Connected

SkyShowtime

Als de Russische oppositieleider Aleksej Navalny begin 2021 wordt gearresteerd, kiest de man die hem al jaren openlijk steunt, Dmitry Borisovitsj Zimin, de vlucht naar voren. Hij verlaat zijn geboorteland en zal er ook nooit meer terugkeren. Binnen een jaar is ‘Dim’ er zelfs helemaal niet meer. De bijna negentigjarige oprichter van de telecomgigant VimpelCom, het eerste Russische bedrijf op de beurs van New York, heeft voor een zachte dood gekozen, op zijn eigen voorwaarden.

In de interessante documentaire Connected (105 min.) van Vera Krichevskaya vertelt zijn veel jongere vriend en compagnon Augie Fabela hun verhaal. Samen gingen ze halverwege de jaren negentig, toen de Sovjet-Unie uiteen was gevallen en de aartsvijanden van de Koude Oorlog toenadering zochten tot elkaar, met hun startup naar de beurs. De Rus Zimin en de Amerikaan Fabela, een kind van Mexicaanse en Colombiaanse immigranten, werden vrienden voor het leven.

Later kregen ze met hun bedrijf te maken met nietsontziende Russische criminelen, die uit waren op hun geld, en werden ze geconfronteerd met een nieuwe autocratische leider, Vladimir Poetin, en de corrupte clan die zich daaromheen verzamelde. Rusland begon, op een totaal andere manier, net zo’n totalitaire staat te worden als de Sovjet-Unie. Zimin trok er zijn conclusies uit. Hij verliet de business en besloot zijn aanzienlijke fortuin beschikbaar te stellen voor goede doelen.

Met deze terugblik op zijn opmerkelijke leven belicht Krichevskaya tevens de geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland. In 1935 werd Zimins vader gearresteerd. Hij zou sterven in een strafkamp. Na de dood van de destijds almachtige leider Jozef Stalin in 1953, ontving zijn familie zowaar een rehabilitatieformulier. Dims moeder kreeg ook nog enkele maanden salaris van haar echtgenoot overgemaakt. ‘Ik weet niet of het tragisch was, of een farce’, herinnerde hun zoon zich later.

Het lot van zijn vader zou een enorme vastberadenheid losmaken in Dmitry Zimin. ‘We zullen nooit ergens komen’, hield de man, die ooit werd opgeleid als ingenieur en jarenlang werkzaam was in het militair-industriële complex, zijn gehoor voor tijdens een speech in 2011, ‘als we geen respect ontwikkelen voor afwijkende meningen.’ En daaraan zal hij ook het finale deel van zijn leven wijden, bezegeld met een allerlaatste reis met zijn vrouw Maya op hun zeiljacht.

En daar komt Augie, die op latere leeftijd zowaar politieagent is geworden, hem natuurlijk opzoeken. Ook bij hem kruipt het bloed waar ’t niet gaan. Als Rusland Oekraïne binnenvalt, kort na Dims dood, komt Fabela in actie – vast ook om zijn hartsvriend te eren.

Ladies & Gentlemen… 50 Years Of SNL Music

Saturday Night Live

Als je ruim twee uur toch wat te gortig vindt voor een documentaire over de live-optredens in een legendarische Amerikaanse comedyshow, houdt ‘t dan simpelweg bij het intro van de film. Welgeteld vijf minuten puur muzikaal genot.

Nelly doet ‘t met Franz Ferdinand. Mmmbob van Hanson en Chers I Found Someone versmelten met elkaar. Queens Another One Bites The Dust lanceert Ice Ice Baby (Vanilla Ice), She Drives Me Crazy (Fine Young Cannibals) en Love Is A Wonderful Thing (Michael Bolton). John Mellencamp, INXS en Roy Orbison vechten ‘t samen uit. Prince, Rick James en Duran Duran jutten elkaar op. Lenny Kravitz leent het ritme van James Brown. Billie Eilish botst op U2 en Olivia Rodrigo. En *NSYNC, Dido en Destiny’s Child steken elkaar de helpende hand toe.

Deze volvette mashup, waarin de hoogte- en dieptepunten uit Saturday Night Live’s rijke muzikale historie zijn samengebald, vormt de opmaat naar Ladies & Gentlemen… 50 Years Of SNL Music (128 min.) van Oz Rodriguez en Ahmir ‘Questlove’ Thompson, de drummer van de hiphopgroep The Roots en maker van de muziekdocu’s  Summer Of Soul (…Or, When The Revolution Could Not Be Televised), een terugblik op het Harlem Cultural Festival in 1969, en Sly Lives! (Aka The Burden Of Black Genius), een portret van de legendarische funkband Sly & The Family Stone.

De Saturday Night Live-film, opgebouwd uit thematische hoofdstukjes van een minuut of negen, belicht met comedians die tot het vaste ensemble behoorden (zoals Eddie Murphy, Adam Sandler, Maya Rudolph,  Bill Hader en Jimmy Fallon) en artiesten die er optraden (Mick Jagger, Billie Eilish, Dave Grohl, Olivia Rodrigo, Miley Cyrus, Debbie Harry, Tom Morello, Jack White en Dua Lipa) de roemruchte geschiedenis van het New Yorkse televisieprogramma, dat al een halve eeuw een podium biedt aan nieuwe en gevestigde artiesten om zich live (LIVE!) te manifesteren.

Vanaf het allereerste optreden – Billy Preston in oktober 1975 – probeert het programma van showrunner Lorne Michaels de artiesten van het moment te strikken en vóór de trends uit te programmeren. Deze docu herbergt talloze van zulke dampende performances: Funky Four Plus One, Elvis Costello, Run-DMC, David Bowie, Nirvana en Adele. En soms veroorzaken die commotie. Na een tegendraads optredens van Captain Beefheart roept iemand uit het publiek hoorbaar ‘shit!’. Sinéad O’Connor verscheurt een foto van de paus. En Kanye West gaat z’n boekje weer eens helemaal te buiten.

En wat is er nu mooier dan om die artiesten ook te laten participeren in sketches? Madonna als ordinaire fan van Barbra Streisand. Paul Simon die Still Crazy After All These Years zingt in een belachelijk vogelpak). En Dave Grohl als de drummer van een punkband die een bruiloft versjteert. Saturday Night Live creëert overigens ook z’n eigen muzikale helden als John Belushi en Dan Aykroyd The Blues Brothers vormen, Eddie Murphy zich in James Brown’s Hot Tub Party waagt en het trio The Lonely Island hilarische muziekvideo’s zoals Dick In A Box begint uit te brengen.

