Paikar

Baldr

‘Verhuizen naar een veiligere plek is geen ontsnapping aan de omstandigheden’, constateert Dawood Hilmandi aan het einde van deze zeer persoonlijke film. ‘Het is een strijd om te overleven. Misschien is in leven blijven mijn enige daad van verzet, in een tijd waarin het leven goedkoop is.’

Die sombere conclusie is de slotsom van een geladen zoektocht naar verbinding. Met het land van zijn geboorte (Afghanistan), het land waar hij opgroeide (Iran) en het land waar hij tegenwoordig woonachtig is (Nederland). En met zijn familie, die verspreid is geraakt over de hele wereld. Zijn autoritaire vader Mohammad Yousef Amin Hilmandi, kortweg ‘Baba’ genoemd, in het bijzonder.

Een man met een onbuigzaam karakter. Ooit een bekende strijder en commandant van de Moedjahedien, inmiddels schrijver en geestelijke. Met Dawoods moeder, zijn derde vrouw, heeft Baba zeven kinderen. En veertien in totaal. Hij is geen gemakkelijke vader. Als zijn zoon hem na een tragisch verlies in de familie opzoekt in zijn huidige thuisbasis Iran, zit hij bepaald niet te wachten op moeilijke vragen.

Paikar (97 min.) – ofwel: krijger – zet echter door. Dawood wil Baba dwingen tot reflectie. Contact. Nabijheid. De hardvochtige oude man laat zich alleen niet zomaar ontdooien. ‘Ik zag onderdrukking en tirannie en hoorde vloeken vanaf mijn vroegste kinderjaren totdat ik een jonge man was met een baard en snor’, legt ie uit. Ofwel: hij weet niet beter, kan niet anders en wil dat ook helemaal niet.

Baba laat zich uiteindelijk wel verleiden tot een reis naar hun land van herkomst. ‘Ik hield van dit land’, zegt Baba als ze door Afghanistan trekken. ‘Maar dit land heeft nooit van mij gehouden.’ Vader moet soms zelfs een hoofddoek omdoen, want dat land is nog altijd vol gevaren voor hem. Tegelijk is er wel degelijk toenadering tot zijn zoon. Samen bezoeken ze ook Dawoods geboortehuis in Qala-I-Naw. 

Daar krijgt vader zelf even de camera in de hand gedrukt. Hilmandi begeleidt de tocht die hij met hem aflegt, ook mentaal, verder met een poëtische, bijna gefluisterde voice-over. Zo overbrugt hij tevens de afstand tussen de verschillende verhaalelementen, vult andere scènes aan en zorgt voor houvast als Baba terugkeert naar Iran en z’n zoon met zijn moeder achterblijft in Afghanistan.

COVID-19 begint dan ook hun wereld in een ijzeren greep te krijgen en zet de afwikkeling van deze schrijnende film in gang. ‘Ik ben een zwerver geworden in deze wereld, Baba’, constateert Dawood Hilmandi dan. ‘Ik heb alleen de kracht niet om te vertrekken en ontbeer de wil om te blijven.’

Prime Minister

Magnolia Pictures

Als de Nieuw-Zeelandse Labour Party op weg naar de verkiezingen van 2017 langzaam wegglijdt in de peilingen, stapt politiek leider Andrew Little plotseling op en neemt Jacinda Ardern het partijleiderschap over. Tien weken later wordt de 37-jarige politica zowaar gekozen tot Prime Minister (102 min.) van Nieuw-Zeeland. Alleen echtgenoot Clarke Gayford, die haar in de komende jaren achter de schermen zal blijven filmen, weet op dat moment dat ze ook zwanger is van haar eerste kind. In stilte vraagt Ahern zich af: hoe ga ik dit doen met een baby?

Zeven jaar later blikt Jacinda Ardern in deze documentaire van Lindsay Urtz en Michelle Walshe terug op de periode waarin ze een wereldwijd symbool voor vrouwen wordt. Als jonge moeder weet ze eerst de juiste woorden te vinden na de huiveringwekkende aanslagen op de Christchurch-moskee en daarna ook nog eens vrijwel direct strengere wapenwetten in te voeren. Ook internationaal doet ze van zich spreken, als stem van rede en compassie. Aan het Coronavirus krijgt de politica echter een harde dobber. En al die tijd blijft echtgenoot Clarke haar filmen: in hun eigen huis, als ze tijdens het werk borstvoeding geeft of wanneer ze dochter Neve meeneemt naar de Verenigde Naties.

Intussen participeert Ardern ook in een Oral History Project van de Alexander Turnbull Library. Tijdens haar ambtsperiode laat ze zich regelmatig interviewen. Dit politieke audiodagboek fungeert nu als onderlegger voor deze film. Als zij in 2020 met een overweldigende meerderheid is herkozen, wil haar gesprekspartner bijvoorbeeld weten hoe ze naar het premierschap kijkt. ‘Ik denk niet dat ik me ooit op mijn gemak zal voelen’, antwoordt Ardern, die volgens eigen zeggen last heeft van het ‘imposter syndrome’. ‘De baan bezorgt me constant angst.’ Haar beleid om COVID-19 in te dammen heeft dan al voor enorme weerstand gezorgd – en serieuze bedreigingen aan haar eigen adres.

Als zij in het regeringsgebouw wordt belegerd door gewelddadige demonstranten, is Jacinda Ardern duidelijk ontdaan. ‘Wat een gekmakende gebeurtenis om te moeten aanzien’, verzucht ze dan. Even later probeert ze als leider van het land in het parlement alweer paal en perk te stellen aan het geweld, dat een reprise lijkt van de bestorming van het Amerikaanse Capitool op 6 januari 2021. Achter de schermen probeert ze zich ook, voor de camera van haar man, staande te houden als vrouw, echtgenote en moeder. Ardern realiseert zich dat haar eigen populariteit tanende is. Ze mag dan levens hebben gered, ze slaagt er niet meer in om het land bijeen te houden. Tijd voor een ferme keuze.

Deze film past intussen perfect bij het profiel dat Jacinda Ardern in haar regeerperiode heeft opgebouwd. Behalve als politica met een progressieve agenda, die tegenwicht kan bieden aan de alfamannen waarmee ze zowel nationaal als internationaal wordt geconfronteerd, toont de documentaire haar vooral als mens. Utz en Walshe staan duidelijk ook positief tegenover hun hoofdpersoon. Ze volgen het narratief dat Ardern zelf schetst van haar carrière. De parallel die zij trekt met een expeditie naar Antarctica, waarbij de illustere ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton zijn bemanning redt, en de manier waarop die met archiefbeelden is geïncorporeerd, voelt alleen wat gekunsteld.

Prime Minister schetst desondanks overtuigend de achterkant van ‘Jacindamania’ en ontwikkelt zich zo tot een geslaagd portret van een vrouw die een beduidend andere toon heeft proberen aan te slaan dan de mannen die doorgaans het hoogste woord hebben. 

Darklands: Are You Ready To Go Deep?

Cinemien

Sinds 2010 wordt Darklands elk jaar nét iets groter. Behoedzaam brengt de Vlaamse organisator Jeroen van Lievenoogen het grootse indoor gay fetishfestival steeds een stapje verder. Totdat het Coronavirus in 2020 roet in het eten gooit en Darklands noodgedwongen pas op de plaats moet maken.

De COVID-19 periode, waarin ook Darklands verliezen moet incasseren en het doorgaan van het festival elke editie weer onzeker is, markeert het meest geladen deel van deze documentaire van Roland Javornik uit 2023, die soms bijna een promofilm lijkt voor het festival dat jaarlijks zo’n zevenduizend homomannen en andere fetishfreaks verleidt om een kleine week hun wildste fantasieën uit te leven in Waagnatie, een oude loods te Antwerpen.

In Darklands: Are You Ready To Go Deep? (84 min.) gunt Van Lievenoogen, net als tijdens het festival terzijde gestaan door zijn creatieve jongere zus Nathalie (die zelf overigens niet tot de doelgroep van alle festiviteiten behoort), eenieder een kijkje achter de schermen bij Darklands, Het festival heeft zich ontwikkeld tot een vrijplaats voor een internationaal publiek, dat zich onbekommerd kan overgeven aan z’n eigen kinky voorkeuren.

Voor deze kleurrijke gemeenschap – van gayporno- en BDSM-liefhebbers tot leer- en furryfreaks – weerspiegelt het festival de ‘pure vrijheid’, die elders in de wereld nog wel eens ontbreekt. Zo bezien heeft deze productie, die toewerkt naar de festivaleditie van 2022, zeker z’n waarde – al is de Darklands-docu wel héél veel braver dan de thematiek van het festival, waar eigenlijk weinig te gek lijkt, doet vermoeden.

