Broken English

Paradiso Films

The Ministry Of Not Forgetting, belast met het bewaren van cultureel erfgoed, heeft zich nu over de casus Marianne Faithfull gebogen. Een typisch geval van: verkeerd herinnerd. Als ex van Rolling Stones-zanger Mick Jagger, op de eerste plaats. En daarna: als hopeloze junk, ruim twintig jaar verslaafd aan alle mogelijke drank en drugs.

Daar wil het Ministerie van Niet-Vergeten, waar deze hybride film is gesitueerd, dus subiet verandering inbrengen. In een futuristisch ogend researchcentrum gaat de onderzoeker van dienst, een rol van de jonge Britse acteur George McKay (1917), het subject nog eens grondig doorlichten. Daarvoor heeft hij Faithfull zelf ook uitgenodigd, om samen met haar de opgediepte bewijsstukken – archiefinterviews, nieuwsbeelden en concertopnamen – te analyseren.

Toegegeven: de opzet van Broken English (99 min.) doet in eerste instantie gekunsteld aan. De regisseurs Iain Forsyth en Jane Pollard, die eerder samen bijvoorbeeld ook de geweldige Nick Cave-docu 20.000 Days On Earth (2014) maakten, hebben wel heel veel beeld- en verteltrucs, inclusief een onderzoeksleider die toch wel erg veel wegheeft van Tilda Swinton, uit hun mouw geschud om de gebruikelijke plaatje-praatje muziekdocu te vermijden. Het werkt alleen wel. Geweldig zelfs. Deze film kantelt het beeld van de hoofdpersoon en ontstijgt haar tegelijk ook.

Met de misogynie waarmee Marianne Faithfull, tijdens het maken van de film overleden, in haar leven stelselmatig te maken kreeg bijvoorbeeld. De continue vragen in talkshows over met welke bekendheid ze nu weer het bed had gedeeld. Of de volledig overtrokken reactie van alles en iedereen op haar ‘drugslied’ Sister Morphine, dat in 1969 direct in de ban werd gedaan. Toen The Stones het nummer twee jaar later op hun album Sticky Fingers zetten, kraaide er echter geen haan meer naar.

Aan Mick maakt de dame in kwestie weinig woorden vuil. Hij komt natuurlijk wel langs in het archiefmateriaal dat wordt bekeken en beoordeeld. En, natuurlijk, in oude interviews met Marianne Faithfull zelf. ‘Stel je voor dat je op je 45e nog Satisfaction moet zingen’, zegt een eerdere incarnatie van haar. ‘Arme donder’, voegt ze er in tegenwoordige tijd aan toe. Faithfull maakt, in die laatste levensfase, een even kwetsbare als montere indruk. Een vrouw die vrede heeft gesloten met het leven. Háár leven.

Forsyth en Pollard geven ook haar beste songs een nieuw leven. Omdat hun heldin tegenwoordig een artiest in ruste is, afhankelijk van zuurstoftoevoer, laten ze onder andere Beth Orton, Suki Waterhouse, Courtney Love en Nick Cave, in de rug gedekt door Warren Ellis, Ben Christophers, Ed Harcourt en Thurston Moore, enkele van haar songs uitvoeren op het Ministerie. En uiteindelijk geeft de grande dame zelf natuurlijk ook nog een allerlaatste performance. Met Johnny Cash-achtige allure.

Haar werk is niet gestold geraakt in de tijd, maar nog net zo vitaal als ooit. Wanneer het onvermijdelijke nieuws komt – Tilda Swintons woorden ‘Onze onbevreesde vriendin is weg. Weg, maar niet vergeten.’ galmen nog wel even na – zijn de keuzes in en uitvoering van misschien wel de beste muziekfilm van het jaar bovendien op een geloofwaardige manier verklaard en lijkt alles ook wel gezegd, gezien en bezongen. Marianne Faithfull gaat ‘gracefullly’ de herinnering in. Als artiest, als icoon en als mens.

Operation Dark Phone: Murder By Text

Channel 4 / Videoland

Het is alsof ze ‘de sleutels van het koninkrijk’ ontvingen, herinnert één van de betrokken Britse agenten zich. Terwijl de Coronacrisis op gang komt, krijgen specialisten van de National Crime Agency (NCA) begin 2020 plotseling toegang tot EncroChat, het systeem waarmee de georganiseerde misdaad via versleutelde mobiele telefoons communiceert. Ineens wordt een soort Pandora’s doos geopend, bomvol verwijzingen naar drugshandel, wapensmokkel en liquidaties. Maar wie gaan er schuil achter gebruikersnamen als Live-long, Tyrion Lannister en Ace Prospect?

Operation Dark Phone: Murder By Text (190 min.) combineert nagespeelde scènes van de zware criminelen met de chats en foto’s die zij gedurende 74 dagen, tijdens het begin van de pandemie, met elkaar delen. Ongefilterd, in de veronderstelling dat zij onder elkaar zijn. Intussen kan de politie, samen met collega’s uit andere Europese landen, meelezen en -kijken op deze ‘Linkedin van de georganiseerde misdaad’ en proberen te deduceren wie er verantwoordelijk zijn voor de miljoenen zeer expliciete, van geweld en illegale zaken doortrokken, berichten die zij onderling uitwisselen.

Nauwgezet reconstrueren de Britse rechercheurs in deze vierdelige serie van Luned Tonerai en Sophie Oliver  de grootschalige, internationaal gecoördineerde operatie. Het duurt niet lang of ook de Nederlandse onderwereld komt daarbij nadrukkelijk in beeld. Vanaf aflevering 2 zoomt politiechef Andy Kraag, ondersteund door de Nederlandse misdaadjournalisten Jan Meeus en Wouter Laumans, in op de groepering rond de Rotterdamse crimineel Piet Costa, die in het Brabantse dorp Wouwse Plantage een onderwereldgevangenis met martelkamer in aanbouw heeft.

Één van de direct betrokkenen, sportschoolhouder Robin van O., verschijnt zelfs voor de camera, om alle beschuldigingen ver van zich te werpen. En ook Costa’s advocaat Jan-Hein Kuijpers krijgt nog even de gelegenheid om diens straatje schoon te vegen. Intussen vorderen de pogingen van diverse politiekorpsen om criminele netwerken in kaart te brengen – fraai en overzichtelijk gevisualiseerd – gestaag. Alle betrokkenen zijn zich ervan bewust dat het niet lang kan duren voordat de gangsters in kwestie doorkrijgen dat hun volstrekt onkraakbare telefoons tóch gekraakt zijn.

