So This Is Christmas

Autlook

‘Wat ik zou willen hebben voor Kerstmis kan ik niet krijgen’, zegt Jason Phelan geëmotioneerd. ‘Ik kan mijn Roxy niet terugkrijgen.’ Zijn vrouw is het voorgaande jaar overleden, om ‘twee minuten voor vier op 17 februari’. Samen met z’n zoons Cathal en Setanta staat hij nu voor de eerste kerst zonder hun moeder. Hij heeft haar beloofd dat hij voor hen zal zorgen. ‘Je moet hoop hebben’, zegt Jason, ook tegen zichzelf. ‘Als je die verliest, verlies je alles.’

Want kerst mag voor sommige mensen dan de mooiste tijd van het jaar zijn, het is ook een feest dat anderen juist confronteert met zichzelf en hun leven. Met eenzaamheid, een eetstoornis of te weinig geld om cadeautjes te kopen, bijvoorbeeld. De Ierse documentaire So This Is Christmas (90 min.) snijdt zulke thema’s aan via een vijftal goed gekozen personages, waarmee het, in het kader van ons aller kerstgevoel, bovendien lekker gemakkelijk identificeren is.

Regisseur Ken Wardrop lardeert hun persoonlijke verhalen met typische kersttaferelen en een suikerzoete soundtrack. Die geven zijn film de melancholieke ondertoon die past bij zijn hoofdpersonen. De alleenstaande moeder Lorette bijvoorbeeld die vaste klant is bij de voedingsbank en zich geen bezoek aan de speelgoedwinkel kan permitteren. Oudere vrijgezel Shane die véél te vroeg bij een georganiseerd kerstdiner arriveert. Of de anorectische veertiger Mary die liever alleen thuis blijft.

Eenzaamheid is een steeds terugkerend thema in hun ontboezemingen. Soms ook letterlijk: ‘home alone’. Zoals bij Annette Foran, een oudere vrouw die letterlijk niemand heeft om mee naar de kerk te gaan – of om überhaupt iets te gaan doen. Ze werd vroeger gepest op school en durft nog altijd nauwelijks mensen te vertrouwen. Annette kent helemaal niet zoiets als een kerstgevoel. ‘Eenzaamheid is erg’, constateert zij scherp. ‘Maar onzichtbaar zijn en vergeten worden is nog veel erger.’

Vanzelfsprekend is So This Is Christmas desondanks geen al te zwaarmoedige film geworden. Hoewel elk huisje z’n kruisje heeft, zeker in het katholieke Ierland, bevat deze, jawel, kerstdocu meer dan genoeg geloof, hoop en liefde om het hart aan te warmen.

All The Empty Rooms

Netflix

En dan staan ze ineens voor de deur, een journalist en een fotograaf. Steve Hartman en Lou Bopp bellen netjes aan. De ouders nemen hen vervolgens mee naar boven. Ze hebben eerder al uitgebreid met de twee gesproken. Naar die immens lege slaapkamer. Alhoewel, leeg? De kamer staat vol met SpongeBob, foto’s en vuile kleren. Met een houten kastje, fleurige schoolprojecten en die ene kattentrui van Amazon. Of: met knuffelberen, roze muren en allerlei lichtjes, die sindsdien nooit meer uit zijn geweest.

Toen verslaggever Steve Hartman van CBS News in 1997 zijn eerste reportage maakte over een schietpartij op school, waren er nog maar zo’n zeventien ‘school shootings’ per jaar in de Verenigde Staten. Inmiddels staat de teller op 132. Om de dag dringt er een schutter een willekeurig schoolgebouw in en maakt daar één of meerdere slachtoffers. Hartman is lam geslagen door al dit uitzinnige geweld en zijn eigen verslagen daarvan. Sinds zeven jaar werkt hij daarom aan een langere productie over de slaapkamers van vermoorde kinderen. Samen met fotograaf Lou Bopp heeft hij er nog drie te gaan.

In de korte documentaire All The Empty Rooms (35 min.) sluit filmmaker Joshua Seftel bij hen aan, te beginnen met de online-kennismaking met de getroffen ouders. Daarna stappen ze samen die huizen binnen, waar het leed nog altijd alomtegenwoordig is. De ouders ontvangen Hartman en Bopp met verhalen over hun kinderen en laat hen  familiefoto’s en -filmpjes zien. Tussendoor koesteren de twee mannen hun eigen kinderen, ook hun dierbaarste bezit. Met zijn dochter Rose maakt Bopp bijvoorbeeld elke dag ‘de ochtendfoto’, om de voortgang van het leven vast te leggen. Die elders ontbreekt.

Hartman denkt tevens na over de rol van de media na de ‘shootings’. Is er niet veel te veel aandacht voor de daders, met de schutters van Columbine als meest navrante voorbeeld? En heeft hij met zijn eigen, veelal positief ingestoken, reportages de wereld niet vaak witgewassen? Met hun productie over de verlaten slaapkamers, en Seftels ingetogen weerslag daarvan, leggen ze de aandacht weer waar die hoort: bij de kinderen. En hun ouders krijgen naderhand een persoonlijk fotoboek. Met herinneringen aan de jurk voor het schoolbal, een schoenenverzameling en briefjes aan een toekomstige zelf.

Slave Island

Periscoop Film

In de koloniale tijd stond het Indonesische eiland Sumba bekend om slavenmarkten, die werden gerund door adellijke families. Sumba kan echter nog steeds voor een Slave Island (93 min.) doorgaan. De Maramba, de plaatselijke ‘upper class’, bezitten ook nu nog huisslaven, de zogeheten Ata. Voor activist Jeremy Kewuan is dit een onverteerbare kwestie. Hij bijt zich vast in de benarde positie van deze bedienden/slaven en stelt die aan de kaak in deze schrijnende film, die hij maakte met Jimmy Hendrickx.

Kewuan bekommert zich in het bijzonder om de drie kinderen Witta, Rangga en Kedo. Zij worden beschouwd als het bezit van Meester Lucky, die tot de bovenklasse van het dorp Noha behoort. Hun gepijnigde blik en de littekens op hun lijf verraden de behandeling die hen al hun hele leven ten deel valt. Als afstammelingen van de slaven zijn Ata zoals zij in Lucky’s ogen, in tegenstelling tot fijnbesnaarde lieden zoals hijzelf, lomp en grof in de mond. ‘Het zijn mensen’, vertelt hij aan Kewuan. ‘Maar ze denken als dieren.’

 ‘Zie het niet als iets wreeds’, zegt de meester even later. ‘Als een kat iets verkeerds doet, geven we die ook een tik. Terwijl we er nog steeds van houden.’ Hij herhaalt: ‘Terwijl we er nog steeds van houden.’ Niet alleen katten krijgen dus geregeld een pedagogische tik. Ook bedienden, kinderen soms nog, worden zo nodig hardhandig gecorrigeerd. En als ze komen te overlijden, dan wacht een anoniem graf, bij het huis van hun meester. Sterker: als die overlijdt, gaan zij volgens de overlevering mee het graf in. Levend.

De hele gemeenschap weet van deze eeuwenoude praktijken, maar niemand op Sumba grijpt in. Het Robinson Crusoë-achtige eiland is van een bedrieglijke schoonheid, die door Kewuan en Hendrickx ook volledig wordt uitgenut. Een tropisch paradijs uit vervlogen tijden, met stiekem ook de slavenarbeid en mensenhandel die eeuwenlang goed gebruik waren. En Jeremy Kewuan moet behoedzaam manoeuvreren om zijn kritiek daarop bespreekbaar te maken, zonder dat hij Lucky tegen zich in het harnas jaagt.

