5 Seasons Of Revolution

Docmakers

Ze wist altijd al dat haar land Syrië in wezen een politiestaat was. Toch wordt dat idee voor Lina, een jonge vrouw uit de betere buurten van hoofdstad Damascus en de maker en hoofdpersoon van 5 Seasons Of Revolution (95 min.), pas echt concreet als haar goede vriend Malaz bij een controlepost wordt aangehouden. Er is een grap over president Assad op zijn telefoon ontdekt. Samen met haar vrienden Bassel, Susu en Rima blijft Lina vervolgens de hele nacht op: ze veranderen Malaz’s wachtwoorden, verwijderen allerlei berichten van zijn apparaten en seinen z’n directe omgeving in.

Lina neemt zelf ook maatregelen. Ze begint haar leven op te delen in losse compartimenten. Als videojournalist opereert ze voortaan onder de naam ‘Maya’. Bij activisten gaat ze zichzelf ‘Maiss’ noemen. Collega-filmmakers leren haar kennen als ‘Layla’. En in de verwoeste stad Aleppo wordt ze later ook nog ‘Lama’. Het is pure noodzaak. ‘Zo kon Lina apolitiek blijven’, vertelt ze in een voice-over, waarmee deze persoonlijke film over de sleuteljaren van de Syrische burgeroorlog (2011-2015) wordt aangestuurd. ‘Het was alleen zaak om ze niet door elkaar te halen.’

Met een klein groepje getrouwen documenteert ‘Lina’ – haar achternaam blijft onbenoemd – de dramatische ontwikkelingen die haar land en hun jonge levens in de greep krijgen. De één begint zich in stilte bezig te houden met protest, een ander roept publiekelijk op tot ‘Stop het moorden’. Ook de vraag of ze zelf de wapens moeten gaan opnemen komt aan de orde. Want, zo constateert de filmmaakster somber: ‘good guys don’t win wars’. De individuele keuzes die ze maken stellen zo hun onderlinge loyaliteit op de proef. En ze lopen gevaar. Niet iedereen zal ‘t er levend vanaf brengen.

Hun persoonlijke levensverhalen, door Lina geïllustreerd met foto’s, verborgen camera-beelden en clandestiene interviews, (waarbij de participanten vaak onherkenbaar zijn gemaakt) zetten in 5 Seasons Of Revolution de oorlog, die door de ontwikkelingen in pak ‘m beet Oekraïne en Iran z’n momentum kwijt lijkt te zijn, weer vol in de aandacht. Niet zo ‘in your face’ als de klassieke Syrië-docu’s For Sama en The Cave, maar met wat meer oog voor de grotere maatschappelijke ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor een nieuwe generatie weldenkende Syriërs, waarvan een deel noodgedwongen zijn heil elders, soms ook in Nederland, is gaan zoeken.

For Neda

HBO

Van een gewone jonge vrouw is de 26-jarige Iraanse studente Neda een wereldwijd symbool geworden. Net als bijvoorbeeld het jongetje dat angstig zijn handen omhoog houdt in het getto van Warschau (voor de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog), het ‘napalmmeisje’ Kim Phuc (voor de oorlog in Vietnam) en de student die dapper een tank trotseert op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing (voor het verzet tegen de Chinese dictatuur). Via één enkel moment, een scène of snapshot, hebben ze een plek verworven in ons collectieve geheugen.

Op 20 juni 2009 verkrijgt Neda Agha-Soltan ongewild het martelaarschap en wordt zij het gezicht van het verzet tegen de Islamitische Republiek. Ze sterft met open ogen op een plein in Teheran, voor het oog van de wereld. Haar bebloede gezicht, vereeuwigd met de camera van een mobiele telefoon, gaat viral. Via deze jonge vrouw wordt de hele wereld er deelgenoot van hoe het Iraanse regime elke vorm van protest rücksichtslos de kop indrukt. Neda wordt daarmee, zoals haar Perzische naam al aangeeft, de ‘stem’ van de zogenaamde Groene Revolutie.

In For Neda (67 min.) schetst Antony Thomas de aanloop naar de massale betogingen in Teheran. Die volgen op besmette verkiezingen, waarbij president Ahmadinejad in het zadel wordt gehouden. Tegelijkertijd slaagt de Britse filmmaker er via de Iraanse journalist Saeed Kamali Dehghan stiekem in om door te dringen tot Neda’s moeder, vader, oudere zus en jongere broer (die zijn haar en baard niet meer heeft bijgewerkt sinds haar dood). Zo krijgt hij vat op de jonge vrouw, die waarschijnlijk door een lid van de beruchte Basij-militie is neergeschoten.

Thomas geeft verder z’n verteller, de Iraanse actrice Shoreh Aghdashloo, een prominente rol. Met haar dwingende stem fungeert zij als verbindende schakel tussen het grote maatschappelijke verhaal en de rol van zijn hoofdpersoon daarbinnen. Deze eikenhouten aanpak slaat het verhaal een beetje dood, maar zorgt wel voor een trefzekere schets van de gespannen politieke situatie, waarbij het religieuze bewind met allerlei reactionaire wetten en leefregels met name vrouwen het leven zuur maakt. Protest daartegen is onvermijdelijk. Zoals de rebelse Neda daaraan ook wel móet deelnemen.

Met haar tragische dood wordt Neda Agha-Soltan, een bevallige vrouw die volgens medestanders ‘het gevaar van schoonheid’ belichaamde voor de mannen van de Basij-militie, weliswaar een martelaar, maar tot een doorbraak in de strijd van jonge idealisten tegen de Iraanse machthebbers leidt dit uiteindelijk niet. Dat gevecht wordt, een kleine vijftien jaar verder, nog altijd dagelijks vervolgd op de straten en pleinen van Teheran.

The Dmitriev Affair

Zeppersfilm

Het is hun taak om elk afzonderlijk individu recht te doen, is de stellige overtuiging van Joeri Dmitriev. Net als andere Russen, verenigd in de mensenrechtenorganisatie Memorial, zoekt hij naar slachtoffers van Stalins Grote Terreur, waarbij in de jaren 1936 tot 1938 misschien wel een miljoen Russen werden omgebracht. In Karelië, in het noordwesten van het land, heeft Dmitriev twee enorme massagraven met duizenden slachtoffers ontdekt.

En in voorheen gesloten archieven vindt de historicus gedetailleerde informatie over de terreur en slachting. Een concrete verklaring van één van de uitvoerders bijvoorbeeld. ‘Eerste luitenant Shondysh schoot in de nacht van 22 op 23 januari van 1938 eigenhandig 446 mensen dood’, vertelt Dmitriev daarover, met nauwelijks ingehouden woede. ‘In één nacht. Met een revolver, niet met een machinegeweer of automatisch wapen.’ Hij kan het nog altijd nauwelijks geloven: ‘En ze kwamen er zomaar mee weg.’