Aan het niveau van dat daverende intro kan Ladies & Gentlemen… 50 Years Of SNL Music in de navolgende twee uur, die even fragmentarisch als vermakelijk zijn, niet meer tippen. Één probleem: zie hem na die eerste vijf minuten nog maar eens af- of stil te zetten.

The Commandant’s Shadow

HBO

Hans Jürgen Höss heeft volgens eigen zeggen ‘een fijne en idyllische jeugd’ gehad. Hij speelde met z’n zusje Inge-Brigitt, bijgenaamd ‘Püppi’, in het zwembad bij hun huis, ravotte met de hond of ging met zijn vader kanoën op de rivier. Als kind had hij er geen idee van dat hij naast het vernietigingskamp Auschwitz woonde – en dat zijn vader Rudolf daarvan de commandant was. Vanuit hun huis konden ze het crematorium zien.

Dat gruwelijke uitgangspunt – het gelukkig gezinnetje Höss, naast een moordmachine zonder gelijke – vormde natuurlijk al het uitgangspunt voor de Oscar-winnende speelfilm The Zone Of Interest (2023). De documentaire The Commandant’s Shadow (103 min.) zorgt voor verdere context. Rudolf Höss’s zoon Hans Jürgen houdt daarin vol dat hij zich als kind geen moment bewust is geweest van wat er zich daar, aan de andere kant van de tuinmuur, afspeelde. Zijn eigen zoon Kai, de kleinzoon van de commandant en zelf pastor in een kerk te Stuttgart, kan zich dat nauwelijks voorstellen. Hij vermoedt dat zijn vader die herinneringen, uit pure zelfbescherming, heeft verdrongen.

In deze film van Daniela Volker gaat Hans Jürgen eindelijk de confrontatie aan. Hij verdiept zich bijvoorbeeld in de memoires van zijn vader. Als hij leest hoe die tijdens het afvoeren van vrouwen en kinderen naar de gaskamers moest denken aan zijn eigen gezin, reageert Hans Jürgen geschokt. Zo komt ’t wel heel dichtbij. Hij reist ook af naar de Verenigde Staten voor een ontmoeting met ‘Püppi’, die hij al ruim een halve eeuw niet heeft gezien. Hun vader was ‘een goed mens’, houdt zij dan staande, ook tegenover zichzelf. Hij was ergens in beland waaruit ie niet meer kon ontsnappen. En hun moeder Hedwig schermde de kinderen af, zodat zij een onbezorgd leventje konden leiden.

Tegenover de verschillende leden van de familie Höss plaatst Volker de Joodse vrouw Anita Lasker-Wallfish, die als celliste een plek veroverde in het kamporkest van Auschwitz en mede daardoor de oorlog overleefde, en haar dochter Maya, die met typische tweede generatie-problematiek kampt. ‘Ik ben de verkeerde moeder voor mijn dochter’, stelt Anita. ‘Ik ben heel simpel. Getraumatiseerd? Vergeet ‘t. Ga door met je leven.’ Maya wil die geschiedenis echter verder onderzoeken en legt in dat kader contact met vader en zoon Höss. Hun ontmoeting vormt de climax van deze stemmige film over verzoening met een verleden waarmee geen mens zich eigenlijk kan verzoenen.

Hans Jürgen en zijn zoon moeten accepteren dat ze afstammen van, in Kais woorden, ‘de grootste massamoordenaar uit de menselijke historie’, Anita en haar dochter dat zelfs hun traumatisch verleden geen enkele garantie biedt voor de toekomst. Want om hen heen zien ze hoe de tegenstellingen weer ouderwets worden opgepookt en ook de zondeboktheorie gewoon weer opgeld doet.

Antares De La Luz: La Secta Del Fin Del Mundo

Netflix

De wereld zal vergaan op 21 december 2012. Een kleine maand daarvoor slaan Antares en zijn volgelingen nog een laatste aanval van de Duivel af. Op 23 november komt het tot een episch gevecht met het duister, dat door de Chileense sekteleider, die zich ‘de krijgershouding’ helemaal eigen heeft gemaakt, resoluut in hun voordeel wordt beslecht. Hij gooit het vleesgeworden kwaad eigenhandig in het vuur. Binnenkort is alles voorbij, zeggen ze dan tegen elkaar. Zij zullen vrij zijn!

Ruim tien jaar later kijken de sekteleden, sommigen na een gevangenisstraf, in Antares De La Luz: La Secta Del Fin Del Mundo (100 min.) ontzet terug op een periode die alle tekenen vertoont van een collectieve psychose. Ze waren volledig in de greep geraakt van Ramón Castillo Gaete, alias Antares, de incarnatie van God. ‘Ik ben vele malen geïncarneerd’, zou die tegen zijn secondant Pablo Undurraga hebben gezegd. ‘Sommige van die incarnaties dienden om te onderwijzen. Als Jezus kwam ik onderwijzen. Als Boeddha en Krishna kwam ik onderwijzen. Ditmaal ben ik niet gekomen om te onderwijzen. Ik ben deze keer gekomen om de duisternis te verslaan.’

En deze overtuiging, die vast niet helemaal los valt te zien van uitbundige meditatiesessies met de hallucinogene Ayahuasca-thee, leidt tot een stoutmoedige daad om de mensheid te redden. De mensheid zelf – niet gehinderd door een sjamanistisch amalgaam van de Maya-traditie, tegencultuur-icoon Carlos Castaneda en de godheid Viracocha – ziet er intussen iets geheel anders in: een onbestaanbare gruweldaad, een offer dat nooit gebracht had mogen worden. Zelfs als daarbij in ogenschouw wordt genomen dat Antares en zijn trippende gevolg oprecht handelen vanuit hun ‘innerlijke wezen’ en er altijd van uit zijn gegaan dat het nooit 22 december 2012 zal worden.

Als die dag toch aanbreekt – en er zullen nog talloze dagen volgen, om alle zonden te overdenken – is dat in wezen het begin van het einde. Niet van de wereld zoals wij die kennen, maar van de sekte die een eindeloze nachtmerrie is geworden voor de leden. Gezamenlijk roepen zij die nu weer op. Alleen Pablo Undurraga komt daarbij herkenbaar in beeld, de anderen kiezen ervoor om anoniem te blijven. Regisseur Santiago Correa vervat hun schokkende herinneringen in dramatisch getoonzette reconstructies, ondersteunt die met getuigenissen van direct betrokkenen, politieagenten, juristen en psychiaters en topt het geheel af met enkele ingenieuze symbolische sequenties.

Uiteindelijk spitst deze krachtige documentaire zich toe op de vraag of de sekteleden destijds toerekeningsvatbaar waren, of zodanig gehersenspoeld dat hun bijdrage aan dat ene fatale offer hen – formeel – niet kan worden aangerekend? En hoe kunnen ze zelf, inmiddels helemaal uitgetript, verder met hun leven, in de wetenschap dat de wereld weliswaar niet is vergaan, maar dat de wereld zoals zij die kennen ook nooit meer dezelfde zal zijn?

