Theo van Gogh, De Hunkering

Andy Gray / BNNVARA

Zou hij toch nog een grote publieksfilm hebben gemaakt? Over welke onderwerpen zou Theo zich boos maken? En welke zelfverkozen vijanden zou hij aanhoudend tot op het bot hebben beledigd?

Twintig jaar nadat Theo van Gogh (1957-2004) op klaarlichte dag met bruut geweld werd gedood op de Linnaeusstraat – door burgemeester Job Cohen destijds vervat in de onvergetelijke woorden ‘er is vandaag een Amsterdammer vermoord’ – lijkt de filmer, meesterinterviewer, columnist, provocateur, televisiemaker en onversaagde ridder voor het vrije woord nog even relevant als in de pak ‘m beet 25 jaar dat hij de goegemeente compleet voor zich innam of geestdriftig tegen zich in het harnas joeg.

Nadat Cohens zoon Jaap dit jaar al een zéér leesbare biografie uitbracht, De Bolle Gogh, is er nu een vierdelige serie van documentairemaker David de Jongh, die eerder schrijfster Renate RubinsteinFrans Bromet en zijn eigen vader, de fotograaf Eddy de Jongh, vereeuwigde in zéér kijkbare films. Theo van Gogh, De Hunkering (193 min.), gebaseerd op research van Jaap Cohen, start bij ‘s mans tragische einde op 2 november 2004 en fladdert daarna associatief door z’n veelbewogen leven.

Het verteltempo ligt enorm hoog – alsof zo Van Goghs dadendrang moet worden benaderd. De miniserie krijgt daarmee ook iets hakketakkerigs. Het ene deelonderwerp is nog niet afgewikkeld – met een springerige montage van (ingelezen) interviewfragmenten, filmscènes, columns, persoonlijke brieven, gedramatiseerde taferelen en korte quotes van een veelheid aan sprekers – of een volgend thema klopt alweer op de deur. Het verveelt geen seconde, maar of alles ook even goed binnenkomt?

Theo van Gogh, De Hunkering wordt min of meer chronologisch verteld en begint dus bij de gelukkige jeugd waaraan hij volgens eigen zeggen leed in Wassenaar. Met een zeer uitgesproken moeder, de regelmatig met haar botsende vader en beroemde familieleden, schilder Vincent van Gogh en diens broer Theo, om tegenaan te schoppen en stiekem te bewonderen. Vrijwel alle mensen die ertoe deden in zijn hoekige bestaan zijn verder van de partij en spreken zonder meel in de mond.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen: zijn zussen Jantine en Josien en zoon Lieuwe hebben geen zin in een interview. Ellik Bargai, de hoofdpersoon van Van Goghs film Vals Licht (1993) die er met zijn vriendin Heleen vandoor ging, laat ook verstek gaan. En vanzelfsprekend zijn ook de mikpunten van Theo’s spot, weerzin en woede, op alle mogelijke manieren en langdurig in de openbaarheid uitgevent, wel wijzer. Geen Thom Hoffman, Sonja Barend, Leon de Winter, Caroline Tensen of Monique van de Ven dus.

Behalve al Van Goghs publieke activiteiten en zijn permanente oorlog tegen hypocrisie blijft er dan nog méér dan genoeg smeuïgs over: uitbundig fabuleren, drugsgebruik, allerlei vormen van deviante seks en een al dan niet geconsumeerd Oedipus-complex bijvoorbeeld. In die wirwar van beelden en typeringen is vooral Van Goghs buitenkant te zien: die pretoogjes, sardonische grijns en dikke pens, na alwéér een duivelse provocatie. De man – of zo u wilt: het jongetje – daarachter houdt zich veelal schuil.

Dat zit ongetwijfeld ook in de aard van het medium televisie. Jaap Cohens biografie voelt minder als een rariteitenkabinet en is coherenter en genuanceerder dan deze miniserie. De Jongh kan dan weer de aanloop naar Van Goghs dood indringend in beeld brengen. Zijn bikkelhard verwoorde kritiek op de Islam mondt uit in de controversiële film Submission. Die maakt hij op initiatief van Ayaan Hirsi Ali. Het is volgens journalist Yoeri Albrecht een ‘game of chicken’. Theo wil niet voor haar onderdoen.

En daarmee komt in de zomer van 2004 een fatale dynamiek op gang rond Van Gogh, die er ten onrechte van overtuigd leek te zijn dat een ‘dorpsgek’ niet vermoord zou worden. Geen nieuwe films, fixaties of vijanden meer. Geen larger than larger than life-persoonlijkheid ook, met ongetwijfeld een verrassend klein hartje. En hoewel hij inmiddels twintig jaar dood is, heeft het enfant terrible der enfant terribles Theo van Gogh als schouwspel nog altijd nauwelijks aan kracht ingeboet.

Trailer Theo van Gogh, De Hunkering

Leven Op Zijn Kop

Human

School is niet zijn ding. En hij is ook niet zo van het praten. David Kitoyan volgt liever zijn gevoel. Dat kan hij het beste kwijt in breakdancen. De dertienjarige jongen verkiest zogezegd het Leven Op Zijn Kop (25 min.). Zo heeft hij inmiddels een hele prijzenkast vol gedanst. ‘Ik wil de beste worden’, zegt David lachend, liggend op de grond van een lege fabriekshal waarop hij net z’n beste ‘moves’ heeft laten zien. ‘Maar ik ben al de beste.’

Tegelijkertijd is David ook een jongen met een leerachterstand, een typische puber én het kind van een alleenstaande moeder, Mery. Die is als tiener gevlucht uit Armenië, een land met heel veel verleden en ogenschijnlijk een al even lastige toekomst. Een thema dat ook voortdurend op de achtergrond aanwezig is in deze korte docu – net als Davids afwezige vader – maar waaraan wel héél weinig woorden vuil worden gemaakt. Net als in z’n echte leven waarschijnlijk.

Documentairemaakster Barbara de Baare portretteert de hechte twee-eenheid via intieme snapshots uit een dagelijks leven, waarin Davids danscarrière een centrale plek lijkt te hebben. Haar publiek moet dan wel tussen de regels door kunnen lezen. David gaat bijvoorbeeld vissen met een vriendje, dat Turks blijkt te zijn, maar het is de vraag of dat kwartje bij elke kijker valt. Want de roerige geschiedenis van de Turken en Armeniërs komt slechts zijdelings aan de orde.

Terwijl de jonge breakdancer zijn kunsten voor een groot publiek mag vertonen, dringt De Baare steeds dieper door in het bestaan van David en Mery Kitoyan en hun directe familie. Filmisch en op de huid, met veel close-ups. Met fraaie danssequenties ook. In een zaal, op de buis en in de vrije natuur. Waar David zichzelf en zijn moeder even vanuit de dagelijkse sores naar een soort zevende hemel danst. Waarna ongetwijfeld het gewone leven weer wacht.

De Chinese Keizerin

VPRO

‘Ik vind het jammer dat we dit niet gewoon in een thuissituatie kunnen bespreken’, zegt Jonnah Brons vader, nadat hij op dezelfde bank heeft plaatsgenomen als zijn ex-vrouw. ‘Dat jij camera’s en zo nodig hebt om dit te bespreken. Dat vind ik wel jammer.’

‘En jij, mam?’ vraagt zijn bijna dertigjarige dochter bij de start van haar egodocu.

‘Nee, ik denk dat je dit wel nodig hebt’, antwoordt haar moeder.

‘Dit is mijn stok achter de deur’, legt Jonnah uit. Zomaar een gesprek met hen aanknopen vindt ze eng. ‘Het is wel grappig dat jij dat dan eng vindt’, grijpt vader z’n kans. ‘Ik vind dit eng!’

En daarmee zitten alle figuren op de bank, liefst zo ver mogelijk van elkaar verwijderd, om over de onderlinge verhoudingen te spreken en oude familiefilmpjes te bekijken. Ze zijn al 29 jaar met elkaar verbonden – al zijn Jonnahs vader en moeder ook alweer een jaar of veertien uit elkaar. Een echt thema wordt die scheiding evenwel nooit in De Chinese Keizerin (26 min.).