Dmitrievs activiteiten zorgen ervoor dat hij op de radar komt van Russische autoriteiten. Op de staatszender Russia Today wordt hij er bijvoorbeeld van beschuldigd dat hij de geschiedenis van het land, met buitenlandse financiering bovendien, probeert te bezoedelen. Eind 2016 volgt zijn arrestatie, op bijzonder twijfelachtige gronden. Die zet The Dmitriev Affair (93 min.) definitief in gang. Documentairemaakster Jessica Gorter, die al meerdere documentaires maakte in Rusland, is dan al enige tijd met hem aan het filmen.

Met ‘s mans aanhouding verplaatst haar film zich in zekere zin van Ruslands afschrikwekkende verleden naar het heden, dat hard op weg is om een natuurgetrouwe weerspiegeling van die geschiedenis te worden. Via haar strijdbare protagonist, en de pogingen van het regime om hem klein te krijgen, toont Gorter knap de repressie in het huidige Rusland en de gevolgen daarvan voor burgers, en de mensen om hen heen, die zich niet zomaar de mond laten snoeren – of op een vuile manier worden besmeurd.

Terwijl Memorial, in het najaar van 2022 beloond met de Nobelprijs voor de Vrede, het werken vrijwel onmogelijk wordt gemaakt, krijgt de herijking van Stalin, ook al het thema van Gorters vorige film De Rode Ziel, steeds meer reliëf. Daarbij past ook het herschrijven – of gewoon vervalsen – van de geschiedenis, zoals deze film pijnlijk duidelijk laat zien. Over niet al te lange tijd is die Grote Zuivering er nooit geweest en wordt Rusland ook weer omringd door louter vijanden. Met stuk voor stuk bloed aan hun handen bovendien.

En Joeri Dmitriev wacht hetzelfde lot als talloze landgenoten. Toen en nu.

Inside Russia: Traitors & Heroes

VPRO

Hoe kun je in het hedendaagse Rusland zeggen wat er gezegd moet worden, zonder dat je erdoor in de problemen komt? De jonge bevlogen Oeljana heeft een aardige manier gevonden: ze spreekt zich uit door in het openbaar voor te lezen uit het werk van bekende schrijvers. Via hun teksten kan ze gewoon zeggen wat ze op haar lever heeft. ‘Niemand stopt mij in de gevangenis als ik een vers met het woord ‘oorlog’ lees’, declameert ze bijvoorbeeld. Intussen dient haar broer Vanja in het Russische leger, dat met brute kracht Oekraïne is binnengestormd. Samen met haar vader, die de invasie beschouwt als niets minder dan een gevecht tegen het fascisme, houdt Oeljana haar hart vast: is voor Vanja een heldenbestaan weggelegd? Of wacht hem toch een heldendood?

Jonge Russen hebben in wezen geen keuze. Ze participeren in de strijd of kunnen zelf tot staatsvijand worden verklaard. ‘Ieder volk, en zeker het Russische volk, ziet het verschil tussen ware patriotten en verraders en spuugt die verraders gewoon uit als een vliegje in je mond’, heeft president Vladimir Poetin tenslotte gezegd. Aan deze uitspraak ontleent deze urgente documentaire van Anastasia Popova en Paul Mitchell zijn naam: Inside Russia: Traitors & Heroes (75 min.), een film over hoe een nieuwe generatie Russen manieren zoekt om toch kritiek te uiten op het regime. Het kunstcollectief PSLCh laat met spuitbussen en stickers bijvoorbeeld cryptische boodschappen achter in de openbare ruimte. Dat blijft niet zonder gevolgen. Lid Ljonja wordt opgepakt en moet daarna verplicht een psychiatrische test ondergaan. ‘We weten allemaal dat dit een zelfmoordmissie is’, zegt hij na zijn ontslag uit het ‘gekkenhuis’ tegen zijn partners in crime. Ook zij zijn immers niet meer dan vliegjes in Poetins mond.

Nina Beljaeva, gemeenteraadslid in Voronezj maakt zich ondertussen kwaad over de steun van de Russisch-orthodoxe kerk voor de inval in Oekraïne. Ze spreekt zich daarover ferm uit in de raad. Dat wordt haar bijzonder kwalijk genomen door enkele collega’s. Uiteindelijk komt de jonge vrouw voor een elementaire keuze te staan: emigratie of de gevangenis. Volgens de zogenaamde desinformatiewet is het sowieso verboden om de invasie van Oekraïne een oorlog te noemen of ertegen te protesteren. Dit wordt nog eens pijnlijk duidelijk als er een mobilisatie wordt afgekondigd. Jonge Russische mannen kunnen voortaan zomaar gerekruteerd worden voor Poetins oorlog. Menigeen zoekt daarom ijlings zijn heil in het buitenland. Deserteurs zijn dat, volgens de mannen die op de Russische Staats-TV het vuur dagelijks oppoken. Ze verdienen niets minder dan de doodstraf.

‘Wat is er gebeurd met de vrijheid van meningsuiting?’ vragen de YouTubers Alla en Misha intussen op straat aan willekeurige inwoners van Moskou. ‘Ik ben te jong om die vraag te beantwoorden’, stelt een jongen, die liever geen vliegje in Poetins mond wordt. Zijn vriend is wél bereid om antwoord te geven. ‘De vrijheid van meningsuiting is verdwenen’, zegt hij en stelt dan meteen een wedervraag: ‘Mag ik gevoelige onderwerpen noemen?’ Interviewster Alla maant hem tot voorzichtigheid: ‘Ja. Maar houd je aan de wet. We zijn bezorgd om de mensen die we interviewen.’ Want dat is de realiteit in het Rusland van nu: instemmen of kop houden. De jongen besluit om toch gewoon antwoord te geven: ‘Om me voorzichtig uit te drukken: de mensen zijn gewoon bang. Maar dat is logisch. Dus vrijheid heb je thuis, met vrienden. Maar niet in het openbaar.’

Via enkele vertegenwoordigers van een nieuwe Russische generatie, die heel behoedzaam de vrijheid van meningsuiting verkennen, schetst Inside Russia: Traitors & Heroes zo een bang land, dat in de greep is geraakt van boze krachten. En iedereen die de officiële waarheid niet slikt kan daarmee op een zeer naargeestige wijze worden geconfronteerd. Als een vliegje dat zomaar kan worden uitgespuugd door de almachtige leider.

The Etilaat Roz

IDFA

De laatste gedrukte editie verschijnt op zondag 15 augustus 2021. Op die dag verandert alles in Afghanistan als de hoofdstad Kabul valt. President Ashraf Ghani vertrekt met de staart tussen de benen, de fundamentalistische moslims van de Taliban nemen de macht over. En daarmee dreigt ook de meest gelezen dagelijkse krant ten onder te gaan. The Etilaat Roz (92 min.) volgt van binnenuit de ontwikkelingen bij het dagblad, dat in de voorgaande jaren een onafhankelijke koers heeft gevaren en zowel over corruptie binnen de regering als over bloedbaden die werden aangericht door de nieuwe machthebbers heeft bericht.