Stamped From The Beginning

Netflix

Het is een ongelijke strijd. Zwarte Amerikanen zijn Stamped From The Beginning (91 min.), volgens schrijver en historicus Ibram X. Kendi in zijn gelijknamige bestseller, die nu door de toonaangevende Afro-Amerikaanse documentairemaker Roger Ross Williams op virtuoze wijze is verfilmd. Ze zijn vanaf hun aankomst in de Verenigde Staten, op één van die vermaledijde slavenschepen op de Transatlantische route, geframed als nauwelijks te onderscheiden van beesten.

In die periode is volgens Kendi sowieso het concept ‘zwart’ ontstaan. Van tevoren beschouwden de tot slaaf gemaakten zichzelf nog gewoon als lid van een bepaalde Afrikaanse stam. Zij voelden zich helemaal geen onderdeel van één en hetzelfde ras. Hun slavenhouder kon zijn handel, naar zichzelf en de rest van de wereld, echter alleen verantwoorden als hij aannemelijk kon maken dat het om een minderwaardige mensensoort ging. Zwart dus. Als roet, de nacht en al wat sowieso het daglicht niet kan velen. En al die verschillende mensen hadden zich maar naar dat idee te voegen.

Het concept ‘wit’, zo betogen Kendi en de andere zwarte denkers die Williams in zijn puntige filmessay aan het woord laat, stamt zelfs van nog later datum. Toen ze zich wilden onderscheiden van arbeiders met een kleurtje konden Polen, Italianen en Ieren lekker schuilen onder wat activiste Brittany Packett Cunningham ‘een paraplu van witheid’ noemt. De twee bevolkingsgroepen zaten allebei onder de knoet bij een kleine, natuurlijk witte, elite en werden daardoor lekker tegen elkaar uitgespeeld. Drie keer raden welke groep zich uiteindelijk van dit juk wist te bevrijden.

Zulke inzichten hadden gemakkelijk tot een dor en tamelijk breedsprakig vertoog kunnen leiden waarin de witmens met allerlei, nauwelijks te betwisten, feiten om de oren wordt geslagen en intussen ook de ‘Black is beautiful’-gedachte wordt uitgedragen. Roger Ross Williams richt zich echter vooral op het wild kloppende hart uit Kendi’s boek en dient dit nu op met een caleidoscopische mixture van speelfilmfragmenten, animatie, nieuwsreportages, literatuur en kunst, waarbij een stuwende soundtrack er wel voor zorgt dat het tempo en de schwung erin blijven.

Te midden van Afro-Amerikaanse iconen zoals Frederick Douglass, Maya Angelou en Barack Obama houdt Williams echt even halt bij de baanbrekende vrouwen Harriet Jacobs (die als eerste haar eigen slavenverhaal op papier zette), Ida B. Wells (een burgerrechtenactiviste die het aantal lynchpartijen in kaart bracht) en Phillis Wheatley (de eerste zwarte vrouw met een dichtbundel). Na de publicatie van Wheatleys boek werd er overigens een commissie van wijze mannen – herstel: witte mannen – ingesteld. Want zulke poëzie kon toch niet zijn geschreven door ‘slechts een zwarte vrouw’? 

Zwierig slalomt Roger Ross Williams, aan de hand van het onderzoek van Dr. Ibram X. Kendi, zo door de historie van Zwart Amerika. Met prominente vertegenwoordigers als schrijfster Angela Davis, influencer Lynae Vanee en congreslid Cori Bush, langs de pijnlijke symbolen Willie Horton, Rodney King en King Kong (!), via zwarte hyperseksualiteit en -criminaliteit, dwars door witte iconen zoals Thomas Jefferson, Jefferson Davis en ‘white savior’ Abraham Lincoln, op weg naar George Floyd. Want Black Lives Matter blijkbaar nog altijd niet evenveel als die van witte Amerikanen.

Er is niets mis met zwarte mensen, concludeert Kendi. Maar alles met hoe we naar zwarte mensen kijken.

5 Seasons Of Revolution

Docmakers

Ze wist altijd al dat haar land Syrië in wezen een politiestaat was. Toch wordt dat idee voor Lina, een jonge vrouw uit de betere buurten van hoofdstad Damascus en de maker en hoofdpersoon van 5 Seasons Of Revolution (95 min.), pas echt concreet als haar goede vriend Malaz bij een controlepost wordt aangehouden. Er is een grap over president Assad op zijn telefoon ontdekt. Samen met haar vrienden Bassel, Susu en Rima blijft Lina vervolgens de hele nacht op: ze veranderen Malaz’s wachtwoorden, verwijderen allerlei berichten van zijn apparaten en seinen z’n directe omgeving in.

Lina neemt zelf ook maatregelen. Ze begint haar leven op te delen in losse compartimenten. Als videojournalist opereert ze voortaan onder de naam ‘Maya’. Bij activisten gaat ze zichzelf ‘Maiss’ noemen. Collega-filmmakers leren haar kennen als ‘Layla’. En in de verwoeste stad Aleppo wordt ze later ook nog ‘Lama’. Het is pure noodzaak. ‘Zo kon Lina apolitiek blijven’, vertelt ze in een voice-over, waarmee deze persoonlijke film over de sleuteljaren van de Syrische burgeroorlog (2011-2015) wordt aangestuurd. ‘Het was alleen zaak om ze niet door elkaar te halen.’

Met een klein groepje getrouwen documenteert ‘Lina’ – haar achternaam blijft onbenoemd – de dramatische ontwikkelingen die haar land en hun jonge levens in de greep krijgen. De één begint zich in stilte bezig te houden met protest, een ander roept publiekelijk op tot ‘Stop het moorden’. Ook de vraag of ze zelf de wapens moeten gaan opnemen komt aan de orde. Want, zo constateert de filmmaakster somber: ‘good guys don’t win wars’. De individuele keuzes die ze maken stellen zo hun onderlinge loyaliteit op de proef. En ze lopen gevaar. Niet iedereen zal ‘t er levend vanaf brengen.

Hun persoonlijke levensverhalen, door Lina geïllustreerd met foto’s, verborgen camera-beelden en clandestiene interviews, (waarbij de participanten vaak onherkenbaar zijn gemaakt) zetten in 5 Seasons Of Revolution de oorlog, die door de ontwikkelingen in pak ‘m beet Oekraïne en Iran z’n momentum kwijt lijkt te zijn, weer vol in de aandacht. Niet zo ‘in your face’ als de klassieke Syrië-docu’s For Sama en The Cave, maar met wat meer oog voor de grotere maatschappelijke ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor een nieuwe generatie weldenkende Syriërs, waarvan een deel noodgedwongen zijn heil elders, soms ook in Nederland, is gaan zoeken.