A King Like Me

Netflix

Net als voor alle andere inwoners van New Orleans is er voor de leden van de Zulu Social Aid & Pleasure Club een vóór en ná Katrina.

Een kleine honderd jaar vóórdat de orkaan Katrina de Afro-Caribische stad in de Amerikaanse staat Louisana bijna vernietigt, in het jaar 1909, richten enkele zwarte mannen hun eigen club op, een sociaal netwerk dat inspringt als de nood aan de man is en de eigen familie ’t even niet aankan, zoals bij een uitvaart. In diezelfde tijd wordt ook de racistische speelfilm The Birth Of A Nation uitgebracht, waarna de verderfelijke Ku Klux Klan een comeback maakt. Het ressentiment dat zo opnieuw opsteekt in het Amerikaanse zuiden, verdient een reactie, vindt de Zulu-club.

Met kleurrijke kostuums, versierde kokosnoten en swingende praalwagens steelt de zwarte ‘krewe’ sindsdien de show tijdens Mardi Gras, de plaatselijke variant op Carnaval. Het feit dat ze daarbij gebruik maken van (en ook de draak steken met) ‘blackface’, de controversiële make up waarmee Afro-Amerikanen worden geportretteerd door witte Amerikanen, is bepaald niet onomstreden. Jazzlegende Louis Armstrong is er bijvoorbeeld ooit flink door in de problemen gekomen. De discussie of blackface nu wel of niet gepast is wordt bij Zulu nog altijd regelmatig gevoerd.

In het groepsportret A King Like Me (89 min.), smakelijk aangelengd met jazz- en dixielandmuziek, zoomt Matthew Henderson in op deze zwarte herenclub en al z’n gebruiken en tradities. Zulu is in wezen een Afro-Amerikaanse variant op de Nederlandse verenigingen die toewerken naar Carnaval of een bloemencorso. En zij kiezen ook hun eigen variant op Prins Carnaval, King Zulu. Dat is een prestigieuze functie, in menig geval zelfs de vervulling van een jeugddroom. Deze sfeervolle film tekent deze wereld van binnenuit op en vangt en passant het gevoel van zwart zijn in Amerika.

De benarde positie van zwarte Amerikanen komt nog eens pijnlijk in beeld als de Orkaan Katrina in augustus 2005 New Orleans overspoelt. Ná die ramp speelt de Zulu-club naar verluidt een essentiële rol in de  wederopstanding van de stad, met een geladen parade tijdens de eerstvolgende editie van Mardi Gras.  ‘Iedereen in New Orleans moet komen en gewoon van Mardi Gras genieten’, herinnert Larry Hammond, de Zulu-koning van dat jaar, zich geëmotioneerd de woorden die hij toen uitsprak. ‘Er gaat niets boven kijken naar een Zulu-parade. En het publiek vergaapte zich eraan. Oh….!’

En dan, weer vijftien jaar later, slaat COVID-19 toe. Henderson is dan al aan het filmen voor deze film. New Orleans wordt opnieuw ernstig getroffen. De stad heeft zo’n beetje het hoogste sterftecijfer van het land. Zou Mardi Gras, dat elk voorjaar plaatsvindt, nog een rol hebben gespeeld in de verspreiding van het virus? Feit is dat ook de Zulu-club hard wordt geraakt en afscheid moet nemen van enkele prominente en geliefde leden. Ook dan biedt de cultuur, die ze in ruim een eeuw samen hebben opgebouwd, houvast voor de toekomst. Ze omarmen wie ze zijn en gaan door.

En deze film, meer sfeertekening dan narratief, toont hen voor wie ze (willen) zijn: zwarte mannen die trots zijn op wie ze waren, zijn en blijven.

Het Mondkapjesgoud

KRO-NCRV

’Hugo. Op jouw verzoek ben ik gaan knuffelen met Sywert’, schrijft topambtenaar Mark Frequin op 25 maart 2020 aan Hugo de Jonge. ‘Dat is bijna een dagtaak.’ De minister van Volksgezondheid reageert binnen enkele minuten: ‘Top. Dank!’

De berichtjes zijn exemplarisch geworden voor de druk die Sywert van Lienden – de bekende politieke influencer, prominente CDA’er én potentiële leverancier van mondkapjes – in de eerste fase van de Coronacrisis uitoefent op de regering, partijgenoot De Jonge in het bijzonder. Samen met zijn zakenpartners Bernd Damme en Camille van Gestel wil Van Lienden met de zojuist opgerichte Stichting Hulptroepen Alliantie de opdracht binnenhalen om mondkapjes te leveren.

Het verhaal is bekend: ze zullen dat gaan doen zonder er zelf iets aan over te houden. ‘Om niet’, noemt Sywert dat en maakt daarmee goede sier. In werkelijkheid lopen de drie er helemaal mee binnen. En achter de schermen verkneukelen ze zich daar al over. ‘Gillend rijk’ gaan wij worden! Het maakt van Sywert, Bernd en Camille ‘de meest gehate mannen van de Coronacrisis’. Terwijl de halve wereld op z’n rug ligt vanwege de COVID-19 pandemie, halen zij stiekem Het Mondkapjesgoud (219 min.) binnen.

Deze vijfdelige docuserie van Dirk Mostert, waarvoor Anouk Burgman fungeerde als coregisseur, licht de inmiddels welbekende affaire, die van ‘Sywert’ een scheldnaam maakte, nog eens helemaal door, met behulp van geluidsfragmenten van gesprekken tussen het drietal, ministers, topambtenaren en inkopers, zakelijke én persoonlijke chatberichten, vertrouwelijke documenten en privéfilmpjes. Sommige cruciale scènes en gesprekken zijn op basis van het dossier ook met acteurs en (nogal vette) muziek gereconstrueerd.

Centrale figuur in de vertelling is Camille van Gestel. Mostert geeft hem ruim de gelegenheid om het ontstane beeld van hem en zijn mondkampjespartners toe te lichten, in een bepaalde context te plaatsen en bij te stellen. Van Gestel houdt staande dat er nooit sprake is geweest van een vooropgezet plan om het land een rad voor ogen te draaien en intussen achter de schermen multimiljonair te worden, maar moet zo nu en dan wel erkennen dat ze soms eerlijker en transparanter hadden moeten zijn.

Zijn relaas wordt bevestigd, aangevuld en/of weersproken door een brede waaier aan bronnen die betrokken waren bij de mondkapjesaffaire, waaronder ook de nogal onwillige ambtenaar Mark Frequin. Er ontbreken ook belangrijke hoofdrolspelers: Sywert van Lienden (die ’t in eerste instantie bij een schriftelijke verklaring houdt), Bernd Damme (die zolang de rechtszaak loopt niet wil reageren), Hugo de Jonge en Pieter Omtzigt, die destijds als CDA-kamerlid in nauw contact stond met Sywert en bemiddelde voor zijn partijgenoot.

Verteller Jacob Derwig brengt alle verhaallijntjes bij elkaar met een smeuïge voice-over en voegt ook een zekere suspense toe aan de miniserie die erg kritisch is op het optreden van de Nederlandse overheid, Frequin en minister Hugo de Jonge in het bijzonder, en het beeld van Van Lienden en consorten als uitgekookte oplichters een héél klein beetje nuanceert. Tegelijk is ook helder dat de drie de omstandigheden (net iets te) handig naar hun hand hebben gezet en vooral geen slapende honden wakker wilden maken toen er, tegen alle gewekte verwachtingen in, grof geld kon worden verdiend.

En dan, in een later uitgebrachte slotaflevering, komt alsnog Sywert van Lienden aan het woord. Hij is ervan overtuigd dat de Mondkapjesaffaire, en dan in het bijzonder zijn eigen rol daarin, nog altijd helemaal verkeerd wordt gepresenteerd in de media en ervaart ook Mostert, die kritische vragen blijft stellen, weer als een vooringenomen interviewer.

Deze bespreking is na de afronding van deze miniserie geactualiseerd.

Aaron Rodgers: Enigma

Netflix

Kan hij niet beter met pensioen gaan? Als quarterback Aaron Rodgers in het najaar van 2023, vrijwel direct na zijn komst naar The New York Jets, ernstig geblesseerd raakt, lijkt zijn seizoen al voorbij. Tegen de tijd dat de American footballer volgens de officiële prognoses weer fit zal zijn, is hij bovendien al veertig. Tijd om de boel definitief in te pakken? Dat is echter buiten Rodgers gerekend: hij hoopt rond de Kerst weer wedstrijden in de National Football League (NFL) te kunnen spelen en wil dan ook gewoon gaan voor de Super Bowl. Hoewel hij in zijn carrière viermaal tot Most Valuable Player van de NFL werd gekozen, zou dat pas zijn tweede hoofdprijs worden.