Etilaat Roz-medewerker Abbas Rezaie is twee dagen eerder, op vrijdag 13 augustus, begonnen met filmen en blijft de gebeurtenissen in de navolgende weken vanaf het hoofdkwartier van de krant registreren. Eigen veiligheid staat voorop, houdt hoofdredacteur Zaki Daryabi zijn team voor. Hij zou het dagblad wel vanaf een andere plek, in het buitenland wellicht, willen voortzetten, maar hoe nemen ze het (papieren) archief dan mee? Terwijl sommige stafleden de kans krijgen om het land te ontvluchten, zit een deel van de redactie vast in Kabul, overgeleverd aan de grillen van het nieuwe regime dat weinig op heeft met persvrijheid.

Als een echte kapitein weigert Daryabi intussen om het zinkende schip te verlaten. Met lede ogen moet hij echter toezien hoe rondom hem de Afghaanse democratie wordt ontmanteld, waarbij ook fysiek geweld tegen zijn verslaggevers niet wordt geschuwd. En vrouwelijke medewerkers van Etilaat Roz voelen zich sowieso niet veilig in de openbare ruimte. Het zorgt voor vrees en wanhoop op de burelen van de krant. Rezaie legt deze gebeurtenissen gedurende bijna twee maanden tamelijk sec vast, neemt (soms rijkelijk veel) tijd voor ieder gesprek en elke scène en kadert de verwikkelingen tussendoor in met uitvoerige teksten in beeld.

Als artistiek werk heeft The Etilaat Roz daardoor zijn beperkingen, maar de documentaire slaagt beslist als rudimentaire ooggetuigenverslag van hoe enkele moedige journalisten in bijzonder moeilijke omstandigheden trouw proberen te blijven aan hun idealen – ook al stemmen die zo nu en dan wel degelijk somber en wanhopig.

Missile From The East

Sky

‘Degner heeft een negatieve houding’, staat er te lezen in het ruim 350 pagina’s tellende dossier van de Oost-Duitse binnenlandse veiligheidsdienst Stasi. ‘De Partij heeft geprobeerd om hem te hervormen. Dit is niet gelukt…’ Als topsporter is motorracer Ernst Degner (1931-1983) tijdens de Koude Oorlog een belangrijk uithangbord voor de Duitse Democratische Republiek (DDR), de communistische heilstaat die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan.

Vanachter het IJzeren Gordijn proberen de Oost-Duitsers hun politieke idealen te bewaken en te verbreiden. Door zijn racecarrière kan Degner echter ook achter dat Gordijn kijken. Wat hij ziet bevalt hem wel. Als wereldtopper kan hij er in elk geval veel beter verdienen. En dat zint de machthebbers dan weer niet: de vermaarde motorcoureur mag niet ten prooi vallen aan het verfoeide kapitalisme. Van overlopen naar het westen kan natuurlijk al helemaal geen sprake zijn.

Justin Stokes reconstrueert in Missile From The East (91 min.) hoe het regime zicht probeert te houden op Ernst Degner. Daarbij wordt teruggegrepen op een beproefd middel: informanten. Een aanzienlijk deel van de Oost-Duitse bevolking, volgens schattingen zeker één op de vijftig mensen, wordt structureel ingezet om de rest in de gaten te houden. Terwijl Degner zich afvraagt hoeveel toekomst hij nog heeft in de DDR, heeft de Stasi al een informant binnen zijn raceteam MZ geplaatst.

Deze film schetst zo tegelijkertijd een paranoïde politiek systeem en de getalenteerde en gepassioneerde sportheld die daarin dreigt vast te lopen. Die ziet nog maar één uitweg: ontsnappen. Tijdens de Grand Prix van Zweden in 1961 besluit Degner zijn motor helemaal aan gort te rijden, zodat hij daarna, met zijn vrouw Gerda en hun kinderen, de afslag naar het westen kan nemen. Het is een vermetel plan, dat door Stokes in een enerverende scène wordt gereconstrueerd.

Het leven van Ernst Degner, dat bestaat bij de gratie van grote snelheid, zal daarna door sportieve en persoonlijke malheur langzaam maar zeker ontsporen. Totdat het volledig tot stilstand is gekomen en hij nog slechts een schim is van de man die hij ooit moet zijn geweest. Zijn vader was altijd aan het racen, vertelt Degners zoon Olaf daarover. Hij kon niet anders. Op een gegeven moment herkende zijn eigen hond hem niet meer. Die bleef maar blaffen als pa thuis kwam.

Met racesportkenners en mannen die nog met hem hebben gewerkt, bij MZ of Suzuki, legt Missile From The East het verhaal van de vergeten snelheidsduivel nog eens onder het vergrootglas. En via (gereconstrueerde) wedstrijdimpressies weet Justin Stokes bovendien overtuigend de opwinding van het racen voor je leven op te roepen.

Be My Voice

Nahid Persson (l) & Masih Alinejad (r) / Real Reel

Ze is de eerste vrouw in haar dorp die van school is gestuurd, grapt Masih Alinejad. De eerste die zwanger werd vóór het huwelijk, besloot om te scheiden, naar de gevangenis moest, een baan kreeg als politiek verslaggever en daar vervolgens ook weer buiten werd geschopt. Zo bezien was de Iraanse journaliste en mensenrechtenactiviste altijd al voorbestemd om het gezicht te worden van de vrouwen in haar land, die zich nu verzetten tegen de verplichting om een hoofddoek te dragen.

Inmiddels verblijft Alinejad alweer ruim tien jaar in de Verenigde Staten. Daar wordt ze opgezocht door de Zweedse filmmaakster Nahid Persson, eveneens van Iraanse afkomst, die een portret wil maken van deze invloedrijke voorvechtster van vrouwenrechten. Voor haar miljoenen volgers op sociale media fungeert zij als spreekbuis en megafoon. Terwijl de twee vrouwen in den verre een zusterschap opbouwen, moeten ze toezien hoe het regime in Iran steeds gewelddadiger optreedt.

Be My Voice (83 min.) toont niet alleen hoe Alinejad voortdurend in contact staat met criticasters van het bewind en moedige vrouwen die zich verzetten tegen de ‘genderapartheid’ in hun land, met filmpjes waarin ze demonstratief hun hijab afwerpen, maar laat ook zien hoe het icoon in ballingschap wordt gelééfd door de gebeurtenissen in Iran. Het ene moment danst ze in de regen, dan weer huilt ze ontroostbaar. ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’, op het ongezonde af.

