Fashion Babylon

Bellota Films

Zien en gezien worden. In Fashion Babylon (tv-versie: 52 min.) portretteert regisseur Gianluca Matarrese drie influencers die zich het liefst permanent ophouden in de directe omgeving van modeshows, rode lopers en fotoshoots. De van oorsprong Haïtiaanse veteraan Michele Elie moet bijvoorbeeld soms allerlei trucs uithalen om ergens binnen te komen en probeert dan de aandacht te trekken met buitenissige uitdossingen, die de welvingen van haar lijf alleen maar benadrukken.

‘Ik moet een illusie in stand houden’, zegt de flamboyante Amerikaanse kunstenaar/muzikant Casey Spooner, die eveneens op leeftijd begint te raken, op zijn beurt. ‘Ik moet eruit blijven zien als succesvol, om daadwerkelijk succesvol te worden. En die illusie is dodelijk vermoeiend.’ Terwijl hij voor de buitenwacht allang is doorgedrongen tot de ‘happy few’, heeft Spooner in werkelijkheid vaak geen cent te makken. ‘Eerlijk gezegd ben ik doodmoe, uitgewoond, blut en eenzaam.’

De frisse energie in deze observerende film over de rafelranden van de mode-industrie moet komen van de ambitieuze drag queen Violet Chachki, winnaar van het zevende seizoen van RuPauls tv-programma Drag Race, die een plek in de afscheidsshow van de befaamde Franse modeontwerper Jean Paul Gaultier heeft bemachtigd. Daarmee is Chachki’s kostje echter bepaald nog niet gekocht, want zeker in een wereld die bestaat uit schone schijn kun je ook genadeloos afgeschminkt worden.

Matarrese legt de verwikkelingen van de drie fashionista’s van dichtbij vast, geeft die met barokke muziek extra schwung en drama en schildert zo een vlijmscherp portret van de wereld waarvan zij deel (willen) uitmaken. Die lijkt in eerste instantie volledig te bestaan uit ‘places to be’ en ‘people to meet’, maar neemt met hetzelfde gemak nieuwe discipelen op als dat ze hen weer afstoot. Ofwel: zien en gezien worden óf zijn.

HyperNormalisation

BBC

In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.

Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.

De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.

Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.

KSI: In Real Life

Prime Video

‘Volgens mij weet niemand wie ik echt ben’, dropt de hoofdpersoon, netjes in het intro van de film, een leidmotief voor KSI: In Real Life (93 min.). ‘Zelfs ikzelf niet.’ Vanaf het allereerste moment is dus glashelder wat het doel is van dit portret: de man achter de beroemde ‘YouTuber turned rapper’ vandaan halen. Herstel: ‘YouTuber turned rapper, comedian, restauranteigenaar en wodkaverkoper’.

KSI (echte naam: Olajide Olayinka Williams ‘JJ’ Olatunji) lijkt zo’n vat dat maar niet gevuld raakt – ook omdat er stiekem van alles weglekt. Voordat hij nu Amerika gaat veroveren, vertelt hij samen zijn ouders en jongere broer Deji het verhaal van zijn leven. Hij groeide op in een typisch immigrantengezin in Engeland. Zijn ouders waren vanuit Nigeria overgekomen om hun kinderen een beter leven te geven. JJ werd echter geen arts, maar een YouTube-fenomeen dat al snel meer knaken binnenbracht dan zijn ouders in hun stoutste dromen hadden kunnen bedenken.

Getuige deze volgdocu van Wes Pollitt heeft dat wel de nodige restschade in de familie veroorzaakt. De relatie tussen JJ en Deji, met wie hij jarenlang een duo vormde op YouTube, is bijvoorbeeld ernstig verzuurd. Uiteindelijk raakten ze verzeild in een publieke ruzie, inclusief internetrants en disvideo’s (of was dat gewoon onderdeel van het spel? vraagt een scepticus zich wellicht af). ‘Zouden jullie zonder het internet een betere relatie hebben gehad? wil Pollitt weten als de broers de breuk, voor de camera natuurlijk, weer proberen te lijmen. ‘Zeker weten’, antwoordt Deji. ‘Het is geen vloek, maar het zou anders zijn geweest. We zouden hechter zijn.’

Als JJ over zijn ouders begint, barst hij spontaan in tranen uit. En het liedje You wil hij ook even niet spelen, nu zijn relatie aan gruzelementen ligt. ‘Hoe kan ik van iemand houden als ik niet van mezelf houd?’ tweet hij vervolgens in een wanhopige bui. Tijd voor therapie. En een eigen kasteeltje, waar hij in de beste Cribs-traditie graag een rondleiding geeft en dan zelf zowaar ook nog nieuwe ontdekkingen doet. JJ is in wezen een introverte jongen, zo wil het verhaal. Hij heeft zichzelf via een alter ego opnieuw uitgevonden, beschouwt de camera inmiddels als een dierbare vriend en heeft van overschreeuwen en weglachen zijn tweede natuur heeft gemaakt.

In deze real life-poppenkast verzorgt hij als een typische clown, met en plein public de lach aan zijn kont en achter de schermen permanent een traan die op weg is naar een ooghoek, bijna anderhalf uur ongegeneerd volksvermaak. Waarna dan eindelijk – de film heeft immers een emotionele climax nodig – dat gesprek met zijn afstandelijke vader wordt opgezet, waarnaar hij al zo lang verlangt. Voor de camera, natuurlijk.

We Live In Public

Interloper Films

Het moet een combinatie worden van een evenement, een feest en een sociaal experiment. In een New Yorks ‘pod hotel’, waar honderd kunstenaars voor drie maanden intrekken, begint internetpionier Josh Harris in 1999 zijn eigen underground-maatschappij. Overal worden camera’s, microfoons en monitoren opgehangen. Harris ziet er een nieuwerwetse versie van Andy Warhols The Factory in, waarbij iedereen inderdaad een kwartiertje wereldberoemd kan zijn. Alleen: niet slechts eenmaal per leven, maar elke dag opnieuw. En hij, de grote bedenker en leider, faciliteert alles!

Er zijn natuurlijk wel enkele voorwaarden. Want wie betaalt bepaalt ook hier. Elke participant wordt vooraf dus indringend verhoord (alsof hij/zij toegang vraagt tot een soort politiestaat). Wie eenmaal binnen is, mag niet meer naar buiten. Exhibitionisme is bovendien verplicht. Letterlijk alles wordt gefilmd. Dit mondt uit in een decadente en arty 18+-variant op het Nederlandse Big Brother-concept. Harris noemt het: Quiet: We Live In Public. En je hoeft geen grote visionair te zijn om te weten dat dit helemaal uit de hand gaat lopen. Ook omdat dat waarschijnlijk precies de bedoeling is.