Take Care Of Maya

Netflix

Hun dochter Maya wordt in 2015 voor vijf dagen in coma gebracht. Op advies van dokter Ashraf Hanna laten Jack en Beata Kowalski haar een experimentele behandeling ondergaan, die alleen in Mexico wordt aangeboden. Maya heeft allerlei lichamelijke klachten: ademhalingsproblemen, hoofdpijn, een branderige huid, pijn aan de armen, naar binnen gekeerde benen en een algemeen lusteloos gevoel. Het Amerikaanse kind is door een arts gediagnosticeerd met CRPS: Complex Regionaal Pijn Syndroom.

Enige tijd later, in het najaar van 2016, gaat het toch weer slechter met Maya. Het inmiddels tienjarige meisje wordt begin oktober opgenomen in het Johns Hopkins All Children’s Hospital in Tampa Bay, Florida. Daar vermoeden ze dat er wel eens sprake kan zijn van ‘medische kindermishandeling’. Haar moeder Beata wordt ervan verdacht dat ze lijdt aan Münchhausen By Proxy. Bij deze psychiatrische aandoening, eerder indringend vereeuwigd in de true crime-docu Mommy Dead And Dearest, zoeken mensen steeds medische hulp voor gefingeerde of zelf veroorzaakte stoornissen of ziektes bij iemand die aan hun zorg is toevertrouwd. Op basis van zulke vermoedens wordt Maya nu onder staatsvoogdij geplaatst. Het contact met haar ouders wordt geminimaliseerd. Met ronduit dramatische gevolgen.

In Take Care Of Maya (104 min.) reconstrueert Henry Roosevelt deze bijzonder tragische geschiedenis, die in september 2023 ein-de-lijk voor de rechter zal worden gebracht. Roosevelts voornaamste bron is vader Jack, die terzijde wordt gestaan door zijn advocaten, dokter Hanna en de journaliste Daphne Chen, die de situatie rond Maya en soortgelijke kwesties heeft onderzocht. Zulke zaken zijn nooit zwart-wit, zegt zij. Deze documentaire had echter wel wat meer grijstinten kunnen gebruiken. Want doordat de betrokken hulpverleners, waaronder de zeer omstreden expert Sally Smith van de geprivatiseerde kinderbeschermingsorganisatie Suncoast Center, niet kunnen of willen reageren, lijkt Roosevelts film bijna een opstapje naar het pleidooi dat de advocaat van Kowalski straks in de rechtszaal gaat houden.

Dat betoog kan overigens voor een belangrijk deel worden geschraagd met de getuigenissen van ouders met soortgelijke ervaringen en officiële verklaringen van Maya, haar vader Jack en broertje Kyle, medewerkers van het ziekenhuis, politieagenten én Sally Smith. Aan informatie en documentatie is sowieso geen gebrek in deze voor alle betrokkenen bijzonder pijnlijke zaak. Óók doordat alles, ook persoonlijke gesprekken en telefoontjes met instanties, lijkt te zijn vastgelegd en opgenomen. In het bijzonder door Beata Kowalski, waarschijnlijk om er later de tegenpartij mee om de oren te kunnen slaan. Vanuit een moeder in nood bezien is dat begrijpelijk, maar het tekent ook de argwaan die vanaf het allereerste begin in De Zaak Maya is geslopen – en de wantrouwende samenleving waarbinnen die is gesitueerd.

De tragedie die zich mede daardoor aftekent voor de Kowalski’s wordt door Take Care Of Maya uitstekend invoelbaar gemaakt. Tegelijkertijd maakt de film ook benieuwd naar dat andere perspectief, van hulpverleners die zich genoodzaakt zagen om in te grijpen. Dat had de ‘waarheid’ van het kwetsbare kind en haar directe familie beslist kunnen verrijken.

United We Stand: Musicians In Times Of War

Amstelfilm

Welke rol kan een musicus spelen in tijden van oorlog? Behalve spelen alsof zijn – en ons – leven ervan afhangt, welteverstaan. Na Ruslands inval in Oekraïne begint de in Nederland woonachtige Russische celliste Maya Fridman begin 2022 benefietconcerten met Russische en Oekraïense muzikanten te organiseren. ‘Ik denk dat de rol van musicus veel mogelijkheden biedt om mensen te verenigen’, zegt ze in United We Stand: Musicians In Times Of War (72 min.). ‘Alleen die gedachte voorkomt momenteel dat ik gek word.’

Regisseur David van Tijn volgt Fridman en de musici die haar vergezellen tijdens de repetities en concerten. Hij geeft daarbij veel ruimte aan hun geladen performances en gebruikt die zo nu en dan ook als soundtrack bij beelden van de ravage in Oekraïne. Verder spreekt hij met hen over wat de situatie in hen losmaakt. Altvioliste Dana Zemtsov vertelt bijvoorbeeld hoe ze zich, ondanks het feit dat ze is geboren in Mexico en in haar leven zegge en schrijven één week in Rusland verbleef, nu Russischer dan ooit voelt. ‘Ik voel schaamte en dat hoor ik van meer Russen die wat er nu gebeurt niet steunen en die het niet begrijpen. Want Oekraïners zijn hun broeders.’

Gaandeweg wordt duidelijk dat de Russische aanvallen zich steeds nadrukkelijker richten op het vernietigen van de Oekraïense historie en cultuur. Daarmee kan de identiteit van het land zelf worden uitgewist. De Russische concertpianist Evgeny Kissin is kapot van wat Poetin in Oekraïne aanricht. ‘Persoonlijk beschouw ik elke noot die ik speel als een kogel die ik afschiet op de Russische indringers.’ Hij vindt in elk geval dat hij niet aan de zijlijn kan blijven staan. ‘Al doet niet elke strijder de vijand kwaad, toch moet iedereen slag leveren.’ haalt hij tegenover Maya Fridman de Russische dichter Nikolai Nekrasov aan. ‘En daarom zitten jij en ik nu hier’.

De noodzaak van kunst, muziek in het bijzonder, wordt zo nog eens overtuigend geïllustreerd in dit verzorgde tourverslag van David van Tijn. Als film zou United We Stand zeker korter en bondiger kunnen, als statement van de (wan)hoop en strijdvaardigheid bij kritische Russische en Oekraïense musici mag de documentaire er echter onverkort wezen.

