Blauwdruk

Human

Als kind raakten ze allebei hun ouders kwijt. Tegelijk. Door één enkele daad. Hun vader maakte een einde aan het leven van hun moeder. Femicide – al leek dat woord toen nog niet te bestaan. En daarmee moesten ze ook meteen afscheid nemen van hun thuis en het leven zoals zij dat tot dan toe hadden gekend. Ze waren voortaan ‘de dochter van…’.

In Blauwdruk (50 min.) buigt documentairemaker en grafisch ontwerper Sara Kolster, tevens rouwbegeleider voor kinderen en jongeren, zich samen met ervaringsdeskundige Perla Joy over de gevolgen van femicide. In een blauwe lege ruimte schetsen Perla (33) en haar zus Aurora (35), Roser (47) en Maeve (59) met tape op de vloer de contouren van hun ouderlijke woning, waar hun vader de loop der dingen definitief veranderde. Het veilige thuis werd op een onbewaakt ogenblik een plaats delict.

Ieder heeft daarbij z’n eigen herinneringen. ‘Niemand zag het aankomen’, stellen Perla en Aurora bijvoorbeeld, terwijl Maeve zich nog goed kan herinneren hoe haar vader na de scheiding van haar ouders rondjes reed rond de flat van haar moeder. Stalking zou dat tegenwoordig worden genoemd. De vader van Roser bracht haar zelfs op de hoogte van zijn plannen. Zeg maar tegen je moeder dat het morgen gaat gebeuren, zou hij hebben gezegd en voegde daarna inderdaad de daad bij het woord.

In het decor dat ze voor deze film hebben geconstrueerd – waarbij op de wanden beelden van doodgewone familietaferelen, van wat een gelukkige jeugd had kunnen zijn, worden geprojecteerd – vertellen de vier vrouwen ook hoe ’t verder ging na die onvoorstelbare daad. Hoe ze uit elkaar werden gehaald, een nieuw thuis probeerden te vinden of rigoureus schoon schip maakten, van naam veranderden en alle banden met het verleden probeerden te verbreken.

Kolster, die met de jeugdproducties Wolkenzusje (2020) en Zo Dood Als Een Pier (2023) al eerder met de dood dealde, begeleidt hun smartelijke herinneringen en worstelingen in het heden, waarin soms die vader ook nog een rol speelt, met stemmige animaties die de vertelling gaandeweg steeds meer inkleuren en dan ook samenkomen met enkele geladen songs. Ze introduceert bovendien een anonieme jonge vrouw, die in het hier en nu vreest voor het leven van haar moeder.

Want femicide is nog even actueel als toen de moeders van Perla en Aurora, Roser en Maeve van het leven werden beroofd en blijft ook na deze indringende film onbegrijpelijk en onvergeeflijk. Helder is wel dat de impact ervan, zowel direct als indirect, enorm is én blijft.

Cutting Through Rocks

Autlook

Ze gaan op haar stemmen, zeggen ze tegen Sara. Hand op het hart. Niet alleen vrouwen spreken hun steun uit, ook mannen beloven haar hun stem. En dat is bepaald niet vanzelfsprekend als een vrouw zich in Iran verkiesbaar stelt voor een plek in de lokale volksvertegenwoordiging, blijkt al snel in Cutting Through Rocks (93 min.).

Nu is Sara Shagverdi ook geen gewone vrouw. Ze werd door haar vader, die eigenlijk op een zoon had gehoopt, behandeld als een jongen. Hij leerde haar bijvoorbeeld motorrijden, als eerste meisje in de wijde regio. Zo kwam ze op plekken, waar normaal gesproken alleen mannen komen. ‘Ik voelde me vrij’, herinnert Sara zich die tijd.

Toen haar vader overleed, waren al haar zussen al getrouwd en het huis uit en Sara’s broers nog te jong om het gezin te runnen. Daarom werd zij als zestienjarig meisje kostwinner. Ze werkte ook jarenlang als verloskundige en zou sowieso altijd een buitenbeentje blijven, een vrouw die zich nu eens niet liet afschrikken door mannen.

Inmiddels is Sara, na een scheiding, alweer tien jaar alleen en heeft ze zich kandidaat gesteld als raadslid. In een regio waar nog nooit een vrouw is gekozen. Sommige mannen vinden ’t dan ook maar niks dat zij kandidaat is. Ook haar eigen broer, die zelf ook één van de vijf zetels wil winnen, heeft er geen fiducie in, laat ie haar weten.

Sara heeft echter meer dan genoeg haar op d’r tanden om al die mannen met huid en haar op te vreten en dan ook nog daadwerkelijk iets voor elkaar te krijgen. Zoals bijvoorbeeld het regelen van een gasvoorziening voor haar dorp, die ze dan weer inzet om de mannen te dwingen om het bezit van hun huis en land te delen met hun vrouw.

Het Iraanse echtpaar Sara Khaki en Mohammadreza Eyni, dat met deze observerende film debuteert, laat tegelijkertijd ook zien hoe een vrouw als Sara werkelijk alles moet bevechten en vrijwel permanent – direct of juist zeer slinks – wordt tegengewerkt. Ze krijgt niets voor niets en kan elk ogenblik alles kwijtraken, zelfs haar eigen identiteit.

De gedreven voorvechtster van vrouwenrechten, die op een meisjesschool een hartstochtelijk betoog heeft gehouden om vooral hoge doelen te stellen, wordt geconfronteerd met de realiteit: op elke stap vooruit kan zomaar een pas achterwaarts volgen – of twee. Zelfs een rolmodel zoals zijzelf is daarvan niet gevrijwaard.

En het is ook de vraag of ze in staat is om volgende generaties te behoeden voor de knoet van het patriarchaat. Ze kan Fereshteh, een twaalfjarig meisje dat net is gescheiden van een twintig jaar oudere man, bijvoorbeeld leren motorrijden en inwijden in de geheimen van een vroedvrouw, maar kan ze ook voorkomen dat zij opnieuw wordt uitgehuwelijkt?

Wanhoop en moedeloosheid nemen ‘t in deze indringende film dan over van strijdlust en optimisme. Over een gevecht dat weliswaar kan – en ook moet – worden aangegaan, maar dat tegelijkertijd nooit is te winnen. Want emancipatie mag dan beginnen bij jezelf, in het eigen hoofd en hart, maar blijft toch ook afhankelijk van de wereld eromheen.

En dan pakken vrouwen zoals Sara Shagverdi de handschoen toch weer op…

Erik Satie, Entre Les Notes

O2B Films

Op 1 juli is het precies honderd jaar geleden dat Erik Satie zijn laatste adem heeft uitgeblazen. In 1925 is de Franse pianist en componist nog nét geen zestig. Artistieke erkenning heeft lang op zich laten wachten. Pas met Parade (1917), een compositie die hij met (theater)schrijver Jean Cocteau en kunstenaar Pablo Picasso uitwerkt tot een avant-garde balletvoorstelling, wordt Satie even de gevierde – en overigens ook gehate – man van Parijs. En dat zet meteen zijn tragische einde in gang.

Van de musicus is nauwelijks beeldmateriaal bewaard gebleven – en al helemaal geen verfilmde interviews of ander bewegend beeld. Op één filmpje na. Samen met een andere man steekt een gedistingeerd ogende oudere heer met bolhoed en paraplu een kanon af. Een beeld dat beklijft, volgens pianist Nicolas Horvath. Erik Satie laat de klassieke muziek en Parijse opera exploderen, een wereld waarin hij altijd een buitenbeentje is gebleven. Omdat het zo lastig blijkt om hem te categoriseren.

