Free Leonard Peltier

The Film Collaborative

Dat hij op die 26e juni 1975 op de Pine Ridge Indian Reservation in South Dakota op FBI-agenten heeft geschoten, geeft Leonard Peltier toe. Het was volgens hem zelfverdediging. Dat hij de agenten Ronald Williams en Jack Coler in koelen bloede heeft geëxecuteerd, ontkent de ‘Native American’ echter ten enen male. ‘Ik heb nog nooit in mijn leven iemand vermoord’, stelt Peltier, inmiddels begin tachtig. Hij zit al een halve eeuw in de gevangenis. Volgens zijn achterban is hij de langstzittende politieke gevangene van de Verenigde Staten – en een exemplarisch voorbeeld van hoe Amerika z’n inheemse bevolking behandelt.

In Free Leonard Peltier (108 min.) lichten Jesse Short Bull en David France de pijnlijke zaak, die in 1992 al eens werd behandeld in Michael Apteds klassieke documentaire Incident At Oglala, nog eens helemaal door. Daarvoor zoomen ze eerst uit: naar hoe de troosteloze situatie van de oorspronkelijke bewoners van de VS, die steeds opnieuw zijn bedrogen door ‘de witte man’ en ondertussen werden verdreven naar reservaten, begin jaren zeventig noopt tot actie. De belangenorganisatie AIM (American Indian Movement) begint zich te manifesteren met de zogeheten Trail Of Broken Treaties, organiseert een protestactie in het omstreden Bureau Of Indian Affairs en bezet 71 dagen lang Wounded Knee, een plek waar ruim tachtig jaar eerder een enorm bloedbad werd aangericht.

Als het in 1975 tot een dodelijke schietpartij komt bij Pine Ridge – de dood van de ‘Native American’ Joe Stuntz leidt overigens nooit tot vervolging – worden er drie inheemse activisten gearresteerd. Dino Butler en Bob Robideau beroepen zich op zelfverdediging en worden vrijgesproken. Leonard Peltier krijgt echter levenslang – hoewel er nauwelijks bewijs is tegen hem. Daarbij weegt zwaar dat zijn eigen vriendin Myrtle Poor Bear een getuigenverklaring tegen Peltier heeft afgelegd. Één probleem daarbij: Leonard kent Myrtle helemaal niet. Hij verdwijnt desondanks achter de tralies. De ongerijmdheden in deze zaak zullen in de navolgende decennia nog veel aandacht krijgen in de media. Tot vrijlating komt ‘t, ook door aanhoudende protesten vanuit de FBI, echter nooit.

Short Bull en France zetten deze tragische geschiedenis netjes op een rij, met gebruik van split screen en bezwerende inheemse muziek, en sluiten verder aan bij een nieuwe poging van de gedreven activisten Holly Cook Maccaro en Nick Tilsen om Peltier, die inmiddels bijna vijftig jaar vastzit en allerlei gezondheidsproblemen heeft, alsnog vrij te krijgen. Ze hopen president Joe Biden begin 2025 te bewegen om in de allerlaatste dagen en uren van zijn ambtstermijn alsnog amnestie te verlenen aan dit icoon van hun gemeenschap. Dan krijgt deze historische documentaire, die nog wat traag op gang is gekomen, ineens ook een enorme emotionele lading. ‘Ik ben verdomme een strijder’, zegt Peltier vanuit de gevangenis fel tegen Maccaro. ‘Ik ga nu echt niet opgeven!’

Free Leonard Peltier is begin 2025 in première gegaan op het Amerikaanse Sundance Film Festival, maar heeft sindsdien, vanwege nieuwe ontwikkelingen in de zaak, een ander, zeer aangrijpend slot gekregen. En, met een beetje geluk, wordt de vertoning van deze cruciale film over een schandvlek in Amerika’s geschiedenis, net als onlangs op het International Documentary Festival Amsterdam, ingeleid door Leonard Peltier zelf, een man met een broos lichaam, maar nog altijd met een roestvrijstalen wil. ‘We hebben jullie hulp nodig in dit gevecht’, houdt hij de kijker dan voor, recht in de camera kijkend. ‘Één allerlaatste gevecht.’

Mama, Mag Ik Naar Huis Toe?

Filmmoment / Ethics Filmservice

‘Net of je dood gaat van binnen’, zegt Monique, als ze terugdenkt aan het moment waarop haar kind, nu alweer de nodige jaren geleden, naar een pleeggezin moest. Een ‘wiethok’ was voor hulpverleners destijds aanleiding om in te grijpen. Bij de vijf andere moeders die hun verhaal doen in de documentaire Mama, Mag Ik Naar Huis Toe? (70 min.) waren drugsgebruik, huiselijk geweld en/of geen dak boven het hoofd reden om de kinderen bij hun moeder weg te halen.

Dat betekende natuurlijk niet dat de vrouwen in kwestie – de bijbehorende papa’s ontbreken in deze film van Eline van der Kaa en Jesse van Venrooij – zich in die beslissing konden vinden en er direct mee akkoord gingen. Ze waren verbijsterd, diepbedroefd of woedend. Soms kwam ‘t op het moment zelf zelfs tot een handgemeen met de hulpverleners of de politie. En daarna kwam de realisatie: ik ben hem/haar/hen kwijt – misschien wel definitief.

De pleegouders konden ‘t intussen moeilijk goed doen. ‘Die mensen vond ik verschrikkelijk’, vertelt Coby. En dat sprak ze ook uit. Aleksandra’s dochter Romy kwam bij twee mannen terecht. Dat kon ze moeilijk accepteren. Het plaatje klopte gewoonweg niet. Noraly en Yvonne waren vooral boos op zichzelf. Het was hen niet gelukt om een tijd clean te blijven. Net als de andere moeders die hier hun ervaringsverhaal delen, kampten ze met schaamte en schuldgevoelens.

Dapper doen ze desondanks hun verhaal, zittend in hun eigen omgeving. Diana probeert tegelijk ook de tuin op orde te brengen. Haar verhaal is extra schrijnend. Ze heeft drie meiden en drie jongens, uit drie verschillende relaties. Het merendeel is, soms erg bruusk, uit huis geplaatst. De elfjarige Renesmee woont nog wel bij haar moeder. De zorg voor het meisje begint echter zwaar te wegen voor Diana, die nu deeltijd pleegzorg overweegt voor haar kind.

Van der Kaa en Van Venrooij volgen de vrouw terwijl ze het contact met een pleegmoeder aftast. Daar kan Renesmee om de week een hele week terecht. Samen proberen de twee vrouwen het beste te maken van een ongemakkelijke situatie, waarmee Diana al veel te vaak heeft moeten dealen. Dat is duidelijk ook de boodschap die de andere moeders – en deze film als geheel – willen uitdragen: beweeg maar mee, dan doet ’t waarschijnlijk het minste pijn.

In de omgang met hulpverleners en pleegouders, vervat in enkele observerende scènes, proberen ze tegenwoordig dus gezamenlijk terrein te vinden. Bij een goede relatie tussen biologische ouders en pleegouders is uiteindelijk iedereen gebaat. Niet in het minst hun eigen kinderen, die in deze gedegen getuigenisdocu zoveel mogelijk buiten beeld worden gehouden. ‘Als je je kind wilt zien’, zegt Monique gelaten, ‘dan zul je toch mee moeten werken.’

Janis Ian: Breaking Silence

NTR

Janis Ian is er nog nauwelijks van bekomen dat ze halverwege de jaren zeventig ongevraagd is ge-out als biseksueel in een artikel in het tijdschrift The Village Voice of de Amerikaanse singer-songwriter krijgt de volgende klap te verwerken: haar geliefde Claire is verliefd geworden op iemand in haar band, drummer/percussionist Barry Lazarowitz. En zij is zo’n beetje de allerlaatste die dat in de gaten krijgt.

Claire en Barry zullen later trouwen en kinderen krijgen. En Janis blijft alleen achter. Met haar gitaar, dat wel. Ze schrijft een heel droevig liedje over de breuk, vertelt ze in de documentaire Janis Ian: Breaking Silence (84 min.). Een paar weken later wordt de zangeres gebeld door haar uitgever. ‘Prachtig, dat jazznummer’, schijnt hij gezegd te hebben. ‘We zijn er dolblij mee. Jij ook?’ De schrijfster ervan moet even slikken. ‘M’n hart is gebroken, maar ik voel me al iets beter.’