Dreaming Walls: Inside The Chelsea Hotel

Cinema Delicatessen

Zowel het hotel zelf, dat wordt gerenoveerd, als de vaste gasten hebben inmiddels een glorieuze toekomst achter zich. Er wordt al negen jaar verbouwd in het illustere Chelsea Hotel te New York. In die tijd is iedereen die weg kon inmiddels wel vertrokken. De blijvers zijn volledig vergroeid geraakt met deze plek en lijken vaak ook geen alternatief te hebben. Het is tegelijk nog maar de vraag of ze straks de (verhoogde) huur kunnen opbrengen als die verbouwing ooit afkomt. Als die ooit afkomt.

Het hotel heeft een roemruchte historie. Kunstenaar Andy Warhol maakte er de underground-film Chelsea Girls, zanger Leonard Cohen wijdde er de songklassieker Chelsea Hotel aan. En pak ‘m beet Marilyn Monroe, Bob Dylan, William Burroughs, Nico, Jimi Hendrix, Janis Joplin, Patti Smith, Sid Vicious & Nancy Spungen en Madonna verbleven en werkten er. Volgens één van de bouwvakkers waart hun geest nog altijd door het pand, dat tegenwoordig vooral dienst doet als een soort Maison Vergane Glorie.

In Dreaming Walls: Inside The Chelsea Hotel (77 min.) richten Maya Duverdier en Amélie van Elmbt zich met name op de huidige bewoners van het hotel, waaronder een hoogbejaarde choreografe, een transvrouw die vooral ‘s nachts leeft en een oudere schilderes en haar zieke echtgenoot. Vrijwel allemaal leven ze voor hun eigen variant op de kunst, die het hotel ooit groot heeft gemaakt. Vanuit hun herinneringen maken de filmmakers soms ook uitstapjes naar dat verleden, toen het Chelsea Hotel ‘the place to be’ was.

Deze documentaire weigert echter om zich genoeglijk in die veel bewierookte historie te wentelen en behandelt al die helden inderdaad vooral als geesten uit een verloren tijd. Hun beeltenis wordt soms weliswaar geprojecteerd op de muren van het hotel, maar hun verhalen worden verder nauwelijks uitgediept. De echte helden van de film – de huidige bewoners – ogen soms overigens ook bijna als geesten, als verpersoonlijking van de spirit van het Chelsea Hotel dat tegenwoordig bijna bezwijkt onder het gewicht van zijn eigen verleden.

Dat is op zich een aardig uitgangspunt, maar Dreaming Walls wordt nooit meer dan dat: een amusante verzameling portretten van oudere kunstenaars en excentriekelingen, afgezet tegen een omgeving die ooit status en grandeur had. Dat vermaakt en verwondert, maar kruipt nooit écht onder de huid en slaagt er slechts een enkele keer in om te ontroeren.

The Last Movie Stars

HBO Max

‘Hoe was het om hen te zijn?’ vroeg acteur, regisseur en schrijver Ethan Hawke zich af toen hij als zestienjarige jongen op school in New Jersey het befaamde acteurskoppel Paul Newman (1925-2008) en Joanne Woodward (1930-…) zag lopen. Zij hadden daar ook een kind in de klas zitten. Paul Newman was zo’n beetje alles wat de jonge Hawke wilde zijn: knap, gelukkig, succesvol en bovendien gezegend met een goed hart.

Terwijl de halve wereld vanwege het Coronavirus in lockdown zit, wordt de volwassen Ethan Hawke door Newmans dochter Claire gevraagd om zich in het befaamde koppel te verdiepen. Hij valt bijna van zijn stoel als hij hoort dat Paul Newman zijn vriend Stewart Stern ooit heeft gevraagd om hem, Joanne en enkele sleutelfiguren uit hun leven te interviewen voor memoires, die uiteindelijk nooit zijn verschenen. De tapes daarvan zijn weliswaar vernietigd, maar de gesprekken blijken volledig te zijn uitgeschreven. Hawke begint te videobellen met bekende vrienden: wisten zij eigenlijk wel dat Paul…? En hadden ze enig idee dat Joanne…? Wat herinneren zij zich überhaupt nog van hen?

Die zoom-gesprekken met collega’s als Martin Scorsese, Sam Rockwell, Zoe Kazan, Richard Linklater, Karen Allen, Mark Ruffalo, Paul Schrader, Steve Zahn, Ewan McGregor, David Letterman, Sally Field en Vincent D’Onofrio vormen een terugkerend element in deze zesdelige serie, die demonstreert hoe Hollywood sindsdien (niets) is veranderd. Hawke en z’n vrinden spreken daarnaast ook indringend over of/hoe ze zich herkennen in Newman en Woodward en over acteren in het algemeen. En daarna stelt hij hen de vraag die al een tijd in de lucht hangt: hebben zij misschien zin om die uitgeschreven gesprekken – en daarmee ook The Last Movie Stars (360 min.) zelf – tot leven te brengen? 

En zo wordt George Clooney de klassieke Hollywood-ster Paul Newman, Laura Linney zijn al even gelauwerde grote liefde Joanne Woodward en pak ‘m beet Brooks Ashmanskas een lekker schmierende schrijver/acteur Gore Vidal. Met verve kleuren zij het archiefmateriaal rond de twee iconen en de talloze fraaie en strategisch ingezette fragmenten uit hun filmografie in. Tegelijkertijd gaat Hawke in gesprek met een dochter uit Newmans eerste huwelijk en de kinderen die hij later tijdens zijn relatie met Woodward kreeg. Zij kijken gezond kritisch terug op het leven van hun ouders, die weliswaar langdurig succes hadden maar ook moesten dealen met hun eigen demonen en gezamenlijke issues.

Met deze dubbelbiografie van epische proporties, waarmee hij weer mensen van vlees en bloed maakt van ooit onaantastbaar gewaande iconen, vertelt Ethan Hawke in wezen tegelijkertijd zijn eigen verhaal als acteur, beroemdheid en (ex-)partner van een grote ster. Zo laat hij bijvoorbeeld ook zijn acterende dochter Maya en echtgenote Ryan aan het woord. Met zijn vrouw, die tevens als producer van deze miniserie fungeert, bespreekt hij bijvoorbeeld kritiek op een voorlopige montage van de productie. Daarmee onderstreept Hawke de meta-visie op zijn onderwerp en vak, die hij wil neerleggen in deze serie. Een scène die niet werkt krijgt en passant een duw in de goede richting.

Hoewel The Last Movie Stars in totaal maar liefst zes uur beslaat – en Hawke daarin zelf een aanzienlijke positie claimt en zich het leven van zijn protagonisten soms ook toe-eigent – blijft de serie moeiteloos overeind. Het is een monument geworden voor twee (buiten)gewone mensen, aan wie je je kunt blijven vergapen en die tegelijkertijd zeer aanraakbaar worden.