Impertinente vragen bestaan niet. Privacy ook niet. Slapen, neuken en poepen doen ze voor het oog van de wereld. En geweren leegschieten mag in de kelder. Regisseur Ondi Timoner volgt de verrichtingen van initiatiefnemer Josh Harris dan al enkele jaren en sluit voor de documentaire We Live In Public (89 min.) ook bij dit Orwelliaanse project aan. En als Quiet eenmaal is uitgedoofd, schakelt Harris door naar een nog veel persoonlijkere onderneming: op de website weliveinpublic.com kunnen hij en zijn vriendin Tanya Corrin permanent worden geobserveerd.

Die relatie spat uiteindelijk publiekelijk uit elkaar en Harris zelf gaat volledig ten onder aan deze eigenzinnige variant op The Truman Show. Leeggezogen door een publiek dat hij zelf heeft bedacht en uitgenodigd. Daarmee wordt ook dit project een krachtige metafoor voor wat het wereldwijde web kan aanrichten en een voorbode van de rol die sociale media zullen gaan spelen in ons leven. Van degenen onder ons die de hele wereld een stukje van zichzelf geven – zoals hedendaagse influencers, internetpersoonlijkheden en ook wijzelf doen – blijft vermoedelijk verdacht weinig over.

‘Alles is gratis’, zei Josh Harris al bij aanvang van het schaamteloze kunstproject Quiet. ‘Behalve de video’s die we van je maken. Die zijn van ons. Zo verkopen we je eigen leven aan je terug.’ Het is een punt dat ook Ondi Timoner wil maken in deze scherpe documentaire, die haar op het Sundance Film Festival van 2009 voor de tweede keer, na Dig! (2004), de Grand Jury Award bezorgt en sindsdien weinig aan actualiteit heeft ingeboet.

Vardy vs Rooney: The Wagatha Trial

Discovery+

Op 9 oktober 2019 gooit Coleen Rooney de knuppel in het hoenderhok: het is Rebeka Vardy’s account waarmee stelselmatig persoonlijke informatie van haar eigen afgeschermde Instagram-pagina wordt gelekt naar de Britse roddelbladen. Coleens publiek geuite beschuldiging mondt uit in een rechtszaak, waarbij de twee voetbalvrouwen, de echtgenotes van de (voormalige) Engelse internationals Wayne Rooney en Jamie Vardy, recht tegenover elkaar komen te staan. In het ‘court of public opinion’ zijn ze dan allang veroordeeld: de één vanwege laster, de ander vanwege uiterst laakbaar gedrag.

De zaak staat inmiddels te boek als Wagatha Christie, een social media-whodunnit die zelfs de befaamde Britse schrijfster Agatha Christie (niet) had kunnen verzinnen. In de tweedelige docuserie Vardy vs Rooney: The Wagatha Trial (96 min.) belicht Graham Smiles de toch wat onsmakelijke kwestie van beide kanten: de eerste aflevering wordt verteld vanuit het perspectief van Team Vardy, in de tweede komt Team Rooney aan bod. Hun beweringen worden ingekaderd door deskundigen, andere spelersvrouwen, (entertainment)journalisten en een paparazzo. Een opzet die onlangs ook is gebruikt bij een al even spraakmakende ‘trial by media’-kwestie: Johnny vs Amber.

Dit gedegen tweeluik richt zich op zowel het moddergevecht in de media als het juridische steekspel in de rechtszaal tussen de twee ‘WAGs’. Deze term, die door sommige vrouwen zelf is omarmd als een geuzennaam, wordt in de Britse boulevardpers gebruikt voor de ‘Wives And Girldfriends’ van bekende voetballers, die daarmee automatisch worden gereduceerd tot ‘arm candy’ van hun mannen. Als tweederangs celebrities – zonnebankbruin, veelal geblondeerd en chirurgisch geperfectioneerd – hengelen ze voortdurend naar de aandacht van de Britse tabloids, die daarvoor een speciale afdeling met haaibaaien, roddelvangers en probleemzoekers uit de grond hebben gestampt.

De zaak Rooney-Vardy, waarin Rebeka’s PR-dame Caroline Watt een cruciale rol blijkt te spelen en Coleen in de voetsporen treedt van de meesterdetectives Miss Marple of Hercule Poirot, levert in elk geval een bijzonder lelijk beeld op van de (wannabe) celebritycultuur en het giftige klimaat dat daaromheen wordt gecreëerd door de Britse schandaalpers.

Manifesto

IDFA

Manifesto begint ogenschijnlijk luchtig, met de ochtendrituelen van een nieuwe Russische generatie. Via YouTube-filmpjes en TikToks laten ze de wereld meekijken met hoe zij aan een nieuwe dag beginnen. Zo onschuldig als deze found footage-film begint, zo naargeestig zal ie eindigen, met het voortvluchtige vijftienjarige stel Denis Muravyov  en Katya Vlasova dat, als de politie arriveert om hen in te rekenen, overweegt om er dan maar zelf een einde aan te maken.

Tussendoor heeft regisseur Angie Vinchito – en dat is ongetwijfeld een schuilnaam – een huiveringwekkend beeld geschetst van de wereld waarin Russische jongeren opgroeien. Zeker op school heerst een klimaat van tucht en intimidatie, tonen ze zelf feilloos aan met stiekem gemaakte filmpjes. Leerkrachten schreeuwen, kleineren en delen zo nodig zelfs een klap uit. Intussen wordt een ‘traditioneel’ gedachtegoed uitgedragen. ‘Een vrouw moet klaar zijn voor seks als haar echtgenoot daar zin in heeft’, zegt een oudere docente bijvoorbeeld. ‘Niet, beste dames, als wij het willen, maar als onze mannen ’t willen.’

Gaandeweg wordt Manifesto (69 min.) steeds grimmiger. Bij sommige evacuaties, waarbij het alarm de naargeestige soundtrack verzorgt, hebben scholieren geen idee of het een oefening betreft of, gewoon, echt is. Niet veel later kan daarover geen misverstand bestaan: een schutter trekt moordend door het schoolgebouw. Hij blijkt niet de enige: op het politiebureau licht menige (potentiële) dader van een ‘school shooting’, vaak vergezeld van zijn ouders, rustig de motieven voor zijn daad toe.

Ook politiek is nooit ver weg. Een meisje met uitgelopen mascara vertelt huilend hoe een docent haar, vanwege onwelgevallige politieke ideeën, wil gaan rapporteren bij de autoriteiten. Andere tieners vertellen hoe ze zijn gearresteerd na deelname aan een bijeenkomst voor oppositieleider Aleksej Navalny, die zelf ook alweer enige tijd achter slot en grendel zit, of offreren deemoedig hun excuses aan de autocratische Tsjetsjeense leider Ramzan Kadyrov, die ze blijkbaar hebben gegriefd.

Met een zorgvuldig geconstrueerd labyrint van ik-beelden bouwt ‘Vinchito’ zo een onrustbarend narratief over een natie die nieuwe generaties verminkt het leven instuurt. Met als verpersoonlijking daarvan de middelbare scholieren Denis en Katia, die bekendheid verwerven als een live streamende variant op Bonnie en Clyde en de film, in afwachting van een Quick Reaction Force van de Russische overheid, een leverstoot van een einde bezorgen.

