Look Away

BBC / vrijdag 9 juni, 20.30 uur, op NPO2 Extra

De situatie vraagt bijna om misbruik. De relatie tussen rocksterren, aanbeden als goden, en groupies, jonge vrouwen die hen maar al te graag willen aanbidden, is zó ongelijk dat het wel tot grensoverschrijdend gedrag móet leiden. Alsof je een roofdier permanent ogenschijnlijk gewillige – en vaak ook véél te jonge – prooien aanbiedt. Hoe kunnen zulke vrouwen nog een grens trekken of alarm slaan als die rücksichtslos wordt overschreden?

Seks met minderjarige meisjes was sowieso nooit een taboe in de rock & roll en is ook regelmatig verheerlijkt in songs. Sophie Cunningham en Ben Steele starten deze #metoo-documentaire over de rockwereld met enkele treffende voorbeelden. ‘I can see that you’re fifteen years old. I don’t want your ID’, zongen The Rolling Stones in Stray Cat Blues. Ted Nugent nam ook geen blad voor de mond in Jail Bait: ‘Well I don’t care if you’re just thirteen years, you look too good to be true.’ En Iggy Pop pochte over zijn escapades met een tiener in het nummer waaraan deze film zijn titel ontleent, Look Away (87 min.): ‘I slept with Sable when she was thirteen. Her parents were too rich to do anything.’

Daarna komen enkele vrouwen aan het woord over hun ervaringen met beroemde muzikanten, met name in ‘the seventies’, de jaren waarin alles leek te kunnen en mogen. Zo was Julia Holcomb bijvoorbeeld zestien en nét iets te sexy gekleed toen ze in 1973 Aerosmith-zanger Steven Tyler ontmoette. Hij was tien jaar ouder en nam haar mee op tournee. Tyler werd zelfs haar wettelijke voogd. Dat weerhield hem er overigens niet van om haar zwanger te maken. Zij was toen nog altijd maar zeventien. Terwijl hij alweer een ander had. Tyler vereeuwigde haar later, ongevraagd, in het nummer Sweet Emotion en beschreef zijn ‘teen lover’ ook met naam en toenaam in een autobiografie.

Holcombs ervaringen staan bepaald niet op zichzelf. Sheila Kennedy, voormalig Penthouse Pet Of The Year, was wél meerderjarig toen ze Axl Rose ontmoette, maar haar ervaringen met de Guns N’ Roses-zanger waren niet veel beter. Ze merkte al snel dat zij bepaald niet de enige was bij wie de notoire ‘bad boy’, een imago dat hij zorgvuldig cultiveerde, persoonlijke grenzen overschreed. En ook vrouwen die zelf in een band zaten waren niet veilig, volgens Jackie Fuchs. ’Wat mij overkwam was op geen enkele manier rock & roll’, stelt de bassiste van de Amerikaanse meidenrockgroep The Runaways over de man die haar als minderjarig meisje zou hebben verkracht en die ze nog altijd niet bij naam wil noemen – ook al is in deze documentaire glashelder wie ze bedoelt.

Aan de hand van deze slachtofferverhalen, kracht bijgezet door mensen uit de directe entourage van deze rockhelden (die zelf hun vingers overigens niet branden aan hun kant van het verhaal), schetst Look Away de algehele misogynie in de (hard)rocksene. In deze onvervalste mannenwereld – opgeroepen met duistere beelden van clubs, hotelkamers en een stad bij nacht, the city of (broken) dreams Hollywood – zorgt machismo voor status en worden vrouwen, te midden van alle bravoure en drank- en drugsgebruik, nogal eens gereduceerd tot gebruiksvoorwerp. Dat kan – en mag – eigenlijk geen verbazing wekken, maar het wordt in deze #metoo-film nog eens helder uiteengezet en van concrete voorbeelden voorzien.

The Stones & Brian Jones

BBC

Toen het songschrijversduo Jagger/Richards zich begon te manifesteren, stopten The Rolling Stones langzaam maar zeker met het spelen van covers en verdween Brian Jones, tot dan toe de leider en het muzikale geweten van de Britse groep, stilaan naar de achtergrond. Totdat hij in 1969, overbodig en gefrustreerd, op de ultieme rock & roll-leeftijd van 27 in zijn eigen zwembad verdronk en The Stones definitief de band werden van zanger Mick Jagger en gitarist Keith Richards, de mannen die inmiddels klassiekers zoals (I Can’t Get No) Satisfaction, Jumpin’ Jack Flash en Sympathy For The Devil op hun naam hadden staan.

Hoewel hij als multi-instrumentalist essentieel was voor de initiële sound van de band – probeer Little Red Rooster (slidegitaar), Paint It, Black (sitar), Ruby Tuesday (fluit), Lady Jane (dulcimer) of Under My Thumb (marimba) bijvoorbeeld maar eens voor te stellen zónder zijn muzikale bijdrage – ging Brian Jones toch vooral de geschiedenis in als ‘De overleden Stone’, de man die ten onder ging aan een fatale combinatie van roem, drugs en de swingin’ sixties. Een voetnoot hooguit, goed voor het nodige drama in de beginhoofdstukken, in het verhaal van ‘the greatest rock & roll band in the world’. Het is alsof hij dat bij leven en welzijn al begon te vermoeden. Terwijl Jones, bijvoorbeeld tijdens dat legendarische concert in het Scheveningse Kurhaus dat in 1964 he-le-maal uit de hand liep, nog centraal op het podium stond en Mick, jaloers op Brians aantrekkingskracht op vrouwen, en Keith, die ‘s mans muzikale capaciteiten bewonderde, simpelweg als zijn secondanten oogden.

De befaamde Britse documentairemaker Nick Broomfield (Aileen Wuornos: The Selling Of A Serial Killer, His Big White Self en Tales Of The Grim Sleeper) maakte als veertienjarige jongen een treinreis en ontmoette daarbij een opmerkelijk open en vriendelijke Brian Jones, die een overtuigde treinspotter bleek en zijn favoriete traject, The Great Western, nog maar eens had opgezocht. Ruim zestig jaar later richt Broomfield zich in The Stones & Brian Jones (92 min.) volledig op de man die toen nog het middelpunt was van één van de belangrijkste rockgroepen van de wereld. Zoals er in de voorbije jaren ook films zijn gemaakt over gitarist Ronnie Wood (Somebody Up There Likes Me) en oud-bassist Bill Wyman (The Quiet One). In de vierdelige serie My Life As A Rolling Stone ging de aandacht onlangs bovendien niet alleen uit naar Mick en Keith, maar waren er ook aparte afleveringen over één van Brians opvolgers, Ronnie Wood, en de inmiddels overleden drummer Charlie Watts.

Met fraai archiefmateriaal en de mensen die ertoe deden in zijn leven (waarbij Bill Wyman, die als ‘historisch adviseur’ aan deze documentaire is verbonden, zich opwerpt als enthousiast pleitbezorger) schetst deze film een intiem portret van de getormenteerde man en muzikant Brian Jones. Nadat hij door zijn ouders was buitengetrapt – een beslissing die vader Lewis, getuige een emotionele brief aan zijn zoon, z’n hele leven dwarszat – trok Jones in bij zijn toenmalige vriendin Pat Andrews en hun zoontje Julian Mark. ‘Dit werd een patroon in Brians gedrag’, stelt Broomfield in één van zijn uit duizenden herkenbare voice-overs. ‘Een andere familie omarmen, de dochter bezwangeren en dan ertussen uitknijpen. Dat zou zeker vijf keer gebeuren.’ Al die vriendinnen leken in zekere zin ook op hem. ‘Hij had een hekel aan zichzelf’, vertelt de Franse zangeres/actrice Zouzou, één van de vele exen, waaronder ook Marianne Faithfull en Anita Pallenberg, die aan het woord komen in dit portret. ‘Tegelijkertijd wilde hij vrouwen die op hem leken.’