En daarmee heeft de driedelige sportserie Aaron Rodgers: Enigma (199 min.) meteen een richtpunt: Rodgers miraculeuze terugkeer op het allerhoogste podium – of niet. Maar wordt deze productie van Gotham Chopra en Liam Hughes ook meer dan een antwoord op die elementaire vraag, gecombineerd met een carrièreoverzicht van de gevierde footballer? En heeft Rodgers, die van 2008 tot 2023 het absolute ‘Dreh & Angelpunkt’ van de Green Bay Packers was, werkelijk meer inhoud dan de gemiddelde eendimensionale ‘winner takes all’-alfaman, voor wie elke nederlaag of teleurstelling alleen maar brandstof vormt voor de volgende overwinning?

Aaron Rodgers wil zelf in elk geval méér zijn dan zomaar een American footballer. De perfectionist stamt uit een conservatief christelijk milieu, raakte gebrouilleerd met z’n familie en is sindsdien bezig aan ‘een spirituele reis’, die hem langs de progressieve christelijke leider Rob Bell, Ayahuasca-ceremonies in Costa Rica, de Dalai Lama, plantengeneeskunde, duisternis-retraite en allerlei complottheorieën heeft gebracht. Tijdens de COVID-19 pandemie weigert hij bijvoorbeeld om zich te laten vaccineren, maar suggereert in een interview dat dit wel zo is, om gewoon te kunnen blijven spelen. Als dat uitkomt, wordt Rodgers het middelpunt van een fikse controverse.

Zelf wijt hij dit aan de ‘age of outrage’ waarin beroemdheden zoals hij inmiddels leven. Chopra en Hughes geven hem in deze miniserie alle gelegenheid om zulke zienswijzen te geven. Met de camera volgen ze hun hoofdpersoon op al diens zijsporen, kritische vragen blijven ondertussen achterwege. Ook als Rodgers bijvoorbeeld een ontmoeting heeft met de bekende antivaxxer en alternatieve presidentskandidaat Robert F. Kennedy Jr., inmiddels Trumps beoogde minister van volksgezondheid. Die heeft Aaron Rodgers naar verluidt direct heeft gevraagd of hij zijn vicepresident(skandidaat) wil worden.

Met zulke extracurriculaire activiteiten krijgt dit sportportret inderdaad een extra laag, maar of die werkelijk verder gaat dan het beeld dat Rodgers, die nu eenmaal wil laten zien dat hij meer is dan een bekende footballer, zelf wil uitdragen?

Apocalipse Nos Trópicos

IDFA

Je zou kunnen zeggen: het scenario lag klaar en was zelfs al eens getest, dus waarom zouden ze ’t in Brazilië niet ook eens uitproberen? Bijna op de dag af twee jaar na de bestorming van het Capitool door de aanhang van de Amerikaanse president Donald Trump zetten supporters van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro de aanval in op het parlement.

De parallellen tussen Trump en Bolsonaro liggen sowieso voor het oprapen in Petra Costa’s Apocalipse Nos Trópicos (Engelse titel: Apocalypse In The Tropics, 111 min.). Ook Jair Bolsonaro is een feilbaar mens met opvallende gebreken, die nochtans volledig wordt omarmd door evangelisch rechts. En daar vindt Costa, die in The Edge Of Democracy (2019) haar eigen familiegeschiedenis al verbond met de recente politieke historie van Brazilië, haar thema: hoe evangelische christenen, inmiddels zo’n dertig procent van het totale electoraat, worden ingezet voor oerconservatieve politiek.

De verpersoonlijking van die ontwikkeling is pastor en televisiedominee Silas Malafaia van de Assembleia De Deus-beweging. Hij zet zich schrap tegen abortus, het homohuwelijk en de legalisering van drugs en vormt inmiddels een kracht om rekening mee te houden in het Zuid-Amerikaanse land. In een grijs verleden steunde hij Bolsonaro’s grote tegenstander Lula, maar die twee matchten niet. Daarna omarmde hij Jair – ja, werkelijk waar – Messias Bolsonaro, die zich als relatief onbeduidende uiterst rechtse volksvertegenwoordiger bekeerde tot het christelijk nationalisme.

Costa verbindt dit actuele politieke verhaal, middels een enigszins moeizame persoonlijke voice-over en sprekende religieuze afbeeldingen, met bespiegelingen over de extreme opvatting van het christendom door Malafaia en zijn gevolg. Omdat volgens het Bijbelboek Openbaringen een eindstrijd nodig is voor de terugkeer van Jezus op aarde – Armageddon – lijkt het behouden van de vrede geen doel voor deze geharde ‘evangelicals’. Het winnen van de verkiezingen is slechts een klein onderdeel van de heilige strijd. Zo zetten ze, totaal onverzoenlijk, koers richting de Dag des Oordeels.

De ‘messias’ Bolsonaro is een prima vehikel voor die agenda. Als ook Brazilië wordt getroffen door de wereldwijde pandemie spot hij net als zijn Amerikaanse evenknie met alle COVID-wetten. Bidden tegen Corona, dat is zijn voornaamste devies. En als er dan mensen sterven? Nou en. Iedereen gaat een keer dood. Het maakt de Braziliaanse Trump wel kwetsbaar bij de verkiezingen van 2022 als hij toch weer met die dekselse Lula, die enige tijd in de gevangenis heeft gezeten, wordt geconfronteerd als opponent. Deze verkiezingen kunnen bepalen of Brazilië een seculiere staat blijft.

Als de zege uiteindelijk naar Lula’s Arbeiderspartij gaat, tevens gevolgd in de documentaire No Céu Da Pátria Nesse Instante, reageren Bolsonaro’s supporters furieus. Apocalipse Nos Trópicos wint direct aan scherpte en drama als zij het leger vragen om in te grijpen en zelf het recht in eigen hand nemen. En al die tijd staat de mannetjesmaker Silas Malafaia aan hun zijde. Als Bolsonaro beweert dat God heeft gezegd: ga vechten en ik ben erbij, laat Petra Costa in een treffende scène zien dat de pastor hem dit heeft ingefluisterd – of op z’n minst zijn goedkeuring heeft gegeven.

Bolsonaro’s aansporing om geweld te gebruiken lijkt een kopie van de slogan waarmee Donald Trump op 6 januari 2021 zijn aanhang aanspoorde om het Capitool te attaqueren: fight like hell. Ook in Brazilië loopt ‘t volledig uit de hand, toont deze pijnlijk actuele film over het monsterverbond tussen christelijk nationalisme en autocratische leiders. En als het Trump-draaiboek ook in de toekomst wordt gevolgd, staat Jair Bolsonaro nu in de coulissen te wachten totdat hij zich opnieuw kandidaat kan stellen voor het presidentschap – en komt een theocratie in Brazilië weer een stapje dichterbij.

Simone Biles: Rising

Netflix

Het is zogezegd niet de vraag óf ze goud zou gaan winnen, maar hoe vaak en op welke onderdelen. En dan gaat ‘t helemaal mis met Simone Biles op de Olympische Spelen van Tokio, die vanwege COVID-19 zijn uitgesteld naar 2021. Na een verprutste oefening op het paard haakt de Amerikaanse topturnster, in 2016 nog goed voor vier gouden medailles bij de Spelen van Rio de Janeiro, gedesillusioneerd af en doet nog maar aan enkele onderdelen mee. Einde carrière, zo lijkt ‘t, voor de GOAT van haar sport, de Greatest Of All Time.

Maar zie daar: na een periode waarin Biles heeft gewerkt aan haar mentale gezondheid is de inmiddels 27-jarige Afro-Amerikaanse atlete terug voor de Olympische Spelen van Parijs. En dan kan een documentaire, over een vrouw die haar demonen glorieus heeft overwonnen, natuurlijk niet uitblijven. De eerste twee van in totaal vier afleveringen van de miniserie Simone Biles: Rising (94 min.) worden nu uitgebracht, de twee andere ná de Spelen. Daarin is dan te zien of ze van haar voetstuk valt – of gewoon van een balk of paard – of toch weer één of meerdere gouden medailles krijgt omgehangen, het gedroomde Hollywood-einde.