Het is een treffende passage – de geboren artiest die haar tranen plengt in en droogt met haar werk – op ongeveer tweederde van deze film van Varda Bar-Kar, die netjes Ians leven en loopbaan doorloopt. Die beginnen allebei in een Joodse familie in New Jersey, waar dochter Janis al op dertienjarige leeftijd doorbreekt. Het meisje met gitaar zingt Society’s Child, een lied over een interraciale relatie dat halverwege de jaren zestig heel wat commotie veroorzaakt.

En daarmee start ze een carrière op, die haar in de navolgende zestig jaar over hoge toppen en door diepe dalen zal leiden. Langs Grammy Awards, een faillissement en (verloren) liefdes, bijvoorbeeld. En altijd, soms met tussenpozen, blijven de liedjes komen, waaronder klassiekers zoals At SeventeenStars en Fly Too High. Samen met getrouwen, collega’s en bekende fans loopt Janis Ian – behalve in het intro en outro van de film: volledig buiten beeld – de hele santenkraam langs.

Bar-Kar brengt de andere sprekers overigens wél in beeld en toont dan ook meteen de setting van het interview – alsof ze de kijker eraan wil herinneren dat er achter hen een hele wereld schuilgaat, een beetje zoals bij de liedjes van haar hoofdpersoon. Behalve met oude concertbeelden en archiefinterviews omkleedt de filmmaakster Janis Ians herinneringen ook met gedramatiseerde scènes, die soms wat kluchtig aandoen, en geanimeerde clips bij enkele van haar signatuursongs.

Breaking Silence ontwikkelt zich zo tot een gedegen portret van een singer-songwriter, die op latere leeftijd definitief uit de kast komt en zich dan opwerpt als een icoon van de LHBTIQ+-beweging. En daar wijdt ze natuurlijk ook weer liedjes aan. ‘Love has no colours’, zingt ze in Married In London bijvoorbeeld van zich af. ‘And hearts have no sex. So love where you can. And fuck all the rest.’

The Diamond Heist

Netflix

Een beetje bijdetijdse maker maakt zijn publiek tegenwoordig direct lekker en probeert zijn verhaal dus binnen enkele minuten te verkopen. True crimester Jesse Vile (Curse Of The Chippendales, The Ripper en The Great Rhina Robbery) doet dit in de driedelige docuserie The Diamond Heist (134 min.) bijna letterlijk. In de openingssequentie verzucht één van de sprekers, journalist Neil Wallis van de Britse tabloid Sunday People, meermaals ‘fuck me, that is a story!’

Dat ‘Godsklere, wat een verhaal!’-verhaal begint in juli 2000, vier maanden vóór de roof van een collectie diamanten, waaronder de kolossale Millennium Star. Plaats van handeling is het Engelse Kent. Waar een mislukte gewapende overval op een geldwagen plaatsvindt. Beoogde buit: bijna negen miljoen pond. Lee Wenham en zijn kornuiten blijven echter met lege handen achter. Ze weten wel aan de politie te ontkomen en beginnen vervolgens TBHOAT te beramen. The Biggest Heist Of All Time.

Move over dus, The Great Train Robbery (1963) of Knightsbridge Safe Deposito’s Centre (1987)! Dit wordt de grootste kraak ooit: 350 miljoen pond. Het plan komt overigens van de Londense gangster Ray Betson, een man met opvallend kille zwarte ogen. Een haai zogezegd. Vile accentueert dit met Jaws-achtige beelden. Betson chartert Lee voor de klus en belooft hem één miljoen. En dat is – blijkbaar – goed genoeg voor het kind van de East End-penoze, type ‘I love it when a plan comes together’.

Met z’n tweeën kunnen Ray en hij dat klusje echter niet klaren, vertelt Lee, die eens goed op zijn praatstoel is gaan zitten voor deze Heist-serie. Ze stellen een soort A-Team samen,  met louter doorgewinterde criminelen: een Joe Pesci-achtige klusjesman, de spreekwoordelijke dommekracht die geweld bepaald niet schuwt, een charmante techneut en de oude rot die écht nergens voor terugdeinst. Een archetypische boevenbende, rechtstreeks afkomstig uit een Guy Ritchie-film.

En dat treft: de Britse regisseur doet dienst als ‘executive producer’. Hij is alleen vergeten om een ‘pikey’ te ritselen, die verdacht veel op Brad Pitt lijkt. Lee Wenham is overigens wel degelijk afkomstig uit een Roma-familie. Voor de zekerheid heeft hij ook ‘Born Wild’ op zijn beide handen laten tatoeëren. De gedroomde boef voor een B-film. Het is ook niet moeilijk om je Vinnie Jones of Stephen Graham voor te stellen in de rol van Wenham. En dan zou die roofoverval vast heel anders zijn afgelopen.

Het plan was helder, legt de echte broodcrimineel uit aan de hand van een maquette: eerst rijden ze met een graafmachine de protserige Millennium Dome binnen, daarna verschaffen ze zich toegang tot de kluis en tot slot maken ze zich uit de voeten met een speedboot. ‘En we leven nog lang en gelukkig.’ Zoals ’t een eenvoudige boef betaamt, heeft Wenham echter één ding over het hoofd gezien: de politie. En die heeft de bende allang in de smiezen. Althans, dat die iets van plan is. Maar wat?

Deze klassieke cops & robbers-reeks – volgepompt met gelikte reconstructies (waarin enkele hoofdpersonen duidelijk enthousiast participeren), beeldgrapjes en coole tunes – begint dan vol goede moed aan aflevering 2, waarin de zaak vanuit het perspectief van de Engelse politie wordt belicht. En die lijkt een platte pet, een omgekochte agent, in de gelederen te hebben. Bovendien dreigt hun supergeheime undercoveroperatie uit te lekken naar de roddelpers, die er wel een ‘fuck me, that is a story!’ inziet.

Intriges genoeg, kortom, voor een vermakelijke real life-variant op Ocean’s Eleven/Twelve/Thirteen, die ‘t natuurlijk niet van z’n emotionele diepgang moet hebben, maar genoeg lekkere verhaalwendingen bevat om de aandacht helemaal tot het eind vast te houden.

Big Time: De NBA-Droom Van Jesse Edwards

Nozem Films / Omroep Zwart

D’rop of d’ronder. Nog 98 dagen tot de NBA-draft van 2024. Dan selecteren de teams van de National Basketball Association in totaal zestig jonge spelers. Het Nederlandse talent Jesse Edwards stond enige tijd geleden nog op plek veertig op de voorlopige ranglijst, maar is daaruit, mede door een blessure, inmiddels weggevallen. Hij zal zich snel in de kijker moeten spelen. Anders is zijn kans, in elk geval voor dit jaar, verkeken.

Eva van Weeghel, Kim Smeekes en Eef Hilgers gebruiken die draft als richtpunt voor de sportdocu Big Time: De NBA-Droom Van Jesse Edwards (53 min.). Wanneer de lange Amsterdammer daar niet wordt geselecteerd, zou zijn Amerikaanse avontuur na vijf jaar universiteitsbasketbal wel eens abrupt kunnen eindigen. Als zijn team al snel faalt bij een cruciaal meetmoment, hangt Edwards’ toekomst dus aan een zijden draadje.

Stilistisch is deze film nogal een ratjetoe. Er zijn de geijkte elementen voor elk sportportret: enerverende jeugd-, wedstrijd- en trainingsbeelden, achter de schermen-impressies en gesprekken met de hoofdpersoon en sleutelfiguren uit zijn directe omgeving, zoals zijn Nederlandse moeder, Amerikaanse vader en enthousiaste broers, enkele medespelers en zijn voormalige coach bij West-Virginia University, Bob Huggins.

Daarnaast bevat Big Time echter ook vox pops met Amerikaanse tieners, enkele gereconstrueerde scènes en een paar korte explainers over hoe het Amerikaanse basketbalsysteem werkt door de voormalige NBA-spelers Geert Hammink en Henk Norel en Edwards’ jeugdcoach in Nederland, journalist Arno Kantelberg. Hoewel alle elementen met smakelijke muziek bij elkaar zijn geklutst, is dat wat veel van het goede.