Deze boeiende miniserie maakt inzichtelijk hoe zowel de politie als de criminelen, die hun tentakels hebben uitgeslagen naar landen als Frankrijk, Dubai, Spanje, Ierland en Australië, inmiddels over de landsgrenzen heen denken en zeer creatief te werk kunnen gaan. En als de internationale klopjacht via Encrochat naar z’n einde loopt – omdat de politie via het meelezen uiteindelijk ook zichzelf in de kaarten laat kijken – verplaatst die zich automatisch maar een ander terrein, waar de criminelen zich opnieuw onbespied wanen. Totdat de jagers daar weer een ingang vinden naar hun prooi.

My Mom Jayne

HBO Max

Mariska Hargitay was pas drie toen haar moeder Jayne Mansfield op 29 juni 1967 overleed. De Amerikaanse actrice werd slechts 34. Zij ging de entertainmenthistorie in als het ultieme domme blondje, een platvloerse, wellustige en nóg rondborstigere variant op het sekssymbool van de jaren vijftig en zestig, Marilyn Monroe. Want daar was destijds vraag naar in Hollywood.

In de geladen egodocu My Mom Jayne (106 min.) gaat Mansfields ‘baby nummer vier’, zelf ook actrice, op zoek naar wie haar moeder werkelijk was. Daarvoor spreekt ze onder anderen met haar oudere zus Jane Marie en broers Zoltan en Mickey Jr. Zij groeiden samen op in het luxueuze huis dat Jayne in Los Angeles bewoonde met hun (stief)vader, de Hongaarse acteur, bodybuilder en Mr. Universe Mickey Hargitay. En ze waren er ook getuige van hoe hun moeder ten onder ging aan een imago waaraan ze niet meer kon of wilde voldoen.

Illustratief is een fragment uit 1962, waarin zij te gast is in de televisieshow van de comedian Groucho Marx. ‘Je bent eigenlijk helemaal geen dom blondje’, houdt hij haar dan voor. ‘Ik denk dat de mensen moeten weten dat je een slimme, gevoelige en begripvolle persoon bent. En dit is een façade van jou, die niet gebaseerd is op wie je werkelijk bent.’ Mansfield reageert zoals van een vrouw zoals zij wordt verwacht. ‘Dat is lief’, neemt ze de complimenten bescheiden in ontvangst. ‘Dank je.’ Groucho bijt nog even door. ‘Jayne, dit is een soort act. Toch?’

Vera Jayne Palmer (1933-1967), de echte naam van de blonde seksbom, was al op jonge leeftijd beschadigd geraakt en zou haar hele korte bestaan op zoek blijven naar succes en erkenning, eerst overigens nog niet als blondine en ook niet met die verplichte kirstem. Haar dochter Mariska schetst hoe zij als jonge, getalenteerde vrouw klem komt te zitten tussen haar eigen ambities en de mores van haar tijd, maar exploreert gaandeweg ook steeds meer verborgen hoekjes uit het privébestaan van de moeder, waaraan ze zelf eigenlijk nauwelijks herinneringen heeft.

Dit resulteert in brisante onthullingen, die ook de levens van andere Mansfield-erven raken en deze persoonlijke film, waarin Hargitay tevens spreekt met haar vader, stiefmoeder Ellen en haar moeders PR-man Raymond ‘Rusty’ Strait (die een smeuïg boek over Jayne Mansfield schreef), persoonlijke urgentie en een onmiskenbare drive geven. My Mom Jayne ontstijgt zo moeiteloos het niveau van een inwisselbaar sterrenportret, dat is gemaakt door een kind dat die beroemde ouder alsnog recht wil doen of nog eens ongegeneerd op het schild wil hijsen.

Blue Notes & Higher Grounds

Max

Anthon, de 89-jarige vader van filmmaker Erik de Bruyn, kwakkelt steeds nadrukkelijker met zijn gezondheid. Er moet echter heel wat gebeuren wil hij een repetitie of optreden overslaan van de Seaside Dixieland Jazz Band, waarin hij sinds z’n pensionering trombone speelt. Als hij musiceert met z’n vrienden – of zijn liefde voor muziek deelt in z’n eigen programma Carrousel op Radio Schouwen-Duivenland – oogt Anthon even vitaal als altijd. Dan is er weinig van te merken dat hij in de ‘PHPD’-fase van zijn leven zit: pijntje hier, pijntje daar.

De appel valt niet ver van de boom: ook Erik zelf is verknocht aan muziek, net als diens zoon Ole. In de warme documentaire Blue Notes & Higher Grounds (alternatieve titel: Swingtij, 57 min.) tekent De Bruyn via zijn vader en diens vrinden op wat muziek kan betekenen voor mensen op leeftijd. Anthons beste vriend Bart Wind, een oud-collega bij de politie te water met wie hij al ruim een halve eeuw optrekt, koestert zelfs nog een bescheiden droom: hoe mooi zou ‘t zijn als ze nog eens mogen optreden op het Jazz By The Sea-festival in Domburg? ‘Als je daar mag staan, dan hoor je bij de top, hè?’, zegt de beminnelijke Bart enthousiast. ‘Maar ik denk wel dat ’t te hoog gegrepen is, hoor.’

De oude dag zorgt bij alle bandleden voor kleinere en grotere gebreken. Saxofonist Ad Smaal heeft last van ijzerstapeling, trompettist Dies de Jonge kampt met reuma en pianist Maarten Bruijnes heeft last van artrose in zijn handen. Wat doe je daaraan? wil Erik de Bruyn weten. ‘Doorspelen’, antwoordt Bruijnes nuchter. ‘Dat zal wel moeten. Met klagen gaat ‘t niet over.’ En anders is er nog altijd drummer Reinier van der Valk, met 65 de benjamin van de groep en tevens huisarts in Bruinisse. ‘Stel dat er wat gebeurt, dan moet er iemand de AED bedienen’, zegt hij lachend. ‘Dat is natuurlijk ook een extra reden dat ik drummer van de band ben geworden.’

Los daarvan is (samen) muziek maken goed voor lichaam en geest. Je hoeft overigens geen dokter te zijn om dat te kunnen constateren. Één blik op een repetitie van de Seaside Dixieland Jazz Band, elke vrijdagavond in de wachtkamer van Van der Valks praktijk, is genoeg: hier zitten mannen die helemaal in hun element zijn, die er samen alles uithalen wat er nog altijd inzit. Dat gevoel – van muziek als positieve en verbindende kracht – weet deze liefdevolle film, waarin Erik de Bruyn en passant een klein monumentje opricht voor zijn vader Anthon, diens boezemvriend Bart en zijn moeder Fetty, uitstekend over te brengen.