The Children In The Pictures

BNNVARA

Het is een gruwelijke lakmoesproef. Nadat de undercoveragenten van de taskforce Argos de online identiteit van een kindermisbruiker hebben aangenomen en zijn geïnfiltreerd in hun internationaal opererende netwerk, volgt onvermijdelijk de vraag: kun je eens wat delen? Niet reageren is geen optie. Dan worden de banden onmiddellijk doorgesneden. En dus verlagen ze zich noodgedwongen tot zo’n beetje het walgelijkste waartoe een mens in staat is en klikken vervolgens op verzenden, met een luchtig berichtje erbij: Geniet ervan.

Met zulke omstreden infiltraties proberen rechercheur Jon Rouse, het Australische hoofd van de toonaangevende taskforce, en zijn Britse collega Paul Griffiths wereldwijd netwerken op te rollen en kinderen te redden van misselijkmakend misbruik. Daarmee is de kous dan overigens nog niet af. Jaren nadat ze zijn bevrijd kunnen er nog steeds foto’s of filmpjes van hen rondgaan op het dark web. ‘De seksuele uitbuiting van die kinderen gaat door lang nadat ze gered zijn’, vertelt Warren Bulmer, een Canadees lid van de taskforce Argos. ‘En zij moeten daar hun hele leven mee omgaan.’

In de schokkende documentaire The Children In The Pictures (80 min.) van Akhim Dev en Simon Nasht leggen de gedreven rechercheurs tot in detail uit hoe ze aan het begin van deze eeuw, tijdens een onderzoek genaamd Operation Achilles, infiltreren bij het netwerk ‘The Group’. Onder de schuilnaam ‘Red_Rocket’ jagen ze daar bijvoorbeeld twee jaar lang op een specifieke ‘producent’. Hij levert al jaren achter elkaar afzichtelijk beeldmateriaal van één enkel meisje, ‘Girl One’ gedubd, dat letterlijk voor de camera opgroeit. Het geweld in de filmpjes lijkt bovendien ernstig te escaleren.

Terwijl ze de identiteit weten vast te stellen van verschillende deelnemers aan het netwerk, waaronder een Nederlander met de bijnaam ‘Thunderbird’, en zo langzamerhand willen overgaan tot arrestaties, lukt het Rouse en zijn vakbroeders maar niet om de identiteit van Girl One en haar kwelgeest vast te stellen. Daardoor komen ze voor een duivels dilemma te staan: ze hebben nu de kans om een aantal notoire kindermisbruikers uit te schakelen, maar als ze dat doen raken Girl One en de man die haar misbruikt waarschijnlijk weer buiten beeld.

Van zulke keuzes liggen de gespecialiseerde rechercheurs, die dagelijks verschrikkelijke dingen (moeten) zien, nachten wakker. Behalve een afdaling in een bijzonder naargeestige schaduwwereld is deze unheimische film tevens een portret van hen, gedreven politiemensen die werkelijk door riemen en ruiten gaan voor de kinderen. Daarbij worden de omstandigheden steeds lastiger. De techniek staat, letterlijk, voor niets en faciliteert steeds grotere en geavanceerdere netwerken. Namen als The Love Zone, Child’s Play en Baby Corner laten weinig aan de verbeelding over.

En hoewel hun werk soms dweilen met de kraan vol open lijkt, sociale netwerken zoals TikTok (die kinderen stimuleren om selfies, ofwel: user generated content, te maken) alweer voor nieuwe uitdagingen zorgen en seksuele uitbuiting van kinderen sowieso het snelst groeiende zware misdrijf in de wereld is, blijven Rouse en zijn team op de één of andere manier optimistisch. ‘Zonder hoop zou ik niet naar m’n werk gaan’, zegt hij ferm, vast ook tegen zichzelf, in deze documentaire die niemand wil maar iedereen moet zien. Zolang de taskforce Argos maar één kind kan redden…

The Real Bling Ring: Hollywood Heist

Netflix

Voor de liefhebber is dit een goed verhaal: losgeslagen Amerikaanse tieners breken in bij beroemdheden als Paris Hilton, Orlando Bloom en Lindsay Lohan en maken vervolgens de blits met de luxe spullen die ze daar buit hebben gemaakt. Dat verhaal is dan ook al eens verfilmd, door Sofia Coppola als The Bling Ring (2013). Nu is er een driedelige documentaireserie die dan weer het echte verhaal achter de speelfilm belooft te vertellen: The Real Bling Ring: Hollywood Heist (145 min.).

Regisseur Miles Blayden-Ryall verlaat zich daarvoor vooral op het persoonlijke relaas van twee van de betrokken inbrekers, Nick Prugo en Alexis Neiers. De andere leden van de jeugdbende wilden niet meewerken aan deze nieuwe versie van dat oude verhaal. Met nauwelijks verholen trots loopt Prugo hun strooptochten door de huizen van ‘the rich and famous’ door, zijn voornaamste ‘claim to fame’. Neiers kiest eerder de positie van onwillige participant, die in eerste instantie nauwelijks doorheeft waar ze in hemelsnaam in terecht is gekomen.

Blayden-Ryall dient dit moderne schelmenverhaal op met gelikte reconstructiescènes, beeldgrapjes en slicke muziekjes, introduceert een aalgladde makelaar als geinig bedoelde gids voor Los Angeles en probeert de gebeurtenissen verder te linken aan een wereld die door, om maar wat te noemen, het exhibitionistische celebrity-programma Cribs, realityseries als The Osbournes en Paris Hiltons sextape veel bevattelijker is geworden voor roem als doel op zich. Zonder dat er nog enige vorm van talent of kwaliteit tegenover hoeft te staan.

Zelfs een mediagenieke inbreker kan in die wereld het grote publiek bereiken. Sterker: op het moment dat ze wordt gearresteerd, spelen Alexis en haar moeder en beste vriendin net de hoofdrol in hun eigen realityshow, Pretty Wild. De arrestatie zelf hebben ze alleen niet op camera. Die moet dus even over. Waarbij de cameraman alvast binnen wacht totdat de politie – in werkelijkheid: producers van de show – bij hen aanklopt. Volgens Alexis was het traumatisch om juist deze gebeurtenis opnieuw te moeten doen.

Behalve over haar eigen realityserie is zij ook niet te spreken over hoe Sofia Coppola haar in The Bling Ring heeft geportretteerd. Alexis vindt het frustrerend, zegt ze, dat juist zij wordt gespeeld door de bekendste acteur, Emma Watson. Nick vindt dan weer dat hij hét gezicht had moeten zijn van die film. Als hij zelf had mogen kiezen, zegt hij met een stalen gezicht, had hij zichzelf door een ‘superjonge Tom Cruise’ laten spelen. Zo blijven de twee hoofdpersonages ook in deze nieuwe productie netjes in hun rol.