Intussen neemt het aantal dagen naar die allesbepalende NBA-draft zienderogen af – en loopt intussen de spanning op bij Jesse Edwards. Deze film brengt dat zenuwslopende proces van heel dichtbij in beeld en werkt toe naar het selectiemoment, dat hij thuis in Nederland, te midden van z’n complete familie en gevolgd door de camera’s van de Nederlandse sportzender ESPN, beleeft: d’rop of d‘ronder, nu!

The Overnighters

Dogwoof

Terwijl de economische crisis van 2008 enkele jaren later nog altijd huis houdt in het Amerikaanse heartland, geniet North Dakota juist van economische voorspoed. In de dunbevolkte staat in het Noorden van het land, aan de Canadese grens, zorgt een olieveld voor enorme werkgelegenheid. Vanuit de gehele Verenigde Staten stromen dus arbeidskrachten toe. Het gaat vaak om mannen die niets meer hebben te verliezen. Ze hebben doorgaans geen nagel om aan hun kont te krabben en ook geen plek om te slapen.

In het plaatsje Williston zitten ze eigenlijk niet op zulke kerels te wachten. Ze overnachten noodgedwongen op parkeerplaatsen, in hun eigen camper of kampeerwagen, en zorgen voor een algeheel gevoel van onveiligheid. Het feit dat pastor Jay Reinke van de Concordia Lutheran Church zich hun lot aantrekt wordt hem binnen de lokale gemeenschap dan ook bepaald niet in dank afgenomen. Hij laat The Overnighters (101 min.) in en bij zijn kerk slapen, maar realiseert zich tegelijkertijd dat hij daarmee ook een risico neemt. ‘Knip je haar’, raadt hij één van de mannen aan. ‘Had Jezus kort haar?’ reageert die. Reinke: ‘Jezus had niet onze buren.’

The Williston Herald is eveneens kritisch op al die nieuwkomers. Met een continue stroom berichten over incidenten rond de vreemdelingen gooit de plaatselijke krant gedurig olie op het vuur. Een verslaggever komt in deze bezonken documentaire van Jesse Moss uit 2014 bovendien een verhaal op het spoor dat de pastor verder in het nauw brengt. De discussie over de arbeidsmigranten – uit andere delen van het door eenieder zo geliefde Amerika, in plaats van bijvoorbeeld Oost-Europa – laait er zo hoog door op dat Reinke zelfs begint te vrezen voor zijn baan. Hij dreigt ook z’n eigen gezin, een vrouw en vier kinderen die hem door dik en dun steunen, tegen zich te krijgen.

Is hij dan toch te ver gegaan en moet hij zijn eigen idealen nu even parkeren, ten faveure van andermans onderbuikgevoelens? Tegelijkertijd: was de kerk niet juist ook voor zondaars? Moss observeert hoe de idealistische pastor zich noodgedwongen herbezint en mede daardoor ook hard in botsing komt met de mannen over wie hij zich had ontfermd. En dan komt er, helemaal tot besluit van deze stemmige film over hoe de komst van (arbeids)migranten een gemeenschap kan verscheuren, nog een heel venijnig duveltje uit een doosje, dat al het voorgaande nét in een ander licht plaatst en van Jay Reinke zelf wel eens een ‘overnighter’ zou kunnen maken.

Mr. McMahon

Netflix

Vince McMahon en enkele andere ‘larger than life’-personages zijn er eens goed voor gaan zitten. Dit lijvige portret van de grote baas van World Wrestling Entertainment (WWE) is echter pas een paar minuten onderweg als het verhaal dat regisseur Chris Smith voor ogen had al grondig wordt ontregeld – of, anders bekeken, lekker opgepompt – door ‘breaking news’ rond McMahon: de beruchte worstelpromotor, die voor zijn ‘sportentertainment’ ook Cyndi Lauper, Mike Tyson en Donald Trump naar de ring haalde, moet terugtreden vanwege beschuldigingen van verkrachting en vrouwenhandel.

Alleen: toen zaten de interviews voor deze zesdelige serie er al een heel eind op. Aan de crack Smith (The Yes MenJim & Andy en Wham!) de schone taak om dat seksschandaal tóch een plek te geven in Mr. McMahon (342 min.). Hij begint gewoon bij het moment waarop zijn protagonist de WWE overneemt en daarna zijn eigen held creëert: Hulk Hogan, één van de bekendste personages uit de historie van het Amerikaanse showworstelen. Samen met illustere karakters zoals Andre The Giant, Mr. T en The Iron Sheik – een Arabier die tot ultieme vijand is gebombardeerd – wordt Hulk immens populair.

Terry Bollea, de persoon achter ‘Hulkamania’, zal sowieso een sleutelrol in McMahons carrière blijven spelen: Hulk licht hem bijvoorbeeld stiekem in over de pogingen van WWE-worstelaar Jesse Ventura om een vakbond op te richten, maakt een veelbesproken overstap naar WWE’s grote concurrent WCW en wordt daarna door justitie gedwongen om te getuigen tegen zijn voormalige baas, die terechtstaat vanwege het stimuleren van en de handel in anabole steroïden. McMahon zal ook nog worden beschuldigd van het creëren van een zeer onveilig werkklimaat, brute intimidatie en ongegeneerd seksisme.

De roerige geschiedenis van Vince McMahon en zijn worstelfederatie, gekenmerkt door al dan niet gefingeerde conflicten en gevechten, wordt uitgesmeerd over bijna zes uur. McMahon zelf krijgt daarbij alle ruimte en wordt aangevuld, bijgevallen of gecorrigeerd door zijn vrouw Linda en kinderen Shane en Stephanie, bekende worstelinsiders en WWE-iconen zoals Hulk Hogan, Wendi Richter, Stone Cold Steve Austin, Dwayne ‘The Rock’ Johnson en Cody Rhodes. Zo ontstaat een gelaagd beeld van McMahon als een rücksichtslose entrepreneur, een showman par excellence en een kerel die op elk gebied de grenzen opzoekt.

Intussen zijn de beschuldigingen tegen McMahon nog altijd niet weerlegd – of überhaupt besproken. Dat stelt Chris Smith uit tot het laatste half uur van deze miniserie, die tot dan toe vooral aan Amerikaanse sport- en worstelfans heeft geappelleerd. De man die even daarvoor nog als ‘vaderfiguur’ van de WWE-familie is neergezet weigert de documentairemaker echter te woord te staan. En anderen die wellicht licht op de zaak hadden kunnen schijnen zijn kaltgesteld met een geldbedrag en zo’n beruchte NDA, waardoor ze moeten zwijgen over de man die hun leven zou hebben verwoest.

‘Ik ken worstelaars en promotors en ik ken deze industrie’, had Hulk Hogan Smith niet voor niets al bij de start van deze miniserie gewaarschuwd. ‘Je krijgt niet het hele verhaal.’

Samen Vreemdgaan?

BNNVARA

‘Relatie-oriëntatie…’, leest Veronique voor vanaf haar laptop. ‘Je kan maar één ding aanklikken’, zegt ze tegen haar partner Juan. ‘Open minded, swinger, polyamoreus of monogaam.’ Samen zijn ze op zoek naar een man-vrouw. Hij heeft alvast een tekstje bedacht voor een contactadvertentie. ‘Leuk en ondeugend stel is op zoek naar een ander leuk en ondeugend stel – of een single vrouw.’

Veronique, die als enige niet herkenbaar in beeld wordt gebracht in deze documentaire van Jesse Bleekemolen, heeft al dertien jaar een relatie met de zestiger Juan. Bij eerdere relaties heeft ze gemerkt dat ze na een jaar of twaalf steeds behoefte kreeg aan een ander. Veronique zou daarom nu wel eens ‘een fijne ontmoeting met alles wat op dat moment respectvol is’ willen uitproberen.

Waar Veronique en Juan op latere leeftijd nog aan het begin van hun swingersbestaan staan, hebben de twee andere stellen uit Samen Vreemdgaan? (62 min.) al beduidend meer ervaring. De twintigers Jolieke en Casper, die al zeven jaar een relatie hebben, maken zich op voor een SpicyMatch-vakantie op Sicilië. En Mendy en Jelle zijn inmiddels zelf feesten voor swingers van onder de veertig gaan organiseren.