Trump’s Comeback

Frontline / PBS

Elke keer als het boek Donald Trump definitief lijkt te worden gesloten – door huwelijkscrises, financiële problemen, Impeachment, een verkiezingsnederlaag, de bestorming van het Capitool, zijn veroordelingen of een moordaanslag, om maar enkele hoogte/dieptepunten te noemen – volgt er toch weer een nieuw hoofdstuk waarover we maar niet uitgepraat raken.

Letterlijk: nu Donald Trump opnieuw is gekozen tot president van de Verenigde Staten – en daarmee zonder enige twijfel tot de beeldbepalende figuren van de eerste 25 jaar van de 21e eeuw moet worden gerekend – kunnen ook alle Trump-kenners weer enkele zinnetjes toevoegen aan de eindeloze litanie van woorden die ze al hebben gewijd aan deze geboren winnaar die consequent weigert om te verliezen.

In de journalistiek docu Trump’s Comeback (52 min.), een nieuwe productie van Michael Kirk en het Frontline-team, draven ze dus weer trouw op: de Trumpografen Tony Schwartz, Gwenda Blair en Michael D’Antonio, kritische journalisten zoals Peter Baker, Megyn Kelly en Jane Mayer, en de oud-medewerkers Roger Stone, Steve Bannon, Kellyanne Conway, Brad Parscale en Anthony Scaramucci.

Met welbekende verhalen (en beelden) erbij over zijn bikkelharde vader Fred, oudere broer Freddy die onder diens druk bezweek (waarover zijn dochter Mary, die Donalds bloed wel kan drinken, dan weer vertelt), zijn meester-leerling verhouding met de diabolische advocaat Roy Cohn, z’n avonturen in onroerend goed, Trumps rol als superzakenman in de tv-show The Apprentice, grab ‘em by the pussy…

Trump’s Comeback is, kortom, oude wijn in nieuwe zakken. Voor wie er nooit genoeg van krijgt, nógmaals wil horen hoe ’t zover heeft kunnen komen of nog altijd niet kan geloven dat de komende vier jaar weer volledig in het teken van Donald J. Trump zullen staan.

Piece By Piece

Universal Pictures

‘Het zou toch wel tof zijn als we mijn verhaal met legostukken zouden vertellen’, begint Pharrell Williams in de openingsscène van Piece By Piece (93 min.) tegenover documentairemaker Morgan Neville (20 Feet From StardomShangri-La en STEVE! (martin) – A Documentary In 2 Pieces). ‘Haha’, reageert die. ‘Serieus?’ Williams is onverbiddelijk: ‘Ja’. Neville wil zeker weten dat hij niet voor de gek wordt gehouden. ‘Lego?’ Zijn hoofdpersoon legt ’t nog maar eens uit: ‘Probeer je voor te stellen hoeveel kleur dat zou kunnen geven. Onbeperkt. Dit is dé manier waarop ik mijn pure zelf kan zijn, zonder me vreemd te voelen.’

Zo gezegd, zo gedaan. Bovenstaand gesprek / toneelstukje is overigens al afgewikkeld in lego. De uitkomst ervan staat dus op voorhand vast: Pharrell Williams, het muzikale multitalent dat zich als onderdeel van het producersduo The Neptunes, met het project N.E.R.D. en kneiterhits zoals Get Lucky en Happy al op jonge leeftijd onsterfelijk heeft gemaakt, gaat de komende anderhalf uur door het leven als stuk plastic. Wat blijft er dan nog van hem over? En van zijn vrouw, kinderen, ouders, Neptunes-partner Chad Hugo, manager Rob Walker en collega’s als Timbaland, Missy Elliott, Jay-Z, Snoop Dogg, Busta Rhymes, Gwen Stefani, Kendrick Lamarr en Justin Timberlake?

Pharrells levensverhaal – van nobody tot superster en vervolgens van identiteitscrisis naar remonte – is door Neville in elk geval heel inventief en met veel humor vertaald van een tamelijk voorspelbare popdocu naar een geanimeerde legofilm. Zo’n opvallende vorm past ook bij de hoofdpersoon, een man die van ‘out of the box’ denken z’n modus operandi heeft gemaakt en alles aangrijpt om te kunnen creëren. Van sneakers, skateboards en gezichtscrème tot drankjes, zonnebrillen en een McDonald’s-jingle. Zolang hij er maar zijn stempel op kan drukken. Het grote risico daarvan is, volgens zijn directe omgeving, totale versnippering en afgesneden raken van je roots.

Nee, de vertelling grijpt niet aan. Daarvoor blijft die legowereld toch te veel een gimmick. Geen gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal of menselijke interactie bijvoorbeeld. De film blijft wél over de volle lengte boeiend en amusant – met de ogen dicht wordt Piece By Piece overigens gewoon een podcast – en illustreert nog maar eens hoeveel invloed Pharrell Williams heeft gehad op de populaire muziek, en bijbehorende (jongeren)cultuur, van de afgelopen twintig jaar. 

Music By John Williams

Disney+

Alleen al vanwege de soundtrack voor de film Jaws verdient componist John Williams een plek in Hollywoods eregalerij. Zonder hem zou Steven Spielbergs witte haai waarschijnlijk eerder lachwekkend dan doodeng zijn geworden. Williams schreef een elementair muziekstuk, waarmee een aanval van het bloeddorstige monster wordt aangekondigd. En een ongelooflijke bioscoophit was geboren. Music By John Williams (105 min.) begint dan ook met die twee uit duizenden herkenbare noten. Tada… Tadaa… En de haai is alweer onderweg, op zoek naar z’n prooi.

Williams componeerde natuurlijk de muziek voor zo’n beetje alle films van Spielberg: van Close Encounters Of The Third Kind, Indiana Jones en E.T. tot Jurassic Park, Schindler’s List en The Fabelmans. Daarnaast leverde hij ook iconische soundtracks voor Fiddler On The Roof, The Poseidon Adventure, Superman, Home Alone, JFK en Harry Potter. In totaal staan er vijf Oscars op de schouw in huize Williams. Met zijn muziek voor de Star Wars-franchise werd hij zelfs een rockster. Als hoogbejaarde dirigent trekt hij nog altijd volle zalen, waarbij tijdens The Imperial March een groot deel van z’n gehoor zelfs enthousiast meedirigeert met een heus lichtzwaard.