Hoewel één van hun slachtoffers, actrice Audrina Patridge (The Hills), glashelder maakt wat de inbraak bij haar teweeg heeft gebracht, wordt deze miniserie daardoor toch een soort glorificatie van wat deze dekselse Hollywood-kids allemaal hebben uitgevreten. Waarna automatisch aan de orde komt wat daarvan de gevolgen voor henzelf zijn geweest – die ze nu voor Blayden-Ryalls camera weer tot in detail mogen opdissen en herbeleven. Dit heeft een soort dubbelheid, die deze serie al dan niet bewust lijkt op te zoeken.

Het komt allemaal samen in een ingenieuze slotscène, waarbij Nick Prugo’s advocaat het laatste woord claimt. ‘Die tieners wilden alles doen voor de waardering die ze zo graag wilden van anderen’, slaat hij de spijker op zijn kop tegenover de documentairemaker: ‘En met deze film heb je ze gegeven wat ze toen wilden.’

The Most Hated Man On The Internet

Netflix

Als The Most Hated Man On The Internet (162 min.) van Rob Miller een klassieke Hollywood-actiefilm zou zijn geweest, dan was die waarschijnlijk aangeprezen met een smeuïge tagline in de trant van: ‘one woman’s mission to detroy The King Of Revenge Porn’.

Die vrouw heet Charlotte Laws en krijgt te horen dat er illegaal een topless foto van haar dochter Kayla is gepubliceerd op de schmutzige website IsAnyoneUp.com. Charlotte, een voormalige ‘partycrasher of the rich and famous’ die wordt ondersteund door echtgenoot/advocaat Charles, zet alles in het werk om die website uit de lucht te krijgen en de kwade genius daarachter, de cynische internetpiraat Hunter Moore, een kopje kleiner te maken.

Een typisch heldenverhaal dus: goede vrouw pakt slechte man aan. Een thema dat Netflix in de afgelopen jaren al op diverse manieren heeft aangegrepen voor aantrekkelijke true crime-achtige producties: van The Tinder Swindler en Bad Vegan tot Don’t F**k With Cats en The Puppet Master. Een gecompliceerde – en wellicht ook enigszins genuanceerdere – werkelijkheid wordt daarbij aangeboden in een hap-slik-weg verpakking.

Hoe komt Moore aan de foto’s? Met die vraag kan deze formule-achtige film, waarin alle betrokken netjes de rol spelen die hen is toebedeeld, wel even vooruit. Hij zal zijn slachtoffers toch niet hebben gehackt? Charlotte laat zich de hoofdrol van onverschrokken heldin intussen maar al te graag aanleunen. Zoals ook de bijrollen goed bezet zijn: haar dochter is overtuigend als onschuldig slachtoffer en de schurkenrol blijkt Moore op het lijf geschreven.

Hij verschuilt zich met liefde en plezier achter het argument dat hij slechts de beheerder van het ranzige platform is. Wat daarop wordt geplaatst is natuurlijk niet zijn verantwoordelijkheid – al verdient hij er wel een aardige zakcent mee. Intussen doet deze driedelige docuserie min of meer hetzelfde: het treurige relaas van een jonge vrouw die zich als ‘Butthole Girl’ publiekelijk heeft ‘laten’ vernederen, wordt bijvoorbeeld nauwelijks meer dan clickbait.

Echte interesse voor haar verhaal – of voor dat van de andere gekleineerde, misbruikte en soms zelfs volledig geknakte vrouwen – is er niet in deze typisch Amerikaanse productie. Zoals ook Hunter Moore nooit meer wordt dan een verachtelijk personage, waarbij eenieder zich moreel verheven kan voelen. En aan het eind, ook al zo bevredigend, wordt de slechterik natuurlijk ingerekend en, op zijn minst in gedachten, geboeid afgevoerd.

Toch is het niet ondenkbaar dat diezelfde kijker na afloop ook achterblijft met een ongemakkelijk gevoel, dat wel aardig wordt samengevat met de boodschap die IsAnyoneUp steevast stuurde als iemand stiekem naaktfoto’s had geüpload: ‘Thank you for being evil.’

We Met In Virtual Reality

HBO Max

Terwijl de halve wereld eind 2020 in lockdown gaat vanwege de Coronacrisis, zoekt een selecte groep escapisten een andere dimensie op. In de videogame VRChat kunnen ze elkaar, met behulp van de techniek ‘full body tracking’, in elk geval gevoelsmatig fysiek blijven ontmoeten. Regisseur Joe Hunting sluit bij hen aan, observeert hoe ze zich gedragen en spreekt met hen over hun leven in een verbluffende documentaire die zich volledig in die virtuele wereld afspeelt: We Met In Virtual Reality (89 min.).

‘Je kunt degene zijn die je altijd al wilde zijn’, vertelt de Peter Pan-achtige verschijning Toaster, die met zijn exotische vriendin DustBunny alle zorgen vergeet in een spectaculair digitaal pretpark . ‘Je kunt in zekere zin helemaal opnieuw beginnen. In het echte leven heb je te maken met verwachtingen die anderen van je hebben over hoe je dingen moet doen of je moet gedragen. En daarmee kun je het eens zijn of niet. In VR weet niemand wie je bent. Het kan ook niemand schelen wie je was, alleen wie je nu bent. Je bent vrij om te zijn wie je wilt.’

Buitenstaanders moeten in eerste instantie wel een psychologische barrière nemen om mee te kunnen in die beleving. Want mensen van vlees en bloed tonen zich hier via een digitale gedaante, hun avatar. Ze ogen als pak ‘m beet een schattig konijntje, gespierde strijder of voluptueuze vamp. Stoer, sexy en extravagant lijken de norm. Als je in het echte leven – IRL in jargon – weinig kleur denkt te hebben, kan het in de VRChat-gemeenschap doorgaans niet op. Deze personages bewegen zich bovendien in een wereld die voortdurend van sfeer kan veranderen. Het ene moment Disney of The Muppet Show, dan weer The Matrix of Walking With Dinosaurs.

Binnen die onwerkelijke setting vindt Hunting wel degelijk de mensen achter de personages – of beter: de mensen ín de personages. Die verliefd worden, gebarentaal spreken, niet van de drank kunnen afblijven, zich uitleven in dans, non-binair zijn, in het huwelijk treden, lijden aan depressies of al hun fantasieën uitleven. Hun belevenissen worden door hem met veel schwung, bravoure en een dikke soundtrack uitgespeeld. In We Met In Virtual Reality is de verbeelding echt aan de macht. Tegelijkertijd toont deze geheel bijdetijdse film aan dat virtual reality de troost en verbondenheid kan bieden die in de échte wereld soms ontbreekt.

