Aimée & Samir

Elbe Stevens Film / NTR

Aimée de Jongh wil laten zien wat onzichtbaar is geworden, zegt ze in de korte documentaire Aimée & Samir (29 min.). Zodat we niet meer kunnen wegkijken van wat er onder onze ogen gebeurt. De Nederlandse stripauteur en illustrator, die zelf Indonesische roots heeft, doelt dan vooral op de schaduwkanten van migratie, bijvoorbeeld voor de vluchtelingen aan de grenzen van Fort Europa.

Met een beperkt aantal, tamelijk droog ingesproken voice-overs stuurt ze deze sfeervolle film van Catherine van Campen zelf aan. Die laat De Jonghs succesvolle carrière veelal links liggen en concentreert zich op de totstandkoming van haar nieuwe graphic novel Samir. Over een fictieve Syrische jongen in een Grieks vluchtelingenkamp, die de reis op zee heeft overleefd door zich vast te klampen aan een jerrycan.

Om hiervoor research te doen is de stripkunstenares afgereisd naar Lesbos. Ze gaat in gesprek met vluchtelingen die daar in een tentenkamp zijn beland en bevraagt bewoners van het Griekse eiland. Terwijl ze hen tekent – een proces dat Van Campen tegelijkertijd met animaties in beeld brengt – geeft De Jongh hen alle ruimte om te vertellen. Als bedankje ontvangen ze naderhand hun eigen portret.

Of hij hier met familie is, wil ze bijvoorbeeld weten van een tienerjongen. Alleen met mijn oma en opa, antwoordt die. Hij heeft verder geen andere familie in het kamp. ‘Ik hoop dat zij ook hierheen kunnen komen’, reageert De Jongh, die ondertussen geconcentreerd blijft doortekenen. ‘Wie?’ vraagt de jongen. ‘Je familie’, antwoordt zij. ‘Nee, die heb ik niet’, zegt de jongen bijna achteloos. ‘Ze zijn dood.’

Een plaatselijke visser vertelt dat hij tijdelijk is gestopt met zijn werk. ‘Ik haalde mensen binnen in plaats van vis’, vertelt hij. Dat wordt zichtbaar op een begraafplaats voor onbekende vluchtelingen, waar De Jongh de Afghaanse vluchteling Sohrab ontmoet. Rondom hen liggen overal vluchtelingen begraven. Vooral moslimvrouwen, legt hij uit. Want die hebben vaak niet leren zwemmen.

Met haar fraaie en treffende illustraties, die Catherine van Campen integraal onderdeel heeft gemaakt van deze film, probeert Aimée de Jongh deze werkelijkheid zichtbaar te maken. Tegelijk zit er bij haar ook ongemak over hoe zij, als een willekeurige westerse toerist, zomaar uit de wereld van vluchtelingen en eilanders kan stappen, om gewoon even van de zon en de omgeving te genieten.

Die dubbelheid weerhoudt de Nederlandse kunstenares er niet van om met potlood en schetsboek letterlijk vorm te geven aan haar idealen en overtuigingen. Met haar nieuwe album, afgeleverd bij Uitgeverij Dargaud te Brussel, geeft ze iets terug aan de mensen die haar hebben gevoed.

Ace Of Base: All That She Wants

SkyShowtime

In Zweden zit begin jaren negentig helemaal niemand op Ace Of Base te wachten en wordt de popgroep uit Göteborg geregeld afgezeken in de muziekpers. In het buitenland wordt het viertal – twee jongens, twee meisjes – juist onthaald als de nieuwe ABBA. Ulf, zijn vriend Jonas en diens zussen Jenny en Malin zullen in totaal vijftig miljoen platen verkopen en kneiterhits als All That She Wants, The Sign en Beautiful Life scoren.

Binnen de groep begint het echter al snel te broeien: nadat er keihard is gewerkt, zo hard dat ‘t ongezond wordt, trekken de songschrijvende jongens erop uit in hun privéjachten. De zingende zussen Berggren, die zijn ingezet als het uithangbord van Ace Of Base en dus voortdurend in de spotlights staan, hebben echter aanzienlijk minder verdiend. En dat begint steeds meer te steken. Zij willen ook liedjes gaan inbrengen.

Ruim dertig jaar later is meteen duidelijk dat de onderlinge verhoudingen nog altijd niet zijn hersteld. Ulf Ekberg heeft zijn voormalige partner in crime Jonas Berggren al enkele jaren niet meer gezien. Diens zus Jenny spreekt ie hooguit eenmaal per jaar. En Malin is helemaal uit beeld verdwenen. Ook in de driedelige serie Ace Of Base: All That She Wants (123 min.) zal de blonde frontvrouw schitteren door afwezigheid. Bijna dan.

Regisseur Jens von Reis moet zich voor zijn reconstructie van de Ace Of Base-tijd verlaten op Ulf Ekberg en Jenny Berggren, die later een solocarrière is begonnen. Hij stut hun herinneringen, verbeeld met (niet eerder vertoond) archiefmateriaal, met quotes van allerlei profi’s uit de muziekbusiness, waaronder tijdgenoot Wyclef Jean (Fugees) en de Joop van den Ende van de Amerikaanse popmuziek, platenhoncho Clive Davis.

Zo ontstaat een redelijk standaardverhaal over de opkomst en ondergang van een popgroep – ‘een schoolvoorbeeld van hoe je een band kapotmaakt’, aldus Ulf – dat nochtans enkele opvallende pijnpunten oplevert: ’s mans eigen dubieuze achtergrond, een mesaanval door een verwarde fan en een zangeres, Malin ‘Linn’ Berggren, die op eigen verzoek van het toneel verdwijnt – wat jarenlang slim wordt gemaskeerd.

Echt diep gaat Von Reis daar niet op in. Hij houdt zich vast aan zijn centrale verhaallijn: een groep die met enkele catchy niemendalletjes wereldhits scoort en dan langzaam desintegreert. Totdat elk nieuw album en elke nieuwe single niet meer dan een verplicht nummer zijn geworden. Zo koerst deze vlotte miniserie af op een lekker ongemakkelijke finale, waarin Ace Of Base nog een allerlaatste gouden plaat krijgt overhandigd.

Connected

SkyShowtime

Als de Russische oppositieleider Aleksej Navalny begin 2021 wordt gearresteerd, kiest de man die hem al jaren openlijk steunt, Dmitry Borisovitsj Zimin, de vlucht naar voren. Hij verlaat zijn geboorteland en zal er ook nooit meer terugkeren. Binnen een jaar is ‘Dim’ er zelfs helemaal niet meer. De bijna negentigjarige oprichter van de telecomgigant VimpelCom, het eerste Russische bedrijf op de beurs van New York, heeft voor een zachte dood gekozen, op zijn eigen voorwaarden.

In de interessante documentaire Connected (105 min.) van Vera Krichevskaya vertelt zijn veel jongere vriend en compagnon Augie Fabela hun verhaal. Samen gingen ze halverwege de jaren negentig, toen de Sovjet-Unie uiteen was gevallen en de aartsvijanden van de Koude Oorlog toenadering zochten tot elkaar, met hun startup naar de beurs. De Rus Zimin en de Amerikaan Fabela, een kind van Mexicaanse en Colombiaanse immigranten, werden vrienden voor het leven.

Later kregen ze met hun bedrijf te maken met nietsontziende Russische criminelen, die uit waren op hun geld, en werden ze geconfronteerd met een nieuwe autocratische leider, Vladimir Poetin, en de corrupte clan die zich daaromheen verzamelde. Rusland begon, op een totaal andere manier, net zo’n totalitaire staat te worden als de Sovjet-Unie. Zimin trok er zijn conclusies uit. Hij verliet de business en besloot zijn aanzienlijke fortuin beschikbaar te stellen voor goede doelen.