Bleekemolen bespreekt met hen allerlei aanverwante thema’s. Van de schaamte, jaloezie en onzekerheid die kunnen opspelen bij bezoeken aan parenclubs of swingersdates tot afspraken, grenzen en biseksualiteit. Geen onderwerp lijkt taboe, zonder dat het ongemakkelijk of juist té gemakkelijk wordt. Voor de stellen is swingen simpelweg de relatievorm die hun voorkeur heeft.

Mendy vergelijkt swingen met een vakantiewoning. ‘In je eigen huis kan je harstikke leuk wonen’, zegt ze nuchter. ‘Maar soms wil je effe gewoon in een andere omgeving zitten.’ Swingen is voor Jelle en haar niets minder dan een ‘way of life’ geworden. Doordat ze nu feesten organiseren, zijn ze zelf alleen minder in de gelegenheid om te swingen. Want dat die je nu eenmaal niet op je eigen party.

Samen Vreemdgaan? volgt hoe de twee zo’n feest voorbereiden, maar reist ook mee naar het swingende Sicilië en volgt Juan en Veronique bij hun eerste bezoek aan een parenclub. Dat is niet direct een succes. Hij ziet ’t wel zitten, maar zij is duidelijk nog niet zover. Als ze vervolgens thuis een ander stel uitnodigen, waarschuwt Veronique hem meteen: het wordt zeker niet meteen ‘een honkiebonkie doen’.

Met sfeerimpressies van swingers in actie – niet braaf gefilmd en gemonteerd, maar zeker ook niet ranzig – en intense danssequenties brengt Jesse Bleekemolen de documentaire op temperatuur. Waarna hij tot slot nog bij zijn hoofdpersonen aftast wat dat swingen voor hen betekent. Het gaat niet louter om seks, maar ook om escapisme en (zelf)vertrouwen.

Black Power Salute

BBC

Er is weinig spontaans aan. Het iconische beeld van twee Afro-Amerikaanse atleten, nummer één en drie van de 200 meter sprint tijdens de Olympische Spelen van 1968 in Mexico-stad, die tijdens het Amerikaanse volkslied hun vuist ballen en fier in de lucht steken. De Black Power Salute (58 min.) van gouden medaillewinnaar Tommie Smith en John Carlos is het sluitstuk van een zorgvuldig geplande campagne. Eerder hebben de organisatoren, onder wie de militante professor sociologie Harry Edwards, nog een boycot van de Spelen door zwarte sporters overwogen.

Dat zien andere atleten zoals de verspringers Ralph Boston en Bob Beamon alleen helemaal niet zitten. Waarom zouden ze hoogstpersoonlijk hun eigen sportcarrière de nek omdraaien? En Avery Brundage, de omstreden voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), moet al helemaal niets hebben van de vermenging van sport en politiek. Als boegbeeld van het Amerikaans Olympisch Comité heeft hij zich in 1936 zelfs uitgesproken tegen een boycot van de Olympische Spelen in Berlijn. Hij stelde toen alles in het werk om Hitlers naziregime vooral maar niet tegen de haren in te strijken.

Zwarte activisten zoeken dus een andere manier om een statement te maken over de achtergestelde positie van ‘negro’s’ in de Verenigde Staten: een gebalde vuist. ‘Mensen noemen het black power’, zegt Tommie Smith in deze gedegen BBC-docu van Geoff Small uit 2008. ‘Natuurlijk ben ik zwart en natuurlijk representeert dat gebaar kracht, maar voor mij was het een schreeuw om vrijheid: kijk, hier ben ik. Ik heb hulp nodig. Ik wil gerechtigheid.’ IOC-baas Brundage stuurt de levende legende Jesse Owens, de zwarte held van de besmette Spelen van 1936, om te bemiddelen. Tevergeefs.

Smith en Carlos willen niets van hem weten. Zonder gevaar is hun actie echter niet, helpt verteller Colin Salmon de kijker nog even herinneren. Slechts enkele maanden eerder, in het voorjaar van 1968, zijn eerst burgerrechtenleider Martin Luther King en daarna presidentskandidaat Robert Kennedy vermoord. Opstaan tegen onrecht en segregatie kan dus zomaar keihard worden afgestraft. En hoewel vrijwel alle betrokkenen bij de Black Power-vuisten hun verhaal kunnen navertellen in deze oerdegelijke reconstructie, zijn ze wel degelijk jarenlang achtervolgd door hun principiële actie.

De algehele waardering is pas veel later gekomen. Sinds 2005 staat er een standbeeld op Carlos en Smiths alma mater San Jose State University, als blijk van waardering voor hun moedige protestactie. In Victory Salute ontbreekt alleen een belangrijke bijrolspeler: de Australische atleet die zich op de 200 meter tussen hen in had geschaard en die op het moment suprême solidair met hen was. Ook Peter Norman, de ‘unsung hero’ van het Black Power Salute, zou duur betalen voor zijn bijdrage aan de actie, getuige de documentaire Salute (2012).

August 4th: An Olympic Odyssey

HBO Max

De Olympische gedachte zit wel heel nadrukkelijk in August 4th: An Olympic Odyssey (65 min.). Deze gestroomlijnde docu van Tom Boswell belicht de historie van de Olympische Spelen aan de hand van enkele heroïsche atleten en gedenkwaardige momenten op de Olympische dag der dagen: 4 augustus. Zo verhalen de kleinzoon van Jesse Owens en de kleindochter van diens Duitse rivaal bij de Spelen van 1936, Luz Long, bijvoorbeeld over de verbondenheid die de twee atleten voelden tijdens de besmette Spelen van 1936 in nazi-Duitsland, waar de Afro-Amerikaan Owens uiteindelijk vier gouden medailles won.

Verder vertelt Chris Stoddart over de komst van de paralympische spelen in 1976, blikt de Britse skateboardster Sky Brown terug op hoe ze in 2020 als dertienjarige de jongste medaillewinnaar ooit werd en belicht Jessica Ennis de superzaterdag in 2012 – drie keer raden welke datum – waarop de Britse atletiekploeg driemaal goud won in Londen. Ellen van Langen, zelf gouden medaillewinnares op de 800 meter hardlopen van 1992, zwaait bovendien de Nederlandse atlete Fanny Blankers-Koen alle lof toe. De vrouw die volgens sommigen gewoon thuis voor de kinderen had moeten zorgen won in 1948 als eerste en tot dusver enige vrouw vier gouden plakken.

De keuze om ook Carl Lewis in het zonnetje te zetten is minder onomstreden. De wonderboy van Los Angeles, waar hij zich in 1984 vier gouden medailles toe-eigende en in de voetsporen trad van Jesse Owens, lijkt een soort ideale Olympische atleet. Dat hij vier jaar later in Seoul nogmaals het koningsnummer, de honderd meter sprint, zou winnen doordat de oorspronkelijke winnaar werd gediskwalificeerd, blijft echter volledig onbenoemd. De Canadees Ben Johnson werd toen vanwege dopinggebruik met pek en veren overgoten – terwijl Lewis zelf, getuige bijvoorbeeld de documentaire 9.79, ook niet van onbesproken gedrag bleek te zijn.

Zo’n ongemakkelijk verhaal, over hoe topsport niet per definitie het beste uit de mens haalt, past alleen niet in een productie die vooral bedoeld lijkt te zijn als lekkermakertje voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. Want daar moet het weer gaan over helden, records en medaillespiegels – en daar ook, ronkt voice-over Rhoda Ofori-Attah, kan de menselijke geest discriminatie overwinnen.

Teaser August 4th: An Olympic Odyssey

Peter En Erik

Memphis / KRO-NCRV

Zit er in Peter En Erik (102 min.) misschien een ‘Twee Identieke Vreemden’ verscholen? Met andere woorden: steekt er in deze film over de Groningse eeneiige tweelingbroers, die na hun geboorte werden gescheiden en vervolgens los van elkaar in een adoptiegezin zijn ondergebracht, net zo’n spannend, schokkend en tragisch nature/nurture-verhaal als in de onweerstaanbare documentairehit Three Identical Strangers (2018) over een Amerikaanse drieling?