Dat was Brian Jones ten voeten uit: onuitstaanbaar en toch onweerstaanbaar. Purist, (zelf)twijfelaar én enigma. Een kluis die met deze definitieve (?) biografie alsnog een heel eind wordt gekraakt – al is het de vraag of ie ooit helemaal kan worden geopend.

Dating Death

Sky

Dat je jezelf op de gedachte betrapt: dit heb ik al eens eerder gezien. Beter bovendien. Al die pratende hoofden. Getuigen. Familieleden. Politiemannen. Openbaar aanklagers. Journalisten, natuurlijk. Mensen die van ‘hem’ bijna hun beroep hebben gemaakt. Streep ‘bijna’ gerust weg. En de slachtoffers. Willekeurige Amerikaanse vrouwen. Meisjes, beter gezegd. De slachtoffers van een, checks notes, seksueel roofdier. Seriemoordenaar, juist. De enkeling die het kan navertellen doet dat ook. Been there, denkt de geoefende true crime-kijker desondanks. Done that. Daartegen is geen gimmick bestand (zoals: ‘hij’ heeft ooit aan een bekende, lékker dubbelzinnige datingshow op de Amerikaanse televisie deelgenomen en wij hebben de beelden!).

En dat je dan pas bedenkt: this is real, mán! Niet de pennenvrucht van een verknipte geest, maar de dadendrang van een verknipte geest. Herstel: van een psychisch gestoorde man. Die best gewoon oogt – overigens ook niet súperaantrekkelijk, al wordt het verhaal daarvan natuurlijk wel een stuk smeuïger – maar het van binnen helemaal niet is. Geen larger than life-personage, maar een levensechte man. Écht echt, zeg maar. Rodney Alcala, oud-militair en fotograaf in Californië. Een man die zijn eigen macabere invulling gaf aan de vrije liefde die de tweede helft van de sixties in z’n greep kreeg. En die in de jaren zeventig onder een andere naam, John Berger, van geen ophouden wist. Zijn, jawel, ‘body count’ zou al gauw zijn opgelopen tot honderd. Of meer. Of, ja, minder. Niemand die het precies weet. Al is dat geen beletsel om er tóch over te speculeren.

Dating Death (123 min.) dus. Een driedelige docuserie van David Harvey. Tamelijk routineus gemaakt: veel sprekers, aangekleed met een hele smak archiefbeelden en dichtgesmeerd met tamelijk platte muziek. Weerzinwekkende misdaden van een psychopaat, tot in detail doorgelicht. De plaatsen delict. Het politieonderzoek. De rechtszaak. Een hervertelling van een, nou ja, smakelijk verhaal. Geen nieuwe inzichten verder. Gewoon één van de vele seriemoordenaars – te situeren tussen pak ‘m beet Ted Bundy en Richard Ramirez – die tussen de jaren zestig en tachtig nu eenmaal actief waren in Amerika. Alan R. Warren, auteur van het boek The Killing Game over Alcala, heeft daarvoor wel een verklaring: ‘Een groot deel van die generatie is opgevoed door ouders, vaders in het bijzonder, die terugkwamen van de oorlog. Zij waren doorgaans niet affectief naar hun kinderen.’

En zulke liefdeloos aan de wereld toevertrouwde jongeren werden dus, denkt de doorgewinterde true crimer even welwillend mee, losgelaten in een tijd waarin alles mocht en kon. Dat móest wel tot een hele generatie lustmoordenaars leiden. Het is, in een wereld waarin wij ons verlustigen aan misdaad, al even onvermijdelijk dat daarover een eindeloze stroom boeken, films, podcasts en documentaires op gang is komen. Die we gewoon kunnen gaan uitzitten – of links laten liggen. Omdat de ene n(auwelijks )iets toevoegt aan de andere. Behalve de kick van het griezelen. The horror, the horror! Zoiets. Zonder dat we, écht, iets wijzer worden. En dan gewoon nóg een rondje. In de afzichtelijke achtbaan van de dood. Waar ditmaal Rodney Acala, of het monster dat we van hem hebben gemaakt, aan de knoppen zit.

Zulke gedachten dus…

Trailer Dating Death

Be My Voice

Nahid Persson (l) & Masih Alinejad (r) / Real Reel

Ze is de eerste vrouw in haar dorp die van school is gestuurd, grapt Masih Alinejad. De eerste die zwanger werd vóór het huwelijk, besloot om te scheiden, naar de gevangenis moest, een baan kreeg als politiek verslaggever en daar vervolgens ook weer buiten werd geschopt. Zo bezien was de Iraanse journaliste en mensenrechtenactiviste altijd al voorbestemd om het gezicht te worden van de vrouwen in haar land, die zich nu verzetten tegen de verplichting om een hoofddoek te dragen.

Inmiddels verblijft Alinejad alweer ruim tien jaar in de Verenigde Staten. Daar wordt ze opgezocht door de Zweedse filmmaakster Nahid Persson, eveneens van Iraanse afkomst, die een portret wil maken van deze invloedrijke voorvechtster van vrouwenrechten. Voor haar miljoenen volgers op sociale media fungeert zij als spreekbuis en megafoon. Terwijl de twee vrouwen in den verre een zusterschap opbouwen, moeten ze toezien hoe het regime in Iran steeds gewelddadiger optreedt.

Be My Voice (83 min.) toont niet alleen hoe Alinejad voortdurend in contact staat met criticasters van het bewind en moedige vrouwen die zich verzetten tegen de ‘genderapartheid’ in hun land, met filmpjes waarin ze demonstratief hun hijab afwerpen, maar laat ook zien hoe het icoon in ballingschap wordt gelééfd door de gebeurtenissen in Iran. Het ene moment danst ze in de regen, dan weer huilt ze ontroostbaar. ‘Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt’, op het ongezonde af.

Aan de hand van de bijzonder energieke en hypersensitieve activiste, die via haar directe familie in Iran onder druk wordt gezet door het regime, en haar even kalme als vastberaden echtgenoot Kambiz Foroohar belicht Persson het conflict dat zich nu al ruim veertig jaar, sinds de Iraanse revolutie van 1979 waarbij conservatieve geestelijken de macht grepen, opbouwt in haar land en binnen afzienbare tijd ongetwijfeld tot een gewelddadige climax gaat komen.

Of het democratische en seculiere Iran waarop Masih Alinejad haar hoop heeft gevestigd er op korte termijn komt? Vanzelf zal het in elk geval niet gaan, zoveel maakt deze bijzonder actuele film wel duidelijk. Het regime stelt alles in het werk, getuige ook de epiloog van Be My Voice, om tegenstanders tijdelijk kalt te stellen of zelfs definitief uit te schakelen.

Les Lunes Rousses

Cobra Films

Als kind kreeg ze in Turkije per ongeluk een blauw identiteitsbewijs, legt tante Tüncay in de openingsscène van deze documentaire uit aan haar nicht, filmmaakster Tülin Özdemir. Zo’n blauw bewijs is eigenlijk bedoeld voor jongens, maar tot problemen leidde dit in eerste instantie niet voor de Turkse vrouw.

Totdat Tüncay op haar negentiende, inmiddels twee kinderen rijker en verkast naar België, een oproep kreeg voor militaire dienst. Toen was het ineens alle hens aan dek binnen de familie. Tüncay nam de identiteit van haar oudere zus over, die op haar beurt de naam van een overleden zus begon te gebruiken. Sindsdien heet Tüncay dus Hafize. Haar zus – en Tülins moeder – heet eigenlijk Hafize, maar noemt zich Ayse. En het jongetje Tüncay is officieel dood.

Met dit verhaal worden de voornaamste personages van Tülin Özdemirs documentaire Les Lunes Rousses (98 min.) geïntroduceerd. Want – en nu is het even opletten geblazen met al die namen – het was Hafize die Tüncay op negenjarige leeftijd vanuit Turkije liet overkomen en enige tijd later regelde dat ze werd uitgehuwelijkt aan een man uit haar geboorteland, het thema van deze fraai ogende film, die zich alleen wel breed vertakt en langzaam ontvouwt.