Met deze terugblik op zijn opmerkelijke leven belicht Krichevskaya tevens de geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland. In 1935 werd Zimins vader gearresteerd. Hij zou sterven in een strafkamp. Na de dood van de destijds almachtige leider Jozef Stalin in 1953, ontving zijn familie zowaar een rehabilitatieformulier. Dims moeder kreeg ook nog enkele maanden salaris van haar echtgenoot overgemaakt. ‘Ik weet niet of het tragisch was, of een farce’, herinnerde hun zoon zich later.

Het lot van zijn vader zou een enorme vastberadenheid losmaken in Dmitry Zimin. ‘We zullen nooit ergens komen’, hield de man, die ooit werd opgeleid als ingenieur en jarenlang werkzaam was in het militair-industriële complex, zijn gehoor voor tijdens een speech in 2011, ‘als we geen respect ontwikkelen voor afwijkende meningen.’ En daaraan zal hij ook het finale deel van zijn leven wijden, bezegeld met een allerlaatste reis met zijn vrouw Maya op hun zeiljacht.

En daar komt Augie, die op latere leeftijd zowaar politieagent is geworden, hem natuurlijk opzoeken. Ook bij hem kruipt het bloed waar ’t niet gaan. Als Rusland Oekraïne binnenvalt, kort na Dims dood, komt Fabela in actie – vast ook om zijn hartsvriend te eren.

The Shipwrecked

The Shipwrecked

We zijn allemaal maar schipbreukelingen. Op drift geraakt,  afgedreven van waar ’t echt om draait of onderweg als verloren opgegeven – soms ook door onszelf. Na dertig jaar in Nederland keert Diego Gutiérrez (Parts Of  A Family, Het Hut Syndicaat en The Mirror And The Window), teleurgesteld in de mens en op zoek naar zingeving, terug naar zijn geboorteland, Mexico. Daar steekt hij zijn licht op bij enkele landgenoten die allemaal hun eigen afslag hebben genomen.

In wat misschien wel zijn laatste film wordt – maar dat denken kunstenaars wel vaker: de nieuwste queeste als belangrijkste ooit – zoekt de Mexicaanse filmmaker hoop, troost en verlossing bij een vrouw die een Jezusbeeld restaureert, twee natuurbeschermers met een fascinatie voor vleermuizen, een arme boer die ternauwernood het hoofd boven water kan houden en een ontheemde jongeling die is teruggekeerd naar zijn geboortegrond, het erf van zijn vader.

Gutiérrez begeleidt deze ontmoetingen met een filosofische, bijna geprevelde voice-over. ‘De filmmaker realiseerde zich dat hij nog nooit dichterbij was gekomen, door afstand te creëren’, constateert hij bijvoorbeeld tegen het eind van zijn queeste over zichzelf. ‘En dat hij, hoezeer ie dit ook wilde, nooit kon weggaan.’ ’s Mans zoektocht brengt hem ook bij de realisatie dat zijn enige truc om te leven het maken van films is – en dat die het leven zelf soms ook weer in de weg staat.

The Shipwrecked (118 min.) wordt daarmee een contemplatieve film, een exploratie van de grote thema’s des levens. De weg naar binnen is daarbij veruiterlijkt met fraaie beelden van de majestueuze wereld waarbinnen die wordt afgelegd. Veel grootse topshots bijvoorbeeld. Alsof het leven op aarde, door een soort opperwezen, vanaf een afstandje wordt bezien en aanschouwd – en er zo meteen een zekere orde wordt aangebracht in de chaos die dat leven zo vaak is.

De verhalen in deze film ontvouwen zich langzaam, soms op het trage af, en beginnen gaandeweg ook in elkaar over te lopen. Intussen gaan ze tevens een verbinding aan met de staat van zijn van die ene spartelende filmmaker. Bij de anderen vindt Diego Gutiérrez ogenschijnlijk houvast. Zij kunnen de stukken drijfhout vormen, waaraan hij zich zou kunnen vastklampen. Zodat ie zijn eigen leven weer kan vervolgen – een nieuwe film maken wellicht – in een wereld die zomaar op drift kan raken.

Paikar

Baldr

‘Verhuizen naar een veiligere plek is geen ontsnapping aan de omstandigheden’, constateert Dawood Hilmandi aan het einde van deze zeer persoonlijke film. ‘Het is een strijd om te overleven. Misschien is in leven blijven mijn enige daad van verzet, in een tijd waarin het leven goedkoop is.’

Die sombere conclusie is de slotsom van een geladen zoektocht naar verbinding. Met het land van zijn geboorte (Afghanistan), het land waar hij opgroeide (Iran) en het land waar hij tegenwoordig woonachtig is (Nederland). En met zijn familie, die verspreid is geraakt over de hele wereld. Zijn autoritaire vader Mohammad Yousef Amin Hilmandi, kortweg ‘Baba’ genoemd, in het bijzonder.

Een man met een onbuigzaam karakter. Ooit een bekende strijder en commandant van de Moedjahedien, inmiddels schrijver en geestelijke. Met Dawoods moeder, zijn derde vrouw, heeft Baba zeven kinderen. En veertien in totaal. Hij is geen gemakkelijke vader. Als zijn zoon hem na een tragisch verlies in de familie opzoekt in zijn huidige thuisbasis Iran, zit hij bepaald niet te wachten op moeilijke vragen.

Paikar (97 min.) – ofwel: krijger – zet echter door. Dawood wil Baba dwingen tot reflectie. Contact. Nabijheid. De hardvochtige oude man laat zich alleen niet zomaar ontdooien. ‘Ik zag onderdrukking en tirannie en hoorde vloeken vanaf mijn vroegste kinderjaren totdat ik een jonge man was met een baard en snor’, legt ie uit. Ofwel: hij weet niet beter, kan niet anders en wil dat ook helemaal niet.

Baba laat zich uiteindelijk wel verleiden tot een reis naar hun land van herkomst. ‘Ik hield van dit land’, zegt Baba als ze door Afghanistan trekken. ‘Maar dit land heeft nooit van mij gehouden.’ Vader moet soms zelfs een hoofddoek omdoen, want dat land is nog altijd vol gevaren voor hem. Tegelijk is er wel degelijk toenadering tot zijn zoon. Samen bezoeken ze ook Dawoods geboortehuis in Qala-I-Naw. 

Daar krijgt vader zelf even de camera in de hand gedrukt. Hilmandi begeleidt de tocht die hij met hem aflegt, ook mentaal, verder met een poëtische, bijna gefluisterde voice-over. Zo overbrugt hij tevens de afstand tussen de verschillende verhaalelementen, vult andere scènes aan en zorgt voor houvast als Baba terugkeert naar Iran en z’n zoon met zijn moeder achterblijft in Afghanistan.

COVID-19 begint dan ook hun wereld in een ijzeren greep te krijgen en zet de afwikkeling van deze schrijnende film in gang. ‘Ik ben een zwerver geworden in deze wereld, Baba’, constateert Dawood Hilmandi dan. ‘Ik heb alleen de kracht niet om te vertrekken en ontbeer de wil om te blijven.’

