My Maysoon

EO

Batoul Karbijha laat haar Italiaanse vriendin Alessia de vraag een paar keer opnieuw stellen aan rechercheur Angelo Milazzi: waarom hebben ze niet geprobeerd om de mensen onder de gekapseisde boot vandaan te halen? Ze kan er met haar hoofd niet bij. Naderhand is ook niemand gaan duiken om de lichamen te vinden. Wat Milazzi ook zegt – niet genoeg reddingsvesten, tijd en geld en bovendien niet de verantwoordelijkheid van de Italiaanse overheid – Batoul kan het niet accepteren.

Bij die schipbreuk nabij de Italiaanse kust op 24 augustus 2014, waarbij waarschijnlijk zo’n tweehonderd vluchtelingen vermist raakten, verdween haar zus. My Maysoon (55 min.) is Batoul Karbijha’s poging om haar terug te vinden. Niet letterlijk, dat weet ze ook wel, maar gevoelsmatig. Want over Maysoon wordt nauwelijks meer gesproken binnen het inmiddels in Nederland woonachtige Syrische gezin. Te pijnlijk, niet te bevatten. Hun levens bestaan uit twee periodes: vóór en ná die fatale boottocht.

Tegelijkertijd kan Batoul helemaal niet accepteren dat haar zus, een jonge veelbelovende vrouw, er niet meer is. Ze gaat ook nog in het grensgebied van Tunesië en Libië naar haar op zoek. ‘Als de film een succes wordt zonder dat je Maysoon vindt, voel je je dan schuldig?’ wil haar reisgenoot weten. ‘Ja, want ik maak de film om Maysoon te vinden, maar ook om haar verhaal te vertellen’, antwoordt zij ferm. ‘Ik wil niet stoppen voordat ik een antwoord heb of kan zeggen dat ik alles heb geprobeerd om haar te vinden.’

Deze delicate film – ondertitel: omdat dierbaren ons nooit verlaten – documenteert niet alleen Batouls zoektocht naar Maysoon, maar ook hoe ondertussen binnen de familie het gesprek over haar zus, en daarmee ook de vlucht uit hun door oorlog verscheurde moederland, op gang wordt gebracht. Ben je over het schuldgevoel heen? wil Batoul bijvoorbeeld weten van haar broer Mohammed, die erbij was toen de boot omsloeg en hun zus vermist raakte. ‘Nee. Maar ik denk niet dat Maysoon boos op me is.’

Zo moet elk familielid zich op zijn eigen manier verhouden tot het lot van hun dierbare dochter/zus en de gevoelens van verdriet, spijt en schuld die zich daaraan onvermijdelijk hebben vastgehecht. Kunnen en willen ze daarvan loskomen? Mag dat überhaupt? En hoe ziet het leven daarna er dan uit? Zonder en toch altijd met Maysoon.

Een Amerikaanse Nachtmerrie

BNNVARA

Hoe zou de ideale true crimezaak eruit zien? Een maker stuit op een gerechtelijke dwaling, achterhaalt na allerlei dramatische verhaalwendingen, doodlopende onderzoekspistes en gigantische cliffhangers wat er werkelijk is gebeurd en pleit vervolgens zijn protagonist vrij, zodat die alsnog in vrijheid van de rest van zijn leven kan genieten? Zo eenvoudig en plooibaar is de werkelijkheid doorgaans echter niet, hoezeer sommige makers hem ook hun wil proberen op te leggen.

Ook Hans Pool zal misschien, toen hij zich zes jaar geleden in De Zaak Singh begon te verdiepen, héél even hebben gedacht dat hij de Nederlandse Errol Morris zou worden en dat Jaitsen Singh wellicht kon uitgroeien tot zíjn Randall Adams, de Amerikaan die door Morris werd vrijgepleit van moord in de true crime-klassieker The Thin Blue Line (1988). Pool is echter geen Amerikaanse amateurdetective die even snel en gemakkelijk wil scoren met Een Amerikaanse Nachtmerrie (internationale titel: The Singh Case, 235 min), maar een gelauwerde Nederlandse documentairemaker, met bijvoorbeeld een Emmy Award voor Bellingcat – Truth In A Post-Truth World op zak. Hij wil zich ook niet zomaar voor iemands karretje laten spannen – al is dat in deze gecompliceerde zaak bepaald geen sinecure. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat je aan de tunnelvisie gaat lijden die je bij de politie vermoedt? Of een instrument wordt van de aanklagers of verdediging?