Aan de hand van de bijzonder energieke en hypersensitieve activiste, die via haar directe familie in Iran onder druk wordt gezet door het regime, en haar even kalme als vastberaden echtgenoot Kambiz Foroohar belicht Persson het conflict dat zich nu al ruim veertig jaar, sinds de Iraanse revolutie van 1979 waarbij conservatieve geestelijken de macht grepen, opbouwt in haar land en binnen afzienbare tijd ongetwijfeld tot een gewelddadige climax gaat komen.

Of het democratische en seculiere Iran waarop Masih Alinejad haar hoop heeft gevestigd er op korte termijn komt? Vanzelf zal het in elk geval niet gaan, zoveel maakt deze bijzonder actuele film wel duidelijk. Het regime stelt alles in het werk, getuige ook de epiloog van Be My Voice, om tegenstanders tijdelijk kalt te stellen of zelfs definitief uit te schakelen.

El Equipo

Movies That Matter

Als Clyde Snow in 1984 voor het eerst naar Argentinië vertrekt, heeft de junta van de beruchte generaal Jorge Videla pas kort daarvoor plaatsgemaakt voor een burgerregering en kunnen de militairen zomaar opnieuw de macht grijpen. De Amerikaanse forensisch antropoloog, die eerder slachtoffers van seriemoordenaar John Wayne Gacy heeft geïdentificeerd en de stoffelijke resten van de Nazi-kampbeul Josef Mengele onderzocht, gaat samen met een team van Argentijnse archeologiestudenten op zoek naar mensen die zijn verdwenen tijdens de militaire dictatuur (1976-1983).

De jeugdige Argentijnen van El Equipo (80 min.) realiseren zich direct: als Videla terugkeert, kan Snow altijd terugkeren naar huis en zijn wij opgejaagd wild. Voor het oog van de wereld – en de wanhopige familieleden van ‘Los Desaparecidos’ – gaan ze desondanks aan het werk met het opgraven en identificeren van lijken en daarna het vaststellen van hun doodsoorzaak. ‘Als je je emoties je bevindingen laat beïnvloeden, dan verlies je je geloofwaardigheid als expert’, zegt Clyde Snow daarover. ‘Van de andere kant: als je die botten simpelweg als objecten gaat zien, dan verlies je uit het oog dat dit mensen waren.’

Hij houdt zijn jonge pupillen in deze stevige documentaire van Bernardo Ruiz, waarin sleutelfiguren uit het team terugblikken op hun werk en dilemma’s, daarom voor: als je wilt huilen, doe dat dan ’s nachts. Dit wordt het mantra van het idealistische onderzoeksteam. Ook als dat z’n vleugels uitslaat. Eerst naar vergelijkbare landen zoals Chili, Guatemala en El Salvador. Later ook naar Afrika, waar ze de bloedige erfenis van dictatoriale regimes in Congo, Ethiopië en Zimbabwe gaan onderzoeken. Equipo Argentino de Antropología Forense (EAAF), door de jaren actief in meer dan zestig landen, wordt een autoriteit in de hele wereld.

Hun delicate en belastende werk leidt hen uiteindelijk naar Mexico, de moeilijkste klus tot nu toe. Daar zoeken ze naar 43 verdwenen studenten en doen ze onderzoek naar de honderden vermoorde vrouwen uit Ciudad Juárez. In Mexico is alles anders dan anders voor hen. Familieleden zijn bijvoorbeeld helemaal niet dankbaar als zij een lichaam aantreffen. Die mededeling betekent immers geen einde aan alle onzekerheid, maar het vermorzelen van elke vorm van hoop. Intussen spelen de Mexicaanse autoriteiten, in het bijzonder bij de studentenverdwijning, ook een dubieuze rol en bemoeilijken zij EAAF’s werk.

Daar wordt El Equipo, in 2020 genomineerd voor een Nobelprijs voor de Vrede, tot het uiterste op de proef gesteld: kan het team in elke politieke en maatschappelijke context z’n belangrijke werk doen en welke tol eist dit dan van de individuele leden?

While We Watched

TIFF

‘Namaskar! Mijn naam is Ravish Kumar’, start de bekende presentator van NDTV India steevast zijn televisieprogramma Prime Time. Kumar is een autoriteit in zijn land, een journalist die het controleren van de macht tot zijn voornaamste taken rekent. Sinds de hindoe-nationalistische Bharatiya Janata-partij van premier Narendra Modi aan het roer is gekomen in India, laat de macht dat echter niet meer zomaar over z’n kant gaan. Onafhankelijke stemmen zoals Ravish Kumar worden consequent gebrandmerkt als ‘onvaderlandslievend’. Dat voortdurende gehamer op trouw aan de natie is in zijn ogen overigens niet meer dan een dekmantel voor ongebreideld religieus fanatisme.

De gevolgen laten zich echter raden in While We Watched (95 min.). Kumar wordt niet (alleen) bedreigd door anonieme toetsenbordridders, maar ook openlijk: door lieden die trots aankondigen dat ze hem met blote handen gaan doden – of anders aan zijn haren naar buurland en aartsvijand Pakistan zullen slepen. Vanuit een ander gezichtspunt belicht deze grimmige film van Vinay Shukla zo een thema dat ook al aan de orde is gesteld in Writing With Fire, een portret van enkele Indiase vrouwen uit de laagste kaste die een eigen krant runnen, en dat als decor fungeert voor de prijswinnende docu All That Breathes, een film over twee broers met een eigen roofvogelopvang in New Delhi.

While We Watched is bovendien thematisch sterk verwant met recente films als A Thousand Cuts, over de pogingen van Nobelprijs voor de Vrede-winnaar Maria Ressa en haar nieuwsorganisatie Rappler om in de Filipijnen een onafhankelijke stem te laten horen, en F@ck This Job, over de strijd van de Russische televisiezender Dozhd om uit handen van het regime van Vladimir Poetin te blijven. Dat de pers in de afgelopen jaren door allerlei regimes – van Brazilië en Mexico tot de Verenigde Staten – is geframed als vijand van het gewone volk wordt ook zichtbaar gemaakt in Endangered, een urgente film over de journalistiek als beroepsgroep in de verdrukking.

Terwijl de Indiase autoriteiten NDTV het leven steeds vaker zuur of ronduit onmogelijk maken, zien ‘nationalistische’ media ‘t als hun taak om olie op het vuur te gooien. Ook Ravish Kumar wordt daarbij bruusk weggezet als een verachtelijk lid van de ‘mainstream media’, een term die ook in Nederland in zwang is geraakt om de pers te delegitimeren. Intussen krijgt de presentator bij zijn werkgever regelmatig taart geserveerd, als wéér een collega, gedwongen door de omstandigheden, zijn heil elders zoekt. Het is een triest beeld: met elk stuk dat er uit de taart wordt gesneden, verdeeld en weggekauwd, raakt de Indiase democratie verder verzwakt.