Özdemir doorsnijdt haar vertelling met sfeervolle impressies van een traditionele bruiloft en spreekt met leeftijdsgenoten en de vrouwen in haar familie over gearrangeerde huwelijken. ‘Ook als hij blind en kreupel was geweest, zou ik dat hebben geaccepteerd’, vertelt haar moeder bijvoorbeeld over het huwelijk met Tülins vader. ‘Ik kon niet anders.’ Tante Tüncay verwijt haar oudere zus dan weer dat ze veel te jong een huwelijk voor haar heeft geregeld.

Ze herinnert zich de kennismaking met haar schoonfamilie nog goed. ‘Jij hoort nu bij ons’, zei haar schoonmoeder nadat ze eens goed was bekeken en ieders hand had gekust. Het was alsof de grond onder Tüncay’s voeten wegzakte, vertelt ze. Alsof er kokend water over haar gezicht werd gegooid. Haar toekomstige echtgenoot, ook pas achttien, wist bovendien nog van niets. Die ontmoette ze pas na de verloving. En toen de bruiloft achter de rug was, trok ze bij diens familie in.

Plotsklaps zat zij vast, in een huwelijks leven dat blijkbaar voor haar was gekozen. Net als andere vrouwen uit Tüllin Özdemirs familie, van de huidige en eerdere generaties. Gezamenlijk schilderen deze Turkse moeders, dochters, tantes en nichten – hun mannen komen nauwelijks aan het woord in deze film – een traditionele wereld waarin de wil van de familie nog altijd wet is. En daarnaar heeft iedereen zich vroeger of later maar te schikken.

El Equipo

Movies That Matter

Als Clyde Snow in 1984 voor het eerst naar Argentinië vertrekt, heeft de junta van de beruchte generaal Jorge Videla pas kort daarvoor plaatsgemaakt voor een burgerregering en kunnen de militairen zomaar opnieuw de macht grijpen. De Amerikaanse forensisch antropoloog, die eerder slachtoffers van seriemoordenaar John Wayne Gacy heeft geïdentificeerd en de stoffelijke resten van de Nazi-kampbeul Josef Mengele onderzocht, gaat samen met een team van Argentijnse archeologiestudenten op zoek naar mensen die zijn verdwenen tijdens de militaire dictatuur (1976-1983).

De jeugdige Argentijnen van El Equipo (80 min.) realiseren zich direct: als Videla terugkeert, kan Snow altijd terugkeren naar huis en zijn wij opgejaagd wild. Voor het oog van de wereld – en de wanhopige familieleden van ‘Los Desaparecidos’ – gaan ze desondanks aan het werk met het opgraven en identificeren van lijken en daarna het vaststellen van hun doodsoorzaak. ‘Als je je emoties je bevindingen laat beïnvloeden, dan verlies je je geloofwaardigheid als expert’, zegt Clyde Snow daarover. ‘Van de andere kant: als je die botten simpelweg als objecten gaat zien, dan verlies je uit het oog dat dit mensen waren.’

Hij houdt zijn jonge pupillen in deze stevige documentaire van Bernardo Ruiz, waarin sleutelfiguren uit het team terugblikken op hun werk en dilemma’s, daarom voor: als je wilt huilen, doe dat dan ’s nachts. Dit wordt het mantra van het idealistische onderzoeksteam. Ook als dat z’n vleugels uitslaat. Eerst naar vergelijkbare landen zoals Chili, Guatemala en El Salvador. Later ook naar Afrika, waar ze de bloedige erfenis van dictatoriale regimes in Congo, Ethiopië en Zimbabwe gaan onderzoeken. Equipo Argentino de Antropología Forense (EAAF), door de jaren actief in meer dan zestig landen, wordt een autoriteit in de hele wereld.

Hun delicate en belastende werk leidt hen uiteindelijk naar Mexico, de moeilijkste klus tot nu toe. Daar zoeken ze naar 43 verdwenen studenten en doen ze onderzoek naar de honderden vermoorde vrouwen uit Ciudad Juárez. In Mexico is alles anders dan anders voor hen. Familieleden zijn bijvoorbeeld helemaal niet dankbaar als zij een lichaam aantreffen. Die mededeling betekent immers geen einde aan alle onzekerheid, maar het vermorzelen van elke vorm van hoop. Intussen spelen de Mexicaanse autoriteiten, in het bijzonder bij de studentenverdwijning, ook een dubieuze rol en bemoeilijken zij EAAF’s werk.

Daar wordt El Equipo, in 2020 genomineerd voor een Nobelprijs voor de Vrede, tot het uiterste op de proef gesteld: kan het team in elke politieke en maatschappelijke context z’n belangrijke werk doen en welke tol eist dit dan van de individuele leden?

It’s Raining Women

Amstelfilm

Ben jij Rebecca Burke, de wraakzuchtige ex-medewerker die een slaatje uit de situatie probeert te slaan? vraagt advocaat Sam Walker aan haar cliënt, die een rechtszaak tegen haar voormalige werkgever TalkTalk heeft aangespannen. ‘Of ben jij arme Rebecca Burke die onterecht is ontslagen, beroerd werd behandeld en hetzelfde betaald had moeten worden als al die kerels?’ Walker probeert Burke, die bijna de helft minder salaris kreeg dan mannen in een vergelijkbare functie, te waarschuwen: de rechtszaak wordt een theaterstuk en binnen het uur beslissen de rechters en jury op basis van hoe je overkomt, en welke kleding je draagt, welke rol jij daarin speelt.

Terwijl ze Rebecca Burkes pogingen om haar recht te halen documenteert buigt de Finse filmmaakster Mari Soppela zich in It’s Raining Women (86 min.) over de positie van vrouwen in de westerse wereld. Is er nog steeds sprake van een glazen plafond? Weten mensen op straat überhaupt wat er met die term wordt bedoeld? En hebben de Amerikaanse burgerrechtenactiviste Charlayne Hunter-Gault, de eerste vrouwelijke president van Finland Tarja Halonen en de Franse architecte Françoise N’Thépé er bijvoorbeeld mee te maken gekregen? Op de zogenaamde Glass Ceiling-index, die The Economist sinds 2013 publiceert op Internationale Vrouwendag, zijn het in elk geval steevast de Scandinavische landen die goed scoren als het gaat om gelijke kansen voor vrouwen. Nederland bungelt doorgaans ergens onderaan de lijst. 

Soppela, sinds begin jaren negentig woonachtig in ons land, heeft zelf ervaren hoe landen als Nederland en Duitsland achterlopen. Ze introduceert in dat kader haar landgenote Mervi Lampinen. Zij wordt als leidinggevende ook regelmatig aangezien voor secretaresse of schoonmaakster. Als hoofd IT van een internationaal bedrijf moet ze nog altijd vaak uitleggen dat ze het werk echt zelf doet en niet voortdurend hoeft te worden geholpen door mannen. ‘Deze opmerkingen kwamen van zowel mannen als vrouwen’, vertelt ze. ‘Dit is geen mannenprobleem, maar een sociaal probleem.’ Hoe hardnekkig dat is – en met welke middelen de status quo wordt verdedigd – wordt intussen pijnlijk duidelijk in de zaak tussen Rebecca Burke en TalkTalk, waarbij het hard tegen hard gaat.

Die scherpte heeft It’s Raining Women als film soms ook nodig. Want Soppela’s betoog voor gelijke rechten en beloning is weliswaar goed onderbouwd en inhoudelijk ook overtuigend, maar kan zo nu en dan wel wat pit gebruiken. De Zaak Burke geeft een gezicht – een lelijk gezicht, dat van de gezichtsloze vertegenwoordigers van het bedrijf, mannen?, die weigerden om haar op niveau te betalen – aan de strijd die vrouwen ook in ontwikkelde landen nog hebben te voeren. Niet zozeer als het gaat om regels en wetten, maar op het gebied van beeldvorming en attitude. 