Deze miniserie van Katie Walsh start bij de ‘twisties’, de momenten waarop haar lichaam en geest niet meer optimaal met elkaar communiceren, die Simone Biles serieus parten beginnen te spelen bij de Olympische Spelen van Tokio. Eigenlijk is het een klein wonder dat ze ‘t überhaupt zo lang recht heeft gehouden. Biles behoort immers tot de slachtoffers van sportarts Larry Nassar, die talloze jonge turnsters heeft misbruikt. Dit schandaal heeft eerder al zijn weg gevonden naar de documentaires At The Heart Of Gold: Inside The USA Gymnastics Scandal en Athlete A en wordt in dit persoonlijke portret van Simone Biles slechts beperkt aangeroerd.

Na Tokio is het moeilijk voor haar om de draad weer op te pakken. Als de turnvedette zich in het openbaar begeeft, heeft ze het gevoel dat iedereen haar aankijkt. Alsof er ‘loser’ of ‘quitter’ op haar voorhoofd staat geschreven. Samen met haar nieuwe echtgenoot Jonathan Owens, een bekende American footballer uit de NFL, en haar grootouders Ron en Nellie, bij wie ze is opgegroeid, maakt ze zich op voor een comeback. Walsh plaatst die terugkeer aan de top in het kader van Biles’ levensverhaal, de mores binnen de turnwereld en de druk die er permanent staat op toppers, op zwarte turnsters in het bijzonder.

Zo ontstaat een aardig kijkje achter de schermen bij een topsporter die zich uit geslagen positie terugknokt en nu weer, gepokt en gemazeld, ouderwets voor de winst hoopt te kunnen gaan. Het zelfvertrouwen is in elk geval terug. ‘Momenteel ben ik zelf nog steeds m’n grootste tegenstander.’

Na de Olympische Spelen van Parijs zijn er nog enkele nieuwe delen van Simone Biles Rising verschenen op Netflix.

Power Of The Dream

Prime Video

‘De waarheid is dat we minder – en niet meer – politiek nodig hebben in de sport’, stelt Kelly Loeffler, de co-eigenaar van het vrouwenbasketbalteam Atlanta Dream, in een officiële verklaring. Ze reageert daarmee op initiatieven binnen de WNBA, de Amerikaanse organisatie voor vrouwenbasketbal, om in 2020 Black Lives Matter-initiatieven te ondersteunen. In de nasleep van het overlijden van Breonna Taylor, een jonge Afro-Amerikaanse vrouw die is doodgeschoten door de politie, hebben enkele teams en speelsters zich daarbij aangesloten. Loeffler, die niets moet hebben van Black Lives Matter, heeft een beter idee: ‘We moeten een Amerikaanse vlag op elk shirt zetten.’

En dat is weer tegen het zere been van de WNBA-vrouwen. Kelly Loefflers brief komt ook niet uit de lucht vallen: als Republikeinse senator voor de staat Georgia, een zetel die ze heeft verkregen doordat haar voorganger Johnny Isakson vanwege gezondheidsredenen moest aftreden, staat ze aan de vooravond van een spannende herverkiezingsstrijd. Aan de zijde van president Donald Trump probeert Loeffler, die eerder dat jaar ook al in opspraak is geraakt vanwege aandelenhandel met voorkennis, haar conservatieve imago te bestendigen. De WNBA-speelsters komen eensgezind in verzet – ook al weten de basketbalsters van Atlanta dat Kelly Loeffler hun salaris betaalt.

De vrouwen scharen zich achter één van haar rivalen, de Democratische predikant Raphael Warnock, en gebruiken hun platform als topsporters vervolgens om hem verkozen te krijgen. Dat is het uitgangspunt voor Power Of The Dream (93 min.), een wat brave film van Dawn Porter. Zij serveert de initiatieven van de basketbalvrouwen, die volgens haar duidelijk aan ‘the right side of history’ bivakkeren, uit als een lekker Amerikaans succesverhaal. In dat opzicht is deze documentaire wel erg eenzijdig. Zou Porter net zo enthousiast zijn geweest als conservatieve sporters hun positie zouden hebben gebruikt om hun idealen te verwezenlijken? Het antwoord laat zich raden.

Kelly Loeffler stelt dat zij het slachtoffer is geworden van cancelcultuur en had in elk geval geen zin in een interview voor deze film. En Dawn Porter lijkt ook niet heel erg haar best te hebben gedaan om anderen te vinden die de Republikeinse kant van de zaak willen bepleiten. Daarmee preekt Power Of The Dream vooral voor eigen parochie. Waarbij het ook de vraag is of die idealistische WNBA-speelsters daadwerkelijk de de verkiezingen voor de senator van Georgia hebben beïnvloed of zelfs bepaald. Ze hebben beslist Warnocks naamsbekendheid aanzienlijk vergroot, zoveel is duidelijk, maar of dat genoeg was? Voor de film is ‘t natuurlijk beter om te veronderstellen van wel.

The Rise And Fall Of Boris Johnson

Channel 4

Het verhaal is bekend. Aan de vooravond van het referendum van 23 juni 2016, waarbij wordt bepaald of Groot-Brittannië in de Europese unie moet blijven, schrijft Boris Johnson twee columns: eentje om te pleiten voor een Verenigd Koninkrijk binnen Europa en een andere waarin hij zich sterk maakt voor Brexit. En geen mens weet welke kant hij zal opgaan. Het vervolg is al even bekend: het kopstuk van de Conservative Party pleit uiteindelijk voor vertrek en geeft de hoog oplopende maatschappelijke discussie zo misschien wel een beslissende zet. Met een minimale meerderheid zegeviert het Leave-kamp – en kandideert Boris Johnson zich nóg nadrukkelijker als partijleider van de Tories en prime minister.

Het is Johnson ten voeten uit: een berekenende politicus, met het imago van een losbol. ‘Hij was er zeer op gespitst dat ik zijn leven zou optekenen’, vertelt Johnsons biograaf Andrew Gimson bij de start van The Rise And Fall Of Boris Johnson (207 min.), een puike vierdelige docuserie van Barry Ronan. ‘En toen kreeg hij toch last van koudwatervrees en vroeg me hoeveel ik betaald zou worden voor dit boek. Dat wilde ik hem niet zeggen. Het ging om een bescheiden bedrag. En toen probeerde hij me uit te kopen. Elke keer dat ik hem ontmoette, bood hij me meer geld om dat boek niet te schrijven. Als het een boek is waarin ik er flink doorheen word gehaald, zei hij, kan ik dat best hebben. Niets is echter zo beschadigend als een boek waarin de waarheid wordt verteld.’

Gimson probeert een enigszins zelfvoldane glimlach te verbergen. De biograaf realiseert zich dat zijn anekdote een wezenlijk kenmerk van de hoofdpersoon blootlegt: Boris Johnsons problematische verhouding tot de waarheid. Als journalist, die vanuit Brussel regelmatig deels verzonnen stukken over Europa publiceerde, huldigde hij al het uitgangspunt dat je een goed verhaal niet moet dood checken. En als politicus is hij geen haar beter, toont deze boeiende miniserie nog maar eens ten overvloede aan. Met vrienden, collega’s, medewerkers, politieke tegenstanders én Petronella Wyatt en Jennifer Arcuri – vrouwen met wie hij buitenechtelijke affaires had – probeert Ronan vat te krijgen op de man die z’n eigen personage werd, BoJo.

Verteller Kate Fleetwood legt intussen gedurig verbanden tussen het heden en verleden van de Brit die zowel ‘de machtigste leugenaar uit de geschiedenis’ als een verlegen en eenzaam joch wordt genoemd. Terwijl Boris zichzelf na Brexit slinks richting het premierschap manoeuvreert, maakt deze serie uitstapjes naar het getroebleerde gezin Johnson, zijn studie in Oxford (waar hij belangrijke medestanders en rivalen zoals David Cameron en Michael Gove leerde kennen) en z’n relationele leven, waarin hij ’t dus niet altijd even nauw nam met de huwelijkse trouw. Zo ontstaat een gelaagd portret van een gecompliceerde man, die zich niet laat vangen in het overbekende clichébeeld van de elitejongen, die zich heeft vermomd als een man van het volk.

‘Ik zou heel graag eens in het hoofd van Boris Johnson willen kijken en zien wat ik dan tegenkom’, zegt voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn over zijn politieke tegenstander, die zich na Brexit steeds nadrukkelijker begon te manifesteren als een Britse evenknie van Donald Trump en net als de Amerikaanse president in ernstige politieke problemen zou komen door de Coronacrisis. ‘Want ik denk dat er een heel intelligente, calculerende persoon inzit, die zich het imago heeft aangemeten van iemand die het tegendeel daarvan is.’