Deze krachtige film schetst zo een grimmig beeld van wat ook zomaar, wanneer we ons maatschappelijke debat en de rol van onafhankelijke journalistiek daarbinnen veronachtzamen, ons voorland zou kunnen zijn. Als de waakhond van de democratie met brute kracht wordt gedwongen om zich als een kwispelend schoothondje te gedragen – of juist wordt (op)gefokt tot de pitbull van een autoritair regime, die van leer trekt tegen al wat een ander, of gewoon onafhankelijk, geluid laat horen.

HyperNormalisation

BBC

In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.

Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.

De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.

Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.

Midwives

Dogwoof

Waar verloskundige Hla simpelweg moeders en kinderen ziet, zien anderen in het overwegend boeddhistische land Myanmar slechts moslims. De verfoeide Rohingya, om precies te zijn. Een volk om te verdrijven of vertrappen. Zeker geen mensen die moeten worden geholpen bij het op de wereld zetten van nakomelingen.

‘De moslims in de provincie Rakhine zijn geen inwoners van Myanmar’, stelt generaal Min Aung-Hlaing, de leider van het leger dat het Aziatische land dan in z’n greep probeert te krijgen, tijdens een officiële speech. ‘Het zijn illegale immigranten. Er bestaat helemaal niet zoiets als een Rohingya-volk.’ Aung-Hlaing wil maar al te graag korte metten maken met deze uitvreters.

Hla’s jonge collega Nyo Nyo behoort zelf tot de vervolgde religieuze Rohingya-minderheid. Waarom zijn wij als moslims geboren in Rakhine? vraagt zij zich vertwijfeld af. Mensen zoals Nyo Nyo kunnen eigenlijk geen kant op. Toch probeert ze aan de zijde van de strenge Hla het vak van verloskundige te leren, zodat ze misschien ooit een eigen kraamkliniek kan openen.

Dat idee zorgt tevens voor spanningen in Midwives (91 min.), de observerende film waarin Hnin Ei Hlaing geduldig gadeslaat hoe Hla en Nyo Nyo aanstaande moeders bijstaan terwijl om hen heen de strijd steeds nadrukkelijker losbarst. Het is een treffend tafereel: terwijl de mannen dood en verderf zaaien, eren de vrouwen onverminderd het leven.

Daarmee vertegenwoordigen zij de hoop in Myanmar, dat inmiddels opnieuw is verworden tot een uiterst repressieve militaire dictatuur. Een land waar wanhoop weer de overhand heeft gekregen en Rohingya-kinderen, net geboren of niet, hun leven in elk geval niet zeker zijn.

Bobi Wine: The People’s President

National Geographic

In 2021 zijn er weer democratische verkiezingen in Oeganda. Het is alleen wél de bedoeling dat president Yoweri Musveni dan gewoon wordt herkozen. Hij is al sinds 1986 aan de macht en op zijn oude dag bepaald niet van plan om, ondanks een in de grondwet vastgelegde leeftijdsgrens van 75 jaar, plaats te maken voor een ander. Daarom dienen zijn medestanders in 2017 alvast een voorstel in om die wet aan te passen.

Dit besluit werkt als een katalysator voor de oppositie. Die sluit de rijen rond een nieuwe charismatische kandidaat voor de verkiezingen: het nieuwe parlementslid Robert Kyagulanyi Ssentamu. Ofwel: popster Bobi Wine. Een man die stamt uit een getto, immens populair is bij het gewone volk en de potentie heeft om Bobi Wine: The People’s President (120 min.) te worden. ‘What was the purpose of the liberation when we can’t have a peaceful transition?’ zingt de Afrobeat-held, in zijn kenmerkende rode uniform met bijbehorende baret, tijdens een massaal bezochte campagnebijeenkomst. ‘What is the purpose of the constitution when the government disrespects the constitution?’

Waarna de zingende politicus, alsof zijn eigen woorden moeten worden onderstreept, vrijwel direct in de boeien wordt geslagen en aangeklaagd vanwege landverraad. Daardoor komt een internationale ‘Free Bobi Wine’-campagne op gang. Als de nieuwbakken politicus uiteindelijk – gebutst, maar niet gebroken – vrijkomt, is het gevaar nog altijd niet geweken. Want Musveni – de Oegandese leider die, net als al zijn voorgangers, maar geen afstand kan doen van de macht – beseft waarschijnlijk als geen ander: deze man zegt de dingen die ik zelf in mijn jonge jaren zei. Sterker: hij kan slogans als ‘People Power!’ zelfs zingen! Die zou wel eens populairder kunnen worden dan ikzelf ben.

De filmmakers Moses Bwayo en Christopher Sharp sluiten aan bij Wine en zijn moedige echtgenote Barbie Itungo Kyagulanyi en kijken mee bij een verkiezingscampagne die, ondanks Wine’s luchtig klinkende protestsongs, een steeds grimmiger karakter krijgt. Het regime schuwt geen enkel middel, ook het Coronavirus niet, om de uitslag in z’n voordeel te beïnvloeden. Deze observerende documentaire wordt daardoor een soort zusterfilm van Camilla Nielsson’s President (2021), over de steeds verder ontsporende strijd om het presidentschap van Zimbabwe, en schetst een ontluisterend beeld van hoe democratie als dekmantel voor dictatuur wordt gebruikt – of rigoureus de nek wordt omgedraaid.

En het is naïef om te veronderstellen dat dit alleen in continenten zoals Afrika – en niet in het zogenaamde vrije westen – zou kunnen gebeuren.

Mi País Imaginario

Cinéart

De ‘stenen van de Cordillera’ worden losgewrikt uit de straten van Santiago, in stukken gegooid op de grond en vervolgens gebruikt als wapen in de strijd met het leger, dat door de Chileense regering diezelfde straten is opgestuurd.

Documentairemaker Patricio Guzmán, al zo’n halve eeuw woonachtig in het buitenland, heeft ‘de eerste vlam’ gemist van de massale protesten in zijn geboorteland Chili. Die is ontstoken op 18 oktober 2019. Daarmee heeft de filmer ongewild een belangrijk advies van zijn vriend en leermeester Chris Marker in de wind geslagen. Toen Guzmán zijn klassieke drieluik La Batalla De Chile (1975-1979) voorbereidde – over hoe zijn land in de jaren zeventig na het afzetten van de linkse leider Salvador Allende in de greep van dictator Augusto Pinochet raakte – zei Marker: ‘Als je een brand wilt filmen, zorg dan dat je van tevoren op de plek bent waar de eerste vlam ontstaat.’

Patricio Guzmán, een kind van de studentenprotesten van 1973, is nu meer dan een jaar te laat. Zijn land staat allang in vuur en vlam en zou zomaar kunnen afstevenen op een burgeroorlog. De directe aanleiding? Een forse prijsstijging van metrokaartjes. ‘Nooit had ik verwacht dat dit de vonk zou zijn die het land in lichterlaaie zou zetten’, stelt Guzmán in één van de persoonlijke voice-overs, waarmee hij deze revival van de strijdbaarheid van zijn eigen jeugd, en de repressie die daarop volgt, in deze film structureert. Mi País Imaginario (83 min.) is zijn antwoord op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen én hoe het nu verder moet.