Ze Weten Alles Van Je

Videoland

Is hij er stilletjes tussenuit geknepen, op een geheime missie gegaan, ergens de weg kwijtgeraakt, op slinkse wijze ontvoerd door een inlichtingendienst of zelfs uit de weg geruimd? De vrienden van Arjen Kamphuis tasten in het duister. Sinds 20 augustus 2018 is de Nederlandse cyberexpert (47) spoorloos verdwenen.

In de vierdelige serie Ze Weten Alles Van Je (130 min.) gaat de Nederlandse journaliste Nadia op onderzoek uit in Noorwegen, het land waar Arjens spoor vier jaar geleden is doodgelopen. Ze heeft van haar chef zes dagen gekregen om nieuwe aanwijzingen te vinden voor wat er met Kamphuis, die veelvuldig in verband werd gebracht met Julian Assange en de klokkenluiderssite Wikileaks, is gebeurd.

Interessant uitgangspunt voor een typische true crime-docuserie, zou je zeggen. Waarin prominente vrienden van de gedreven cyberdeskundige zoals de bekende internetactivist Ancilla van de Leest, onderzoeksjournalist Sanne Terlingen, hacker Jos Weyers en privacydeskundige Helma de Boer, die gezamenlijk een grootscheepse zoekactie naar Arjen Kamphuis op touw zetten, de vermiste held proberen te duiden.

Nadia probeert intussen met getuigen, direct betrokkenen en deskundigen de laatste stappen van Kamphuis te reconstrueren. Zo ontspint zich een enerverende ontdekkingstocht door een mysterieus (geëindigd) leven. Het type true crime-docu dat overigens vaker wél dan niet in een deceptie eindigt. Want definitieve antwoorden, of zoiets cheesys als een happy end, zijn dit soort producties doorgaans niet gegeven.

Ze Weten Alles Van Je is echter geen reguliere docuserie, maar een hybride van fictie en non-fictie-elementen. En Nadia is een fictief personage, gespeeld door de actrice Charlie Chan Dagelet. Zoals haar chef een rol is van Monic Hendrickx en de informant die ze onderweg ontmoet van Jim Deddes. Het is een gedurfde keuze van regisseur Hanro Smitsman, waarmee dit enerverende verhaal een extra paranoïde thrillerlaagje krijgt.

Of de serie die dramatische ingreep, waarover de maker overigens vanaf het begin transparant is, daadwerkelijk nodig heeft? Dat is nog maar de vraag. Deze verhaallijn maakt de serie ongetwijfeld gemakkelijker te verhapstukken, maar sommige scènes en ontwikkelingen liggen er, in elk geval in de ogen van een dogmatische doculiefhebber, nét te dik bovenop en dreigen de geloofwaardigheid dan een beetje te ondermijnen.

Intussen roept deze ambitieuze productie wel degelijk relevante vragen op, die bovendien verder reiken dan het persoonlijke lot van Arjen Kamphuis: over hoe onze privacy is geborgd in een wereld waarin iedereen overal digitale sporen achterlaat, hoe ver de macht van overheden en inlichtingendiensten daarbij reikt en de zorgen die we daarover allemaal zouden moeten hebben.

Cyber Hell: Exposing An Internet Horror

Netflix

Als een rechtgeaarde sadist wilde hij er wel de credits voor hebben. En dus plaatste de Koreaan ‘Baksa’ pontificaal zijn eigen naam of een tag zoals ‘@baksaya’ of ‘slaaf van Baksa’ op de naaktfoto’s die hij rondpompte in speciale chatrooms. Hij had ze tenslotte zelf bemachtigd bij veelal minderjarige meisjes, die op slinkse wijze via Telegram onder druk waren gezet en gechanteerd.

Zodra cyberbullies zoals Baksa en zijn ‘vakbroeder’ Godgod die meisjes eenmaal in hun greep hebben, scheppen ze er duidelijk een duivels genoegen in om hun slachtoffers tot het bot te vernederen. Schrijf ‘bitch’ of ‘persoonlijk toilet’ op je lichaam, kan zomaar een bevel zijn. Of: kerf dat in je lijf met een mes. Intussen hengelen ze tevens persoonlijke informatie over de meisjes binnen, om hen nóg verder te intimideren.

In de jachtige fastfood-docu Cyber Hell: Exposing An Internet Horror (105 min.) reconstrueert Jin-seong Choi dit griezelverhaal vanuit het perspectief van de journalisten en rechercheurs die de seksuele intimidatie op het spoor kwamen. Slachtoffers, video’s of afbeeldingen van hen en hun communicatie met de agressors zijn geanonimiseerd of zelfs gerepliceerd. Veel bronnen willen bovendien alleen onherkenbaar in beeld komen.

Net als vergelijkbare producties als Don’t F**k With Cats en The Tinder Swindler richt deze straffe productie, helemaal bijdetijds vormgegeven en met een volvette soundtrack, zich volledig op de jacht op de geslepen roofdieren Baksa en Godgod, die via zogenaamde nummerchatrooms ook een handel in seksvideo’s opzetten. Met cryptovaluta kunnen anonieme bezoekers video’s aanschaffen, die alleen zijn te kwalificeren als kinderporno.

‘Bedankt dat jullie een demon hebben gedood die ik niet kon tegenhouden’, zegt één van hen als hij eindelijk is gearresteerd. Naar de motieven van deze bullies blijft het echter gissen. En misschien zijn de ‘normale’ types uit deze Cyber Hell, die verder ook niet worden uitgediept, uiteindelijk ook wel verontrustender. Zij kijken rustig – of, waarschijnlijker, opgewonden – toe hoe een willekeurige Koreaanse tiener op het digitale dorpsplein aan de schandpaal wordt genageld, helemaal uitgekleed en bekogeld met rotte tomaten.

Anna: Status

Prime Video

Als je imago niet alleen voor de buitenwereld bepaalt wie je bent, moet het verdomd lastig zijn om de controle daarover af te geven aan een willekeurige filmmaker. In Anna: Status (170 min.), waarvan ik tot dusver drie afleveringen heb gezien, twijfelt Anna Nooshin voortdurend over wie of wat ze wil laten zien. Net als Ali B. dat eerder deed in de vergelijkbare productie Ali Bouali. Die conversatie over wat er wel en niet wordt gedeeld voor de camera heeft ongetwijfeld ook tot doel om het belang van dit portret te benadrukken. In de trant van: in deze vierdelige serie laat de befaamde Iraans-Nederlandse influencer Anna Nooshin méér, zo niet álles, zien van zichzelf.

Het is natuurlijk wel de vraag hoeveel ruimte de hoofdpersoon van showrunner Niki Padidar heeft gekregen om te bepalen wat de serie op welke manier mag halen. Wie heeft bijvoorbeeld bedacht om Anna’s eerste sessie met psychiater Glenn Helberg, waarbij ze van binnenuit wordt opgewacht met de camera, te filmen? Wie heeft het initiatief genomen om een soort familiegesprek te organiseren met haar moeder en zus, over hun vluchtverleden en haar gewelddadige vader? En wie heeft het onzalige idee opgevat om acteur Derek de Lint te vragen om een bij vlagen ironische voice-over in te spreken, die de plank af en toe helemaal misslaat?