Daughters Of The Sun

Amstelfilm

Hun gezichten, vervat in indringende close-ups, verraden hoeveel ze moeten meetorsen. Ze vertellen elkaar hun verhaal. Over hoe ze werden ontvoerd, verhandeld en uitgehuwelijkt. Gedwongen om zich te bekeren tot de Islam, afstand te doen van hun eigen taal en behandeld als (seks)slaaf. De vrouwen, meisjes vaak nog, zijn inmiddels bevrijd, maar of ze zich ooit nog helemaal los kunnen maken van de verschrikkingen van Islamitische Staat?

Vanuit de Iraakse stad Mosul drongen de barbaren op 3 augustus 2014 de Koerdische provincie Sinjar binnen en richtten daar een ravage aan binnen de Jezidi-gemeenschap. Oudere mannen en vrouwen werden ter plekke afgemaakt, jonge meisjes op de meest grove wijze buitgemaakt. Eenmaal bevrijd uit de klauwen van IS, onder elkaar in een vluchtelingenkamp, moeten zij in het reine komen met welk lot hen is overkomen, wat ze hebben moeten aanschouwen en wie ze daardoor zijn geworden. Ze zijn vaak niet alleen allerlei dierbaren verloren, maar ook een wezenlijk deel van zichzelf.

Deze Daughters Of The Sun (75 min.) worden begeleid door een man die liefdevol ‘oom Hussein’ wordt genoemd. Hij spoort hen aan om hun hart te luchten. ‘Wie kan me vertellen wat het gewicht van dit glas water is?’ vraagt hij. En nadat ze een schatting hebben gedaan – veertig gram, of toch misschien vijftig? – legt hij uit dat ‘t vooral gaat om hoe lang je dit glas moet vasthouden. Een minuut lukt zonder probleem. Een uur wordt al lastiger. En de hele dag is bijna onmogelijk. Intussen blijft het feitelijke gewicht natuurlijk hetzelfde, het wordt alleen steeds moeilijker te dragen.

‘De slachtoffers sterven één keer, maar zij die achterblijven sterven elke dag’, zegt de vrouwenstem waarmee regisseur Reber Dosky (Sidik En De Panter) deze serene film verbindt. Terwijl de Jezidi-vrouwen samen het leven proberen terug te vinden, blijft oom Hussein druk doende met het redden van levens. Als het hem al lukt om met ingezameld geld een vrouw vrij te kopen van smokkelaars, zijn er vaak nog kinderen die zij, beslist niet altijd uit vrije wil, met een IS-man heeft gekregen. In hoeverre zijn die welkom binnen de ernstig gewonde Jezidi-gemeenschap?

Waar het enerverende Sabaya, een andere documentaire over ontvoerde Jezidi-vrouwen, zich richt op de heldenmoed van het team dat hen probeert te bevrijden uit IS-territorium, concentreert Dosky zich op de periode daarna: op het uitdrijven van de IS-duivels en de zusterschap die daarbij bijna als vanzelf ontstaat. Geduldig kijkt hij eerst mee hoe de vrouwen dolen door een nacht waaraan maar geen eind lijkt te komen en ziet daarna toe als ze langzaam, geheel volgens een oud Jezidi-gezegde, de zon weer laten opkomen. Totdat ze daadwerkelijk aan een nieuwe dag kunnen beginnen.

Murder In Big Horn

Showtime

‘Voor ons zijn dit geen true crime-verhalen’, zegt journalist Luella Brien, waarvan in 1977 tante DeeDee verdween, met ingehouden emotie. ‘De slachtoffers komen uit onze families.’ Al decennia zijn de ‘native Americans’ van Big Horn County, Montana, zich er maar al te zeer van bewust dat er jonge vrouwen, meisjes nog, uit hun midden verdwijnen. Verder kraait er echter geen haan naar deze MMIW (Missing/Murdered Indigenous Women).

Totdat Henny Scott in 2018 plotseling verdwijnt na een feestje op The Northern Cheyenne Reservation. Het veertienjarige meisje wordt enkele weken later dood aangetroffen in de sneeuw. Omdat ze op het indianenreservaat zelf is gevonden moet het Bureau of Indian Affairs (BIA) van Lame Deer in actie komen. En die kan de hulp inroepen van de FBI. Zoals de sheriff van Big Horn County dan weer verantwoordelijk is voor een ander deel van het grotere gebied, The Crow Reservation. Afhankelijk van het slachtoffer, de (onbekende) dader, plaats delict en de plek waar het lichaam wordt aangetroffen. Dat probleem speelt direct op als ruim een half jaar later een ander indiaans meisje, Kaysera Stops Pretty Places, dood wordt gevonden. Er zijn aanwijzingen dat ze wellicht is vermoord. En dan raakt op 1 januari 2020 ook de zestienjarige Selena Not Afraid nog vermist.

Dat juist het leefgebied van de Cheyenne- en Crow-stammen juridisch braak ligt, is natuurlijk geen toeval. ‘Native Americans’ werden aan het einde van de negentiende eeuw aan hun lot overgelaten, in de hoop dat ze stilletjes zouden opgaan in de ‘gewone’ bevolking of zouden uitsterven. Reservaten groeiden uit tot plekken van werkeloosheid, armoede, gokken en verslaving. Door Big Horn County loopt bovendien nog de Interstate 90, die als doorvoerroute van en naar Canada kan fungeren voor drugs, vrouwen en andere illegale handel. Zo wordt de traditionele angst gevoed voor de witte man, die zich van oudsher op indianenvrouwen richt om via hen de complete gemeenschap te ontwrichten, zo is het algehele gevoel. Neem bijvoorbeeld Pocahontas. Van haar romance met kapitein John Smith is een prachtige Disney-liefde gemaakt, maar in werkelijkheid was ze waarschijnlijk slachtoffer van mensenhandel.

Die geladen geschiedenis en maatschappelijke context zorgen ervoor dat Murder In Big Horn (157 min.) nooit een routineuze true crime-productie wordt. Zeker omdat er ook nog een andere kant aan datzelfde verhaal zit: de misstanden binnen het reservaat zelf, waar huiselijk geweld en seksueel misbruik schering en inslag lijken. Veel meer dan een zoektocht naar de daders van de tientallen ‘native women’ die in de afgelopen decennia zijn verdwenen is deze sfeervolle driedelige docuserie van Razelle Benally en Matthew Galkin een portret van een getroebleerde gemeenschap, die in z’n hart – de vrouwen en meisjes – wordt getroffen. ‘Every child matters’, stelt een leus over de MMIW. Dat moet het uitgangspunt worden, vinden strijdbare vrouwen zoals Luella Brien. In plaats van ‘another dead indian’.

Hidden Letters

Hu Xin / Cargo Film

Met de officiële opening van het Nushu Beijing International Culture Exchange Center is ‘Nushu’ daadwerkelijk erfgoed geworden. Duizenden jaren schreven Chinese vrouwen heimelijk hun zielenroerselen en ontberingen van zich af. Deze teksten, in een soort geheimtaal, belandden op waaiers en zakdoekjes, waren voor buitenstaanders nauwelijks toegankelijk en gingen doorgaans ook mee het graf in. Nu ‘de woorden van mieren’ een officieel thuis hebben gekregen, valt één ding op: tijdens de openingsceremonie staan er alleen mannen op het podium. En die vinden dat de nichecultuur nu maar eens goed moet worden vermarkt. Ze denken aan speciale smartphones of kwaliteitsaardappelen en overwegen samenwerking met Kentucky Fried Chicken.