Yoràn Vroom – Master Of Drums

Zeppers

Je hoeft niet over een kennersoog te beschikken om te zien dat er ‘iets’ gebeurt als dat kleine kereltje, hooguit een jaar of drie, twee stokjes heeft bemachtigd. Fanatiek begint Yorán Vroom ermee op de rand van een fauteuil te trommelen. Met de kennis van nu zeg je: hij heeft zíjn lotsbestemming dan al gevonden. Een aandoenlijke kleuter uit de Amsterdamse Rivierenbuurt, vereeuwigd in talloze aandoenlijke familievideo’s. Zo’n dertig jaar later geldt Vroom als een topdrummer en -slagwerker. Hij treedt in de hele wereld op met zijn eigen Group Of Friends en geeft les op het conservatorium.

Yoràn drumde eerst links, vertelt zijn moeder Esther in de documentaire Yoràn Vroom – Master Of Drums (58 min.), omdat hij ‘t zichzelf via de spiegel leerde. In de navolgende jaren bouwde hij met allerlei spullen langzaam zijn eigen drumstelletje. Eddy Veldman, sinds jaar en dag drumleraar in de Bijlmer, kon zijn ogen nauwelijks geloven: dit vijfjarige jochie kon al roffelen! Yoràn zou negen jaar bij zijn mentor blijven hangen en heeft hem nog altijd graag aan z’n zijde. ‘Ik bewonder die gozer’, bekent Veldman trots. ‘Je hoort het Afrikaans, je hoort het Surinaams, je hoort alles gewoon… En ook fijn werk, hè? Die man speelt zo secuur!’

Documentairemaker John Appel neemt de tijd om zijn bedachtzame hoofdpersoon ook in die hoedanigheid te laten zien: helemaal opgaand in zijn eigen muziek, bijvoorbeeld tijdens een optreden met zijn Group Of Friends op North Sea Jazz, een festival dat hij als peuter voor het eerst bezocht, of tijdens een reis met zijn muzikale vrienden naar Senegal, waar hij als jochie les kreeg van meesterdrummer Famoutou Konaté. Vrooms eigen composities zijn een weerslag van de Afro-diaspora – via de slavenschepen werden ook de cultuur en muziek van Afrikanen over de wereld verspreid – en de muzikale reis die hij zelf heeft afgelegd.

In deze film geeft Vroom, een alleenstaande vader die zelf zijn vader nauwelijks heeft gekend, stukje bij beetje ook meer over zichzelf prijs – al blijft het parool van dit warmbloedige portret uiteindelijk tóch: let the music do the talking. Want die taal verstaat vrijwel iedereen – en kan een Amsterdams jongetje blijkbaar al helemaal in de vingers hebben.

De Afhaalchinees: Thuisbezorgd

Omroep Zwart

Toen Kelly-Qian van Binsbergen de veelgeprezen miniserie De Afhaalchinees (2023) afleverde, was ze nog in de overtuiging dat zij niet zo nodig op zoek hoefde naar haar biologische ouders. Ze was heel wat wijzer worden over haar eigen adoptie, door een Zeeuws echtpaar dat een seksshop runde in de grensgemeente Sluis, en interlandelijke adoptie in het algemeen. Ze had tijdens dat persoonlijke proces bovendien haar licht kunnen opsteken bij lotgenoten, adoptieouders en deskundigen. En ze had zo vat gekregen op haar eigen positie als jonge vrouw van Chinese komaf in Nederland.

Toch is er ergens onderweg ook een luikje opengegaan bij Kelly-Qian. In de vierdelige serie De Afhaalchinees: Thuisbezorgd (191 min.) maakt ze met adoptiekameraad Rohan, oorspronkelijk afkomstig uit Sri Lanka, een zogenaamde ‘rootsreis’ naar China. Daar gaat ze met correspondent Cindy Huijgen, die ooit werd geadopteerd vanuit hetzelfde staatsweeshuis in Guiyang als Van Binsbergen zelf, op zoek naar waar ze vandaan komt. Op haar veertiende is ze met haar adoptieouders al eens naar China geweest, maar dat bezoek heeft zeker niet al haar vragen beantwoord.

‘Het enige wat ik voel is verdriet dat ik hier niet terecht ben gekomen en in Nederland ben opgegroeid’, constateert Kelly-Qian onderweg in China. Aan haar was altijd verteld dat ze was gered uit een ‘armoedig, grijs, communistisch en naar land’. Voor het eerst in haar leven voelt ze zich nu echter thuis. Tegelijk wordt ze geconfronteerd met haar eigen beperkingen omdat ze de taal niet spreekt. ‘Vind jij dat zelfs jij, de meest Chinese van alle afhaalchinezen, dat jij ook kan worden thuisbezorgd?’ vraagt ze ostentatief aan Huijgen. ‘Nee, dat denk ik niet’, antwoordt die. ‘Ik ben nog steeds te Hollands ook.’

Vanuit deze reis keert Kelly-Qian in dit tweede seizoen van De Afhaalchinees ook terug naar de mensen en onderwerpen van serie één. Ze gaat in gesprek met enkele geadopteerden die ze eerder sprak, bevraagt verder nieuwe lotgenoten en hun geliefden, laat een ‘kudde’ met volwassen adoptiekinderen reageren op stellingen, organiseert een cirkelgesprek met geadopteerden die te maken kregen met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en heeft individuele ontmoetingen met interlandelijk geadopteerde Nederlanders. Tussendoor steekt ze haar licht op bij diverse deskundigen.

Fluks springt Thuisbezorgd op en neer tussen al die verschillende verhaallijntjes en de landen Nederland en China. Kelly-Qian van Binsbergen houdt de wind er goed onder en leukt de boel op met kekke vormgeving, dik gedramatiseerde scènes en een popi soundtrack, waarin een bijzondere rol is weggelegd voor Aziatische versies van bekende pophits. Met een losse voice-over en het nodige kunst- en vliegwerk – inclusief flashbacks, flashforwards en cliffhangers – probeert ze al die elementen bij elkaar te brengen, de aandacht vast te houden en haar punt te maken.

Die drukte lijkt een afspiegeling van Van Binsbergens expressieve persoonlijkheid en geeft haar werk een eigen signatuur, maar het wordt in dit vervolg wel wat veel van het goede. Voor een deel is deze serie, die werkelijk alle kanten opgaat, bovendien een reprise van het eerste seizoen van De Afhaalchinees. Hoewel de persoonlijke noodzaak van Thuisbezorgd duidelijk is, blijft de echte meerwaarde van dit tweede seizoen dus beperkt – al kan het natuurlijk geen kwaad om nogmaals te attenderen op de schade die interlandelijke adoptie kan veroorzaken.

Nowhere Man

Doxy

In al hun jeugdige overmoed reden ze in 1998 gedrieën in een grijze deux chevaux naar Frankrijk om een roadmovie te maken over hun vriendschap. Het werd een mislukking, met veel gedol, gekibbel en gedoe. Géén film in elk geval. De 24 tapes verdwenen in een allengs vergeten doosje, met het idee dat ze er nooit meer uit zouden komen.

25 Jaar later is hun vriend Rob overleden en beschikken Jan Willem den Bok en Jaap van Heusden nog altijd over de tapes met opnames van die roadtrip naar nowhere. Wat vertellen die oude beelden over wie ze waren en zijn, hun onderlinge band en de eigenzinnige vriend die ze mettertijd een heel klein beetje uit het oog zijn verloren?

Hij wordt ongetwijfeld bedoeld met Nowhere Man (30 min.), de titel waaronder ze dat oude materiaal nu presenteren. En daarin zingen ze natuurlijk ook even mee met de gelijknamige Beatles-klassieker. ‘Doesn’t have a point of view’, klinkt ‘t dan, rijdend in die eend door de nacht. ‘Knows not where he’s going to. Isn’t he a bit like you and me?’