Jonnah wil met haar ouders bespreken waarom ze maar geen echt intieme band met hen voelt en het ook moeilijk vindt om zich kwetsbaar op te stellen naar hen. Om dat te illustreren zitten vader en dochter eerst met het bord op schoot voetbal te kijken en zijn moeder en dochter even later onder een dekentje gekropen om ieder voor zich op hun smartphone te turen.

Het zijn geënsceneerde en tamelijk clichématige beelden om de afstand tussen Jonna en haar ouders te illustreren. Haar ouders. Niet: haar adoptieouders – hoewel ze dat wel zijn. Jonnah was zeven maanden oud toen ze vanuit China naar Nederland is gekomen. ‘Je bent ergens ontworteld’, zegt haar moeder. ‘En je zult moeten erkennen dat dat ook een stuk van je leven is.’

Hechtingsproblematiek, houdt ze haar dochter voor. En Jonnah kan zelf verstandelijk gezien ook wel beredeneren dat een deel van wat ze voelt misschien met haar adoptie te maken heeft, maar ze wil zichzelf tegelijkertijd ook niet zien als ‘een cliché-Aziaat’. Gaandeweg moet ook zij echter erkennen dat (ook) daar de sleutel ligt voor hun soms moeizame relatie.

Een film die een confrontatie leek te worden met ouders die haar maar niet kunnen begrijpen wordt voor de maakster uiteindelijk een confrontatie met zichzelf. Is zij wie ze is door wie ze ooit was of werd? Ook dat wordt zichtbaar. Als ze zich laat knuffelen door haar vader, voelt dat ‘wel een beetje ongemakkelijk’ – al kan dat natuurlijk ook aan de aanwezige camera liggen.

Want dat blijft altijd een beetje ongemakkelijk aan dit soort persoonlijke confrontatiefilms: was het echt nodig, zoals ook vader wilde weten, om dit in het openbaar te bespreken? Hoe kijken Jonnahs broer en zus naar haar ervaringen? En in hoeverre heeft de camera invloed gehad op wat er zich voor de lens afspeelt?

Call Me Dancer

Sonam Dekar / Shampaine Pictures

In India weten ze ‘t volgens Manish Chauhan zeker: in dansen zit geen toekomst. Met dat beeld is de jongeling ook opgegroeid. Dansen is een leuke hobby voor rijkelui, heeft zijn moeder Reeta hem altijd voorgehouden. Niets voor ons, gewone mensen. En zijn vader Milap, net als zíjn vader taxichauffeur in de metropool Mumbai, wil vooral dat Manish gaat studeren. Zodat hij straks niet achter dat stuur hoeft te kruipen en voor de rest van z’n leven de meter gaat lopen.

Nadat hij een Bollywood-film heeft gezien, waarvan de spelers zomaar een achterwaartse salto kunnen maken, zet hun zoon z’n zinnen alleen toch op een leven als danser. Call Me Dancer (84 min.), zegt Manish, overtuigd van zichzelf. Hij begint zijn reguliere opleiding te veronachtzamen en zet z’n studiebeurs stiekem in voor een balletopleiding bij Danceworx. En bij die plaatselijke school ontmoet hij een knorrige 75-jarige Israëlisch-Amerikaanse dansleraar.

Yehuda Maor ontwikkelt zich tot de mentor van Manish. Daarmee is diens doorbraak echter bepaald nog geen uitgemaakte zaak. Zijn leermeester heeft namelijk nóg een pupil: Amir Shah, zeker zo getalenteerd én zeven jaar jonger. Een natuurtalent. ‘Het was alsof ik de loterij had gewonnen’, kijkt Yehuda enthousiast terug. En inderdaad: Amir wordt al snel opgepikt door een prestigieuze balletschool in Londen. Tegelijk moet Manish vechten voor zijn grote droom.

Documentairemaakster Leslie Shampaine volgt de gedreven straatdanser en z’n entourage gedurende enkele jaren als hij, vanuit een achterstandspositie en zonder vangnet, zijn brood probeert te verdienen met dans. De ene uitdaging is nog niet aangegaan of de volgende teleurstelling dient zich alweer aan. Met Yehuda aan zijn zijde ziet Manish hoe de kritische grens van dertig jaar nadert: daarna komen er doorgaans weinig nieuwe klussen meer.

Samen vormen de twee in deze fijne feelgood-film, inclusief een lekker uitgelaten aftiteling, een klassiek meester-leerling koppel. Ze geven elkaar richting, krijgen daarvoor onvoorwaardelijke steun en worden samen meer dan ze los van elkaar zouden kunnen zijn. De droom van de één is dan allang ook de droom van de ander geworden. En de verwezenlijking daarvan gaat gepaard met sprankelende dans, die door Shampaine is vervat in fraaie gestileerde sequenties.

Die vormen een ferm uitroepteken achter Manish Chauhans lijfspreuk: Call Me Dancer (!)

Catching Fire: The Story Of Anita Pallenberg

Magnolia Pictures

Ze ruilde de ene Stone in voor de andere, zo wil het verhaal. Toen Anita Pallenberg in 1967 genoeg had van de gewezen bandleider Brian Jones, die zich steeds onmogelijker was gaan opstellen en ook zijn handen niet thuis kon houden, was ze tijdens een autorit van Parijs naar Tanger op schoot gekropen bij Keith Richards. De gitarist had stiekem al een tijd een oogje op haar. ‘Mijn nacht met Keith was een openbaring’, schrijft ze daarover. ‘Zo teder en liefdevol.’

En toen Anita een seksscène met zanger Mick Jagger moest opnemen voor de speelfilm Performance (1970) liep ook die volledig uit de hand. Ze sprak er volgens haar ongepubliceerde autobiografie Black Magic – voor de documentaire Catching Fire: The Story Of Anita Pallenberg (113 min.) ingesproken door de actrice Scarlett Johansson – nooit over met Keith. Als reactie schreef hij wel een nummer: de Rolling Stones-klassieker Gimme Shelter.

En ook zijn bloedsbroeder Mick gaf niet zomaar op. Tijdens een gezamenlijke trip naar Zuid-Amerika vroeg hij de inmiddels zwangere femme fatale – gewoon van Keith overigens – meermaals om er samen tussen uit te knijpen. Toen Anita weigerde, schreef ook hij een Stones-evergreen: You Can’t Always Get What You Want. Enkele maanden voordat ze beviel van een zoon, Marlon, kwam vervolgens haar vroegere vlam Brian Jones te overlijden.

Toch zou het veel te kort door de bocht zijn om Anita Pallenberg (1942-2017) te reduceren tot de archetypische Stones-groupie en -muze. Of tot Keiths drugsmaatje, die andere voor de hand liggende mogelijkheid. Want daarmee wordt zij óók altijd geassocieerd: met een kolossale heroïneverslaving. Samen gingen ze díép – en probeerden ze ook nog twee kinderen groot te brengen, Marlon en zijn jongere zusje Angela ‘Dandelion’ Richards.

Toen Anita nog een derde kind had gekregen, ging ‘t mis. Keith was op tournee met The Stones en trad die avond gewoon op. Zoals wel vaker stond ze er alleen voor. Zij zou nooit één van de jongens kunnen worden. Dat had ze al veel vaker ervaren, betoogt dit portret van Alexis Bloom en Svetlana Zill. Want hoeveel talent ze ook had als fotomodel, actrice en fashionista, zelfs een eigenzinnige vrouw zoals Anita Pallenberg bleef overgeleverd aan mannen.

‘The Bus’ komt altijd eerst, vertelt Marlon Richards over de band van zijn vader. En die was volgens hem bepaald niet gezond. ‘Je moet zorgen dat je op tijd uitstapt.’ Dat zou zijn moeder nog jaaaren kosten – ook al had ze de Halte Keith toen al wel vaarwel gezegd. Om de drugsscene definitief achter zich te laten was nog zo’n klassiek Pallenberg-drama nodig: een jonge man – naar verluidt onder invloed van haar, drugs en The Deer Hunter – die in haar huis een einde aan z’n leven maakte.