Anna: Status is over het algemeen tamelijk ruw gefilmd en gemonteerd, zodat de serie een ‘reality’-feel krijgt. Tegelijkertijd oogt ie ook zorgvuldig gestyled. Neem het centrale interview waarin Nooshin het achterste van haar tong lijkt te laten zien. Als ze vertelt over haar kwetsbaarheid, gebrek aan zelfliefde en onvermogen om gelukkig te zijn, zit ze op de grond, tegen een betegelde muur in een soort fabriekssetting. Ze is nauwelijks opgemaakt, draagt onopvallende kleding en kistjes en wordt een beetje van bovenaf gefilmd. Zo, willen de filmmakers/Anna zelf ons duidelijk maken, ziet iemand eruit die zich kwetsbaar opstelt.

In het verleden, in haar geboorteland Iran en de eindeloze tocht langs AZC’s in Nederland, lijkt de sleutel te liggen naar het begrijpen van de persoon Anna Nooshin. Daartegenover staan scènes met het fenomeen Anna Nooshin in de buitenwereld: tijdens fotosessies, bijkletsend met YouTuber Robbert Rodenburg en in een kunstgalerie, waar ze (samen met oud-wielrenner Thomas Dekker) een kunstwerk probeert aan te kopen. Het is duidelijk: in Nooshins leven lijken de binnenkant en de buitenkant soms volledig langs elkaar heen te leven. Duidelijk is ook dat Nooshin een kwetsbaar rolmodel is. Geen slachtoffer overigens, volgens haarzelf, maar een overlever.

In dat opzicht doet deze erg grillige productie enigszins denken aan de twee documentaireseries over een ander omstreden boegbeeld van millennials, Famke Louise De Documentaire en Famke Next. Allebei leven ze een leven waarin het persoonlijke, publieke en zakelijke volledig verknoopt zijn geraakt met elkaar. En waarbij geluk en succes bepaald niet vanzelfsprekend samengaan en soms zelfs op ramkoers met elkaar kunnen liggen.

Social Media Murders: The Murder Of Molly McLaren / The Murder Of Grace Millane

ITV

Ze leefden het social media-bestaan. Zij had overduidelijk lol in haar leven, was het middelpunt van elk feest. En hij deed daar nauwelijks voor onder, met zijn coole looks en stralende glimlach. Toen Molly McLaren en Joshua Stimpson elkaar tegenkwamen op een datingsite, was er duidelijk sprake van een match. En toen begon het echte leven…

Molly had een angststoornis en kampte met boulimia, Josh leverde strijd met mentale problemen. Volgens eigen zeggen was hij bipolair – en ontoerekeningsvatbaar toen het echt helemaal misging tussen hen. Op 29 juni 2017 doodde hij Molly met ruim vijftig messteken, twaalf dagen nadat zij de relatie beëindigde die in totaal zeven maanden had geduurd. Josh wachtte daarna op de politie.

In het eerste deel van het Britse tweeluik Social Media Murders (92 min.), geregisseerd door respectievelijk Angus Cameron en Natasha Cox, reconstrueren Molly’s ouders, vriendinnen en allerlei deskundigen de toxische relatie tussen de twee geliefden. Die wordt verder inzichtelijk gemaakt met hun online-conversatie, die uiteindelijk uitmondt in laster, chantage en stalking.

Deel twee van de true crime-serie concentreert zich op de gewelddadige dood van de Engelse backpacker Grace Millane in Nieuw-Zeeland. Als zij tijdens haar wereldreis in Auckland arriveert, komt ze via social media in contact met ene Jesse Shane. Een dag later, op 2 december 2018 viert Grace haar 22e verjaardag. Op de felicitaties die binnenkomen reageert ze echter helemaal niet. Grace is vermist.

Met behulp van chatberichten, telefoongegevens en beveiligingscamera’s weet de politie te deduceren hoe het Britse meisje de laatste uren voor haar verdwijning heeft doorgebracht, wat er in die periode met haar kan zijn gebeurd en hoe het daarna verder is gegaan. Was het een koelbloedige moord? Of toch een Fifty Shades Of Grey-achtige fantasie die helemaal uit de hand is gelopen?

Deze twee tragische kwesties vestigen de aandacht op de gevaren van de online-wereld: dat iemand die je ontmoet niet hoeft te zijn wie hij zegt dat hij is en dat we allemaal steeds beter zicht- en vindbaar zijn, ook voor de politie, door de sporen die we achterlaten op het web. Intussen voelt de kijker van deze twee crimedocs zich ook een beetje een voyeur. Van levens die op hun kwetsbaarst vanuit allerlei hoeken en gaten zijn vastgelegd. Ter leering ende vermaeck.

Omari – Geen Gezeik

Nielsz Weekhorst / BNNVARA

‘Ik ga heel slecht op me oneerlijk bejegend voelen’, stelt Selma Omari over de kritiek die ze na de breuk met rapper Boef te verduren kreeg. Als uitgesproken jonge Nederlandse vrouw met zowel Marokkaanse als Iraakse roots ligt ze sowieso permanent onder het vergrootglas en in de vuurlinie. De vlogger, influencer en zangeres uit de Rotterdamse volkswijk Crooswijk maakt van haar hart echter geen moordkuil. In Omari – Geen Gezeik (50 min.) trekt ze flink van leer tegen alles en iedereen die haar de voet dwars probeert te zetten.

‘Ik begrijp niet hoe je als vrouw op een andere vrouw kan haten’, zegt ze bijvoorbeeld. ‘Op de manier waarop er bij mij wordt gehaat. Dus het maakt niet uit wat ik doe. Mensen blijven toch wel op mijn naam spugen. Dus dan kan ik toch gewoon doen wat ik leuk vind?’ Daarbij heeft ze in elk geval geen last van valse bescheidenheid of een gebrek aan zelfvertrouwen. Selma Omari steekt haar ambities niet onder stoelen of banken: ze wil de nieuwe Kim Kardashian worden. Over enkele jaren hoopt ze haar eigen imperium te hebben, met enkele honderden personeelsleden.

Regisseur Wouter Vogel portretteert deze vurige representant van het nieuwe Nederland binnen haar natuurlijke omgeving, in Rotterdam en Casablanca, te midden ook van de mensen die haar dierbaar zijn. Omari krijgt zo ogenschijnlijk veel ruimte en laat daarbinnen, bedoeld en onbedoeld, ook echt zien wie ze is. Daarmee komt dit persoonlijke, soms lekker schurende portret heel dicht bij de biculturele vrouw Selma Omari, haar getroebleerde achtergrond en de uitdagingen waarvoor zij nog altijd staat.

Strijd lijkt daarbij sleutelwoord. Als voornaamste kenmerk van de weg die ze tot nu toe heeft afgelegd én als basishouding richting de toekomst, die in haar hoofd alleen in termen van groot, groter, grootst kan worden uitgedrukt.