Rob was zo te zien een excentrieke jongeling. Iemand die worstelde met zichzelf en het leven, zo valt ook af te leiden uit de voicemail-berichten die Den Bok en Van Heusden in het hier en nu uitwisselen en waarmee ze al dat oude materiaal een beetje inkaderen. Een heel klein beetje. De kijker ervan wordt verder grotendeels aan z’n lot overgelaten.

Deze documentaire is de ode aan hun vriendschap geworden die de oorspronkelijke film had moeten zijn. Aan de jeugd ook, waarin ze elkaar hebben gevonden. Voor een buitenstaander is ’t best lastig om daar vat op te krijgen. De gesprekken en activiteiten, met ook enkele voicemails van Rob zelf uit latere tijden, lijken lukraak bij elkaar geklutst.

Dat is natuurlijk niet zo – er vormt zich onderweg wel degelijk een soort verhaal over die reis en daarmee ook een portret van de man die daarvan het neurotische middelpunt was – maar het kost best veel kruim om naar die serie snapshots van jeugdige branie, onbezonnenheid en twijfel te kijken en daaruit de essentie te destilleren.

De Thuiskomst

Doxy

‘Toen God naar de hemel was verwezen’ constateert Jos de Putter halverwege zijn documentaire-essay De Thuiskomst (50 min.), ‘nam de mens zijn plek in op aarde. En die mens maakte vervolgens van God een wetenschapper. Waar hij zich dan weer aan kon spiegelen.’

Het is een logische stap in zijn betoog over hoe de mens stelselmatig heeft gestolen van de aarde. Hijzelf niet in het minst: De Putter rekende uit dat hij in de afgelopen dertig jaar als filmmaker zo’n 21 keer de aarde rond heeft gereisd. Is de kracht van die films – van z’n debuut Het Is Een Schone Dag Geweest (1992), over het boerenbedrijf van zijn ouders, tot pak ‘m beet A Way 2 B (2022), een vlammende hybride van docu en dans – voldoende om zijn eigen ecologische voetafdruk te verantwoorden?

Voor een film over dit onderwerp is in elk geval een andere benadering nodig. Indachtig de filosoof Walter Benjamin wil De Putter ditmaal niet als reiziger, die allerlei avonturen beleeft, zijn verhaal vertellen, maar als een boer die de wisselende seizoenen meemaakt. Hij neemt zich voor om nu niet te reizen en elders in de wereld verhalen op te halen, maar om gebruik te maken van de verhalen die hij eerder heeft verteld of de korte films van anderen, die hij heeft geproduceerd. Een recycle-docu, zogezegd.

Vanuit alle uithoeken van de wereld – van Brazilië en Nieuw-Zeeland tot Mexico en Nepal – tekent De Putter zo de verstoorde relatie tussen de mens en de aarde op. Én hij breekt de belofte aan zichzelf en reist toch, per trein, naar Londen. Voor een gesprek met de Britse auteur Karen Armstrong. In Sacred Nature onderzoekt zij de invloed van religie op onze houding tegenover de wereld. De moderne mens is z’n heilige ontzag voor de natuur kwijt en ziet de aarde simpelweg als een soort decor voor zijn eigen leven.

Volgens Armstrong moet de mens God terugroepen uit de hemel en het Goddelijke in de wereld om hem heen weer te gaan zien. Dat gaat alleen bepaald niet vanzelf. Jos de Putter illustreert dit met oude afleveringen van het VPRO-programma Diogenes, videobrieven voor De Correspondent en fragmenten uit recente documentaires zoals I Am The River, The River Is Me en Schone Bergen. De microverhalen die daarin worden verteld krijgen daarmee een nieuwe plek in een groter, persoonlijk ingestoken narratief.

Over de ontheiliging van de aarde, die nodig zijn Goddelijke dimensie terug moet krijgen.

Roadrunner: A Film About Anthony Bourdain

Focus Features

‘Je komt er toch wel achter’, richt kunstenaar John Lurie zich rechtstreeks tot de kijker, als Roadrunner: A Film About Anthony Bourdain (119 min.), de documentaire over zijn vriend, pas enkele minuten onderweg is. ‘Dus ik zal het alvast verraden: er komt geen happy end. De eikel pleegde zelfmoord.’

Lurie wendt zich vervolgens tot de maker van die film, Morgan Neville. ‘Hoe ga je dit maken?’ wil hij weten. ‘Natuurlijk wil je praten over de roddels, maar dat is niet wat je wilt maken.’ Nee, antwoordt Neville. ‘Ik wil een film maken over waarom hij was zoals hij was.’ Lurie: ‘Daar heb ik ook geen antwoord op. Daarom zit ik zelf ook hier.’

Dat tragische einde, zo prominent neergezet bij de opening, hangt de hele film als een slagschaduw over het leven van Anthony Bourdain (1956-2018), dat een volstrekt nieuwe wending krijgt als hij, een kok van dik in de veertig bij het New Yorkse restaurant Les Halles, in 2000 een enorme bestseller schrijft: Kitchen Confessions.

In dat boek deelt hij zowel alle geheimen van de keuken als zijn eigen uitspattingen op het gebied van seks, drugs en rock & roll. Met een eigen reisprogramma bouwt Bourdain daarna al snel een vaste achterban op. Hij is een man die bereid lijkt om alles te eten, in Jan en alleman geïnteresseerd is en geweldig over zijn belevenissen kan vertellen.

Achter de schermen maakt hij ’t anderen – en zichzelf – bepaald niet gemakkelijk. Middelmatigheid beschouwt Bourdain bijvoorbeeld als een enorme zonde. ‘Geef deze nerds met eekhoornballen geen macht door ze hun zin te geven’, schrijft hij bijvoorbeeld in een boze bui aan een teamlid. ‘Ze zullen deze show doodknabbelen als hongerige eenden.’

Met Bourdains broer Chris, tweede vrouw Ottavia Busia, vriend Josh Homme (voorman van de rockband Queens Of The Stone Age), de sterkoks Eric Ripert en David Chang en verschillende leden van zijn vaste tv-team probeert Morgan Neville vat te krijgen op deze gecompliceerde persoonlijkheid, die gedurig in de knoop zit met zichzelf.

Als Bourdain, nadat ook zijn tweede huwelijk is stukgelopen en hij Ottavia en hun dochter Ariane heeft achtergelaten, halsoverkop verliefd wordt op de Italiaanse actrice en filmmaakster Asia Argento, begint zijn verslavingsgevoelige persoonlijkheid, waardoor hij eerder verslingerd raakte aan heroïne en cocaïne, hem danig op te breken.

‘Ik heb mijn haar niet meer geknipt sinds hij is gestorven’, vertelt zijn vriend David Choe geëmotioneerd. ‘Ik mis hem gewoon.’ Anthony Bourdains zelfverkozen dood heeft niet alleen bij hem diepe sporen achtergelaten, toont de stemmige apotheose van deze zeer doeltreffende biografie over een man die zoveel meer was dan zijn einde.

Toen Roadrunner in 2021 werd uitgebracht, ontstond er nog wel een controverse nadat bleek dat Neville, met behulp van kunstmatige intelligentie, enkele stukken geschreven tekst van Bourdain had omgezet in voice-overs en die, zonder dat verder expliciet te melden, tussen reguliere ingesproken teksten van zijn hoofdpersoon had geplaatst.

A Invenção Do Outro

De Bubuia Cinema

De missie is bepaald niet zonder gevaar. Eerdere pogingen om de Korubo, een inheems volk dat geïsoleerd leeft in het westelijke Amazonegebied op de grens van Brazilië, Peru en Colombia, te benaderen, zijn uitgelopen op stevige confrontaties. Zes expeditieleden hebben daarbij het leven gelaten. Het is overigens niet vreemd dat de Korubo in eerste instantie vijandig staan tegenover witte mensen. Hun leefgebied wordt permanent bedreigd door jagers, houtkappers en vissers.