Dat succes heeft ook zijn keerzijde gehad, toont deze doeltreffende documentaire van Laurent Bouzereau, waarin verder nauwelijks een wanklank valt. Het duurt namelijk even voordat Williams ook serieus wordt genomen door z’n vakbroeders. Juist omdat hij zo succesvol is met filmmuziek. Want die wordt door sommige musici beschouwd als een bastaardkunstvorm. Als ‘Johnny’ wordt aangesteld als dirigent van het Boston Pops Orchestra, zorgt dit in eerste instantie dus voor spanningen. Uiteindelijk bezwijkt echter ook het sikkeneurigste orkestlid voor het muzikale vakmanschap van John Williams en wordt zijn tijd bij het orkest alsnog een succes.

Zelf vindt hij ‘t geweldig om en plein public te musiceren. ‘Voor het gewonde ego van een filmcomponist die geen publiek of applaus kent is het genieten van het magnifieke publiek in Boston.’ Dat al dan niet gewonde ego wordt in deze Hollywood-docu ook nog eens duchtig gestreeld door regisseurs (George Lucas, Chris Columbus, Ron Howard, J.J. Abrams en – natuurlijk – Steven Spielberg, die ook een dikke vinger in de pap had bij deze film) en muzikanten (violist Itzhak Perlman, saxofonist Branford Marsalis, cellist Yo-Yo Ma en violist Anne-Sofie Mutter) waarmee hij werkte. Samen dragen zij één  boodschap uit: muziek verbindt en John Williams is de ultieme verbinder.

Music By John Williams concentreert zich vrijwel volledig op ‘s mans liefde voor muziek en werkleven. De tragiek uit zijn persoonlijk leven – zijn vrouw, actrice/zangeres Barbara Ruick, stierf op slechts 41-jarige leeftijd en liet hem met drie jonge kinderen achter – wordt binnen enkele minuten afgewerkt. Misschien ook omdat muziek écht zijn eerste liefde was – en straks ook, als dan toch ‘The End’ verschijnt, z’n allerlaatste. De appel is in dat opzicht overigens niet ver van de boom gevallen. Zijn zoons zijn eveneens ‘lost in music’: Mark speelde met Cher, Air Supply en Tina Turner en Joe is leadzanger van Toto. Alleen Jenny, het enige familielid dat in deze film optreedt, houdt ’t bij een rondje golf.

En dat lijkt ook zo’n beetje het enige wat John Williams buiten de muziek doet.

Fouad Elkoury Par Fouad

Fouad Elkoury

Als oudere man heeft hij zich tegenwoordig verschanst in de bergen van Libanon. Fouad Elkoury, in de zeventig inmiddels, fotografeert volgens eigen zeggen helemaal geen mensen meer. Hij oogt ook enigszins moegestreden, beroofd van z’n idealen. Elkoury wordt beschouwd als een toonaangevende Arabische fotograaf. In zijn werk zit zogezegd een ‘diepe wanhoop over het Midden-Oosten’ verscholen.

Fouad Elkoury legde de burgeroorlog in Libanon van begin jaren tachtig vast, deed dienst als chroniqueur van het Palestijnse lijden in de bezette gebieden en trad samen met zijn toenmalige geliefde Nada in de voetsporen van Gustave Flaubert en vereeuwigde het dagelijks leven in Egypte. ‘Ik ben geen oorlogsfotograaf’, zegt hij dan ook stellig, ‘maar probeer emoties te vangen.’

In zekere zin is zijn werk mislukt, constateert de Libanese fotograaf mismoedig als hij bij een overzichtstentoonstelling nog eens naar zijn belangrijkste foto’s kijkt. Die hebben uiteindelijk toch niet de overtuigingskracht gehad die hij er ooit in dacht te vinden. Je kunt er de wereld niet mee veranderen, realiseert Fouad Elkoury zich tegenwoordig. Hoe hard je ‘t ook probeert…

In Parijs, de stad waar hij in 1952 werd geboren, ontmoet hij voor het (zelf)portret Fouad Elkoury Par Fouad (55 min.) verder documentairemaker Kamy Pakdel en oude vrienden zoals filmproducer Emmanuel Barrault, journalist Pierre Haski en Francine Deroudille, de dochter van de befaamde Franse straatfotograaf Francois Doisneau – aan wie hij ooit de film Lettres À Francine richtte.

Met hen bespreekt hij het leven en werk waarover hij zich zelf zeker niet in juichtermen uitlaat. Deze stemmige film weerspiegelt de ‘tone of voice’ van de man zelf, die bedachtzaam de ruim zeventig jaar die nu achter hem liggen beschouwt. Aan de hand van de beelden die hij daarvan heeft gemaakt en de herinneringen die deze onvermijdelijk oproepen.

My Name Is Alfred Hitchcock

Dogwoof

’Oh, ik weet zelf ook wel dat ik al veertig jaar dood ben’, zegt Alfred Hitchcock (1899-1980) aan het begin van deze absolute tour de force van Mark Cousins. ‘En er is zoveel veranderd in die jaren. Toch? Zijn jullie met die 5G-telefoons werkelijk zoveel meer verfijnd dan de onschuldige mensen die gilden bij Janet Leighs onfortuinlijke ondergang, alleen in een klinische doucheruimte, in dat verschrikkelijke motel, in Psycho?’

Hoewel het verstand ‘nee’ zegt, is het toch verdomd lastig om niet mee te gaan met de premisse voor Cousins film My Name Is Alfred Hitchcock (120 min.): dat het daadwerkelijk de grote regisseur is die tot je spreekt en niet acteur Alistair McGowan die ‘the master of suspense’ griezelig goed nadoet. Dat de gedachten die door deze uit duizenden herkenbare stem (toch?) uit het grote brein van Hitchcock komen en niet uit het vast niet veel minder grote brein van Mark Cousins.

Laten we de basisgedachte maar accepteren. Weerstand is zinloos – en ook lang niet zo prikkelend, inspirerend en leuk. Op onnavolgbare wijze duikt ‘Hitch’ dus in zijn eigen oeuvre, dat meesterwerken zoals The BirdsNorth By NorthwestVertigoMarnie en Strangers On A Train omvat en van pak ‘m beet Cary Grant, James Stewart en Gregory Peck en de actrices Ingrid Bergman, Grace Kelly en Tippi Hedren onvergetelijke iconen van de twintigste eeuw heeft gemaakt.