Als het verlegen meisje Witta ineens verdwenen blijkt te zijn, lopen de gemoederen desondanks hoog op en beginnen ook de andere dorpelingen zich uit te spreken…

Gaza’s Twins, Come Back To Me

Alef / Een van de jongens/ BNNVARA

Via de foto’s en video’s die haar zus Isreen met haar telefoon doorstuurt, proberen de Palestijnse vrouw Rania Deifallah en haar echtgenoot Akram hun pasgeboren tweeling te leren kennen. Hamoud en Jowan hadden oorspronkelijk ook nog een zusje. Dat is in november 2023 echter overleden in het Kamal Adwan-ziekenhuis te Beit Lahia, in het noorden van Gaza. Door complicaties bij de bevalling of de continue bombardementen van het Israëlische leger, wie zal het zeggen?

Na hun geboorte moesten de twee andere baby’s aansterken in de couveuse. Toen het ziekenhuis vervolgens werd geëvacueerd, zijn zij, na een periode waarin onduidelijk was ’t of ze ’t überhaupt overleefd hadden, in zuid-Gaza terechtgekomen. Daar worden ze opgevangen door hun tante Isreen en de rest van de familie, die daar al eerder was beland. Een reisverbod houdt hun moeder Rania vast in Beit Hanoun, in het uiterste noorden van de Gazastrook. Daar wacht zij op de tweeling.

Intussen probeert de jonge vrouw met haar man en hun andere kinderen in barre omstandigheden te overleven. De rest van de familie lijdt al evenzeer door de oorlog en moet steeds verkassen naar een nieuw, min of meer veilig, onderkomen. In de indringende documentaire Gaza’s Twins, Come Back To Me (96 min.) volgt regisseur Mohammed Sawwaf, zelf woonachtig in Gaza, gedurende zestien maanden of het hen lukt om de ouders en hun kinderen te herenigen.

Terwijl de beide takken van de familie de dood te slim af proberen te zijn – effectief tegenover elkaar weggesneden door de filmmaker, die dicht op het verhaal zit – beginnen de kinderen zich ook te hechten aan hun liefdevolle tantes en grootouders. En moeder Rania moet van een afstandje toekijken. Óók als blijkt dat Hamoud achterloopt bij zijn zusje ‘Juju’. Hij is niet volledig ongeschonden uit de bevalling gekomen en heeft behoefte aan extra zorg, die niemand hem in deze helse situatie kan bieden.

Het kwetsbare jongetje zal gewoon moeten overleven, in de hoop dat er ooit betere tijden komen. Net als de rest van zijn familie. Aan woede of wanhoop worden verder verrassend weinig woorden gewijd. ‘We wachten allemaal gewoon op de dood’, laat Rania zich weliswaar een keer ontglippen, maar al snel herpakt ze zichzelf en is het parool weer: moedig voorwaarts. Samen. In desolate omstandigheden die mensen dwingen om te laten zien uit welk hout ze gesneden zijn.

Daarmee wordt deze film over de twee Palestijnse baby’s een lofzang op familie, het sociale netwerk en de gemeenschap. Het geheel blijkt weer eens meer dan de som der delen, aangetoond in bijzonder tragische omstandigheden. Samen zijn ze moediger, vindingrijker en liefdevoller dan ze zelf waarschijnlijk ooit zouden hadden kunnen bedenken.

Timestamp

Cherry Pickers / vanaf donderdag 19 februari in de bioscoop

‘Yulia, ik kan je horen en zien’, begint de oudere leerkracht monter aan haar les. Ze heeft een stoel op een tafel geplaatst en daar haar laptop opgezet. ‘Hoe gaat het in Nederland?’, vraagt ze aan het meisje. ‘Hou je het vol?’ Al snel sluiten er nog andere middelbare schoolleerlingen online aan. ‘Dania, kom op. Zet de camera aan. Nastia, zie ik je vandaag nog?’

Als iedereen klaar zit, kan de wiskundeles beginnen. ‘Vandaag kijken we hoe het kwadraat van een binomiaal is af te splitsen’, wijst de docente naar een berekening op het schoolbord, dat ze provisorisch op een buitenmuur heeft bevestigd. De vrouw staat midden in Borodianka, een volledig kapotgeschoten stad in de buurt van Kiev die inmiddels weer in Oekraïense handen is. Ook het schoolgebouw heeft de Russische aanvallen niet overleefd.

Elders in Oekraïne wordt er eveneens lesgegeven met hindernissen, toont de observerende documentaire Timestamp (125 min.) van Kateryna Gornostai. Zij filmde in de periode van maart 2023 tot en met juni 2024 bij scholen, opleidingen en trainingscentra in de Oekraïense regio’s die het meest worden geraakt door de oorlog. De lessen kunnen elk ogenblik worden onderbroken door een luchtalarm, waarna iedereen een schuilkelder opzoekt.

In Kharkiv, zo’n veertig kilometer van het front, moeten basisschoolkinderen zowaar met een politie-escorte naar de ondergrondse school worden gebracht. Het tekent de vastberadenheid van dit land: Russische agressie of niet, het gewone (school)leven moet door. Niets mag de jeugd, de toekomst van dit bedreigde land, in de weg staan – al wordt die, met wapentraining, EHBO-les en onderricht in het werken met drones ook voorbereid op de strijd.

Gornostai richt zich niet op afzonderlijke personages of verhalen, ze verzamelt vooral impressies die de onverzettelijkheid van haar land tonen. Net als andere Oekraïne-films, zoals The Invasion en Songs Of Slow Burning Earth, laat Timestamp zo de oorlog zien zonder de oorlog te laten zien. Op de achtergrond is die nochtans altijd aanwezig, een enkele keer slaat ie zelfs keihard toe. Zoals in Romny waar een droneaanval vier dodelijke slachtoffers op een school heeft gemaakt.

Intussen komt het eind van alweer een schooljaar in oorlogstijd in zicht. Terwijl in het bevrijde Borodianka de herbouw van de plaatselijke school naar de mening van de bewoners echt véél te langzaam gaat, maken scholieren zich elders op voor hun examens of de toelatingstoetsen voor een vervolgopleiding. Ze hopen tegelijkertijd op een feestelijke diploma-uitreiking – ook al moet die soms, zoals in de belegerde stad Bachmoet, online plaatsvinden.

Deze ruim bemeten collageachtige film, verrijkt met ijle muziek van Alexey Shmurak, toont dat ook Oekraïne ervan overtuigd blijft dat de jeugd de toekomst heeft. Liefst zonder oorlog.

House Of Hope

Cinema Delicatessen

Over enkele maanden wordt ‘t 7 oktober 2023. Deze film over een Palestijnse vrije school op de Westelijke Jordaanoever is dan ruim een half uur onderweg. De kinderen hebben aan het begin al een eed afgelegd dat ze een niet-gewelddadige, vreedzame persoon willen zijn. Het jongetje dat dan het woord heeft, verwijst naar Martin Luther Kings I Have A Dream-speech en schetst een hoopvol beeld: een natie waarin iemand niet wordt beoordeeld op z’n huidskleur of afkomst, maar op zijn eigen persoonlijkheid. ‘You must be the change you wish to see’, staat er achter op zijn rode schoolshirt.

Dit House Of Hope (89 min.), in Al Eizariya op de Westbank, is opgericht door de Palestijnse vrouw Manar Wahhab en haar echtgenoot Milad. In een omgeving waar het voor kinderen gemakkelijk is – en misschien ook wel voor de hand ligt – om de wapens op te nemen, vangen zij hen liefdevol op. Ze prediken op school geweldloos verzet en helpen de leerlingen met het plaatsen en verwerken van pijn en verdriet. Tegelijkertijd wordt de basisschool door talloze beveiligingscamera’s omgeven en komen er via de media continu berichten binnen over ontsporend geweld en verdere escalaties.