Het Nieuwe Soestdijk

Talent United

Waar koningin Juliana en prins Bernhard hun hele leven vertoefden, hun kinderen Beatrix, Irene, Margriet en Christina opgroeiden en kleinkinderen als Willem-Alexander, Friso en Bernard Jr. vast graag op bezoek kwamen, worden nu een flink hotel neergezet, een kleine honderd woningen gebouwd en allerlei grootschalige evenementen georganiseerd. Tenminste, als de plannen van de MeyerBergman Erfgoed Groep voor Paleis Soestdijk in Baarn worden goedgekeurd. En dat staat, gezien de kritische houding van zowel gemeenteraad als provincie, op voorhand bepaald niet vast.

Gelukkig is Frans Bromet ter plaatse om het jarenlange gesteggel rond Het Nieuwe Soestdijk (90 min.) op te tekenen. Volgens de ervaren projectontwikkelaars, het echtpaar Ton Meijer en Maya Meijer-Bergmans, en directeur Floris de Gelder is er in het paleis sprake van extreem achterstallig onderhoud en moet er dus heel veel geld ingepompt worden om het landgoed exploitabel te krijgen. Tegelijkertijd maken allerlei mensen uit de directe omgeving zich zorgen over de schaal van de plannen, de exorbitante kosten ervan, de gevolgen voor de natuur en de mogelijke geluidsoverlast door allerlei activiteiten.

En dus worden er, zoals dat gaat in dit polderland, raadsvoorstellen niet rijp geacht voor beoordeling, adviesbureaus ingeschakeld, klankbordgroepen opgestart, projectmanagers aangesteld, advocaten ingehuurd, plannen getoetst aan de wet- en regelgeving, opties uitgediept, natuuronderzoeken gedaan, bestemmingsplannen geschreven die anderhalf jaar op zich laten wachten… ‘Ik ben verbijsterd’, stamelt Frans Bromet als het ook hem begint te duizelen. ‘Ja, zo gaan de ruimtelijke ordeningsprocedures in Nederland’, antwoordt de Baarnse wethouder Erwin Jansma glimlachend.

Terwijl er jarenlang plannen worden gemaakt, bijgestuurd, afgeschoten en weer gemaakt vuurt Bromet onbekommerd zijn directe vragen af op de verschillende betrokkenen. Tussendoor spreekt hij tevens met de huismeester van Soestdijk (‘vanaf 1 april ‘77’), de beoogde restaurator en een conservator en laat beelden uit de hoogtijdagen van het paleis zien. Of de toekomst van Soestdijk net zo bloemrijk wordt als dat verleden, is anno 2022 nog altijd niet vast te stellen. Al ligt er aan het eind van deze typische Bromet-film over Nederland op z’n smalst inmiddels wel een beoogd startjaar: 2025 (!).

Love It Was Not

Piece Of Magic

Ze stráált. Een vitale jonge vrouw. Met een onweerstaanbare glimlach. Alleen haar kleding, een hoofddoek en zwart-wit gestreepte jurk, verraadt waar de foto is gemaakt. Het vernietigingskamp Auschwitz. Een Oostenrijkse SS-officier legde de lachende Helena Citron vast op de gevoelige plaat. Deze Franz Wunsch was smoorverliefd op haar.

Samen met duizend andere Joodse meisjes uit Slowakije was Helena in maart 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. Zij waren de eerste vrouwen in het kamp. Samen met overlevenden onderzoekt Maya Sarfaty in Love It Was Not (82 min ) de onmogelijke liefde van Citron en Wunsch die daar ontstond. ‘Liebe war es nicht’, zong Helena, waarna de vonk toch oversprong. ‘Denn du hast leider doch kein Herz. Liebe war es nicht. Es war ein Scherz.’

De Joodse vrouw is, net als haar voormalige geliefde, inmiddels overleden. Via archiefinterviews komen de twee alsnog aan het woord over de relatie, waarvoor met name zij met de nek werd aangekeken door sommige andere vrouwen in Auschwitz. Ook al kon ze soms wel degelijk iets voor hen betekenen. Dat wordt eens te meer duidelijk als ook haar oudere zus Roza en haar kinderen zich in het vernietigingskamp moeten melden.

Het liefdesverhaal van de kampbewaker en de Joodse gevangene leidt de Israëlische documentairemaakster, die in 2016 al een studenten-Oscar won voor de voorstudie The Most Beautiful Woman, uiteindelijk naar Wenen. Daar moet de Oostenrijkse militair Franz Wunsch begin jaren zeventig terecht staan voor oorlogsmisdaden. De voormalige SS’er polst zijn vroegere geliefde als getuige à décharge. Ze hebben elkaar sinds de oorlog niet meer gezien.

Maya Sarfaty brengt de tragische liefdesgeschiedenis tot leven met dagboekfragmenten van Franz, briefwisselingen en een uitgekiende fotomontage – geïnspireerd door de manier waarop hij, volgens zijn dochter Dagmar, foto’s van Helena’s gezicht uitknipte en vervolgens in andere situaties plakte. Zo fabriceert de filmmaakster een boeiende en gelaagde vertelling over een liefde (?) die niet mocht zijn.

Maya

Banyak Films

Mohsen Teyerani slaapt soms bij haar in de kooi. Maya (86 min.) en hij zijn volledig vertrouwd met elkaar geraakt. Ze knuffelen en stoeien dat het een lieve lust is. Hij was het eerste wat zij zag na haar geboorte. Zou de Bengaalse tijger hem als een ouder beschouwen? De medewerker van de Vakil Abad Zoo in Mashhad opereert in elk geval als een soort – vergeef me deze woordspeligheid – Iraanse Tiger King voor de publiekslieveling.

Als Maya en haar baasje in het noorden van Iran, het gebied waar ooit de inmiddels uitgestorven Kaspische tijger heerste, meewerken aan een speelfilm, laat Mohsen het gedomesticeerde roofdier tussen de bedrijven door een heel andere wereld kennen. Zonder tralies of een geïmponeerd publiek dat al haar bewegingen vastlegt, maar met een uitgestrekt leefgebied en andere dieren, waaronder de mens, die als prooi zouden kunnen dienen.

De Iraanse documentairemaker Jamshid Mojaddadi, die deze boeiende documentaire heeft geregisseerd met Anson Hartford, aanschouwt of/hoe de vierjarige tijger zich daar staande kan houden en becommentarieert de gebeurtenissen met een bespiegelende voice-over. Maya is de eerste Iraanse tijger in het wild in ruim zestig jaar en herontdekt de kracht, souplesse en honger waarmee ze op de wereld is gezet. Zou ze ‘t daar nog redden?