Documentairemaker Gregory Monro beschikt voor Erik Satie, Entre Les Notes (60 min.) verder alleen over enkele foto’s en getekende en geschilderde portretten van zijn hoofdpersoon. Hij heeft bovendien een persoonlijke voice-over gefabriceerd, die is ingesproken door stemacteur Thierry Mulot. Want niemand die Satie heeft gekend is nog in leven. Er zijn alleen oude archiefinterviews met tijdgenoten zoals acteur Pierre Bertin, danseres Elise Jouhandeau en componist Jean Wiener. Zij kunnen de inmiddels bewierookte voorvader van het surrealisme en modernisme enigszins tot leven wekken.

Erik Satie geldt lang als een paljas. Zo haat hij bijvoorbeeld het ‘valse sentiment’ van componist Maurice Ravel, maar houdt hij tegenover zijn vriend Claude Debussy stug vol dat hij daar toch wel iets in hoort. Debussy zal uitgroeien tot een toonaangevende componist, terwijl zijn vriend altijd aan de rafelrand blijft steken. Satie weigert nu eenmaal om het spel volgens de regels te spelen, stelt Stéphanie Kalfon, die een boek aan hem heeft gewijd. ‘Debussy zei soms tegen hem: jij wílt helemaal geen groot symfonisch werk voor een groot orkest creëren, dat een heel seizoen wordt uitgevoerd.’

Behalve zulke verhalen over de man achter de componist moet dit postume portret ‘t natuurlijk vooral hebben van Saties muziek. Composities zoals Gymnopédie zijn immens populair en worden in deze weelderige, met dans en kunst vormgegeven film uitgevoerd en becommentarieerd door hedendaagse pianisten zoals Jean-Pierre Armengaud, Alice-Sara Ott en Nicolas Horvath en de harpiste Kety Fusco, Via hen leeft Erik Satie nu al een eeuw lang voort. Succesvoller dan ooit.

The Bibi Files

September Film

De zaak is in wezen redelijk simpel, stelt journalist Raviv Drucker. Benjamin ‘Bibi’ Netanyahu en zijn derde vrouw Sara zouden cadeaus ter waarde van een kwart miljoen dollars hebben gekregen van Arnon Milchan. In ruil daarvoor heeft Netanyahu allerlei hand- en spandiensten verricht voor de Joodse Hollywood-producer. Een eenvoudig geval van omkoping. Het betreft alleen wel de langst zittende premier van Israël.

Voor een man in zijn positie lijkt Bibi zich wel heel goedkoop te hebben laten strikken. Voor sigaren, champagne en juwelen, werkelijk waar. Het goeie leven, dat hem uiteindelijk zwaar is bekomen. Kwestie van ‘L’etat c’est moi’, stelt de politieke insider Nimrod Novik in The Bibi Files (115 min.). Geen onderscheid meer zien tussen de staat en jezelf. Dat zou zijn begonnen bij zijn onverwachte verkiezingsoverwinning in 2015.

Volgens deze krachtige documentaire van Alexis Bloom heeft Netanyahu ook geïntervenieerd voor een andere tycoon, Shaul Elovitch. In ruil voor positieve berichtgeving op Elovitch’s nieuwswebsite Walla. ‘We begonnen ons te voelen als een restaurant dat aan slechts één gast serveert’, stelt voormalig hoofdredacteur Avi Alkalay. Ook hiervoor geldt: corruptie, klip en klaar. Als het tenminste kan worden aangetoond.

Om haar betoog te stutten maakt Bloom gebruik van uitgelekte beelden van de politieverhoren van Benjamin Netanyahu en andere direct betrokkenen. King Bibi komt er niet goed vanaf. De man die erom bekend staat dat hij het geheugen van een olifant heeft, kan zich opvallend vaak niets meer herinneren. Hij beweert bovendien consequent dat hij zich van geen kwaad bewust is en bijt flink van zich af naar zijn verhoorders.

Ook zijn vrouw Sara, die hele tirades houdt tegen haar gesprekspartners, en hun zoon Yair, een activist/podcaster met zéér rechtse denkbeelden, schminken zichzelf flink af op de verhoorbeelden. Ze ogen als Israëlische varianten op Imelda Marcos of Don Trump Jr., die liegen alsof ‘t gedrukt staat en routineus afgeven op critici en de linkse media. Ook zij kunnen echter niet voorkomen dat er een rechtszaak wordt opgestart tegen Netanyahu.

Door die beschuldigingen komt Bibi ook politiek steeds meer alleen te staan. Andere partijen besluiten hem te boycotten. Om toch premier te blijven – en uit de handen van zijn eigen minister van justitie, die hem in staat van beschuldiging heeft gesteld – wendt Bibi zich tot de extremisten Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, politici die hij enkele jaren geleden nog meed als de pest. Nu zijn ze allebei minister in zijn kabinet.

Met zulke onverzoenlijke lieden aan z’n zijde werd Netanyahu met de terroristische aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 geconfronteerd. De navolgende vergeldingscampagne in Gaza, het eindpunt van The Bibi Files, was in zekere zin dus te voorspellen. Een permanente oorlog, stellen critici cynisch in dit ontluisterende portret, is sowieso een ideaal middel om aan de macht en uit de cel te blijven.

One South: Portrait Of A Psych Unit

HBO Max

‘Sara, waarom ben je zo lelijk?’ zegt de negentienjarige Sara regelmatig tegen zichzelf. ‘Sara, waarom ben je zo dik? Sara, waarom kan je niet lopen?’ Die vragen zeggen iets over de gemoedstoestand van het Amerikaanse meisje dat in behandeling is in The Behavioral Health Pavilion van het Northwell Zucker Hillside Hospital in Queens, New York. Vreemd zijn die gevoelens overigens niet. Sara heeft in haar jonge leven nogal wat te verstouwen gekregen. Als kind liep ze een infectie met het griepvirus H1N1 op, moest ze een hart- en niertransplantatie ondergaan en werd één van haar benen geamputeerd. Sindsdien kampt ze ook met PTSS en depressies.

Meisjes zoals Sara kunnen terecht op de speciale gesloten afdeling One South, waar jongvolwassenen, studenten in het bijzonder, worden behandeld. Daar proberen ze de patiënten op korte termijn te stabiliseren, zodat ze daarna, met een behandelingsplan voor de lange termijn, weer de samenleving in kunnen. Een verblijf duurt gemiddeld zeven tot tien dagen, maar wordt vanwege omstandigheden soms verlengd. In de tweedelige documentaire One South: Portrait Of A Psych Unit (155 min.) volgen Alexandra Shiva en Lindsey Megrue de dagelijkse gang van zaken op de psychiatrische afdeling, in een land waar naar verluidt één op de tien Amerikaanse jongeren een ernstige mentale stoornis heeft.