Als er zo ook nieuws binnenkomt over de terreuraanval van Hamas op 7 oktober en Israëls vernietigende reactie daarop, lijkt alles in het leven van Manar in gevaar te komen. Haar ideaal om Palestijnse kinderen een betere toekomst te kunnen bieden, dat documentairemaker Marjolein Busstra een kleine twintig jaar eerder al voor haar innam en dat dus heeft geresulteerd in een eigen school, wordt nu getoetst door de wrange realiteit. Waar blijven hoop en liefde als het Israëlische leger ’s nachts binnenvalt, als raketaanvallen iedereen bang maken en als je je zorgen maakt over je eigen kinderen?

Busstra legt van binnenuit vast hoe ze binnen de school trouw proberen te blijven aan hun eigen principes. ‘Als iemand ons pijn doet, reageren we niet door de ander pijn te doen’, houdt Manars man Milad de kinderen bijvoorbeeld voor. ‘We reageren met het recht, met woorden.’ Tegelijkertijd twijfelen de twee ook over hun eigen kinderwens. Manar wil eigenlijk graag nog een kind, maar vraagt zich af of ze dat wel wil in deze wereld. ‘Als iedereen zo denkt, dan krijgt niemand meer kinderen’, reageert haar schoolcollega Zain scherp. ‘Dan worden we een minderheid.’

Intussen moeten Manar en Milad hun zoon Neshan gewoon elke dag die wereld insturen, langs checkpoints en wegversperringen. In de hoop dat hem niets overkomt. Binnen die zeer geladen situatie, laverend tussen het optimisme diep van binnen en opperste wanhoop over het lot van hun volk, proberen ze met hun leerlingen steeds weer ‘het licht in ons hart’ te vinden en zelf overeind te blijven. Ga in vrede, zeggen ze, in een film waarin de gevolgen van het aanhoudende geweld op het hoofd en hart van Palestijnen wordt onderzocht, tegen de kinderen – en vast ook een beetje tegen zichzelf.

Mama, Mag Ik Naar Huis Toe?

Filmmoment / Ethics Filmservice

‘Net of je dood gaat van binnen’, zegt Monique, als ze terugdenkt aan het moment waarop haar kind, nu alweer de nodige jaren geleden, naar een pleeggezin moest. Een ‘wiethok’ was voor hulpverleners destijds aanleiding om in te grijpen. Bij de vijf andere moeders die hun verhaal doen in de documentaire Mama, Mag Ik Naar Huis Toe? (70 min.) waren drugsgebruik, huiselijk geweld en/of geen dak boven het hoofd reden om de kinderen bij hun moeder weg te halen.

Dat betekende natuurlijk niet dat de vrouwen in kwestie – de bijbehorende papa’s ontbreken in deze film van Eline van der Kaa en Jesse van Venrooij – zich in die beslissing konden vinden en er direct mee akkoord gingen. Ze waren verbijsterd, diepbedroefd of woedend. Soms kwam ‘t op het moment zelf zelfs tot een handgemeen met de hulpverleners of de politie. En daarna kwam de realisatie: ik ben hem/haar/hen kwijt – misschien wel definitief.

De pleegouders konden ‘t intussen moeilijk goed doen. ‘Die mensen vond ik verschrikkelijk’, vertelt Coby. En dat sprak ze ook uit. Aleksandra’s dochter Romy kwam bij twee mannen terecht. Dat kon ze moeilijk accepteren. Het plaatje klopte gewoonweg niet. Noraly en Yvonne waren vooral boos op zichzelf. Het was hen niet gelukt om een tijd clean te blijven. Net als de andere moeders die hier hun ervaringsverhaal delen, kampten ze met schaamte en schuldgevoelens.

Dapper doen ze desondanks hun verhaal, zittend in hun eigen omgeving. Diana probeert tegelijk ook de tuin op orde te brengen. Haar verhaal is extra schrijnend. Ze heeft drie meiden en drie jongens, uit drie verschillende relaties. Het merendeel is, soms erg bruusk, uit huis geplaatst. De elfjarige Renesmee woont nog wel bij haar moeder. De zorg voor het meisje begint echter zwaar te wegen voor Diana, die nu deeltijd pleegzorg overweegt voor haar kind.

Van der Kaa en Van Venrooij volgen de vrouw terwijl ze het contact met een pleegmoeder aftast. Daar kan Renesmee om de week een hele week terecht. Samen proberen de twee vrouwen het beste te maken van een ongemakkelijke situatie, waarmee Diana al veel te vaak heeft moeten dealen. Dat is duidelijk ook de boodschap die de andere moeders – en deze film als geheel – willen uitdragen: beweeg maar mee, dan doet ’t waarschijnlijk het minste pijn.

In de omgang met hulpverleners en pleegouders, vervat in enkele observerende scènes, proberen ze tegenwoordig dus gezamenlijk terrein te vinden. Bij een goede relatie tussen biologische ouders en pleegouders is uiteindelijk iedereen gebaat. Niet in het minst hun eigen kinderen, die in deze gedegen getuigenisdocu zoveel mogelijk buiten beeld worden gehouden. ‘Als je je kind wilt zien’, zegt Monique gelaten, ‘dan zul je toch mee moeten werken.’

Grand Me

Associate Directors

De auto begint te rijden. Achter het stuur zit de Iraanse vrouw Atefeh. Naast haar op de bijrijdersstoel een meisje in een fleurige oranje blouse, haar dochter Melina. Moeder vindt dat ze beter haar best moet doen op school. ‘Dat boeit me niet’, onderbreekt Melina haar bruusk. ‘Het laat me koud wat jij wil.’ Zij wil weten waarom mama van papa is gescheiden. ‘Wat valt er nog te zeggen?’ zucht Atefeh en laat een stilte vallen. Melina neemt daarmee geen genoegen. ‘Nu heb je ineens niets meer te zeggen.’

Waarna de documentaire Grand Me (79 min.) twee jaar terug in de tijd gaat als Melina haar negende verjaardag viert, bij haar zorgzame grootouders in Isfahan. Mama Ati en Baba Ati proberen het meisje het thuis te bieden dat Melina’s vader en moeder haar blijkbaar niet willen of kunnen geven. Die scheidden toen ze zes maanden was. Daarna woonde zij zes jaar lang bij haar moeder Atefeh. Tot die hertrouwde met een man die ook al kinderen had. Melina belandde bij haar opa en oma, waar hun dochter en haar tante, de filmmaakster Atiye Zare Arandi, het samengestelde gezinnetje begon te filmen.

Samen met Bram Crols heeft zij van die beelden nu een bitterzoete vertelling gemaakt. Waarbij de warmte die Melina bij haar grootouders vindt als ze een spelletje doen, nagels lakken of lekker dollen pijnlijk contrasteert met de koude schouder die ze van haar beide ouders krijgt. ‘Ze hebben het te druk met hun eigen leven’, stelt Melina die een voogdijzaak tegen hen heeft aangespannen. Haar vader houdt ’t bij belletjes, waarbij ie ook rustig ophangt als iets hem niet zint. Moeder bezoekt haar dochter ook nog wel eens en wordt dan geconfronteerd met de vlogs die het meisje inmiddels van haar leven maakt.

De film schakelt ook regelmatig terug naar die auto, waar Melina nog steeds haar gram haalt op Atefeh. Die valt geregeld stil, wordt emotioneel of slaat terug. Intussen is het de vraag waarnaar de twee op weg zijn en wat dit heeft te maken met de toekomst van het inmiddels elfjarige meisje, dat vermalen dreigt te worden door de plannen van haar ouders en hun nieuwe partners. Het is allerminst zeker dat daarbinnen ook plek is voor haar, hun kind. Het aandoenlijke meisje blijft vooralsnog aangewezen op de liefde en zorg van Mama en Baba Ati, die zich wel voor haar kunnen en willen wegcijferen.

Bij hen mag Melina gewoon ‘Grand Me’ zijn, de allerbelangrijkste in de hele wereld. En dat gevoel hoeft elk kind, waar ook ter wereld, soms nodig, laat deze delicate film nog maar eens ten overvloede zien.