In 2019 onderneemt FUNAI, een Braziliaanse overheidsorganisatie voor de bescherming van de inheemse bevolking, een nieuwe poging. Zij willen contact leggen met de indianenstam, hen voorzien van geneesmiddelen tegen griep en malaria en bemiddelen in de permanente oorlog die zij uitvechten met een ander inheems volk, de Matis. Deze poging lijkt meer kans van slagen te hebben dan eerdere trips. Want het team is ditmaal versterkt met een groepje Korubo-mannen, dat enkele jaren geleden los is geraakt van de hoofdgroep en vervolgens in de bewoonde wereld is beland.

Als de voortekenen niet bedriegen, wordt ‘t een heel bijzonder avontuur, met een zeer gemêleerd reisgezelschap, waaronder dus ook enkele inheemse mannen die zich weer bij hun stamgenoten willen aansluiten. En de Braziliaanse filmmaker Bruno Jorge, die eerder met enkele collega’s het thematische verwante Piripkura (2017) maakte over de twee laatste leden van een Braziliaanse nomadenstam die samen in de jungle leven, heeft zich bij de groep aangesloten voor wat ook wel een heel bijzondere film moet worden: A Invenção Do Outro (Engelse titel: The Invention Of The Other, 144 min.).

Hoewel de FUNAI-vertegenwoordigers onder leiding van Bruno da Cunha Araújo Pereira ‘t beste voor hebben met de Korubo, hebben die wel degelijk wat van hen te vrezen. Een ogenschijnlijk onschuldig griepje zou de indianen bijvoorbeeld fataal kunnen worden. Zij moeten dus zeer omzichtig benaderd worden, óók door de stamgenoten waarvan zij vast dachten dat die allang waren overleden. Die beginnen zich intussen weer duidelijk op hun gemak te voelen in het regenwoud. Ze trekken als vanouds al hun kleren uit, gaan op jacht naar apen om te verorberen en spelen heroïsche gevechten na.

En Jorge kan, als onderdeel van de expeditie, alle verwikkelingen van binnenuit registreren. Hij staat ook op de eerste rij als ‘t inderdaad tot een ontmoeting komt. Dit zorgt voor emotionele taferelen, waarbij het fascinerend is om te zien hoe de Korubo met elkaar communiceren: lawaaierig, erg direct en zeer lijfelijk. De film krijgt daarmee iets zeer intiems en brengt tegelijkertijd een fenomeen in beeld, dat in de allereerste documentaires, een ‘vreemd’ volk ontdekken, nog alomtegenwoordig was en dat allengs, door de globalisering, wel héél uitzonderlijk is geworden.

Voor iedereen die met beide benen in de 21e eeuw staat legt A Invenção Do Outro daarom een ronduit opzienbarende wereld bloot.

Avicii – I’m Tim

Netflix

Met Avicii: True Stories (2017) leek eerlijk gezegd het hele verhaal wel verteld. Een jaar na de release van deze achter de schermen-docu van Levan Tsikurshvili maakte de hoofdpersoon een einde aan zijn leven en kreeg die film het karakter van de reconstructie van een tragisch ongeluk: hoe een immens succesvolle deejay en producer al op 28-jarige leeftijd bezwijkt onder het gewicht van zijn eigen beroemdheid.

Zeven jaar na zijn dood is er niettemin Avicii – I’m Tim (97 min.), een tamelijk traditionele popdocu van Henrik Burman over Avicii. Ofwel: Tim Bergling (1989-2018), een introverte en kwetsbare Zweedse jongen, met een bijzonder talent voor het schrijven van onweerstaanbare melodieën. Hij vertelt in deze film zijn eigen verhaal, via audiofragmenten uit één van zijn laatste interviews, en wordt daarbij ondersteund door zijn ouders, vrienden en collega’s.

Die film begint bij het begin. Bijna dan: bij de echo waarbij zijn ouders Klas en Anki horen dat ze een jongetje krijgen. Dit ventje, vervolgens vervat in talloze jeugdfilmpjes, openbaart zich op de basisschool in Stockholm als een pestkop en wordt later een nerdy tiener die te veel gamet. Totdat hij zijn gevoel voor melodie ontdekt, begint samen te werken met Filip ‘Philgood’ Åkesson en een manager krijgt, Arash ‘Ash’ Pournouri, die hem in de vaart der volkeren zal opstuwen.

Met besmettelijke singles zoals Bromance en Levels bereikt Avicii pijlsnel de top van de Electronic Dance Music (EDM). Daar wordt ie al even snel gierend gek. Tim kampt met onzekerheid, angsten en depressieve gedachten, drinkt zich binnen de kortste keren een alvleesklierontsteking en raakt later verslaafd aan pijnstillers. Hij moet daardoor meerdere malen noodgedwongen een flinke pauze inlassen. Geen ramp: de jongeling heeft sowieso een bloedhekel gekregen aan touren.

In de studio is hij wél in zijn element. Daar hervindt Tim zichzelf ook, als hij de pure EDM loslaat en samen gaat werken met ‘muzikanten’. Zo durft hij zichzelf nog altijd niet te noemen. Zijn enige instrument is z’n laptop. Via fraaie studioscènes met Audra Mae (Addicted To You), Sandro Cavazza (Without You) en Incubus-gitarist Mike Einziger en de inderhaast opgetrommelde singer-songwriter Aloe Blacc (Wake Me Up) laat Henrik Burman zien hoe zijn protagonist zichzelf vindt als muzikant.

En die heeft het vermogen om anderen daarin mee te nemen. ‘Dit is zonder enige twijfel het bekendste nummer waaraan ik heb meegewerkt, vertelt Dan Tyminski bijvoorbeeld. Hij liet zich door zijn dochter overhalen om Avicii’s song Hey Brother in te zingen. ‘Ik weet nog dat ik m’n zoon van school ophaalde. Iemand zei: hee, meneer Tyminski. En toen zong een ander kind: hey brother. Drie andere kinderen begonnen mee te zingen.’ Niet veel later is er een spontaan koor ontstaan op het schoolplein.

Dat die nieuwe koers een succes zal worden, staat op voorhand echter niet vast, laat dit gedegen portret zien. Zijn debuut met vocalisten en een live-band in 2013 op het Ultra Dance Festival in Miami lijkt uit te lopen op een fiasco. Danceliefhebbers onthalen hen met boegeroep. Tim is er kapot van, maar Ash ziet zoals altijd mogelijkheden: hij bundelt de ergste Twitter-reacties en publiceert die met een link naar dat nieuwe album: luister zelf waardoor al die commotie is ontstaan. Kat in het bakkie.

Uiteindelijk ziet Avicii zich echter toch genoodzaakt om de regie terug te pakken: hij zegt z’n verplichtingen af, hoopt zichzelf te hervinden tijdens een reis rond de wereld en begint te mediteren. Met een nieuwe band maakt hij zich in 2018 bovendien op voor een muzikale doorstart, op zíjn voorwaarden. Van een tripje tussendoor naar Oman zal hij echter nooit terugkeren. Deze film heeft het antwoord op wat er daar met hem is gebeurd ook niet en doet ook geen echte poging om dat te ontdekken.

Avicii – I’m Tim concentreert zich liever op wat Tim Bergling, behalve een verslagen omgeving, heeft achtergelaten: een muzikaal erfgoed waarmee de wereld nog wel even vooruit kan, getuige ook het door Netflix meegeleverde concert Avicii – My Last Show, dat hij in 2016 gaf op Ibiza.