Zoals verpleegkundestudent Courtney. Zij voelt zich al enige tijd hopeloos. Als ze aan haar vriend vertelt dat ze een vuurwapen in huis heeft, slaat die alarm. Psychiater Jason Yan brengt Courtney nu in contact met dialectische gedragstherapie (DGT). In een treffende scène laat hij haar hardop herhalen wat ze steeds tegen zichzelf zegt: ‘piece of shit’. De pijnlijke zelfkwalificatie wordt daarmee voor even van zijn destructieve karakter ontdaan. Een andere patiënt, ‘Jane’, is na een overdosis opgenomen. Zij wilde volgens eigen zeggen haar ouders een schuldgevoel bezorgen omdat die haar pijn hebben gedaan. ‘Jane’ weigert echter om de ernst van haar situatie in te zien. Al snel schrijft ze zelfs een zogenaamde 72-hour letter, een officieel ontslagverzoek.

Na afloop van een gesprek waarin ze maar geen vat krijgt op ‘Jane’, voelt haar behandelaar, psycholoog Rachel Reich, zich gefrustreerd en machteloos. Ze refereert daarbij aan een angst van veel zorgverleners: dat één van hun patiënten zelfmoord pleegt. Het werk vraagt duidelijk veel van de begeleiders, laat deze observerende film treffend zien. Menigeen ontwikkelt op termijn een burnout. Het blijft voor hen ook lastig om patiënten al heel snel los te laten. Zijn die er écht klaar voor om weer de wereld in te gaan of doen ze zich beter voor om maar weg te kunnen? Het zijn duivelse dilemma’s, waarbij zelfs de meest ervaren hulpverlener op voorhand geen absolute zekerheid voelt over de juistheid van de keuzes die ze maken.

Ook de omgeving moet soms voorbereid worden op de terugkeer van een getroebleerde geliefde, illustreert een online-groepsgesprek van Sara en haar ouders dat Rachel Reich in goede banen probeert te leiden. Hun zorgen en frustraties, hoe begrijpelijk ook, bemoeilijken het herstel van het meisje. Via momentopnames uit de levens van jonge getormenteerde Amerikaanse adolescenten brengt One South zo genuanceerd en zonder franje alle aspecten en complicaties van een spoedopname op een psychiatrische afdeling in beeld. Hoe een jong leven daar even op pauze wordt gezet, zodat het daarna hopelijk weer met een fris gemoed op gang kan komen.

Bewariërs

Periscoop Film

Die naam was een grapje onder Joodse Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog: Bewariërs (70 min.), niet-Joodse Nederlanders die in goed vertrouwen voorwerpen van Joodse vrienden in ontvangst namen, met de intentie om die na de oorlog terug te geven. Alleen: vaak kwam het niet zover, meestal omdat de oorspronkelijke eigenaren nooit meer thuiskwamen. Soms ook omdat de ontvangers ze niet wilden teruggeven. En hun kinderen en kleinkinderen moeten zich daar, getuige deze interessante en stevig gedocumenteerde film van Timon Moll en Sanne Kortooms, nog altijd toe verhouden.

De weinige Joden die na de oorlog naar huis terugkeerden en daar hun leven wilden vervolgen kregen vaak een ‘ijskoude’ ontvangst, stellen diverse historici in deze documentaire. Dat werd de ‘kleine Shoah’ genoemd. Nederland richtte zich volledig op de wederopbouw en had nauwelijks oog voor welk leed er was aangericht. Daardoor duurde het soms heel lang voordat Joodse bezittingen op hun rechtmatige plek terechtkwamen – als dat al gebeurde. ‘Beste familie Rosenthal, het lukt me maar niet om u te vinden’, staat er bijvoorbeeld geschreven op een papiertje dat aan de zijkant is geplakt van een boekenkast, die in het innamedepot van het Nationaal Holocaustmuseum terecht is gekomen. ‘Ik wil deze boeken aan u teruggeven. Ze zijn door mijn grootvader uit uw woning geroofd nadat u bent weggevoerd tijdens een razzia in 1942.’

‘Het blijft zo raar dat er spullen terug zijn gekomen en zij niet’, zegt Sara Coster, de kleindochter van de handelaar Samuel van Cleef en zijn vrouw Elisabeth. ‘Dat ze dus wel hun spullen lieten onderduiken en zelf dachten: we gaan nog wel onderduiken. Het komt nog wel.’ Samen met haar broer, de journalist Alfred van Cleef, schetst Sara hoe de eigendommen van haar grootouders werden ondergebracht bij een bevriende zakenrelatie. Die wilde daarvan later geen afstand meer doen. Wat hun vader Jacob, zoon van Samuel en Elisabeth, ook probeerde. Die was er op een gegeven moment helemaal klaar mee. ‘Ik wil van die man geen gunst vragen’, zei hij. Toen ‘die man’ in 1980 overleed, werden de spullen van de Van Cleefs, zo bleek later, dus gewoon naar de afvalverbranding gebracht.

De spullen van Louis Polak en zijn vrouw Marie Polak-Trompetter kwamen uiteindelijk bij Johan Gortworst terecht. Zijn grootvader nam ze ooit in ontvangst en gaf ze daarna door aan Johans tante en zij weer aan zijn moeder. Een dierbare ring die Johan van haar erfde bleek in werkelijkheid dus afkomstig te zijn van de familie Polak. Johan heeft tot dusver alleen geen nabestaanden van hen kunnen traceren om ook die aan hen te overhandigen. Wim de Haan, zoon van de Bewariër Johnny, waagde eveneens een poging. Zijn vader bewaarde z’n hele leven een kist met de viool van zijn vriend Bram. Al die jaren lag het instrument tevergeefs op hem te wachten. Toen zijn vader was overleden, vond Wim in een dagboek echter voldoende aanknopingspunten om het instrument alsnog bij zijn rechtmatige eigenaars te kunnen bezorgen.

Het is een aangrijpend verhaal dat illustreert hoe bezittingen van de slachtoffers van de Jodenvervolging ook tachtig jaar na dato nog altijd een wezenlijke rol kunnen spelen in het verwerkingsproces van de nabestaanden. Hoewel het leed dat destijds is aangericht natuurlijk op geen enkele manier kan worden gerepareerd, is het getuige Bewariërs wel enigszins te verzachten.

A Revolution On Canvas

HBO Max

De reacties in Iraanse kranten op de tentoonstelling van Nickzad Nodjoumi’s schilderijen in Teherans museum voor moderne kunst zijn in 1980 ronduit vijandig. ‘Nodjoumi’s abnormale denkbeelden zijn slim bedrog’, schrijft de één. ‘Hoe kan de moslimmeerderheid deze schilderijen tolereren?’ vraagt een ander zich af. En: ‘Dat deze verrader mag verdrinken in schaamte.’

Een jaar eerder is de Sjah afgezet als leider van het land. Na de revolutie van 1979 is Iran in de greep geraakt van conservatieve krachten. Nodjoumi voelt zich genoodzaakt om de expositie af te breken en zijn werk achter te laten. Ruim veertig jaar later wordt de inmiddels vanuit de Verenigde Staten opererende kunstenaar nog altijd beschouwd als een essentiële criticaster van het Iraanse regime. Het werk waarmee hij destijds zoveel commotie heeft veroorzaakt is echter spoorloos.

In A Revolution On Canvas (95 min.) gaat Nicky samen met zijn dochter Sara Nodjoumi, die deze documentaire regisseerde met haar man Till Schauder, op zoek naar de verloren schilderijen, die een treffende metafoor vormen voor het verdwenen Iran, waarvan Nickzad en zijn echtgenote Nahid Hagigat, eveneens een vooraanstaande kunstenares en een belangrijk rolmodel voor Iraanse vrouwen, deel hebben uitgemaakt. Een verwesterd land, met een protserige potentaat aan de leiding.