Deze film plaatst al die smeuïge anekdotes binnen Anita Pallenbergs levensgeschiedenis. Zoals ze die zich zelf herinnerde. Met daarbij rugdekking van haar kinderen, enkele vrienden en archief-quotes van Keith Richards en de voormalige Jagger-muze, Marianne Faithfull. En omlijst met prachtig beeldmateriaal. Uit de tijd dat zij de zesde Stone was, die van ondeugende jochies toonaangevende kerels maakte. Zoals Richards ruiterlijk bekent: ‘She made a man out of me.’

En zij zou zich uiteindelijk aan hem ontworstelen. Aan zijn band vooral. Al besteedt ook deze doortimmerde film het leeuwendeel van zijn speelduur aan de onstuimige jaren dat Anita Pallenberg, met al haar creativiteit en ‘joie de vivre’, het vuur in en om The Rolling Stones ongenadig oppookte.

Daughters

Netflix

Veel dochters moeten er waarschijnlijk helemaal niet aan denken: een Date With Dad. Dat wordt natuurlijk anders als ze hun vader alleen kennen in zo’n typisch oranje kloffie, omdat hij een groot deel van hun jeugd in de gevangenis heeft doorgebracht. Een aantal van zulke Daughters (108 min.) en hun gedetineerde vaders krijgen nu de kans, als afsluiting van een tienweeks coachingsprogramma, om samen naar een vader-dochterbal te gaan.

Het Date With Dad-programma werd een jaar of twaalf geleden in Richmond, Virginia, opgezet door de Afro-Amerikaanse activiste Angela Patton en is nu ook uitgebreid naar Washington DC. Het is ontwikkeld vanuit betrokkenheid bij alle zwarte meisjes die opgroeien met ‘de vaderwond’. Deze film, die Patton heeft gemaakt met Natalie Rae, volgt enkele vaders en dochters tijdens het proces dat ze doormaken tijdens die tien weken – en lang daarna.

Het wordt ‘een emotionele achtbaan’, waarschuwt ‘fatherhood life coach’ Chad Morris de gedetineerde mannen bij aanvang. En dat geldt evenzeer voor deze film, waarin zij en hun kinderen – in leeftijd uiteenlopend van vijf tot vijftien jaar – worden geobserveerd. Soms hebben ze elkaar al een behoorlijke tijd niet gezien. Van fysiek contact is sowieso vaak geen sprake geweest. In veel Amerikaanse gevangenissen zweren ze tegenwoordig bij ‘video-ontmoetingen’.

De eerste helft van deze geladen film richt zich op het introduceren van de meisjes en hun ouders en op het traject waarin de mannen, waarvan de delicten overigens nauwelijks aan de orde komen, worden klaargestoomd voor een ontmoeting met hun kind. Intussen spreken ze met elkaar over de relatie met hun eigen vader en het ouderschap in het algemeen. Sommige mannen vrezen dat hun eigen dochters wel eens doodsbang voor hen zouden kunnen zijn.

Ja’Ana kan zich het gezicht van haar vader Frank bijvoorbeeld nauwelijks herinneren. Het elfjarige meisje mocht hem van haar moeder Unita niet bezoeken in de gevangenis, ‘Hoezo wil jij een band met haar?’ had Unita hem een tijdje geleden gevraagd. ‘Terwijl je toen je vrij was, niets met haar te maken wilde hebben?’ Nu maken vader, dochter én moeder – via de zogenaamde ‘mother-daughter circle’ – zich op voor een hernieuwde kennismaking.

Als iedereen klaar is en de pakken, jurkjes en schoenen zijn gepast, kan het bal beginnen, gewoon in de gevangenis overigens. Er wordt gedanst, geknuffeld en gepraat. ‘Als ik braaf ben, ben ik over zeven jaar thuis’, zegt gedetineerde Keith bijvoorbeeld tegen zijn vijfjarige dochter Aubrey, als ze elkaar eindelijk weer in de armen mogen sluiten. ‘Als jij een tiener bent, zal papa weer thuis zijn.’ Het is bedoeld als een bemoedigende boodschap.

Niet alle ontmoetingen gaan vanzelf. Daarvoor is er soms te veel gebeurd – of juist niet. Het resulteert in elk geval in aangrijpende taferelen. Van mannen die voor enkele uren weer vader proberen te zijn en meisjes die daarvan optimaal genieten – of die vreemde man op zijn minst even tolereren. ‘Blijf toegewijd aan ze’, drukt vaderschapscoach Chad hen nog op het hart. ‘Je moet er voor hen zijn.’ Waarna hij een paar keer zijn mantra herhaalt. ‘Ze hebben je nodig.’

Patton en Rae blijven tijdens het gehele traject dicht bij hun hoofdpersonen en verbinden de verschillende fasen in het proces met poëtische beeldsequenties over het ouderschap. Daarna proberen ze het effect van de dates te vatten. Heeft het samenzijn van deze zwarte vaders en de kinderen van wie ze vervreemd zijn geraakt, een schrijnend bijeffect van de ‘mass incarceration’ van Afro-Amerikaanse mannen, iets wezenlijks teweeg gebracht?

Tegelijkertijd groeit Daughters uit tot een film die weinigen onberoerd zal laten.

American Murder: Laci Peterson

Netflix

Terwijl er tijdens Kerstmis 2002 een grootschalige zoekactie plaatsvindt naar zijn vermiste echtgenote Laci, belt Scott Peterson stiekem met z’n vriendin Amber Frey. ‘Wil je een relatie met mij?’ vraagt zij naar de bekende weg. ‘Je weet dat ik denk dat we samen geweldig zouden zijn’, antwoordt hij. ‘Ik kan op alle manieren voor je zorgen.’ Intussen toont regisseur Skye Borgman in American Murder: Laci Peterson (159 min.) beelden van hoe familie en vrienden speuren naar Scotts vermiste vrouw. Laci, hoogzwanger, is met de hond gaan wandelen en daarna van de aardbodem verdwenen.

Het is een ontluisterende scène: de zogenaamd verontruste echtgenoot laat er geen gras over groeien en maakt toekomstplannen met een nieuwe geliefde, die tot voor kort overigens niet eens wist dat hij getrouwd was en volledig in shock is dat zijn vrouw nu ook nog blijkt te zijn verdwenen. Het kan niet anders of Scott weet wat er is gebeurd met Laci. Sterker: dat hij daar zelf de hand in heeft gehad. Twintig jaar na zijn veroordeling houdt Peterson echter nog altijd staande dat hij onschuldig is aan de dood van zijn acht maanden zwangere vrouw en hun ongeboren zoontje Conner.

De moord op de 26-jarige Laci uit Modesto in Californië ontwikkelde zich begin deze eeuw tot een enorme mediahype, waarbij Scott Peterson werd gebombardeerd tot de nieuwe O.J. Simpson en mediagenieke en -geile advocaten zoals Mark Geragos en Gloria Allred een belangrijke bijrol claimden. In deze driedelige true crime-serie roept Borgman, die in de afgelopen jaren al van de ene schokkende misdaad naar de andere bizarre moord is gegaan, het misdrijf en de bijbehorende ophef opnieuw op – zónder dat ze ook een poging waagt om de zaak een nieuwe wending te geven.

Borgman laat een afgewogen collectie bronnen aan het woord. Enkele betrokken rechercheurs, advocaten, journalisten en juryleden schetsen de feiten in de zaak, terwijl Laci’s moeder Sharon Rocha, Scotts zus en schoonzus, vrienden van de echtelieden én Amber Frey (die nog een essentiële rol speelde in de strafzaak tegen haar ex-geliefde) het drama van een emotionele onderlaag voorzien. Zij verhalen over een jonge vrouw die, ook getuige haar persoonlijke ‘babydagboek’, zo druk bezig was met het moeder worden dat ze niet door had wat haar boven het hoofd hing.

De familie Peterson neemt in die zaak wel een bijzondere positie in: zij weigeren nog altijd te erkennen dat het toch wel héél waarschijnlijk is dat Scott de dood van zijn vrouw en kind op z’n geweten heeft. En hoewel diens handelen voor en na Laci’s verdwijning nog altijd serieuze vragen oproept, worden ze daarover niet stevig aan de tand gevoeld. Zulke scherpte zou American Murder: Laci Peterson beslist goed hebben gedaan. Nu blijft deze miniserie steken op het niveau van een adequate reconstructie van een geruchtmakende dubbele moord. Niet meer, niet minder.