Tyst I Klassen

HBO Max

Een geanonimiseerde man stuit op een downloadsite, waar hij naar verluidt op zoek is naar een martial arts-film, op ‘creepshots’: stiekem gemaakte foto’s en filmpjes van jonge meisjes. Hij ziet meteen iets opmerkelijks: de plek waar de beelden zijn gemaakt is duidelijk te herkennen. Het gaat om een internationale privéschool in de Zweedse stad Karlstad.

En het kost hem al even weinig moeite om te ontdekken wie de maker is van het ongepaste beeldmateriaal: een recreatieleider van deze Internationella Engelska Skolan, die zich online Waney Larway noemt. De schoolmedewerker heeft heimelijk leerlingen gefilmd en laat soms ook een zogeheten ‘cum tribute’ achter op die beelden.

De anonieme man wil niet in de zaak betrokken raken, zegt hij in de driedelige serie Tyst I Klassen (Engelse titel Quiet In Class, 126 min.). Daarom schakelt ie niet de politie in, maar stuurt eerst een bericht met screenshots naar de plaatselijke krant, Värmlands Folkblad, en daarna een brief naar de rector van de Engelska Skolan.

Daar lijkt de zaak te stranden. Binnen de school heerst een zwijgcultuur. Lastige zaken worden achter gesloten deuren afgehandeld. Meisjes die zich beklagen over ongepast gedrag van de recreatieleider, vertellen ze geëmotioneerd in deze miniserie, worden steeds afgewimpeld. Hun verhalen kunnen schadelijk zijn voor het imago van de school.

En dan neemt de zaak, aan het einde van de eerste aflevering, ineens een opmerkelijke wending, die de verwikkelingen in deze uitgekiende productie van Fredrik Öjes, aangekleed met chatverkeer van de verdachten en gevisualiseerd met erg suggestieve gedramatiseerde scènes, toch even in een ander perspectief plaatsen.

De keuze om de serie zo een oplawaai te geven voelt enigszins ongepast als dit crime-verhaallijntje wordt afgezet tegenover het grotere geheel: van meisjes die weliswaar gekleed zijn gefilmd en gefotografeerd – met een ongezonde interesse voor bepaalde lichaamsdelen – maar zich wel degelijk misbruikt voelen en niet serieus zijn genomen.

De Zweedse tieners en hun ouders zullen moeten leven met de gedachte dat een man met volstrekt ongepaste gedachten en ernstig grensoverschrijdend gedrag jarenlang min of meer vrij spel heeft gekregen op hun school en dat ze nooit zeker zullen weten wie zijn beelden heeft gezien – of, de gedachte alleen, wie die nog gaat zien.

Lost In The Jungle

Disney+

De kans dat er überhaupt overlevenden zijn als een klein vliegtuig neerstort boven het regenwoud lijkt al te verwaarlozen. Als het vier kinderen dan ook nog lukt om zonder begeleiding veertig dagen te overleven in de jungle, is er sprake van niets minder dan een mirakel.

Van zulke verhalen, die hoop kunnen bieden in desperate tijden, krijgen we nooit genoeg. En dus mag het geen verbazing wekken dat Lost In The Jungle (96 min.) zeker niet de eerste documentaire is – men neme bijvoorbeeld de Netflix-productie Los Niños Perdidos (2024) – over de dertienjarige Lesly, haar zus Soleiny van negen, hun vierjarige halfbroertje Tien en de baby Cristin. Nadat hun Cessna 206-toestel, met ook hun moeder Magdalena Mucutuy aan boord, op een halve dag varen van de dichtstbijzijnde stad in het Amazonegebied uit de lucht is gevallen, begint het Colombiaanse leger een grootscheepse zoektocht naar de overlevenden.

Nu buigt het vermaarde docuduo Elizabeth Chai Vasarhelyi en Jimmy Chin, dat eerder ook al de reddingsactie van een Thais jeugdvoetbalteam uit een immense grot reconstrueerde in The Rescue (2021), zich over dit onwaarschijnlijke verhaal. De twee hebben hun krachten gebundeld met de Colombiaanse filmmaker Juan Camilo Cruz. Met een slimme mixture van authentieke en geënsceneerde beelden laten zij de enerverende tocht van het militaire team, dat is gepaard aan inheemse gidsen van het Huitoto-volk, door het oerwoud herleven. Van oudsher zijn zij gezworen vijanden, tegenstanders op leven en dood in koloniale- en drugsoorlogen.

Nu worden ze gedwongen om samen te werken. Ook de militairen moeten dus helpen om de Duende – een duistere kracht volgens Don Rubio, de leider van het Huitoto-smaldeel van de expeditie – om de tuin te leiden. Zodat de kinderen aan diens aandacht kunnen ontsnappen. Uiteindelijk zien ze nog maar één redmiddel: yagé, ofwel ayahuasca, een zelfgemaakte drank die verhelderende hallucinaties moet oproepen. Terwijl de zoekers steeds wanhopiger worden, proberen de gezochten simpelweg te overleven. Chai Vasarhelyi, Chin en Cruz visualiseren de herinneringen van de kinderen zelf met fraaie animaties, die over junglebeelden zijn gelegd.

De miraculeuze redding van Lesly, Soleiny, Tien en Cristin wordt verder ingekleurd door familieleden en hun zeer omstreden (stief)vader Manuel Ranoque, die zelf ook in de jungle meezoekt naar de kinderen. Hij is dan en in de bijbehorende familiegeschiedenis, die via flashbacks wordt opgeroepen, een dissonant, de man die wel erg aards denkt en doet in een verhaal dat soms bijna magisch aandoet en in deze sterke film zeer overtuigend wordt opgeroepen.

Zomerdromen

Tangerine Tree / VPRO

‘Wat voor een kanker heb jij?’ vraagt Lotte van der Ree aan het meisje, dat ze zojuist heeft ontmoet op het kamp en waarmee ze nu in een zwemband in het water dobbert.

‘Ik heb leukemie gehad’, antwoordt zij ontspannen. ‘Nou, heb ik nog. Gaat nu goed. En met jou? Wat heb jij?’

‘Met mij gaat het nu ook goed, vooral omdat ik in het water ben, met een donut’, reageert Lotte lachend.

‘Wat heb je dan?’ wil het andere meisje weten.

‘Mijn tumor zat in mijn onderbuik. Hij is wel weggesneden, maar ik krijg nog wel chemo via een infuus. En elke dag moet ik een chemodrankje nemen.’

‘Oh, ja.’

Deze korte jeugddocumentaire van Kim Faber begint niet op het kamp, maar op de poli kinderoncologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Daar is de elfjarige Lotte al een jaar in behandeling. Na een gesprekje met de behandelende arts, is het echter tijd voor iets anders: kamp. Jeeuuh! reageert het meisje enthousiast.

En daar, op Zomerzotheid, speelt Zomerdromen (17 min.) zich verder af. Het wordt ‘een zomerzotte zeilvakantie in Friesland’. De deelnemers worden enthousiast begroet. ‘Welkom op ons kamp’, roept één van de organisatoren hen direct toe. ‘Iedereen heeft hier ongeveer hetzelfde meegemaakt. Dus wees een beetje lief voor elkaar.’

En dat is precies wat de kinderen en hun enthousiaste begeleiders van de Stichting Kinderoncologische Vakantiekampen (SKOV) gaan doen: onbezorgd van de activiteiten, elkaar en het leven in het algemeen genieten. Zwemmen, zingen en dansen, hamburgers eten en TikTok-dansjes filmen. En tot besluit – natuurlijk! – een bonte avond.

Tussendoor praten ze over het leven met kanker: haaruitval, misselijkheid en prikken krijgen. Faber vangt in deze warme, observerende film hoe lotgenoten zielsverwanten worden – en gewone vriendjes en vriendinnetjes. Zonder dat het al te zwaar of somber wordt, iets waar Nederlandse jeugddocu’s wel vaker heel goed in slagen.