Als jonge kunstenaar verblijft Nickzad in de jaren zestig en zeventig vooral in New York. Hij raakt daar betrokken bij studentenprotesten tegen de Sjah en belandt zo in z’n geboorteland op de radar van de geheime politie Savak. Als de spanningen in Iran eind jaren zeventig oplopen, sluit Sara’s vader zich aan bij de demonstraties tegen de Sjah. Hij heeft de religieuze krachten in zijn land echter onderschat. Zodra zij de macht grijpen is er helemaal geen ruimte meer  voor andersdenkenden zoals hij.

Via Nickzad Nodjoumi en zijn geladen werk, waarin ’s mans woede over de ontwikkelingen in z’n geboorteland natuurlijk is doorgesijpeld, vertellen zijn dochter Sara en haar echtgenoot in deze persoonlijke film het verhaal van de recente geschiedenis van Iran, dat alweer enkele jaren in vuur en vlam staat. Terwijl ze samen met haar ouders het verleden doorneemt realiseert Sara Nodjoumi zich hoeveel de strijd van haar vader hen als gezin heeft gekost, haar moeder in het bijzonder.

Als ze contacten proberen te leggen in Iran om het verdwenen werk van Sara’s vader op te sporen, moeten ze bovendien uiterste voorzichtigheid betrachten. Iedere landgenoot die hen helpt neemt een risico. Het Iraanse regime grijpt zo nodig keihard in, blijkt opnieuw tijdens de vrouwenprotesten in Teheran die met bruut geweld worden neergeslagen. Nickzad Nodjoumi weigert, getuige deze krachtige documentaire, echter nog altijd categorisch om zich de mond te laten snoeren.

Thuis Bij De Familie K.

Monumentaal / Bart Grietens

Sadettin Kirmiziyüz maakt solovoorstellingen over zijn eigen familie. De Turks-Nederlandse theatermaker houdt hen zo een spiegel voor – en zij uiteindelijk ook aan hem. De documentaire Thuis Bij De Familie K. (48 min.) van Mijke de Jong maakt dat proces ook voor buitenstaanders inzichtelijk. Familieleden reageren op de voorstelling waarin zij zelf worden geportretteerd. En dat krijgt Sadettin dan weer te zien (zodat wij, als kijkers, kunnen zien hoe hij daar weer op reageert).

Zo komt de relatie met zijn stoere oudere broer Süleyman aan de orde via de voorstelling What’s Happenin’ Brother?, de reis met zijn vader Mehmet naar Mekka in De Vader, De Zoon En Het Heilige Feest en de soms lastige verhouding tot zijn zus Sare, die als meisje een hoofddoek ging dragen, in somedaymyprincewill.com. Met een precies gevoel voor waar het wringt schetst Kirmiziyüz het leven van een migrantenkind, dat gevangen zit tussen verschillende tradities, religies en culturen.

Over Turkenmoppen bijvoorbeeld. Süleyman kan het bijna niet aanzien als Sadettin op het podium allerlei bedenkelijke grappen afvuurt. ‘Komt een Turk met een kikker op zijn hoofd bij de dokter’, begint zijn jongere broer bijvoorbeeld. ‘Zegt die dokter: kan ik u ergens mee helpen? Zegt die kikker: ja, ik heb een tumor onder mijn reet.’ In de zaal probeert iedereen zijn lach in te houden. Dat wordt nóg lastiger bij het spervuur dat nog volgt. ‘Heftig’, knikt Süleyman. ‘Daar had je mee te maken, hè?’  

In de voorstelling Avondland belicht Sadettin Kirmiziyüz daarnaast een reis naar Turkije met zijn moeder. Yeter Gümüs komt niet naar de voorstellingen van haar zoon omdat ze die niet begrijpt. Ze spreekt na 45 jaar nog altijd nauwelijks Nederlands, constateert hij toch wat teleurgesteld. Moeder zegt ook dat ze er geen idee van had dat Sadettin een voorstelling over hun reis heeft gemaakt. Hij gelooft dat dan weer niet: ze was toentertijd nog boos omdat hij grappen maakte over haar gesnurk.

De verschillende voorstellingen en de reacties daarop van Kirmiziyüz en zijn verwanten versmelten zo met elkaar tot een metaverhaal over immigrantengezinnen, waarvan ieder op z’n eigen manier maar een plek moet zien te vinden in Nederland – of toch weer in Turkije. In dat proces lijken ze zich allemaal wel eens eenzaam, en teleurgesteld in de anderen, te hebben gevoeld. En dat is meteen het thema van de nieuwe voorstelling, waar Sadettin Kirmiziyüz in deze film naartoe werkt: Monumentaal.

Kan hij daarmee het schuldgevoel van een migrantenkind definitief van zich af schudden?

Zo Dood Als Een Pier

Human

Over honderd jaar zijn jullie allemaal dood. En ik ook. Dat besef, van de onvermijdelijke eindigheid van het leven, is voor kinderen, zo mogelijk, nog moeilijker te bevatten, dan voor ons, door de wol geverfde volwassenen.

Sara Kolster verloor als kind haar driejarige zusje Anna en werd zo al jong met de neus op de feiten gedrukt: ooit zijn we allemaal, juist, Zo Dood Als Een Pier (60 min.). Dit thema heeft ze eerder al eens aangeraakt in de bekroonde radiodocumentaire Toen Ik 5 Was (2017) en de prachtige jeugddocu Wolkenzusje (2020), over het Limburgse meisje Kess dat zich afvraagt of en hoe ze haar overleden zusje Bo moet meenemen naar de middelbare school.

Nu volgt een vierdelige serie waarin kinderen van de 7e Montessori-school in Amsterdam vertellen over van wie ze zoal afscheid hebben moeten nemen. Van de juffen Tineke en Pleun om te beginnen – en nu is er ook nog een andere juf ongeneeslijk ziek. Van oma ook. En van enkele huisdieren. En net als in Wolkenzusje vloeien fly on the wall-documentairescènes en zwierige animaties, die de belevingswereld van de schoolkinderen verbeelden, daarbij op een wonderschone manier samen.

De kinderen krijgen hun eigen plek in de schooltuin toegewezen en worden gevolgd tijdens één complete cyclus, van het zaaien tot het oogsten. Van leven naar dood naar weer leven. ‘Je wordt geboren uit niks en je gaat weer terug naar de aarde uiteindelijk’, legt hun vlotte meester Thijs uit. ‘En dan eten beestjes en plantjes je op en je komt terug in de aarde en wordt weer deel van de natuur.’ En daar wordt ieder van ons, stelt hij samen met zijn gehoor vast, ‘wormenpoep’.

Want, nee, in het leven kun je niet, zoals in een willekeurige game, weer ‘rejoinen’ als je dood bent geweest, constateren de vriendjes Mo en Anthony. Kolster vangt zulke terloopse gesprekjes tussen de kinderen terwijl ze druk bezig zijn met, lekker vlot gemonteerde, andere dingen. Ze laat hen daarnaast ook nadenken over de dood: wat dat eigenlijk is, hoe je dood kunt gaan en wat er daarna met je gebeurt. Hoe ziet de hemel er bijvoorbeeld uit en kun je die hier, gewoon op aarde, alvast maken?

