The Lives Of My Father

DR Sales

Als nieuwsproducer heeft zijn vader de halve wereld gezien. Hij reisde van brandhaard naar conflictgebied. En overal maakte ie foto’s van zichzelf, liefst met een volautomatisch wapen in de hand. In Bosnië, Cambodja, Syrië, Congo, Iran, Cuba en Afghanistan. Totdat Bjørn Hallstrøm, thuis in Noorwegen, zijn auto aan de kant van de weg zette en aan z’n zoon Didrik bekende dat hij een dubbelleven had geleid. Bjørn beweerde dat hij al die jaren een spion voor de Amerikaanse inlichtingendienst CIA was geweest.

Boven op zolder heeft Didrik een doos met oude VHS-videobanden liggen. Als hij die laat digitaliseren, weet de Noorse veertiger niet wat hij ziet. Zijn vader in Koeweit bijvoorbeeld. ‘Rambo!’ roepend, schiet hij, quasi-stoer, een mitrailleur leeg in de lucht, naar z’n denkbeeldige vijand, de Iraakse leider Saddam Hoessein. Bjørns zoon besluit hem op te zoeken. Hij woont tegenwoordig in de Bulgaarse hoofdstad Sofia en nadert het einde van z’n leven. Daar voelt Didrik hem aan de tand over The Lives Of My Father (86 min.).

Op een zolderkamer biecht Bjørn Hallstrøm aan zijn zoon op hoe hij z’n televisiereportages gebruikte als dekmantel voor zijn werk als spion. Enkele jongeren die hij daarvoor meenam naar het buitenland en in gevaarlijke situaties bracht, tasten daarover nog altijd in het duister. Totdat filmmaker Magnus Skatvold hen op de hoogte brengt van wat die flamboyante producer achter hun rug uitspookte. Hallstrøms strapatsen zorgden ook thuis voor steeds meer problemen, vertelt zijn ex-vrouw en Didriks moeder Jane.

Terwijl zijn verhalen van diverse kanten worden aangevuld en bevestigd – door presentatrice Bettina Rasmussen, cameraman Anders Berg en zijn jeugdvriend Hans Jørgen Insulan bijvoorbeeld, die beweert overal vanaf te hebben geweten – blijft Bjørn, ondanks de longziekte COPD, roken als een ketter. Hij is oud geworden. Een breekbare man uit een andere tijd, met z’n eigen vaderissues. Niet zonder trots schetst hij zijn verborgen bestaan, waarin ie ook nog voor een Britse geheime dienst actief zou zijn geweest.

‘Als ik de keuze had gehad tussen mijn werk en mijn gezin’, laat Hallstrøm zich aan het eind van deze documentaire ontvallen, ‘dan zou ik waarschijnlijk voor mijn werk hebben gekozen.’ Dat is geen verrassing voor zijn zoon. ‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat je ergens anders wilde zijn’, zegt hij. Want wat er ook gebeurde in zijn kinderleven, voor z’n vader was er altijd iets belangrijker. Net als Bjørn is hij met één ouder opgegroeid. Voor hem was nooit meer weggelegd dan een bijrol als verweesd kind van de held in een waanzinnige avonturenfilm.

‘Dit begint verdacht veel op psychoanalyse te lijken, Didrik’, verzucht Bjørn. Hij kiest in deze boeiende film, die ook beschikbaar is als miniserie onder de noemer The Agent – The Life And Lies Of My Father, zijn vaste uitweg: een sigaretje.

Opgroeien Met Tegenwind

BNNVARA

Armoede is ook in Nederland slechts één echtscheiding, ziekte, onhandige keuze of gevalletje van pure pech weg. Ruim 100.000 kinderen worden erdoor geraakt, betoogt Opgroeien Met Tegenwind (194 min.). En dat is lang niet altijd duidelijk voor de buitenwereld. De gevolgen – dagen zonder (warme) maaltijd, geen geld voor kleding, hobby’s of vakantie of permanente geldstress bijvoorbeeld – worden doorgaans zoveel mogelijk afgeschermd.

Met deze vierdelige serie brengen Thomas Blom en Cathelijn Felet in beeld hoe leven op of onder de armoedegrens kinderen en hun ouders op alle mogelijke manieren raakt. Zij vertrekken daarbij doorgaans vanuit de vrijwilligers, professionals en ervaringsdeskundigen die zich om deze gezinnen bekommeren. Mensen zoals Sylvia, een alleenstaande moeder met zeven kinderen uit Heerlen. Gemeentes en instanties moeten zich volgens haar kapot schamen. ‘Iets gaat er mis.’

Sylvia is de drijvende kracht achter een burgerinitiatief om armlastige stadsgenoten bij te staan. De hele dag door komen er medestanders voedsel en andere spullen bij haar thuis langsbrengen. Daarvan maakt Sylvia pakketten, die vervolgens door Heerlenaren met een krappe beurs worden opgehaald. Ze werkt intensief samen met chefkok Arend, die met een groep vrijwilligers wekelijks gezonde maaltijden bereidt. Daarbij zijn ze wel afhankelijk van giften en donaties. En die staan onder druk.

Sinds haar scheiding zit ook Ferah in de financiële problemen. De Rotterdamse vrouw doet er alles aan om die achter zich te laten. Volgens haar elfjarige zoon Semi werkt ze véél te hard. Soms wordt hij door haar zelfs gewekt vanaf haar werk in de bejaardenzorg, waar ze regelmatig een extra nachtdienst draait. Een cadeautje voor zijn verjaardag of gewoon eens op vakantie in de zomer zit er desondanks meestal niet in. Samen met een gezinsondersteuner zoekt zijn moeder nu een weg uit de problemen.

Blom en Felet concentreren zich volledig op zulke ervaringsverhalen. Van gewone Nederlanders die uit de armoede of schulden proberen te komen en anderen met een groot hart die hen ondersteunen. Zij bieden dagelijkse hulp, maken hen wegwijs in wetten en regelingen en bieden tevens morele steun. Want armoede gaat ook tussen de oren zitten en wordt soms van generatie op generatie doorgegeven. Zeker als de directe omgeving in min of meer hetzelfde schuitje zit.

Deze gedegen miniserie, waarin verteller Lizzy Diercks al die verschillende mensen, situaties en plekken bij elkaar brengt, kijkt ook naar hoe de overheid Nederlanders in armoede beter zou kunnen ondersteunen. In Zwolle proberen de verantwoordelijke wethouder en medewerkers, zoals ervaringsdeskundige Karin, bijvoorbeeld minder vanuit de ‘systeemwereld’ van de gemeente te werken en meer te kijken naar wat inwoners echt nodig hebben. En dit lijkt te werken.

Dat is ook het punt dat Opgroeien Met Tegenwind lijkt te willen maken: waar het traditionele overheidsbeleid tekort schiet of soms zelfs averechts werkt, met de Toeslagenaffaire als tragisch dieptepunt, snellen gewone burgers toe. Zij kennen armoede vaak vanuit eigen ervaring, weten waar de schoen wringt en steken gewoon de handen uit de mouwen voor de mensen om hen heen – in het bijzonder hun kinderen. Want die zouden de toekomst moeten hebben.

Flana

Karada Films

Waar is mijn vriendin? Ruim twintig jaar na dato vraagt de Iraakse actrice en filmmaakster Zahraa Ghandour zich dit nog altijd af. Haar tienjarige buurmeisje Nour werd in 2001 huilend meegenomen. Zahraa zag ’t door een raam van de huiskamer gebeuren. Ze heeft haar sindsdien nooit meer gezien. Nour is een Flana (87 min.) geworden. Een vergeten, naamloze vrouw.

Samen met haar ongetrouwde tante Hayat, een vroedvrouw die zowel Nour als haar ter wereld heeft gebracht, buigt de Iraakse filmmaakster zich in deze persoonlijke film over waarom meisjes en vrouwen zo weinig waarde lijken te hebben in Irak. Aanstaande ouders hopen met heel hun hart op een jongetje. Een meisje wordt doorgaans met stilzwijgen begroet. Een gevoel van verwrongen rouw.

Nour werd geboren bij Hayat thuis. ‘Toen haar moeder aan het bevallen was, vertelde ze dat haar echtgenoot tegen haar had gezegd: als je een meisje krijgt, kom dan niet bij me terug’, herinnert tante zich. ‘Dan scheid ik van je.’ En dus liet ze het kind achter bij Hayat, met de belofte dat zij snel zou worden opgehaald. Niet dus. Toen een kinderloos stel later het geschrei van Nour hoorde, wilde dat de baby adopteren.