Cinefiel Cousins, die al diverse films over film maakte en eerder ook al een andere legende binnenstebuiten keerde in The Eyes Of Orson Welles (2018), laat Hitchcock aan de hand van de thema’s ontsnapping, verlangen, eenzaamheid, tijd, vervulling en hoogte en talloze daaraan verbonden speelfilmfragmenten een psychologisch portret van ‘zichzelf’ schetsen. Intussen geeft hij een masterclass film, met elementaire lessen als: vertraag als je personage haast heeft.

Een speelduur van twee uur is voor 21e eeuwse ogen misschien wat erg overdadig, maar deze duivels knap gemaakte film over hoe Hitchcock de beeldtaal naar zijn hand heeft gezet, zichzelf daarmee kon verwerkelijken en ons allen aan het witte doek of televisiescherm gekluisterd heeft/houdt, zorgt zowel voor leering als vermaack. Waarbij de oude meester op typisch Britse en lekker pedante wijze scènes duidt, in een bredere context plaatst en verbindt met zijn eigen bestaan.

Alfred Hitchcock is na z’n overlijden ook zijn kenmerkende gevoel voor humor niet kwijtgeraakt. Als Tippi Hedren een sigaret opsteekt in The Birds neemt die film even een korte adempauze. ‘Dit noemen jullie tegenwoordig ‘mindfulness’, of niet?’

Stormy

Peacock

‘It was awful but I didn’t say no’, zegt Stormy Daniels nu over de gebeurtenis, waarmee ze ook buiten de porno-industrie wereldberoemd is geworden. In 2006 ontmoet de 27-jarige Stormy (110 min.) bij een golftoernooi in Lake Tahoe de ruim dertig jaar oudere ondernemer en realityster Donald Trump. In zijn hotelkamer wil hij, vertelt ze in deze documentaire van Sarah Gibson, plotseling seks met haar. En zij laat het gebeuren.

In die tijd is Trump al getrouwd met zijn huidige, derde echtgenote Melania. Als hij zich negen jaar later kandidaat stelt voor het Amerikaanse presidentschap vormt het verhaal van zijn affaire met Stormy – echte naam: Stephanie Clifford – dus een bedreiging voor zijn politieke ambities. Daarom laat de Republikeinse presidentskandidaat zijn rechterhand Michael Cohen haar, nét voor de verkiezingen van 2016, 130.000 dollar betalen. Hij koopt daarmee, denkt ie, haar stilzwijgen.

In januari 2018, wanneer Donald Trump alweer een jaar president van de Verenigde Staten is, lekt de dubieuze deal echter uit. Stormy wordt subiet het mikpunt van Trumps omvangrijke trollenleger. Dat ze haar uitmaken voor hoer of slet kan ze best hebben, zegt Clifford daarover opvallend nuchter. Ze moeten het alleen niet wagen om haar een leugenaar te noemen. Als Michael Cohen de zaak dan ook nog lijkt te gaan behandelen in een boek, is de maat vol.

Daniels huurt een advocaat in, de publiciteitsgeile Michael Avenatti, die haar moet bevrijden van de geheimhoudingsverklaring die ze heeft getekend. Als ze op 25 maart 2018 besluit om haar verhaal te doen in het televisieprogramma 60 Minutes, sluit ook journalist Denver Nicks aan. Hij begint achter de schermen opnames te maken bij de zaak die dan allang verder reikt dan dat ene slippertje: heeft Trump misschien campagnefinancieringswetten overtreden?.

Nicks kan van binnenuit de emotionele achtbaan vastleggen waarin zijn hoofdpersoon in de navolgende periode terechtkomt. Daar zit de meerwaarde van deze film, die de achterkant van een in de pers breed uitgemeten politieke affaire kan laten zien: hoe Stephanie Clifford, haar echtgenoot Glen en hun dochtertje zich staande proberen te houden terwijl Stormy Daniels en plein public de strijd aanbindt met de president en zijn handlangers.

Trumps advocatenteam stelt in de navolgende jaren alles in het werk stelt om haar kapot te procederen. Clifford dreigt alles te verliezen wat ze heeft: haar huwelijk, haar inkomen én haar bewegingsvrijheid. Want de lieden die haar in 2018 nog vanaf een anoniem account uitscholden, uiten tegenwoordig rustig op eigen titel onverholen dreigementen. Aan het eind van deze boeiende film oogt ze dan ook verbitterd, moegestreden en bang.

Het beschadigde meisje uit een white trash-milieu, de ongenaakbare stripper en pornoster, de vrouw die zich dapper teweer stelt tegen de ‘grab ‘em by the pussy’-president, de onderneemster die tijdens dat proces ook gewoon de tering naar de nering zet met de striptour Make America Horny Again en het boek Full Disclosure en de moeder die koste wat het kost haar kind wil beschermen maakt tegenwoordig een ronduit geslagen indruk.

Terwijl haar Nemesis middenin zijn derde presidentscampagne zit en druk doende is om al z’n juridische problemen voor zich uit te schuiven, vreest zij bankroet en de gevangenis. De behoefte om haar kant van het verhaal over het voetlicht te brengen, zodat de wereld weet wat er zich tijdens en vooral na dat schmutzige bezoek aan Trumps hotelkamer heeft afgespeeld, lijkt stilaan te zijn gedoofd. Sommige gevechten mag/kun je nu eenmaal niet winnen.

De zwijggeldaffaire komt waarschijnlijk in het voorjaar van 2024 alsnog voor de rechter. Stormy Daniels lijkt dan te mogen getuigen.

Take Care Of Maya

Netflix

Hun dochter Maya wordt in 2015 voor vijf dagen in coma gebracht. Op advies van dokter Ashraf Hanna laten Jack en Beata Kowalski haar een experimentele behandeling ondergaan, die alleen in Mexico wordt aangeboden. Maya heeft allerlei lichamelijke klachten: ademhalingsproblemen, hoofdpijn, een branderige huid, pijn aan de armen, naar binnen gekeerde benen en een algemeen lusteloos gevoel. Het Amerikaanse kind is door een arts gediagnosticeerd met CRPS: Complex Regionaal Pijn Syndroom.