De zaak leek in eerste aanleg, vanuit het verre Nederland, vast nog bedrieglijk simpel: Jaitsen Singh, een Surinaamse Nederlander die met zijn gezin ooit ‘The American Dream’ was gaan najagen, zit al sinds halverwege de jaren tachtig in een Amerikaanse cel als vermeende opdrachtgever van de moord op zijn vrouw Grace en stiefdochter Daphne. Onschuldig, welteverstaan. Singh zou erin zijn geluisd door een overijverige openbaar aanklager, die warm liep voor een politieke carrière en veel te graag wilde scoren, en een verslaafde crimineel, die in ruil voor strafvermindering bereid was om op te treden als kroongetuige. Maar is de werkelijkheid net zo simpel als het verhaal dat ervan kan worden gemaakt? Van de andere kant: het kan toch ook niet zo zijn dat Jaitsen Singh, zoals de aanklagers lijken te beweren, simpelweg een gewetenloze killer is, die een overval op zijn eigen huis heeft geënsceneerd en daarbij zijn eigen echtgenote en stiefkind heeft laten ombrengen?

Via Singhs Nederlandse advocate Rachel Imamkhan, die in de afgelopen jaren uitgebreid zijn onschuld heeft bepleit in Nederlandse media en vanaf het begin betrokken is geweest bij deze Nederlandse Making A Murderer, komt Hans Pool ook in direct contact met Jaitsen Singh zelf. Hij stelt dat zijn zaak, net als de veelbesproken dood van George Floyd, ’voor honderd procent puur op racisme gebaseerd is’. Zó eenvoudig zijn de beschuldigingen tegen hem echter zeker niet te weerleggen. Behoedzaam pelt Pool de verschillende lagen er vanaf, in de hoop zo bij de kern te komen. Hij neemt de kijker daarbij letterlijk mee in zijn onderzoek. In beeld, als de man die Singhs verleden doorwandelt en uiteindelijk zelfs voor het spreekwoordelijke true crimebord belandt. En via verbindende voice-overs, waarmee hij zijn bevindingen, gevoelens én twijfels deelt. Want waar de filmer ooit begon vanuit het idee dat zijn protagonist waarschijnlijk onschuldig vastzit, krijgt hij daarbij gaandeweg steeds meer vragen.

Een Amerikaanse Nachtmerrie blijft mede daardoor vijf afleveringen lang onverminderd boeien. Ook omdat Pool al zijn bronnen, achtergrondinformatie en ontdekkingen slim en gedoseerd uitserveert en er dus steeds een andere verhaallijn of -laag wordt blootgelegd. Elk nieuw stukje informatie plaatst wat je al denkt te weten over de twee moorden en de achtergronden daarvan in een nieuw perspectief. Een echte true crimezaak dus, die zich echter niet zomaar laat reduceren tot een hap-slik-weg misdaadverhaal. Daarvoor is De Zaak Singh te ingewikkeld en diffuus. Hans Pool wordt er bijna zichtbaar ‘sadder and wiser’ van en weerstaat tegelijkertijd de verleiding om al te gemakkelijke conclusies te trekken. Samen met productiemaatschappij Submarine is de filmmaker desondanks in een conflict verzeild geraakt over wat hij wel of niet wil, mag en kan vertellen. Via de rechter hebben Singh en zijn advocaat, vooralsnog tevergeefs, geprobeerd om uitzending van de serie te verhinderen.

Fred West: The Glasgow Girls

SkyShowtime

Hij helpt haar, een zwangere tienermeisje uit Schotland, met liefde en plezier uit de brand. En dus trouwt Rena Costello in november 1962 in het kleine Britse stadje Ledbury met die aantrekkelijke kerel, Fred West.

Ze heeft er geen idee van dat de twintigjarige Fred ervan wordt verdacht dat hij zijn dertienjarige zusje Kitty heeft verkracht. En ze kan ook niet weten dat in het huis van diezelfde Fred en zijn tweede echtgenote Rose in Gloucester ruim dertig jaar later de lichamen van negen vrouwen zullen worden aangetroffen. Dan wordt ook duidelijk dat Rena en haar dochtertje Charmaine, sinds een bezoek aan de boerderij van Freds vader in 1971, van de aardbodem lijken te zijn verdwenen.