Daarmee was het leed echter nog niet geleden. Uiteindelijk verdween van Nour dus elk spoor. In de zoektocht naar haar vriendin stuit Ghandour op een andere beschadigde vrouw. Laïla. Net als andere ‘flana’ heeft zij de koude schouder van het huidige Irak leren kennen. Ooit konden vrouwen er frank en vrij leven, weet tante Hayat zich nog te herinneren. Maar ergens onderweg is hun land veranderd.

Ghandour begeleidt haar tocht door die vijandige wereld met een persoonlijke voice-over, gericht aan Nour. ‘Ik blijf zoeken’, zegt ze bijvoorbeeld, bij beelden van meisjes die voor contant geld lijken te dansen. ‘Ik vind anderen. Slachtoffers. Die zichzelf elke nacht verliezen in deze geschifte stad.’ Ze noemt ze bij naam: ‘Dalia. Raghad. Duha. Mariam. Aya. Mery. Lina. Zainab. Hiba. Te veel om op te noemen.’

Met haar geladen film vraagt Ghandour aandacht voor alle naamloze vrouwen, die tussen de kieren van deze patriarchale samenleving verdwijnen. Elke week wordt er ook wel één meisje vermoord. En als de dader een mannelijk familielid blijkt te zijn, kan die zowaar z’n straf ontlopen. Ongedocumenteerde meisjes zoals Nour kunnen dus ook ineens verdwijnen. Zonder dat er ook maar een haan naar kraait.

House Of Hope

Cinema Delicatessen

Over enkele maanden wordt ‘t 7 oktober 2023. Deze film over een Palestijnse vrije school op de Westelijke Jordaanoever is dan ruim een half uur onderweg. De kinderen hebben aan het begin al een eed afgelegd dat ze een niet-gewelddadige, vreedzame persoon willen zijn. Het jongetje dat dan het woord heeft, verwijst naar Martin Luther Kings I Have A Dream-speech en schetst een hoopvol beeld: een natie waarin iemand niet wordt beoordeeld op z’n huidskleur of afkomst, maar op zijn eigen persoonlijkheid. ‘You must be the change you wish to see’, staat er achter op zijn rode schoolshirt.

Dit House Of Hope (89 min.), in Al Eizariya op de Westbank, is opgericht door de Palestijnse vrouw Manar Wahhab en haar echtgenoot Milad. In een omgeving waar het voor kinderen gemakkelijk is – en misschien ook wel voor de hand ligt – om de wapens op te nemen, vangen zij hen liefdevol op. Ze prediken op school geweldloos verzet en helpen de leerlingen met het plaatsen en verwerken van pijn en verdriet. Tegelijkertijd wordt de basisschool door talloze beveiligingscamera’s omgeven en komen er via de media continu berichten binnen over ontsporend geweld en verdere escalaties.

Als er zo ook nieuws binnenkomt over de terreuraanval van Hamas op 7 oktober en Israëls vernietigende reactie daarop, lijkt alles in het leven van Manar in gevaar te komen. Haar ideaal om Palestijnse kinderen een betere toekomst te kunnen bieden, dat documentairemaker Marjolein Busstra een kleine twintig jaar eerder al voor haar innam en dat dus heeft geresulteerd in een eigen school, wordt nu getoetst door de wrange realiteit. Waar blijven hoop en liefde als het Israëlische leger ’s nachts binnenvalt, als raketaanvallen iedereen bang maken en als je je zorgen maakt over je eigen kinderen?

Busstra legt van binnenuit vast hoe ze binnen de school trouw proberen te blijven aan hun eigen principes. ‘Als iemand ons pijn doet, reageren we niet door de ander pijn te doen’, houdt Manars man Milad de kinderen bijvoorbeeld voor. ‘We reageren met het recht, met woorden.’ Tegelijkertijd twijfelen de twee ook over hun eigen kinderwens. Manar wil eigenlijk graag nog een kind, maar vraagt zich af of ze dat wel wil in deze wereld. ‘Als iedereen zo denkt, dan krijgt niemand meer kinderen’, reageert haar schoolcollega Zain scherp. ‘Dan worden we een minderheid.’

Intussen moeten Manar en Milad hun zoon Neshan gewoon elke dag die wereld insturen, langs checkpoints en wegversperringen. In de hoop dat hem niets overkomt. Binnen die zeer geladen situatie, laverend tussen het optimisme diep van binnen en opperste wanhoop over het lot van hun volk, proberen ze met hun leerlingen steeds weer ‘het licht in ons hart’ te vinden en zelf overeind te blijven. Ga in vrede, zeggen ze, in een film waarin de gevolgen van het aanhoudende geweld op het hoofd en hart van Palestijnen wordt onderzocht, tegen de kinderen – en vast ook een beetje tegen zichzelf.

Imago

Triptyque Films / Need Productions

Met open armen wordt filmmaker Déni Oumar Pitsaev ontvangen in de Pankisivallei in Georgië. Over de grens ligt Tsjetsjenië, de Russische republiek waar hij ooit is geboren en nu niet meer welkom is. Terwijl veel landgenoten, waaronder ook familieleden, tijdens de Tsjetsjeense oorlogen van eind twintigste eeuw over de grens naar Georgië vluchtten, vertrok Déni als kind met zijn moeder naar Frankrijk. Nu heeft zij een stuk grond voor hem gekocht in Pankisi, zodat hij daar alsnog tussen z’n eigen mensen kan gaan leven.

Kalm probeert de beminnelijke Déni in de persoonlijke film Imago (109 min.) weer vertrouwd te raken met zijn familie en andere Tsjetsjenen ter plaatse en neemt hij de bijzonder fraaie omgeving in zich op. Kan de inmiddels bijna veertigjarige banneling hier een volwassen versie van de boomhut bouwen, waarover hij als kind fantaseerde? En ziet hij überhaupt een toekomst voor zichzelf, in een rurale omgeving waar traditie en de islam nog altijd alomtegenwoordig zijn en man en vrouw gebonden aan strakke rolpatronen?

Hij wordt bijvoorbeeld continu bestookt met één en dezelfde vraag: wanneer gaat ie nu eindelijk eens trouwen? Voordat Déni kan doorgaan voor een klassieke Tsjetsjeense man heeft hij echter nog een lange weg te gaan. Tijdens het voetballen kijkt hij vooral toe. Bij een optrekstang geneert ie zich over z’n eigen verrichtingen. En een pistool, om eens lekker mee te schieten, boezemt hem vooral angst in. Nee, met hem winnen ze de oorlog niet. Blijft hij te midden van z’n eigen mensen dus niet gewoon een vreemde?

Zijn moeder Khalimat Pitsaeva komt vanuit Brussel ook nog even op bezoek. En zelfs zijn vader Vakha Magomadov, waarvan hij vervreemd is geraakt en die hij al acht jaar niet heeft gezien, komt poolshoogte nemen met zijn tweede vrouw Malika Abdulaeva en hun zoons Pamzan en Mokhammed. Ook hij is van mening dat zijn zoon nu eindelijk z’n verantwoordelijkheid moet nemen voor ‘de continuering van de clan’. Déni heeft intussen ook nog een appeltje met hem te schillen over zijn rol tijdens de oorlog.

Tijdens die confrontatie borrelen de emoties die in Imago, op het filmfestival van Cannes uitgeroepen tot beste documentaire, tot dan toe onderhuids hebben gesluimerd even op. En net zo snel als de gemoederen verhit zijn geraakt, koelen die ook weer af in deze subtiele en omfloerste film, waarin veel wordt gezegd zonder dat ’t wordt uitgesproken – en ook de kijker dus wordt uitgedaagd om tussen de regels door te lezen.

Love+War

National Geographic / Disney+

Er is vrijwel geen brandhaard die ze niet heeft bezocht. Irak, Libië, Somalië, Soedan en Afghanistan. Het is dus niet meer dan logisch dat de Amerikaanse fotojournaliste Lynsey Addario enkele dagen vóór de Russische aanval al in Oekraïne verblijft, om de gevolgen van een scharnierpunt in de moderne geschiedenis vast te leggen.

