Mijn Grote Broer

Zeppers

‘Twijfels.doc’ heet het Word-document dat Arie’s vader Arjan enige tijd na zijn dood op het bureaublad van z’n computer aantreft. Het blijkt een afscheidsbrief van de 22-jarige jongen, die eind 2019 uit het leven is gestapt. In overleg met zijn vrouw Denise houdt Arjan de brief nog heel even weg bij hun andere zoon, Arie’s jongere broer Gijs, die voor het eerst weer gaat werken bij een bouwmarkt en daar nog even niet wil vertellen wat er is gebeurd.

Deze zeer intieme film van Mercedes Stalenhoef start bij Arie’s uitvaart, als zijn ouders en Gijs hem uitgeleide doen. Nadat Denise met onvaste stem You Are So Beautiful voor Arie heeft gezongen, spreekt Arjan zijn zoon, stuurman op de grote handelsvaart, toe tijdens de uitvaartplechtigheid: ‘Jij navigeert je schip nu naar onbekende wateren. Wij blijven achter op de kade, vol vertwijfeling en ongeloof en met alleen maar vragen.’ Hij besluit: ‘Lieve Arie, behouden vaart!’

En dan begint de rest van het leven van Gijs en zijn ouders zonder Mijn Grote Broer (108 min.). Arie van der Pijls suïcide kwam als een volslagen verrassing voor de andere gezinsleden. Ze kenden hem als vrolijk en optimistisch. Via zijn brief leren ze een andere Arie kennen: een jongen die al jaren kampt met sombere episodes – hoewel daarvan ook op de familievideo’s en filmpjes die hij tijdens zijn werk maakte, waarmee Stalenhoef haar vertelling associatief doorsnijdt, weinig is te zien.

Elk op hun eigen manier proberen Arjan, Denise en Gijs vat te krijgen op hun verdriet, elkaar te ondersteunen en hun leven weer te vervolgen. Vanaf het allereerste begin, als er alleen de schok is van Arie’s plotselinge dood en het echte rouwproces nog moet beginnen, schenken ze de documentairemaakster en haar filmcrew hun vertrouwen en geven ze hen gedurende enkele jaren ruimhartig toegang tot hun gevoels- en familieleven. Dat is zowel dapper als waardevol.

De documentairemaakster kleurt de ontwikkeling van het gezin Van der Pijl, dat eerder al een flinke klap kreeg te verwerken toen vader Arjan een dwarslaesie opliep bij een ongeluk op het strand, in met expressieve muziek en doet recht aan alle emoties die opspelen als de verschillende gezinsleden na Arie’s overlijden lastige hordes zoals zijn verjaardag, de feestdagen en Moederdag moeten nemen en ze bovendien zijn kamer een andere bestemming willen geven.

Stalenhoef houdt daarbij oog voor de lichtpuntjes die zij onderweg ontwaren. Mijn Grote Broer wordt zo een delicate, ontroerende en toch hoopvolle film over mensen die het leven aangaan, ook al heeft hen dat flinke klappen gegeven. Tegelijkertijd proberen ze niet te oordelen over de keuze die Arie heeft gemaakt om eruit te stappen. De documentaire werkt intussen als een onuitgesproken aansporing om het gesprek over suïcide niet uit de weg te gaan, maar juist op gang te brengen.

Overgave

Docmakers

‘Dus ik moet me voorstellen dat ik dood ben?’ vraagt Annemarie Eigenhuis bij de start van de documentaire Overgave (56 min.) aan haar vriendin Marijn Frank, die de regie van de productie voor haar rekening neemt. Zij heeft haar ook gevraagd om in het interview niet óver maar tégen haar dochtertje Anna te praten. Voor als ze er, later, niet meer zal zijn.

Later blijkt, slechts even later, allang te zijn begonnen. Annemarie is in 2018 overleden. En sindsdien lijkt ook het leven van Marijn ernstig te stroppen. De gedachte aan haar beste vriendin beneemt haar de lust om te leven. Ze gaat uiteindelijk hardlopen, net als Annemarie, om het tij te keren – ook al heeft ze daar eigenlijk een bloedhekel aan. En de lat wordt meteen hoog gelegd: met coach Hesdy Lonwijk gaat Frank zich voorbereiden op de marathon van Berlijn.

Terwijl ze met frisse tegenzin begint te rennen en daarbij al snel tegen haar eigen grenzen oploopt spreekt Marijn Frank, die eerder al de egodocu Vleesverlangen maakte, tegen de persoon die ze als haar ‘zelfgekozen familie’ beschouwt. Intussen schetst ze parallel daaraan ook Annemarie’s laatste levensfase. Dat gaat gepaard met veel verdriet en zorg om haar dochtertje, die ze alvast kaartjes schrijft voor alle verjaardagen die ze zonder haar moeder moet vieren.