De Nederlanders hoorden voor het eerst van elkaars bestaan toen ze zeventien waren, twee jaar eerder dan hun lotgenoten uit de Verenigde Staten. Sindsdien hebben aardappelboer Peter Anema en journalist Erik Hulsegge ontdekt dat hun biologische moeder destijds ongewenst zwanger was geworden van een man die al getrouwd bleek te zijn en ook kinderen had. Daarom heeft ze hen uiteindelijk afgestaan. Hun moeder wilde niet dat de jongens van elkaar werden gescheiden, maar is er onder druk van de betrokken deskundigen en instanties toch mee akkoord gegaan.

Inmiddels zijn Peter en Erik dik in de vijftig en lopen ze nog altijd met wezenlijke vragen over hun verleden rond. Waarom mochten Eriks ouders bijvoorbeeld niet ook Peter adopteren? Zij kregen de andere baby toentertijd per ongeluk onder ogen en wilden ook hem graag opnemen. Daarvan kon echter geen sprake zijn. Samen met onderzoeksjournalist Myrthe Buitenhuis gaan de twee broers in deze tweedelige documentaire van Jesse Bleekemolen op onderzoek uit. Al snel stuiten ze in hun dossier op de omschrijving ‘juridisch gevoelig materiaal’. Welk verhaal gaat daarachter schuil?

En in hoeverre is de situatie van de los van elkaar opgegroeide Nederlandse broers, vooralsnog het enige bekende geval van een doelbewust gescheiden tweeling in ons land, werkelijk te vergelijken met het schokkende verhaal achter de scheiding van de Amerikaanse drieling, die zonder dat ze het zelf wisten onderdeel waren van een wetenschappelijk experiment? Gaandeweg beginnen Peter en Erik in elk geval steeds meer parallellen te zien tijdens hun strooptocht langs archieven, organisaties en deskundigen, op zoek naar een verleden dat zich niet zomaar bij de kladden laat grijpen.

Een pril leven dat begon bij een alleenstaande moeder is via het opvanghuis Toevluchtsoord en de Kinderbescherming in twee héél verschillende gezinnen geëindigd. Zonder elkaar. De vraag is nog altijd: waarom? Deze poldervariant op Three Identical Strangers komt een aardig eind met het beantwoorden daarvan en maakt ondertussen natuurlijk het nodige los bij Peter en Erik – al gaan de broers daar ogenschijnlijk met kenmerkende Groningse nuchterheid mee om.

Girls State

Apple TV+

Al tachtig jaar wordt in elke Amerikaanse staat een week georganiseerd waarin tieners zich kunnen bekwamen in het participeren in de democratie. Ze krijgen de opdracht om een eigen regering en justitieel systeem voor hun staat op te starten. Er zijn aparte programma’s voor jongens en meisjes. In de documentaire Boys State (2020) volgden Amanda McBaine en Jesse Moss wat Texaanse jongens ervan terecht brachten, deze zusterfilm concentreert zich op vijfhonderd meisjes uit Missouri.

Ook de Girls State (97 min.) van 2022 wordt natuurlijk bevolkt door idealistische, hyperambitieuze en nét iets te welbespraakte jongeren. Tegelijkertijd speelt er bij de meisjes nog iets anders: het glazen plafond waar (Amerikaanse) vrouwen nog altijd tegenaan hikken. Wie breekt erdoorheen? Als het aan Emily Worthmore ligt, wordt zij in 2040 de eerste vrouwelijke president. De conservatieve tiener zou overigens ook best televisiejournalist of rockgitarist willen worden. En liefst alle drie, natuurlijk.

Feit is echter dat vrouwen nog altijd ondervertegenwoordigd zijn in de Amerikaanse politiek en rechtspraak. En dat besluiten over typisch vrouwelijke thema’s zoals abortus, een heikel onderwerp in de Girls State omdat het Amerikaanse hooggerechtshof op datzelfde moment lijkt te gaan tornen aan het federale recht op abortus, doorgaans toch vooral worden genomen door vertegenwoordigers van de welbekende Old Boy State. Witte, gelovige en veelal conservatieve mannen, welteverstaan.

McBaine en Moss lopen mee met enkele participanten en registreren via hen de felle discussies, het politieke gekonkel en de gelikte campagnespeeches, waarbij nieuwe vriendinnen zomaar elkaars concurrent kunnen worden. Tegelijkertijd komt op dezelfde campus, voor het eerst in de historie, ook de Boys State van Missouri bij elkaar. Afgunstig kijken sommige meiden naar hoe ‘t er bij hen aan toegaat. Zelfs in de jeugdversie van de echte wereld blijken de mannen een streepje voor te hebben.

Die verschillen illustreren ten overvloede dat er nog een wereld te winnen is voor meisjes die hun Amerikaanse Droom willen waarmaken. En dat gaat ook beslist niet zonder slag of stoot, laat deze beurtelings hoopvolle en ontmoedigende ode aan de democratie zien, te beginnen in de eigen Girls State.

War Game

Matador Content

Oud-hoogleraar bestuurskunde Uri Rosenthal, die van 2010 tot en met 2012 ook minister van Buitenlandse Zaken was, participeerde in 1997 in een vijfdelige serie op de Nederlandse televisie, genaamd Crisis, waarin beslissers waren samengebracht in een soort ‘war room’ en werden geconfronteerd met een gesimuleerde ramp. De Amerikaanse documentaire War Game (94 min.) kent een vergelijkbare opzet – al is de crisis ditmaal wel erg levensecht.

Op 6 januari 2023, precies twee jaar na de bestorming van het Capitool in Washington, organiseert de onafhankelijke Vet Voice Foundation een geheime oefening op het terrein van nationale veiligheid. Uitgangspunt is dat er op 6 januari 2025 opnieuw een opstand komt na de presidentsverkiezingen en dat ditmaal extremistische elementen uit het Amerikaanse leger zich in het strijdgewoel mengen. Het is een zorgwekkend scenario, waarin elementen van 6 januari 2021 zijn verwerkt.

‘Jullie hebben zes uur om een burgeroorlog te voorkomen en een vreedzame overdracht van de macht te garanderen’, houdt game designer Ben Radd de deelnemers aan het begin van deze film voor. Die hebben hun sporen verdiend in de hoogste echelons van de Amerikaanse overheid als leidinggevende bij het leger, generaal, senator, woordvoerder of medewerker van de FBI en CIA. Voormalig gouverneur van Montana Steve Bullock treedt op als president John Hotham.

De beslissers worden vanuit een studio bestookt met informatie over de snel escalerende situatie, waarbij een afvallige generaal, gemodelleerd naar generaal en QAnon-propagandist Michael Flynn, de verkiezingen bestempelt als frauduleus en oproept tot strijd. Hij sluit daarmee aan bij acties ter plaatse van de extreemrechtse Order of Columbus. En Hothams politieke tegenstander, gouverneur Robert Strickland, gooit olie op het vuur door daarvan geen afstand te nemen.

Het rollenspel, dat een steeds serieuzer karakter krijgt, wordt door de documentairemakers Jesse Moss en Tony Gerber zo nu en dan afgewisseld met de persoonlijke verhalen van direct betrokkenen. Zo raakte de vader van game producer Janessa Goldbeck in de ban van QAnon, heeft oud-veteraan en Order Of Columbus-leider Kris Goldsmith zelf een problematisch verleden en getuigde consultant Alexander Vindman in 2019 tegen president Trump tijdens de eerste afzettingsprocedure tegen hem.

Onder hun ogen voltrekt zich een onrustbarend scenario. Hotham en zijn team overwegen al snel om de zogenaamde Insurrection Act in werking te stellen, die de president in de gelegenheid stelt om het Amerikaanse leger in eigen land in te zetten. Daarmee zou het gefingeerde conflict, geïllustreerd met berichtgeving over soortgelijke situaties in de recente Amerikaanse geschiedenis die helemaal uit de hand zijn gelopen, wel eens ernstig kunnen escaleren.

Burgeroorlog is niet het meest voor de hand liggende scenario, constateert voormalig senator Heidi Heitkamp ergens halverwege het burgeroorlogspel, maar ook beslist niet onmogelijk. Dat is een ongemakkelijke conclusie, die dit ogenschijnlijk zeer realistische en spannende experiment onvermijdelijk oproept. In ‘the fog of war’, zo bleek eveneens tijdens Trumps gewelddadige revolte op 6 januari 2021, kan het kwartje ook zomaar de verkeerde kan op vallen.