Op 7 maart 2022 publiceert ze een foto op de voorpagina van The New York Times die wereldnieuws wordt omdat ie bewijst dat Russische troepen zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden: Addario heeft enkele dodelijke slachtoffers gefotografeerd van een gerichte aanvalsactie op de evacuatie van gewone Oekraïense burgers. Drie dagen later meldt Serhiy Perebyinis zich. Hij heeft zijn vrouw en twee kinderen op de foto ontdekt. ‘De wereld moet weten wat hier gebeurt.’

In de volgende scène, aan het begin van Love+War (95 min.), reist Addario via Polen naar huis in Engeland. Ze heeft haast: haar tienjarige zoon Lukas heeft ‘s avonds een muziekuitvoering. Thuis wordt ze begroet door haar Britse echtgenoot Paul de Bendern, zelf oud-journalist, en is er nog net gelegenheid om even te douchen. En om de enerverende dag af te sluiten mag ze na de uitvoering een verhaaltje voor het slapengaan voorlezen aan haar driejarige zoontje Alfred.

‘Wil je dit blijven doen?’ vroeg een televisie-interviewer al toen haar jongste pas tien weken oud was. Lynsey Addario reageerde quasi-geïrriteerd. ‘Stel je die vraag ook aan mannen?’ Toch is dat ook de centrale vraag van deze gedegen film van Elizabeth Chai Vasarhelyi en Jimmy Chin: hoe houdt een vrouw, met kinderen nota bene, zich staande in de oorlogsjournalistiek, van oudsher echt een mannenberoep? Het eenvoudige antwoord luidt: Paul. Hij houdt de boel thuis bij elkaar.

Zodat zij de wereld in al z’n lelijkheid kan laten zien, in de hoop daarmee impact te maken. ‘Mensen hebben de neiging om verder te gaan’, zegt ze, over de beperkte aandachtspanne van het grote publiek, dat vaak snel door wil naar het volgende verhaal. ‘Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat ze hun aandacht erbij houden.’ Vrouwenrechten hebben daarbij haar speciale aandacht, Afghanistan in het bijzonder. Sinds de terugkeer van de Taliban is de situatie daar weer penibel.

Vasarhelyi en Chin schakelen in deze film voortdurend tussen een regulier carrièreoverzicht van de prijswinnende fotografe Addario en haar pogingen om zowel verslag te doen van de oorlog in Oekraïne als ook recht te doen aan haar gezin. In die balanceeract zit ook de toegevoegde waarde van deze nieuwste toevoeging aan wat inmiddels een genre op zich is: de oorlogsfotografendocu.

Das Deutsche Volk

Milk & Water

Slechts enkele maanden voordat de Coronacrisis de wereld in z’n greep krijgt, wordt Duitsland opgeschrikt door een racistische terreurdaad. Op woensdagavond 19 februari 2020 vermoordt een 43-jarige neonazi negen jongeren met een migratieachtergrond in Hanau, een stad vlakbij Frankfurt. Daarna schiet de man, wiens naam consequent wordt verzwegen in deze indringende film van Marcin Wiezchowski, thuis ook zijn eigen moeder dood en legt de hand aan zichzelf.

Vanaf ongeveer half elf op die avond gaat er een foto rond van zijn zoon Vili in z’n auto, vertelt Niculescu Păun geëmotioneerd in Das Deutsche Volk (113 min.). Hij weet als vader van niets. De volgende ochtend gaat hij gewoon naar zijn werk. Intussen blijft zijn jongen meer dan achttien uur lang liggen op de Kurt-Schumacher-Platz. ‘Dat maakt me kapot’, vertelt Vili’s vader, nadat hij de foto op zijn telefoon heeft laten zien. ‘Hij was alleen. Het maakt me gek dat ik hem niet heb kunnen beschermen.’

Later zal officieel worden erkend dat Vili-Viorel Păun zich op die fatale avond als een held heeft gedragen. Hij riep direct hulp in toen er werd geschoten op de Heumarkt en zette daarna de achtervolging in op de dader. Vili’s vader demonstreert hoe zijn zoon vervolgens ijskoud werd geliquideerd. Niculescu rijdt naar de plaats delict, stapt uit zijn auto en vuurt drie virtuele kogels in de richting van de camera. Hij is alleen vergeten om zijn ruitenwissers af te zetten. Die fungeren als tragische soundtrack.

De Duits-Poolse filmmaker Wiezchowski wijdde in 2021 al twee kortere films aan de brute aanslag, Das Attentat Von Hanau en Ein Nacht Und Ihre Folgen, en laat nu zien hoe ‘t enkele overlevenden en nabestaanden in de vier jaar na de aanslag vergaat. Zij proberen hun leven te vervolgen, vechten met de autoriteiten om het erkennen van gemaakte fouten en beijveren zich voor een herdenkingsmonument op Hanau’s Marktplatz, die eigenlijk is voorbehouden aan een standbeeld van de fameuze Gebroeders Grimm.

In stemmig zwartwit toont Wiezchowski eerst de ontzetting en het verdriet als indaalt dat ze zijn getroffen door het noodlot. Çetin Gültekin kijkt bijvoorbeeld met overlevenden beelden van een beveiligingscamera terug, waarop zijn broer Gökhan wordt neergeschoten. Selahattin Gürbuz, de vader van Sedat, kust de sportschoenen van zijn vermoorde zoon. En Armin Kurtovic is even verbaasd als kwaad dat zijn zoon Hamza, die een witte huid en blauwe ogen had, door de politie werd omschreven als ‘sudländisch orientalisch’.

Als de voor slachtoffers van Hanau neergelegde bloemen zijn weggegooid – ook al zo’n treffende scène – volgt de lange weg naar acceptie en erkenning. Sommigen gaan de strijd aan – met de leus ‘Ausländer raus’ bijvoorbeeld, die veel te lang mocht klinken – anderen gaan die juist uit de weg en vertrekken naar hun land van afkomst. Hoewel de dader dood is en er dus niemand kan worden berecht, zoeken ze naar een afsluiting, iets dat zin kan geven aan een drama dat acht mannen en één vrouw het leven heeft gekost.

Bij elkaar vinden ze in elk geval solidariteit. Broeder- en zusterschap. En de behoefte om er echt bij te horen, Duitser onder de Duitsers te zijn, en de dierbaren die hen zijn ontrukt opnieuw betekenis te geven. Aan het eind van deze aangrijpende film krijgen Niculescu en Iulia Păun letterlijk een nieuwe Vili in de schoot geworden, terwijl Armin en Dijana Kurtovic een Award vernoemen naar hun zoon. Oud-Bundespräsident Christian Wulff krijgt hem overhandigd voor zijn statement dat de Islam bij Duitsland hoort.

Een accordeon speelt intussen Beethovens Ode An Die Freude. ‘Alle Menscher werden Brüder…’

Remake

remakemovie.com

Ze hebben een andere betekenis gekregen, de beelden die Ross McElwee al zijn hele leven lang maakt van zijn zoon. Sinds Adrian zeven jaar eerder is overleden, zijn ze van kleur verschoten. De hoofdpersoon behoort niet meer tot dit leven, maar bevindt zich ergens in een soort halfbestaan. Adrian is weer dat ontwapenende jongetje, een weerspannige tiener en de jongvolwassene die met zichzelf in de knoop ligt – en vervolgens een uitweg zoekt in drank en drugs.

Zijn vader bekijkt de beelden die hij door de jaren heeft gemaakt van zijn opgroeiende zoon, diens moeder Marilyn en zijn geadopteerde zus Maryah met een nieuw paar ogen. Ooit claimden deze snapshots van zijn eigen leven al hun rechtmatige plek in documentaires zoals Sherman’s March, In Paraguay en Photographic Memory, nu kiezen ze opnieuw positie in het bestaan dat Ross McElwee sinds Adrians dood grondig moet herbezien. Met een nieuwe film documenteert ie – hij kan blijkbaar niet anders – dat pijnlijke proces: Remake (116 min.).

Tussendoor houdt hij zich onledig met het voorstel van een andere regisseur om een fictiefilm te maken, die is gebaseerd op McElwees pièce de résistance Sherman’s March. En hij wil daar zelf – het bloed kruipt nu eenmaal… – weer een making of-documentaire bij maken. Over het Droste-effect gesproken: leven -> documentaire -> fictieproductie -> documentaire -> leven. Adrian heeft alvast het moment vastgelegd waarop zijn vader z’n handtekening zet op de overeenkomst. Want ook zoonlief wilde filmen. Alsof/omdat zijn leven ervan afhing.