Guzmán gaat daarvoor te rade bij (veelal jonge) Chileense vrouwen, die in hun eigen leven ondervinden waar het overheidsbeleid tekort schiet en tevens kunnen verhalen over het navolgende geweld. Dat lijkt zich soms specifiek op hulpverleners en verslagleggers te richten. Zo vertelt een idealistische EHBO’er bijvoorbeeld over hoe geschokt ze is door het expliciete geweld en laat een jonge fotografe haar beschadigde oog (!) zien. De filmmaker bekijkt met de strijdbare vrouwen ook hoe het verder moet in het land dat hen allen, ondanks alles, zo dierbaar is. Te beginnen met een nieuwe grondwet, die meer recht doet aan wat gewone Chilenen nodig hebben.

‘Deze stenen vormen nu de fundamenten van een nieuw huis’, concludeert Patricio Guzmán hoopvol, als hij aan het eind van zijn impressie van de volgende Chileense revolutie weer bij de ‘stenen van de Cordillera’ belandt, ‘waarin Chili zijn ramen wijd open zal zetten om de lucht te laten circuleren.’

The New Greatness Case

Autlook

De groepering had dertien leden en een duidelijk oogmerk: het omverwerpen van de staat. Althans, dat stelt die staat. Inmiddels zitten tien leden van The New Greatness vast. De drie anderen bleken in werkelijkheid undercoveragent te zijn, namens diezelfde Russische staat. En één van hen, ene Ruslan D., heeft de organisatie zelfs opgericht, beweren de reguliere leden. Dat kan dan met een gerust hart uitlokking worden genoemd.

Welkom in het Rusland van Vladimir Poetin, waar politieke vervolging aan de orde van de dag is en een groepje idealistische studenten in Moskou zomaar ineens kan worden geïnfiltreerd door agenten van de binnenlandse veiligheidsdienst FSB. Intussen worden hun activiteiten stiekem gefilmd met beveiligingscamera’s, zodat er meteen voldoende bewijsmateriaal tegen deze ‘staatsgevaarlijke’ coupplegers wordt verzameld.

Die beelden hebben tevens hun weg gevonden naar een film over hun zaak: The New Greatness Case (92 min.) van Anna Shishova. Zij sluit aan bij Julia en Dima, de ouders van één van de aangeklaagden, de zeventienjarige biologiestudent Anya Pavlikova. Zij oogt als een konijn in de koplampen wanneer ze in 2018 wordt voorgeleid bij de rechter. Daar confronteren de aanklagers haar met (afgedwongen) bekentenissen van groepsgenoten.

‘We zijn gewend geraakt aan een leven met angst’, stelt Shishova in één van de voice-overs waarmee ze de gebeurtenissen rond het proces begeleidt. ‘Die heeft ons gehoorzaam en onverschillig gemaakt.’ Gedwongen door de omstandigheden begint met name moeder Julia, ondersteund door de jonge mensenrechtenactivist Kostya Kostov, zich echter steeds openlijker en militanter te verzetten tegen het lot dat haar dochter ten deel valt.

Aan de hand van deze ene casus legt Shishova intussen een Kafkaësk politiek systeem bloot, dat ze verbindt met de genadeloze repressie van het Stalinisme. Demonstraties tegen het regime worden bijvoorbeeld keihard neergeslagen. En politieke tegenstanders een kopje kleiner gemaakt, liefst letterlijk. Elke vorm van oppositie wordt volstrekt onmogelijk gemaakt. Zodat, constateert de filmmaakster bitter, Poetin zijn handen vrij heeft voor het buitenland.

The New Greatness Case laat zo het hedendaagse Rusland nog eens in al z’n lelijkheid zien, een land waar de waarheid en de verkondigers daarvan er zijn om vertrapt te worden. Tenminste, als het de grote leider en zijn trawanten uitkomt.

Ningdu

Periscoop Film

In The Missing Picture (2013) brengt de Cambodjaanse filmmaker Rithy Panh een historisch verhaal waarvan nauwelijks beelden bestaan opnieuw tot leven. Aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis reconstrueert hij met kleipoppetjes het gruwelregime van De Rode Khmer, dat in de tweede helft van de jaren zeventig twee miljoen mensen van huis en haard verdreef en uitgestrekte ‘killing fields’ achterliet.

Ningdu (104 min.), de debuutfilm van de Chinese animator Lei Lei, is een soortgelijke tour de force, waarin met behulp van kleurrijke stop-motion, popart en animatie, gecombineerd met zwart-wit foto’s en archiefbeelden, een persoonlijke geschiedenis over het voetlicht wordt gebracht en zo het grotere verhaal wordt verteld van een vernietigend maatschappijmodel, dat eveneens onnoemelijk veel mensen het leven onmogelijk heeft gemaakt – of heeft gekost. Plaats van handeling is China in de jaren vijftig en zestig. Gevangen tussen De Grote Sprong Voorwaarts, die van het agrarische land een moderne industriële natie moet maken, en de navolgende Culturele Revolutie, die ‘communistische puurheid’ als uitgangspunt heeft.

Lei Lei spreekt in deze collageachtige film met zijn vader Lei Jiaqi. Ook diens vader Lei Ting, de opa van de filmmaker, komt aan het woord. Hun herinneringen worden door hem als nakomeling, bijzonder inventief en gebruikmakend van surrealistische taferelen, aangekleed en op smaak en tempo gebracht met een experimentele jazzsoundtrack. De vertellers zelf blijven buiten beeld en schetsen vanuit die positie de achterkant van de grote geschiedenis. Levendig verhalen ze bijvoorbeeld over hoe Lei Ting in de jaren vijftig van huis wordt gestuurd om een radertje te worden in China’s massaproductiemachine. Als thuis zijn vrouw overlijdt, worden zijn kinderen naar een weeshuis gestuurd.

Wanneer de man enige tijd later hertrouwt en het gezin dus kan worden herenigd, verkondigt de Chinese leider Mao in 1966 zijn Culturele Revolutie en wordt Lei Ting publiekelijk te kijk gezet als een lid van de bourgeoisie – compleet met pak, stropdas en dikke sigaar – en vervolgens als klassenvijand naar een heropvoedingskamp gestuurd. Het is een tragische geschiedenis die nog altijd doorweegt in het heden, maar desondanks met een zekere nuchterheid uit de doeken wordt gedaan. De betrokken familieleden weten simpelweg niet beter en zijn elkaar, ondanks alle ontberingen, altijd vast blijven houden. Deze film is hun getuigenis, in beelden vervat door de getalenteerde kleinzoon.