Zoals dat gaat bij dit soort ‘sexy’ misdaadverhalen is dit zeker niet de eerste en ook niet de laatste productie over de moord op Lori Peterson. Sterker: binnenkort wordt de driedelige serie Face To Face With Scott Peterson uitgebracht. Daarin komt de man zelf, die ruim twintig jaar heeft gezwegen, aan het woord. Hij houdt nog altijd staande dat hij onschuldig is. En Peterson is niet de enige: het Los Angeles Innocence Project heeft de moord inmiddels in onderzoek.

Il Caso Yara: Oltre Ogni Ragionevole Dubbio

Netflix

Op de avond van 26 november 2010 verdwijnt het dertienjarige Italiaanse meisje Yara Gambirasio. Ze komt nooit meer thuis na een les ritmische gymnastiek. Ruim drieëneenhalf jaar later, op 16 juni 2014, arresteren de Carabinieri een 43-jarige bouwvakker, Massimo Bossetti, vanwege de moord op Yara. Zijn DNA is aangetroffen op de kleding van het slachtoffer. Dat is het startpunt van de vijfdelige true crime-serie Il Caso Yara: Oltre Ogni Ragionevole Dubbio (252 min.), die vervolgens dik vier uur besteedt aan het op onnavolgbare wijze verknopen van deze twee dramatische gebeurtenissen.

Regisseur Gianluca Neri alterneert daarbij voortdurend tussen 2010, als het onderzoek naar het vermiste meisje uit Brembate di Sopra op gang komt en leidt tot een grootschalig DNA-onderzoek, en 2014, waarin de arrestatie van de verdachte voor allerlei verrassende ontwikkelingen zorgt. Hoewel de uitkomst van beide verhaallijnen op voorhand vast lijkt te staan – moord door Bossetti, toch? – blijkt die opzet heel effectief. Alle tijdssprongen, dwaalsporen en cliffhangers houden kijkers moeiteloos bij de les en zorgen bovendien voor de introductie van intrigerende verhaallijnen en nieuwe personages.

Onderweg haalt Neri met behulp van onder anderen de verantwoordelijke rechercheur, Massimo’s advocaten en zijn vrouw dus heel wat overhoop, maar blijven er, mede omdat enkele sleutelfiguren uit de zaak niet in de serie participeren, ook nogal wat losse eindjes rondslingeren. Hoe zit ’t bijvoorbeeld met de rechtszaak waarbij Yara’s vader als getuige betrokken zou zijn geweest? Heeft de politie werkelijk een video van Massimo’s busje bij haar gymzaal in elkaar geflanst, om hem verder verdacht te maken? En wat betekent de conclusie, getrokken na een genetische omweg, dat Massimo ‘Onbekende 1’ is voor zijn verwanten?

Vragen die in elk geval niet worden beantwoord door Fulvio Gambirasio en Maura Panarese. De ouders van Yara uiten zich tegenwoordig niet meer in het openbaar over de zaak van hun dochter en ontbreken dus ook in deze true crime-productie. Via door hen ingesproken boodschappen, bijvoorbeeld op de voicemail van hun verdwenen dochter, kan Neri echter toch invoelbaar maken wat zij hebben doorgemaakt. Daarmee legt hij een emotioneel fundament onder een ronduit tragisch misdrijf, dat uiteindelijk met DNA-bewijs definitief lijkt te worden opgelost. Totdat dit bewijs zelf ook weer voor twijfel en verwarring zorgt…

The Man With 1000 Kids

Netflix

‘This man has really fucked with the wrong women’, zegt de Amerikaanse ‘vruchtbaarheidsfraude-activiste’ Eve Wiley heel stellig, terwijl ze ferm in de camera kijkt. De jonge vrouw bedoelt het figuurlijk. Niet letterlijk. Althans, dat is doorgaans niet het uitgangspunt geweest.

De quote fungeert als uitroepteken achter het intro waarmee de driedelige docuserie The Man With 1000 Kids (124 min.) van Josh Allott wordt opgestart en de belangrijkste bevindingen van de komende twee uur alvast zijn aangekeild: de Nederlandse muzikant/vlogger Jonathan Jacob Meijer kon als spermadonor wel eens duizend kinderen op de wereld hebben gezet, zou zich ten doel hebben gesteld om de aardbewoner met de grootste kinderschare te worden en heeft ondertussen een spoor van verwarring en vernieling getrokken door de wereld van vrouwen met een onvervulde kinderwens en het nageslacht dat zij via/met hem hebben gecreëerd. Zit u klaar voor het on-ge-lóóf-lij-ke verhaal van deze – doorhalen wat niet van toepassing is – aartsleugenaar, geilneef en/of übernarcist?

Wensmoeders kunnen bij Jonathan terechtkomen via reguliere Nederlandse spermabanken, het wereldwijd opererende bedrijf Cryon International óf de toch wat verdachte website Verlangen Naar Een Kind. Ze leren hem kennen onder zijn eigen naam, als ‘Ruud’ of – vanwege zijn lange golvende haar – onder de noemer ‘Viking’. Hij houdt de vrouwen voor dat hij hooguit vijf kinderen wil verwekken. Als hij er concreet naar wordt gevraagd door een moederpaar dat nog wel een tweede kind van hem wil, noemt Jonathan schoorvoetend het aantal van 25. Hoewel ze daarvan schrikken happen de vrouwen tóch toe. Hij helpt hen vervolgens aan sperma in een openbaar toilet in een winkelcentrum te Leidschendam. Ze vinden het raar en walgelijk, maar insemineren het zaad wél.

De droom om een kind te krijgen begint voor veel moeders dan verdacht veel op de spreekwoordelijke nachtmerrie te lijken. En als de schaal van zijn levenswerk tot hen doordringt, is de ellende niet te overzien. Ze zijn woest over het bedrog (dat verder gaat dan wie dan ook zich kan voorstellen, inclusief mogelijk zoiets onsmakelijks als een ‘spermaroulette’), maken zich zorgen over hun kinderen (zijn die niet meer dan een nummer en hoe voorkomen zij later onbedoelde incest?) en hebben wezenlijke vragen over de maatschappelijke implicaties (hoeveel nakomelingen heeft Jonathan over honderd jaar en vormen die dan een bedreiging voor de biodiversiteit?). Deze miniserie werpt zulke vragen op, maar graaft verder niet al te diep naar de antwoorden. Die zouden het hap-slik-weg gehalte van de productie ook alleen maar bederven.

The Man With 1000 Kids concentreert zich liever op het relaas van een groep volstrekt onschuldige vrouwen die ernstig zijn geschaad door een onverbeterlijke veelpleger en verpakt dat wuft, met gelikte reconstructiebeelden en kekke muziekjes, als een typisch ‘good women love a bad man’-crimestory. Uit dezelfde Netflix-fabriek die eerder pak ‘m beet The Tinder Swindler en The Puppet Master afleverde. De bedrogen moeders – voor het overgrote deel afkomstig uit een Nederland dat nog vooral uit polderlandschap en molens lijkt te bestaan – vertellen hoe de ‘massadonor’ hen in de luren heeft gelegd en hoe boos ze nu op hem zijn. ‘I’m gonna hang you by your balls from the highest tree’, dreigt de één. ‘Don’t mess with a mom’, zegt een ander. In klassiek Steenkolenengels.

Een undercoveractie van de verzamelde moeders en bijbehorende rechtszaak, teneinde Jonathan te dwingen om zijn levenswerk af te breken, zijn dan al aanstaande. Tegelijkertijd stuiten ze op een ingenieus complot rond massadonoren, dat wordt gerund vanuit Kenia. Dit angstaanjagende idee wordt echter alleen aangestipt, maar verder niet nageplozen. Intussen blijft de hoofdpersoon, die natuurlijk niet wilde meewerken aan deze productie, een groot raadsel. Wat bezielt iemand om, ja, de hele wereld rond te reizen en overal, tussen het vloggen over cryptovaluta en de lessen des levens door, kinderen te verwekken? Zijn slachtoffers kunnen er alleen over speculeren. En in deze docuserie zit niemand die hem écht kent – als die al bestaat. Jonathan Jacob Meijer blijft een enigma.