Dat is de startpositie voor Fred West: The Glasgow Girls (140 min.), een driedelige serie van Gussy Sakula-Barry over de Schotse periode van de seriemoordenaar. Want na hun bruiloft verhuist Fred met Rena naar de beruchte volkswijk Gorbals in Glasgow. Daar zal hij naam maken als ijscoman die (moedwillig?) een driejarig jongetje doodrijdt en jonge meisjes zijn wagen in probeert te lokken. Als de grond hem daar te heet onder de voeten wordt, neemt West weer de wijk naar Engeland.

Aan de hand van het politieonderzoek naar Fred en Rose West in het voorjaar van 1994 – niet alleen in hun horrorhuis aan 25 Cromwell Street, maar ook op landbouwgrond nabij Freds geboorteplaats Much Marcle – duikt deze true crime-serie met rechercheurs, ooggetuigen, biografen en mensen uit Wests directe omgeving in het verleden van de verdorven aannemer, die ook vóórdat hij in 1969 zijn vijftienjarige (!) zielsverwant Rose ontmoette dus al de nodige levens op zijn geweten had.

Pas een kwart eeuw later wordt duidelijk wat er is gebeurd met Rena, Charmaine en de achttienjarige Anne McFall, de enige vrouw waarvan West volgens eigen zeggen, in audio-opnamen van een interview met de seriemoordenaar, ooit heeft gehouden. ‘Maar als Fred West van je blijkt te houden is dat geen onverdeeld genoegen’, merkt de schrijver Paul Pender nuchter op in deze afdaling in de hel die West voor zoveel kwetsbare vrouwen – nee: meisjes – heeft gecreëerd.

Alleen Rose, die in de slotaflevering van deze roestvrijstalen miniserie in Freds leven en deze vertelling verschijnt, zal de dans ontspringen. Waarschijnlijk omdat zij bereid was om hem terzijde te staan bij zijn perverse beulswerk. Zodat hij haar niet hoefde te slachtofferen.

Daughters

Ita Zrboniec-Zajt / WG Film

Ze ogen als drie gewone Zweedse zussen, in gesprek over het leven. Hun leven. dat hen voor altijd Daughters (90 min.) heeft gemaakt. Dochters van een vrouw, die een einde aan haar leven maakte. Maja was zestien, Hedvig tien en Sofia slechts acht. En daarna moest het leven door. Dat ging het in elk geval. Als gewone meisjes probeerden ze daarbinnen, zo goed en zo kwaad als dat ging, hun weg te vinden.

En documentairemaakster Jenifer Malmqvist was erbij. Gedurende een periode van tien jaar. Toen Sofia tegen haar oma zei: ‘weet je, mijn kinderen zullen geen oma hebben.’ En toen Maja, veel later overigens, over de bipolaire stoornis van haar moeder vertelde. ‘Het heeft me een hele tijd gekost voordat ik besefte dat ze ziek was’, zei ze. ‘Mama heeft er niet voor gekozen om niet bij ons te zijn. Ze was ziek.’

Malmqvist volgt in deze observerende film grofweg twee verhalen, die ze parallel heeft gemonteerd: hoe de drie zussen de draad weer oppakken na de gebeurtenis die hun jonge levens volkomen op z’n kop heeft gezet en hoe ze daar later, als jongvolwassenen, op terugkijken. Dan kunnen ze ook voor het eerst onder woorden te brengen wat er precies is gebeurd en welke impact dit heeft gehad op hen.

Voor middelste dochter Hedvig is de suïcide van naar moeder helemaal een heikel punt: de traumatische gebeurtenis vond nota bene op haar verjaardag plaats. Dat is wel het laatste wat ze nu tegen anderen vertelt over haar moeder. ‘Dan lijkt het alsof ze iets verkeerds heeft gedaan’, zegt ze, op weer een verjaardag, tegen haar zussen Maja en Sofia. ‘Zo denk ik niet. En ik wil ook niet dat anderen dit denken.’

Terwijl de dochters kampen ieder met hun eigen issues – boosheid, paniekaanvallen en een elementair gevoel van eenzaamheid – vinden ze elkaar ook om te praten, troosten en knuffelen. Daughters brengt zo van binnenuit in kaart hoe ‘t is om op te groeien met of ondanks een traumatische ervaring. Wat nemen we mee? Wat laten we achter? En hoe doen we dat dan, zonder het verleden te vergeten of te ontkennen?