Het is in elk geval níet belangrijk, zeggen de directeur van het centrum en een mannelijke medewerker zonder al te veel tact tegen hun twee vrouwelijke collega’s, dat Chinese vrouwen leren om Nushu te lezen of schrijven. Ze zijn immers geen liefdadigheidsinstelling. Het gesprek is exemplarisch voor hoe ideaal en praktijk met elkaar botsen in Hidden Letters (87 min.). Met de mond belijden die mannen soms nog wel dat het andere geslacht een volwaardige rol in de samenleving moet innemen, maar in de praktijk verwachten ze eigenlijk toch gewoon onderdanige types. Zoals de voormalige directeur van het Nushu Museum het uitdrukt: zolang vrouwen waarden als gehoorzaamheid, acceptatie en veerkracht in ere houden, gaat het goed met onze samenleving.

In deze gestileerde, met voorgelezen en -gezongen Nushu-teksten verrijkte film portretteren Violet Du Feng en Qing Zhao twee moderne Chinese vrouwen die zich bezighouden met het eeuwenoude vrouwelijke schrift. Hu Xin verzorgt rondleidingen in het aan Nushu gewijde museum in Jiangyong en treedt op in binnen- en buitenland. Na een ongelukkig huwelijk, waarbij haar ex-man duidelijk de broek aan had, woont ze tegenlijkertijd ook weer in bij haar ouders en vraagt zich af wat haar maatschappelijke status eigenlijk heeft te betekenen. ‘Iedere vrouw droomt van een gelukkig gezin: haar eigen kind en een liefhebbende echtgenoot’, constateert ze somber. ‘Mijn prestaties maken me nog niet tot een goede vrouw.’

Hu Xin heeft een speciale relatie opgebouwd met een bejaarde Nushu-beoefenaar, He Yanxin. Met een ontwapenende glimlach spoort deze vertegenwoordiger van een eerdere generatie, die haar peren beslist heeft gezien in het leven en die dit altijd kwijt heeft gekund in persoonlijke en poëtische teksten, haar liefdevol aan om toch maar een vriend te gaan zoeken. Simu Wu, de andere hoofdpersoon van deze fraaie documentaire, staat op het punt om te trouwen en wil daarna liefst direct moeder worden. Haar verloofde benadrukt echter dat ze eerst een huis moeten gaan kopen. ‘Je moet de logica begrijpen’, doceert hij, alsof ze even op haar plek moet worden gezet. ‘Als jij eenmaal zwanger bent, komt mijn moeder helpen. Waar moet zij dan verblijven?’

En dus, begrijpt Simu Wu, moet werken nu voorop staan voor haar. Wat betekent dit dan voor haar grote passie Nushu? Manlief antwoordt bot: ‘Hoe kun je een hobby vergelijken met een echte baan?’ Het is, opnieuw, een treffende metafoor voor hoe lastig het is voor moderne vrouwen om hun weg te vinden in een land dat al sinds mensenheugenis achter hen aan hobbelt en dat die achterstand maar niet schijnt te kunnen of willen inlopen. Tegelijkertijd kunnen zij zich vasthouden aan de eeuwenoude Nushu-traditie, die inmiddels door menigeen op waarde wordt geschat en die ook zij wellicht weer verder kunnen brengen.

Belaagd

KRO-NCRV

Let op voor mannen die snoepjes uitdelen. Niet in donkere steegjes lopen. Altijd samen naar huis fietsen. Even bellen als je weggaat. Bescherm je drankje. Draag rokken tot over de knie, lange mouwen en zeker geen diep uitgesneden kleding. ‘Het is eigenlijk te gek voor woorden dat het nodig is’, zegt een vrouw over de uitgaantips die zij en andere jonge meisjes vroeger kregen van hun ouders. ‘Mijn broer kreeg dezelfde uitleg niet.’

Nan Rosens (Verdacht, Doelwit en Gebroken) laat in de interviewfilm Belaagd (57 min.) Nederlandse vrouwen aan het woord over hoe ze seksueel lastig zijn (en worden) gevallen door mannen. De situaties die zij schetsen zijn zeer herkenbaar (en ook al vaker bespreekbaar gemaakt): van dubbelzinnige grapjes, fluitende bouwvakkers en ongevraagde aanrakingen tot dickpics, partnergeweld en verkrachting.

Rosens heeft haar gesprekspartners voor een ‘green screen’ geplaatst, waarop als uitgangspunt een roze achtergrond is geplaatst en aan de hand van wat zij vertellen ook andere kleuren, situaties en sferen kunnen worden geprojecteerd. Ze omkleedt deze ervaringsverhalen bovendien met unheimische scènes: een nachtelijk treinstation bijvoorbeeld, of een publieke ruimte met veel manvolk.

De film wordt daarmee precies wat ie vanaf het allereerste begin belooft te zijn: een documentaire over seksisme, het effect daarvan op vrouwen en de ernstige uitwassen ervan, allemaal vanuit vrouwelijk perspectief verteld. Een documentaire dus die perfect past in het #metoo-tijdsgewricht, waardoor er ruimte is gekomen voor ervaringsverhalen die voorheen vooral werden ingeslikt of gefluisterd.

Waarbij het mannelijke perspectief wellicht een waardevolle toevoeging zou zijn (geweest): (waarom) herkennen zij sommige signalen van vrouwen niet? Weten zij het wanneer ze een grens overgaan? En zo ja, waarom doen ze het dan toch?

White Balls On Walls

Zeppers

‘We hebben nog steeds een hele mannelijke witte dominantie in de collectie’, constateert directeur Rein Wolfs van het Stedelijk Museum Amsterdam. Slechts vier procent van de collectie is gemaakt door vrouwen. En: ‘Er hangen op dit moment geen werken van makers van kleur’, bekent Wolfs. ‘Op dit moment helemaal niet.’ Het ‘hagelwitte’ museum wil en moet daarin stappen gaan maken.

Touria Meliani, de wethouder kunst en cultuur van Amsterdam, heeft een Actieplan diversiteit en inclusie Kunstenplan 2021-2024 opgesteld, dat met gezwinde spoed in de praktijk moet worden gebracht. Terwijl het Rijksmuseum de tentoonstelling ‘Slavernij‘ aankondigt, is in het Stedelijk bijvoorbeeld ‘Surinaamse School: schilderkunst van Paramaribo tot Amsterdam‘ te zien. Dat zorgt meteen ook voor kritiek: staat de kunst nog wel voorop? Of is de ‘ideologische agenda’ leidend geworden?

Ook intern zorgen de pogingen van het museum voor moderne en hedendaagse kunst en design om diverser en inclusiever te worden voor een zeker ongemak. Zowel bij medewerkers die kanttekeningen hebben bij de ingezette veranderingen als bij degenen die dat proces juist in gang proberen te zetten of zelfs belichamen. En regisseur Sarah Vos, een maker die wel vaker de vinger op de zere plek legt, zoomt in White Balls On Walls (90 min.) in op waar het schuurt.

Scheppen quota voor werk van vrouwelijke kunstenaars of kunstenaars van kleur bijvoorbeeld ruimte of werken ze eerder beperkend? Hoe kan worden voorkomen dat zulke kunstenaars de indruk krijgen dat ze vooral vanwege hun achtergrond of profiel zijn gekozen, om dat gezegende/vervloekte quotum te halen? En betekent meer ruimte voor andere invalshoeken dan automatisch ook het inperken van de ruimte voor traditioneel witte kunst?

Op kousenvoeten doorkruisen alle betrokkenen, stuk voor stuk met de beste bedoelingen, het mijnenveld tussen een inclusief en een politiek correct museum, op weg naar een plek, organisatie en collectie die in de tegenwoordige tijd en nabije toekomst passen, met bovendien voldoende oog voor het verleden en de keerzijden daarvan. Vos krijgt die zoektocht en het bijbehorende lopen op eieren in White Balls On Walls heel aardig te pakken.