The Man With 1000 Kids ontstijgt daardoor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het thematisch verwante Het Zaad Van Karbaat, nooit het niveau van een bizar verhaal, dat in chocoladeletters met de wereld wordt gedeeld.

Jonathan Meijer noemt de serie intussen tegenover de BBC ‘misleidend’.

Vroeg Verloren

VPRO

‘Ik vind ‘t voor haar heel erg’, zegt Liesbeth Rasker, terwijl ze volschiet bij de gedachte aan haar moeder. Die overleed ruim 25 jaar geleden, toen zij een kind van tien was. ‘Ze heeft ons in bed gestopt en geweten: ik ga vanavond d’ruit. Dat kun je je toch niet voorstellen, dat je je kind in bed legt en weet: ik ga haar nooit meer zien.’

Rasker heeft volgens eigen zeggen heel lang ‘de act van: het heeft mij niks gedaan, het heeft mij niet aangetast’ uitgevoerd. Die tijd ligt achter haar. Toen schrijfster Renate Dorrestein – de beste vriendin van haar moeder, die lang als een soort surrogaatmoeder voor Liesbeth en haar zus heeft gefungeerd – in 2018 overleed, ging haar steun en toeverlaat nóg een keer dood.

Net als haar moeder Liesbeth Hendrikse (1954-1998), die van 1989 tot 1994 de eerste hoofdredactrice was van de Nederlandse Elle, is Rasker in de journalistiek beland. Zij werkt als reisjournalist, schrijfster en podcastmaakster en gebruikt de vaardigheden die ze zo heeft verworven nu om haar moeder beter te leren kennen en haar eigen verdriet te exploreren.

Ze gaat bijvoorbeeld in gesprek met enkele lotgenoten, die eveneens op jonge leeftijd een ouder verloren, en bezoekt haar vader, zus en hun vroegere oppas. Ze kan tevens putten uit audio-opnamen van gesprekken die Renate Dorrestein met haar moeder voerde in de allerlaatste levensfase van haar leven. Liesbeth kan dus de stem horen van de vrouw naar wie ze is vernoemd.

Dorrestein maakte een boek van die gesprekken: De Stem Van Je Hart. Want dat was de grootste les van Liesbeths moeder: bij moeilijke dingen in het leven win je advies in bij de mensen om je heen en dan ga je luisteren naar wat je hart je ingeeft. ‘Ik denk dat ik die stem moet bloot leggen en ernaar gaan luisteren’, constateert haar dochter nu. ‘Vaker dan dat ik nu doe.’

De documentaire Vroeg Verloren (58 min.) van Tessa Louise Pope is de sensitieve weerslag van dat persoonlijke proces, waarin Liesbeth Rasker naar zichzelf en haar omgeving moet erkennen dat het overlijden van haar moeder toch ook haar heeft getekend. Als volwassen vrouw ziet ze dit voor het eerst onder ogen en raakt weer meer vertrouwd met haar moeder via familievideo’s.

‘Inmiddels merk ik dus door dit allemaal dat ik ‘t ook best wel erg vind voor mezelf’, bekent ze uiteindelijk tegen haar jongere zus Barbara, die vijf jaar was toen hun moeder overleed en deze kerngebeurtenis uit hun beider leven dus heel anders heeft beleefd. Samen met hun vader herontdekken ze de vrouw die zij voor hen was en de relatie die ze met haar hadden én hebben.

Dit is een intiem en tegelijk universeel proces, over gedeeld verdriet dat niet vanzelfsprekend wordt gedeeld, dat in deze film integer in beeld wordt gebracht.

Trailer Vroeg Verloren

Diane von Furstenberg: Woman In Charge

Disney+

Ze leefden als prins en prinses. Het huwelijk van Diane Halfin met de Duitse prins Egon von Fürstenberg leek eind jaren zestig letterlijk een sprookje. De relatie met de flamboyante Egon, die ’t alleen niet al te nauw nam met de huwelijkse trouw en zich ook aangetrokken voelde tot mannen, liep echter binnen enkele jaren spaak. Zij bleef niettemin haar hele leven in contact met hem – tot het bittere eind, tijdens de AIDS-crisis – en behield ook zijn achternaam. En onder die noemer zou Diane in de jaren zeventig naam maken als modeontwerper, met haar signatuur-wikkeljurk.

In Diane von Furstenberg: Woman In Charge (97 min.) blikken Trish Dalton en Sharmeen Obaid-Chinoy met de influencer avant la lettre, haar broer, echtgenoot en kinderen, en prominenten zoals Hillary Clinton, Oprah Winfrey, Gloria Steinem, Fran Lebowitz, Seth Meyers, Deepak Chopra en Anderson Cooper terug op een leven in de spotlights. Na haar glamoureuze jaren aan de zijde van Egon werd de Belgische ontwerpster, kind van getraumatiseerde Joodse ouders, een graag geziene societyfiguur. Ze ging bijvoorbeeld behoren tot de vaste clientèle van de New Yorkse ons-kent-ons club Studio 54.

Von Furstenberg veroorloofde zich daarbij een (seksuele) vrijheid die doorgaans alleen was voorbehouden aan het andere geslacht. ‘Ik leefde een mannenleven in een vrouwenlichaam’, herinnert Diane von Furstenberg, inmiddels dik in de zeventig, zich niet zonder trots. ‘Jawel! God, ja!’ Zo sliep ze volgens eigen zeggen in één weekend met zowel Ryan O’Neal als Warren Beatty. Uitdagend: ‘Wat vind je daarvan?’ Ze rommelde daarnaast met Richard Gere. En ze had waarschijnlijk een triootje kunnen hebben met Mick Jagger en David Bowie, maar besloot daar op het laatste moment toch maar van af te zien.

Diane von Furstenbergs liefdesavonturen behoren tot de smeuïgste delen van dit gedegen portret, waarin verder netjes alle pieken en dalen van haar leven en loopbaan worden doorgenomen en de relatie met haar getroebleerde moeder, een overlevende van het vernietigingskamp Auschwitz, voor een soort emotionele onderlaag zorgt. Want van een bevallige prinses mag de ontwerpster dan zijn uitgegroeid tot een soort koningin van de modewereld, daaronder zit nog altijd het kind van een oorlogsslachtoffer verborgen – en een vrouw die op haar geheel eigen wijze het feminisme blijft verbreiden.

Jongens Zonder Thuis

Gideon Tygozakaria / KRO-NCRV

Ze ogen, denken en gedragen zich als typische jongens. Jongens met petjes, rapmuziek en schietgames. Jongens Zonder Thuis (66 min.), dat ook. Ze zijn tijdelijk ondergebracht bij het kleinschalige woonproject Wonen Met Kansen. Daar worden de Nederlandse tieners, die vaak al een lange weg door de instellingen achter de rug hebben en niet binnen de reguliere jeugdzorg passen, begeleid richting een zelfstandig bestaan.

Maria Mok en Meral Uslu observeren enkele jongeren tijdens hun dagelijkse bezigheden, kijken mee bij wekelijkse therapiesessies en zien hoe ze soms ook persoonlijke begeleiding krijgen. De filmmakers laten de jongens tevens uitgebreid aan het woord over enkele thema’s die hun jonge levens domineren: thuis, vriendschap, zelfbeeld, moeder, angst, (afwezige) vader, toekomst, eenzaamheid en suïcide.

Zo ontrafelen ze levens die vaak al vroeg zijn ontregeld. Bij ouders die niet voor hen konden of wilden zorgen – door psychische problemen, epilepsie of MS bijvoorbeeld. Waarna zij uit huis werden geplaatst. ‘Mijn moeder gaat vrijdag hemelen, die is er vrijdag niet meer’, vertelt Tygo bijvoorbeeld opmerkelijk nuchter. Zijn moeder, die al enige tijd kanker heeft, krijgt dan euthanasie. ‘Ja, ze wil dat ik die spuit erin douw.’