Zomerdromen had alleen wel wat extra speelduur mogen krijgen, om het verloop van het kamp en de ontwikkeling van de vriendschappen nog wat uitgebreider in beeld te brengen. Voordat je je als kijker hebt kunnen hechten aan de personages zijn het kamp en deze weerslag daarvan alweer voorbij. Maar misschien gaat ‘t in het echt ook wel zo…

Want na dik een kwartier wacht het gewone leven weer: Lottes volgende afspraak op het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Sponsorloper

Prime Video

Hij lijkt niet het type om stil in een hoekje te gaan zitten en zijn verdriet te verwerken. Integendeel, hij wil dat delen, op de één of andere manier omzetten in iets positiefs. En dus bedenkt Jeroen van Veen, alias @Sponsorloper (74 min.), een doldriest plan: hij gaat een jaar lang elke dag tien kilometer hardlopen, om geld in te zamelen voor het Prinses Máxima Centrum in Utrecht.

Want daar werd zijn eigen zoontje Kasper behandeld, als één van de zeshonderd Nederlandse kinderen die jaarlijks kanker krijgen. Ruim duizend dagen was Kasper vaste gast bij de kinderoncologen en begeleiders. Hij groeide er zogezegd op. Met veel plezier. Leerde er lopen, goed praten. En toen, nadat het kwartje talloze malen nét de goede kant op was gevallen, viel ‘t alsnog de verkeerde kant op. Zijn hersentumor werd Kasper begin 2022, op slechts vierjarige leeftijd, toch fataal.

Kasper van Veen behoort tot de ongeveer 120 Nederlandse kinderen die jaarlijks overlijden aan de gevolgen van kanker. Nadat hij drie en een half jaar vaste klant was bij het Prinses Máxima Centrum wil zijn vader Jeroen nu lotgenoten, die nog altijd noodgedwongen de gang naar het Utrechtse ziekenhuis maken, een hart onder de riem steken. Zodat ze weten dat er iemand is die elke dag aan hen denkt. Hij rent zogezegd voor hun leven – en dat van zichzelf, natuurlijk.

In deze docu volgt Jasper Mulder dit proces op de voet: van de marathon van Utrecht in mei 2023 tot de Radio 538 Ochtendrun op 22 maart 2024, als de radiozender Van der Veers initiatief heeft omarmd met de actie ‘help Jeroen aan een miljoen’ en een groot benefietevenement organiseert. Zijn protagonist is het onbetwiste middelpunt van de film – ook omdat Kaspers moeder Charlotte liever buiten beeld blijft en hun andere kinderen zoveel mogelijk uit beeld worden gehouden.

Daarmee wordt Sponsorloper als film wel erg eenzijdig: met Jeroen van Veen vooral lopend – of zich daarop voorbereidend of ervan afkoelend – en tussendoor in zijn eentje terugkijkend op de lijdensweg die ze met Kasper hebben moeten afleggen. Intussen draagt hij alsmaar de, ondanks alles, blijde boodschap van zijn actie uit. Bij dat laatste krijgt hij nog wat hulp van bekendheden zoals Bas Smit, Maan, Maarten van der Weijden, Dafne Schippers en Sunnery James & Ryan Marciano.

Het resultaat is een film die van start naar finish gaat. En dan weer van finish naar start. Over een ouder die zijn kind koste wat het kost bij zich wil houden – al is het dan alleen in zijn hart – en anderen een hart onder de riem wil steken.

Flophouse America

Cinema Delicatessen

De afwas doen ze in het bad. Beter: die doet hij. Die moet hij doen. Mikal, de twaalfjarige zoon. Samen met zijn ouders Jason en Tonya woont hij in een aftands Amerikaans motel. Met z’n drieën op een goedkope kamer.

Al te veel gebeurt er in eerste instantie niet in Flophouse America (80 min.), de debuutfilm van de Noorse fotografe Monica Strømdahl. De drie hangen maar wat rond. Mikal verdwijnt het liefst de hele dag in videogames, drukt zich uit in basale gedichten en speelt met de kat. Jason gaat geregeld werken of eten halen en blijft onderweg dan nog wel eens ergens steken. En Tonya lijkt tot heel weinig te komen. Behalve drinken.

Deze documentaire speelt zich vrijwel volledig af op die ene kamer. Soms ontsnapt Mikal even naar de gang of naar de plek in de hal, waar je tegen betaling een wasje kunt draaien. En dan wacht die kamer weer, waar hij als opgroeiende tiener geen enkele privacy heeft, voortdurend wordt gewezen op het feit dat zijn schoolcijfers te wensen overlaten en zijn ouders bepaald niet altijd het goede voorbeeld geven.

Als een vlieg op de muur vangt Strømdahl de situatie in de desolate kamer. Te beginnen met de leegte en landerigheid. Wie heeft er bijvoorbeeld wodka op de kat geknoeid? Met het drinken volgen andere uitdagingen vanzelf. ‘Mikal, maak je uit de voeten’, draagt Jason hem op, als hij met z’n vrouw – en Meatloaf op de speakers – een feestje heeft gebouwd. Ze trekken resoluut een gordijn dicht. Even tijd voor elkaar.

Spanningen en conflicten kunnen niet uitblijven. Mikal wil eigenlijk maar één ding: dat zijn ouders stoppen met drinken. En laat dat nu het enige zijn wat ze niet lijken te kunnen of willen. Het leven – in armoede, zonder uitzicht – is een beest geworden dat ze, zeker moeder, alleen beneveld in de bek durven te kijken. Elke vorm van decorum gaat ondertussen, voor het oog van Strømdahls nietsontziende camera, het raam uit.

‘Het is niet zo erg als je denkt’, houdt Jason Mikal tijdens een conflict voor. ‘Misschien is het erger dan jij door hebt’, riposteert zijn zoon fel, terwijl een stomdronken Tonya het gesprek voortdurend onderbreekt met dwarse opmerkingen. Toch is Flophouse America meer dan een genadeloze strooptocht door Amerika’s onderbuik, waar elke vorm van (mede)menselijkheid wordt geofferd aan de roes van drank of drugs.

Terwijl ze, op die luttele vierkante meters, worstelen met het leven, ontwikkelen Jason en Tonya zich ook tot gelaagde personages, die zeker niet helemaal losgezongen zijn geraakt van de wereld en elkaar. Tegelijkertijd toont deze zielstriemende film via hen wat het hedendaagse Amerika doet met de mensen die nauwelijks kunnen meekomen in de eindeloze ratrace – en het nageslacht dat zij onderweg op de wereld zetten.

Daarmee werpt zich Strømdahl op als pleitbezorger van ‘alle Mikals van deze wereld’. Dat ligt er misschien wat dik bovenop, maar dit familieportret agendeert wel zeer effectief de situatie van de Amerikaanse onderklasse, die ook gemakkelijk kan worden weggezet als ‘trailer trash’. Gelukkig bevat de documentaire, te langen leste, ook nog nét genoeg zonnestralen om enige hoop voor hun toekomst te koesteren.

Bad Influence: The Dark Side Of Kidfluencing

Netflix

‘Crush content’ doet het geweldig bij de achterban. Niets leuker dan video’s van een jongen en een meisje die helemaal verkikkerd op elkaar raken. Daar smullen tieners van.

En dus moet ook Piper Rockelle, een Amerikaans YouTube-sterretje met miljoenen volgers, eraan geloven. Haar eerste kus zal worden gefilmd. Met de twaalfjarige Gavin, haar ‘vlam’. Het is een typisch geval van ‘shipping’, een gemanifesteerde relatie. Ofwel: speciaal voor het YouTube-kanaal ingestoken. Verzonnen dus. Kinderen die nauwelijks in de puberteit terecht zijn gekomen hebben hun eerste bullshitbaan te pakken.

