet denken, worden niet alleen cruciale gebeurtenissen gereconstrueerd met acteurs, maar lopen ook de echte personen rond. Zij geven hun alter ego’s tips over wie zij destijds waren en hoe ze zich toen voelden en leveren commentaar op de scènes die zich voor hun ogen afspelen.
Die artistieke keuze zorgt voor een onweerstaanbaar Droste-effect en geeft de verhoren, waarin tunnelvisie en suggestie echte waarheidsvinding in de weg lijken te hebben gestaan en verdachten slim tegen elkaar worden uitgespeeld, tegelijkertijd extra authenticiteit. Gewone mannen worden plotseling behandeld als kinderverkrachter. ‘De politie was erop gericht om je te laten bekennen’, vertelt Alain Marécaux, een plaatselijke deurwaarder die door diepe dalen gaat. ‘Op een gegeven moment staan er dan vijf of zes van hen tegen je te gillen, krijsen en schreeuwen. Ze willen dat je zegt wat zij willen horen.’ Voor Marécaux is de zaak extra pijnlijk: hij is in de problemen gekomen door een verklaring van zijn eigen zoon François-Xavier. En die heeft daarover een enorm schuldgevoel.
Met zulke schrijnende verhalen, geïllustreerd met archiefmateriaal van de gigantische mediahype rond het pedofielennetwerk en dramatische beelden van de definitieve ontmanteling van de Tour du Renard-flatgebouwen in latere jaren, maakt deze superieur vertelde miniserie tastbaar hoeveel leed L’Affaire D’Outreau heeft veroorzaakt. Bij mannen die verdacht werden van zo’n beetje het ergst denkbare misdrijf en in de gevangenis letterlijk werden bespuugd. Bij advocaten die machteloos moesten toezien hoe hun cliënten – soms tegen elke logica in en meestal zonder enig fysiek bewijs – werden veroordeeld. En bij de betrokken kinderen, die het contact met hun ouder(s) verloren, verdwenen naar pleeggezinnen en/of zich soms nog altijd niet gehoord voelen.
Want ook dat lijkt een onvermijdelijk gevolg van ‘Outreau’: als alle rook is opgetrokken overheerst niet alleen het gevoel dat deze zaak wel héél veel verliezers kent, maar ook dat er nog altijd vragen onbeantwoord zijn gebleven. En zoals dat gaat bij kwesties die een heel volk in beroering brengen, kunnen die zomaar een voedingsbodem vormen voor nieuwe verhalen.