Sara Kolster vervat al die bespiegelingen in ronduit joyeuze beeldtaal. Haar aanpak kenmerkt zich sowieso door lichtvoetigheid. Met humor en, jawel, levenslust gaat ze samen met de kinderen de dood te lijf. Want het leven mag dan niet kunnen bestaan zonder de dood, zonder Moeder Natuur heeft die dekselse Magere Hein ook geen emplooi. Zo legt Zo Dood Als Een Pier voor jong en oud zowel de onverbiddelijkheid van de natuur als het troostrijke karakter ervan bloot.

Want over honderd jaar… juist. Ja, jij ook.

Rebound

Watertower TV

Als Sebastien Bellin in oktober 2022 aan de start van de Ironman-triatlon in Hawaï verschijnt, zijn er zo’n 2391 dagen verstreken. 2391 dagen sinds de terroristische aanslagen op het Brusselse vliegveld Zaventem van 22 maart 2016, waarbij hij ernstig gewond raakte aan zijn benen en heup. ‘It’s not about the setback’, houdt Ironmans speaker van dienst de voormalige topbasketballer nu voor. ‘It’s about the comeback.’ ‘That’s right’, reageert Bellin met een glimlach. ‘That’s right.’

De zwaarste ééndagswedstrijd van de wereld is jarenlang zijn richtpunt geweest. In Rebound (61 min.) reconstrueren Tim Vervoort, Vincent Stevens en Gilles Simonet dit proces, dat zowel lichamelijk als geestelijk het uiterste van de Braziliaanse Belg vraagt en hem onderweg steeds weer confronteert met zijn fysieke beperkingen: een lichaam dat niet langer alles doet en kan wat hij wil. En dat is een hard gelag voor de oud-topsporter die altijd heeft gedacht dat waar een wil is ook een weg moet zijn.

Van dit uitgangspunt, dat toch weer het leidmotief voor zijn weg naar Ironman zal worden, moest hij zelf in eerste instantie overigens ook overtuigd worden, blijkt tijdens een emotionele ontmoeting met de arts die hem na de terreuraanslagen heeft behandeld. Sta op en loop, zei Dimitrios Koulalis tegen Bellin toen hij verslagen in een ziekenhuisbed lag en geen enkel gevoel in zijn benen meer had. Dat ging hij uiteindelijk toch maar doen. En het zwemmen en fietsen volgden daarna vanzelf.

Behalve Bellin zelf laten Vervoort, Stevens en Simonet ook diens echtgenote Sara, schoonvader Richard Oldham, zijn basketbaltrainer Greg Kampe, inspanningsfysioloog Jan Bourgois en zijn huidige coach, tweevoudig Ironman-winnaar Luc van Lierde, aan het woord. Ze begeleiden de verrichtingen van hun held bovendien met tamelijk opdringerige muziek. Alsof de kijker moet worden overtuigd van de emotionele lading van Bellins remonte, een man met een broos lichaam en ijzeren wil.

Aan het eind van Ironman en deze gedegen weerslag van zijn setback en comeback komt er een herboren versie van Sebastien Bellin over de finish. Een man die zichzelf heeft overwonnen – en daarmee ook de tegenslag die hij op zijn weg heeft gevonden. ‘Ik heb nu alles in me’, constateert hij gelouterd, ‘om elke afzonderlijke dag te winnen.’

Going Clear: Scientology And The Prison Of Belief

HBO

In 2015 krijgt de Scientology-kerk vanuit de documentairewereld een dubbele kaakslag toegediend. Eerst verschijnt Alex Gibney’s Going Clear: Scientology And The Prison Of Belief (119 min.), enkele maanden later volgt de Britse televisiemaker Louis Theroux met My Scientology Movie. Waar Theroux nadrukkelijk de confrontatie zoekt met Scientology’s doodenge communicatie- en beveiligingsmedewerkers, probeert zijn Amerikaanse collega vooral het grotere verhaal van de omstreden religie op te tekenen.

Gibney spreekt in dat kader met Lawrence Wright, auteur van het boek Going Clear: Scientology, Hollywood & The Prison Of Belief. Hij laat tevens oud-leden, waaronder filmmaker Paul Haggis (die in 2004 een Oscar won voor de speelfilm Crash) en voormalige oudgedienden uit de top van de beweging zoals Mike Rinder, Tom de Vocht en Marty Rathbun (die ook een hoofdrol claimt in de documentaire van Louis Theroux), getuigen over hun persoonlijke ervaringen. Daarbij komen nadrukkelijk ook Scientology’s schaduwzijden aan de orde.

Eerst concentreert Gibney zich op de wonderlijke levensloop van oprichter L. Ron Hubbard, een voormalige sciencefiction-schrijver met meer fantasie dan voor wie dan ook goed was. Behalve voor hemzelf, natuurlijk. ‘Hij zei vaak dat religie de enige manier was om goed te verdienen’, aldus zijn voormalige echtgenote Sara. Via het boek Dianetics (1950) bouwde Hubbard een compleet begrippenkader op, met volkomen eigen termen als auditor, E-meter en OT-levels. Deze geheel eigen newspeak zou vervolgens de basis vormen voor Scientology – samen met een uitzinnig verhaal over buitenaardse wezens – dat als religie werd vrijgesteld van het betalen van belasting.

En dan, bijna halverwege de film, kondigt Hubbards secondant David Miscavige in 1986 met een speech aan dat de grote leider ‘het volgende level van OT-onderzoek’ heeft bereikt. Het begint zijn publiek pas te dagen wat hij bedoelt als Miscavige eraan toevoegt dat dit level zich in ‘een exterieure fase’ afspeelt, ‘volkomen los van het lichaam ‘. Met deze aankondiging grijpt David Miscavige tevens de macht binnen Scientology en krijgt zowel de sekte als deze nauwgezette ontleding ervan een steeds grimmiger karakter. Alle clichés passeren daarbij de revue: bizarre rituelen, uitbuiting en een extreem vijandige houding naar de buitenwereld, inclusief excommunicatie en intimidatie van ex-leden.

Scientology heeft in het publieke domein intussen een uitgesproken troef verworven: steracteur Tom Cruise. Nadat eerder zijn collega John Travolta al hand- en spandiensten verrichtte voor de (pseudo)religie, wordt de klassieke Hollywood-held Cruise uiteindelijk het gezicht naar buiten. Hij krijgt daarvoor zelfs een potsierlijke onderscheiding (de IAS Freedom Medal Of Valor ). Intussen wordt zijn relatie met Nicole Kidman stelselmatig ondermijnd, terwijl tegelijkertijd een studente wordt klaargestoomd als zijn nieuwe vriendin. Tom Cruise begint in media-optredens allengs enger te worden dan in zijn sterkste rol, de cynische vrouwentemmer Frank T.K. Mackey uit de mozaïekfilm Magnolia.

Going Clear wordt zo een typische Alex Gibney-film, die aansluit bij de manier waarop hij bijvoorbeeld ook Julian Assange (We Steal Secrets: The Story Of Wikileaks), Theranos-oprichter Elizabeth Holmes (The Inventor: Out For Blood In Silicon Valley) of de Sackler-familie, die aan de basis stond van de Amerikaanse Opioid Crisis (The Crime Of The Century), onder het vergrootglas heeft gelegd: maatschappelijk relevant, toegankelijk en bijzonder entertainend.