Gavin verdwijnt al snel weer van het toneel. Zijn ouders vinden The Squad, het team van YouTube-tieners dat ‘momager’ Tiffany Smith heeft opgetrokken rond haar dochter Piper en dat zij met harde hand bestiert, toch wel een ongezonde omgeving voor hun zoon om op te groeien. Als vervanger wordt een joch gecast dat verdacht veel op Gavin lijkt: Walker. Samen met Piper wordt hij Piker gedubt. Met een hashtag ervoor: #piker.

Want al die ‘spontane’ kids moeten natuurlijk wel te gelde worden gemaakt. In typische jeuktaal: het merk moet gemonetariseerd worden. Met merkdeals, samenwerkingen en het aanprijzen van producten. Daar hebben de ouders, die het grensoverschrijdende gedrag van Tiffany in deze driedelige serie aan de kaak stellen, geen enkel bezwaar tegen. Totdat ze merken dat hun kinderen keihard moeten werken en slecht worden behandeld.

In Bad Influence: The Dark Side Of Kidfluencing (149 min.) geven Jenna Rosher en Kief Davidson hen alle gelegenheid om een inktzwart beeld te schetsen van Tiffany Smith, die net als haar dochter Piper en vriend/cameraman Hunter niet wil reageren. Intussen vegen de ouders meteen hun eigen straatje schoon. Ze zijn naïef geweest en hadden hun kinderen beter moeten beschermen. Tot wezenlijke zelfreflectie komen zij echter niet.

Terwijl Rosher en Davidson laten zien dat daar alle aanleiding toe is in een industrie, waarin kinderen vooral worden beschouwd als een verdienmodel – zelfs als hun publiek uit nét iets te oude mannen bestaat, zoals op het platform Brand Army. Piper komt daar terecht als ze, door de aantijgingen tegen haar momager, wordt ‘gedemonetariseerd’ door YouTube en haar heil zoekt in de schimmige uithoeken van het internet.

Waar de grenzen nóg verder worden opgezocht om het aantal views en likes op te jagen en inkomsten te genereren. Deze erg Amerikaanse serie, die al die andere moeders wel erg gemakkelijk laat wegkomen, brengt dat punt helder over het voetlicht: zolang er geen duidelijke regels bestaan, zullen er altijd haaibaai-momagers zijn die hun o zo stralende kindercreators over de grenzen van het wenselijke en betamelijke pushen.

Van Binnen Stroomt Het

Witfilm / KRO-NCRV

Hoe kun je tieners laten vertellen over wat hen ten diepste bezighoudt, zónder hen daarmee kwetsbaar te maken tegenover anderen? Natalie Bruijns lijkt in deze jeugdserie de ideale vorm te hebben gevonden. In vijf korte portretjes laat ze de ene tiener, buiten beeld, vrijuit vertellen over een heel persoonlijk onderwerp, terwijl een andere tiener al die gedachten, ervaringen en gevoelens in een ravissant vormgegeven slaapkamer vervat in een zeer expressieve dans. 

Zo wordt de zoektocht naar intimiteit en seksualiteit van de twaalfjarige Luna bijvoorbeeld begeleid door een dappere dans van Gaia met knuffelbeesten, een schommel en een wolkendecor. Meis voelt zich ondertussen ongemakkelijk in het contact met de wereld, maar krijgt via roleplay in een virtual reality-omgeving – door haar danspartner Elizabeth uitgedrukt in een sprekende performance – contact met een jongen, zichzelf en daarmee ook weer de echte wereld.

Met behulp van haar immense verbeeldingskracht bereikt Bruijns in Van Binnen Stroomt Het (66 min.) daadwerkelijk de binnenwereld van enkele pubers, die worden geconfronteerd met elementaire levensvragen: wie ben ik, waarom ben ik zo en hoe verhoud ik me tot de wereld? Door de gekozen vertelvorm kunnen zij echt in het binnenste van hun ziel laten kijken en kunnen anderen voor hen ongegeneerd hun dagelijkse dilemma’s, engste gedachten en stoutste dromen uitspelen.

De ontwapende verhalen van de tieners, het doorleefde spel van hun jeugdige alter ego’s, de bloemrijke choreografie van Dian Ijkhout, het prachtige camerawerk van Jeroen Kiers en de geheel bijdetijdse soundtrack (Billie Eilish, Florence + The Machine, Imagine Dragons, Agnes Obel en Ben Gold & Ruben de Ronde) zorgen ervoor dat in deze vijfdelige serie 1 + 1 = >3 wordt. Van Binnen Stroomt Het is een lust voor zowel het oog als de geest. Héél intiem en overweldigend mooi.

Devil In The Family: The Fall Of Ruby Franke

Disney+

In een perfecte wereld leefde eens een perfect gezin met een perfecte moeder die met haar perfecte echtgenoot en perfecte kinderen een perfect gezinskanaal had op YouTube. Nou ja, bijna dan. In elk geval voor het oog. Want voor en na de opnames… Enfin, Amerika smulde ervan. Al snel had Ruby Franke, die zichzelf beschouwde als een eenvoudig instrument van God, ruim een miljoen abonnees – en kwam er toch al gauw 100.000 dollar per maand binnen bij 8 Passengers, het familiebedrijf van het Mormoonse gezin Franke uit Springville in Utah.

Totdat één van Ruby’s vlogs blootlegde dat ‘America’s mom’ haar perfecte tienerzoon Chad vanwege problemen op school maandenlang in de kelder had laten slapen. Volgers en sponsoren lieten haar daarna keihard vallen. Een slachtoffer van cancelcultuur, vond ze zelf. Franke zocht haar toevlucht tot een levenscoach en groef daarmee haar eigen graf. Of, beter: ze plaveide de weg naar het gevang. Want als rechterhand van Jodi Hildebrandt, volgens critici leider van ‘een mannen hatende sekte’, zou ze pas echt uitgroeien tot ’the mom you love to hate’ en een fikse gevangenisstraf krijgen.

Samen met enkele vriendinnen, buren en een plaatselijke therapeut blikken Ruby’s echtgenoot Kevin en hun oudste kinderen Chad en Shari nu in Devil In The Family: The Fall Of Ruby Franke (150 min.) terug op hoe een ogenschijnlijk onberispelijke gezinsvlogger, die blijkbaar een stuk labieler was dan ze wilde lijken, onder invloed van een alwetende goeroe verwerd tot een godsdienstwaanzinnige, die haar eigen ondergang documenteerde met bizarre opvoedvideo’s. En die ideeën bracht ze natuurlijk ook in de praktijk, getuige de huiveringwekkende mishandeling van haar eigen kinderen.

Samen met Chad en Shari staat echtgenoot Kevin, die alle ontwikkelingen wel héél lijdzaam onderging en die nu ook wel héél deemoedig terugkijkt op het drama, regisseur Olly Lambert niet alleen te woord. Ze hebben hem ook ruim duizend uur nog niet eerder vertoond beeldmateriaal gegeven voor deze driedelige serie. Daarmee kan Lambert zowel Ruby’s vlogs, op zichzelf vaak al tenenkrommend, laten zien als wat er gebeurde vóór en nádat de recordknop werd ingedrukt. Want ook een christelijke influencer zoals Ruby Franke toont haar volgers alleen de allerbeste versie van zichzelf en haar gezin.

Daarmee is zij ook een typische representant van Utah, het epicentrum van het gezinsvloggen. Het streven naar perfectie in de ‘Happy Valley’ is een weerslag van wat de Mormoonse Kerk consequent uitdraagt. Lambert benadrukt dit met de framing van de interviews met buurtgenoten van de Frankes. Dit zitten er perfect bij. Als zorgvuldig gestylede decorstukken. In perfecte huizen, waar misschien heel wat scheef zit maar in elk geval niets scheef staat. Die symmetrie is ook zichtbaar in de manier waarop hij hun omgeving portretteert. Een perfect aangeharkte en steriele wereld, voor ideale mensen.