Zoals hij dat eerder deed in Crisis, zou Uri Rosenthal na afloop van War Game nog wel enkele harde noten hebben te kraken – al zou ook hij waarschijnlijk kippenvel hebben gekregen van de geïmproviseerde speech van president Hotham. Die is Amerikaans goed.

The Great Rhino Robbery

SkyShowtime

Rond 2011 worden natuurhistorische musea in pak ‘m beet Coimbra, Haslemere en Rotterdam ineens opgeschrikt door inbraken. De dieven hebben ‘t voorzien op antieke neushoornhoorns. De vraag naar zulke hoorns is explosief gestegen. In China menen ze bijvoorbeeld dat neushoornpoeder een probaat middel tegen kanker is. In Vietnam wordt datzelfde poeder ook nog als luxeartikel, dat kan worden vermengd met wijn of cocaïne, beschouwd door de nouveau riche. 

En als er ergens grof geld valt te verdienen, zijn er altijd lieden te vinden die daar een graantje van mee willen pikken. Ofwel: The Great Rhino Robbery (140 min.). Tijdens een onderzoek van Europol leidt het spoor naar de zogenaamde Rathkeale Rovers, een groep woonwagenbewoners uit Ierland die zich eerder schuldig heeft gemaakt aan sigarettensmokkel, de handel in namaakgereedschap en asfaltfraude, waarbij tegen een fikse vergoeding nepreparaties aan de weg worden verricht. Zij lijken hun eigen mannetjes op rooftocht te hebben gestuurd naar natuurhistorische musea.

Behalve in musea zijn neushoornhoorns natuurlijk ook in de vrije natuur te vinden. Die zitten alleen aan een levend dier vast. Neushoorns zijn daardoor dood meer waard dan levend. Zo’n 300.000 dollar, becijfert anti-smokkel activist Steve Galster. Zo worden de resultaten van een succesvol fokprogramma voor de trofeejacht (!), waarmee de bedreigde diersoort weer min of meer op peil is gebracht, bruut tenietgedaan. Want voor een aardige beloning willen stropers of hun klanten, soms speciaal ingehuurde Thaise prostituees, best neushoorns naar de eeuwige jachtvelden schieten.

En daarmee leidt het spoor in deze driedelige docuserie van Jesse Vile (The Ripper en Curse Of The Chippendales) weer naar Fatty’s gore wilde dierenslachthuis in Thailand en zijn mysterieuze opdrachtgever Vixay Keosavang, ‘de Pablo Escobar van de wildhandel’. Deze oud-officier in het leger van Lagos verdient goud geld met de handel in exotische dieren en kijkt niet op een neushoornleven meer of minder. Zolang er nieuwe hoorns binnenkomen. Om aan de vraag te kunnen voldoen zetten zijn leveranciers zelfs een gewiekste jachtfraude op. En dat brengt hen in het vizier van het gezag.

De jacht op de verantwoordelijke criminelen, die deel uitmaken van een internationaal opererend netwerk, wordt door Vile vakkundig, met behulp van gelikte reconstructiescènes, uitgeserveerd en krijgt met name lading als die wordt geïllustreerd met beelden van de illegale jacht: hoe de neushoorns worden neergeschoten, daarna dienen als decor voor een trofeefoto en tot slot met grof geweld van hun signatuurkenmerk worden ontdaan. Zulke barbaarse stroperij en de daarmee verbonden hebzucht, die elk levend wezen reduceert tot handelswaar, willen maar niet wennen.

En die maken van The Great Rhino Robbery méér dan de zoveelste routineuze true crime-productie.

Pact Met De Duivel: In De Wurggreep Van Het Passageproces

Prime Video

Gaan we een deal sluiten met een moordenaar? vragen Officier van Justitie Sander de Haas en zijn collega zich af na een geheim gesprek met Peter la Serpe? Die heeft zojuist uit de eerste hand verklaard over de liquidatie van vastgoedman Kees Houtman in 2005. Durven ze het aan om deze rasopportunist, die al zijn hele leven vuistdiep in het criminele milieu zit, in te zetten als kroongetuige? De Haas twijfelt. Als niet veel later een moord wordt gepleegd, die al min of meer is aangekondigd door La Serpe, komt de zaak alsnog in een stroomversnelling. Tegelijkertijd realiseren de medewerkers van het Ministerie van Justitie zich terdege dat ze een risico nemen. De onderwereld oordeelt vaak heel eenvoudig over lieden die uit de school klappen: zwijgen is zilver, spreken is lood.

De deal leidt tot een rechtszaak tegen enkele criminele kopstukken, die worden beschouwd als de sleutelfiguren van de liquidatiegolf in de Amsterdamse onderwereld. In de zesdelige docuserie Pact Met De Duivel: In De Wurggreep Van Het Passageproces (283 min.) reconstrueren Erica Reijmerink en Peet Gelderblom met kenners van/uit het criminele milieu, rechercheleden, strafrechtadvocaten, officieren van justitie, rechters, hoogleraren strafrecht en misdaadjournalisten het geruchtmakende proces. Zij zijn stuk voor stuk aan de tand gevoeld in een soort verhoorkamer. Hun verklaringen worden omkleed met nieuws- en achtergrondreportages uit de tijd van de liquidaties (1993-2006) en rechtsgang (2007-2017) – al blijft het geheel tamelijk praterig.

Reijmerink en Gelderblom onderbreken hun vertelling zo nu en dan voor een miniprofiel van hoofdrolspelers zoals Dino Soerel en Willem Holleeder (die zelf overigens niet terecht staat tijdens het Passageproces), vragen rechtbanktekenaar Adrien Stanziani om alle sleutelfiguren te portretteren en geven forensisch rechercheur Carina van Leeuwen haar eigen Opsporing Verzocht-momentjes, waarin ze met behulp van maquettes enkele schokkende moorden doorneemt. Zo ontstaat een zeer complete en afgewogen impressie van een rechtszaak, die heel Nederland in z’n greep heeft gehouden. Waarbij verschillende lezingen van wat er is gebeurd naast of tegenover elkaar staan en soms ook nog altijd frontaal met elkaar botsen, met name tussen het Openbaar Ministerie en enkele prominente advocaten.

Dino Soerel ontbreekt in de zeer complete bronnenlijst. Hij heeft van Justitie geen toestemming gekregen om te participeren in de serie. Terwijl het Passageproces – zeker nadat medeverdachte en ‘moordmakelaar’ Fred Ros een deal heeft gesloten als tweede kroongetuige (!) – zich gaandeweg steeds nadrukkelijker op hem begint te richten. Soerels volwassen dochter Rachel treedt in Pact Met De Duivel op als zijn plaatsvervanger. Erg moeilijk wordt het haar niet gemaakt. Ze krijgt de gelegenheid om (weer) een mens van vlees en bloed van hem te maken: een opa bijvoorbeeld die elke Kerst een aardige boodschap stuurt aan zijn kleinkinderen. In elk geval niet de man die naar voren komt uit het Passageproces-dossier, waarin een mensenleven vaak nog geen stuiver waard lijkt.

In een tamelijk lang uitgevallen epiloog zet de miniserie deze grimmige fase in de Nederlandse criminele geschiedenis tot slot nog in hedendaags perspectief. Want de generatie ‘Holleeder’ mag dan een serieus gevaar voor de samenleving hebben gevormd, de volgende lichting criminele kopstukken, kortgezegd de generatie ‘Taghi’, lijkt bereid om nóg verder te gaan, getuige de moorden op de broer van kroongetuige Nabil B., diens advocaat Derk Wiersum en misdaadjournalist Peter R. de Vries. En de opvolger van het Passageproces, het zogenaamde Marengo-proces, is al even tumultueus verlopen. Ridouan Taghi en twee medeverdachten hebben levenslang opgelegd gekregen, kroongetuige Nabil B. toch ook nog tien jaar.

The Mission

National Geographic

Zendingsdrang of toch grootheidswaanzin? In november 2018 reist de 26-jarige Amerikaan John Chau af naar Noord-Sentinel, één van de Andaman-eilanden ten oosten van India. De christelijke influencer is vastbesloten om de geïsoleerd levende inheemse bevolking te bekeren tot het geloof. ‘Heer, is dit eiland Satans laatste bolwerk waar niemand uw naam heeft gehoord of zelfs maar de kans heeft gehad om die te horen?’ schrijft hij in één van de brieven, die voor deze film van Amanda McBaine en Jesse Moss (Boys State) zijn ingelezen door een acteur.