Tegelijkertijd zijn er in Iran en de dierentuin zelf allerlei ontwikkelingen gaande die Mohsens positie en zijn innige relatie met Maya onder druk zetten. De dierverzorger overweegt of hij zijn oude stiel als taxidermist weer moet oppakken. Kan het verweesde dier, dat hem soms liefkozend over het hoofd likt, overleven zonder zijn baasje? En is een tijger, hoe tandeloos die ook lijkt, überhaupt in staat om een ander uiteindelijk als autoriteit te accepteren?

Zulke elementaire vragen – gecombineerd met erg intieme scènes van mens en roofdier, die inderdaad soms even aan ongemakkelijke tijgertaferelen uit Tiger King doen denken – geven Maya een dreigende ondertoon. Alsof de situatie bij het minste of geringste helemaal kan ontsporen. Tot dat moment vormen Mohsen en Maya een bijna jaloersmakende twee-eenheid.

Maya Angelou: And Still I Rise

‘Één van de fantasieën die ik op mijn zevende had, was dat er ineens iemand ‘Shazaam!’ zou zeggen en dat ik dan ineens wit zou zijn’, blikt Maya Angelou (1928-2014) een kleine halve eeuw later terug op haar jeugd in Stamps, een gehucht in de Amerikaanse staat Arkansas. ‘En dat ik niet meer met zo’n weerzin bekeken zou worden als ik door het witte deel van de stad liep.’ 

Het is een pijnlijke herinnering. Tegelijkertijd is ook duidelijk de verhalenverteller Angelou aan het woord. De zinnen die deze heeft gevonden worden bovendien uitgesproken door de performer Angelou. Haar kindertijd wordt zo onderdeel van het verhaal dat de schrijfster, zangeres en danseres van haar leven heeft gemaakt en dat ze in Maya Angelou: And Still I Rise (113 min.) samen met haar zoon Guy Johnson en mensen uit haar directe omgeving vol verve opdist.

Een veelbewogen bestaan was het zeker, dat haar aan de zijde bracht van Afro-Amerikaanse helden als Martin Luther King, Malcolm X en James Baldwin (over wie enkele jaren geleden de thematisch verwante documentaire I Am Not Your Negro is gemaakt) en dat in algehele erkenning zou uitmonden toen ze als een soort dichteres des vaderlands de natie mocht toespreken tijdens de inauguratie van Bill Clinton tot president van de Verenigde Staten in 1993.

Clinton ontbreekt natuurlijk niet in deze ongegeneerde lofzang op de befaamde zwarte schrijfster van Bob Hercules en Rita Coburn Whack uit 2016. Net als zijn vrouw Hillary en protegés als talkshowhost Oprah Winfey, hiphopper Common en regisseur John Singleton. Zij illustreren Maya Angelou’s eigen verhaal over een leven vol schade, schande en triomfen. Dat zou haar maken tot een ‘wise old woman’, die nadrukkelijk haar sporen achterliet in een nieuwe generatie Afro-Amerikanen en het land dat intussen ook het hunne was geworden.

The Art Of Political Murder

HBO

Twee dagen nadat de Guatemalteekse bisschop Juan Gerardi een rapport over mensenrechtenschendingen had gepresenteerd, werd hij op zondag 26 april 1998 bruut vermoord. Blijkbaar zat niet iedereen te wachten op ‘s mans bevindingen over de burgeroorlog die tussen 1960 en 1996 woedde in Guatemala en zo’n 200.000 burgerslachtoffers had gemaakt. Of zat er toch een persoonlijk motief achter zijn uiterst gewelddadige dood? Kort nadat hij moest zijn gestorven, zag een dakloze man hoe een kerel met ontbloot bovenlichaam Gerardi’s woning verliet.

The Art Of Political Murder (89 min.) laat de tijd herleven dat het Midden-Amerikaanse land nog volledig werd verscheurd door de strijd tussen de militaire regering van stijfrechtse signatuur en linkse rebellen, die werden ondersteund door de oorspronkelijke Maya-bevolking van Guatemala. Deze tweespalt zou ook de loop van het politieonderzoek naar de moord op de bisschop en mensenrechtenactivist beïnvloeden. Kon het recht ooit zijn loop hebben binnen zo’n politiek geladen context? Zou er überhaupt een fatsoenlijk onderzoek naar de ware toedracht kunnen plaatsvinden?

Ruim twintig jaar na dato kijken de officier van justitie, direct betrokkenen en de dakloze ooggetuige, die nog een kaart in zijn mouw blijkt te hebben, in deze krachtige documentaire van Paul Taylor terug op Guatemala’s nationale tragedie, waarbij ook Gerardi’s eigen huisgenoot, eerwaarde Mario Orantes, nog een opmerkelijke rol zal spelen.

‘Til Kingdom Come

IDFA

Totdat de grote eindstrijd losbarst bij Armageddon, waarbij ze volgens de Bijbel recht tegenover elkaar komen te staan, trekken evangelische Amerikanen en Israëlische Joden gezamenlijk op. Teneinde Het Beloofde Land van een bloeiend bestaan te verzekeren. Het is een ‘strategische samenwerking van God’, die de twee partijen vooralsnog geen windeieren legt. Aan beide zijden van de Atlantische Oceaan werd in 2018 het besluit van de regering Trump om Jeruzalem te erkennen als Israëls hoofdstad en de Amerikaanse ambassade naar die stad te verplaatsen bijvoorbeeld met gejuich begroet.

Jaarlijks doneren conservatieve christenen zo’n 130 miljoen dollar aan The International Fellowship Of Christians And Jews van Yechiel Eckstein en zijn dochter/beoogde opvolger Yael, die in ‘Til Kingdom Come (76 min.) het Amerikaanse heartland afreist om hun boodschap te verkondigen en de bijbehorende giften te incasseren. Dat geld wordt naar verluidt besteed aan Israëliërs die onder de armoedegrens leven, Holocaust-overlevenden en ‘veiligheidsprojecten’. Joodse kolonisten zijn in elk geval bepaald niet ongelukkig met hun werk. Palestijnen, de christenen (!) in het bijzonder, voelen zich intussen ongehoord en behandeld als tweederangs burgers die het land uit worden gejaagd.

‘Waarin verschilt dat van moslims, die zeggen dat ze een mandaat hebben om een Jihad te starten en alle ongelovigen van hun land te verdrijven’, vraagt de Palestijnse dominee Munther Isaac van The Evangelical Lutheran Christmas Church in Bethlehem bijvoorbeeld aan zijn Amerikaanse collega Boyd Bingham IV, die net als zijn vader en grootvader predikant is van de Binghamtown Baptist Church in een tobbend stukje Kentucky. ‘Omdat zij niet ónze God aanbidden’, is het ontluisterende antwoord. Even later is de jeugdige Bingham, die in deze delicate documentaire de spreekwoordelijke godsvruchtige Amerikaan met een vuurwapen vertegenwoordigt, nog duidelijker: volgens de Bijbel is dit Heilig Land. Daarbij passen helemaal geen Palestijnen, christelijk of niet.