De levens van de twee hartsvriendinnen lopen zo nog eenmaal samen op. Totdat ze elkaar los moeten laten in dit Over Mijn Lijk-achtige drama, ditmaal verteld vanuit het perspectief van degene die moet achterblijven. Met bespiegelende, aan haar vriendin gerichte voice-overs, waarmee beelden uit haar privéleven en impressies van haar looptrainingen worden verbonden aan het lot van Annemarie, slaagt Frank erin om haar rouw bij de kladden te grijpen.

Of ze de werkelijkheid daarbij af en toe een beetje heeft gestroomlijnd? Haar rouwproces en voorbereidingen op de marathon komen in elk geval, na de nodige tegenslagen, heel mooi samen in een enigszins Amerikaans aandoend einde. Met haar film heeft Marijn Frank de kijker ondertussen in het gat laten turen dat de dood van een dierbare in je leven kan slaan. Het is een persoonlijk afscheid geworden van Annemarie – en ongetwijfeld van onschatbare waarde voor haar dochter Anna.

Rouw

Marleen van der Werf

Wat eens vertrouwd was, heeft nu al zijn herkenbaarheid verloren. Filmmaker Marleen van der Werf gaat in de natuur van haar directe omgeving op zoek naar beelden die haar gevoel voor verlies en vergankelijkheid kunnen uitdrukken.

Het beeldessay Rouw (31 min.) blijft bijna volledig woordloos – wellicht omdat letters, in welke volgorde je ze ook zet, toch altijd tekort schieten – en is ook vrijwel ontdaan van kleur – zoals dat kan gebeuren als iets of iemand een krater in je bestaan slaat. Geluiden zijn eveneens nauwelijks te ontwaren.

Traag zinkt Van der Werf weg in die grauwe en onherbergzame wereld, waarin ze niettemin soms een teken van leven ontwaart. Een slak die stilletjes uit zijn huisje kruipt, het zwarte paard dat roerloos de regen trotseert en een os die tegen de gure wind in een besneeuwde heuvel oploopt. Tekenen van hoop of juist accentuering van wat was en nooit meer is?

Rouw is geen lineair proces. Zoals deze korte documentaire ook geen verhaal met een duidelijke kop en staart bevat. De goede verstaander zal zelf zin moeten geven aan de stelselmatig tussen donker en licht laverende ontdekkingstocht, die gaandeweg wel – of is dat de schijn die bedriegt? – iets aan kleur lijkt te winnen.

Huisje, Boompje… Weduwe

EO

‘Onze verhalen beginnen waar het leven van onze vent eindigt’, stelt één van de twee Mariekes van Huisje, Boompje… Weduwe (45 min.) opvallend luchtig bij aanvang van deze korte televisiedocu. De twee jonge vrouwen noemen zichzelf ‘widowchicks’. Sinds ze elkaar twee jaar geleden hebben ontmoet via een weduwenforum zijn ze echte vriendinnen. ‘Terwijl vrienden om ons heen bezig waren met relaties, carrières en baby’s rouwden wij om onze overleden vent.’

Nadat hun echtgenoten enkele jaren geleden plotseling overleden, gingen Marieke van Lierop (28) en Marieke Foppen (33) geleidelijk aan verder met hun leven. Ze moesten wel. En er kwam ook weer ruimte voor een nieuwe partner, die de last van het verleden ook een beetje op zijn schouders kreeg. Die moest zich bovendien zien te verhouden tot hun schoonouders.

De twee Mariekes vertellen hun verhaal nu aan een derde naamgenoot, Marieke de Man. Zij zet de vriendinnen naast elkaar op een bank en geeft hen alle ruimte. De chemie tussen de twee jonge vrouwen is zichtbaar. Hun gedeelde ervaringen hebben voor een soort zusterband gezorgd. Behalve verdriet is er gelukkig ook ruimte voor een gulle lach. Ook al heeft het leven hen inmiddels alweer voor stevige nieuwe uitdagingen gesteld.

De ene Marieke maakt zich op voor nieuw geluk, de andere moet opnieuw tegenslag overwinnen. Dat gaan ze allebei op hun eigen onverschrokken manier aan, in een vlotte docu die qua vorm en toonzetting doet denken aan televisieprogramma’s als Je Zal Het Maar Hebben of Over Mijn Lijk. Rouw en verdriet krijgen vrijwel permanent tegenwicht van lol en humor, zodat het leven draaglijk blijft. Of gewoon weer leuk wordt.

‘Het kan echt alle kanten op in het leven’, zegt Marieke, ‘die met die bril’, tot besluit. ‘Dat hebben wij wel ervaren. En dat rouwen meer is dan huilen in een hoekje, dat ook.’

The Banality Of Grief

IDFA

Hij maakt haar voortdurend deelgenoot van wat hij meemaakt, wat zich voor zijn camera aandient ook en hoe hij zich daar dan zelf weer toe verhoudt. In gedachten is Jon Bang Carlsen permanent bij zijn echtgenote Madeleine. Zij is enkele jaren geleden overleden. Carlsen wil en kan zich echter niet losmaken van de vrouw, met wie hij 35 jaar van zijn leven heeft gedeeld.