Enige tijd later, in het najaar van 2016, gaat het toch weer slechter met Maya. Het inmiddels tienjarige meisje wordt begin oktober opgenomen in het Johns Hopkins All Children’s Hospital in Tampa Bay, Florida. Daar vermoeden ze dat er wel eens sprake kan zijn van ‘medische kindermishandeling’. Haar moeder Beata wordt ervan verdacht dat ze lijdt aan Münchhausen By Proxy. Bij deze psychiatrische aandoening, eerder indringend vereeuwigd in de true crime-docu Mommy Dead And Dearest, zoeken mensen steeds medische hulp voor gefingeerde of zelf veroorzaakte stoornissen of ziektes bij iemand die aan hun zorg is toevertrouwd. Op basis van zulke vermoedens wordt Maya nu onder staatsvoogdij geplaatst. Het contact met haar ouders wordt geminimaliseerd. Met ronduit dramatische gevolgen.

In Take Care Of Maya (104 min.) reconstrueert Henry Roosevelt deze bijzonder tragische geschiedenis, die in september 2023 ein-de-lijk voor de rechter zal worden gebracht. Roosevelts voornaamste bron is vader Jack, die terzijde wordt gestaan door zijn advocaten, dokter Hanna en de journaliste Daphne Chen, die de situatie rond Maya en soortgelijke kwesties heeft onderzocht. Zulke zaken zijn nooit zwart-wit, zegt zij. Deze documentaire had echter wel wat meer grijstinten kunnen gebruiken. Want doordat de betrokken hulpverleners, waaronder de zeer omstreden expert Sally Smith van de geprivatiseerde kinderbeschermingsorganisatie Suncoast Center, niet kunnen of willen reageren, lijkt Roosevelts film bijna een opstapje naar het pleidooi dat de advocaat van Kowalski straks in de rechtszaal gaat houden.

Dat betoog kan overigens voor een belangrijk deel worden geschraagd met de getuigenissen van ouders met soortgelijke ervaringen en officiële verklaringen van Maya, haar vader Jack en broertje Kyle, medewerkers van het ziekenhuis, politieagenten én Sally Smith. Aan informatie en documentatie is sowieso geen gebrek in deze voor alle betrokkenen bijzonder pijnlijke zaak. Óók doordat alles, ook persoonlijke gesprekken en telefoontjes met instanties, lijkt te zijn vastgelegd en opgenomen. In het bijzonder door Beata Kowalski, waarschijnlijk om er later de tegenpartij mee om de oren te kunnen slaan. Vanuit een moeder in nood bezien is dat begrijpelijk, maar het tekent ook de argwaan die vanaf het allereerste begin in De Zaak Maya is geslopen – en de wantrouwende samenleving waarbinnen die is gesitueerd.

De tragedie die zich mede daardoor aftekent voor de Kowalski’s wordt door Take Care Of Maya uitstekend invoelbaar gemaakt. Tegelijkertijd maakt de film ook benieuwd naar dat andere perspectief, van hulpverleners die zich genoodzaakt zagen om in te grijpen. Dat had de ‘waarheid’ van het kwetsbare kind en haar directe familie beslist kunnen verrijken.

Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now

Netflix

Hij heeft vrienden die grafdelver, dakdekker of recruiter zijn geworden. Twee anderen spelen in zijn band. Want Lewis Capaldi, een guitig joch uit het Schotse dorp Whitburn, is uitgegroeid tot een wereldberoemde zanger. Van zijn debuutalbum Divinely Uninspired To A Hellish Extent (2019), met de hit Someone You Loved, zijn inmiddels meer dan tien miljoen exemplaren verkocht.

Nu moet er een opvolger worden geproduceerd. De altijd moeilijke – cliché-waarschuwing! – tweede plaat. Die moet aantonen dat Lewis géén eendagsvlieg is. Dat hij onder druk kan presteren. Dat hij op commando hits, hits, hits! kan produceren. En filmmaker Joe Pearlman mag dit vanaf de eerste rij aanschouwen voor de documentaire Lewis Capaldi: How I’m Feeling Now (97 min.).

Vanaf het begin zit de druk er goed op bij de Schotse singer-songwriter. Voortdurend wordt er vanuit zijn professionele entourage benadrukt hoeveel albums en singles hij heeft verkocht, welke plaats die bereikten in de hitlijsten en hoe vaak hij in totaal is gestreamd. Als Capaldi al geen last had van het ‘imposter syndrome’ en schrijverspaniek, dan zou hem dat al snel worden aangepraat.

Op een gegeven moment heeft hij, samen met allerlei ingevlogen songschrijvers, toch maar liefst 54 kant en klare liedjes afgeleverd. Als hij in de opnamestudio een voorbeeld laat horen, is de eerste vraag die bij zijn manager Ryan Walter opkomt: ‘Wat vinden we? Is het zo een hitsingle?’ Toetsenist en ‘musical director’ Aiden Halliday reageert met een gepijnigde glimlach: ‘Wat een vraag, Ryan.’

‘Maar dat zijn de vragen die we moeten beantwoorden’, riposteert Walter. ‘Het heeft niet dezelfde aantrekkingskracht als Someone You Loved’, moet Halliday bekennen. Dit gesprek wordt gevoerd in aanwezigheid van de verantwoordelijke artiest, die zelf ook kritisch is. ‘Mensen houden van dingen die hetzelfde klinken’, stelt Capaldi’s manager nog. ‘Willen ze hetzelfde, maar beter, of hetzelfde?’

Het is een pijnlijke scène: de jongen die ooit onbekommerd zijn hart uitstortte op zang en gitaar dreigt vermalen te worden door de machinerie die rond hem is ontstaan. Scoren moet hij! En dat gevoel wordt alleen maar sterker naarmate de albumrelease dichterbij komt en Capaldi om de tafel moet met allerlei types uit de popbusiness. Dan spelen zijn paniekaanvallen en tics steeds nadrukkelijker op.

Dit portret maakt dat ongemak invoelbaar, maar heeft tegelijkertijd zelf ook iets ongemakkelijks. Want dat persoonlijke verhaal, en de daaraan verbonden diagnose Gilles de la Tourette, wordt nadrukkelijk ingezet om de doorstart van Lewis Capaldi’s carrière kracht bij te zetten en zijn tweede album Broken By Desire To Be Heavenly Sent, dat er op 19 mei dus gewoon gaat komen, aan te keilen. 

Deze documentaire wordt daarmee toch weer eerst en vooral een promoproduct, waarbij het kwetsbare persoonlijke relaas van de artiest slim wordt uitgevent om een ‘verhaal’, en daarmee aandacht, te creëren rond zijn muziek.