Blink

Disney+

Straks hebben ze de hele wereld gezien. En die beelden raken ze nooit meer kwijt. Edith wil het visuele geheugen van haar kinderen laden. Meer kan ze als moeder niet doen. En samen met haar echtgenoot Sebastien Pelletier wil ze zo graag iets doen. Konden ze hun aandoening maar ongedaan maken! Drie van hun vier kinderen lijden aan Retinitis Pigmentosa. Ze zullen steeds slechter gaan zien. Totdat, vroeger of later, hun blikveld drastisch is vernauwd – of het licht zelfs helemaal uitgaat.

Samen met Mia, Colin en Laurent – en Léo, hun enige kind dat verschoond is gebleven van de oogaandoening – stellen de Pelletiers een bucket list op. Tijdens een reis rond de wereld, vereeuwigd door Edmund Stenson en Daniel Roher in Blink (83 min.), gaat het Canadese gezin zoveel mogelijk afvinken. Op safari in Afrika. Voldaan! Paardrijden in Mongolië. Dikke V. En een kasteel bezoeken in Oman. Done that! Zo volgen ze het licht en houden ze de donkerte voorlopig op afstand.

Die meldt zich zo nu en dan toch, bijna terloops, bijvoorbeeld als het jongste kind Laurent aan z’n moeder vraagt wat ‘blind’ zijn eigenlijk betekent. Na het gesprek heeft Edith het gevoel dat ze het vijfjarige joch van z’n onschuld heeft ontdaan. Zoals ‘t een kind eigen is, lijkt Laurent er alleen weinig last van te hebben. Samen met zijn oudere broers en zus gaat hij elk avontuur onvervaard aan. Zij kijken niet naar de toekomst, maar zien wel wat er in het hier en nu op hen afkomt.

Zulke levenslessen zijn er natuurlijk in overvloed in deze inherent optimistische film over een levenslustig gezin, waarbij het gemakkelijk inleven en meevoelen is. En als de Pelletiers in Ecuador vast komen te zitten in een berglift, wordt deze fraaie en zoete documentaire, die duidelijk appelleert aan een groot publiek, zelfs nog even eng en spannend. Ook dan geven Edith en Sebastien echter het goede voorbeeld en houden ze als ouders het hoofd (ogenschijnlijk) koel.

En dan, na een jaar van de blik verruimen, komt onvermijdelijk het moment om, met een plunjezak aan levenservaringen en een vrijwel lege bucket list, het gewone bestaan weer op te pakken en een begin te maken met een ongewisse toekomst.

Michel En De Handen Op Zijn Huid

Stephan Vanfleteren / Max

Ze studeren sociologie, geschiedenis, social work of organisatiewetenschappen. En los van elkaar – en toch samen – zorgen ze daarnaast voor Michel, die in zijn laatste levensfase is aanbeland. Gewone studenten met een bijbaan dus, géén zorgprofessionals. En Michel is de Vlaamse acteur Michel van Dousselaere, die in 2014 werd gediagnosticeerd met een zeldzame vorm van progressieve afasie.

Over die aandoening maakte zijn geliefde Irma Wijsman in 2018, samen met Patrick Minks, al eerder een film: Michel – Acteur Verliest De Woorden. In deze persoonlijke documentaire is te zien hoe Van Dousselaere, geholpen door een souffleur, een rol speelt in de theatervoorstelling Borgen en zelfs nog een monoloog kan houden. Zolang een ander maar voor de woorden zorgt. Tegelijkertijd reconstrueert Wijsman met collega’s de carrière van de karakteracteur en laat ze de camera toe op hun meest kwetsbare momenten samen.

In Michel En De Handen Op Zijn Huid (56 min.) geeft ze ‘Does’ een soort leven na de dood. Samen met de vier studenten die hem tijdens zijn laatste jaren intensief hebben verzorgd – en tussendoor ook gewoon lol maakten met de aan hen toevertrouwde man, die ook zonder woorden kon communiceren wie hij was en wat hij waardeerde – maakt ze twee jaar na zijn overlijden een reis naar het Noord-Spanje. Op een bergtop wil zij zijn as uitstrooien. Onderweg praat het gezelschap over de periode die achter hen ligt en toont Wijsman tevens hoogtepunten uit Van Dousselaeres carrière.

Zij fungeert zelf als verteller tijdens die trip – al is er ook nog een enigszins larmoyante voice-over van ‘Michel’ zelf, geschreven door Elvis Peeters en op zalvende toon ingesproken door de Belgische acteur Dirk van Dijck. Wijsman praat tijdens de autorit, de pittige bergwandeling in Spanje en het nachtje kamperen nabij de top met de studenten over hoe ‘t is om op jonge leeftijd een zorgtaak op je te nemen. Met eigen ogen hebben zij kunnen waarnemen hoe iemand op z’n allerkwetsbaarste momenten toch z’n persoonlijkheid en menszijn behoudt.

Zo bezien is deze persoonlijke roadmovie, waarin ‘t er soms alleen wel erg dik bovenop ligt, een onverholen pleidooi voor menselijke zorg. Zorg op maat, zoals Irma Wijsman dit zelf noemt. Want die is natuurlijk goed voor de patiënt, maar zeker ook niet slecht voor de zorgverlener.

Will & Harper

Netflix

‘Ik ben al in heel wat bars geweest’, vertelt Harper Steele aan enkele andere gasten van een bikersbar in Meeker, Oklahoma, waar naast de ‘Confederate flag’ een Trump-vlag aan de muur hangt. ‘Ik ben aan het kijken of ik nog welkom ben nu ik in transitie ben.’ Harpers maatje, de bekende komiek en acteur Will Ferrell, staat buiten, te wachten of hij naar binnen wordt geroepen. Harper heeft hem onder een snelkeuzetoets gezet in haar telefoon, voor het geval ‘t binnen link wordt.

Will & Harper (115 min.) zijn al hun halve leven bevriend en nu samen op een roadtrip, van de Amerikaanse oostkust naar het westen. Ze leerden elkaar ooit kennen bij de comedyshow Saturday Night Live, waar Will één van de veelbelovende nieuwe gezichten was en – deadname alert! – Andrew één van de dragende schrijvers werd. Al die jaren bleven ze nauw verbonden met elkaar. Alleen tijdens de Coronapandemie van enkele jaren geleden verloren de twee elkaar uit het oog.

En juist toen was Steele ineens definitief klaar met man zijn. ‘M’n hele leven probeerde ik het weg te drukken. Nu geef ik de strijd op.’ Ze ging in transitie. ‘Instead of an asshole I’ll be a bitch.’ En die is nu met Will op reis door de Verenigde Staten, om te ontdekken wat Harpers transitie betekent voor hun vriendschap, elkaar alle vragen te stellen die bij hen opkomen over de veranderingen en te ontdekken hoe een transvrouw, van begin zestig alweer, wordt bejegend in het hedendaagse Amerika.

Het brengt hen soms in ongemakkelijke situaties. Tijdens de rust van een basketbalwedstrijd tussen de Indiana Pacers en Philadelphia 76ers wordt Ferrell bijvoorbeeld aangesproken door Eric Holcomb, de Republikeinse gouverneur van de staat Indiana, die maar wat graag een mediamomentje scoort met de beroemde komiek. Tijdens het vervolg van de wedstrijd komen Harper en Will erachter dat hij zojuist een wet heeft aangenomen die genderbevestigende zorg voor minderjarigen verbiedt.