Terwijl hij in de Verenigde Staten werkt aan een nieuw project, wordt de Deense filmmaker constant overvallen door gevoelens en gedachten aan haar. Die vervat hij in een stream of consciousness-achtige brief, die als hart van The Banality Of Grief (70 min.) fungeert. Soms kwetsbaar en gevoelig, dan weer scherp en vol zelfspot. Vaak filosofisch ook, in een poging om de alomvattendheid van zijn verdriet en wat dit bij hem aanricht vast te grijpen en alsnog met haar te delen.

Het presidentschap van Donald Trump functioneert als metaforisch decor voor zijn somtijds deplorabele staat. Dat contrasteert met de opkomst van diens voorganger, de eerste zwarte president van de Verenigde Staten Obama, en het gevoel van hoop en geluk dat Carlsen met die periode associeert. Overmand door herinneringen aan zijn leven met Madeleine zwerft hij tevens door zijn eigen verleden als filmmaker, dat wordt geïllustreerd met treffende fragmenten.

The Banality Of Grief is een zeer particulier verhaal – en daardoor ook universeel. Rouw manifesteert zich in minutieuze details, die voor iedereen anders en toch herkenbaar zijn. Deze film is, zoals de maker het zelf omschrijft, een kleine stamelende liefdesbrief aan een vrouw waarvan het adres nog onbekend is. Jon Bang Carlsen is alleen wel een overdadige verteller. Hij vertoont zich weliswaar slechts zelden voor ‘het dodemansoog’ – de benaming die Madeleine gaf aan de cameralens, waardoor zijzelf zich ook zelden liet betrappen – maar laat de woorden intussen rijkelijk vloeien.

Hij voorkomt daarmee dat deze heel persoonlijke documentaire een gemakkelijke tearjerker wordt, maar maakt het tegelijkertijd ook lastiger voor buitenstaanders om zich écht te identificeren met zijn gevoel van verlies.

Gebroken

KRO-NCRV

‘Dit is een verslag van de kinderrechter die zich met mij heeft verstaan,’ vertelt Frénk van der Linden. Tijdens een bezoek aan het Noord-Hollands Archief, op zoek naar de echtscheidingspapieren van zijn ouders, is hij aanbeland bij een gespreksverslag van 29 maart 1973. ‘Franciscus Johannes Wilhelmus Theodorus’, staat er te lezen. ‘Dat was ik. Ik was toen vijftien.’

De bekende journalist, schrijver en presentator leest voor uit zijn eigen verklaring: ‘Iedere keer als ik aan het bezoek aan mijn moeder denk word ik hypernerveus. Dit heeft nadelige gevolgen bij mij op school. De laatste drieënhalf jaar in ons gezin zijn een lijdensweg geweest. Mijn moeder heeft die toestand geschapen. Zij was iedere avond weg. Zij hield volgens mij weinig van ons. Nu wil ze de lieve moeder uithangen. Het doet mij helemaal niets meer.’

‘Ben ik dit?’ vraagt Van der Linden zich een kleine halve eeuw later af. De werkelijkheid was natuurlijk veel gecompliceerder, constateert hij in Gebroken (51 min.). De relatie met zijn moeder zou echter worden afgebroken en altijd een gevoelig punt in zijn leven blijven. Als zijn zus Désirée bijvoorbeeld plompverloren vertelt dat ze na de scheiding vooral bij haar vader wilde blijven omdat Frénk daarvoor had gekozen, is hij zichtbaar even van slag.

Deze verzorgde tv-docu van Nan Rosens richt zich op de impact van het verlies van een ouder als gevolg van een vechtscheiding. Bij de tweede hoofdpersoon was het haar vader die volledig buiten beeld raakte. Rianne Rouw-Reffeltrath dacht dat hij geen behoefte had aan contact. Pas jaren later ontdekte ze hoe het werkelijk zat. Samen met de man die ze haar halve jeugd moest missen – en die zelf in die tijd met zijn vaderziel onder z’n arm liep – maakt ze nu de rekening op.

Hoewel de twee getuigenissen inhoudelijk en emotioneel gelijkwaardig en complementair zijn, lijkt de documentaire toch een beetje uit balans. Het relaas van ‘Bekende Nederlander’ Frénk van der Linden – die regelmatig zijn verhaal heeft gedaan over de scheiding van z’n ouders, daarover eerder al een documentaire maakte (Verloren Band, 2009) en inhoudelijk waarschijnlijk ook zijn stempel op de film heeft gedrukt – trekt nu eenmaal automatisch veel aandacht naar zich toe.

Om het boeiende en maatschappelijk relevante thema van ouders die na een echtscheiding (voorgoed) uit beeld verdwijnen goed in de verf te zetten had deze film daarom nog wel een extra casus kunnen gebruiken. En anders had Rosens misschien toch rücksichtslos moeten kiezen voor het persoonlijke relaas van Frénk van der Linden, voor wie het vertellen van dit signatuurverhaal (ook) een therapeutisch karakter lijkt te hebben.