Hedy d’Ancona: Het Persoonlijke Is Politiek

Roos van Ees / Human

Ze mag dan zelf allang de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, haar ideeën hebben nog volop toekomst. Dat lijkt zo’n beetje de portee van Hedy d’Ancona: Het Persoonlijke Is Politiek (53 min.). In deze tv-docu combineren Doortje Smithuijsen en Roos van Ees een profiel van deze ‘grande dame’ van de Nederlandse vrouwenbeweging – ‘feminist tot in de kist’, zegt ze zelf – met miniportretjes van vrouwen die als haar hedendaagse erfgenamen kunnen worden beschouwd.

Abortusactivist Eva de Goeij representeert dan d’Ancona’s onvermoeibare strijd voor vrouwenrechten. De Amsterdamse PvdA-wethouder Marjolein Moorman moet op haar beurt waarschijnlijk net zoveel ballen in de lucht houden als de voormalige staatssecretaris, minister en (euro)parlementariër toentertijd en staat daarmee voor het recht van vrouwen op zelfbeschikking. En Adrienne Buschmann, bij wie meerdere familieleden hebben gekozen voor euthanasie, strijdt zij aan zij met de hoofdpersoon voor eenieders recht op een waardig levenseinde.

Heel veel meer valt er uit die uitstapjes van d’Ancona’s persoonlijke verhaal naar de thema’s die haar leven domineerden verder niet af te leiden. Daarvoor zijn ze toch te kort en vluchtig. En ook het relaas van de hoofdpersoon zelf blijft enigszins aan de oppervlakte steken. Ze beijvert zich al haar hele leven voor een ‘systeemverandering’, zoveel is duidelijk, waarbij met name de man-vrouw verhouding grondig tegen het licht moet worden gehouden. Dat deed ze dus als oprichter van Opzij, in allerlei verschillende hoedanigheden als politica en de laatste jaren ook als drijvende kracht van Uit Vrije Wil.

d’Ancona’s terugblik op haar inmiddels 85 jaren op de barricaden is verder geïllustreerd met fraai archiefmateriaal uit de verschillende fasen van haar leven, waarbij mannen doorgaans slechts met heel veel moeite ruimte wilden maken voor een vrouw. Nieuwe inzichten of echte verdieping levert dat nauwelijks op. Hedy d’Ancona oogt nog altijd als een krachtige, uitgesproken en strijdbare vrouw, die onverminderd blijft staan voor de idealen die ze al haar hele leven koestert. Niks doen met je verontwaardiging? ‘Dat is voor mij onverdraaglijk.’

Escape From Kabul

HBO Max

Terwijl de Taliban op 15 augustus 2021 Kabul innemen, bereidt een speciaal ingevlogen groep mariniers de evacuatie van Amerikaanse burgers en hun Afghaanse medewerkers voor. Ze verwachten een ‘relatief geordend proces’. Dat zal echter heel anders uitpakken. Het vliegveld van de Afghaanse hoofdstad groeit uit tot een soort menselijke mierenhoop, waar zo’n 24.000 gewone burgers zich verzamelen om het land te kunnen verlaten en godsonmogelijke keuzes moeten worden gemaakt. Buiten de luchthaven bevinden zich nog veel meer gewone Afghanen, vrouwen in het bijzonder, die de repressie van een nieuw Taliban-bewind niet willen afwachten.

En de nieuwe machthebbers willen dan weer koste wat het kost voorkomen, zeggen ze met de nodige bravoure in Escape From Kabul (74 min.), dat landgenoten door ongelovigen worden meegenomen en zich een Amerikaanse levensstijl gaan aanmeten. Dat is ook meteen het aardige aan deze documentaire van Jamie Roberts (Four Hours At The Capitol): behalve Amerikanen en ‘verlichte Afghanen’, komen ook de vijanden van het vrije westen aan het woord. Ruwe mannen met woeste blikken en baarden, die duidelijk jaren oorlog in de benen hebben zitten en geweld bepaald niet schuwen om hun wil, zeker als het gaat om de positie van Afghaanse vrouwen, tot wet te verklaren.

Vanuit totaal verschillende perspectieven wordt zo de Amerikaanse aftocht belicht en de massahysterie en menselijke tragedies die daarvan onderdeel zijn geworden. De bijbehorende beelden, van zowel nieuwszenders als gewone burgers, tonen paniek en verwarring. Ouders proberen te vertrekken met hun kroost. En sommige kinderen, waarvan de ouders het niet hebben gehaald, worden simpelweg met de hand doorgegeven, zodat ze alsnog een kans maken op dat andere leven. In die hachelijke situatie wordt ook nog een bermbom tot ontploffing gebracht. Islamitische Staat eist de aanslag bij Abbey Gate op.

Als op 31 augustus de laatste vlucht naar de Verenigde Staten vertrekt, de vanzelfsprekende climax van deze nauwgezette reconstructie, neemt de Amerikaanse ambassadeur in Afghanistan, Ross Wilson, stil en somber afscheid. Intussen kraait de Taliban victorie: na twintig jaar is er een einde gekomen aan de Amerikaanse ‘invasie’. ‘We zijn vrij’, zegt Qari Mohammed Zahid, lid van een speciale eenheid van de Taliban. ‘Ons bezette Afghanistan is nu een vrij Afghanistan.’

Het grotere verhaal van Amerika’s twintigjarige bemoeienis met Afghanistan wordt verteld in het tweeluik Leaving Afghanistan, terwijl de vierdelige serie Afghanistan: The Wounded Land laat zien hoe het land al zo’n vijftig jaar permanent verwikkeld is in oorlog.

Who Is Ghislaine Maxwell?

Starz

Van de ene ploert naar de andere. Dat is oppervlakkig beschouwd de portee van Ghislaine Maxwells turbulente levensverhaal. Eerst diende ze zich te verhouden tot haar vader Robert Maxwell, eigenaar van diverse Britse kranten en een onvervalste potentaat die regelmatig een loopje nam met de wet. Daarna volgde Jeffrey Epstein, een man die nooit genoeg kreeg van (te) jonge meisjes, minimaal drie orgasmes per dag wilde hebben en ook haar ondergang, eind 2021 vervat in een gevangenisstraf van twintig jaar, zou inluiden.

Daarmee wordt zij, het Britse elitemeisje dat Epsteins partner in crime was geworden, echter schromelijk tekort gedaan, getuige de driedelige docuserie Who Is Ghislaine Maxwell? (140 min.) van Erica Gornall. Ghislaine was een essentieel instrument in hun verwrongen stiel. Zij fungeerde als vaardige ronselaar die de stroom ontheemde tieners op gang hield en die hen, als een verknipte moederfiguur, een soort schijnzekerheid bood binnen het ‘seksueel piramidespel’ dat ze, zonder dat zij het doorhadden, speelden. Zodat Jeffrey, z’n (bekende) vrinden én zijzelf hun gang konden gaan.

‘Hij had een aandachtsspanne van drie seconden’, vertelde Epsteins voormalige vriend Stuart Pivar eens aan de Amerikaanse journalist Leland Nally, die het netwerk van Jeffrey Epstein en Ghislaine Maxwell in kaart probeerde te brengen en minutieus alle namen in hun beruchte zwarte boekje nabelde. Volgens Pivar leed Epstein aan satyriasis, de mannelijke tegenhanger van nymfomanie. ‘Hij onderbrak gesprekken en veranderde van onderwerp’, illustreert hij ’s mans onophoudelijke geslachtsdrift. ‘Dan zei hij: Wat heeft dat met kutjes te maken?’

Op hun eigen – echt waar! – Maagdeneilanden ontvingen Epstein en Mawell behalve tienermeisjes ook de machtigen der aarde, weet het eikenhouten beheerdersechtpaar Miles en Cathy Alexander, dat in deze miniserie voor het eerst z’n verhaal doet. Ghislaine was bijvoorbeeld ‘heel hecht’ met de in opspraak geraakte Britse prins Andrew. Met alle gevolgen van dien. Verder komen studiegenoten, medewerkers, kennissen, collega’s, een lid van Maxwells voormalige schoonfamilie en natuurlijk de slachtoffers en hun advocaten aan het woord.