De toon van deze roadmovie van Josh Greenbaum blijft nochtans altijd optimistisch. Zoals de meeste Amerikanen die de twee vrienden tegenkomen, ook in het zogenaamde ‘heartland, hen eigenlijk positief tegemoet treden. En wanneer Harper dan toch weer eens wordt misgenderd – als man aangesproken – wordt dit vrijwel direct met een grap of oneliner onschadelijk gemaakt. Daarbij betaalt zich uit dat er twee mensen op stap zijn, die van humor hun beroep hebben gemaakt.

Hun zorgvuldig gearrangeerde reis, langs de verplichte fraaie plekken en uitgeserveerd met talloze aanstekelijke all-American tunes, brengt hen tevens naar Iowa, de conservatieve staat waar Harpers roots liggen en ook haar zus wacht. Die wilde gelukkig altijd al een zus. Gaandeweg ontdekt Steele, zoals dat nu eenmaal gaat in roadmovies, zo dat de grootste belemmeringen in haarzelf zitten. ‘Ik ben bang mezelf te haten’, bekent ze tegenover Ferrell. ‘Ik denk bij mezelf: je bent een freak, wat doe je hier?’

Naast die ‘freak’ zit, in bruine Harpers vintage station wagon, ‘een satanische Illuminatie-pedo’. Althans, volgens één van de reaguurders die zich genoodzaakt voelt om in te hakken op de reis van Will & Harper – en voor de verandering zijn opgekropte haat nu eens niet richt op de transvrouw – terwijl zij zitten te gebben over slecht bier, Pringles en Dunkin’ Donuts. Samen koersen ze door ‘Merica, hun eigen gevoelsleven en een vriendschap, die onderweg alleen maar meer diepte krijgt.

Samsara

Mooov

Halverwege deze spirituele film wordt iedereen geacht om z’n ogen te sluiten. Ze mogen pas weer open als de geluidssymfonie, die dan al stiekem z’n entree heeft gemaakt, helemaal is verstomd. Zo’n kwartier – en ondanks die gesloten ogen: talloze beelden en indrukken – later. De Spaanse visueel kunstenaar Lois Patiño neemt de kijker mee op de zintuiglijke reis die de ziel van een oude vrouw uit Laos maakt nadat zij is gestorven. Op naar een volgend leven.

Zij is naar de dood begeleid door een plaatselijke jongen, Amid. Vanuit een tempel voor Boeddhistische monniken, ondoorgrondelijke jongens in klassieke oranje gewaden, steekt hij dagelijks met een bootje de rivier over om haar een leidraad voor het hiernamaals te kunnen voorlezen uit een Tibetaans dodenboek. De twee hebben elkaar gevonden in een idyllische omgeving, door Patiño vervat in grootse, kleurrijke 16MM-beelden. Vooral de epische watervallen zijn van een bijna onaardse schoonheid.

En dan voltrekt zich de transitie. De film, waarvan niet direct duidelijk wordt wat nu fictie of non-fictie is, heet niet voor niets Samsara (113 min.), het Sanskrietwoord dat staat voor de cyclus van geboorte, leven, dood en reïncarnatie. De oude vrouw begint aan een nieuw leven, op een andere plek in de wereld: in Zanzibar in Tanzania, nabij het strand en de zee. Waar vrouwen met kleurrijke hoofddoeken zeewier verzamelen, een geitje het levenslicht ziet en de Islam ieders ideeën over leven en dood bepaalt.

Het moge duidelijk zijn: Lois Patiño had bij Samsara beslist geen reguliere documentaire voor ogen. Zijn film is een meditatieve ervaring geworden. En dan niet alleen de virtuele reis door ‘de Bardo, de Intermediaire Realiteit’. Ook de levens daaromheen, de kalme aanloop met de jonge monniken in Laos en het iets levendigere vervolg met de vrouwen en het geitje aan de Afrikaanse kust, vereisen innerlijke rust en betalen die dan, aan eenieder die er zich voor openstelt, vast ook terug.

The Longest Goodbye

Madman / Autlook

De techneuten van NASA willen er in eerste instantie niet over nadenken. En de astronauten moeten eigenlijk ook niets van hebben van psychologische onderzoeken. Als de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie echter daadwerkelijk bemenste missies naar Mars wil gaan uitvoeren, dan zullen die mensen toch echt uitgebreid moeten worden getest. Want wie vuur je anders de ruimte in? En (hoe) houden die ‘t samen vol?

Het is de taak van de ervaren NASA-psycholoog Al Holland en zijn multidisciplinaire team om astronauten in spe te screenen. Wie kan er daadwerkelijk een lange tijd zonder zijn familie? Wie houdt zich op een positieve manier staande binnen een klein team? Wie kan er omgaan met de immense druk? En wie heeft er nooit genoeg van om vrijwel permanent te worden gefilmd? Want, ja, Big Brother is watching you in space.

In The Longest Goodbye (87 min.) focust filmmaker Ido Mizrahy zich nu eens niet op het technische vernuft en de grootse ambities van de moderne ruimtevaart, maar op de zwakste schakel ervan: de mens. Hoe voorkom je dat die zich als Lord Of The Flies gaat gedragen in een 1984-achtige wereld? Hoe bereid je mensen voor op zo’n megalomaan avontuur? En hoe kun je min of meer garanderen dat ze ook weer gezond terugkeren?

Cady Coleman verbleef in 2007 bijvoorbeeld een half jaar in een ruimtestation. ‘Toen de raket opsteeg in de lucht, voelde ik me naar de grond gedrukt’, vertelt haar destijds tienjarige zoon Jamey. ‘Op dat moment realiseerde ik me dat mijn moeder echt weg was en zich niet meer op onze planeet bevond.’ In de navolgende maanden maakten ze samen muziek, deden een spelletje en probeerden een normaal ouder-kind contact te onderhouden.

Dat ging echter bepaald niet vanzelf. En op de vlucht naar Mars kan er zelfs helemaal geen real time-communicatie plaatsvinden. Kan virtual reality dan uitkomst bieden? vraagt Hollands team zich af. Hoe zou een avatar ’t doen als partner? Kan Artificial intelligence hier sowieso een rol in spelen? Of moeten de astronauten juist in een medisch coma worden gebracht? En kun je deze ervaringen simuleren, zodat iedereen straks min of meer weet waar ie aan begint?

Want isolatie, daar is iedereen ’t wel over eens in deze straffe, uitdagende film, blijft een ‘motherfucker’. De astronaute Kayla Barron is onderdeel van het zogenaamde Artemis Project en komt wellicht dus ooit in aanmerking voor een mogelijke Mars-missie. Maar kan zij zich er werkelijk op voorbereiden om het leven op aarde – en haar echtgenoot Tom en, wie weet, één of meerdere kinderen – voor maar liefst drie hele jaren achter zich te laten?

Die raket zal ooit Mars wel halen en dan vast ook veilig terugkeren naar aarde, zoveel is duidelijk, maar wat voor mensen brengt ie dan mee? En zijn er nog achterblijvers om hen te verwelkomen?

Warnow – Reis Naar Het Noorderlicht

Periscoop Film

Het is zo’n onbezonnen avontuur dat wel tot sterke verhalen moet leiden. Of het ook leuke verhalen zijn, valt alleen nog te bezien. Net zoals op voorhand ook niet zeker is dat iedereen ervan terugkeert. Want hoewel ze niet al te veel zeilervaring hebben, besluit een bont gezelschap van acht muzikale vrijbuiters in 2013 om met hun boot de Warnow naar het Noorderlicht te gaan zeilen. De tocht begint thuis in Schiedam en moet via Engeland en Schotland naar Noorwegen leiden. 