Beautiful Something Left Behind

Peter / Good Company Pictures

‘Wat betekent het als iemand dood is?’ vraagt één van de begeleiders van Good Grief aan een groepje kinderen. ‘Je ziet ze nooit meer terug’, antwoordt Peter. Het zesjarige jongetje is zowel zijn moeder als zijn vader kwijtgeraakt. ‘En nu zit ik vast bij oom C.J.’ Even later laten Peter en zijn oom twee ballonnen de lucht invliegen. ‘Forever in our hearts’, staat erop.

In Beautiful Something Left Behind (88 min.) volgt de Deense filmmaakster Katrine Philp gedurende een jaar hoe enkele Amerikaanse kinderen die een ouder hebben verloren vat proberen te krijgen op het concept dood. Tijdens wekelijkse bijeenkomsten in het hulpcentrum te Morristown, New Jersey kunnen ze hun verdriet laten zien, praten over gevoelens en alle emoties uitdrukken in spel, bijvoorbeeld door met een speelgoedautootje een ongeluk na te spelen, lekker boos te worden in de vulkaanruimte of een begraafplaats in te richten met Playmobil-poppetjes.

Philp maakt zich daarbij klein en blijft volledig op de achtergrond. Ze laat de gebeurtenissen voor zichzelf spreken en voegt hier en daar alleen wat muziek toe, die gelukkig nooit opdringerig wordt. Ze portretteert de kinderen daarnaast (in hun nieuwe) thuis, vangt hun rituelen om uiting te geven aan hun rouw en geeft hen de ruimte om te vertellen over de dierbaren die ze moeten missen. De één haalt er duidelijk bevrediging uit om dat onder woorden te brengen, een ander houdt z’n gevoelens het liefst bij zich en communiceert zijn verdriet of verwarring vooral non-verbaal.

In die zin beleven de kinderen een overlijden in hun directe omgeving niet anders dan volwassenen. En ze begrijpen er evenveel – of even weinig – van als ieder ander. De veerkracht van de jongens en meisjes om hun leven weer op te pakken – en de manier waarop ze daarbij worden geholpen door bijzonder empathische procesbegeleiders en familieleden – is bewonderenswaardig én aangrijpend. Bij vertrek laten de kinderen in Good Grief een soort herinneringsmuur achter, met daarop familiefoto’s van het gezin dat ze ooit vormden. In betere tijden, die de toekomst echter niet in de weg hoeven te staan. 

Zo’n zorgvuldig rouwproces gun je elk kind – al gun je natuurlijk geen kind het overlijden van een ouder. Ook de kleine Peter stapt uiteindelijk bijna ongemerkt de rest van zijn leven binnen. In een ‘Uncles Are The Best’ T-shirt.

State Funeral

Mokum

De ene na de andere delegatie komt eer betonen aan de overleden leider. Uit landen zoals Polen, de DDR en Hongarije, natuurlijk. En vertegenwoordigers van communistische partijen uit westerse landen. Ernstig kijkende mannen, en een enkele vrouw, die al even serieus de hand schudden van het officiële ontvangstcomité. De gestorven leidsman beziet de plichtplegingen vanaf foto’s en schilderijen. Hij oogt als een beminnelijke man, een wijze vader des vaderlands.

Even daarvoor is het volk, in elke uithoek van de Sovjet-Unie, tot in detail geïnformeerd over de verslechterende gezondheidstoestand van Jozef Vissarionovich Stalin (1878-1953) en zo voorbereid op diens dood. Taferelen van massale rouw gaan vervolgens vergezeld van een monotone stem die via een omroepsysteem het verzamelde volk toespreekt. ‘Onze vader is overleden’, klinkt het in de gezwollen taal die ook hedendaagse leiders als Kim Jong-un begeleidt en die, als je de zweep nooit hebt gevoeld die op de woorden kan volgen, onvermijdelijk op de lachspieren werkt. ‘Onze harten lopen over van verdriet. Hij zal nooit meer de hand van een kameraad schudden.’

Óf – zo weten alle rouwenden dondersgoed – een kameraad naar de Goelag sturen of in het kader van ‘De Grote Zuivering’ voorgoed laten verdwijnen. Ruim 27 miljoen landgenoten werden onder zijn bewind vermoord. Nog eens vijftien miljoen kameraden stierven de hongerdood. Aan de zwarte kant van Stalins regeerperiode wijdde regisseur Sergei Loznitsa enkele jaren geleden al de documentaire The Trial, waarin de schijnprocessen tegen vooraanstaande Russische wetenschappers worden ontleed, een huiveringwekkende voorbode van de zwartste jaren van zijn schrikbewind.