Sociaal Tribunaal

VPRO

Nadat ze voor het boek Gouden Bergen (2020) een jaar lang enkele influencers volgde, pluist filosoof en journalist Doortje Smithuijsen de online-cultuur en bijbehorende mores nu verder uit in enkele tv-docu’s.

Zo portretteerde ze in Mijn Dochter De Vlogger enkele ouders en hun influencerkinderen en schetste ze in Volg Je Me Nog? een paar ‘ouder’ wordende influencers die hun achterban zagen slinken. In Sociaal Tribunaal (36 min.) onderzoekt Smithuijsen de zogenaamde cancelcultuur. In een soort rechtbanksetting praat ze met gecancelden, cancelaars en deskundigen op het gebied van webcultuur, imagobeheer en wetgeving over de digitale rechtszaal waarin menigeen zich tegenwoordig moet verantwoorden of doet gelden. Op zoek naar wat het ons, of hen, kost en oplevert.

Met journalist en entrepreneur Sander Schimmelpenninck bespreekt ze bijvoorbeeld de rel die ontstond nadat hij de vijftienjarige Alexia in een podcast de lekkerste prinses had genoemd. Hij werd vervolgens en masse uitgemaakt voor pedo, voelde zich op dat moment echt bedreigd en pleit nu voor een verbod op anonieme profielen op social media. In dat verband komt ook het zogenaamde ‘trollenleger’ van een andere gesprekspartner van Smithuijsen, Telegraaf-journalist Wierd Duk, aan de orde. Die voelt zich echter helemaal niet verantwoordelijk voor wat het extreme deel van zijn achterban uitspookt.

En heeft Schimmelpenninck, met een messcherpe twitterdraad over een filmpje van Laura van Ree, zelf het leven van dit model/influencer ook niet nodeloos zuur gemaakt? Zij vindt van wel. Smithuijsen bekent vervolgens dat ze het bewuste filmpje ook heeft gedeeld. Zulke dwarsverbanden en dubbelrollen geven deze interviewfilm, die is opgefleurd met een White Lotus-achtige soundtrack, kleur en maken tevens duidelijk hoe ingewikkeld het speelveld op sociale media is. Want waar houdt het agenderen van een reëel probleem of prangende kwestie op en begint cancelen? En lukt het überhaupt om iets of iemand op die manier écht kalt te stellen?

Doortje Smithuijsen verkent deze discussie met een uiteenlopende groep gasten, waaronder ook Ian Buruma (die weg moest als eindredacteur bij de New York Review Of Books, nadat er onder zijn verantwoordelijkheid een artikel verscheen van een man die door diverse vrouwen werd beschuldigd van seksueel wangedrag), kunstcollectief Kirac (dat de eveneens van seksueel geweld betichte kunstenaar Julian Andeweg probeert te ontcancelen) én de ogenschijnlijk aimabele Mark Keus (die jarenlang onder de naam Henk de Vries loos ging op de sociale media, bijvoorbeeld over die #kutkaag).

Vlot stipt Sociaal Tribunaal via en met hen allerlei kernzaken, pijnpunten en principiële kwesties aan, waarover de menschen thuis dan lekker verder kunnen discussiëren.

Pharma Bro

1091 Pictures

Hij mocht zich even de meest gehate man van de Verenigde Staten noemen. Als CEO van Turing Pharmaceuticals verhoogde Martin Shkreli in 2015 de prijs van een Daraprim-pil van 13,50 naar 750 dollar. Patiënten met de infectieziekte toxoplasmose, afhankelijk van dit medicijn, kregen de rekening gepresenteerd – al was het in de praktijk vaak hun zorgverzekeraar die de exorbitante bedragen moest ophoesten.

En toen kocht Shkreli, voor een slordige twee miljoen dollar, ook nog het enige exemplaar van de nieuwe CD van de hiphopgroep The Wu-Tang Clan, Once Upon A Time In Shaolin. Kutventje! Martin Shkreli heeft zijn uiterlijk natuurlijk ook niet mee: de voormalige hedgefund-manager heeft zo’n zelfgenoegzame tronie, dat menigeen hem het liefst stante pede twee blauwe ogen en een bloedlip zou bezorgen.

Of is dat toch vooral imago? vraagt Brent Hodge zich af in Pharma Bro (86 min.). Zijn al die bravoure en provocaties slechts uiterlijke schijn? Houdt zich ergens in die omhooggevallen engerd gewoon een onzeker joch verscholen, dat zijn achtergrond in een immigrantengezin in New York maar blijft overschreeuwen? Een jongeling die zo scherp en onhandig communiceert dat de kwalificatie ‘autisme’ wellicht op zijn plaats is?

Hodge gaat op onderzoek uit in het leven van de man die de belichaming van Big Pharma werd. Terwijl hij gewoon de regels van het (kapitalistische) spel heeft gevolgd. Net als allerlei andere farmaceuten. Híj verbergt zich alleen niet achter een Raad van Bestuur of communicatieafdeling. Shkreli staat gewoon iedereen te woord – via de pers, z’n smartphone of zijn eigen livestream – en spreekt dan bepaald niet met meel in de mond.

Brent Hodge vergelijkt zijn protagonist nét iets te nadrukkelijk met de slechterik uit superheldenfilms, met als geuzennaam ‘Pharma Bro’, en heeft daarin natuurlijk ook een rol voor zichzelf bedacht. Hij gaat bijvoorbeeld in hetzelfde gebouw wonen als Shkreli en meldt zich bovendien heel nadrukkelijk met vragen in diens livestream. Zonder dat dit verder heel veel oplevert. Behalve aandacht voor de held zelf.

Terwijl er een rechtszaak loopt tegen Shkreli vanwege fraude, spreekt Hodge verder met een vriend (rapper Billy The Fridge), zijn advocaat Ben Brafman, de rechtse provocateur Milo Yiannopoulos en de Wu-Tan Clanners Ghostface Killa en Cilvaringz. Een bijzondere rol is er voor ex-vriendinnen en (vrouwelijke) journalisten, met wie hij meestal al snel publiekelijk in een moddergevecht verzeild raakt en een heel enkele keer, zoals bij zijn biografe Christie Smythe, een bijzondere relatie opbouwt.

Als man you love to hate (of hate to love) is Martin Shkreli beslist een ideale hoofdpersoon voor een portret. Deze film – en dan met name Brent Hodges rol daarin – laat alleen nog wel wat te wensen over.

iHuman

Human

Zijn we op weg naar de hemel op aarde of toch naar een dystopie? Technologische ontwikkelingen worden doorgaans permanent begeleid door commentaar van visionairs en doemdenkers. Artificial Intelligence vormt daarop geen uitzondering. In de documentaire iHuman (99 min.) geeft regisseur Tonje Hessen Schei dus zowel spreektijd aan wetenschappers die de zegeningen van kunstmatige intelligentie tellen als aan denkers en activisten die de noodklok luiden over de gevaren ervan.