Het is een rechtlijnige wijze van denken – nee: geloven – en een gewiekste manier van opereren die steeds weer de kop opsteekt in ‘Til Kingdom Come. De Israëlische filmmaakster Maya Zinshtein, die eerder de oerrechtse voetbalclub Beitar Jerusalem F.C. portretteerde in de explosieve documentaire Forever Pure, maakt daarin een rondgang langs kerkgemeenschappen, lobbygroepen en organisaties die De Joodse Zaak dienen en laat diverse sleutelfiguren daarvan, zoals de Amerikaanse tv-dominee Pat Robertson die de twee partijen bij elkaar bracht, aan het woord. Zo legt ze een labyrint van connecties bloot, dat een nieuw licht werpt op de vooralsnog bijzonder succesvolle Amerikaans-Israëlische combi.

Tenminste, totdat de Messias zich meldt in het Beloofde Land…

Matangi / Maya / M.I.A

‘All I wanna do is bang bang bang bang’, rapt M.I.A., terwijl er geweerschoten klinken in haar wereldhit Paper Planes uit 2007. Een kassa rinkelt: ‘And take your money.’ Zo kijken veel westerlingen toch tegen immigranten aan? Nou, dan kunnen ze het krijgen ook, moet de Britse rapper van Sri Lankaanse origine (echte naam: Maya Arulpragasam) hebben gedacht. In 1985 vluchtte ze als tienjarige Aziatische meisje naar een volledig vreemde wereld, Europa. Die verscheurdheid klinkt door in alles wat ze sindsdien heeft gemaakt.

Dat perspectief – van de buitenstaander die bij ‘ons’ en haar eigen moederland naar binnen kijkt – maakt van de biopic Matangi / Maya / M.I.A. (96 min.) méér dan het zoveelste portret van een succesvolle artiest, die nog eens goed in de markt moet worden gezet of wel een extra veer in zijn reet kan gebruiken. M.I.A.’s venijnige songs kunnen niet los worden gezien van hun maatschappelijke context. Dat betekent overigens niet dat filmmaker Steve Loveridge ook kritisch naar de controversiële rapper kijkt. Daarvoor verblijft hij (blijkbaar) al te lang in haar entourage. Hij filmt Maya sinds halverwege de jaren negentig, toen ze allebei op de kunstacademie zaten.

Onplezierige vragen over de aard van M.I.A.’s activisme of haar omstreden vader, een prominent lid van de verzetsbeweging/terreurgroep de Tamil Tijgers, blijven achterwege. ‘Waarom ben je zo’n problematische popster?’, vraagt Loveridge nog wel aan zijn hoofdpersoon. ‘Waarom…’ Ze maakt de zin zelf af: ‘houd je niet gewoon je bek?’. Waarmee de relatie tussen maker en subject aardig is neergezet. Deze film moet het duidelijk niet hebben van kritische distantie, maar van de nabijheid tussen vrager en bevraagde. De documentaire bestaat voor het leeuwendeel uit B-roll video’s die in huiselijke kring, backstage en tijdens reizen naar Sri Lanka zijn gemaakt.

M.I.A.’s leven en dit spannende portret van een strijdbare jonge vrouw komen tot een climax in 2009 als ze, zwanger van haar eerste kind en genomineerd voor zowel een Oscar als een Grammy Award, ziet hoe de oorlog in haar moederland escaleert. Als ‘enige Tamil in de westerse media’ voelt ze zich geroepen om zich uit te spreken over wat zij de genocide op haar volk noemt. Zo komt Maya zelf ernstig onder vuur te liggen, bijvoorbeeld via een venijnig profiel in New York Times Magazine, waarin ze wordt neergezet als een verwend kind, dat flinterdunne politieke statements maakt. Sleutelquote: ‘”I kind of want to be an outsider”, she said, eating a truffle-flavoured French frie.’

M.I.A. (ofwel: Missing In Action) reageert in stijl met een slicke videoclip, waarin ze zogenaamd met een grote zonnebril op aan een zonovergoten buitenzwembad zit. ‘All I wanna do is check my Monet’, concludeert ze, om met de nodige zelfspot te verduidelijken: ‘M.I.A. investing in third world democracy. These shades were made in Sri Lanka. Don’t you dare write anything else funny about me.’ Waarna de geboren provocateur ostentatief een vliegtuigje vouwt van een dollarbiljet en het door de lucht laat dwarrelen…

Forever Pure


Forever Pure lijkt misschien een voetbalfilm; over een topclub die twee buitenlandse spelers aantrekt om z’n prestaties op te krikken. Maar de voetbalwereld is niet meer dan een vrij willekeurig decor voor deze vlijmscherpe documentaire, waarin de spanningen tussen (conservatief) Israël en haar moslimomgeving centraal staan.

Premier Benjamin Netanyahu en minister Avigdor Lieberman, leider van de rechts-nationalistische politieke partij Yisrael Beiteinu, associëren zich graag met de Israëlische eredivisieclub Beitar Jerusalem FC. De harde kern van die club, La Familia, is berucht om zijn anti-Arabische uitspraken en vertegenwoordigt daarmee de zogenaamde hardliners van het land.

Het is dan ook niet vreemd dat Beitar helemaal op zijn kop komt te staan als eigenaar Arcadi Gaydamak in het seizoen 2012-2013 twee Tsjetsjeense moslims aantrekt voor de enige Israëlische club die nog nooit een Arabische speler had.

De Russische Jood Gaydamak kocht Beitar overigens ooit om zich te verzekeren van stemmen voor het burgemeesterschap van Jeruzalem. Als die campagne op een gigantische sof is uitgelopen, besluit hij (uit louter cynische overwegingen?) om bij Beitar de knuppel in het hoenderhok te gooien.

De twee aangetrokken moslims veroorzaken een stroom aan racistische reacties en zorgen tevens voor een genadeloze stammenstrijd binnen de populaire voetbalclub, waardoor bepaalde clubiconen ineens de risee van de eigen achterban worden.

Forever Pure (85 min.) van regisseur Maya Zinshtein legt dat malicieuze proces genadeloos vast. Voetbal is oorlog, zei Rinus Michels al eens, en kan dus ook, om de militaire theoreticus Von Clausewitz te parafraseren, een voortzetting van politiek met andere middelen worden.