Alles krijgt zo opnieuw betekenis: de echtscheiding waarbij zowel Ross McElwee als zijn ex-echtgenote Marilyn zich zorgen maakten over wat die betekende voor de kinderen. ‘Maar niet bezorgd genoeg om er niet mee door te gaan.’ De nieuwe relatie die hij kreeg met de Zuid-Koreaanse filmmaakster Hyun Kyung Kim, die alleen niet met haar gezicht in beeld wil bij zijn films. En McElwees beste vriendin Charleen Swansea, één van de ‘sterren’ van Sherman’s March, die inmiddels haar herinneringen kwijt is. Zij vormen stukjes voor een nieuwe puzzel.

Die probeert hij in deze sensitieve documentaire, die tevens het karakter krijgt van een retrospectief, hardop denkend te leggen. Met zijn ingetogen voice-over doorzoekt Ross McElwee scènes uit de verschillende uithoeken van zijn leven en laat die een nieuwe verbinding met elkaar aangaan. Zo probeert hij, de obsessieve beeldenverzamelaar, zijn herinneringen aan Adrian en het leven dat ze samen hebben geleid vast te houden en een ander verhaal te laten ontstaan, dat op de één of andere manier zin kan geven aan de grootste tragedie van zijn leven.

Mama, Mag Ik Naar Huis Toe?

Filmmoment / Ethics Filmservice

‘Net of je dood gaat van binnen’, zegt Monique, als ze terugdenkt aan het moment waarop haar kind, nu alweer de nodige jaren geleden, naar een pleeggezin moest. Een ‘wiethok’ was voor hulpverleners destijds aanleiding om in te grijpen. Bij de vijf andere moeders die hun verhaal doen in de documentaire Mama, Mag Ik Naar Huis Toe? (70 min.) waren drugsgebruik, huiselijk geweld en/of geen dak boven het hoofd reden om de kinderen bij hun moeder weg te halen.

Dat betekende natuurlijk niet dat de vrouwen in kwestie – de bijbehorende papa’s ontbreken in deze film van Eline van der Kaa en Jesse van Venrooij – zich in die beslissing konden vinden en er direct mee akkoord gingen. Ze waren verbijsterd, diepbedroefd of woedend. Soms kwam ‘t op het moment zelf zelfs tot een handgemeen met de hulpverleners of de politie. En daarna kwam de realisatie: ik ben hem/haar/hen kwijt – misschien wel definitief.

De pleegouders konden ‘t intussen moeilijk goed doen. ‘Die mensen vond ik verschrikkelijk’, vertelt Coby. En dat sprak ze ook uit. Aleksandra’s dochter Romy kwam bij twee mannen terecht. Dat kon ze moeilijk accepteren. Het plaatje klopte gewoonweg niet. Noraly en Yvonne waren vooral boos op zichzelf. Het was hen niet gelukt om een tijd clean te blijven. Net als de andere moeders die hier hun ervaringsverhaal delen, kampten ze met schaamte en schuldgevoelens.

Dapper doen ze desondanks hun verhaal, zittend in hun eigen omgeving. Diana probeert tegelijk ook de tuin op orde te brengen. Haar verhaal is extra schrijnend. Ze heeft drie meiden en drie jongens, uit drie verschillende relaties. Het merendeel is, soms erg bruusk, uit huis geplaatst. De elfjarige Renesmee woont nog wel bij haar moeder. De zorg voor het meisje begint echter zwaar te wegen voor Diana, die nu deeltijd pleegzorg overweegt voor haar kind.

Van der Kaa en Van Venrooij volgen de vrouw terwijl ze het contact met een pleegmoeder aftast. Daar kan Renesmee om de week een hele week terecht. Samen proberen de twee vrouwen het beste te maken van een ongemakkelijke situatie, waarmee Diana al veel te vaak heeft moeten dealen. Dat is duidelijk ook de boodschap die de andere moeders – en deze film als geheel – willen uitdragen: beweeg maar mee, dan doet ’t waarschijnlijk het minste pijn.

In de omgang met hulpverleners en pleegouders, vervat in enkele observerende scènes, proberen ze tegenwoordig dus gezamenlijk terrein te vinden. Bij een goede relatie tussen biologische ouders en pleegouders is uiteindelijk iedereen gebaat. Niet in het minst hun eigen kinderen, die in deze gedegen getuigenisdocu zoveel mogelijk buiten beeld worden gehouden. ‘Als je je kind wilt zien’, zegt Monique gelaten, ‘dan zul je toch mee moeten werken.’

John Candy: I Like Me

Prime Video

‘Had ik maar meer slechte dingen over hem te zeggen’, begint zijn vriend en collega Bill Murray bij de start van de documentaire John Candy: I Like Me (112 min.) van Colin Hanks. ‘Maar dat is het lastige als je het over John hebt. Mensen hebben weinig slechte dingen over hem te zeggen.’

Dat is een wat ontmoedigende start voor een bijna twee uur durend portret van een comedian, die al ruim dertig jaar dood is. Zeker als daarna de gloedvolle speech van Dan Aykroyd, een andere vriend en collega, bij Candy’s uitvaart op 18 maart 1994 is te horen, begeleid door een wervelende collage van zijn rollen in Hollywood-hits als StripesSplash en Uncle Buck. Prachtvent, vermoedelijk. Maar is nu in wezen niet alles al verteld? 

Vooruit, John Candy (1950-1994) groeide op in de omgeving van Toronto, verloor zijn vader toen hij vijf was en zou altijd het gevoel houden dat hij in geleende tijd leefde. Terwijl de Canadees naam maakte als komiek bij de Amerikaanse sketchshow SCTV, met de bijnaam Johnny Toronto, en vervolgens doorbrak in Hollywood bleef Candy bang dat hij net als zijn vader niet ouder zou worden dan 35. Ook zijn ongezonde levensstijl speelde hem daarbij natuurlijk parten.

Vanwege zijn overgewicht zou hij ook vaak getypecast worden als gezellige en grappige dikkerd. Het succes dat hij zo kreeg kon de pijn die hij daarvan had nooit volledig wegnemen. Vanwege aanhoudende twijfel en onzekerheid besloot de onvervalste ‘people pleaser’ uiteindelijk om in therapie te gaan en een diëtist in te huren. En toen, op de set van de film Wagons East, kreeg John Candy op slechts 43-jarige leeftijd een hartaanval.

Een combinatie van verwanten, waaronder zijn vrouw Rose, zoon Christopher en dochter Jennifer, en collega’s zoals Dan Aykroyd, Martin Short, Steve Martin, Conan O’Brien, Mel Brooks, Macauley Culkin en Tom Hanks plaatsen zijn veel te korte leven nog eens in perspectief. Een sympathieke, getalenteerde en gulle man, als we hen mogen geloven in deze vermakelijke film, die alleen wel een kartelrandje had kunnen gebruiken.

Want naar wat de man nu werkelijk dreef, hoe hij echt was als partner en vader en of hij niet liever in wat zwaardere films had gespeeld, blijft ‘t, ook na bijna twee uur, nog altijd gissen.

Game Of Truth

Domino Production

De bom is nog niet afgegaan op 4 december 1971 of een nauwelijks te geloven verklaring doet de ronde, die een dag later ook in de Britse kranten zal staan: de explosie, die vijftien bezoekers van de katholieke pub McGurk’s in de Noord-Ierse hoofdstad het leven kost en nog eens zeventien cafégangers verwondt, is niet het gevolg van een aanslag door loyalistische extremisten. Nee, het gaat in werkelijkheid om een ‘eigen goal’ van hun tegenstanders, de Irish Republican Army (IRA). De bom zou per ongeluk zijn afgegaan toen een IRA-lid even de kroeg inging.

In de indringende documentaire Game Of Truth (83 min.) concentreert Fabienne Lips Dumas zich op zulke psychologische oorlogsvoering tijdens ‘The Troubles’, de volledig ontspoorde strijd om het lot van Noord-Ierland: aansluiten bij Ierland, zoals de katholieke IRA wil, of ‘gewoon’ in het Verenigd Koninkrijk blijven, zoals protestante loyalisten en de Britten voorstaan? Van eind jaren zestig tot aan de Goede Vrijdag-vredesakoorden in 1998 is Noord-Ierland niet alleen het toneel voor een serie bloedige acties, aanvallen en aanslagen, Ulster wordt automatisch ook een podium voor propaganda, desinformatie en dubbelagenten.