The Mission (103 min.) van de jonge zendeling komt snel aan z’n einde, waarschijnlijk nog voordat hij voet aan wal heeft gezet op het beschermde eiland waarnaar hij in een kano illegaal is afgereisd. De ‘primitieve’ plaatselijke bevolking heeft de archetypische ‘white savior’, die hen komt redden van niets minder dan de hel, vermoedelijk direct onschadelijk gemaakt. Voordat de missionaris hen over zijn onbegrijpelijke God heeft kunnen vertellen of kon besmetten met schadelijke ziekten. Met pijl en boog bovendien, om het verhaal helemaal af te maken.

Deze gelaagde docu – aangekleed met animaties van zijn tocht, privéfilmpjes en allerhande fragmenten uit (speel)films die hem hebben geïnspireerd – reconstrueert hoe John Chau tot zijn onbezonnen onderneming is gekomen. Was het werkelijk de behoefte om de leer van zijn Heer te verbreiden? Of was de Aziatische Amerikaan toch ook, in lijn met zijn favoriete boeken over Robinson Crusoe en Kuifje, uit op een avontuur, waarover hij nog jaren aan zijn kinderen zou kunnen vertellen? Om, in zijn eigen woorden, juist daarheen te gaan ‘where none have gone.’

McBaine en Moss plaatsen Chau’s ‘claim to fame’, die van hem overigens daadwerkelijk een martelaar heeft gemaakt in zijn eigen gemeenschap, binnen de traditie van missionarissen, die naar allerlei paradijselijke plekken op aarde afreizen om de plaatselijke bevolking er, goedschiks dan wel kwaadschiks, van te overtuigen dat ook zij het licht kunnen zien. ‘Wij beslissen anders voor een groep mensen dat zij nooit over Jezus hoeven te horen’, verwoordt Pam Arlund van All Nations, de organisatie die Chau trainde, het bijbehorende sentiment. ‘Dat is een schending van hun mensenrechten.’

Daniel Everett, die zelf dertig jaar als missionaris in Brazilië bij de Piraha-indianen bivakkeerde, is inmiddels wel genezen van zijn Messias-complex. Zijn persoonlijke relaas, geïllustreerd met fraaie archiefbeelden, wordt door de filmmakers zeer effectief gebruikt als een blauwdruk voor wat John Chau had kunnen gebeuren als ook hij de gelegenheid had gekregen om een half leven te midden van goddeloze inboorlingen te verkeren. ‘God is een buitenlander’, zegt een Piraha-man treffend. ‘We kennen hem niet. En we willen hem ook helemaal niet leren kennen.’

John Chau’s vader Patrick, een psychiater die ooit vanwege Mao’s Culturele Revolutie uit China is gevlucht, probeert intussen te ontdekken wat er in zijn zoon omging, terwijl historicus Adam Goodheart, die een boek schreef over zijn eigen ervaringen met een stam op de Andaman-eilanden, de westerse blik waarmee wij naar zulke volkeren kijken kritisch beschouwt. Want voor missies zoals die van John Chau is een typische mengelmoes van geestdrift en hoogmoed nodig, die in deze stevige film overtuigend in z’n maatschappelijke en historische context wordt geplaatst.

Wattstax

Stax Films

‘Ik ben iemand’, laat Jesse Jackson zijn gehoor scanderen, nadat hij alle aanwezigen heeft gevraagd om een gebalde vuist in de lucht te steken. ‘Ik mag dan arm zijn, maar ik ben iemand. Ik mag dan een uitkering hebben, maar ik ben iemand. Ik mag dan ongeschoold zijn, maar ik ben iemand. Ik ben zwart, mooi en trots en moet gerespecteerd worden.’

De vlammende voordracht van het gedicht I Am Somebody door de Amerikaanse burgerrechtenleider illustreert dat Wattstax (99 min.), het benefietconcert dat op 20 augustus 1972 plaatsvindt in het Los Angeles Memorial Coliseum, meer is dan zomaar een popfestival. Zeven jaar na de rellen in de zwarte wijk Watts in 1965 wordt het festival een ongegeneerde viering van de Afro-Amerikaanse cultuur, waarbij ook voortdurend oog is voor de emancipatiestrijd van de gemeenschap en de tol die deze inmiddels op alle mogelijke manier heeft geëist.

In dat opzicht doet deze film denken aan een andere documentaire over een festival dat met het predicaat Black Woodstock is opgezadeld: Summer Of Soul (2021), Questlove’s film over het Harlem Cultural Festival in 1969 die een kleine halve eeuw later een Oscar zal winnen. Regisseur Mel Stuart alterneert tussen performances van artiesten uit de stal van het vermaarde soullabel Stax Records uit Memphis, waaraan al de documentaires Respect Yourself: The Stax Records Story en Stax: Soulsville U.S.A. werden gewijd, en gesprekken met gewone Afro-Amerikanen uit Watts over hun/het leven. 

Tussen alle onbekende Amerikanen die hun hart luchten of gewoon lekker babbelen, waarbij het de vraag is of die gesprekjes geënsceneerd zijn, is ook Ted Lange. De acteur zal later furore maken als barman Isaac in de suikerzoete tv-serie Love Boat. Hij vertelt bijvoorbeeld over zijn broer die een lichtere huid heeft. ‘Hij zei tegen me dat ik een nikker was’, vertelt Ted. ‘Ik wist helemaal niet wat dat was.’ Toen ging Lange’s broer naar hun moeder en zei dat hij een witte jongen was en Ted een zwarte nikker. ‘Waarop mijn moeder zei: dan kan ik niet je moeder zijn. Want al mijn kinderen zijn nikkers.’

De comedian Richard Pryor houdt Wattstax bij elkaar met een verzameling scherpe en grappige monologen. Het hart van de film wordt evenwel gevormd door zinderende performances van Stax-acts als Kim Weston, The Staple Singers, Carla Thomas, Albert King, The Bar-Kays, Luther Ingram en Rufus Thomas, die er een ongekend swingfestijn van maakt met zijn Do The Funky Chicken. Het slotakkoord is voor de übercoole Isaac Hayes, nadrukkelijk gepromoot als ‘Black Moses’, die lekker de blits kan maken met zijn titelsong voor de blaxploitation-hitfilm Shaft.

Gezamenlijk zetten deze soul brothers en -sisters ‘The Black Experience’ van begin jaren zeventig nog eens goed in de verf. In een film waarin naar hedendaagse maatstaven misschien tamelijk weinig (verhaal)lijn is te ontdekken, maar die wel een geweldig tijdsbeeld schetst.

Subject

Autlook

‘Did he do it?’ schreeuwt een enorm billboard aan de overkant van de straat. Margie Ratliff schrikt ervan als ze haar auto parkeert. ‘De oude poster is terug om ons te achtervolgen’, zegt ze beduusd.

Met het bord kondigt Netflix de re-release aan van The Staircase, een true crime-serie uit 2004 over de moord op Margies moeder Kathleen. Haar vader Michael Peterson geldt daarvoor als verdachte. De oorspronkelijke documentaireserie wordt, samen met het driedelige vervolgseizoen uit 2018, in bijna tweehonderd landen opnieuw uitgebracht. Margie kijkt met gemengde gevoelens terug op haar deelname aan de serie. Alsof ze als tiener permanent onder de microscoop lag – en, ongewild, nog altijd ligt. Haar vader heeft daar veel minder moeite mee. Michael Peterson beschouwt de camera als een probaat middel om zijn verhaal te doen en zijn onschuld te bepleiten.

Ieder taxeert z’n rol in een iconische documentaireproductie op zijn eigen manier. Dat is een terugkerend element in wat gerust een Droste-docu mag worden genoemd: Subject (96 min.), een intrigerende documentaire van Jennifer Tiexiera en Camilla Hall over de hoofdpersonen van documentaires: hoe kijken zij daarop terug en wat heeft die hen gekost en opgeleverd? De één ziet vooral voordelen (zoals voormalig basketbaltalent Arthur Agee uit Hoop Dreams, die bijvoorbeeld, niet onomstreden, heeft meegedeeld in de opbrengsten van de film), een ander is met name negatief (Elaine Friedman, die er als moeder van een getroebleerd gezin zeker niet schadevrij vanaf komt in Capturing The Friedmans).