Hij zegt het met de nodige bravoure. ‘Geen vader, geen moeder. Dan is je leven een beetje aan het ophouden, hè? Iedereen gaat dood.’ Het is een tragische conclusie die voor geen mens is te bevatten – en al helemaal niet voor een ontwortelde tiener. De begeleiders proberen Tygo zo goed mogelijk te ondersteunen, want zijn huisgenoten geven nauwelijks sjoege. Die worden te zeer opgeslokt door hun eigen zaken.

Één van die jongens fantaseert zelf over euthanasie. Hij hoopt nog op een andere oplossing, zegt hij, ‘maar waarschijnlijk geen alternatief hebbende in deze ziekte moet ik, denk ik, voor mezelf concluderen dat ik wacht op de dood.’ Later, als hij wordt gevraagd naar het thema eenzaamheid, pakt hij er een liedje van Ramses Shaffy bij, dat hij kent via zijn oma. ‘Sammy, loop niet zo gebogen, denk je dat ze je niet mogen?…’

Ook in deze docu kiezen Mok en Uslu (LongstayDe Verdediging Van Robert M. en De Blauwe Familie) intussen weer voor een zeer basale vlieg op de muur-benadering, waarbij de verwikkelingen van hun protagonisten zonder opsmuk worden gepresenteerd. De jongens, hun (levens)verhalen en de dingen die zij ondernemen of meemaken moeten het doen. Zonder dat dit verder wordt ingekaderd of opgeleukt.

En die jongens, die doen ‘t.

Girl, Taken

Abacus

‘Ik vroeg aan God: ga je me nu echt wegnemen terwijl ik mijn dochter nooit meer heb gezien?’ Die werkelijkheid is voor Celeste Nurse niet te bevatten. De Zuid-Afrikaanse vrouw heeft kanker, haar huwelijk met Morné, de vader van haar vier kinderen, ligt aan diggelen en er is nog altijd geen spoor van Zephany.

Het meisje verdwijnt op 30 april 1997, drie dagen na haar geboorte in het Groote Schuur-ziekenhuis te Kaapstad. Terwijl haar jeugdige moeder nog bijkomt van een heftige bevalling wordt zij als baby ontvreemd van de kraamafdeling. Girl, Taken (92 min.) dus. Het gerucht gaat dat Zephany Nurse is gestolen door een vrouw die even daarvoor een miskraam heeft gehad in het ziekenhuis, maar definitief uitsluitsel daarover blijft alsmaar uit.

De tieners Celeste en Morné zijn op dat moment pas enkele maanden getrouwd. In de navolgende jaren zullen ze nog drie kinderen krijgen. Eerst, vier jaar na Zephany, volgt dochter Cassidy. Daarna wordt het gezin nog verrijkt met de jongens Joshua en Micah. Tegelijkertijd blijft het gemis van hun oudste kind danig opspelen. Haar ouders weigeren om Zephany los te laten en blijven, ook jaren na de verdwijning, geloven in haar terugkeer.

Na ruim zeventien jaar, begin 2015, komt de geruchtmakende verdwijningszaak plotseling in een stroomversnelling. Met vrijwel alle direct betrokkenen reconstrueert deze slim opgebouwde film van Francois Verster en Simon Wood hoe de kwestie dan een beslissende wending krijgt en daarna van de ene in de andere verrassende ontwikkeling belandt. Intussen worden ieders incasseringsvermogen en loyaliteit danig op de proef gesteld.

Aan het einde, als alle familieleden van het verdwenen meisje ruim 25 jaar na dato de balans opmaken, is de conclusie onvermijdelijk: deze zaak kent alleen verliezers. Juist dan – en dat is toch wel een verrassing – wordt echter ook duidelijk dat de tijd echt alle wonden kan helen.

Pray For Our Sinners

Break Out Pictures

In eigen land kan Paddy Randles, de dokter van het Ierse stadje Navan, in 1969 geen journalistiek medium vinden dat het verhaal wil publiceren. Daarom probeert hij ‘t maar bij de Britse krant News Of The World, die altijd in is voor wat sensatie. ‘Children under the lash’, kopt de tabloid op zondag 4 mei. Één van de mishandelde Ierse kinderen, de dan negenjarige Norman, is er ruim een halve eeuw later nog altijd vol van. Dat hij en zijn moeder zich hebben uitgesproken is hen bepaald niet in dank afgenomen en heeft zijn hele verdere leven beïnvloed.

Nadat dokter Randles uit de school heeft geklapt over de fysieke straffen die Ierse kinderen krijgen op de katholieke school, wordt ook hij, samen met zijn (nog altijd) strijdbare echtgenote Mary, met de nek aangekeken in Navan. En zijn goede verstandhouding met Father Andy Farrell, de plaatselijke vertegenwoordiger van de almachtige kerk, loopt vanzelfsprekend ook vast. Het is één van de verhalen waarop documentairemaakster Sinéad O’Shea stuit als ze het door en door katholieke land van haar jeugd probeert op te roepen met mensen uit haar geboorteplaats Navan.

De beknellende gemeenschap die ze toont in Pray For Our Sinners (81 min.), vervat ook in bijzonder treffend archiefmateriaal, lijkt mijlenver verwijderd van het hedendaagse leven in West-Europa – ook al liggen sommige gebeurtenissen toch echt slechts enkele tientallen jaren achter ons. In deze wereld is de wil van de kerk wet, moeten mannen krom liggen om voldoende geld binnen te brengen en doen vrouwen er simpelweg niet toe. Ze mogen voor het huwelijk geen seks hebben, zijn daarna permanent zwanger en hebben zich verder maar te schikken in hun lot.

Vrouwen of meisjes die ongehuwd zwanger raken, zoals de toenmalige tiener Betty, worden bijvoorbeeld afgevoerd naar een tehuis voor alleenstaande moeders. Ze is er liefdeloos behandeld en voor het leven beschadigd, vertelt de oudere vrouw aan ‘Sinéad’, bij wie ze zich duidelijk vertrouwd voelt. En altijd speelt de kerk, in dit geval de intrigerende pastor Farrell, een sleutelrol bij zulke beslissingen. Via kleine menselijke verhalen vanuit de gemeenschap maakt Pray For Our Sinners zo tastbaar hoe alomtegenwoordig het katholicisme was in het Ierland van de twintigste eeuw.

En er waren grote schandalen, waarover in een documentaire zoals The Missing Children bijvoorbeeld uitvoerig is bericht, voor nodig de Ieren los te weken van het allesbepalende instituut.

Free Space

Marian Markelo en Boris van Berkum / Zeppers / NTR

Wie mag wat maken? vraagt Karin Junger zich af in Free Space (65 min.), de film die ze in samenwerking met schrijver Stephan Sanders heeft gemaakt over de verlegenheid daarover bij veel hedendaagse kunstenaars. Wie bepaalt dat? Op grond waarvan? En hoe ga je om met de kritiek dat je je op het terrein van een ander hebt begeven?

Toen Junger als witte vrouw enkele jaren geleden een documentaire maakte over haar eigen donkere kinderen en hun vrienden (Ik Alleen In De Klas, 2020), kreeg zij volgens eigen zeggen het verwijt dat ze haar ‘white privilege’ misbruikte. Het was niet aan haar om dat verhaal te vertellen. ‘En ik voelde me ineens de vijand’, vertelt ze in een voice-over, bij de start van deze persoonlijke film, die actuele thema’s zoals identiteit, representatie, cancelen, stereotypen en culturele toe-eigening onderzoekt.

Dat blijkt overigens een stuk lastiger dan gedacht. Veel kunstenaars en kenners die Junger benadert zien af van een bijdrage of haken in een later stadium alsnog af. Bang om hun vingers te branden aan een onderwerp, waarbij de emoties hoog kunnen oplopen. Zangeres Anne-Faye Kops, kind van een zwarte moeder en een witte vader, maakte bijvoorbeeld een theaterconcert over haar gemengde afkomst. Die kwam haar, vanwege haar witte voorkomen, op veel kritiek te staan.

Dit roept de vraag op van wie verhalen zijn. Ligt het ‘ownership’ bij de groepen waarover ze gaan? Wie bepaalt wie bij de groep hoort? En mogen leden van een andere groep zich dan niet over zulke verhalen buigen? Bij zijn voorstelling De Gendermonologen heeft theatermaker Raymi Sambo criticasters bijvoorbeeld duidelijk moeten maken dat hij geen voorstellingen maakt óver mensen, maar mét en vanuit hen. Schrijver Ted van Lieshout ervaart dergelijke discussies als ‘verlammend’.