Zo zou de Britse generaal Frank Kitson, een specialist in psychologische oorlogsvoering, de hand hebben gehad in het nepnieuws dat na de loyalistische aanslag op McGurk’s werd verspreid. De grootmoeder van Ciarán Mac Airt werd daarbij vermoord. Namens andere nabestaanden wil hij dat de onderste steen boven komt. Ook de vrouw en zoons van Pat Finucane verlangen antwoorden. De advocaat, die de befaamde hongerstakers van de IRA had bijgestaan, werd op zondag 12 februari 1989 vermoord. Gewapende mannen drongen binnen in zijn huis en schoten hem tijdens het avondeten voor het oog van zijn gezin dood. Veertien kogels bleven achter in zijn lichaam.

Lips Dumas zoomt verder in op de afrekening met de (vermeende) informant Joseph Mulhern bij de Irish Republican Army, de IRA-aanslag op de protestante viswinkel Frizzell aan Shankill Road in Belfast (waarvan de Britse politie vooraf al op de hoogte zou zijn geweest) en de moord op Raymond McCord, die nooit fatsoenlijk werd onderzocht omdat er een clandestiene medewerker van Britse paramilitairen bij betrokken zou zijn geweest. Ze reconstrueert deze dramatische gebeurtenissen met game-achtige animaties, laat ze inkaderen door direct betrokkenen en deskundigen en spreekt met de nabestaanden over hun frustrerende zoektocht naar de waarheid.

Van de ruim 3500 moorden tijdens The Troubles is een groot deel nog altijd onopgelost – hoewel menigeen, inclusief Britse overheidsfunctionarissen, wel degelijk weet wie ervoor verantwoordelijk is. Zo duurt de smerige oorlog, ruim 25 jaar na het tekenen van de vrede, nog steeds voort. Game Of Truth agendeert deze kwestie overtuigend, met oog voor de menselijke gevolgen van deze tragedies.

Mijn Lief Kind

Keplerfilm

Meer dan veertig uur aan beeldmateriaal heeft Maarten de Schutter nog. Van zijn moeder Martine en zichzelf. Uit de tijd dat zij een twee-eenheid vormden. Onverbrekelijk met elkaar verbonden. Totdat het noodlot haar op 17 juli 2014 wegrukte uit hun leven. Martine was op weg naar de World Aids Conference toen haar vliegtuig, de beruchte vlucht MH17, uit de lucht werd geschoten. Hij was pas vijftien.

Zij sprak al tegen Maarten toen hij nog niet was verwekt. Mijn Lief Kind (57 min.), begon de vrouw, die een kleine anderhalf jaar later zijn moeder zou worden, op 17 november 1997 aan haar dagboek. ‘Het is moeilijk om te schrijven aan iemand zonder identiteit, zonder gezicht, nog zonder naam’, schreef ze. ‘Iemand die er misschien wel nooit zal zijn.’ Zijn moeder wilde zijn oorsprong met haar kind in wording delen. Omdat die nogal afweek van de maatschappelijke standaard.

Als alleenstaande vrouw had Martine de Schutter, een feministisch antropologe die al veel van de wereld had gezien, besloten dat ze een kind wilde. Via kunstmatige inseminatie werd Maarten verwerkt, de inmiddels volwassen jongen die zijn moeder nu wil terugvinden via deze persoonlijke film. Ruim tien jaar eerder is hij niet alleen haar kwijtgeraakt. Ook de meeste herinneringen aan hoe ze samen waren, wat zij voor hem was en hij voor haar, zijn eveneens verdwenen.

Met enkele dierbare vrouwen uit hun leven – die haar lieve kind heeft uitgenodigd in het huis van zijn moeder, dat hij nog altijd bewoont, en die hij daar van dichtbij, heel intiem, in beeld brengt – probeert Maarten de Schutter de weg terug naar die ooit alomtegenwoordige ouder te vinden. Hij bevraagt hen over hoe zij samen waren. Op de homevideo’s die van hen bewaard zijn gebleven is voor eenieder te zien wat hij nauwelijks onder ogen kan komen: dat ze bij elkaar hoorden én horen.

De beelden van die tijd zijn gedateerd geraakt en soms ook beschadigd. En wat er echt belangrijk was, bevond zich soms eerder tussen dan op de frames. Maarten toont ze desondanks: zonder enige opsmuk of juist met geladen muziek. Simpelweg het ruwe materiaal of als een kort gesneden sequentie. Ingebed in herinnerdingen en andere parafernalia bovendien. En verder ingekaderd met rudimentaire titels, uit verloren televisiejaren. Hun tijd samen komt ermee terug. Soort van.

Deze documentaire maakt het particuliere, een heel verdrietig verhaal waarvan er in deze vorm vast geen tweede variant bestaat, toch universeel. Over het verlies van een ouder, de rouw, boosheid en schuldgevoelens die weggestopt willen worden en het kwijtraken en weer terug proberen te vinden wat er ooit dagelijks en heel vanzelfsprekend was – ook al had Maarten als kind al ‘extreme angst’ dat één van de vliegtuigen waarin zijn moeder regelmatig stapte zou neerstorten.

Een aangrijpend video-antwoord van dat inmiddels volwassen kind aan zijn lieve moeder. Iemand die er nooit meer zal zijn, maar er wel degelijk geweest is.

It’s Never Over, Jeff Buckley

Piece Of Magic / vanaf donderdag 8 januari in de bioscoop

Op z’n 29e verjaardag zegt Jeff tegen z’n vriendin Rebecca: ik ben nu ouder dan mijn vader. De befaamde singer-songwriter Tim Buckley was in 1975 bezweken aan een overdosis heroïne. Zijn zoon, voor wie hij nooit een echte vader zou worden, zal alleen niet héél veel ouder worden. Jeff Buckley gaat op 27 mei 1997 zwemmen in de Mississippi-rivier in Memphis en komt nooit meer uit het water. Hij is slechts dertig jaar oud. Kort daarvoor heeft hij nog vol overtuiging verklaard: ik ga niet eindigen zoals mijn vader, met een label aan mijn teen.

Bij leven en welzijn wil ie alles zijn, behalve ‘de zoon van Tim Buckley’. Want aan de bijbehorende verwachtingen kan hij als kind toch nooit voldoen. Zo lijkt ‘t tenminste. In werkelijkheid zal Jeff zijn illustere vader al snel overvleugelen. Als een interviewer hem vraagt wat hij heeft geërfd van zijn vader, heeft hij dat alleen nog niet door. ‘Mensen die zich mijn vader herinneren’, antwoordt de jonge zanger resoluut. ‘Volgende vraag.’ Buckley zal altijd een moederskind blijven. Net voor zijn dood spreekt hij nog een liefdevolle boodschap in op haar voicemail.

Mary Guibert heeft die ongetwijfeld vaker terug gehoord. Toch raakt ze in de documentaire It’s Never Over, Jeff Buckley (106 min.) weer geëmotioneerd als ze de laatste woorden beluistert van haar zoon, de jongen die zij als tiener op de wereld zette en vervolgens grotendeels alleen opvoedde. Zoals ook die andere vrouwen in zijn leven, Jeffs ex-vriendin Rebecca Moore en zijn verloofde Joan Wasser, bijna dertig jaar na zijn plotselinge overlijden nog altijd bevangen raken door emoties als ze die even kwetsbare als krachtige jongen weer voor hun geestesoog zien.

Met dit postume portret tilt de gelauwerde Amerikaanse documentairemaakster Amy Berg (West Of MemphisThe Case Against Adnan Syed en Phoenix Rising) Buckley weer in het hier en nu. Voorbij Hallelujah, de Leonard Cohen-song waarvan hij uiteindelijk een echte evergreen maakte. Voorbij zijn gelauwerde debuut Grace (1994), het enige album dat hij bij leven uitbracht en dat inmiddels als een klassieker wordt beschouwd. En voorbij het iconische beeld van de ongrijpbare zanger met het enorme bereik, die zich in ieders ziel etste en onderweg menig hart stal en brak.