El Caso Wanninkhof – Carabantes

Netflix

Als El Caso Wanninkhof – Carabantes (89 min.) een half uur onderweg is, lijkt duidelijk wie in oktober 1999 het 19-jarige Spaanse meisje Rocío Wanninkhof Hornos, dat onderweg naar de plaatselijke kermis plotseling is verdwenen, heeft vermoord. Dan heeft de true crime-documentaire van Tània Balló echter nog bijna een uur te gaan. De kijker weet genoeg: hiermee is de zaak beslist niet afgehandeld.

Niet veel later introduceert de filmmaakster nóg een vermist meisje: de 17-jarige Sonia Carabantes. Enkele dagen later wordt ze dood aangetroffen. De zaak blijkt – natuurlijk! – verband te houden met het trieste lot van Rocío. En dan verschijnt er een vrouw op het toneel, de Britse Cecilia King, die wellicht nieuw licht op de tragische kwesties kan werpen. Ze is jarenlang voor gek verklaard door haar directe omgeving.

Met direct betrokkenen, advocaten en de gebruikelijke deskundigen en journalisten reconstrueert Balló in deze degelijke docu (Engelse titel: Murder By The Coast) de spraakmakende misdaad in de Costa del Sol, die jarenlang goed zou zijn voor een absoluut mediacircus in Spanje. Gaat het om een crime passionel? Een trieste wraakzaak? Of toch een ordinaire lustmoord? De dader lijkt doelbewust een dwaalspoor te hebben uitgezet.

De whodunnit-vraag is natuurlijk leidend in El Caso Wanninkhof – Carabantes, maar ook de rol van de media komt nadrukkelijk aan de orde: hebben die bijgedragen aan de zoektocht naar de moordenaar? Of juist ernstig in de weg gezeten? En uiteraard kent ook deze schrijnende zaak – het mag geen verbazing wekken – te langen leste louter verliezers.

Kubrick By Kubrick

Kubrick Estate

Nietszeggend vermaak. Erger bestond er niet in zijn handboek. Regisseur Stanley Kubrick (1928-1999) had zich bepaald niet thuis gevoeld in het hedendaagse Hollywood. Zoals hij dat bij leven en welzijn ook nooit was. Kubrick zou altijd een eenzaat blijven, die op het celluloid zijn geheel eigen wereld creëerde en daar liefst zo weinig mogelijk over communiceerde. Aan interviews had hij dus een broertje dood.

Voor de Franse filmjournalist Michel Ciment maakte hij een uitzondering. Die zou de nukkige filmmaker in de loop van tien jaar geregeld mogen interviewen, met als eindresultaat het uitputtende boek Kubrick. De audio-opnamen van Ciments gesprekken met de filmlegende vormen dan weer het fundament onder de geslaagde nieuwe (auto)biografie Kubrick By Kubrick (60 min.).

Dertien speelfilms zou de man uiteindelijk nalaten, gemaakt over een periode van bijna een halve eeuw. En stuk voor stuk staan ze volledig op zichzelf en hebben ze toch heel veel gemeen. Deze documentaire van Gregory Monro loopt ze niet gemakkelijk chronologisch af, maar geeft al die klassiekers hun plek in een thematisch gegroepeerde en fraai vormgegeven zoektocht naar het wezen van de Amerikaanse filmmaker.

Onderweg raakt de documentairemaker, via de tweegesprekken van Ciment en Kubrick, thema’s aan als zijn gekmakende perfectionisme, het (gestileerde) geweld in zijn films, de camera die altijd in beweging lijkt en die altijd weer onder de oppervlakte sluimerende irrationaliteit. Via archiefinterviews komen bovendien zijn cameraman, componist en acteurs als Jack Nicholson, Malcolm McDowell en Tom Cruise aan het woord.

Zonder dat de documentaire diepgaand ingaat op Stanley Kubricks persoonlijke leven, ontstaat zo toch een gloedvol en filmisch portret van de man en de regisseur. Via zijn imposante oeuvre, dat ruim twintig jaar na zijn dood nog altijd tot de verbeelding spreekt en blijft vragen om interpretatie en duiding. Zoals dat nu eenmaal gaat met belangwekkende kunst.

Volg Je Me Nog?

VPRO

Drie jonge vrouwen, lekker ongedwongen op een picknickkleedje in het park. @jolielot maakt nog even gauw een foto. Voor Instagram, waarschijnlijk. Al zijn ze alle drie, zeggen ze tegen elkaar, aan het minderen. Letterlijk.

‘Ik heb nu 185.000 volgers’, vertelt @by.iris.sophia. ‘Maar ik had er eerst 250.000. Dus dat is wel een beetje ingezakt.’

‘Really? Ben je er zoveel kwijtgeraakt?’ vraagt @larissabruijn. ‘Ik ga volgens mij ook omlaag. Ik heb er nu iets van 80.000 of zo. Richting zeventig, zestig, vijftig….’

‘Ik zit nu op 130.000’, stelt @jolielot. ‘Ik ben natuurlijk een half jaar echt stil geweest. Nu dat ik weer actiever word, groei ik wel weer. Maar het is niet meer als vroeger.’

Oftewel: Volg Je Me Nog? (38 min.), een korte documentaire van Willem Timmers (alias @wilmfilm) en Doortje Smithuijsen, die eerder ook het thematisch verwante Mijn Dochter De Vlogger maakte, over drie influencers met een soort midlifecrisis. Ze lijken te worden ingehaald door een nieuwe generatie.

De kijkcijfers dwongen @by.iris.sophia bijvoorbeeld tot voor kort om permanent op reis te zijn. Of ze daar nu zin in had of niet. Haar bedrijf voer er wel bij, maar zij dreigde vast te lopen. Wordt ze niet gewoon te oud voor Instagram? Tijd voor therapie.

@larissabruijn wil vooralsnog van geen ophouden weten. Zij gaat zich richten op haar shopvlog, verkent de plek waar hedendaagse jongeren zijn te vinden, TikTok, en probeert aansluiting te vinden bij de aldaar behoorlijk populaire @drewfelipee.

@jolielot tenslotte is zwanger en worstelt als influencer tevens met haar identiteit. ‘Ik hoop dat mensen het ook leuk vinden om me te blijven volgen in deze nieuwe fase.’ Voor de zekerheid volgt ze een training bij verdiencoach @hannekevanonna.