Salvar Al Rey

HBO Max

Don Alfonso de Borbón y Borbón stierf in 1956 op veertienjarige leeftijd. Ruim 65 jaar na dato kunnen enkele oudere Spaanse journalisten nog altijd nauwelijks geloven dat in de berichtgeving over prins Alfonso’s overlijden toentertijd niet de ware toedracht werd vermeld.

‘Dood door tragisch ongeluk’, schreeuwt een krantenkop. ‘Er ging een pistool af bij het schoonmaken’, stelt het bijbehorende artikel. Geen woord over wie de fatale kogel heeft afgevuurd: ‘s mans broer Juan Carlos, de latere koning van Spanje. ‘Dit is heel typisch voor de censuur van de dictatuur’, constateren de journalisten eensgezind. De almachtige generaal Franco hield zulke onwelgevallige berichten stelselmatig onder de pet.

Insiders, kenners en critici buigen zich in de scandaleuze miniserie Salvar Al Rey (Engelse titel: Saving The King, 147 min.) over het turbulente leven van de Spaanse vorst Juan Carlos I. Waarbij opvalt dat de monarch zich graag laat fêteren, nooit te beroerd is om naar een extra zakcentje te vragen en een voorliefde heeft voor mooie, jonge vrouwen. Volgens artikel 56 van de Spaanse grondwet is hij nu eenmaal onschendbaar, de enige persoon die werkelijk boven de wet staat.

Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het gedrag van Juan Carlos onbesproken blijft. Tijdens zijn regeerperiode stapelen de schandalen zich op. Als hij de actrice Bárbara Rey tegen het bevallige lijf loopt bijvoorbeeld. Zij begint direct opnamen te maken van hun amoureuze ontmoetingen, die natuurlijk ook hun weg hebben gevonden naar deze miniserie van Santi Acosta. Het betere afperswerk dus. Tegen die tijd is er geen dictator meer die elk gerucht met het nodige machtsvertoon afdekt.

En als Bárbara uit beeld is, verschijnt een andere schone. Corinna Larsen schijnt zelfs 65 miljoen euro over te hebben gehouden aan haar contacten met Juan Carlos. Zo blijft de koning tot na zijn min of meer gedwongen aftreden in 2014 steeds onderwerp van gesprek. Want, inderdaad, zelfs mensen zoals hij komen uiteindelijk niet overal mee weg. Salvar Al Rey is desondanks – althans voor diegenen onder ons die niet in sprookjes wensen te geloven – niets minder dan een demasqué van de monarchie.

Anderen zien waarschijnlijk gewoon iemand die zich als een vorst gedraagt.

The Long Breakup

VPRO

Ze groeit in de jaren zeventig en tachtig op met het idee dat zij aan de goede kant van de Koude Oorlog bivakkeert en is doodsbang voor alle slechteriken aan de andere kant van het IJzeren Gordijn, die dekselse Amerikanen. Inmiddels is Katya Soldak zo’n twintig jaar woonachtig in het hart van de Verenigde Staten, New York om precies te zijn, en werkt ze als journalist voor het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes Magazine. In de tussentijd is haar thuis veranderd van een vanzelfsprekend onderdeel van de Sovjet-Unie in een onafhankelijke natie: Oekraïne.

The Long Breakup (85 min.) is zowel haar levensverhaal als een persoonlijke impressie van de recente geschiedenis van haar land. Soldak heeft overigens een bijzondere verhouding tot Oekraïne: ze beschouwt zichzelf echt als een Sovjet-kind, heeft Russisch als eerste taal en woont nu al ruim twintig jaar in het buitenland. Vanuit die positie – de relatieve buitenstaander met een insidersblik – belicht ze de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en spreekt daarover met familieleden, vrienden en mensen op straat. De centrale vraag is daarbij al dertig jaar min of meer hetzelfde: hoort Oekraïne bij Europa of is het eigenlijk onderdeel van Rusland?

En die vraag wordt ook door Katya Soldaks verwanten verschillend en in de loop der jaren, als gevolg van diepe teleurstellingen en slinkse propaganda, zelfs steeds weer anders beantwoord. Als deze egodocu in 2019 met de verkiezing van Volodymyr Zelensky tot president – een pro-Russische kandidaat (!) volgens Soldaks moeder – zijn afronding nadert, is Oekraïne tot op het bot verdeeld, heeft Ruslands Poetin inmiddels de Krim geannexeerd en lijkt de oorlog die begin 2022 inderdaad zal beginnen al onvermijdelijk geworden. In dat opzicht heeft The Long Breakup sinds z’n release in 2020 alleen aan kracht gewonnen: als ooggetuigenverslag van de jarenlange aanloop naar oorlog.

Endangered

HBO

’We moeten de mainstream-media vernietigen’, houdt een spreker de achterban van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro voor tijdens een politieke bijeenkomst in 2020, waarbij verslaggever Patrícia Campos Mello van de kritische krant Folha De São Paulo gewoon haar vak probeert uit te oefenen. ‘Iemand moet het doen. En het Braziliaanse volk en president Bolsonaro krijgen dat voor elkaar. Die verslaggevers zijn criminelen. Ze moeten worden uitgeroeid.’

Campos Mello heeft het twee jaar eerder, tijdens de verkiezingscampagne van 2018, hoogstpersoonlijk aan de stok gekregen met de Trumpiaanse leider van haar land. Toen zij onwelgevallige artikelen over hem publiceerde, maakte hij haar voor de camera zwart. Ze zou haar ‘gat’ hebben aangeboden, in ruil voor belastende informatie over Bolsonaro. Het is een beproefde methode om vrouwelijke journalisten onschadelijk te maken, waarmee meteen haar hele beroepsgroep in een kwaad daglicht wordt gezet.

Endangered (89 min.), de nieuwe film van het gerenommeerde docuduo Rachel Grady en Heidi Ewing (Jesus CampOne Of Us en Love Fraud), toont een beroepsgroep in de verdrukking. Ook in landen die te boek staan als democratie. De journalistiek komt steeds meer onder vuur te liggen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Mexicaanse fotografe Sáshenka Gutiérrez. Terwijl haar land in de loop van 2020 in de greep komt van Coronavirus, wordt het niet gewaardeerd als zij het regeringsbeleid ter discussie stelt.

In de Verenigde Staten raakt de Afro-Amerikaanse fotograaf Carl Juste verzeild in Black Lives Matter-demonstraties waarbij de politie hard optreedt. Intussen probeert de Britse journalist Oliver Laughland van The Guardian in de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen vat te krijgen op de aanhangers van Donald Trump en hun soms totaal eigen idee van de waarheid, dat achteraf bezien wel tot de gewelddadige bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 móest leiden.

Elk op hun eigen manier moeten de (foto)journalisten in het geladen Endangered zich staande houden in een buitengewoon vijandig klimaat, doelbewust gecreëerd door politieke leiders die hun aanhang wijsmaken dat de pers ‘de vijand van het volk’ is. Grady en Ewing tonen wat het deze bewakers van de vrijheid van meningsuiting, zowel privé als beroepsmatig, kost om ondanks alle desinformatie, intimidatie en het gebruik van de diskwalificerende term ‘fake news’ gewoon hun werk te blijven doen. 

