Murdaugh Murders: A Southern Scandal

Netflix

Een moord wordt soms meer dan eens gepleegd. Na de eigenlijke daad – bruut, onwerkelijk, schokkend – volgt steeds vaker de reconstructie ervan. In boeken, films en documentaires(eries) – liefst héél bruut, onwerkelijk, schokkend. En met een beetje geluk (voor de true crime-liefhebber die er maar geen genoeg van krijgt) en een beetje pech (voor de direct betrokkenen die vaak helemaal niet hebben gevraagd om al die aandacht, een kwestie die onlangs indringend werd aangeroerd in de documentaire Subject) wordt die moord zelfs meermaals opnieuw gepleegd.

Zoals bij de dubieuze sterfgevallen in en rond de familie Murdaugh uit de Amerikaanse staat South Carolina. Eerder verpakt in een documentaireserie als Low Country: The Murdaugh Dynasty (te zien op HBO Max), nu op Netflix te bekijken onder de noemer Murdaugh Murders: A Southern Scandal (142 min.). Daarvoor waren er ook al de boeken The Murdaugh Murders en Tangled Vines: Power, Privilege And The Murdaugh Family en – natuurlijk! – de Murdaugh Murders Podcast. Er is bovendien – ook al zo vanzelfsprekend – inmiddels een dramaserie aangekondigd.

Deze driedelige serie van Jenner Furst en Julia Willoughby Nason start bij het bootongeval op 23 februari 2019, waarbij de negentienjarige Mallory Beach overboord slaat en om het leven komt. Het ongeluk zou de schuld zijn geweest van Paul Murdaugh. De jongste telg van een nietsontziende klan van machers, waarvan overigens niemand aan het woord komt in deze productie, is na een feestje dronken achter het stuur van de boot gekropen en roekeloos gaan varen. Mallory’s tragische dood legt een bizarre aaneenschakeling van fatale ‘ongelukken’ en geweldserupties bloot.

Dat misdaadverhaal, waarin de Murdaughs de rol van alomtegenwoordige maffiafamilie van Hampton County krijgen toebedeeld, heeft een aanzienlijk ‘waar rook is, moet vuur zijn’-gehalte. Veel suggestie, weinig feiten. Veelal afkomstig bovendien van een vaste ‘cast’, die al op meerdere podia z’n zegje heeft kunnen doen. Daarmee doet deze miniserie precies wat in dit achtergrondartikel wordt beweerd over de ethische standaarden bij het maken van documentaires in het streamingtijdperk: dat een smeuïge versie van de werkelijkheid doorgaans wordt verkozen boven de waarheid.

Dat is wat onsmakelijk en in dit geval ook onnodig: de gebeurtenissen rond met name Alex Murdaugh roepen zoveel vragen op, die ook in deze productie overigens zeker niet allemaal worden beantwoord, dat een wat feitelijkere en evenwichtigere benadering nog altijd een enerverende serie had kunnen opleveren.

Travelin’ Band: Creedence Clearwater Revival At The Royal Albert Hall

CCR

‘Historici zullen deze gebeurtenis wellicht ooit duiden als een cruciaal punt in de ineenstorting van het Britse rijk’, stelt een verslaggever op 10 april 1970 met gevoel voor drama. ‘The Beatles gaan uit elkaar!’ Aan Creedence Clearwater Revival nu de opdracht, stelt verteller Jeff Bridges, om het predicaat van ‘grootste band ter wereld’ over te nemen. En dat treft: toevallig maakt de Amerikaanse rockgroep rond zanger/gitarist John Fogerty vier dagen later zijn debuut op Engelse bodem.

Dat cruciale concert is nooit eerder in z’n geheel uitgebracht en vormt nu het wild kloppende hart van Travelin’ Band: Creedence Clearwater At The Royal Albert Hall (82 min.). Zonder enige vorm van opsmuk zwoegen Fogerty (in toepasselijk houthakkershemd), zijn oudere broer Tom (gitaar), Stu Cook (bas) en Doug Clifford (drums) zich door een puike dwarsdoorsnede van hun eerste albums. Werkemansrock zoals het ooit was bedoeld: geen hoogdravende gedachtegangen, moeilijkdoenerij of valse pretenties, gewoon handen uit de mouwen en bloed, zweet en tranen geven.

Van tevoren belicht deze aangeklede concertfilm van Bob Smeaton de kennismaking van het viertal uit El Cerrito in Californië met de Europese steden Kopenhagen, Stockholm, Berlijn, Parijs en Rotterdam, waar ze als archetypische Amerikaanse toeristen rond lijken te banjeren. Daarna schetst hij hun jarenlange pogingen om door te breken, als achtereenvolgens The Blue Velvets, Tommy Fogerty and The Blue Velvets en The Golliwogs. Pas als The Beatles vanuit Engeland een beatrevolutie ontketenen vindt de band zijn uiteindelijke vorm als Creedence Clearwater Revival.

Met John Fogerty, en diens schuurpapieren stem, als blikvanger werpen ze zich op als glorieuze vertolkers van andermans werk (Suzie Q, I Put A Spell On You, The Midnight Special en I Heard It Through The Grapevine) en schrijven ze zelf songs die weer door anderen zullen worden geïnterpreteerd (Proud Mary, Fortunate Son en Have You Ever Seen The Rain?). CCR wordt een beeldbepalende band die, hoewel tegenwoordig enigszins in de vergetelheid geraakt, glorieert op het snijvlak van de jaren zestig en zeventig, de tijd van Vietnam, Woodstock en… radiorock.

Smeaton laat in deze docu vooral de bal het werk doen en vertrouwt erop dat Creedence Clearwater Revivals oorspronkelijke concertmateriaal, aangevuld met tamelijk obligate interviewtjes van tijdens de Europese tournee van 1970, de magie van weleer oproept. En dat werkt, inderdaad, héél aardig.