State Funeral (135 min.) behandelt in een vergelijkbare opzet de vierdaagse plechtigheden rond het overlijden van de dictator in 1953. Met niet eerder vertoond beeldmateriaal reconstrueert Loznitsa minutieus de overdadige rouwrituelen van een land dat los moet komen van de man die de verpersoonlijking van het Sovjetsysteem is geworden en decennialang ieders leven heeft gedomineerd. Van hele volksstammen die blindelings in de grote leider zijn gaan geloven en nu in diepe rouw lijken te zijn verzonken – en anderen die dat voor de zekerheid ook na zijn dood blijven veinzen. Naamloze dienaren van de natie, een politiek idee of gewoon ‘de partij’.

Sergei Loznitsa maakt ook van deze film één lange, lange treurmars: in stijf zwart-wit of juist bloemrijke kleuren, inclusief natuurlijk sprekend communistisch rood. Oneindig gezeul met voluptueuze rouwkransen, begeleid door dramatische klassieke muziek. Door mannen met strakke gezichten en vrouwen die met een zakdoek hun tranen bedwingen. Oprecht dan wel zuiver ritueel verdriet. Het onderscheid is nauwelijks te maken. Net als de plechtigheden na Stalins dood trekt State Funeral zo traag en statig voorbij, een schier eindeloze herhaling van zetten. En net als zijn film over Stalins schijnprocessen is het vastleggen daarvan geschiedkundig van wezenlijk belang, maar vereist dit ook een erg lange adem bij de kijker.

306 Hollywood

Het huis aan 306 Hollywood Avenue in Newark, New Jersey, was al verkocht. En toen bleek dat Jonathan en Elan Bogarín toch nog geen afscheid konden nemen van hun oma Annette Ontell, die daar maar liefst 67 jaar had gewoond. Ze kregen twaalf maanden respijt van hun moeder Marilyn om grootmoeders huis en spullen te bekijken, sorteren en arrangeren. De kleding die ze ontwierp en zelf ook droeg. Al wat er is overgebleven van hun jong overleden oom David. En de kunstgebitten van opa Herman, die een prachtig tableau kunnen vormen met zijn tandenborstels.

Broer en zus vergelijken de onderneming met een archeologische opgraving, waarbij ditmaal een compleet leven wordt blootgelegd en tentoongesteld. Ze hebben daarbij tevens de beschikking over gefilmde interviews die ze tussen haar 83e en haar 93e deden met oma Annette en gaan tijdens hun zoektocht naar wat er na de dood overblijft van het leven ook te rade bij een archeoloog, uitvaartverzorger, bibliothecaris, modeconservator, natuurkundige en de archivaris van een puissant rijke familie. Want welke waarde moet er worden toegekend aan de restanten van het bestaan van een heel gewone vrouw zoals hun grootmoeder?

Dat blijkt toch vooral te zitten in de blik waarmee dat erfgoed wordt bezien. Annettes jurken zijn bijvoorbeeld beeldschoon. Paste ze er op latere leeftijd nog in? Haar dochter Marilyn heeft het eens samen met haar uitgeprobeerd. Dit resulteert in een lange en aandoenlijke scène, die buitenstaanders toch een wat voyeuristisch gevoel geeft. Even later komen die jurken in deze sprankelende film opnieuw tot leven als ze de ranke lichamen van jonge brunettes omspannen. Die gaan er bovendien ‘spontaan’ van dansen in de voortuin van het huis.

Zulke plotselinge oprispingen van magisch realisme, waarbij ook de feeërieke soundtrack een hoofdrol claimt, geven 306 Hollywood (94 min.) een onmiskenbaar joyeuze feel. Die wordt nog eens versterkt door de speelse verteltrant: Jonathan en Elan doen hun verhaal via een soort permanente dialoog. ‘Er is een reden dat mensen geen huizen aanhouden waarin ze niet wonen’, concludeert Jonathan als ze bij hun ‘opgraving’ overal schimmel tegenkomen. ‘Brood van vorig jaar’, toont Elan vervolgens een bedorven boterham. Haar broer vult aan: ‘gefillte fisch uit het vorige decennium’. Waarna zijn zus ‘toiletpapier uit de vorige eeuw’ vindt.

Uiteindelijk stuiten ze op een audiocassette met de mysterieuze titel ‘The Fighting Ontells’. Alle familieleden zijn er zowaar op te horen. Ruziënd, dat wel. ‘Wacht eens even’, denkt Jonathan hardop. ‘Tien maanden lang hebben we met al die spullen geprobeerd om het verleden weer tot leven te wekken. Met het aanzetten van die tape zijn we er ineens.’ En met behulp van de enorme telescoop die toch niets staat te doen in huis en de inzet van enkele lipsynchroon opererende acteurs kunnen ze hun grootouders nog zien ook!

Al die bravoure en humor kunnen evenwel niet verhullen dat deze betoverende film, die zich direct in je systeem nestelt, in wezen gaat over rouw, weemoed en het accepteren van die twee nauwelijks te bevatten waarheden van het leven: dat elke dag maar één keer kan worden geleefd en dat iemand die eenmaal weg is, hoezeer je het ook probeert, echt nooit meer terugkomt. Alleen de herinnering blijft – en spullen die deze ongenadig kunnen kietelen.