Binnen die volstrekt klinische bubbel kon Ruby Franke – en  Jodi Hildebrandt die haar, dat is althans Lamberts suggestie, als een poppenspeler heeft aangestuurd – tot een monster uitgroeien. Waarbij het de vraag blijft of de vrouw die tijdens het bestrijden van de Duivel in haar familie zelf een soort versie van de Duivel werd, werkelijk kwaad in de zin had of volledig verstrikt was geraakt in haar eigen waangedachten. Én of er in Frankes achtergrond wellicht aanwijzingen zijn te vinden voor wie ze uiteindelijk zou worden. Want daarop werpt de intrigerende docuserie Devil In The Family dan weer geen licht.

Het sprookje dat Ruby Franke met veel succes van haar leven had gemaakt eindigde in elk geval in een tragedie. Cru gesteld: en ze leefde nog lang en ongelukkig.

Spellbound

Blitz/Welch

Spellen is geen spel – en toch ook weer wel. Van de circa negen miljoen Amerikaanse kinderen die meedoen aan spellingswedstrijden, dringen er uiteindelijk maar 249 door tot The Nationals, een tweedaags, landelijk toernooi in Washington, DC. En van hen gaan er daar, voorspelt de begintekst van deze gelauwerde documentaire van Jeffrey Blitz uit 2002 met bijna S-A-R-D-O-N-I-S-C-H genoegen, 248 een spelfout maken.

Spellbound (97 min.) volgt acht van deze spellers tijdens de 72e editie van The Scripps Howard National Spelling Bee in 1999. Eerst worden zij echter geportretteerd in hun T-H-U-I-S-S-I-T-U-A-T-I-E. De deelnemers, doorgaans hooguit twaalf of dertien jaar oud, komen uit alle delen van de Verenigde Staten en zijn soms nooit eerder in de hoofdstad geweest. De winnaar krijgt, behalve natuurlijk eeuwige roem, maar liefst 10.000 dollar.

Er zitten opvallend veel kinderen van buitenlandse afkomst tussen – alsof die zich extra willen/moeten bewijzen. Zoals Angela Arenivar uit Texas, de dochter van Mexicaanse immigranten die zelf nauwelijks Engels spreken. De Indiase ouders van Neil Kadakia zijn bloedfanatiek. Zijn voorbereiding op de wedstrijd wordt gepland als een militaire operatie. Neil oefent 7000 tot 8000 woorden per dag en mediteert ook F-R-E-Q-U-E-N-T.

Het studieuze meisje Nupur Lala, eveneens met wortels in India, deed al eens eerder mee aan de spellingswedstrijd. Toen werd ze in de derde ronde uitgeschakeld. Nu zint ze op sportieve wraak. Nupur moet ’t dit jaar bijvoorbeeld opnemen tegen April DeGideo, die zeker vijf tot zes uur per dag traint om de P-R-E-S-T-I-G-I-E-U-Z-E speltitel te winnen. Aprils ouders stimuleren haar om ook eens gewoon met vriendinnen af te spreken.

Harry Altman, een hyperactief joch uit New York, speelt gitaar, doet graag een robot na en heeft een echt B-E-U-G-E-L-B-E-K-K-I-E. En als hij naar de juiste letters zoekt, wordt zijn hele lijf één groot vraagteken. De alleenstaande moeder van het Afro-Amerikaanse meisje Ashley White weet ’t intussen zeker. ‘My baby gonna win.’ De wens is ongetwijfeld de vader van de gedachte: moeder en dochter kunnen die 10.000 dollar goed gebruiken.

Precies halverwege schakelt Spellbound door naar The Grand Hyatt Hotel voor de wedstrijd. Als de spelopdracht is gegeven, volgt vaak nog de vraag naar de definitie of achtergrond van het woord. En dan staan de spel(l)ers er helemaal alleen voor. S-P-A-N-N-O-N-D-! Nerveus wachten ze na het spellen af of het belletje voor een fout antwoord klinkt. Als het klingelen uitblijft, hoeven ze de wedstrijd (nog) niet te verlaten.

Met I-N-G-E-N-I-E-U-Z-E vormgeving laat Blitz steeds zien wie van de acht hoofdpersonen nog in de race zijn voor de overwinning en hoeveel deelnemers de voorgaande ronden überhaupt hebben overleefd. Bij het laatste deel van de afvalrace, die zowaar live wordt uitgezonden door de Amerikaanse sportzender ESPN, zijn er nog vijf bekende gezichten in competitie. Zij moeten 41 concurrenten afschudden.

Spellbound is echter meer dan een klassieke T-O-E-R-N-O-O-I-D-O-C-U. De wedstrijd is in wezen niet meer dan een arena voor kinderen van allerlei verschillende achtergronden – en niet te vergeten: hun ouders – om hun versie van de American Dream na te jagen. En dat is van alle tijden. In 2020 kwam er dan ook een vervolg op Spellbound, Spelling The Dream, die ook ingaat op waarom spellen zo populair is bij Indiase Amerikanen.

De kinderen van Spellbound zijn nu overigens allang volwassen. In 2015 keek The Smithsonian al wat er toen van de deelnemers was geworden. Op de Wikipedia-pagina van de documentaire is een actuele stand van zaken te vinden.

Zirkuskind

Julia Lemke / Flare Film

Als ‘opa Ehe’ vertelt, hangt Santino aan zijn lippen. Zijn bijna tachtigjarige overgrootvader heeft prachtige verhalen. Over de gloriedagen van het circus. Als vijftienjarige reed hij al tractor. Daarmee trokken ze van Duitsland naar Barcelona. 2700 kilometer. Met zeventien kilometer per uur! En de olifant, apen, slangen en giraffen moesten allemaal mee.

Santino is nu elf. Voor zijn verjaardag heeft het guitige joch een kleine crossmotor gekregen. Hij is er dolblij mee. Het wordt nu zo langzamerhand ook tijd dat hij als Zirkuskind (Engelse titel: Circus Boy, 86 min.) gaat nadenken over hij zelf wil gloriëren in de piste van het circus. ‘Iedereen moet iets doen waarop ie trots is’, zegt opa Ehe bemoedigend.

Zijn achterkleinzoon en hij behoren tot de circusfamilie Frank. Santino’s vader Gitano heeft de verantwoordelijkheid over de dieren van Circus Arena. Kamelen, koeien, paarden, pony’s, lama’s en honden. Zijn moeder Angie is acrobate. Ze is nu alleen zwanger. En Santino’s jongere broer Giordano wordt, net als hijzelf, ingezet voor allerlei klusjes.

Julia Lemke en Anna Koch kiezen in deze observerende film consequent het perspectief van Santino, een jongen die het nomadenbestaan van zijn circusfamilie zonder voorbehoud omarmt. Zo was ‘t, is ’t en zal ’t naar zijn stellige overtuiging ook altijd blijven. Terwijl de hoogtijdagen van het circus toch al enige tijd achter hen lijken te liggen.

Overgrootvader blijft hem intussen nostalgische verhalen voeden, met zo nu en dan een bittere ondertoon. Als de vooroordelen ter sprake komen waarmee ze als circuslui altijd krijgen te maken, bijvoorbeeld. En ook de inktzwarte periode van de nazi’s, toen een groot deel van de familie werd afgevoerd naar de vernietigingskampen, blijft niet onbenoemd.

Zulk drama voert evenwel nooit de boventoon – ook omdat Ehe’s herinneringen worden verbeeld met cartooneske animaties van Magda Kreps en Lea Majeran. Santino’s bestaan kan zich ogenschijnlijk veelal in kinderlijke onschuld voltrekken. Op elke nieuwe school dreunt hij verder netjes op welke dieren ze hebben. En nee, die worden natuurlijk niet mishandeld.