Stil Water

Bente en haar broer / EO

Ruim vijf jaar na Pilotenmasker (2017) keert documentairemaakster Simonka de Jong terug naar het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht, een omgeving die de vorige keer een diep ontroerende film heeft opgeleverd. Destijds volgde De Jong enkele kinderen met kanker, kleuters met ‘gemene celletjes’ in hun lichaam die noodgedwongen werden blootgesteld aan ingrijpende medische onderzoeken en behandelingen.

Stil Water (55 min.) is een soort vervolg, waarbij de focus ditmaal ligt op de directe verwanten van zo’n ziek kind: de ouders, broers en zussen. Twee jaar lang is de documentairemaakster met haar crew aangesloten bij drie Nederlandse gezinnen, die een welhaast onmenselijke uitdaging moeten aangaan en haar ondertussen toegang geven tot hun meest intieme en kwetsbare momenten. Te midden van de pijn en het verdriet vindt ze ook veerkracht, lol en – vooral – verbondenheid.

‘Ik weet nog dat ik die eerste vrijdag, toen we het net wisten, vroeg: wordt ze dan nog wel zes jaar?’ vertelt Annemieke Goudswaard, de moeder van Fien. ‘En dat ze toen zeiden: dat weten we niet!’ Vader Gijs vertelt hoe hij zijn dochter bij een ziekenhuisopname in zijn armen de trap afdroeg. ‘Toen vroeg ze: Het komt toch wel goed, pap? Toen dacht ik: volgens mij weet jij ook dat het niet goed komt.’ Hun andere kinderen willen het verdriet van hun ouders intussen liever niet zien.

Steven Voerknecht vertelt dat hij in eerste instantie ‘helemaal niks’ voelde toen hij hoorde dat zijn jongere broer Matthijs ernstig ziek was. In een gesprek met zijn andere broer Reinier en hun ouders constateren ze dat Matthijs door zijn aandoening emotioneel achterloopt. Soms is ie gewoon strontvervelend. Hoe kunnen ze daar het beste mee omgaan? Het zijn vragen die je als buitenstaander niet direct bedenkt, maar die in deze getroffen gezinnen aan de orde van de dag zijn.

Bij de familie Van Eersel uit Weesp is het de jongste van drie kinderen, de driejarige Bente, die ernstig ziek is. Ook als het meisje voor behandelingen in het ziekenhuis ligt komt papa een verhaaltje voorlezen. Via de mobiele telefoon speelt ze verstoppertje met haar oudere broers Jens en Tim. En als de kleine Bente geniet van het geladen Frozen-liedje Laat Het Los, een rechtstreekse verwijzing naar één van de ontroerendste scènes van Pilotenmasker, kijken haar ouders geraakt toe.

Stil Water belicht hoe de familieleden hun eigen weg proberen te vinden met en rond de ziekte van één van hen. Van therapeutische gesprekken, familie-opstellingen en het geloof tot een kindercoach, speltherapie en Inca-rituelen. Simonka de Jong omlijst hun ervaringen en emoties met gestileerde onderwater-sequenties, ondersteund door gefühlvolle muziek, waarmee de gevoelstoestand van de verschillende hoofdpersonen op een aangrijpende manier tot uitdrukking wordt gebracht.

Deze film wordt daardoor net zo’n stoot in de maag als Pilotenmasker. Tezamen vormen de documentaires een tweeluik dat de kwetsbaarheid van het (samen) leven héél tastbaar maakt en tegelijkertijd laat zien hoeveel incasseringsvermogen, creativiteit en warmte tijden van opperste nood kunnen losmaken.

All The Beauty And The Bloodshed

Cinéart

Het is alsof Nan Goldins complete leven een aanloop is geweest naar haar huidige rol als Nemesis van de Amerikaanse familie Sackler. Die verdiende via het bedrijf Purdue Pharma miljarden dollars met de pijnstiller OxyContin, een medicijn dat zo verslavend bleek te zijn dat er in de Verenigde Staten een heuse Opioid Crisis ontstond. Die zou inmiddels in totaal zo’n half miljoen Amerikanen het leven hebben gekost. Intussen kochten de Sacklers zich met hun ‘bloedgeld’ in bij allerlei goede doelen en musea.