Deepfake Therapy

KRO-NCRV

Gespannen zitten ze te wachten voor het computerscherm. Op een teken van leven. Als ze de koptelefoon hebben opgezet, ontstaat er direct contact. ‘Hee’, zegt een vrouw, met een gezicht dat ineens helemaal straalt. ‘Hee meis’, kan een man zijn ogen bijna niet geloven. ‘Dat is apart.’ Een andere vrouw blijft simpelweg gelukzalig grinniken: ‘Hallo!’

Tegenover hen heeft hun overleden partner plaatsgenomen. Ze kunnen er zelfs gewoon mee praten. En dat werkt zichtbaar als balsem op de ziel. De gesprekken zijn onderdeel van Deepfake Therapy (24 min.). Met behulp van moderne techniek, waarbij beelden van hun gestorven geliefde tot leven worden gewekt, ondergaan ze een experimentele vorm van rouwtherapie.

Het is een ongelooflijk intiem beeld: van mensen die, tegen beter weten in, opgaan in een gefingeerde ontmoeting met hun andere helft, waarin ze nog eenmaal alles kunnen zeggen. Deze personen op het scherm houdt regisseur Roshan Nejal, die met deze observerende docu afstudeerde aan de Filmacademie, overigens zorgvuldig uit beeld. Ze zijn ook niet te horen.

Voor kijkers zoals ik is dat een frustrerende keuze. Die willen, als een ware ramptoerist, met eigen ogen kunnen vaststellen hoe dat eruit ziet: een overledene die een extra leven krijgt. Tegelijkertijd is die keuze zeer goed verdedigbaar: het verhaal zit niet in de gimmick, maar in wat de deepfake-technologie teweegbrengt bij de nabestaanden die met dat beeldscherm communiceren.

‘Mensen zien wat ze willen zien en horen wat ze willen horen’, zegt rouwtherapeute Leoniek van der Maarel-Stordiau daarover tegen Ayesha de Groot. Die gaat de rol vertolken van Dalisay, de overleden dochter van Ron en Patricia de Boer. Leoniek spoort haar om tijdens het gesprek vooral veel te lachen. De reden is eenvoudig: ‘Wat gebeurt er als je jouw kind weer ziet lachen?’

En dat is een fascinerend tafereel. En een mindfuck tegelijkertijd. Niet alleen voor de deelnemers aan het gesprek. Als kijker vraag je je af: zou ik zelf ooit dat stemmetje in mijn hoofd, dat ‘nep’, ‘wishful thinking’ of zelfs ‘volksverlakkerij’ roept, kunnen negeren? Of kun je zulke dingen alleen denken als je zelf nog nooit met een dergelijk verlies bent geconfronteerd?

Dit experiment met Deepfake Therapy doet in elk geval vermoeden dat deze therapievorm heilzaam zou kunnen werken voor mensen die vastlopen in hun rouw. Zoals de moderne mens ook praatjes maakt met een zorgrobot, cyberseks heeft of opdrachten geeft aan een virtuele assistent. Al voelt dat voor buitenstaanders vaak soms nog wat onwennig.

Deepfake Therapy is hier te bekijken.

Wat Achterblijft

Van Osch Films

Kun je als kijker een band opbouwen met mensen die je nooit krijgt te zien? In dit geval: de drie volwassen dochters die de woning van hun overleden moeder leeghalen en gereed maken voor verkoop. En de vrouw die tot voor kort in datzelfde huis woonde.

Bij aanvang van de korte documentaire Wat Achterblijft (28 min.) ligt het ouderlijk huis er helemaal ontzield bij. Ontdaan van elk leven, klaar om een nieuwe bestemming te krijgen. Daarna laat regisseur Loes Janssen zien hoe alle restanten van dat afgebroken bestaan worden weggewerkt: het servies, de kleding en alle meubels, natuurlijk. Maar ook: de Surinaamse pop, het bord met de geborduurde tekst ‘Vera is in de tuin’ en een speeldoosje dat ‘t nog blijkt te doen.

Janssen observeert de ontmanteling van dichtbij en vangt de terloopse gesprekken tussen de zussen, die niet herkenbaar in beeld worden gebracht. De toon is vooral praktisch. ‘Volgens mij was mama’s devies “wie wat bewaart, die heeft wat”, of niet?’ zegt één van hen bijvoorbeeld bij de aanblik van alle spullen. Slechts een enkele keer wordt het onderliggende verdriet uitgesproken, bijvoorbeeld als ze stuiten op moeders pruik.

Toch is de situatie, misschien wel juist omdat er geen concrete gezichten aan worden gegeven, gemakkelijk invoelbaar. Alles wat door de overledene(n) een leven lang zorgvuldig is bewaard of verzameld wordt nu rücksichtslos verdeeld, afgegeven of gewoon weggegooid. Met het afscheid nemen van al die spullen, stuk voor stuk goed voor hun eigen herinneringen, kan er ruimte komen voor universele gevoelens van rouw en verlies.