Fire Of Love

The Searchers

Elke vulkaan heeft zijn eigen persoonlijkheid, meent Maurice Krafft. Samen met zijn echtgenote Katia reist hij van de ene naar de andere eruptie. De twee vulkanologen hebben zich afgewend van de mens, laven zich aan de oerkracht van de aarde en zijn bereid om hun eigen leven daarvoor in de waagschaal te stellen. Elke fout kan fataal zijn, zo beseffen ze allebei.

‘Ik wil steeds dichter bij de buik van de vulkaan komen’, stelt de waaghals Maurice, ogenschijnlijk zonder twijfel. ‘Dat wordt ooit mijn dood, maar daar kan ik me niet druk over maken.’ Zijn vrouw vult al even onverstoorbaar aan: ‘Het is niet dat ik doelbewust flirt met de dood. Maar op zo’n moment kan het me gewoon niets schelen. Een fascinatie met gevaar? Misschien.’

Fire Of Love (93 min.) is een overweldigende ode aan hun liefde, voor actieve vulkanen en elkaar. Die is weliswaar (bewust) kinderloos gebleven, maar heeft een ongelofelijke beeldenpracht opgeleverd. Regisseur Sara Dosa nut die in deze topdocu volledig uit. Van boos brommende en onheil ophoestende bergen tot kolkende, spuitende en attaquerende lava, magma en as.

De mens valt vrijwel weg tegen het ontzaglijke natuurgeweld, dat hier met veel gevoel voor kleur, detail en compositie is vereeuwigd. Een werkelijkheid die door zijn schaal en schoonheid soms bijna onwerkelijk oogt. Alsof die op de studioset van een sciencefictionfilm, met zorgvuldig gestylede acteurs, veel special effects en de nodige montagetrucs, is gecreëerd.

Vulkanen moeten vernietigen om te kunnen creëren, stelt kunstenaar, filmmaker en schrijver Miranda July die als verteller van deze film alle aspecten van de strijd, romance en poëzie van de Kraffts en hun professie verkent. Zij krijgt bovendien steun van een stemactrice, die Katia’s eigen geschriften heeft ingesproken en haar kant van het verhaal kracht bijzet.

Want – zoveel is vanaf de start duidelijk – het onafscheidelijke duo zelf spreekt alleen nog via wat het heeft nagelaten. Op 3 juni 1991 is tijdens een expeditie in Japan het doek voor hen gevallen. Hoewel ze in hun leven de ene na de andere kamikazeactie hebben uitgehaald, is Maurice er nooit in geslaagd om zijn grote droom te verwezenlijken: met een kano door een rivier van lava varen.

Fire Of Love is intussen een sprekend voorbeeld geworden van wat documentaires teweeg kunnen brengen: ze rukken je los van je eigen leven en transporteren je vervolgens, zonder oog voor tijd en plaats, naar een onbekende wereld. Daar kun je, al is ’t slechts voor een uur of anderhalf, een ander leven leven. In dit geval: als onderdeel van een verzengende liefde. Voor vulkanen en die ander.

Waarna je een héél klein beetje veranderd weer je eigen bestaan instapt.

In 2022 verscheen er zowaar nóg een documentaire over de Kraffts. Van Werner Herzog. En die is eveneens de moeite waard: The Fire Within: A Requiem For Katia And Maurice Krafft.

Senzo: Murder Of A Soccer Star

Netflix

Een uit de hand gelopen roofoverval, crime passionnel, ruzie tussen vrienden, koelbloedige huurmoord of toch een fatale combinatie daarvan? Acht jaar nadat iemand op 26 oktober 2014 een dodelijke kogel afvuurde op Senzo Meyiwa, de keeper en aanvoerder van de Orlando Pirates uit Johannesburg en het Zuid-Afrikaanse nationale voetbalelftal, is zijn gewelddadige dood nog altijd omgeven door raadselen.

‘Senzo’s leven was net een kluis’, stelt één van de sprekers in Senzo: Murder Of A Soccer Star (194 min.). ‘Als je die open hebt, vind je nog een kluis. En nog één. Het houdt niet op: je vindt steeds weer een nieuwe kluis.’ Al snel in deze gedegen vijfdelige true crime-serie van Sara Blecher is echter duidelijk: de doelverdediger van Bafana Bafana was een onvervalste ‘player’. Aan elke vinger een vrouw, als het aan hem lag.

Zangeres Kelly Khumalo, die zeven maanden eerder een dochter had gekregen met de keeper, wil dat niet zomaar accepteren. En Senzo’s ex-echtgenote Mandisa Mkhize, niet lang daarvoor aan de kant gezet voor Kelly, voelt zich publiekelijk vernederd door de man die, geheel in lijn met zijn achtergrond als Zoeloe, gewoon een tweede vrouw wilde nemen. En zij was nog bereid geweest om daarmee in te stemmen ook.

Dat is ook het aardige aan deze traditionele whodunnit. Behalve allerlei theorieën – of complotten, verspreid vanuit een anoniem Twitteraccount – over wat er op die fatale avond in het huis van Kelly’s moeder is voorgevallen, bevat de serie ook plaatselijke healers, voorouders en taxi-killers. Zij verrijken de zoektocht naar de dader(s), die in elke aflevering natuurlijk weer een andere wending krijgt, met de nodige couleur locale.

De werkelijkheid is alleen bewerkelijker dan de Hollywood-versie ervan: aan het eind van een serie zoals Senzo: Murder Of A Soccer Star komt er niet automatisch uitsluitsel over wat er is gebeurd op die tragische avond in het township Vosloorus. Zodat degene die de trekker heeft overgehaald, en eenieder die hem/haar al die tijd de hand boven het hoofd heeft gehouden, en plein public in de boeien kan worden geslagen.

69: The Saga Of Danny Hernandez

Toen hij groot ‘69’ op zijn voorhoofd liet tatoeëren, was er geen weg meer terug voor Daniel Hernandez, een latino-tiener uit Bushwick, Brooklyn. Hij zou het moeten gaan maken als Tekashi69 (ofwel: 6ix9ine). Als rapper met regenbooghaar, diverse gezichtstatoeages en tanden in allerlei verschillende kleuren. Ophef werd z’n handelsmerk. Zijn videoclips hadden zogezegd een enorme ‘shock value’: seks, coke en geweld. En op Instagram schopte hij wild om zich heen. Succes verzekerd: een bepaalde categorie jongeren identificeert zich maar wat graag met een straatwijze gangster.

In 69: The Saga Of Danny Hernandez (102 min.) wil regisseur Vikram Gandhi, bekend van zijn hoofdrol als nep-goeroe in de documentaire Kumaré, vat krijgen op de omstreden rapper, die zich uiteindelijk helemaal vastdraait in zijn eigen shit. Dat wordt de filmmaker niet door iedereen in dank afgenomen. Een buurtbewoner die hem te woord wil staan wordt ter plaatse luidkeels ter verantwoording geroepen. In dat opzicht doet Gandhi’s queeste denken aan Nick Broomfields pogingen om klaarheid te krijgen in de moorden op Tupac en Biggie, helden van een eerdere hiphopgeneratie. 