Jeff wordt weer de jongen die op de middelbare school flink werd gepest. De muzikale veelvraat, die net zo gemakkelijk Edith Piaf als Sjostakovitsj, Nina Simone, Nusrat Fateh Ali Khan of Led Zeppelin verorberde. En de kunstenaar die gedurig twijfelde aan zichzelf. Of Grace toch geen toevalstreffer was en hijzelf een bedrieger? Amy Berg roept hem op met een veelheid aan archiefbeelden en geluidsopnames, animaties die z’n gemoedstoestand verbeelden en – natuurlijk – ’s mans tijdloze composities, waarvan de teksten voor de gelegenheid ook zijn ondertiteld. Zodat eenieder recht in zijn ziel kan kijken.

Deze stemmige, geladen film blijft in elk geval ver uit de buurt van gemakzuchtige popbio’s, waarin willekeurige concullega’s superlatieven uitstrooien over de held van dienst. Berg beperkt zich tot intimi, die daadwerkelijk een kijkje achter het gordijn hebben gekregen bij Buckley en die hem als mens, kunstenaar en artiest kunnen duiden. It’s Never Over, Jeff Buckley wordt daarmee het gelaagde psychologische portret, dat je zowel de hoofdpersoon zelf als zijn achterban, gehoor en muziekliefhebbers toewenst.

De Wolkenfietsers – Erfenis Van Een Droom

NTR

Ze behoren tot de tweede generatie wolkenfietsers. De broers Ruud en Gijs van de Wint beheren en exploiteren De Nollen, een voormalige vuilnisbelt in de duinen bij Den Helder die door hun vader Rudi gedurende ruim 25 jaar werd omgeturnd tot een levend kunstwerk. In de natuur bij zijn geboortestad maakte hij met bunkers, sculpturen en andere kunstwerken een klein paradijs. In het onderhoud daarvan gaat alleen enorm veel werk inzitten. Bovendien is de boel in z’n huidige vorm nauwelijks rendabel te krijgen.

‘Zorg ervoor dat je ‘t afmaakt!’ hield de kunstenaar zijn zoons voor, voordat hij in 2006 plotseling overleed. En daarvan hebben zij een levensopdracht gemaakt. In de woorden van oudste zoon Ruud: ‘Je boetseert door waar hij gestopt is.’ Buitenmens Ruud fungeert als geweten van De Nollen, de representant van zijn lekker dwarse vader die niets moest hebben van de reguliere kunstwereld. Zijn jongere broer Gijs, een echt mensenmens, zet daar realisme naast. Om te kunnen overleven moet De Nollen ook worden vernieuwd.

In de zeer fraaie documentaire De Wolkenfietsers – Erfenis Van Een Droom (67 min.) volgt Gülsah Dogan de missie van de twee broers, die zelf met hun gezinnen ook in De Nollen zijn neergestreken. Zij leven letterlijk de droom van hun vader. Die wordt, al naar gelang je gezichtspunt, verrijkt/bedreigd door plannen om ook een R.W. van de Wint-museum te starten in de groene oase. Daar zouden de honderden schilderijen, die nu in Van de Wints opslag liggen te verstoffen, toegankelijk kunnen worden gemaakt.

Beoogd directeur Ralph Keuning wil van het museum in wording echter ‘geen mausoleum voor Rudi van de Wint’ maken, maar een bruisende plek waar ook ruimte is voor ‘de Rothko van 28 van nu’. Zo hoopt hij de 7.000 mensen die De Nollen nu per jaar ontvangen op te krikken naar zo’n 50.000 bezoekers. En dat roept bij de conservatoren van de droom van ‘de grootste kosmische kunstenaar’ Rudi van de Wind (1942-2006), zijn zoons Ruud en Gijs, serieuze vragen op. Gaat dit niet in tegen alles waar hun vader voor stond?

Want hun landschap mag dan een levend organisme zijn – bijzonder fraai vastgelegd met (drone)shots – het moet wel een eigen universum blijven. Cultuurclash verzekerd – ook, indirect, tussen de broertjes. Dogan vangt intussen de passie van de twee mannen, die altijd een kind van hun vader zullen blijven. Dit is wat ze zijn. Wat ze waren. En wat ze (willen) blijven. Ook als de meningen uiteenlopen over hoe precies. En ze mogen dan moeilijke tijden hebben gekend, in al die jaren is er nooit ook maar één schilderij verkocht.

Met parallellen tussen heden en verleden, door het vermengen van actuele scènes met de zoons en archiefbeelden van hun vader, laat Gülsah Dogan bovendien zien hoe zij daadwerkelijk een eenheid vormen met de oorsprong van De Nollen. En het ‘buitenlaboratorium’ voor Van de Wints kunst en de verheven vaderliefde van zijn zoons vormt meteen een idyllisch decor voor deze intrigerende parabel over de strijd tegen institutionalisering en het behouden van je idealen. Zonder daarbij te bevriezen in de tijd.

Sven

Prime Video

Of hij de linksback kent van… Als Sven-Göran Eriksson in november 2000 als eerste buitenlandse bondscoach wordt gepresenteerd aan de Britse pers, zijn de messen al geslepen. Hij probeert er zich uit te redden. ‘Natuurlijk weet ik niet alles over het Engelse voetbal, want ik heb de laatste dertien jaar in Italië en Spanje gewerkt.’ Of hij twijfelde toen hij de job kreeg aangeboden? wil een andere journalist weten. ‘Nee’, zegt Eriksson ferm en tovert zijn beminnelijkste glimlach tevoorschijn. ‘Dit is Engeland.’

En daar doet ’t er niet toe dat de kalme en ogenschijnlijk wat saaie Zweed met IFK Göteborg, Benfica, AS Roma, Fiorentina, Sampdoria en Lazio Roma al talloze titels heeft gewonnen. Hij is nu de eindbaas geworden van het grootste voetballand ter wereld – ook al heeft dit al bijna 35 jaar niets meer gewonnen. Claudia Corbisiero focust zich in de documentaire Sven (107 min.) eveneens op de bijna zes jaar dat Eriksson het Engelse elftal zal leiden – en zijn turbulente relatie met de Britse tabloids.

Eriksson heeft net te horen gekregen dat hij niet lang meer te leven heeft als ze in de lente van 2023 beginnen te filmen voor dit portret. Vanuit Värmland, de idyllische Zweedse regio waar hij is geboren en uiteindelijk ook weer is neergestreken, blikt de voormalige topcoach terug op zijn loopbaan. Hij wordt bijgestaan door een select gezelschap bronnen: zijn kinderen Lina en Johan, de oud-voetballers David Beckham en Wayne Rooney én de vrouwen die hem zoveel lol en gedoe hebben gegeven.

Zijn huidige echtgenote Yaniseth Bravo laat tot het einde van de film op zich wachten. Eerst maakt de Italiaanse femme fatale Nancy Dell’Olio haar opwachting. Zij maakt samen met ‘Svennis’ de oversteek naar Groot-Brittannië en doet daar heel wat stof opwaaien. Niet tot haar eigen ongenoegen, overigens. Later volgt Faria Alam, een medewerkster van de Britse voetbalbond, die zowel een geheime affaire heeft met Eriksson als een relatie met zijn baas bij de Football Association (FA), Mark Palios.

‘Bedrog zal nu eenmaal altijd de aandacht trekken van de Britse media’, stelt journalist Neil Wallis van News Of The World, de tabloid waarvoor in de jacht op bekendheden alles geoorloofd is. ‘De FA benaderde ons en zei: als jullie dat verhaal over Mark Palios droppen, overtuigen wij Faria ervan dat ze jullie alles over Sven moet vertellen in een exclusief verhaal. Met andere woorden: ze verkochten hun eigen bondscoach om het vege lijf van hun directeur te redden. En dus deden wij wat een tabloid dan doet.’

De schandaalkrant publiceert doodleuk een transcriptie van het gesprek met de communicatiemedewerker van de Engelse voetbalbond: ‘SCREWED! Svengate: Palios set to quit over FA plot.’ Daarmee lijkt de kous af voor Eriksson. Twee jaar later zal de tabloid hem echter nog eens ongenadig in de luren leggen met een nepsjeik, die de bondscoach voor een verborgen camera een lucratieve aanbieding doet. ‘Svend of the world’, kopt News Of The World vilein. ‘Eriksson crisis may now force FA to sack him.’

