
De ‘stenen van de Cordillera’ worden losgewrikt uit de straten van Santiago, in stukken gegooid op de grond en vervolgens gebruikt als wapen in de strijd met het leger, dat door de Chileense regering diezelfde straten is opgestuurd.
Documentairemaker Patricio Guzmán, al zo’n halve eeuw woonachtig in het buitenland, heeft ‘de eerste vlam’ gemist van de massale protesten in zijn geboorteland Chili. Die is ontstoken op 18 oktober 2019. Daarmee heeft de filmer ongewild een belangrijk advies van zijn vriend en leermeester Chris Marker in de wind geslagen. Toen Guzmán zijn klassieke drieluik La Batalla De Chile (1975-1979) voorbereidde – over hoe zijn land in de jaren zeventig na het afzetten van de linkse leider Salvador Allende in de greep van dictator Augusto Pinochet raakte – zei Marker: ‘Als je een brand wilt filmen, zorg dan dat je van tevoren op de plek bent waar de eerste vlam ontstaat.’
Patricio Guzmán, een kind van de studentenprotesten van 1973, is nu meer dan een jaar te laat. Zijn land staat allang in vuur en vlam en zou zomaar kunnen afstevenen op een burgeroorlog. De directe aanleiding? Een forse prijsstijging van metrokaartjes. ‘Nooit had ik verwacht dat dit de vonk zou zijn die het land in lichterlaaie zou zetten’, stelt Guzmán in één van de persoonlijke voice-overs, waarmee hij deze revival van de strijdbaarheid van zijn eigen jeugd, en de repressie die daarop volgt, in deze film structureert. Mi País Imaginario (83 min.) is zijn antwoord op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen én hoe het nu verder moet.
Guzmán gaat daarvoor te rade bij (veelal jonge) Chileense vrouwen, die in hun eigen leven ondervinden waar het overheidsbeleid tekort schiet en tevens kunnen verhalen over het navolgende geweld. Dat lijkt zich soms specifiek op hulpverleners en verslagleggers te richten. Zo vertelt een idealistische EHBO’er bijvoorbeeld over hoe geschokt ze is door het expliciete geweld en laat een jonge fotografe haar beschadigde oog (!) zien. De filmmaker bekijkt met de strijdbare vrouwen ook hoe het verder moet in het land dat hen allen, ondanks alles, zo dierbaar is. Te beginnen met een nieuwe grondwet, die meer recht doet aan wat gewone Chilenen nodig hebben.
‘Deze stenen vormen nu de fundamenten van een nieuw huis’, concludeert Patricio Guzmán hoopvol, als hij aan het eind van zijn impressie van de volgende Chileense revolutie weer bij de ‘stenen van de Cordillera’ belandt, ‘waarin Chili zijn ramen wijd open zal zetten om de lucht te laten circuleren.’