Tezamen ontsluiten zij het inmiddels welbekende verhaal van de charmante, wereldse en berekenende vrouw, die jarenlang een handel in minderjarige meisjes bestierde en die zich ondertussen doodleuk het imago van milieuactivist aanmat. Een verhaal ook over hoe de mondiale elite steeds met alles lijkt weg te komen. De serie toont tevens hoe Maxwell als het doek is gevallen uiterlijk onbewogen haar publieke ontmaskering en de navolgende juridische stappen ondergaat. Alsof ze zich eigenlijk niet kan voorstellen dat dit haar, en mensen zoals zij, kan overkomen.

‘Ze moeten zich schamen’, zegt Gretchen Rhodes, één van de ‘overlevers’, heel treffend over het collectieve verdriet van de slachtoffers van Maxwell en Epstein. ‘Zíj moeten zich schamen.’ Ze heeft even een ogenblik nodig om haar emotie weg te slikken. ‘En niet ik.’

Zoals dat tegenwoordig gaat met tot de verbeelding sprekende schandalen zijn aan Jeffrey Epstein en Ghislaine Maxwell inmiddels meerdere documentaireseries gewijd. Van Jeffrey Epstein: Filthy Rich en Surviving Jeffrey Epstein over hem tot Epstein’s Shadow: Ghislaine Maxwell, Ghislaine Maxwell: Filthy Rich en Ghislaine: Partner In Crime over haar.

Sisterhood

BNNVARA

Op de filmklapper staat de werktitel voor deze documentaire: De Vrouwenfilm. Het is uiteindelijk Sisterhood (55 min.) geworden. Sophie Dros wil daarin praten over vrouw zijn en wat dat betekent. En daarvoor – zagen De Kijkende Man en z’n Vrouw – heeft Dros in een fraaie studiosetting enkele, ja, vrouwen uitgenodigd.

De flamboyante modeontwerpster Anne-Rixt Gast, Vlaamse televisiepersoonlijkheid Jamecia Baker (Ex On The Beach), bodybuildster Maria Wattel en journalist Tatjana Almuli (schrijfster van Knap Voor Een Dik Meisje) vertegenwoordigen verschillende uithoeken van een nieuwe generatie vrouwen, constateren De Kijkende Man en Vrouw eensgezind. Daarnaast spreekt Dros een groepje van vijf tienermeisjes.

Van tevoren legt de filmmaakster uit hoe ze het wil gaan aanpakken. Haar gesprekspartners mogen recht in de camera kijken. ‘Het wordt echt een beetje een gesprek’, zegt ze erbij. ‘Dus je kan ook dingen aan mij vragen.’ En als ze ergens liever niet over praten… Na alle plichtplegingen kan haar met iconische vrouwbeelden sjiek aangeklede interviewfilm beginnen. Met een citaat van Simone de Beauvoir bovendien.

Bij de opnames zijn overigens ook cameraman Boas van Milligen Bielke en geluidsman Gijs Domen betrokken. Zij kijken en luisteren mee als onderwerpen zoals menstruatie, verliefdheid en – vooral – irritante, onveilige of zelfs gevaarlijke mannen worden behandeld en mengen zich uiteindelijk ook voorzichtig in dit gesprek. Dat is ook wel zo prettig voor De Kijkende Man. Anders zou die zich maar een indringer voelen.

Bij gesprekken die volgens zijn Vrouw soms overigens op ‘wijvengezeik’ dreigen uit te lopen. Terwijl alle deelnemers toch vooral niet als een ‘zeikwijf’ gezien willen worden. De Kijkende Man, een witte van middelbare leeftijd bovendien, laat zich nochtans braaf meenemen door deze Vrouwenfilm, waarin uiteenlopende onderwerpen zoals de smurfen (en hun smurfin), dickpics en stalkers ook aan bod komen.

In hun conversatie zit een onverholen pleidooi verscholen voor een zusterschap, een verbond van vrouwen (en mannen, misschien zelfs De Kijkende) die hun onderlinge verhoudingen opnieuw proberen te definiëren. Tenminste, dat is wat Hij – al schrijvende en zijn Vrouw die er naderhand over door wilde praten negerende – uit dat kleine uurtje pregnante en soms ook wat vrijblijvende Vrouwenpraat heeft weten te destilleren.

Sabaya

Islamitische Staat mag dan militair verslagen zijn, de mentaliteit van de strijders van ‘Daesh’ is volgens Mahmud Resho onveranderd. In kamp Al-Hol, een kamp in Syrië waar ruim 70.000 voormalige IS’ers worden vastgehouden, zoekt de onverschrokken Mahmud naar Sabaya (91 min.), Jezidische vrouwen die jarenlang als seksslaaf zijn gebruikt en nog altijd worden vastgehouden door barbaren van Islamitische Staat.

Volgens Shejk Ziyad, Mahmuds collega bij het Jezidi-opvangcentrum in Syrië, worden er nog altijd duizenden meisjes en vrouwen vermist. Die zijn vijf jaar eerder gevangen genomen bij een aanval op hun thuisbasis in Sinjar in Noord-Irak. Sindsdien zijn ze alles kwijtgeraakt: hun naam, hun familie, hun taal, hun religie en – natuurlijk – hun eer. Volledig ontmenselijkt. Gereduceerd tot huissloof, broedkip of seksobject.

De nobele missie van Mahmud en zijn kompanen, op de voet gevolgd door filmmaker Hogir Hirori, is bepaald niet zonder gevaar. Ze begeven zich diep in IS-territorium. In het gigantische tentenkamp moeten ze – met behulp van voormalige sabaya’s, gestoken in een nikab, die zich als infiltrant in het hol van de leeuw wagen – verborgen gehouden Jezidi-meisjes en vrouwen opsporen en thuis afleveren.

Eenmaal buiten het kamp liggen er ook nog allerlei dilemma’s voor de ontheemde vrouwen. In een hartverscheurende scène moet een bevrijde moeder bijvoorbeeld op weg naar huis afscheid nemen van haar zoontje. Het kind is van een Daesh-man. Islamitische Staat vermoordde haar vader, broer en andere familieleden. En nu moet ze haar thuisfront er dus van overtuigen dat het jongetje echt geheel onschuldig is.

In al z’n lelijkheid toont deze indringende film zo hoe Islamitische Staat een volledig ontwrichte gemeenschap heeft achtergelaten, die van zijn echtgenotes en moeders, en dus nageslacht, is beroofd. Kunnen de vrouwen, die met onvervalste heldenmoed uit de klauwen van IS zijn gerukt, bijvoorbeeld nog normaal deel uitmaken van de wereld waartoe ze ooit behoorden? Raken ze ooit het stigma van ‘sabaya’ kwijt?

Hoewel Daesh tegenwoordig noodgedwongen een toontje lager zingt, blijven de horrorjaren dat de fundamentalistische organisatie ongenadig huishield in delen van Irak en Syrië zo als een inktzwarte schaduw over het leven van de Jezidi’s hangen.

Tiger King: The Doc Antle Story

Netflix

Deze spin-off van de bingehit Tiger King (2020) heeft één groot voordeel: hij is al snel beter dan het officiële tweede seizoen, dat een kleine maand geleden verscheen. Elke vorm van entertainment, spanning en humor, die van het eerste seizoen nog een ‘guilty pleasure’ maakte, was uit dat bloedeloze vervolg verdwenen.

Tiger King: The Doc Antle Story (127 min.) richt zich op een bijpersonage uit de oorspronkelijke serie: Bhagavan ‘Doc’ Antle, de grote kattenknuffelaar die zich op zijn eigen olifant door de Myrthle Beach Safari-dierentuin beweegt en het grote voorbeeld is van ‘tijgerkoning’ Joe Exotic (die ditmaal slechts een te verwaarlozen cameo heeft).