De Bezette Stad

September Film

In hoeverre is het verleden nog te herkennen in de hedendaagse wereld? En moeten we die historie kennen om onze wereld te kunnen begrijpen? In zijn epische werk De Bezette Stad (Engelse titel: Occupied City, 262 min.), gebaseerd op het boek Atlas Van Een Bezette Stad: Amsterdam 1940-1945 van zijn partner Bianca Stigter (Three Minutes – A Lengthening), laat Steve McQueen de stad zien zoals we die tijdens de Coronacrisis hebben leren kennen.

Intussen concentreert de Britse regisseur/kunstenaar zich op verhalen over (Joodse) Amsterdammers uit de Tweede Wereldoorlog bij diezelfde plekken. Terwijl de camera nauwelijks beweegt, als een stille getuige, deelt verteller Carice van Houten (internationale versie: Melanie Hyams) gedetailleerde informatie over wat er daar, op die specifieke plek in de stad of met de bewoners van een bepaalde woning, is gebeurd.

Zo wordt ook de onwerkelijkheid van al die verhalen benadrukt: in het huis waar nu een gewone familie woont, woonde ooit misschien wel een gewone Joodse familie. En dan laat het zich wel voorspellen hoe ‘t daarmee afliep: afgevoerd naar de kampen, een enkele overlevende en – opvallend vaak – zelfdoding. Omdat de wereld die nu wordt opgeroepen toen onleefbaar was geworden voor sommige Joodse inwoners.

Dat McQueen heeft gefilmd in een tijd, waarin onze wereld opnieuw wordt aangevallen door een afschrikwekkende vijand – en dealt met klimaatprotesten en Black Lives Matters-demonstraties – geeft zijn film extra lading. De parallellen tussen de COVID-19-pandemie en het inktzwarte verleden zijn sowieso niet van de lucht. Als een vliegtuigje met een anti-vaccinatie boodschap boven de stad cirkelt, lijkt er een aanval op komst op al wat ons als samenleving bindt.

En als hij zijn camera na de avondklok door een donkere en verlaten stad laat dwalen, herleeft iets van de unheimische atmosfeer die Amsterdam tijdens de oorlogsjaren in zijn greep moet hebben gehad. Met veel oog voor detail, symboliek en de bredere maatschappelijke context observeert Steve McQueen zo het dagelijks bestaan in wat gerust, vrij naar het schuldige landschap van de kunstenaar Armando, een schuldige stad genoemd mag worden..

Grote officiële aangelegenheden zoals de officiële opening van het Namenmonument voor Joodse oorlogsslachtoffers, de viering van Koningsdag en de dodenherdenking op de Dam worden gepaard aan kleine menselijke momentjes: een bruidspaar dat z’n taart aansnijdt voor een online-publiek, kleine kinderen die met een slee tegen een heuveltje op proberen te komen of een eenzame zwemmer in de Keizersgracht.

Als dit een geschiedkundig boek, dat je heel even kunt wegleggen, was gebleven – of, pak ‘m beet, een stadswandeling met bijbehorende podcast was geworden – zou dat ook hebben volstaan. Als één lineair gepresenteerde productie, waarbij overigens slim een intermissie van vijftien minuten is ingebouwd, test de film echter het uithoudingsvermogen. Want McQueen maakt ruim vier uur lang in wezen steeds hetzelfde punt.

Dat was ongetwijfeld de bedoeling, maar de film wordt daardoor, ondanks diverse fraaie scènes en sfeervolle sequenties, wel een slijtageslag. Meer een document dan een documentaire, eigenlijk, dat een deel van z’n publiek wel eens langzaam murw zou kunnen beuken. Totdat het, in het slechtste geval, ontspannen naar het moderne Amsterdam tuurt en intussen bijna achteloos de gruwelijkste details over Joodse stadsbewoners aanhoort.

De Bezette Stad vereist dus concentratie en wilskracht en betaalt zich dan pas uit.

Waar Zijn We Mee Bezig?

&Bromet / KRO-NCRV

‘Hee man, mafketel, laat me los, man! Ik kom je helpen’, schreeuwt brandweerman Michel tegen de kerel die hem van een balkon op acht hoog dreigt af te duwen. Michel, die op een melding van brand in de flat is afgekomen, merkt dat zijn gezicht bloedt en zijn hand openligt. Pure overlevingsdrang neemt bezit van hem. Hij probeert de man te ‘overrulen’ en weet zichzelf uiteindelijk te bevrijden.

Het is zomaar één van de incidenten die aan de orde komt in Frans Bromets interviewfilm Waar Zijn We Mee Bezig? (54 min.). De nestor onder de Nederlandse camerajournalisten spreekt verder met een verpleegkundige van de spoedeisende hulp, apotheker, ambulancemedewerker en twee politieagenten over het geweld waarmee zij in hun werk worden geconfronteerd.

Verbale agressie behoort tot de dagelijkse routine, blijkt uit hun verhalen. Vaak zijn de daders onder invloed van drank en drugs. Ook fysiek geweld wordt niet geschuwd: spugen, slaan en – bepaald niet prettig als onduidelijk is of iemand iets onder de leden heeft – bijten. En op oudjaarsnacht wordt er traditiegetrouw gegooid met vuurwerk, dat allang niet meer lijkt op de onschuldige rotjes van vroeger.

Geweld tegen hulpverleners neemt nog altijd toe. In 2022 is 92 procent van hen in aanraking gekomen met geweld of agressie. Corona heeft daarbij waarschijnlijk als katalysator gewerkt. Er wordt alom schande van gesproken, maar wat er daadwerkelijk aan gebeurt? Volgens direct betrokkenen lopen dit soort zaken bij de rechter vaak met een sisser af, terwijl zij met de gevolgen ervan blijven rondlopen.

Zo hebben de politieagenten Xue-Ann, die in haar vrije tijd assisteerde bij een aanhouding en daarbij en plein public onzedelijk werd betast, en Daniël, waarbij een mes op de keel werd gezet toen hij ingreep bij een relationele ruzie, tijdelijk een stapje terug moeten doen. Fysieke en mentale klachten belemmeren hen om het vak uit te oefenen, waaraan ze mettertijd verknocht zijn geraakt.

Want ook dat valt op aan de hulpverleners in deze Typische Bromet: ze hebben het hart nog altijd op de juiste plaats, ook al is het dan al eens (bijna) vertrapt, en willen niets liever dan ‘gewoon’ hun werk doen.

Teaser Waar Zijn We Mee bezig?

Shadowland

Peacock

Als er geen gedeelde waarheid meer lijkt te bestaan, een ‘Us vs. Them’-mentaliteit heeft postgevat aan beide uitersten van het politieke spectrum en sommige leiders dat liever exploiteren dan bestrijden, kan dit een samenleving in het hart raken. De verdeeldheid in de Verenigde Staten is voor The Atlantic in 2020 aanleiding om het Shadowland-project te starten. Het Amerikaanse tijdschrift wil onderzoeken hoe complottheorieën het land ontwrichten. De zesdelige docuserie Shadowland (320 min.) van Joe Berlinger is gebaseerd op deze artikelenreeks en portretteert gewone Amerikanen die de afgelopen jaren in een ‘complotfuik’ terecht zijn gekomen, waaronder ook enkele mensen die hebben meegedaan aan de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021. Met compassie, geduld en begrip voor hun positie en gevoel van onrechtvaardigheid, maar ook onafhankelijk en kritisch. Zónder ook meteen hun ideeën of methoden te omarmen.

Pauline Bauer, de eigenaresse van een pizzeria in Pennsylvania ging op 6 januari bijvoorbeeld met de meute het Capitoolgebouw binnen en wacht nu op berechting. Ze riskeert twintig jaar cel. Haar man en zoon willen niet gefilmd worden, maar zelf verhaalt Pauline onverbloemd over hoe ze tijdens de financiële crisis van 2008 haar complete pensioen kwijt is geraakt op de aandelenmarkt. Toen bijna alles was afbetaald, moest haar zaak in 2020 dicht vanwege het Coronavirus. Door de ‘plandemic’ lijkt ze definitief geradicaliseerd. Inmiddels gelooft Pauline in De Nieuwe Wereldorde, die in handen zou zijn van het Vaticaan, de koninklijke familie en ‘de dertien elitefamilies’, waaronder de Rothschilds en de Rockefellers. ‘We moeten in opstand komen’, zegt ze. ‘We moeten vechten. Daarom was ik erbij op 6 januari.’ Op advies van de bouwvakker, autonome burger en ‘rechtsdeskundige’ Bobby Lawrence besluit Pauline zichzelf te gaan verdedigen in de rechtbank – en werkt ze zich ongenadig in de nesten.