Het zijn taferelen, hier zonder enige opsmuk gepresenteerd, die herkenbaar zijn voor iedereen die in z’n directe omgeving wel eens is geconfronteerd met de restanten van een afgesloten bestaan. Als het verdriet nog niet is ingedaald, geven de bezittingen van de overledene houvast bij het verdergaan met het eigen leven – en het aangaan van een kijkersrelatie met de overlevenden.

Waar is trouwens mama’s trouwring?

Ik Rouw Van Jou

BNNVARA

Heb je haar weer met d’r dooie moeder, dacht ze soms over zichzelf. Het is inmiddels al vijf jaar geleden. En toch voelt het als de dag van gisteren. Eerst belandt Spuiten & Slikken-presentatrice Nellie Benner in Ik Rouw Van Jou (48 min.), de documentaire die ze samen met Leon Veenendaal maakte, bij een rouwtherapeut, bij wie ze een luisterend oor vindt. Daarna gaat de Nederlandse twintiger in gesprek met haar vader Gerrit-Jan. Zij vond zijn verdriet om het overlijden van haar moeder destijds bijna ondraaglijk, hij durfde intussen niet te vragen hoe het met haar ging.

Vader weet inmiddels wel beter: ‘Verdriet kun je niet ontvluchten.’ En zijn dochter besluit de daad bij het woord te voegen en het verdriet inderdaad op te gaan zoeken. Eerst bij andere jongeren, die eveneens een ouder verloren. Stuk voor stuk vonden ze een uitlaatklep voor hun rouw: schrijven, schilderen of dansen. En ook voetballen, fotograferen of zelfs kickboksen. Imad Hadar vertelt bijvoorbeeld dat hij een andere vechter is geworden door het overlijden van zijn moeder. Hij heeft er een ‘zachter hart’ van gekregen.

Daarnaast richt Nellie ook nadrukkelijk de blik naar binnen. Ze zoekt bijvoorbeeld haar toevlucht tot physical coach Markus Schnizer – ‘geen therapeut, psycholoog of healer’ – met wie ze door het verdriet heen wil gaan en brengt een bezoek aan een voormalige buurvrouw, die al meermaals contact zou hebben gehad met Benners overleden moeder. Het openen van een briefje met een persoonlijke boodschap van gene zijde resulteert vervolgens in een ietwat ongemakkelijke emotionele scène.

Op zulke momenten dreigt deze persoonlijke zoektocht, doorsneden met fraaie gestileerde sequenties en intieme gedachtestromen van de maakster over rouw en verlies, even naar de verkeerde kant over te hellen, naar nét iets te nadrukkelijk gezocht drama. In het algemeen houdt Nellie Benner in deze aansprekende film evenwel prima koers bij het bewandelen van het pad van rouw naar acceptatie en het opzoeken daarbij van haar eigen en andermans emotie.

Hope Frozen: A Quest To Live Twice

Netflix

‘We hebben het einde bereikt’, constateren de ouders van Einz lijdzaam in de videoboodschap die ze achterlaten voor hun dochter. ‘Het einde van wat medisch en menselijk mogelijk is. Er is niets meer. We hebben de limiet bereikt. Je zult altijd in ons hart zijn.’ Ze geven elkaar een kus. ‘Als je op een dag wakker wordt en deze video bekijkt, misschien over honderden jaren, willen we dat je weet dat we van je houden.’

Niet veel later overlijdt Einz, op tweejarige leeftijd aan hersenkanker. Nadat ze dood is verklaard, begint direct ‘het cryonische proces’. Het Thaise meisje wordt ingevroren, in de hoop dat de wetenschap ooit een manier vindt om haar ziekte alsnog te genezen. Zodat zij dan de kans krijgt op een tweede leven. Ze wordt echt letterlijk in een tijdcapsule geplaatst. Wanhoopsdaad? Dat zeker. Sciencefiction? Vooralsnog wel. Of toch een reëel toekomstperspectief? Wie weet.

Hoe Einz, Japans voor ‘liefde’, ooit gereanimeerd zou moeten worden, valt nu nog niet te zeggen, zegt Max More, CEO van de Amerikaanse Alcor Life Extension Foundation, in Hope Frozen: A Quest To Live Twice (80 min.). Hij hoopt in elk geval dat haar ouders er tegen die tijd zullen zijn en dat zij ze ook herkent. ‘Hopelijk zijn ze rond dezelfde leeftijd of jonger dan eerst, omdat we dan het probleem van ouder worden hopelijk hebben opgelost’, klinkt ‘t monter. Het verwijt dat hij het verdriet van rouwende mensen exploiteert werpt More in elk geval ver van zich.