In de samenwerking tussen de Surinaamse wintipriesteres Marian Markelo en de witte Nederlander Boris van Berkum komen twee werelden samen. Ze maken een soort Delftsblauwe wintikunst. Samen willen ze over de bestaande grenzen heen kijken. Want ‘die kunnen ons beperken in het voortbrengen van mooie dingen’, stelt Marian ferm. Als we blijven uitgaan van oprechte interesse in de ander en verbinding met elkaar, ontstaat er waardevol erfgoed dat echt van ons allen is.

Toch is het onvermijdelijk dat verschillende visies over wat van wie is en wat daarbij mag soms flink botsen. ‘If you are cis, straight and white’, schreef kunstenares Angel-Rose Oedit Doebé bijvoorbeeld op een spiegel, ‘this ain’t for you.’ Het werk riep een venijnige reactie op van haar collega Floyd, die zich wilde afzetten tegen ‘woke-populisme’. Deze venijnige clash resulteert in het enerverendste deel van deze film – al roept de afhandeling ervan vragen op. Want wat vindt Angel-Rose van Floyds respons?

Behoedzaam tast Karin Junger in Free Space het werkterrein van hedendaagse kunstenaars af, dat soms verdacht veel op een mijnenveld lijkt. Als laatste sluit ze aan bij Stephan Sanders, die in gesprek gaat met de ‘zwarte’ Amerikaanse schrijver Thomas Chatterton Williams. Hij schrijft in het boek Self-Portrait In Black And White: Unlearning Race (2019) dat hij niet meer wil meedoen aan ‘het Amerikaanse huidspel’. Het antiracistische discours schiet volgens hem z’n doel voorbij.

Jungers conclusie, in deze boeiende en actuele film, lijkt in het verlengde daarvan te liggen: uiteindelijk hebben al die verschillende mensen meer gemeen met elkaar dan dat ze van elkaar verschillen, stelt ze. Bovendien weten ze zelf echt wel wat goed voor hen is.

La Mano En El Fuego

HBO Max

‘Om tegen een kind te zeggen: je bent een hoer en je hebt Pincelito verkracht.’ Mari Carmen Espinosa kan er nog altijd niet bij. ‘Godverdomme! Pfff….’ Haar dochter Verónica was dertien toen ze op zaterdagochtend oktober 1998 door een dorpsgenoot werd verkracht. De metselaar en duivenhouder Antonio ‘Pincelito’ Cosme was 63. En de andere inwoners van Benejúzar in Alicante stonden aan zijn kant. Zij konden zich niet voorstellen dat hij, lid van een bekende familie in het Spaanse dorp, zich werkelijk had vergrepen aan dat kind van die vrouw van buiten.

‘We kregen alleen maar minachtig, beledigingen en agressie van het dorp’, vertelde het tienermeisje zelf destijds. ‘Mensen op straat hebben me bedreigd: als Pincelito vrij is, snijdt hij je keel door. En die van je familie ook.’ Ruim 25 jaar later kunnen Verónica en haar inmiddels bejaarde moeder, die elkaar regelmatig moed inspreken tijdens hun gesprekken voor deze docuserie, nog altijd nauwelijks geloven hoe zij in de beklaagdenbank terecht kwamen. Het was een pijnlijk staaltje ‘victim blaming’. Want toen had Mari Carmen nog helemaal geen wraak genomen op Pincelito.

In het gelikte intro van La Mano En El Fuego (Engelse titel: Hell On Earth: The Veronica Case, 132 min.) – waarin, zoals tegenwoordig ‘goed’ gebruik is, alvast wordt geteased naar wat er nog gaat komen – geeft documentairemaakster Elena Molina dat direct prijs: de moeder van het dertienjarige slachtoffer heeft de verkrachter zeven jaar later overgoten met benzine en vervolgens levend in brand gestoken. Daarmee ligt het complete tragische verhaal al bij de start van deze driedelige serie op tafel en is het vooral de vraag hoe en waarom het zover heeft kunnen komen.

En dat is onvoldoende om drie afleveringen lang, ruim twee uur, te blijven boeien. Hoeveel drama Molina met tamelijk gekunstelde toneelstukjes tussen moeder en dochter, onheilspellende muziek en symbolische sequenties met duiven, een ontsnapt paard en vuur ook toevoegt, de serie blijft voelen als een eindeloze herhaling van zetten. Achteraf bezien zaten alle elementen die er echt toe deden in deze tragische geschiedenis al in die allereerste minuten verstopt en blijkt vrijwel alles wat daarna volgt niet héél veel meer dan het uitmelken daarvan.

Het is alleen nog de vraag of die wraakactie het gevolg was van spontane verstandsverbijstering of toch tot in detail was voorbereid.

Daughter Of Genghis

Elk Film / VPRO

Van Chinezen moet ze niets hebben. Gerel Byamba zweert bij haar Mongoolse identiteit. ‘We zijn afstammelingen van Genghis Khan’, zegt de alleenstaande moeder tegen haar zoontje Temuulen. Zij groeide op in de buurt van de Chinese grens en vreest de bijna vijftig miljoen alleenstaande mannen aan de andere kant daarvan. Die vormen een bedreiging voor de zuiverheid van het Mongoolse volk.

En daarvoor maakt deze Daughter Of Genghis (80 min.) zich sterk. Eerst als lid van een groep extreemrechtse skinheads, daarna als boegbeeld van een volledig uit vrouwen bestaande ultranationalistische club, Gerel Khas. Beide organisaties gebruiken het hakenkruis als symbool. Want voor Byamba blijft de Swastika gewoon een zonnewiel, dat helaas ooit is gekaapt door de nazi’s.

Christian Als, Kristoffer Juel Poulsen en Knud Brix hebben de verbitterde dertiger voor deze film zeven jaar lang gevolgd. Ze begint als een verwrongen soort feministe, die met enkele getrouwen binnenvalt bij als massagesalon vermomde bordelen en de vrouwen daar vernedert. Intussen moet ze zelf alle zeilen bijzetten om de kost te verdienen en een goede ouder te zijn voor haar zoon.

Wordt het niet eens tijd dat je stopt? vraagt een vriendin haar. ‘Als jij doodgaat, wat gebeurt er dan met je kind? Wordt hij net als jij? Een eenzame strijder die bereid is om te sterven voor nationale veiligheid en de zuiverheid van ons bloed?’ De opmerkingen leiden tot een pittige confrontatie tussen de twee vrouwen, die Gerel Byamba uiteindelijk toch aan het denken zet. Of ze nu wil of niet.

Ze moet de confrontatie aan met zichzelf en met wat haar gemaakt heeft tot wie ze nu is. Byamba’s moeder overleed toen ze pas zes jaar oud was, haar vader was daarna nauwelijks in staat om voor haar te zorgen. En toen ze de liefde van haar leven ontmoette en zwanger van hem werd, sloeg het noodlot opnieuw toe. Haar persoonlijke verdriet zette ze daarna om in woede op de wereld.

Geduldig kijken de filmmakers mee als hun protagonist haar blik gaandeweg naar binnen richt. Dat proces wordt nog eens versterkt doordat ze eieren voor haar geld moet kiezen en een baan in de Gobi-woestijn accepteert, waar een spoorlijn naar China wordt aangelegd en ze aan het werk gaat met Chinese collega’s. Haar zoon Temuulen blijft achter in Ulaanbataar, de hoofdstad van Mongolië.

Los van elkaar proberen moeder en zoon hun onderlinge band te versterken en groeien ze, vastgelegd in even fraaie als intieme scènes, naar elkaar toe. De zenuwtic rond Gerels ogen maakt gaandeweg plaats voor een voorzichtige glimlach. Het is de kroon op haar persoonlijke ontwikkeling, die in deze subtiele observerende film overtuigend zichtbaar wordt gemaakt.