Ook Gandhi krijgt vooral belangrijke bijfiguren te spreken: Danny Hernandez zelf wil hem niet te woord staan. En dus meldt de filmmaker zich bij diens tatoeëerder, geluidstechnicus, chauffeur, haarstylist en collega’s (waarmee hij tegenwoordig soms op gespannen voet staat). Sara Molina, Hernandez’s ex-vriendin en moeder van zijn dochter, probeert de jongen achter het personage te schetsen. Al heeft ook zij nooit echt aan de binnenkant mogen kijken bij dit typische product van een New Yorkse achterbuurt, dat heeft geleerd dat hij moet vechten om te overleven.

Met zijn bronnen, geïllustreerd met clips en social media-uitingen van zijn hoofdpersonage, probeert Vikram Gandhi de opmars van Hernandez te vangen. Eerst begon hij zijn eigen kledinglijn, met teksten als Nigger, HIV of Pussy Eater erop. Daarna was er de rel rond een filmpje van groepsseks met een dertienjarig meisje, dat hij ongegeneerd deelde via social media. En toen volgde ook nog de ‘beef’ met rapper Trippie Redd, waarbij hij zich ter zijde liet staan door de beruchte Nine Trey Bloods Gang. Waar Tekashi69 kwam, zo was toen wel duidelijk, kwam gedonder.

Daarbij was het altijd weer de vraag of Danny Hernandez echt kwaad in de zin had of vooral uit was op goedkope publiciteit. Wat zijn motivatie ook mocht zijn, al die commotie legde hem bepaald geen windeieren: met hits als GummoTrollz en Gooba werd Tekashi69 een mondiaal fenomeen. Totdat hij dus werd ingehaald door zijn eigen Bad Boy-imago en zich serieus in de nesten werkte. Daar zit ook de aantrekkingskracht van deze scandaleuze documentaire, die een toxische wereld blootlegt waarin zo’n beetje alles wat fout is zowel de weg naar roem en geld als de levende hel kan plaveien.

Pray, Obey, Kill

This image has an empty alt attribute; its file name is prayobeykill.jpg
HBO

Pastor Helge Fossmo van de Knutby Philadelphia-kerk had er al over gedroomd dat zijn vrouw Heléne zou sterven. En verdomd, niet veel later overleed ze inderdaad, slechts 27 jaar oud, in de badkuip. De hele kerkgemeente in het Zweedse dorp was er in 1999 van overtuigd dat God hem de boodschap hoogstpersoonlijk had ingefluisterd. Tegelijkertijd was er enorm respect voor de martelaar Helge, een weduwnaar die zijn lot manmoedig droeg. Nu scheelde ‘t natuurlijk ook dat Heléne naar een betere plek ging. Uiteindelijk was zij in de hemel misschien zelfs wel beter af dan hier in het ondermaanse.

Vijf jaar later verwisselde ook Helge’s tweede echtgenote Alexandra het tijdelijke voor het eeuwige. Zij bleek te zijn neergeschoten door Sara Svensson, het kindermeisje van het stel dat op dezelfde avond ook hun buurman Daniel Linde ernstig verwondde. Van diens vrouw Anette werd overigens gefluisterd dat ze alles had om vrouw numero drie van Helge te worden. Het was hem als pastor alleen niet toegestaan om te scheiden. Echt vreemd was het dan ook niet dat de politie in 2004 serieus inzoomde op het uitbundige SMS-verkeer tussen Helge en Sara. Hij zou haar toch niet hebben aangezet om zijn vrouw en de echtgenoot van zijn clandestiene geliefde neer te schieten?

Het illustere duo opereerde, getuige de zesdelige docuserie Pray, Obey, Kill (318 min.) van Henrik Georgsson, alleen beslist niet in een vacuüm. Ook Åsa Waldau, de leidster van de eigenzinnige pinkstergemeente die zich ‘de Bruid van Christus’ liet noemen, speelde daarin een prominente rol. Zij had haar zinnen eveneens gezet op Helge – een man die nochtans eerder oogt als een gemiddelde verwarmingsmonteur dan als een dodelijke combinatie van Brad Pitt, George Clooney en Johnny Depp – en wilde de ontwikkelingen ook maar al te graag naar haar hand zetten. Oh ja, om de zaak helemaal ingewikkeld te maken: Åsa was tevens de oudere zus van Alexandra.

De gebeurtenissen worden vijftien jaar na dato nog eens grondig onderzocht door de journalisten Martin Johnson en Anton Berg, die de hand weten te leggen op de originele politieverhoren van Helge Fossmo en met behulp van maquettes en tests duidelijk proberen te krijgen wat er precies gebeurd kan zijn. Ze krijgen tevens de kans om allerlei leden van de kerkgemeenschap te interviewen, inclusief de man die sinds 2004 vastzit voor de mysterieuze dood van zijn echtgenotes én de vrouw die namens hem bij echtgenote numero twee de trekker zou hebben overgehaald. Een handlanger met wie hij, natuurlijk, ook amoureuze betrekkingen had aangeknoopt.

Zoals dat gaat bij dit soort true crime-producties doorlopen de protagonisten allerlei onderzoekspistes die de zaak verdiepen of verbreden, worden ze aan het eind van elke aflevering met een belangwekkend nieuw feit geconfronteerd en stuiten ze onderweg op bewijs dat de gebeurtenissen wel eens in een ander licht zou kunnen plaatsen, zoals het ruwe materiaal van de politiereconstructie van Sara’s dodelijke tocht langs de slaapkamers van Alexandra en Daniel. De pogingen van Johnson en Berg om – via een continue onderlinge dialoog, die soms op een toneelstukje begint te lijken – tot waarheidsvinding te komen zijn overtuigend en spannend.

Wat er zich rond de eeuwwisseling precies heeft afgespeeld in die verknipte Zweedse sekte te Knutby, is na een kleine zes uur nog altijd niet helemaal opgehelderd: wie was het werktuig van welke duivel? Trok de onopvallende charmeur Helge aan de touwtjes? Of was het stiekem tóch, in de woorden van Sara, ‘de koningin van de hemel, de opperste liefde van het universum’ Äsa? Pray, Obey, Kill laat de kijker in elk geval achter met een knoeperd van een cliffhanger, die doet vermoeden dat er nog wel eens een tweede seizoen in het vat zou kunnen zitten.

Wolkenzusje

Human

Het ogenschijnlijk alledaagse tafereel vormt een hartverscheurend openingsbeeld: twee meisjes, kleuters nog, die lol hebben op de schommel. ‘Bo hield altijd van aardbeien op wafels en slagroom’, vertelt haar zus Kess, inmiddels een ontluikende puber. Er volgen nog meer familiefilmpjes van de kinderen: de eerste stapjes, samen op de glijbaan en lekker wandelend. Bo’s favoriete liedje was De Drie Biggetjes van K3, zegt Kess nog.

Heb je broers of zussen? gaan ze haar straks, na de zomervakantie, ongetwijfeld vragen op de middelbare. ‘En dan weet ik niet goed wat ik dan moet zeggen.’ Want Bo is een Wolkenzusje (16 min.) geworden. Ze overleed toen Kess nog geen vijf jaar oud was. ‘Soms ben ik bang dat ik vergeet hoe ze lachte en praatte’, zegt ze in deze prachtige jeugddocu van Sara Kolster (die zelf op jonge leeftijd een zus verloor).