Voor ‘Google-klokkenluider’ en ondernemer Zach Voorhies en ‘onderzoeksjournalist’ Maryam Henein vormen hun theorieën over de wereld tevens een businessmodel. Dat resulteert in een eindeloze stroom YouTube-video’s, podcasts en optredens bij dubieuze media. Ze leerden elkaar kennen via de infame Infowars-show van de ultieme complotroeper Alex Jones. Nu zijn de twee onafscheidelijk. Ook letterlijk: ze komen nauwelijks het huis uit. Maryam: ‘Ik grap altijd: wie heeft er nou seks en luistert samen naar Yuri Bezmenov?’ Behalve een opmerkelijke voorliefde voor een anticommunistische activist vinden de twee elkaar ook in hun strijd tegen de manier waarop de ‘deep state’ COVID-19 heeft gebruikt om de wereldbevolking te knechten. Dat brengt ze overigens zeker niet alleen voorspoed. Het stel wordt volgens Maryam, die zich ernstig miskend voelt, behandeld als ‘ongevaccineerd ongedierte’. Ze liggen zowel met hun familie als allerlei instanties overhoop en overwegen of ze elders moeten gaan wonen.

Het zijn herkenbare verhalen, ook binnen de Nederlandse context, waarbij inmiddels vertrouwde begrippen als QAnon, pedonetwerken, de ‘Main Stream Media’, cancelcultuur en omvolking de revue passeren en – door de sociale media aangejaagde – verwarring, woede en totale zelfoverschatting zichtbaar worden. In deze ijzersterke serie, die echt de tijd neemt om z’n personages uit te diepen en gedurende een langere periode te volgen, komen bijvoorbeeld ook de zelfbenoemde leider van de ‘vaccinpolitie’, een tegen mondkapjes strijdende psychiatrisch verpleegkundige en de aalgladde predikant Greg Locke die Amerika ‘wakker’ wil schudden in beeld. Journalisten van The Atlantic zorgen tussendoor voor duiding. ‘Het voelt goed om te denken dat je het geheim achter rijkdom en macht kent’, vertelt redacteur Ellen Cushing bijvoorbeeld, die als tiener zelf in complotten geloofde. ‘Dat voelt alsof je high bent.’

Cushing en haar collega’s volgen natuurlijk ook de geldstromen achter al die nefaste theorieën, want de handel in woede en complotten heeft zich ontwikkeld tot een miljardenindustrie. ‘Klaar met een overheid die onze rechten afpakt die nota bene in de grondwet zijn vastgelegd’, houdt Liz Wheeler het publiek van haar eigen podcast bijvoorbeeld voor. ‘Straks meer, maar nu eerst…’ Waarna ze een product aanprijst, waarop de kijker een zeer aantrekkelijke korting kan krijgen. Zulke schaamteloos geëxploiteerde woede heeft z’n tentakels inmiddels uitgeslagen naar alle uithoeken van de Verenigde Staten en zaait daar ongenoegen en verdeeldheid. Dat is funest voor de sociale cohesie in een samenleving, zoals deze serie op een ontluisterende manier aantoont, en kan volgens historicus Jeffrey Herf ook zomaar tot geweld leiden. Het leeuwendeel van de in Shadowland geportretteerde complotdenkers lijkt bovendien helemaal niet gelukkig te zijn in de alternatieve realiteit, die wij met z’n allen zouden moeten leren kennen.

First Five

HBO Max

Ze vormen een ideaal visitekaartje voor Finland, dat in de afgelopen jaren met de regelmaat van de klok tot gelukkigste land van de wereld is gekozen. De Finse premier Sanna Marin en de andere jonge vrouwen in haar regering, ook wel de First Five (111 min.) genaamd, fungeren als rolmodel voor een hele generatie meisjes met de ambitie om daadwerkelijk door het glazen plafond te stoten. Daarmee oogsten ze internationaal misschien nog wel meer lof dan in eigen land, waar het helemaal niet zo ongebruikelijk is om een vrouwelijke regeringsleider of ministers te hebben.

In deze degelijke driedelige docuserie laat Mia Halme de vijf Finse kopstukken, elk ook leider van een eigen politieke partij, los van elkaar hun verhaal doen. Over inspiratiebronnen zoals Barbie, The Spice Girls en Pippi Langkous. Over hoe hun achtergrond en thuissituatie (met een alleenstaande moeder, gescheiden ouders of twee moeders bijvoorbeeld) mede bepalend zijn geweest voor hoe ze nu in de politiek staan. En over hoe het is om als jonge vrouw een beeldbepalende politicus te zijn: hoe moet je bijvoorbeeld dealen met de voortdurende focus op jouw uiterlijk, kun je een politieke carrière combineren met het (aanstaande) moederschap en hoe ga je om met de misogynie die vrouwelijke politici, wereldwijd vrijwel standaard ten deel valt?

Halme valt haar hoofdpersonen niet lastig met al te kritische vragen, maar laat hen vrijelijk reflecteren en illustreert dit met observerende scènes uit hun persoonlijke en professionele leven. Het lijkt bijna een statement: zo ziet de politiek eruit, letterlijk, wanneer jonge vrouwen doordringen tot het centrum van de macht. De mannen die daarbij aan hun zijde staan blijven grotendeels buiten beeld. De enige kerels behoren tot de oppositie. Als zij de regering aanpakken, zoals bij de rel rond filmpjes van een dansende Sanna Marin op een feestje, ogen ze als stoffige vertegenwoordigers van oude politiek. Vrouwen uit de hele wereld tonen zich vervolgens solidair met Marin en publiceren onder de hashtag #solidaritywithsanna hun eigen dansfilmpjes.

Deze driedelige serie laat verder zien dat ook in een regeringscoalitie met louter vrouwelijke gezichten echt niet altijd alles pais en vree is, al worden die problemen opvallend gemakkelijk opgelost. Zo lijkt het tenminste. First Five krijgt extra lading als Rusland begin 2022 Oekraïne binnenvalt. Finland, dat in het verleden meermaals is aangevallen door Russische troepen, voelt zich ook bedreigd. Als Sanna Marin door president Zelensky is rondgeleid in het getroffen gebied en daar met eigen ogen de massagraven heeft gezien, verbergt ze haar gevoelens bovendien niet. Iets wat haar ongetwijfeld ook weer kritiek en lof oplevert. Als ze haar emotie niet zou hebben getoond, was de Finse premier ongetwijfeld voor een ijskonijn versleten.

Het is de spagaat waarin vrouwelijke politici, ook getuige dit degelijke groepsportret, nog altijd zitten. Waarbij de liefde die ze vanuit eigen kring en de rest van de wereld ontvangen, niet automatisch opweegt tegen de drek die haters over hen uitstorten.

Jason Isbell: Running With Our Eyes Closed

HBO Max

Je imago beheersen is het tegenovergestelde van kunst maken, zegt Jason Isbell aan het begin van de documentaire Jason Isbell: Running With Our Eyes Closed (94 min.). Moet dat worden opgevat als een sneer naar al die artiesten die een opgepoetste promotool, vermomd als documentaire, de wereld insturen? En heeft hij regisseur Sam Jones dan wél de vrije hand gegeven bij dit portret van hem, de Amerikaanse singer-songwriter die toevallig binnenkort ook een nieuwe plaat aflevert?

Dat album heet overigens Weathervanes, maar daarover gaat deze docu dan weer niet. Die behelst de opnames voor Isbells vorige plaat Reunions uit 2020. Als je ’t nog begrijpt. ‘Mijn liedjes gaan over dingen die onder de oppervlakte van m’n geest zitten’, zegt de songschrijver, bedachtzaam formulerend, over het werk dat voor hem is te vergelijken met het bijhouden van een dagboek. ‘Voor mij is het belangrijk om er een rock & roll-album over te maken, omdat je je publiek niet het idee wilt geven dat ze met een zelfhulpboek staan mee te zingen.’

Daarbij weet hij echtgenote Amanda Shires (zang/viool) aan zijn zijde. Hij had net een wilde periode achter de rug, met de band Drive-By Truckers, toen ze iets kregen met elkaar. Sterker: Shires liet manlief eerst een SOA-test doen voordat ze besloot om met hem in zee te gaan. ‘Die heeft een jaar aan de koelkast gehangen’, vertelt zij erbij. Inmiddels zijn de twee al een hele tijd samen. ‘Ze geeft me het gevoel dat ik geen outcast ben’, zegt hij. ‘Een deel van mij had altijd het gevoel dat ik hier niet thuishoor. Als zij me het gevoel geeft dat ik er wél bij hoor, kan ik me overal thuis voelen.’