Ze gaat bovendien op YouTube, om nóg meer van zichzelf te kunnen tonen. ‘Is het een optie om het kind niet te laten zien?’, wil @doortje2000 Smitshuijsen weten als @jolielot de babykamer inricht. ‘Ja.’. Ze denkt even na: ‘Ja, maar als wij er niet tegen zijn, waarom zou het dan een optie zijn om het niet te doen?’

Daar valt natuurlijk weinig tegenin te brengen. Al kun je je afvragen of het fijn is, om op te groeien als vleesgeworden reclamezuil. Om zo oud te worden. Of gewoon volwassen. Dergelijke vragen worden opgeroepen door deze helemaal bijdetijdse film, die ons allen een spiegel voorhoudt. Niet alleen Influencend Nederland.

Maria By Callas

Fonds de Dotation Maria Callas / NTR

‘Er zitten twee personen in me’, zegt de hoofdpersoon van deze film tijdens een tv-interview met David Frost uit 1970. ‘Ik wil graag Maria zijn, maar moet ook Callas recht doen.’ De eigenzinnige vrouw en de wereldberoemde operaster staan soms op gespannen voet met elkaar. ‘En als het erop aankomt, wie wint er dan?’ wil Frost weten. ‘Maria of Callas?’ De gevierde sopraan houdt zich op de vlakte: ‘Ik hoop dat ze niet zonder elkaar kunnen bestaan.’

In een ander fragment uit hetzelfde interview, dat regisseur Tom Volf gebruikt als anker voor zijn portret van Maria Callas (1923-1977), is ze een stuk explicieter. Die status van beroemdheid, voortdurend op de huid gezeten door de schandaalpers, kan haar gestolen worden. ‘Ik had liever een gelukkig gezin gehad en kinderen. Dat is de voornaamste roeping van de vrouw. Maar het lot heeft me deze carrière gegeven.’

Die loopbaan heeft haar tot de grote ster van Verdi-, Puccini- en Bellini-opera’s gemaakt, maar blijkens Maria By Callas (112 min.) net zoveel conflicten en frustraties opgeleverd; van een publiek ontslag bij het Metropolitan Orchestra tot een groots opgezet concert in Rome, dat vanwege bronchitis moest worden afgezegd. Die beslissing is haar nog jaren nagedragen en noopt haar in latere tijden tot een wat gematigdere toon, tot aan valse bescheidenheid aan toe.

Duidelijk is dat de Grieks-Amerikaanse zangeres een dame met temperament was. Ze maakt in deze stevige biografie, opgebouwd uit een uitbundige hoeveelheid archiefmateriaal en met opvallend lange muziekstukken, regelmatig een teleurgestelde indruk, ook omdat ze zich in vraaggesprekken steeds weer moet verdedigen. Maria wil eigenlijk een vrouw zijn, die zich helemaal kan wegcijferen voor een man. Zegt ze.

Intussen lucht ze haar hart in brieven aan haar zanglerares/hartsvriendin Elvira de Hidalgo, actrice Grace Kelly en haar geliefde, de steenrijke scheepsmagnaat Aristoteles ‘Aristo’ Onassis. Voor hem geeft ze ook haar huwelijk op. Uiteindelijk zal hij haar echter weer verlaten voor een andere celibrity. ‘Ik ben ervan overtuigd dat Onassis m’n vriendschap nodig heeft’, zegt ze daarover tegen David Frost. ‘Want ik vertel hem de waarheid. Niet dat jullie mannen graag de waarheid horen.’

Trial By Media

Netflix

‘If it bleeds, it leads.’ Curtis Sliwa, de flamboyante New Yorker die eind jaren zeventig de militante burgerwacht The Guardian Angels oprichtte, heeft een eenvoudige verklaring voor de enorme ophef rond Bernhard Goetz. Net als Sliwa vond deze ‘Subway Vigilante‘ dat het hard nodig was dat de stad veiliger werd gemaakt.

En net als Paul Kersey, het Charles Bronson-personage uit de omstreden Death Wish-speelfilmreeks, besloot hij om het recht in eigen hand te nemen. De man, die enkele jaren daarvoor was overvallen, schoot vier zwarte jongens neer in de metro en groeide zo binnen de kortste keren uit tot het middelpunt van een enorme mediahype. Bernhard Goetz werd zowel gebombardeerd tot ‘poster boy’ voor de National Rifle Association als uitgemaakt voor schietgrage racist, die in koele bloede een stel ‘nikkers’ had afgemaakt.

Trial By Media (367 min.) belicht zes van dit soort spraakmakende true crime-verhalen en brengt ze met direct betrokkenen, aanklagers, advocaten, activisten en politici opnieuw in kaart. Van de tientallen politiekogels die werden afgevuurd op de ongewapende Afrikaanse immigrant Amadou Diallo (door Bruce Springsteen vereeuwigd in American Skin (41 Shots)) en de geruchtmakende groepsverkrachting in een bar (verfilmd met Jodie Foster onder de noemer The Accused) tot de jongen die, nadat hij in de tv-show Jenny Jones werd geconfronteerd met een liefdesverklaring van een andere man, maar één uitweg zag: zijn wapen.

Zulke dramatische gebeurtenissen worden vervat in gedegen reconstructies, met een stevige bronnenlijst en fraai archiefmateriaal. Die leveren verder geen spraakmakende nieuwe onthullingen op en resulteren ook niet in een soort metavisie op de rol van de pers in dit soort zaken (zoals bijvoorbeeld het Nederlandse televisieprogramma Medialogica steeds probeert te vinden). Trial By Media is vooral een hervertelling van spannende en schokkende verhalen die zich stuk voor stuk afspeelden onder het oog van een groot publiek, dat door verschillende partijen slim werd bespeeld en zo ook weer invloed had op de afwikkeling ervan.

Een erg smakelijk voorbeeld daarvan is de gang van zaken rond de strafzaak tegen de protserig rijke zorgondernemer Richard Scrushy (HealthSouth) uit Alabama. Hij wordt beschuldigd van grootschalige fraude en start vervolgens, om de gunst van het volk (weer) te winnen, een soort tweede carrière als tv-dominee. ’s Mans advocaten maken van zijn rechtszaak intussen een onvervalste ‘good ol’ boy-show’. Met smeuïge verhalen houden ze pers en publiek zoveel mogelijk uit de buurt van de feiten. En dat werkt: want een goed verhaal, zo luidt een andere boutade van en over de media, moet je niet dood checken.