De meeste personages hebben beide kanten van de medaille leren kennen. ‘Ik was heel erg blij dat ik werd gezien’, vertelt Jesse Friedman bijvoorbeeld, die (onschuldig) in de gevangenis zat vanwege seksueel misbruik van buurtkinderen. ‘Ik was een hele lange tijd onzichtbaar geweest.’ Hij heeft ook zijn latere vrouw ontmoet door de film. Zij zag hem voor het eerst in de documentaire van Andrew Jarecki, begon daarna zijn zaak actief te ondersteunen en legde ook persoonlijk contact. Tegelijkertijd definieert Capturing The Friedmans nog altijd Friedmans leven, hoewel de film gebeurtenissen van tientallen jaren geleden behandelt en nauwelijks iets met zijn huidige bestaan van doen heeft.

Ahmed Hassan is door The Square (2013) één van dé gezichten geworden van het protest op het Egyptische Tahrirplein tijdens de Arabische Lente van 2011. Die bekendheid heeft echter verstrekkende gevolgen voor zijn persoonlijke veiligheid. Susan Reisenbichler, de moeder van The Wolfpack (2015), realiseerde zich door de film over haar getroebleerde gezin pas echt hoe mis het was bij haar thuis. Haar zoon Mukunda Angulo kreeg door de release van de docu dan weer de kans om de wereld te zien die hem jarenlang was onthouden. Hij wil filmmaker worden, maar schat de kans dat hij zich ooit aan een documentaire waagt als bijzonder klein in.

Documentaires zijn een ‘ethische jungle’, constateert regisseur Bing Liu, die in zijn persoonlijke film Minding The Gap de confrontatie met zijn moeder is aangegaan. Dat is ten koste gegaan van hun relatie. Tiexiera en Hall laten ook andere makers zoals Davis Guggenheim, Assia Boundaoui en Evgeny Afineevsky reflecteren op hoe ’t is om met échte personages te werken en hoe je daarvan nooit ‘subjecten’ mag maken. De makers van de documentaires waarvan de hoofdpersonen aan het woord komen in Subject krijgen overigens géén gelegenheid om daarop te reageren. Zij hebben hun kans al gehad bij het maken van hun film. Nu hebben hun protagonisten zelf de regie.

De rollen zijn dus omgedraaid in deze doc², waarin alle ethische aspecten van het vertellen van verhalen over echte mensen aan de orde komen. Als die verhalen eenmaal de wereld in zijn geholpen, is er in elk geval geen weg terug meer, toont de casus van The Staircase. Afgelopen jaar verscheen de dramaserie The Staircase met acteur Colin Firth als Michael Peterson. Sophie Turner – alias Sansa Stark uit Game Of Thrones – speelt daarin Margaret Ratliff. Om deze rol voor te bereiken had de Britse actrice graag willen spreken met de vrouw die ‘tientallen jaren traumatherapie’ nodig heeft gehad om het overlijden van haar moeder en de verwikkelingen daaromheen een plek te geven.

Social Media Murders: The Murder Of Molly McLaren / The Murder Of Grace Millane

ITV

Ze leefden het social media-bestaan. Zij had overduidelijk lol in haar leven, was het middelpunt van elk feest. En hij deed daar nauwelijks voor onder, met zijn coole looks en stralende glimlach. Toen Molly McLaren en Joshua Stimpson elkaar tegenkwamen op een datingsite, was er duidelijk sprake van een match. En toen begon het echte leven…

Molly had een angststoornis en kampte met boulimia, Josh leverde strijd met mentale problemen. Volgens eigen zeggen was hij bipolair – en ontoerekeningsvatbaar toen het echt helemaal misging tussen hen. Op 29 juni 2017 doodde hij Molly met ruim vijftig messteken, twaalf dagen nadat zij de relatie beëindigde die in totaal zeven maanden had geduurd. Josh wachtte daarna op de politie.

In het eerste deel van het Britse tweeluik Social Media Murders (92 min.), geregisseerd door respectievelijk Angus Cameron en Natasha Cox, reconstrueren Molly’s ouders, vriendinnen en allerlei deskundigen de toxische relatie tussen de twee geliefden. Die wordt verder inzichtelijk gemaakt met hun online-conversatie, die uiteindelijk uitmondt in laster, chantage en stalking.

Deel twee van de true crime-serie concentreert zich op de gewelddadige dood van de Engelse backpacker Grace Millane in Nieuw-Zeeland. Als zij tijdens haar wereldreis in Auckland arriveert, komt ze via social media in contact met ene Jesse Shane. Een dag later, op 2 december 2018 viert Grace haar 22e verjaardag. Op de felicitaties die binnenkomen reageert ze echter helemaal niet. Grace is vermist.

Met behulp van chatberichten, telefoongegevens en beveiligingscamera’s weet de politie te deduceren hoe het Britse meisje de laatste uren voor haar verdwijning heeft doorgebracht, wat er in die periode met haar kan zijn gebeurd en hoe het daarna verder is gegaan. Was het een koelbloedige moord? Of toch een Fifty Shades Of Grey-achtige fantasie die helemaal uit de hand is gelopen?

Deze twee tragische kwesties vestigen de aandacht op de gevaren van de online-wereld: dat iemand die je ontmoet niet hoeft te zijn wie hij zegt dat hij is en dat we allemaal steeds beter zicht- en vindbaar zijn, ook voor de politie, door de sporen die we achterlaten op het web. Intussen voelt de kijker van deze twee crimedocs zich ook een beetje een voyeur. Van levens die op hun kwetsbaarst vanuit allerlei hoeken en gaten zijn vastgelegd. Ter leering ende vermaeck.

North By Current

Twee weken na Kalla’s dood trouwde zijn zus Jesse met David. ‘Ik ontmoette hem voor het eerst op de uitvaart’, vertelt filmmaker Angelo Madsen Minax in een voice-over. ‘Ze woonden net een week samen toen ze stierf.’ Hadden Kalla’s moeder en haar nieuwe geliefde, die met zijn gewelddadige verleden de schijn een beetje tegen heeft, misschien iets van doen met het overlijden van zijn tweejarige nichtje? Als Madsen in 2016 in ‘Nowhere Michigan’ arriveert, lijken ze van alle blaam gezuiverd.

‘Zal ik je nog vertellen over het andere kind dat we hebben verloren?’ vraagt Madsens vader even later aan hem. ‘We zijn er twee kwijtgeraakt: een kleinkind en een dochter’, vult zijn moeder aan. ‘We hadden een klein meisje met de naam Angela. Dat was me er eentje. En daar hebben we nooit eerder over gesproken, maar het was echt een hartendief.’ Madsen staat perplex door wat zijn ouders zeggen: Gaan jullie mijn transitie nu echt vergelijken met de dood van Kalla?’

Hij is even sprakeloos. Voor de egodocumentaire North By Current (85 min.) keert Madsen in de navolgende jaren regelmatig terug naar zijn geboortegrond, waar duidelijk heel wat oud zeer is achtergebleven. Om de gevolgen van Kalla’s dood op zijn oudere zus en haar partner, die inmiddels enkele kinderen verder zijn, op te tekenen en in het reine te komen met zijn eigen achtergrond daar, in de hoop dat zijn familie ook bereid of in staat is om in het reine te komen met hem.

Madsen heeft zijn zeer persoonlijke film een collage-achtig karakter gegeven: gesprekken met familieleden worden doorsneden met jeugdvideo’s, natuurbeelden, abstracte shots en re-enactments van situaties uit het verleden. Het geheel wordt bijeengehouden met een indie-soundtrack en ingekaderd door Madsens filosofisch bedoelde voice-over die in een permanente dialoog lijkt te zijn verwikkeld met de stem van een vroegrijp kind, ingesproken door Sigrid Harmon.

In die tegelijk zeer associatieve en ook erg geconstrueerde vorm zit zowel een rouwfilm als een coming of age-drama verscholen. Die komen alleen slechts ten dele binnen. Hoewel ruw en persoonlijk – op het voyeuristische af soms – voelt North By Current soms ook nét iets te bedacht en gekunsteld.