De opnames voor zijn plaat Reunions – want deze docu bestaat dus, vreemd genoeg, vooral uit materiaal uit de (pré-)Coronaperiode – zorgen desondanks voor een serieuze huwelijkscrisis. Amanda Shires begint zelfs serieus te denken aan relatietherapie. Want Jason loopt permanent gestrest rond. En dat doet weer denken aan de tijd dat zijn eigen ouders uit elkaar gingen. Hij werd daar een ‘angry young man’ van. Tijdens zijn jaren bij Drive-By Truckers, waarop zijn voormalige maatje Patterson Hood in dit portret met gemengde gevoelens terugkijkt, zoop hij zich zowat naar de kloten.

Daarna heeft Jason Isbell zichzelf, met de hulp van zijn vrouw, weer opgeraapt. Voor Jones’ camera lijkt die relatie nu echter op knappen te staan. Waarbij hun liefde de muzikale samenwerking belemmert – en die weer lijdt onder hun privébesognes. Cru gesteld: zulke persoonlijke malheur, zeker als die van zo dichtbij is vastgelegd, kan een goede voedingsbodem zijn voor waardevolle kunst. Of het nu gaat om een documentaire (inderdaad: méér dan zomaar een promofilm) of om doorleefde Americana-muziek (het album Reunions, dat binnenkort dus een opvolger krijgt: Weathervanes).

Emergency NYC

Netflix

Met Emergency NYC borduren de makers van de bijzonder indringende ziekenhuisserie Lenox Hill (2020) verder op hetzelfde concept. En dan komt dus ook de oorspronkelijke bespreking goed van pas. Met enkele kleine aanpassingen (vetgedrukt) is die zomaar geschikt te maken voor deze vervolgserie:

’Joe is veertig, heeft twee kinderen, een vrouw en een grote familie’, stelt neurochirurg David Langer de patiënt voor aan zijn collega’s. De man heeft bij een ongeluk een kogel in zijn rug gekregen. ‘Hij komt oorspronkelijk uit Oekraïne. Zijn hele familie is Oekraïens. Het is best een trieste situatie, maar we gaan doen wat we kunnen.’ Na tien seconden stilte gaat het team aan de slag.

Weinig omgevingen vormen een vruchtbaarder decor voor documentaires dan een ziekenhuis – of een traumahelikopter of ambulance. In elke kamer liggen de verhalen voor het oprapen. Van mensen die ziek, gewond of zwanger zijn en nodig geholpen moeten worden. Door artsen en verpleegkundigen die onder voortdurende hoogspanning werk van levensbelang doen. Waarbij de ‘uitslag’ op voorhand vaak nauwelijks is te voorspellen. Intussen moeten ze bovendien oog zien te houden voor de mens: de patiënt, hun collega’s én zichzelf. In zulke hachelijke omstandigheden laten mensen zien, of ze dat nu willen of niet, uit welk hout ze zijn gesneden.

Enter Emergency NYC (355 min.), een achtdelige serie waarin de filmmakers Ruthie Shatz en Adi Barash enkele New Yorkse artsen en verpleegkundigen volgen, ook in hun privéleven. Dat levert indringende verhalen op, zoals het tragische relaas van de zeventienjarige Josh die bij een schietpartij op een feestje meerder schotwonden oploopt. Terwijl hij vecht voor zijn leven, staat zijn moeder Leslie aan z’n bed. Traumachirurg Jose Prince en zijn collega’s gaan toch proberen om het probleem te verhelpen. Het wordt een aangrijpende tocht langs hoop en wanhoop, waarvan de eindbestemming bepaald niet vaststaat.

Te midden van de vaak dramatische ontwikkelingen rond hun patiënten krijgen de artsen en zorgverleners zelf ook het nodige te verstouwen. Zo treden er bij de vrijwel voltooide zwangerschap van verpleegster MacKenzie Labonte complicaties op en is het nog maar de vraag of Mirtha Macri, een arts van Spoedeisende Hulp die in Lenox Hill nog hoogzwanger was, het leven van enkele kwetsbare patiënten kan bijsturenDavid Langer zelf krijgt een ski-ongeluk en wordt gediagnosticeerd met een mogelijke dwarslaesie. Kunnen zijn collega John Boockvar en de andere gedreven neurochirurgen hem helpen of zelfs redden? En hoe is ‘t voor het ‘cocky’ hoofd van de afdeling om zijn lot nu in handen van anderen te leggen?

Shatz en Barash exploreren de persoonlijke drijfveren van de artsen en verpleegkundigen, zitten hen voortdurend dicht op de huid en dringen zo diep door in de parallelle wereld van het zorgsysteem, waar een medewerker die zich niet wil laten vaccineren bijvoorbeeld moet vertrekken, alle dagelijkse beslommeringen wegvallen en het echt op leven en dood aankomt. Ze laten daarbij alles zien, waarbij ook de operatiekamer niet wordt geschuwd. Dit resulteert in zéér expliciete, bloedige en persoonlijke scènes – op het ongemakkelijke af. Hoewel sommige passages daardoor het best met afgewend gezicht kunnen worden bekeken, laat deze serie vooral zien hoe de artsen en verpleegkundigen werkelijk alles in het werk stellen om hun patiënten optimaal bij te staan.

Ook Emergency NYC ontwikkelt zich zo tot een bijzonder indringend pleidooi voor menselijke gezondheidszorg, dat wederom diepe sporen achterlaat bij de kijker.

Holding Up The Sky

Cinema Delicatessen

‘Beste witten’, begint Davi Kopenawa aan zijn toespraak voor de uitreiking van de Right Livelihood Award, de alternatieve Nobelprijs, op 4 december 2019 in Stockholm. ‘We zijn hier verzameld op de plek waar de besluiten worden genomen…’

De voorzitter van de Hutukara Yanomami Association wordt direct onderbroken. ‘We moeten heel strikt met de tijd omgaan’, zegt een man. De Sjamaan en woordvoerder van de Braziliaanse indianenstam krijgt vervolgens een timertje toebedeeld. Voor de daadwerkelijke toespraak heeft hij straks slechts luttele minuten. ‘Het woud is onze gezondheid’, zegt hij dan, nadat hij eerst alle aanwezigen van zijn organisatie heeft voorgesteld. ‘Het woud is verbonden met mijn volk, de Yanomami. We moeten stoppen met het doden van ons volk en het stelen van inheemse grond.’

Anders, stelt ‘de Dalai Lama van het regenwoud’, zouden we de lucht wel eens op ons dak kunnen krijgen. Want daar zit volgens Kopenawa de voornaamste taak van de bewoners van het woudland Urihi: Holding Up The Sky (81 min.). De verkiezing van Jair Bolsonaro tot president van Brazilië in 2018 heeft hun door een oude indiaanse legende ingegeven heilige taak bepaald niet gemakkelijker gemaakt. Onder zijn stijfrechtse bewind rukken nietsontziende houthakkers en goudzoekers op richting het Amazonegebied en begint ook het Coronavirus zijn lelijke kop op te steken.

Regisseur Pieter Van Eecke toont in deze bespiegelende film, die thematisch sterk verwant is met het beduidend meer actiegerichte The Territory, het contrast tussen twee werelden, die in alle opzichten duizenden kilometers van elkaar verwijderd en toch onlosmakelijk verbonden zijn. ‘De stadsmensen willen ons, de inheemse volkeren, zo maken als deze planten’, zegt Davi Kopenawa, terwijl hij tijdens zijn rondgang door Europa door een zorgvuldig aangelegd stadspark wandelt. ‘Dood de helft ervan, neem enkele zwakkere exemplaren en plaats die in een dierentuin. Zodat iedereen ons kan zien.’

Als hij aan het eind van deze documentaire thuis, in een vooralsnog bewaard gebleven stuk regenwoud waar iedereen er traditioneel (on)gekleed bijloopt, rustig in een hangmat ligt en met een stamgenoot praat over die vreemde, materialistische en soms ook ronduit onaardige witte mensen, richt Kopenawa rechtstreeks het woord tot Van Eecke en zijn cameraploeg. ‘Jullie witten filmen ons, maar begrijpen jullie ons ook?’ Met iets meer kennis zouden die witte westerlingen zowel de Yanomami als de wereld om hen heen echt veel beter kunnen bevatten, wil hij maar zeggen.

Nu lopen alle aardbewoners het gevaar dat de lucht ter aarde stort.