Kort door de bocht: gaat een soort superintelligentie straks problemen oplossen die de verstandelijke vermogens van de mens te boven gaan of zal diezelfde mens geknecht worden door leiders, organisaties of landen die deze technische mogelijkheden genadeloos naar hun hand zetten? Van een wereld waarin overal camera’s hangen die je gezicht herkennen en registreren waar je bent en wat je doet zal menigeen bijvoorbeeld gruwen, maar wat nu als diezelfde camera’s depressies zouden herkennen en zo in potentie mensenlevens kunnen redden?

‘Het gaat niet om wat computers kunnen doen’, stelt Microsoft-topman Brad Smith. ‘Het gaat erom wat computers zouden móeten doen.’ En daarbij komt – voorlopig althans – toch nog altijd de mens in beeld: wat wil en kan die? En waar liggen diens grenzen? Toch gaan de ontwikkelingen sneller dan soms goed lijkt voor de good old sterveling. In China is binnen afzienbare tijd bijvoorbeeld geen kaartje meer nodig in het Openbaar Vervoer. Je eigen gezicht volstaat. Intussen gebruikt de Chinese overheid ook op grote schaal data om de eigen bevolking in het gareel te krijgen of houden.

Zoals dat gaat in dit type sciencefiction-docu’s worden de optimistische/pessimistische bespiegelingen over de (nabije) toekomst vergezeld door klinische synthmuziek en futuristische beelden van een wereld waarbinnen de mens slechts een klein radertje is, de gelukkige recipiënt van allerlei toepassingen die zijn comfort of levensgeluk vergroten of een speelbal van grote spelers zoals Google en Facebook (terwijl robots dan weer blijken te kunnen zingen en dansen). Intussen werpt zo’n film elementaire vragen op over menszijn, privacy en democratie, waarop de kijker na afloop een tijdje kan kauwen.

Ook iHuman slaagt glansrijk in die opzet, zonder dat de film echt emotioneert, bijzonder hoopvol stemt of kwaad maakt.

Sing Me A Song

Toen documentairemaker Thomas Balmès voor zijn bekroonde film Happiness (2013) de achtjarige Peyangki in een afgelegen klooster te Bhutan portretteerde, was de jongen er vast van overtuigd dat hij monnik zou worden. Hij hoopte alleen dat ze binnenkort elektriciteit en televisie konden krijgen. En dat zou alles veranderen.

Inmiddels is Peyangki zeventien en heeft ook het internet z’n intrede gemaakt in zijn kleine, overzichtelijke wereld. Waar bij het ochtendritueel serene rust zou moeten heersen, zitten alle jonge monniken tegenwoordig over hun smartphone gebogen. In de ban van de verlokkingen die de hedendaagse wereld heeft te bieden.

In Peyangki’s geval: Ugyen, een bevallig meisje dat hij heeft leren kennen via WeChat. Met mooie liedjes brengt ze zijn hoofd op hol. Het ideaal dat hij altijd koesterde, zijn leven wijden aan het boeddhisme en lama worden, komt erdoor op de tocht te staan. De jongen overweegt om het klooster, waar hij nu al bijna tien jaar woont, te verlaten.

Kalm en zorgvuldig registreert Balmès in Sing Me A Song (93 min.) hoe Peyanki’s leven in het klooster in het landelijke Laya, geworteld in eeuwenoude traditie, in beweging komt. Hij spiegelt dat met de dagelijkse beslommeringen van Ugyen die in de grote stad Thimphu fantaseert over die ongetwijfeld bemiddelde jongen van het platteland.

Als het uiteindelijk tot een ontmoeting komt tussen de twee blijkt dat ze elkaar online toch veel minder goed hebben leren kennen dan gedacht en moeten Peyankgki en Ugyen zich allebei bezinnen op wat dat betekent. Voor de jonge boeddhistische monnik is het in elk geval de vraag of hij eigenlijk nog terug kan naar het leven dat hij ooit leidde.

Via de zoekende tiener maakt deze fraaie, subtiele en toch krachtige film inzichtelijk hoe het wereldwijde web niet alleen alles en iedereen met elkaar in verbinding brengt, maar mensen ook kan losrukken van waar ze altijd thuishoorden. Door de immense omvang en diversiteit van de wereld op het scherm verliest het eigen bestaan zijn glans en lijkt het klein en nietig. 

En als gevolg daarvan, zo maakt Sing Me A Song eveneens pijnlijk duidelijk, kun je zomaar het kind met het badwater weggooien.

Moordtieten

BNNVARA

Kekke titel: Moordtieten. Aansprekende hoofdpersoon bovendien: influencer, actrice en zangeres Dionne Slagter, alias Onnedi. En een bijdetijds onderwerp: siliconenborsten. Deze tv-docu is duidelijk toegesneden op een jong – en vermoedelijk vooral vrouwelijk – publiek.

Naar schatting heeft één op de dertig vrouwen in Nederland borstimplantaten. Een kwart daarvan is geplaatst in het kader van reconstructie na amputatie. Bij driekwart hebben esthetische overwegingen echter de doorslag gegeven: een borstvergroting. Zodat de betrokken vrouwen zich meer of weer vrouw voelen.

Ook Dionne Slagter nam vanwege die reden in 2013 implantaten. Het was een tijd waarin ze probeerde af te rekenen met haar eetstoornis, anorexia. En ze was ook die opmerkingen zat. Ze werd ‘het meisje met de twee ruggen’ genoemd. Of ‘het plankie’. Met nieuwe borsten, aangeschaft voor ruim 4000 euro, probeerde ze volgens eigen zeggen haar onzekerheid weg te kopen.

In 2016 maakte Slagter een YouTube-video over haar borstvergroting, die veel enthousiaste reacties opleverde. Intussen hoorde ze steeds vaker verontrustende berichten over siliconenimplantaten. Die zouden kunnen lekken en zo allerlei klachten veroorzaken. Tot kanker aan toe. Alle reden om op onderzoek uit te gaan: hoe zit het met haar eigen borsten?

Die laat de YouTuber in deze film van Jakobus Valkering en Mirte Vendrig, waarin nét iets te veel geënsceneerde pinup-poses voor de spiegel zijn verwerkt, letterlijk onderzoeken. Tussendoor steekt Slagter haar licht op bij artsen en laat ze vrouwen met een problematische borstvergroting aan het woord. Hun ervaringen komen haar verdacht bekend voor.

Moordtieten (52 min.) volgt het persoonlijke proces dat Slagter vervolgens doormaakt en beperkt zich verder tot het gevaar van lekkende siliconen. De grotere thematiek – of en hoe borstimplantaten überhaupt een bijdrage kunnen leveren aan vrouwelijk zelfrespect – blijft buiten beschouwing. Daarmee biedt deze actuele docu-light over onbetrouwbare borsten precies wat de titel belooft.