Als zijn dienstverband bij het Engelse nationale team wordt beëindigd, heeft deze documentaire ook z’n herfst bereikt. Het einde van Sven-Göran Erikssons leven en loopbaan, bezegeld met een standbeeld in zijn geboorteplaats Torsby, beginnen nu echt te naderen. De man die door zijn ambities nooit een familieman kon zijn, wil dat alsnog een beetje goed maken. En de kerel die z’n morele kompas niet altijd helemaal scherp had afgesteld, legt nu toch, zonder al te veel woorden overigens, rekenschap af.

Sven wordt daarmee méér dan een routineus sportportret, waarin de hoogte- en dieptepunten uit de carrière van een gewezen held met veel dramatiek achter elkaar zijn gezet, zodat de hoofdpersoon daar dan verlekkerd op terug kan kijken. Met haar keuze voor de verwrongen relatie tussen Eriksson en de tabloids geeft Claudia Corbisiero haar film behalve richting ook maatschappelijke betekenis. Want de Britse schandaalpers beperkt zich bepaald niet tot linksbacks of buitenechtelijke relaties…

Een Vrouw Als Monique

Amstelfilm

Met haar documentaire over een Nederlandse topcameraman, Living The Light – Robby Müller, gooide Claire Pijman in 2019 niet alleen nationaal, een Gouden Kalf, maar ook internationaal hoge ogen. Voor haar portret van een ander icoon van de Nederlandse film, actrice Monique van de Ven, kiest ze voor een onconventionele aanpak.

Een Vrouw Als Monique (82 min.) is geen traditioneel acteursportret, waarin de hoofdpersoon, haar intimi en de talloze regisseurs en collega’s met wie zij werkte geanimeerd terugblikken op haar lange loopbaan, die met een sprekende collage van privébeelden, reportages en filmfragmenten nog eens grondig wordt doorgelopen.

Pijman heeft Monique van de Vens leven en loopbaan ondergebracht in een fictief verhaal over een oudere actrice die in haar vakantiehuis aan zee een gestrande jongeman met een kapotte fiets opvangt, een rol van Joes Brauers. Samen met hem laat ze, aan de hand van plakboeken en filmscènes, haar leven nog eens de revue passeren.

Zo ontvouwt zich een delicate balanceeract tussen spel en werkelijkheid, waarmee Van de Ven in zekere zin zichzelf kan portretteren. ‘Ze schommelt de hele tijd tussen echt en onecht’, legt de acterende/geacteerde versie van de actrice in een metascène uit aan de geacteerde acteur tegenover haar, die voor 24 uur haar bezoeker is. ‘Echt supervaag!’

Claire Pijman matcht de gebeurtenissen in die vakantiewoning met scènes uit/rond films als Turks Fruit, Keetje Tippel, Een Vrouw Als Eva, De Aanslag, Iris en Een Maand Later en lardeert dit geheel weer met korte gesprekken van haar hoofdpersoon met de filmmakers Paul Verhoeven en Nouchka van Brakel, die uiteindelijk wel een Fremdkörper blijven.

Binnen dat geheel, gebaseerd op een script dat Pijman schreef met Fabie Hulsebos, is er alle ruimte voor de oudere actrice Monique van de Ven om de kernervaringen en grote emoties uit haar leven, zoals bijvoorbeeld bij het overlijden van haar eenjarige zoontje Nino in 1993, op een open en veilige manier uit te spelen of bespreekbaar te maken.

En Joes Brauers speelt het spel in deze subtiele film tot aan het eind mee. Als duidelijk wordt wat zijn rol werkelijk is in dit verhaal van/over/met Monique van de Ven.

Mallorca: De Nacht En De Nasleep

KRO-NCRV

Zonder dat ene filmpje van het uitgaansgeweld tegen zijn vriendengroep zou de dood van Carlo Heuvelman waarschijnlijk nooit zoveel commotie hebben veroorzaakt. De beelden van het uitzinnige geweld op Mallorca in de zomer van 2021, waarbij de 27-jarige toerist uit Waddinxveen uiteindelijk werd doodgeschopt, gingen direct viral, met een sleutelrol voor de website GeenStijl. De informatie die uitlekte over de verdachten versterkte de volkswoede alleen maar: deze rijkeluiszoontjes uit het Gooi waren direct terug naar huis gevlucht en hadden daar meteen peperdure advocaten ingehuurd.

Het schokkende filmpje is natuurlijk zeer belastend, maar heeft volgens journalist Maarten Kolsloot, die onlangs een boek uitbracht over De Mallorca-zaak, net zo goed ontlastend gewerkt. Alle verdachten konden hun verklaring er immers op aanpassen: wat niet op beeld staat, staat immers niet vast – en kan dus worden ontkend. En die beelden laten uiteindelijk veel meer níet dan wel zien van het geweld tegen Carlo, blijkt ook weer uit de tweedelige tv-documentaire Mallorca: De Nacht En De Nasleep (124 min.), waarin Jessica Villerius de fatale uitgaansnacht (deel 1) en de jarenlange strijd om de waarheid (deel 2) opnieuw oproept.

Om een zo compleet mogelijk overzicht van de gebeurtenissen te schetsen, laat Villerius een groot deel van de betrokkenen aan het woord: Carlo’s moeder, tante en schoonzus, enkele (onherkenbaar gemaakte) verdachten, andere slachtoffers van het geweld, ooggetuigen, de advocaten van de verschillende partijen, journalisten en de officieren van justitie. Stuk voor geven zij hun lezing van de feiten in dit tweeluik, dat verder is aangekleed met nieuwsbeelden, sfeerimpressies van uitgaansavonden op Mallorca, procesfragmenten, rechtbanktekeningen van Nicole van den Hout en Petra Urban, commotie online en de oververhitte berichtgeving in de media.

Zo ontstaat een genuanceerd beeld van een tragische kwestie, waarbij de verschillende waarheden over wat er zich in die fatale augustusnacht heeft afgespeeld naast en tegenover elkaar komen te staan en ook de kant van de verdachten recht wordt gedaan. De zaak heeft diepe wonden geslagen, maar wie daarvoor (precies) verantwoordelijk is blijft onduidelijk. In de rechtbank richtte Carlo Heuvelmans vader Willem zich nog rechtstreeks tot de verdachten en hun ouders. ‘Vroeg of laat komt een fatsoenlijk mens zonder twijfel in gewetensnood. Wees dat voor en spreek je uit. Wij hebben niets aan misplaatste sympathie of medeleven. Wij willen antwoorden.’

Geen van de verdachten zou zich de fatale schoppen echter toe-eigenen en ook de anderen hielden daarover consequent hun mond. Officier van justitie Bart Nitrauw vergelijkt ’t tegenover Villerius met de Omerta, de zwijgplicht van de maffia. Niemand is bereid om te ‘snitchen’ over een ander, constateert hij gefrustreerd. Ook al gaat ‘t hier niet om een kleine diefstal, maar om niets minder dan een mensenleven – en vele mensenlevens die daarmee direct verbonden zijn.

From Roger Moore With Love

BBC

De kritieken zijn niet mals: ‘Mr. Moore overtuigt niet’, ‘seksistische snob’, ‘eendimensionale vertolking’. De Britse acteur Roger Moore (1927-2017) heeft in 1973 grote schoenen te vullen als hij wordt geselecteerd als de nieuwe James Bond. Hij moet Sean Connery doen vergeten. Tijdens de opnames voor Live And Let Die raakt hij direct betrokken bij een speedbootongeluk, dat gelukkig goed afloopt. En hoewel de recensenten bepaald niet overtuigd zijn, wordt de film wel een commercieel succes.

Moore is subiet een graag geziene gast in het talkshowcircuit, waar hij met zijn gesoigneerde uiterlijk, charme en ‘tongue in cheek’-humor de ideale Roger Moore kan zijn. Roger Moore, het personage. Niet: Roger Moore, het omhoog gevallen jongetje uit de Londense arbeiderswijk Stockwell, die zichzelf uitstekende manieren en een bekakt accent heeft aangeleerd. ‘Roger Moore’ is volgens eigen zeggen zijn grootste creatie. Niet Ivanhoe, niet Simon Templar (ofwel: The Saint). En zelfs niet James Bond.

Met z’n dochter Deborah en zoons Geoffrey en Christian Moore en bekende vrinden zoals Joan Collins, Christopher Walken en Dick Cavett, alsmede de Bond-girls Jane Seymour en Gloria Hendry, regisseur John Glen en zijn opvolger als 007, Pierce Brosnan, wandelt Moore zelf met z’n kenmerkende timbre, timing en zelfspot door zijn eigen leven en loopbaan. Althans: de woorden zijn van hem, afkomstig uit zijn memoires. De stem is van acteur/komiek Steve Coogan, die hier eveneens zijn beste ‘Roger Moore’ doet.