Zo hopen ze het slachtoffer in elke (informatie)oorlog, de waarheid, in elk geval voorlopig nog in leven te houden.

His Big White Self

‘Als Mandela oorlog wil, dan kan hij die krijgen!’, houdt Eugène Terre’Blanche zijn aanhang met gebalde vuist voor. De leider van de extreemrechtse Afrikaner Weerstandsbeweging (AWB) is in 1991 een niet te onderschatten machtsfactor in Zuid-Afrika, waar het Apartheidsregime piept en kraakt in z’n voegen. Al is het simpelweg door de dreiging van bruut geweld.

Met zijn gestaalde troepen, die zo zouden kunnen doorgaan voor een nazi-keurkorps en die bovendien een vlag eren waarop in eerste instantie een Swastika lijkt te prijken, kan de Afrikaner-leider elk moment een nieuwe geweldsgolf ontketenen in het land, waar een witte minderheid al tientallen jaren de grotendeels zwarte bevolking onderdrukt. Terre’Blanche staat totale segregatie voor, waarbij alle zwarte Zuid-Afrikanen tot hun eigen thuisland zijn veroordeeld.

De voormalige boer en politiechef, die graag te paard opereert, waant zich onaantastbaar als Nick Broomfield hem, samen met zijn chauffeur/dommekracht J.P. Meyer en diens echtgenote Anita, portretteert in The Leader, His Driver, And The Driver’s Wife. Veertien jaar later gaat de Britse filmmaker opnieuw op bezoek bij His Big White Self (93 min.), die dan net uit de gevangenis is. Ook ‘s mans voormalige chauffeur en zijn (inmiddels ex-)vrouw participeren weer in deze tweede film.

In de tijd die is verstreken sinds de eerste documentaire heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden in Zuid-Afrika. ANC-leider Nelson Mandela, die in 1990 na 27 jaar gevangenschap eindelijk is vrijgekomen, wordt in 1994 tot president gekozen en zal het land vervolgens vijf jaar lang leiden. En het ANC is anno 2006 nog altijd de toonaangevende politieke partij. Het is een wereld waarin Zwart Zuid-Afrika de dienst uitmaakt en ‘The Leader’ en de zijnen nauwelijks meer op hun plek lijken.

Hoewel zij veelal blijven vasthouden aan hun archaïsche mengeling van traditioneel christelijke en racistische denkbeelden, zijn Terre’Blanche en de andere AWB’ers hun sleutelpositie in het land allang kwijtgeraakt. De herinneringen aan het Apartheidsregime, dat Nick Broomfield met archiefmateriaal nog eens in al zijn lelijkheid oproept, zijn echter nog lang niet vervaagd. En het barbaarse geweld waarmee dit tot het bittere einde toe is verdedigd kan elk ogenblik weer oplaaien.

De gevaarlijke bullebak Terre’Blanche, zichtbaar in beelden die de documentairemaker vijftien jaar eerder maakte, oogt inmiddels als een teruggetrokken oudere man, die zich gedeisd houdt en vooral bezig is met preken in de kerk en het schrijven van gedichten. Al verliest een oude vos zoals hij nooit helemaal zijn streken, zo blijkt als de theatraal aangelegde Broomfield – incognito, vanwege zijn lastige relatie met ‘The Leader’ – hem uiteindelijk in zijn thuisbasis Ventersdorp tóch voor de camera weet te krijgen.

Enkele jaren na het filmen van His Big White Self zal Eugène Terre’Blanche overigens alsnog worden ingehaald door de haat, die hij en andere landgenoten hebben gezaaid. Hij wordt in 2010 op zijn eigen boerderij op brute wijze vermoord.

Hitler En De Macht Van Het Beeld

Heinrich Hoffmann / NOS

Al lang voordat hij een machtige leider was, werd Adolf Hitler al als zodanig geportretteerd. Dat was een weloverwogen keuze: als het beeld maar krachtig genoeg is, volgt de werkelijkheid vanzelf. Centraal in die bepalende beeldvorming was Heinrich Hoffmann, de fotograaf van de NSDAP, betoogt Hitler En De Macht Van Het Beeld (135 min.).

Hoffmann zorgde er bijvoorbeeld voor dat Hitler op foto’s altijd centraal in beeld stond, dan streng in de camera tuurde en zo overkwam als een sterke leider. Een echte staatsman, die achter de schermen stiekem op grote gebaren oefende. Beelden waarop de aanstaande Führer als een gewoon kwetsbaar mens was te zien werden natuurlijk zorgvuldig weggehouden van gewone Duitsers. Tegelijkertijd moest hij als een echte man van het volk worden geportretteerd.

Die delicate balanceeract vormt de kern van de eerste aflevering van dit interessante journalistieke drieluik, waarin de beeldonderzoekers Erik Somers en René Kok van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), die onlangs het boek Adolf Hitler, De Beeldbiografie uitbrachten, worden gevolgd bij hun pogingen om Hitlers beeldvoering te reconstrueren. Daarbij komen ook diverse historici, direct betrokkenen en overlevenden aan het woord.

Deel 2 van de miniserie van Mélinde Kassens en Arjan Nieuwenhuizen belicht de periode dat Hitler, na de door propagandaminister Joseph Goebbels gedirigeerde verkiezingscampagne Hitler Über Deutschland, aan de macht komt: de slinkse campagnes om de jeugd aan deze vader des vaderlands te binden, Richard Wagners bombastische muziek, het massamedium radio, de duivels knappe propagandafilms van Leni Riefenstahl en het ultieme witwasevenement, de Olympische Spelen van Berlijn.

In het slot buigt Hitler En De Macht Van Het Beeld zich over de oorlogsjaren, als Adolf Hitler steeds meer een geïsoleerde leider wordt. Op de beelden van die tijd blijft hij echter het onbetwiste ‘Dreh- und Angelpunkt’ van de Duitse oorlogsmachine. Intussen is het onafwendbare verlies van nazi’s nooit te zien. Zulke beelden zijn pas achteraf, toen Hitlers nederlaag al was bezegeld, beschikbaar gekomen. En toen zou er nog veel meer bewijsmateriaal tegen de nazi’s boven tafel komen…

Als Der Führer zijn land, miljoenen mensen en zichzelf in de afgrond heeft gestort, krijgt zijn beeltenis ook zijn definitieve karakter: als verpersoonlijking van het kwaad. Deze miniserie drukt eenieder echter nog eens goed met de neus op de feiten: een leider die de media van zijn tijd beheerst, zowel letterlijk als figuurlijk, kan tot ongekende hoogten stijgen – of voorgaan in een afdaling richting de hel.