Nan Goldin, die na een turbulente jeugd als fotografe doorbrak met de intieme serie The Ballad Of Sexual Dependency, raakte in 2014 na een operatie zelf verslaafd aan de pijnmedicatie en wist drie jaar later na een overdosis slechts met heel veel moeite weer af te kicken. Sindsdien is ze één van de drijvende krachten van de actiegroep P.A.I.N. (Prediction Addiction Intervention Now). Met guerrilla-acties attaqueert deze groep specifiek de filantropie van de Sacklers, die zich nog altijd comfortabel in de hoogste kringen bewegen.

All The Beauty And The Bloodshed (117 min.), de documentaire die de fotografe maakte met regisseur Laura Poitras (My Country, My CountryThe Oath en Oscar-winnaar Citizenfour), valt in dat opzicht meteen met de deur in huis: The Sackler Wing van The Metropolitan Museum in New York wordt op 10 maart 2018 overgenomen door demonstranten onder leiding van Goldin die en masse pillenpotjes droppen en een ‘die-in’ organiseren, waarbij ze voor dood op de grond gaan liggen en onderwijl de leus ‘Sacklers lie, people die’ scanderen.

Zulke acties, waarmee de omstreden familie steeds verder in het nauw wordt gedreven, lopen als een rode draad door deze meeslepende documentaire, die er in september op het Filmfestival van Venetië zowaar met de Gouden Leeuw voor beste film vandoor ging. Patrick Radden Keefe, de auteur van de bestseller Empire Of Pain, geeft daarbij context over OxyContin en de agressieve marketing waarmee het middel door Purdue Pharma aan de man is gebracht, ook toen allang duidelijk was hoe verslavend ‘t was.

Dat klassieke Big Pharma-verhaal is door documentairemaker Alex Gibney al eens tot in detail opgetekend in The Crime Of The Century. Poitras verrijkt dit met enerverende protestacties en blikt parallel daaraan met Goldin terug op haar bijzonder turbulente leven, dat al heel vroeg ernstig werd ontregeld door de psychische problemen van haar zus Barbara en de inadequate reactie van haar ouders daarop. Zij zou al snel helemaal op drift raken. In fotografie – volgens Goldin een sublimatie van seks en meestal ook beter dan seks – vond ze uiteindelijk een uitweg.

De opwinding, hardheid en tristesse van dat leven, waarbij de AIDS-epidemie van de jaren tachtig en de bijbehorende Act Up-acties vormend blijken te zijn geweest, worden door Poitras verbonden aan Goldins activisme, dat haar leven extra scherpte en richting lijkt te hebben gegeven. Zo stuurt deze topdocu aan op een bijzonder geladen apotheose, waarin Nan Goldins P.A.I.N. daadwerkelijk vruchten begint af te werpen en zij zelf oog in oog komt te staan met enkele prominente leden van de gehate Sackler-familie.

Schijnstudent

Terugdenkend aan de zomer van 2019 hadden Rachel en Laura stiekem al in de gaten dat het niet goed ging met hun zus Dianne Tonies. Die zat daar maar op haar kamer in Leiden. Hoewel Diannes afstudeerdatum zienderogen dichterbij kwam, leek ze weinig aandacht te besteden aan haar studie geneeskunde. ‘Ze liegt alles bij elkaar’, appten haar zussen elkaar in mei van dat jaar. Begin 2020 werd Dianne gevonden. Ze had geen afscheidsbrief achtergelaten. ‘Waren we maar een keer naar Leiden gereden’, verzuchtten Rachel en Laura nu, met evenveel spijt als pijn in hun stem.

Dianne Tonies is waarschijnlijk zo’n zes jaar Schijnstudent (51 min.) geweest. Ze hield jarenlang de schijn op dat ze nog studeerde, terwijl het doek allang was gevallen. In de tv-docu Pretend Student werden onlangs al enkele studenten geportretteerd die zich in een soortgelijke situatie bevonden. Deze film van Leon Veenendaal concentreert zich op het rouwproces van Diannes nabestaanden. Waarom hebben ze nooit écht doorgevraagd? En wilde hun zus/kind werkelijk niet meer leven of kón ze niet verder, doordat haar parallelle wereld elk ogenblik in elkaar kon donderen?