Regisseur Jack Cocker heeft From Roger Moore With Love (78 min.) verder volgestort met filmfragmenten, televisie-interviews met de charmeur zelf én niet eerder vertoonde privé-opnamen en beelden uit ‘s mans persoonlijke archief. Met zijn eigen videocamera filmde de acteur het luxe leven dat hij zelf inmiddels leefde, te midden van andere beroemdheden. Met zijn derde vrouw Luisa, met wie hij uiteindelijk dertig jaar samen zou zijn. Totdat hij weer een nieuwe levensfase in wilde, met een nieuwe vrouw, Kristina.

Dat is een terugkerend element in dit portret: Roger Moore was niet alleen op het scherm als Saint, Persuader of Bond een rokkenjager, ook in het echte leven bleek hij niet altijd ‘every inch a gentlemen’. Moore/Coogan redt er zich echter altijd wel weer uit, met even schmieren of een kwinkslag. En dat is ook meteen een beetje de makke van dit soepele portret: Roger Moore blijft wel heel erg ‘in character’. De man kan comfortabel achter het personage blijven schuilen – al is dat misschien ook wel weer treffend.

Portrait Of A Confused Father

UpNorth Film / DR Sales

Als de Noorse documentairemaker doet Gunnar Hall Jensen wat natuurlijk voelt als hij vader wordt: hij begint z’n zoon Jonathan in 2002 direct vanaf z’n geboorte te filmen. En zichzelf, in de ouderrol die onwennig blijft voelen. Zo wil hij in contact blijven met zijn kind. Inmiddels is ie daarmee opgehouden. Noodgedwongen. Jonathan is dood, verklapt Jensen aan het begin van Portrait Of A Confused Father (93 min.).

En dan begint die film over hun gezamenlijke leven. De documentairemaker loodst ons, als argeloze kijkers, erdoorheen met een reflectieve voice-over. Hij weet wat ie doet: Jensen maakte al diverse egodocu’s. Zijn naasten zijn er inmiddels ook min of meer aan gewend dat er altijd wel een camera meekijkt terwijl ze hun leven leven – al heeft Gunnars vrouw Jonna ervoor gekozen om zoveel mogelijk buiten beeld te blijven.

Jonathan is die luxe niet vergund. Waar zijn vader is, is een camera. Tijdens persoonlijke gesprekken, in de auto en op reis. Als ze samen gaan kamperen in de sneeuw bijvoorbeeld. Dat idee is dan weer geïnspireerd door zijn grote held Roald Amundsen. Deze Noorse ontdekkingsreiziger ondernam aan het begin van de twintigste eeuw allerlei ambitieuze poolexpedities. Hij is al sinds jaar en dag Gunnar Hall Jensens rolmodel.

Want zijn eigen vader, kapitein op cruiseschepen, heeft hij slechts één keer ontmoet, op z’n dertigste. En na diens overlijden heeft hij zichzelf met hem gefilmd, natuurlijk. Dat filmen – en het doen van dingen voor de camera – krijgt al snel iets exhibitionistisch. En wat is nog waar van wat er wordt vastgelegd? Vader en zoon dansend op een balkon, met zicht op de hemelsblauwe zee? Spontane actie? Of toch vooral een act?

En als Jensen Jonathan naar een militair boot camp stuurt, om de discipline aan te halen, is het ook de vraag: hard nodig, of ook wel goed voor ‘hun’ film? Feit is dat zijn zoon gaandeweg toch uit het zicht verdwijnt. Als Jonathan Jensen op z’n achttiende samen met een vriend een huisje in de bergen betrekt, ontglipt hij zijn vader en diens alziende oog. Dan ontwikkelt dit zelfgemaakte dubbelportret zich tot een zoektocht.

De jongen is terechtgekomen in een voor zijn vader volstrekt onbekende ‘manosfere’ en daarmee helemaal buiten het bereik van Gunnar geraakt. Stukje bij beetje weet die, de camera altijd paraat, toch bij elkaar te puzzelen waarin zijn zoon – en zoveel andere jongens van zijn generatie – verzeild is geraakt en welke rolmodellen hem op dat pad naar roem en snel geld hebben gezet. Met uiteindelijk bijzonder tragische gevolgen.

Portrait Of A Confused Father wordt daarmee een actuele en urgente film – al is het ook een grillige vertelling, met losse flodders en eindjes. Over een rusteloze en op zichzelf betrokken man, die zijn kind uiteindelijk niet kan behoeden voor de hedendaagse gevaren waarvoor mensen zoals zij zo gevoelig zijn. Bij het laatste afscheid ontbreekt natuurlijk ook de camera niet: Gunnar Hall Jensen filmt er ook zijn eigen tranen mee.

Kees Vliegt Écht Uit

c: Malou van Breevoort / Videoland

De lotgevallen van Kees Momma, hoe ontwapenend of grappig die soms ook uitpakken, vormden in wezen altijd al een drama. Over een man die zich maar niet los kan maken van zijn vader en moeder. En over ouders, moeder Henriëtte in het bijzonder, die hun volwassen zoon eveneens blijven vasthouden. Dat werd nog niet eerder zo schrijnend als in deze derde Kees-film van Monique Nolte.

Wat zich in de vorige twee documentaires – Het Beste Voor Kees (2014) en Kees Vliegt Uit (2023) – al aandiende en toen ook meteen aanzienlijke vertraging opliep, is nu onvermijdelijk geworden: Kees Momma, een hypergevoelige man van halverwege vijftig met een autismespectrumstoornis, moet afscheid gaan nemen van de twee mensen rond wie hij zijn complete bestaan heeft opgebouwd.

Deze nieuwe episode uit het Kees-feuilleton begint waar de vorige film ophield: bij de woning die zijn ouders ooit voor hem kochten, even verderop in dezelfde straat te Velp, waar hij maar niet daadwerkelijk introk. Kees bleef een vaste gast van ‘pappie en mammie’ in het ouderlijk huis en het chalet dat, speciaal voor hem en zijn werkzaamheden als tekenaar, bij hen in de tuin was geplaatst.

Terwijl hun zoon in deze derde film gewoon z’n oude zelf blijft – altijd geïrriteerd ridderend, hardop denkend en zeer zorgvuldig en archaïsch formulerend – worden zijn ouders zienderogen ouder. Vader Willem oogt steeds breekbaarder, terwijl de geest van moeder Henriëtte alsmaar meer begint te haperen. Totdat zij haar zoon net zo hard nodig heeft als hij haar – al was dat waarschijnlijk altijd al zo.

De interactie tussen de onverbiddelijk wegglijdende moeder en het volwassen kind dat haar koste wat het kost probeert vast te houden en daarbij geen oog wil/kan hebben voor wat zij nodig heeft, is pijnlijk om te aanschouwen. Hoewel ze soms rechtstreeks wordt aangesproken door Kees en hij haar zo nu en dan ook brieven schrijft, slaagt Nolte er op zulke momenten in om zich geheel onzichtbaar te maken.

Dit geeft Kees Vliegt Écht Uit (87 min.) iets heel intiems – de façade voorbij, op het ongemakkelijke af. In lang uitgesponnen scènes wordt langzaam maar zeker het kleed onder het bestaan van Kees (en zijn moeder) weggetrokken. Klassieke muziek of zijn modeltreinen kunnen hem dan helpen, maar rust is lang niet altijd verzekerd. Hij moet zijn leven, dat zich afspeelt op een vierkante centimeter, grondig herbezien.

Deze film openbaart tegelijkertijd geen nieuwe of andere Kees. Daarvoor hangt hij te veel aan zijn eigen rolpatronen, rituelen en preoccupaties. Monique Nolte laat echter zien dat je zelfs dan – al is het alleen uit puur lijfsbehoud – soms verder kunt springen dan je polsstok eigenlijk lang is. Naar een ander bestaan, opgedrongen door een nieuwe werkelijkheid. De toekomst is dus onvermijdelijk: Kees Solo.

En dat is tevens de titel van de vierde Kees-film, waarmee Monique Nolte haar hartveroverende feuilleton binnen afzienbare tijd vervolgt – al lijkt haar onweerstaanbare hoofdpersoon ’t daarin tóch weer niet alleen te gaan doen.