De driedelige serie begint verrassend serieus van toon. Geen richtingloze parade van doorgedraaide freaks, kleine criminelen en aandachtsgeilers – al ontbreken ook die niet in deze nieuwe productie van het Eric Goode en Rebecca Chaiklin. Ze worden nu alleen ingezet binnen een min of meer geloofwaardige vertelling.

Die behelst niets minder dan een aanklacht tegen Antle. Hij wordt beschuldigd van wangedrag ten opzichte van vrouwen in het algemeen en misbruik van veel te jonge meisjes in het bijzonder. Dat zou al zijn begonnen tijdens zijn periode in Yogaville, een spiritueel centrum van swami Satchidananda Saraswati, die op dat gebied ook wel van wanten wist.

Daarna vond Kevin Antle, die door zijn goeroe Bhagavan was gedoopt, het tijd voor zijn eigen harem, schaars geklede meisjes die met tijgers en andere grote katachtigen in de weer gingen en zich hem van het lijf moesten zien te houden. In eerste instantie voelt dit vijandige portret dan ook als een typisch #metoo-docu, waarin slachtoffers zich uitspreken over de man die hen misbruikte.

Later volgen er nog beschuldigingen van dierenmishandeling, financiële malversaties, oplichting én moord, zodat de serie toch weer op typisch Tiger King-terrein belandt en daar ook wel behoorlijk ontspoort. Intussen krijgt de beschuldigde, zonder enige twijfel een kwestieus personage, eigenlijk geen serieuze kans om te reageren op alle aantijgingen.

Doc Antle komt weliswaar regelmatig aan het woord, maar daarbij lijkt het toch vooral te gaan om materiaal dat al eerder is opgenomen, waarschijnlijk voor de oorspronkelijke Tiger King-serie (waarvan hij zich in een eerder overigens ook al heeft gedistantieerd). Doc Antle’s ‘story’ krijgt daardoor het karakter van een vakkundige lynchpartij. Uiteindelijk dus toch typisch Tiger King.

Up To G-Cup: In Iraqi Kurdistan

‘Je ziet hier nooit dat twee mensen die van elkaar houden ook echt bij elkaar komen’, zegt Hind. ‘Dat is onmogelijk. Ik ben nu ook één van die mensen. Je moet je eigen liefdesleven doodtrappen.’ Hind koestert een onmogelijke liefde, heeft ze even daarvoor verteld. Voor een man die aan een ander is beloofd. De Koerdische vrouw probeert hem nu zelf ook te vergeten met een ander, zegt ze ongemakkelijk glimlachend. Die houdt van haar, méér dan zij waarschijnlijk ooit van hem zal kunnen houden. Hind begint weer zenuwachtig te lachen. ‘Klaar. Ik kan niet meer.’

De jonge vrouw werkt in de eerste lingeriewinkel van Iraaks Koerdistan. Die is te vinden in een groot winkelcentrum te Suleimaniyahh en wordt van materiaal voorzien door de Nederlands-Koerdische Shapol, de centrale figuur in deze documentaire van Jacqueline van Vugt. In de winkel speelt een belangrijk deel van Up To G-Cup: In Iraqi Kurdistan (81 min.) zich af. Vrouwen passen er beha’s of ondergoed – activiteiten die ze zorgvuldig afschermen van de camera. Tussen de praktische handelingen en gesprekjes door doen ze, soms in bedekte termen, hun persoonlijke verhaal. Over de positie van vrouwen, seksuele ervaringen en oorlog, altijd weer oorlog.

Ze hebben stuk voor stuk zo hun littekens opgelopen. Lingerie kan hen helpen om hun zelfvertrouwen te vergroten, maar confronteert hen ook met zichzelf en de wereld waarin ze (moeten) leven. Schaamte speelt daarbinnen een belangrijke rol. En die speelt soms ook op in deze solide film, die volledig vanuit vrouwelijk perspectief wordt verteld. En de ervaringen van deze Koerdische vrouwen mogen ons dan misschien vertrouwd in de oren klinken, ze hebben nog altijd weinig aan urgentie ingeboet.

The Return: Life After ISIS

VPRO

‘Weet jij wat de Jihad echt inhoudt?’ zegt de ene kleuter tegen de andere. ‘De Jihad is belangrijk. Als je een Jihadi bent, kan niemand je pijn doen. Je bent je eigen baas, begrijp je?’ Intussen klauteren ze samen op een geïmproviseerd klimrek in Kamp Al-Roj. ‘En als je sterft als Jihadi, ga je rechtstreeks naar het paradijs.’

De kinderen zijn zojuist met hun moeders gearriveerd in het gevangenenkamp in het Noordoosten van Syrië en zullen daar nog een aanzienlijke tijd verblijven. De vrouwen komen oorspronkelijk uit Groot-Brittannië, Canada, de Verenigde Staten, Duitsland én Nederland. In hun geboortelanden zijn deze ‘bruiden’ van de terreurbeweging Islamitische Staat echter helemaal niet meer welkom. Maar waar moeten ze dan heen? En wat willen ze, ouder en soms wijzer, eigenlijk zelf?

The Return: Life After ISIS (90 min.) portretteert de vrouwen, waaronder Hafida Haddouch en Nawal Hammoudi uit Nederland, terwijl hun leven in de pauzestand staat en er alle gelegenheid is om te reflecteren op hun jeugd in het westen, hun bekering tot de fundamentalistische Islam en hun, veelal ellendige, tijd in het kalifaat. Regisseur Alba Sotorra Clua omkleedt deze herinneringen met beelden van de oorlog tegen Islamitische Staat en propagandavideo’s van de bruten zelf.

Is het voor te stellen dat de westerse tieners – want zo oud waren ze meestal toen ze radicaliseerden – ten prooi vielen aan de perverse IS-ideologie? Of valt het deze zusters van Laura H wel degelijk aan te rekenen dat ze afreisden naar het kalifaat en daar onderdeel werden van een regime dat zich schuldig maakte aan alle mogelijke mensenrechtenschendingen? Ook al kleeft er aan hun eigen handen, omdat ze thuis voor de kinderen moesten zorgen, dan toevallig geen bloed.

‘Ik wil naar huis en niet verplicht worden om hier te zijn’, moppert de Canadese Kimberly, die beweert dat ze zelfs nog nooit een verkeersboete heeft gehad. ‘Waarom wordt me de toegang tot mijn land en kinderen ontzegd?’ Haar begeleidster, de doorgaans vergevingsgezinde Koerdische vrouwenrechtenactiviste Sevinaz Evdike, reageert fel. ‘Jij misschien niet, maar je echtgenoot misschien wel. Hij kan mijn neef vermoord hebben. Mijn buurman. Mijn leraar. Of mijn vriend.’

In kampen zoals Roj bevinden zich zo’n 64.000 vrouwen en kinderen van Islamitische Staat. Deze indringende film ontdoet hen van hun afzichtelijke IS-tronie en geeft hen weer een menselijk gezicht, zónder dat ze daarmee automatisch ook de verantwoordelijkheid voor hun eigen keuzes mogen ontlopen. Verdient Hoda Muthana, een jonge Amerikaanse vrouw die onder de noemer @UmmJihad duizenden opruiende tweets plaatste, bijvoorbeeld ook een tweede kans?

Feit is dat vrouwen zoals zij worden uitgekotst door hun vroegere omgeving, waarnaar ze nu maar al te graag zouden terugkeren. Ze zitten daardoor gevangen in een soort niemandsland tussen de droom die een nachtmerrie werd – óók voor hen – en het andere leven dat hen – vanwege begrijpelijke overwegingen – niet wordt vergund. Dat schept getuige deze krachtige en ook belangwekkende film weliswaar een band, maar lijkt tegelijkertijd ook onhoudbaar. Al is het alleen vanwege die kinderen.