Het zijn vragen waarop nooit meer een definitief antwoord komt, maar die wel tot indringende gesprekken leiden in de familiekring, met Diannes studiegenoten en een huisgenote. Zus Rachel neemt bovendien contact op met Sander van der Meer, expert Digitaal Nalatenschap. Hij kan Diannes verwanten toegang geven tot (gewiste) gegevens op haar smartphone en social media-profielen. Dit roept meteen ethische vragen op: heeft een gestorven persoon geen privacy meer? En mag dat domein dan ook toegankelijk worden gemaakt voor anderen?

Zulke vragen spelen op bij elk sterfgeval, maar worden extra pregnant bij iemand die haar (innerlijk) leven stelselmatig heeft afgeschermd en die nu, vanuit zeer begrijpelijke motieven overigens, en plein public wordt doorgelicht. Uiteindelijk levert Diannes telefoon daadwerkelijk informatie op over haar gemoedstoestand. Veenendaal gaat daar gelukkig prudent mee om, zodat Diannes privacy nog enigszins wordt gewaarborgd. Via allerlei vrolijke filmpjes, geprojecteerd op plekken waar ze thuis was, benadrukt hij bovendien het contrast tussen wat er in haar omging en hoe anderen haar kenden.

Wat uiteindelijk blijft hangen is een tamelijk treurig beeld van een jonge vrouw voor wie het leven een eenzame strijd moet zijn geworden, terwijl er in haar directe omgeving allerlei mensen klaarstonden om te helpen. Haar nabestaanden proberen daar, met behulp van een rouwtherapeut, een plek aan te geven.

Elin

KRO-NCRV

Ze wil weten wat er in haar kind omgaat. Elin (86 min.) heeft zoveel te vertellen, maar het komt er heel moeilijk uit. Het meisje heeft rond haar geboorte een hersen- en gehoorbeschadiging opgelopen en is bijzonder lastig te verstaan. Elins vader Patrick en tweelingzus Bente kunnen haar lang niet altijd begrijpen. En de buitenwereld al helemaal niet. Haar moeder Marie-José Schelvis weigert zich daarbij neer te leggen: zeker nu de puberteit voor de deur staat wil ze dat haar kind zich kan uiten. Anders zit Elin ‘nog meer gevangen in haar eigen lijf’.

Marie-José wil ook haar eigen verhaal kwijt. Ze blogt over haar ervaringen als moeder van een zwaar gehandicapt kind. Die blogs fungeren tevens als anker voor deze observerende documentaire van Cinta Forger en Walther Grotenhuis. ‘Ik ben moe’, schrijft Marie-José bijvoorbeeld, als ze lijkt af te stevenen op een burn-out. ‘En weet je? Ik mag moe zijn. Het is geen normale situatie. Ik moet het niet meer continu bagatelliseren. Mijn emmer is nooit helemaal leeg, dat accepteer ik, maar misschien krijg ik hem af en toe halfleeg.’

Samen met haar echtgenoot Patrick, die voor zijn werk regelmatig naar het buitenland moet, zoekt Marie-José naar een geschikte spraakcomputer, die Elin met haar mond kan aansturen. Dit wordt een intensief en frustrerend proces, dat in deze aangrijpende film met begrip, compassie en oog voor detail is opgetekend. Werkelijk alle betrokkenen lopen over van de goede wil, maar zelfs zoiets praktisch als het bestellen van een aardbeienijsje – laat staan het uiten van gedachten of gevoelens – heeft al veel meer voeten in de aarde dan wie dan ook wil.

Intussen houdt Marie-José zich ook bezig met de vraag hoe het verder moet met haar dochter als zij niet meer haar ‘handen en tolk’ kan zijn. Elin lijkt op haar eigen manier eveneens gericht op volwassen worden. Van tekenfilmseries verlegt ze haar aandacht naar games, waarin ze – aan de zijde van haar tweelingzus – even helemaal vrij kan zijn. En op Elins kamer in het nieuwe huis dat het gezin, mede voor haar, betrekt moet een vliegtuigenbehang komen. Zodat ze zich, in elk geval in gedachten, soms los kan maken van dat onwillige lijf, om frank en vrij de wereld te verkennen.

Marie-José Schelvis cijfert zich vrijwel volledig weg voor haar opvallend montere kind. Het evenwicht in haar leven, tussen de vastberaden liefde die ze als moeder voelt voor haar dochter en de verantwoordelijkheid die ze voor datzelfde meisje moet (en koste wat het kost ook: wil) dragen lijkt nochtans broos en is afhankelijk van kleine overwinninkjes. Die bieden hoop voor Elins toekomst.