Zirkuskind, verrijkt met afwisselend luchtige en weemoedige accordeonmuziek, richt zich duidelijk op een jonge doelgroep, maar geeft wel degelijk, door de ogen van een kind, een boeiende impressie van een jaar achter de schermen bij Circus Arena, dat met één been in het verleden en het andere toch nog best comfortabel in de tegenwoordige tijd lijkt te staan.

En aan het eind daarvan begint Santino zowaar een idee te krijgen van waar ie later trots op zou kunnen zijn.

An Update On Our Family

HBO Max

De tijd dat onhandige papa’s met een fototoestel of een videocamera bibberig de eerste verrichtingen van hun nageslacht probeerden te vereeuwigen, ligt inmiddels al lang en breed achter ons. Een beetje bijdetijds ouderkoppel heeft tegenwoordig een eigen YouTube-kanaal, waarop over alle wederwaardigheden van het gezinsleven wordt gevlogd. Over (positieve) zwangerschapstesten, spugende kinderen en het huis dat maar niet opgeruimd raakt.

Zo kunnen we echt met hen meeleven, vinden devote fans zoals de alleenstaande moeder Hannah Cho uit Phoenix, Arizona. Zij is verslingerd geraakt aan The Stauffer Life, het toch wel behoorlijk professioneel ogende familiekanaal van Myka en James Stauffer. Dat Amerikaanser dan Amerikaanse echtpaar houdt z’n achterban uitstekend op de hoogte van wat er in hun o zo gezellige gezinnetje allemaal gebeurt. Als ze een miskraam heeft gekregen, zit Myka binnen vier uur weer voor de camera. Ook om haar excuses te maken dat ze zo lang niet heeft gevlogd. En wanneer ze daarna toch weer in verwachting raakt, wordt de positieve test voor de camera met de andere kinderen gedeeld. ‘Zwangerschapsaankondigingen krijgen nu eenmaal veel views’, weet ook Hannah Cho.

De Stauffers gelden inmiddels als de zwarte schapen van de mamavlog-wereld. En de kwestie die daarvoor heeft gezorgd – de adoptie van het Chinees jongetje Huxley – gebruikt Rachel Mason als voertuig om alle uithoeken van die gemeenschap te verkennen in An Update On Our Family (139 min.). In de driedelige docuserie, geïnspireerd op het artikel Un-adopted van Caitlin Moscatello in New York Magazine, introduceert Mason tevens de familievloggers Harold en Rachel Earls (Earls Family Vlogs) en Channon Rose (Channon Rose Vlogs), die ’t heel fijn vinden om hun ‘journey’ met de gemeenschap te delen. Er zit trouwens ook een aardig verdienmodel in zo’n familievlog. Als je tenminste weet hoe je jezelf – en je kinderen – moet verkopen.

Deel 2 van deze miniserie zoomt verder in op de adoptie van kinderen uit het buitenland. Zoals dat nieuwe zoontje van de Stauffers. Myka en James laten hun vlogkanaal floreren met een continue stroom updates over de adoptie en wachten Huxley natuurlijk ook met draaiende camera op als hij vanuit een Chinees weeshuis recht in hun armen loopt. Herstel: had moeten lopen. Want erg enthousiast is het joch in eerste instantie niet. En dat blijkt de voorbode van een moeizame episode in het bestaan van die alleraardigste Stauffers, waarbij hun adoptiekind gaandeweg helemaal van het toneel lijkt te verdwijnen. Dan hebben ze echter buiten fanatieke fans zoals Hannah Choh, die zelf is geadopteerd vanuit Korea, gerekend. Zij gaan op zoek naar waar Huxley is gebleven.

Influencer-expert Sophie Ross, die zelf overigens ook verdacht veel lijkt op een influencer, brengt de zaak in mei 2020 buiten de ‘momosphere’ met een messcherpe tweet, waarna de rest van de trending wereld – van Business Insider tot Buzzfeed – ermee aan de haal gaat en de hele familiegoegemeente losgaat op die onfortuinlijke Myka en James Stauffer. Hun vlogroem komt als een boemerang bij hen terug. Een waarschuwing voor al die ouders met een familiekanaal, die nog in de veronderstelling leven dat het delen van beelden van hun kinderen, in deze lekker cringy serie overigens consequent onherkenbaar gemaakt, volstrekt onschuldig is. Terwijl die kids in werkelijkheid natuurlijk allang van de complete gemeenschap zijn geworden.

En al die volgers weten, als digitale huisvriend, véél beter wat goed voor hen is. Te beginnen met die arme Huxley.

How Big Is The Galaxy?

Marx Film

Sinds de film die wordt beschouwd als de allereerste documentaire – Nanook Of The North (1922) van Robert Flaherty – werd uitgebracht, zijn er zo’n honderd jaar verstreken. In eerste instantie lijkt How Big Is The Galaxy? (73 min.) echter bijna een kopie van Flaherty’s klassieke docu over een Inuit-gezin, onderdeel van een eskimo-gemeenschap in de omgeving van het Canadese Quebec. Ze woonden in een iglo en voorzagen in hun dagelijkse behoeften met jagen en vissen.

De plaats van handeling in deze observerende film van Ksenia Elyan is nu Siberië, maar de setting is verder vergelijkbaar: een uitgestrekt, besneeuwd landschap, vooral bevolkt door elanden, waar zich nauwelijks een mens waagt. In deze toendra wonen het zevenjarige jongetje Zakhar Zharkov, zijn oudere broer Prokopy en hun ouders. Zij behoren tot een inheems volk, de Dolganen, dat met uitsterven wordt bedreigd. Slechts een enkeling houdt nog vast aan de traditionele nomadische leefstijl.

Illustratief daarvoor is een scène waarin vader Zharkov een ree vangt en doodt met zijn mes, terwijl zijn zoons in een boom klimmen en daar met elkaar beginnen te kibbelen. Al snel roept de plicht. Zakhar moet bijspringen als zijn vader het dier begint te villen. ‘Mam, kijk, ik heb in het bloed gestaan’, zegt hij naderhand. Gevolgd door de onvermijdelijke vraag: ‘Papa, waarom is bloed rood?’ Want Zakhar is een guitig en vroegwijs joch, dat nieuwsgierig is naar alles. Aan zijn vragen komt nooit een eind.

Intussen is Prokopy koppig in die boom blijven zitten. De rivaliteit tussen de jongens, die volledig op elkaar zijn aangewezen, vormt het hart van deze film over een gemeenschap die los lijkt te zijn gemaakt van tijd en ruimte en ondertussen via de televisie, mobiele telefoon en laptop wel degelijk in verbinding staat met de bewoonde wereld. De twee broers zitten elkaar gedurig op de huid. En als de oudste eindelijk uit die boom is geklommen, moeten ze het reeënkarkas nog samen per slee naar huis vervoeren.

Sinds enige tijd is er ook iets veranderd: de jonge en serieuze juf Nelly Andreevna geeft de kinderen in hun eigen huis les. Nog niet zo lang geleden werden Dolganen verplicht om hun kinderen naar kostscholen te sturen, waar ze volledig vervreemd raakten van hun wortels. Tegenwoordig kunnen ze thuis wiskunde of Russische literatuur leren. Tenminste, als ze een door de staat goedgekeurde onderwijzer(es) in huis nemen. Al snel hangt er dus ook een portret van Vladimir Poetin in het geïmproviseerde klaslokaaltje.

In de ogen van Poetin zitten volgens Zakhar camera’s. ‘En hij ziet jou en hij ziet hoe raar jij doet’, houdt hij Prokopy voor. ‘Hij zegt: wat zit dat ventje te mopperen? Als hij volwassen was, zou hij naar Oekraïne worden gestuurd. En daar zou je meteen doodgeschoten worden.’ Zo vloeien realiteit en fantasie samen in een jongensboekleven dat langzaam door de werkelijkheid wordt ingehaald.