Alle elementen vallen op hun plek in dit kostbare kleinood: de fraaie inktanimaties van Kolster en Tonke Koppelaar, het weldadige camerawerk van Rogier Timmermans en de sfeervolle muziek van Roald van Oosten en singer-songwriter Liztophe Verhoeven. Ze creëren een vruchtbare bedding voor de gedachtestroom van Kess. Over hoe het leven kan ophouden en toch weer moet doorgaan.

Wolkenzusje is een perfecte weerslag van hoe het Limburgse tienermeisje behalve van de basisschool ook voor de tweede keer afscheid moet nemen van haar zus. Een poëtische korte film, die gedurig de hartspier beroert. Zonder ook maar een moment sentimenteel te worden.

Wolkenzusje is hier te bekijken.

Dirty John: The Dirty Truth

Eerst was er de succesvolle Dirty John-podcast van Los Angeles Times-journalist Christopher Goffard. Toen verscheen de gelijknamige Netflix-miniserie met Eric Bana als de charmante psychopaat John Meehan en Connie Britton in de rol van binnenhuisarchitecte Debra Newell, die volledig in diens macht belandt. En nu levert datzelfde platform een bijsluiter in documentairevorm: Dirty John: The Dirty Truth (86 min.).

De echte Debra Newell en haar dochters worden daarin vergezeld door diverse andere vrouwen, die hun ervaringen delen met de kwaadaardige charmeur, die een spoor van gedupeerde en ernstig beschadigde vrouwen heeft achtergelaten. Achter de aantrekkelijke arts met de tandpastasmile bleek een duistere figuur met een serieuze drugsverslaving, hele verzameling contactverboden en gewelddadige inslag schuil te gaan.

Hoewel de hoofdpersoon in principe alles heeft om uit te groeien tot een gelaagd documentaire-personage, wordt hij in deze televisiedocu van Sara Mast nooit meer dan een standaard Hollywood-slechterik. Hetzelfde geldt voor Dirty John: The Dirty Truth zelf: dertien-in-een-dozijn true crime. Een rechttoe rechtaan ‘good woman loves bad man’-tragedie, met veel interviewquotes, ‘spannende’ beelden en donkere muziekjes, die geen moment écht enerverend wil worden.

Boom For Real: The Late Teenage Years of Jean-Michel Basquiat

Op weg naar een expositie moest je bij wijze van spreken over de lijken heen stappen. Intussen behandelde de kunst in de galerie die je daarna bezocht dan onderwerpen uit een wereld die je volledig wezensvreemd voorkwam. De politieke situatie in een Midden-Amerikaans land. Of de beslommeringen van mensen van middelbare leeftijd.

Het is een herkenbaar beeld dat één van de sprekers in Boom For Real: The Late Teenage Years Of Jean-Michel Basquiat (75 min.) oproept: de kunst van de gevestigde orde representeert op geen enkele manier meer de wereld waarin de volgende generatie leeft en jaagt daarmee automatisch een nieuwe kunststroming aan. Omdat ouwe lullen nu eenmaal weg moeten.

Deze documentaire van Sara Driver zoomt in op het New York van de jaren zeventig, dat met enorme hoeveelheden drugsgebruikers, daklozen en moorden nieuwe dimensies gaf aan het begrip stedelijk verval. De stad zou een ideale voedingsbodem blijken voor punkrock en de bakermat worden voor hiphop, met aanverwante uitingsvormen als breakdance en graffiti.

Binnen die laatste stijlvorm zou ook de neo-expressionistische kunstenaar Basquiat opkomen, dan nog als onderdeel van het duo SAMO, een verwijzing naar ‘same old shit’. Met zijn enigmatische straatpoëzie zou hij zich gaandeweg ontwikkelen tot één van de toonaangevende kunstenaars van het einde van de twintigste eeuw. Voordat heroïne hem definitief in zijn greep zou krijgen…

Deze film concentreert zich evenwel op de jaren dat Basquiat als een getalenteerde krabbelaar op zoek was naar zijn ideale uitingsvorm. Nog meer is het echter een documentaire over de underground-scene waarbinnen hij opgroeide. Filmmaker Jim Jarmusch, kunstenaar/hiphopper Fab 5 Freddy en talloze andere insiders belichten de wereld waarin zij hun stiel vonden.

De kunstenaar waaraan deze documentaire is opgehangen delft daarbij het onderspit. Jean-Michel Basquiat is na vijf kwartier nog altijd een vreemde voor de kijker. En ook zijn kunst en biotoop hebben geen nieuwe dimensie gekregen. Dat is al met al een teleurstellende conclusie. Boom For Real is daardoor vooral interessant voor mensen die sowieso al interesse hadden in de New Yorkse artscene.

Tricky Dick And The Man In Black

Netflix

Wie had de Amerikaanse president Richard Nixon eigenlijk uitgenodigd in het Witte Huis? Johnny Cash, de rebel van Folsom Prison Blues, die zich identificeerde met bajesklanten en Amerikaanse indianen? Of de godvrezende man met dezelfde naam, die in 1970 op het punt stond om opnieuw vader te worden en die zich afficheerde met de befaamde televisiedominee Billy Graham?

Tricky Dick dacht in elk geval een typische zoon van het zuiden te hebben binnengehaald, een authentieke country & western-zanger die hem wel even de electorale steun van de zogenaamde ‘silent majority’ kon bezorgen. De Republikeinse president had Cash zelfs gevraagd om de patriottische redneck-song Okie From Muskogee, een aanklacht tegen zo’n beetje alles wat met de toenmalige Tegencultuur had te maken, en het vileine Welfare Cadillac, over een man die zijn uitkering ophaalt in een patserbak, te zingen.

Nixon, die later nog met een pijnlijk protest (‘Stop the killing’) kreeg te maken tijdens een optreden van The Ray Conniff Singers in het Witte Huis, had eigenlijk beter moeten weten. Johnny Cash leek de gevraagde verzoeknummers inderdaad te gaan zingen, maar besloot uiteindelijk toch anders. Zijn optreden, voor een ongemakkelijke president en zijn eerste rij van getrouwen, vormt de apotheose van Tricky Dick And The Man In Black (58 min.), een boeiende documentaire van Barbara Kopple en Sara Dosa.

Dit tweede deel van Netflix’s nieuwe serie ReMastered, een reeks historische muziekdocumentaires, zoomt net als zijn voorganger over Bob Marley in op een voetnoot uit de popgeschiedenis, waarmee een groter maatschappelijk verhaal kan worden verteld. Ditmaal over muziek als politiek verleidings- dan wel drukmiddel. Aan het woord komen een broer, zus en zoon van Cash, terwijl Nixons communicatiemedewerker Pat Buchanan en medewerker Alexander Butterfield de kant van de omstreden president voor hun rekening nemen.

Tricky Dick And Johnny Cash zet twee mastodonten tegenover elkaar, die elk vanuit hun eigen invalshoek het Amerika van na de Tweede Wereldoorlog kleur hebben gegeven. Zwart, om precies te zijn. In zekere zin leken ze ook op elkaar. Nixon en Cash groeiden allebei op in diepe armoe en verloren op jonge leeftijd een broer, een ervaring die hen voor het leven zou tekenen en voor even, heel even, in Washington zou samenbrengen op een broeierige dag in april 1970.

Ook het bezoek van Elvis Presley aan de omstreden Richard Nixon, de enige Amerikaanse president die ooit is afgetreden, spreekt overigens tot de verbeelding. Er is zelfs al een speelfilm aan gewijd.