Sudden Death: My Sister’s Silent Killer

BBC

Een kinderfilmpje van een schattig jongetje en meisje. Patrick en Lauren. Broer en zus. Patrick is inmiddels zeker tien jaar ouder. Hij kijkt strak in de camera. Intussen klinkt een telefoongesprek met een alarmnummer. ‘Hoe oud is je dochter?’ vraagt een hulpverlener. ‘Negentien’, antwoordt Laurens moeder. ‘Oké, leg haar op haar rug en verwijder eventuele kussens.’ Paniek aan de andere kant van de lijn: ‘Ze is weg!’ De camera dwaalt ondertussen door het lege huis. Lauren krijgt eerste hulp. Patrick kijkt nog altijd recht naar de kijker. Waarna de tragische titel van de film in beeld verschijnt: Sudden Death: My Sister’s Silent Killer (50 min.).

Regisseur Lindsay Konieczny valt direct met de deur in huis in de openingsscène van deze interessante tv-docu. ‘Hoe kun je volkomen gezond zijn en dan de volgende dag ineens niet wakker worden?’ stelt Patrick vervolgens de vraag die alle betrokkenen bezighoudt. Het is onduidelijk of daarop ooit echt antwoord komt. Er zijn officiële benamingen voor wat er waarschijnlijk is gebeurd met Lauren. Sudden Arrhythmic Death Syndrome. Of Sudden Cardiac Arrest. Aandoeningen die doorgaans worden geassocieerd met voetballers zoals Nouri en Eriksen. Hun hart hield er en plein publique, tijdens een wedstrijd, ineens (even) mee op.

Het blijft echter nauwelijks te verkroppen dat er waarschijnlijk nooit definitief uitsluitsel komt over de precieze oorzaak van Laurens overlijden of waarom ze juist op dat moment is bezweken. Patrick, die zijn ouders verder niet wil belasten met zijn gevoelens, gaat op onderzoek uit naar wat er zich heeft afgespeeld in het lichaam van zijn zus en welk effect dat heeft op hem als jongvolwassene. Hij gaat in gesprek met allerlei deskundigen, lucht verder zijn hart bij lotgenoten en ontmoet de voormalige profvoetballer Fabrice Muamba (Tottenham Hotspur), die in 2012 een hartstilstand op het voetbalveld overleefde.

Uiteindelijk laten Patrick en zijn ouders ook onderzoeken of Laurens plotselinge overlijden wellicht een erfelijke kwetsbaarheid in de familie blootlegt en of dit soort tragische sterfgevallen op de één of andere manier zijn te voorkomen. Daarmee werpt deze rondgang langs leed, vrees en toch ook hoop belangrijke vragen op over aandoeningen die nog altijd ondergediagnosticeerd zijn en daarom ogenschijnlijk ongehinderd kunnen blijven voortwoekeren in de levens van nietsvermoedende jonge mensen en hun families.

Voor Jou Wil Ik Zijn

Human

Waarschijnlijk stond altijd al vast dat zij als zus ooit aan zet zou komen. Nu de ouders van Janine Kwinkelenberg-Barlo een respectabele leeftijd hebben bereikt en met gezondheidsproblemen kampen, dragen ze de zorg voor haar broer inderdaad langzamerhand over aan haar. Samen met haar echtgenoot Remco en jongere zus Annette, bekend als actrice en presentatrice, wordt Janine belangenbehartiger en mantelzorger voor Albert-Jan. Hij heeft een ernstige verstandelijke beperking.

Janine’s inmiddels 51-jarige broer functioneert en communiceert op een heel basaal niveau. Hij ziet en hoort slecht. En praten kan hij niet. Als iets Albert-Jan niet zint, bijvoorbeeld als hij een chirurgische ingreep moet ondergaan of één van zijn verplichte bezoeken aan de pedicure brengt, verzet hij zich daar met hand en tand tegen of laat hij met geluiden merken hoe hij erover denkt. Voor buitenstaanders staat daar op het eerste oog weinig tegenover: een kus misschien, als zijn pet ernaar staat en zij er bovendien nadrukkelijk om hebben gevraagd.