Het plan is om er meteen ook een documentaire van te maken en die dan voor grof geld te verkopen. Zodat ze daar later weer een reis naar Mexico of de Caribische eilanden van kunnen betalen. De realiteit blijkt echter weerbarstiger – en stormachtiger – dan het romantische idee dat de Nederlandse alto’s er van tevoren van hadden. Ten noorden van het Britse kustplaatsje Whitby dreigen ze met hun boot eerst opgeslokt te worden door het woelige water en later te pletter te slaan op de rotsen.

En dan is Warnow – Reis Naar Het Noorderlicht (98 min.), de enerverende documentaire die Wim van der Aar heeft gemaakt van het door henzelf gefilmde beeldmateriaal, de audioquotes die hij uit interviews met enkele opvarenden van de Warnow heeft gehaald en de getuigenissen van mensen die ze op hun dollemanstocht tegenkwamen, nog niet eens halverwege. Tegen die tijd ligt allang de vraag op tafel of de Warnow überhaupt dat beoogde Noorderlicht zal bereiken.

Want hoewel de avonturiers zich maanden hebben voorbereid op de trip, worden ze onderweg toch overvallen door de verraderlijke Noordzee en het leven aan boord. Enkele opvarenden zien al snel scheel van de zeeziekte. En hun boot blijkt toch echt aan de kleine kant voor acht mensen en een hond. De groep dreigt daardoor uit elkaar te vallen en weet slechts met enkele onstuimige concerten op hun pleisterplaatsen de eenheid te bewaren. Voor zolang als het duurt.

Er is duidelijk onheil op komst. Het lijkt alleen de vraag of die zich aandient in de vorm van fatale frictie aan boord of een ongeluk op zee, al dan niet vergezeld van Lord Of The Flies-achtige taferelen. Want uit wie er aan het woord komen in deze documentaire volgt automatisch ook wie er niet aan het woord komen – en de vraag wat er met hen is gebeurd. Van der Aar werkt gestaag toe naar het moment waarop de kaarten worden verdeeld en tekent daarna op wat die voor eenieder in petto hebben.

Zijn film groeit desondanks uit tot een ongegeneerde ode aan het avontuur en zij die, zonder er verder al te diep over na te denken, bereid en in staat zijn om daarvoor alles achter zich te laten. Zonder de garantie dat ze het nog ooit terugzien – of dat zij nog ooit worden teruggezien. Op weg naar een stip op de horizon, die misschien altijd buiten bereik blijft. Omdat de reis nu eenmaal belangrijker is dan de bestemming.

Reis Door Onze Wereld

IDFA

Wat doen filmmakers die aan huis zijn gekluisterd? Die gaan – of beter: blijven – filmen. Hoe dan ook. Hoe klein de wereld, door het Coronavirus, ook wordt. En filmen impliceert kijken, héél goed kijken. Naar de eigen biotoop, ditmaal, in Amsterdam-Oost. 

Alhoewel, eigen? De wereld van Peter Lataster en Petra Czisch-Lataster is net zo goed van pak ‘m beet poezen, bijen, planten, rupsen en vogels. Op een gegeven moment ontwaart het filmende echtpaar, net als hun omwonenden, een gevecht tussen ‘de familie Kraai’ en een andere vogel die hun nest wil inpikken. De vogels, die ook nog voor nageslacht zorgen, zijn al snel het gesprek van de dag bij de buren, die op hun beurt, zonder al te veel woorden, steeds dichterbij komen.

De gedwongen rust noopt Peter en Petra Lataster tot nóg nauwkeuriger kijken. Ze plaatsen de camera op een statief en observeren zichzelf en de gewone dingen die ze nu eenmaal doen in hun leven: stofzuigen, fitnessoefeningen of de wereld bespreken in bed. Intussen groeit en bloeit de wereld om hen heen als nooit tevoren (waargenomen). Vanaf anderhalve meter afstand lukt het hen om zeer dichtbij de dieren, planten en mensen uit hun directe omgeving te komen.

Via Zoom proberen ze in de persoonlijke film Reis Door Onze Wereld (Engelse titel: Journey Through Our World, 112 min.) daarnaast contact te houden met een bevriend stel, Hansje Quartel en Ingrid Harms. Oud-journalist Ingrid is ernstig ziek en nadert de laatste fase van haar leven. Zodra de omstandigheden ‘t toelaten, nodigt het filmende echtpaar hen uit voor een etentje in de tuin, waarbij ook een gezamenlijke vriendin aanschuift, actrice Olga Zuiderhoek. Zij vergast hen op een korte performance als koningin Wilhelmina.

Zo krijgt het kleine – en toch ook weer levensgrote – leven alle ruimte in deze kalme film, waarin COVID-19 en de verschillende fasen van de pandemie en lockdown vooral aanwezig zijn als decor voor het verglijden van de tijd. Daarbij komt er ruimte om écht, ook letterlijk, in te zoomen. Op die manier vangen de Latasters bijvoorbeeld een fascinerende scène waarin de bij, die ‘huisspin Elfriede’ netjes had ingepakt om ‘m te kunnen verorberen, met bruut geweld wordt geroofd door een wesp.

Het is de wreedheid en vanzelfsprekendheid van het leven en de eindigheid daarvan, vervat in een fascinerende scène, precies halverwege de film, die de herfstmaanden, winterperiode én het onvermijdelijke einde van Reis Door Onze Wereld aankondigt: de dag dat het leven verder gaat, (online) afscheid neemt van het oude en het nieuwe omarmt.

Liever Kroes?!

VPRO

Is het misschien een uitdrukking van zelfhaat? vraagt Nelly dos Reis zich af. Van geïnternaliseerd racisme? Al zo’n 25 jaar, sinds haar tiende, ontkroest de Kaapverdiaans-Nederlandse vlogger met chemische middelen haar haren. Nelly wilde als kind gewoon mooi zijn. Net als haar Barbies. Met lang, blond en steil haar dus. Dat was natuurlijk een behoorlijke uitdaging voor een meisje met een afrokapsel. Gelukkig was ze wel ‘light-skinned’, dacht ze er dan stiekem bij.

Inmiddels heeft Nelly twijfels gekregen bij haar pogingen om te voldoen aan het traditionele witte schoonheidsideaal. In Liever Kroes?! (27 min.) besluit ze terug te gaan naar af: naar de haardos die ze van moeder natuur heeft gekregen. De kapster mag dus rigoureus de schaar zetten in haar lange haren. Terwijl ze een metamorfose ondergaat, moet Nelly in deze korte documentaire, die ze maakte samen met Soraya Pol, opnieuw naar zichzelf leren kijken. Dit gaat regelmatig gepaard met stevige emoties. Ze ziet iemand die ze niet wil – of durft te – zijn.

Intussen spreekt ze met haar moeder, die haar haren ook altijd heeft ontkroesd, en haar vader, die zelf in zijn jonge jaren wél een afro had. Op foto’s uit de jaren zeventig is hij te zien met het destijds behoorlijk hippe kapsel. Alle vrouwen om hem heen hebben hun haar echter gestraight. Pa kan zich ook niet herinneren dat hij ooit een vriendin met kroeshaar heeft gehad, moet hij bekennen aan zijn inmiddels volwassen dochter.

Die probeert zich nu te ontworstelen aan het schoonheidsideaal dat ze zichzelf van jongs af aan heeft opgelegd en dat zwarte vrouwen zichzelf – en elkaar – sowieso lijken op te leggen. In dat kader belandt Nelly bij een workshop van Aminata Cairo, die is gespecialiseerd in inclusie en diversiteit. Samen met andere vrouwen gaat ze letterlijk in de spiegel kijken en probeert vervolgens die ene cruciale zin, waarin uiteindelijk alles zit opgesloten, over haar lippen te krijgen: ik mag er zijn.