Peter En Erik

Memphis / KRO-NCRV

Zit er in Peter En Erik (102 min.) misschien een ‘Twee Identieke Vreemden’ verscholen? Met andere woorden: steekt er in deze film over de Groningse eeneiige tweelingbroers, die na hun geboorte werden gescheiden en vervolgens los van elkaar in een adoptiegezin zijn ondergebracht, net zo’n spannend, schokkend en tragisch nature/nurture-verhaal als in de onweerstaanbare documentairehit Three Identical Strangers (2018) over een Amerikaanse drieling?

De Nederlanders hoorden voor het eerst van elkaars bestaan toen ze zeventien waren, twee jaar eerder dan hun lotgenoten uit de Verenigde Staten. Sindsdien hebben aardappelboer Peter Anema en journalist Erik Hulsegge ontdekt dat hun biologische moeder destijds ongewenst zwanger was geworden van een man die al getrouwd bleek te zijn en ook kinderen had. Daarom heeft ze hen uiteindelijk afgestaan. Hun moeder wilde niet dat de jongens van elkaar werden gescheiden, maar is er onder druk van de betrokken deskundigen en instanties toch mee akkoord gegaan.

Inmiddels zijn Peter en Erik dik in de vijftig en lopen ze nog altijd met wezenlijke vragen over hun verleden rond. Waarom mochten Eriks ouders bijvoorbeeld niet ook Peter adopteren? Zij kregen de andere baby toentertijd per ongeluk onder ogen en wilden ook hem graag opnemen. Daarvan kon echter geen sprake zijn. Samen met onderzoeksjournalist Myrthe Buitenhuis gaan de twee broers in deze tweedelige documentaire van Jesse Bleekemolen op onderzoek uit. Al snel stuiten ze in hun dossier op de omschrijving ‘juridisch gevoelig materiaal’. Welk verhaal gaat daarachter schuil?

En in hoeverre is de situatie van de los van elkaar opgegroeide Nederlandse broers, vooralsnog het enige bekende geval van een doelbewust gescheiden tweeling in ons land, werkelijk te vergelijken met het schokkende verhaal achter de scheiding van de Amerikaanse drieling, die zonder dat ze het zelf wisten onderdeel waren van een wetenschappelijk experiment? Gaandeweg beginnen Peter en Erik in elk geval steeds meer parallellen te zien tijdens hun strooptocht langs archieven, organisaties en deskundigen, op zoek naar een verleden dat zich niet zomaar bij de kladden laat grijpen.

Een pril leven dat begon bij een alleenstaande moeder is via het opvanghuis Toevluchtsoord en de Kinderbescherming in twee héél verschillende gezinnen geëindigd. Zonder elkaar. De vraag is nog altijd: waarom? Deze poldervariant op Three Identical Strangers komt een aardig eind met het beantwoorden daarvan en maakt ondertussen natuurlijk het nodige los bij Peter en Erik – al gaan de broers daar ogenschijnlijk met kenmerkende Groningse nuchterheid mee om.

Kind Van Het Toeslagenschandaal

NTR

Jaïr van den Essenburg en z’n moeder zijn het land uit gevlucht. In België wanen ze zich veilig voor de lange arm van de Nederlandse belastingdienst. Die heeft hen jarenlang in z’n greep gehouden. Sinds Jaïrs moeder in 2008 werd bestempeld als fraudeur raakte hun leven volledig ontregeld. Zij geldt tegenwoordig als een zogenaamde Toeslagenouder. En hij, inmiddels in de twintig, behoort tot de naar verluidt 90.000 kinderen die bij dit schandaal betrokken zijn geraakt. De ervaring heeft hen allebei getekend, maar lijkt tegelijkertijd ook de loyaliteit tussen de ouder en het kind te hebben versterkt.

In de korte docu Kind Van Het Toeslagenschandaal (25 min.) tekenen Josephine Hanna en Elisabeth van der Ploeg Jaïrs levensverhaal op. In dat kader spreken ze uitgebreid met de webdeveloper en zijn soms geëmotioneerde moeder. Ze vergezellen Jair verder naar een Lotgenotendag voor gedupeerde kinderen, leggen vast hoe hij tijdens en na het NOS op 3-debat de discussie aangaat met VVD-leider Dilan Yesilgöz en bezoeken zijn voormalige woonplaats Delft, waar Jair als één van de weinige niet-witte kinderen op de basisschool een laag schooladvies kreeg. Dat heeft hem blijkbaar jarenlang parten gespeeld. Alleen wordt niet helemaal duidelijk wat er precies is gebeurd en hoe dat verband houdt met het Toeslagenschandaal.

Dat valt tegen de volledige film in te brengen: het verhaal van Jair en zijn moeder blijft veelal op gevoelsniveau steken. De twee dragen het Toeslagenschandaal duidelijk nog met zich mee, maar de details daarvan – en soms ook de context die daarbij hoort – blijven achterwege. De meerwaarde van deze productie van Hanna en Van der Ploeg zit hem met name in het toevoegen van een kinderperspectief aan het beeld dat naar voren komt uit het Toeslagendossier van een onverschillige of zelfs vijandige overheid. Daarmee wordt de docu een aardige bijsluiter voor de twee films die Stijn Bouma inmiddels maakte over het Toeslagenschandaal (Alleen Tegen De Staat en Sheila Versus De Staat) – al heeft deze docu zeker niet de impact daarvan.

Spijtmoeders

VPRO

Ze hebben geen moord op hun geweten. Of met hun vingers aan kleine kinderen gezeten. Toch is er voor de drie hoofdpersonen van deze sterke documentaire van Milou Gevers, blijkbaar, alle reden om onherkenbaar in beeld te verschijnen. Terwijl er een houten pop van hen in beeld is, gemaakt en bespeeld door Matt Jackson, vertellen de Nederlandse vrouwen Sophie, Caroline en Aisha openhartig over waar je als moeder eigenlijk niet over praat: dat je soms, best wel vaak of zelfs vrijwel altijd denkt dat je liever geen ouder was geworden.

Niet dat de drie Spijtmoeders (51 min.) niet van hun kinderen houden. Dat is ‘t niet. En met die kinderen is verder ook niets mis. De drie vrouwen zijn er alleen van overtuigd geraakt dat de moederrol hen niet past. Ze hadden eigenlijk helemaal geen kinderwens, misten dat moederinstinct of wilden juist hele andere dingen met hun leven. ‘Er is geen tijd om ik te zijn’, vertelt Aisha bijvoorbeeld. ‘Je bent altijd mama.’ Sophie, die maar geen uitdagende baan kon vinden, legt uit: ‘De twijfel, de frustratie en de pijn kunnen naast die liefde voor de kinderen bestaan.’ Zulke gevoelens mogen volgens Caroline alleen niet worden uitgesproken. ‘Ik mag mij niet zo voelen als ik me voel.’

Milou Gevers omlijst zulke persoonlijke ontboezemingen met ‘found footage’-materiaal van moeders en kinderen, een bijzondere expressieve soundtrack en de hartveroverende animaties van Anna Eijsbouts. Daarmee doet Gevers’ eerste langere documentaire, na een aantal jeugddocu’s, enigszins denken aan haar afstudeerfilm voor de Filmacademie, Waarom Bleef Je Niet Voor Mij? (2020) waarin ze met enkele kinderen sprak over de zelfdoding van één van hun ouders en waarvoor ze de verschillende fasen in hun rouwproces met animaties heeft gevisualiseerd.

Voor Spijtmoeders werd Gevers geïnspireerd door de studie Regretting Motherhood van de Israëlische socioloog Orna Donath over het verwachtingspatroon waarmee vrouwen altijd krijgen te maken – een fenomeen dat in deze film is verbeeld met een theater, waarin een publiek toekijkt hoe de drie hoofdpersonen spreken over taboes rond het moederschap. Intussen passeren ook allerlei grotere vragen de revue. Worden aan vaders bijvoorbeeld lagere eisen gesteld? Welk voorbeeld hebben de drie hoofdpersonen gehad van hun eigen moeder? En kun je als moeder, net als veel vaders, gewoon weggaan en je kinderen dan door je voormalige partner laten opvoeden?

En, natuurlijk, de uitdaging waarvoor ze in deze tot invoelen en nadenken stimulerende film alle drie zien gesteld: hoe kun je worstelen met het moederschap en je kinderen tegelijkertijd niet het gevoel geven dat ze ongewenst zijn?