A Bunch Of Amateurs

MetFilm

Sinds 1932 komen ze elke maandagavond bij elkaar. A Bunch Of Amateurs (93 min.), een klein gezelschap van gedreven cinefielen uit Bradford in Noord Engeland. Andere clubs van amateur-filmmakers zijn allang ter ziele, maar zij houden het hoofd nog steeds boven water. Al is het met moeite. De huur van het krakkemikkige pand, waarin ze sinds jaar en dag samen naar hun eigen en andermans producties kijken, is nauwelijks op te brengen. En ook de Bradford Movie Makers worden langzaam maar zeker met uitsterven bedreigd.

Colin Egglestone, een gepensioneerde timmerman, is tegenwoordig bijvoorbeeld slecht ter been en kan nauwelijks de trap meer op naar hun eigen filmzaaltje. Zijn vrouw Shirley heeft bovendien dementie en zit in een verpleeghuis. Mary, al zo’n zestig jaar de vrouw van Harry Nicholls, ligt op haar beurt al tijden apathisch voor zich uit te staren in bed. De lekker amateuristische filmclub geeft hun mannen een doel en een thuis. Dat clubgevoel, met zijn verplichte lach en traan, sijpelt ook moeiteloos door naar deze aandoenlijke, typisch Britse film van Kim Hopkins.

Harry heeft het daarin in zijn hoofd gehaald dat hij een remake wil maken van de openingsscène van de musical Oklahoma, waarin een cowboy te paard het onvergetelijke Oh, What A Beautiful Morning zingt. Het was de eerste film die hij ooit samen met Mary heeft gezien. De nieuwe versie, waarin hij zelf ook de hoofdrol voor zijn rekening neemt, moet een soort eerbetoon worden aan hun liefde. Een ervaren ruiter is de geblokte Harry echter niet. En ook met acteren voor een ‘green screen’ – en op een denkbeeldig paard – heeft hij nauwelijks ervaring.

Tijdens de opnames komt Harry Nicholls regelmatig in botsing met het enige jongere clublid, Phil Wainman, die behalve manusje van alles bij zo’n beetje elke filmopname ook mantelzorger is voor zijn gehandicapte broer. Phil kan vaak niet mét Harry, maar zeker ook niet zónder hem. Hun gesteggel kleurt de familiaire sfeer in de club, die allerlei initiatieven onderneemt om weer wat leven in de brouwerij te krijgen – en geld in het laatje, dat ook. Hun pogingen zijn sympathiek – een dansmiddag in The Old Cock (!) bijvoorbeeld – maar lijken vaak gedoemd om te mislukken.

Als het Coronavirus zich ook in Bradford meldt, heeft dit groepsportret zich dan ook allang in de hartstreek genesteld. Zoals overal zorgt de pandemie voor consternatie: als de club nu een pauze inlast, houdt ze dan definitief op te bestaan? Vreemd genoeg blijkt het virus, via een kleine omweg, echter een zegen voor de amateurfilmers, die zich misschien toch nog mogen opmaken voor dat honderdjarige jubileum in 2032. Tot die tijd vertoont hun projector ongetwijfeld nog talloze films van twijfelachtige kwaliteit en blijven zij met elkaar verbonden. Tot de dood erop volgt.

Bad Axe

David Siev

Als het Coronavirus in maart 2020 het leven in de Verenigde Staten platlegt, komt ook het restaurant Rachel’s Food & Spirits van de familie Siev in Bad Axe (101 min.), een stadje in Michigan, in zwaar weer terecht. Alle volwassen kinderen van het Aziatisch-Amerikaanse gezin melden zich weer thuis, om een handje te helpen. Onder hen is ook zoon David Siev, een inmiddels in New York woonachtige filmmaker. Hij doet wat filmmakers in zo’n situatie doen en pakt zijn camera erbij.

In eerste instantie legt David vooral de innerlijke dynamiek in het familierestaurant vast. Tussen zijn ouders Chun en Rachel, zussen Jaclyn, Raquel en Michelle en hun partners. Als enkele zussen zich, in de nasleep van de dood van George Floyd, aansluiten bij een plaatselijk Black Lives Matter-protest en daarbij de degens kruisen met onherkenbaar vermomde en zwaarbewapende neonazi’s, komen er duistere krachten los in de kleine gemeenschap in Huron County.

Ineens voelen de Sievs zich niet meer veilig binnen de omgeving waarin ze altijd een centrale rol leken te spelen. Voor vader Chun is dit heel herkenbaar: tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer, die eindeloze ‘killing fields’ veroorzaakte in Cambodja, was hij zijn leven ook niet zeker. Chun vluchtte uiteindelijk naar het vrije westen en bouwde daar met keihard werken een nieuw bestaan op, niet wetende dat hij ruim veertig jaar later met ‘Asian hate’ te maken zou krijgen.

David Sievs film krijgt zijn eigen rol binnen die dynamiek. Hij confronteert Bad Axe ongenadig met zijn lelijke kanten, maar laat tevens de meningsverschillen binnen zijn eigen familie zien. Als de vrucht van hun gezamenlijke arbeid, Rachel’s, in zijn voortbestaan wordt bedreigd, lopen de spanningen flink op. Het resultaat is een aardige egodocu over hoe COVID-19, door president Trump regelmatig ‘the China virus’ genoemd, zomaar de verhoudingen in ‘smalltown America’ op scherp kan zetten.

Candy

Cinema Delicatessen

Heel even neemt ze in de openingsscène de tijd om haar instrument warm te spelen. En dan begeeft Candy Dulfer zich naar de plek waar ze, getuige deze documentaire van Carin Goeijers, helemaal in haar element is: het podium. Optreden is als thuiskomen. En dat is niet vreemd: vader Hans Dulfer is eveneens een begenadigde jazzsaxofonist en meteen haar grote voorbeeld. Als vader en dochter samen het podium delen, worden ze als het ware één. Die momenten worden alleen steeds schaarser. Zijn gezondheid laat inmiddels te wensen over.

Goeijers ruimt in Candy (93 min.) echt tijd in om haar hoofdpersoon aan het werk te laten zien als performer. Tussendoor neemt ze Dulfers leven en carrière door, die haar op podia in de hele wereld en aan de zijde van wereldsterren als Prince, Dave Stewart (Eurythmics) en Pink Floyd heeft gebracht. In de idyllische woonmolen van haar ouders zet vader Hans, die de verrichtingen van zijn enige kind zorgvuldig heeft gedocumenteerd, trots haar allereerste deuntje op saxofoon op. ‘Is het echt nodig om dit te laten horen?’ vraagt Candy gespeeld verontwaardigd.

Waar vader ongetwijfeld de muzikale inspiratiebron is geweest voor zijn dochter, fungeerde moeder Inge als haar manager. Ze werden een vanzelfsprekende twee-eenheid, samen ‘on the road’ naar weer een nieuw publiek om te veroveren. Intussen deed Candy haar privéleven er maar een beetje bij. En toen ze serieus over kinderen begon na te denken, was het eigenlijk al te laat. Na wat Candy zelf bijna laconiek een ‘miskraam galore’ noemt, moest ze zich ermee verzoenen dat ze geen moeder zou worden. ‘Dat idee, dat die naam Dulfer niet doorgaat…’, zegt ze, toch nog haar tranen wegslikkend. 

Goeijers snijdt daarna direct door naar een scène waarin Candy haar ziel blootlegt op saxofoon, staand bij de molen van ouders. Even introspectie. En dan is het weer door: op naar een nieuwe plaat, weer een platenlabel vinden en – zoals dat nu eenmaal gaat – optreden in binnen- en buitenland. Totdat ook Candy Dulfers wereld in het voorjaar van 2020 schudt op zijn grondvesten. Corona zet een streep door haar halve leven. Het virus belemmert het contact met haar ouders, bemoeilijkt ook de opnames voor deze documentaire én legt haar bestaan van concert naar concert he-le-maal plat.

In de afgelopen jaren heeft COVID-19 al in diverse documentaires z’n lelijke kop op gestoken, om de opgebouwde verhaallijn te ontregelen of juist op scherp te zetten. In Candy werkt het virus eigenlijk beide kanten op. Plots wordt de gedreven vakvrouw, voor wie autonomie van levensbelang lijkt, op haar vijftigste gedwongen om na te denken over hoe ze het hoofd creatief en financieel boven water moet houden. Tegelijkertijd delft een ander belangrijk onderdeel van die vertelling, de relatie met haar ouder wordende ouders, een beetje het onderspit. Het podium zal weer redding moeten brengen, zowel voor het opnieuw oppoken van die carrière als het afronden van de film.

En dus eindigt deze muziekdocu waar ie (bijna) begon: op het podium, van Pinkpop ditmaal, aan de zijde van alweer een grootheid, Chic-gitarist en topproducer Nile Rodgers.