Intussen mijmert de vader van Einz, zelf ook wetenschapper, over een wereld zonder ziekte en zorgt haar moeder ervoor dat al haar kleren en spulletjes in bewaring worden gegeven aan Alcor, zodat haar dochter daar misschien ooit nog plezier van kan hebben. De familie Naovaratpong, inclusief zoon Matrix, gaat ook nog even zelf poolshoogte bij het bedrijf in Arizona, waar op de patiëntenafdeling inmiddels 141 ingevroren lichamen zijn opgeslagen. Zullen zij ooit weer het levenslicht zien? Of is dat idee vooral een manifestatie van de weigering, of het onvermogen, om te accepteren dat het leven, zelfs dat van een volstrekt weerloze peuter, toch echt eindig is?

’Het kan me niet schelen dat mensen denken dat we haar niet loslaten’, zegt vader Sahatorn in deze wrange film van Pailin Wedel. ‘Zo ben ik nu eenmaal. Ik kan haar niet loslaten.’ Einz’s broer Matrix heeft zich ondertussen voorgenomen om er als wetenschapper in de Verenigde Staten hoogstpersoonlijk voor te gaan zorgen dat zijn zus ooit kan reïncarneren. Zijn eerste bevindingen over de beschikbare technologie zijn echter weinig hoopgevend, meldt hij telefonisch aan zijn vader. Die laat zich niet uit het veld slaan. ‘We kunnen geduldig zijn’, zegt hij, ook tegen zichzelf. ‘We kunnen duizend jaar wachten. Wie weet? Misschien zijn er dan tijdmachines.’

De Oorlog Is Oud Ade Binnengekomen, Vijf Jaar Na MH17

KRO-NCRV

‘De oorlog is Oud Ade binnengekomen’, sprak diaken André van Aarle, nu alweer vijf jaar geleden, tijdens de kerkdiensten na MH17. Hij leende de woorden van dorpsbewoner Dammes van der Poel, die het gevoel in de Zuid-Hollandse gemeenschap perfect wist te verwoorden. Van der Poel wist ook als geen ander waarover hij sprak. Zijn eigen zoon Erik en diens vriendin Truike Heemskerk kwamen om het leven toen de vlucht van Malaysian Airlines boven Oekraïne uit de lucht werd geschoten.

Dammes en zijn vrouw Toos doorlopen in De Oorlog Is Oud Ade Binnengekomen, Vijf Jaar Na MH17 (42 min.) nog eens het hele proces dat ze toen moesten doormaken: van de allereerste berichten over een neergestort vliegtuig tot het begraven van de botdeeltjes van hun kind. In deze televisiedocumentaire van Stephanie Sint Nicolaas en Alje Kamphuis komen daarnaast diverse dorpsgenoten aan het woord: vrienden en kennissen van de overledenen, de voorzitter van de voetbalclub, een wethouder en de regisseur van de toneelgroep.

Gezamenlijk schetsen ze het beeld van een hechte gemeenschap, die eensgezind treurt en verwerkt. ‘Heel het dorp was in de rouw’, zegt diaken Van Aarle. ‘Er hing een soort van vacuüm, er hing een ijzige stilte waarin je de pijn voelde.’ Die onderlinge verbondenheid is duidelijk ook wat de documentairemakers aan de kijker willen meegeven. Het gevoel voor gemeenschapszin wordt steeds weer benadrukt. Zoals sommige activiteiten van Eriks ouders ook nét iets te geregisseerd ogen; alsof ze speciaal voor de camera worden uitgevoerd.

Dit laat onverlet dat De Oorlog Is Oud Ade Binnengekomen treffend documenteert wat het met ouders doet als ze het meest onnatuurlijke verlies, de dood van een kind, moeten zien te incasseren en welke rol de directe omgeving kan spelen bij het dragen van dat lot.

Rio Ferdinand: Being Mum And Dad

BBC

Zoals het een (voormalige) topvoetballer betaamt, heeft hij van zijn naam een soort merk gemaakt. Rio Ferdinand, de onverstoorbare verdediger van Manchester United die 81 interlands speelde voor Engeland en met zijn club zes keer landskampioen werd en één keer de Champions League won. Het type man dat niet mag huilen, zou je zeggen.

In de rechttoe rechtaan documentaire Rio Ferdinand: Being Mum And Dad (56 min.) zien we de mens achter het voetbalicoon. Een bijna-veertiger, die verder probeert te gaan nadat zijn vrouw Rebecca in 2015 is bezweken aan de gruwelijke ziekte met de K. Ineens moet Ferdinand, in zijn eigen woorden, zowel mama als papa zijn voor z’n drie opgroeiende kinderen.

Het is ongelofelijk dapper zoals hij dat proces van rouwverwerking voor de camera aangaat. De gewezen topsporter laat zich in therapiesessies en gesprekken met lotgenoten van zijn kwetsbaarste kant zien. Getuige deze aangrijpende film wil Rio Ferdinand het type man zijn dat wel degelijk zijn emoties mag laten zien. Zelfs in het openbaar.

Afgelopen week maakte Ferdinand bekend dat die K-ziekte opnieuw een slachtoffer heeft gemaakt in zijn familie: Rio’s moeder Janice overleed op 58-jarige leeftijd.