Toch spreekt uit alles wat Janine en haar zus in Voor Jou Wil Ik Zijn (52 min.) doen of zeggen een volstrekt vanzelfsprekende liefde naar hun broer. Dat is mooi om te zien. Het maakt hen tegelijk ook kwetsbaar. Zeker als de instelling waar Albert-Jan verblijft vanwege het Coronavirus de deuren sluit voor familieleden. Janine en Annette staan tijdelijk aan de zijlijn, terwijl hun oudere broer zichzelf moet zien te redden. En dat gaat hem uiteindelijk heel behoorlijk af. Misschien wel beter dan het hen vergaat zonder hem, dat hulpbehoevende familielid.

Marinka de Jongh, de regisseur van deze observerende documentaire, groeide zelf op te midden van mensen met een verstandelijke beperking, in het Thomashuis te Lochem dat werd gerund door haar ouders. Daar kwam ze ook in aanraking met de mantelzorgers van hun cliënten. Eerst waren dat natuurlijk vooral de ouders, daarna volgden als vanzelfsprekend broers en zussen. Gaandeweg groeide haar respect voor deze mensen die zich volledig (moeten) wegcijferen voor een familielid. Die waardering heeft nu zijn weg gevonden naar haar eerste lange documentaire.

Voor Jou Wil Ik Zijn is een heel intieme film geworden over loyaliteit, trouw en – dat ook – loslaten. De Jongh kijkt van dichtbij mee hoe Janine en haar verwanten Albert-Jan, soms tegen zijn wil, begeleiden bij de dagelijkse dingen van zijn kleine leven. De documentairemaakster kadert dit subtiel in met een monologue intérieur van Janine, die Albert-Jans rol en positie in haar eigen bestaan beschrijft. Het resultaat is even hartverwarmend als aangrijpend. Een fraai eerbetoon aan oprechte, onbaatzuchtige en onvoorwaardelijke naastenliefde.

Only The Devil Lives Without Hope

Herrie

‘Ik weet niet hoe hij er nu uitziet’, constateert Dilya Erkinzoda in de winter van 2016 over haar broer. ‘De enige foto die ik van Iskandar heb, is een paspoortfoto van toen hij 25 was.’ Inmiddels zit Iskandar Choedajberganov al zestien jaar in een Oezbeekse gevangenis. Volgens zijn zus, die tegenwoordig in Zweden verblijft, vanwege ‘religieuze en politieke redenen’. Hij wordt verdacht van betrokkenheid bij bomaanslagen in de hoofdstad Tasjkent in februari 1998 en heeft levenslang gekregen.

Amnesty International bekommert zich ook om zijn lot, maar komt niet eens in de buurt van de beruchte Jaslyk-gevangenis waar de ‘moslimextremist’ zit opgesloten. Ze moeten het doen met satellietfoto’s. Intussen blijft zijn zus onvermoeibaar voor Iskandars vrijlating ijveren. Als lid van de organisatie Moeders Tegen De Doodstraf En Marteling verzet ze zich tegen het schrikbewind van de dictator ter plaatse, president Islam Karimov. Vooralsnog zonder al te veel resultaat. Of het moet zijn dat Iskander nooit ter dood is gebracht.

Only The Devil Lives Without Hope (58 min.) is de weerslag van Erkinzoda’s jarenlange strijd om gerechtigheid, die een nieuwe wending lijkt te krijgen als Karimov overlijdt en diens opvolger Sjavkat Mirzijojev mogelijke herziening van vonnissen aankondigt. Tegelijkertijd ontstaan er spanningen in haar huwelijk met een Oezbeekse man. Is Dilya’s echtgenoot Anvar wel wie hij leek te zijn? En wat betekent dit dan voor de zaak van haar broer?

Via de strijdbare Oezbeekse vrouw en haar ontmoetingen met familieleden, een journaliste in ballingschap, andere mensenrechtenactivisten, een lid van de oppositie en Iskanders jeugdvriend Bekzod, die samen met hem werd gearresteerd, schetst documentairemaker Magnus Gertten in deze schrijnende film een wereld waarin vrijheid van meningsuiting een voorrecht is dat alleen aan de regerende elite is voorbehouden. En alle anderen moeten voortdurend op hun tellen passen.

En dan meldt ineens Iskandar zich, via zijn nieuwe advocaat. Met een boodschap die Dilya en haar familie helemaal uit het lood slaat…