Mi País Imaginario

Cinéart

De ‘stenen van de Cordillera’ worden losgewrikt uit de straten van Santiago, in stukken gegooid op de grond en vervolgens gebruikt als wapen in de strijd met het leger, dat door de Chileense regering diezelfde straten is opgestuurd.

Documentairemaker Patricio Guzmán, al zo’n halve eeuw woonachtig in het buitenland, heeft ‘de eerste vlam’ gemist van de massale protesten in zijn geboorteland Chili. Die is ontstoken op 18 oktober 2019. Daarmee heeft de filmer ongewild een belangrijk advies van zijn vriend en leermeester Chris Marker in de wind geslagen. Toen Guzmán zijn klassieke drieluik La Batalla De Chile (1975-1979) voorbereidde – over hoe zijn land in de jaren zeventig na het afzetten van de linkse leider Salvador Allende in de greep van dictator Augusto Pinochet raakte – zei Marker: ‘Als je een brand wilt filmen, zorg dan dat je van tevoren op de plek bent waar de eerste vlam ontstaat.’

Patricio Guzmán, een kind van de studentenprotesten van 1973, is nu meer dan een jaar te laat. Zijn land staat allang in vuur en vlam en zou zomaar kunnen afstevenen op een burgeroorlog. De directe aanleiding? Een forse prijsstijging van metrokaartjes. ‘Nooit had ik verwacht dat dit de vonk zou zijn die het land in lichterlaaie zou zetten’, stelt Guzmán in één van de persoonlijke voice-overs, waarmee hij deze revival van de strijdbaarheid van zijn eigen jeugd, en de repressie die daarop volgt, in deze film structureert. Mi País Imaginario (83 min.) is zijn antwoord op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen én hoe het nu verder moet.

Guzmán gaat daarvoor te rade bij (veelal jonge) Chileense vrouwen, die in hun eigen leven ondervinden waar het overheidsbeleid tekort schiet en tevens kunnen verhalen over het navolgende geweld. Dat lijkt zich soms specifiek op hulpverleners en verslagleggers te richten. Zo vertelt een idealistische EHBO’er bijvoorbeeld over hoe geschokt ze is door het expliciete geweld en laat een jonge fotografe haar beschadigde oog (!) zien. De filmmaker bekijkt met de strijdbare vrouwen ook hoe het verder moet in het land dat hen allen, ondanks alles, zo dierbaar is. Te beginnen met een nieuwe grondwet, die meer recht doet aan wat gewone Chilenen nodig hebben.

‘Deze stenen vormen nu de fundamenten van een nieuw huis’, concludeert Patricio Guzmán hoopvol, als hij aan het eind van zijn impressie van de volgende Chileense revolutie weer bij de ‘stenen van de Cordillera’ belandt, ‘waarin Chili zijn ramen wijd open zal zetten om de lucht te laten circuleren.’

I’m Wanita

Even voorstellen: ‘I’m Wanita (87 min.). Ik ben de Australische koningin van de honky tonk. Ik ben een bingedrinker. Ik rook sigaretten. Ik heb één kind, ben twee keer getrouwd geweest en ik was achttien jaar prostituee. En ik hou van God.’

Was getekend, de 47-jarige country & western-zangeres Wanita Bahtiyar, de hoofdpersoon van deze kostelijke documentaire van Matthew Walker. Wanita, die al haar hele leven vastzit in het onbeduidende Australische stadje Tamworth, heeft één grote droom: ze wil haar grote heldin Loretta Lynn naar de kroon steken en doorbreken in de countryhoofdstad van de wereld, Nashville – al zou een héél klein beetje meer erkenning in eigen land ook al helpen.

Haar veel oudere Turkse echtgenoot Baba, met wie ze gedurig kibbelt, heeft er eerlijk gezegd weinig fiducie in. Die reis kost bovendien een smak geld! En wie gaat er voor eten op tafel zorgen als zij haar droom najaagt in Amerika? Terwijl Wanita midden in opnames in de legendarische Sun Studio te Memphis zit, gaat het geruzie met Baba over de reparatie van hun auto in elk geval gewoon door. Waarna zij direct haar toevlucht neemt tot een andere liefde, Bacardi.

Haar trip door het land van de onbegrensde dromen is net onderweg. En het is Wanita’s nieuwe manager Gleny Rae Virus al zwaar te moede. Als haar protegé heeft gedronken, is er echt geen land mee te bezeilen. In New Orleans speelt Wanita bijvoorbeeld voor de verschoppelingen op straat, met wie ze zich duidelijk verbonden voelt. Al snel zet ze het zelf echter ook op een zuipen. ‘De dronken Maria Theresa’, constateert haar begeleidingsmuzikant Archer grinnikend.

Wanita is misschien het prototype ‘ongeleid projectiel’ – en niet zonder reden, zo wordt gaandeweg duidelijk – maar ze lijkt ook gewoon stiknerveus voor haar opnames met Nashville-producer Billy Yates, de apotheose van dit hartverwarmende portret van ‘Australia’s Queen of Honky Tonk’. Kan de vrouw die tot dusver een ideale stoorzender binnen haar eigen carrière is gebleken dan boven zichzelf uitstijgen? Of zakt ze definitief door haar hoeven?

Burma VJ: Reporting From A Closed Country

‘We kunnen niet zomaar weer de straat opgaan om doodgeschoten te worden’, zegt de anonieme verteller ‘Joshua’ van Burma VJ: Reporting From A Closed Country (85 min.), een documentaire van regisseur Anders Østergaard uit 2008. ‘Want we hebben geen mensen meer om te sterven.’ Hij vraagt zich ook af of zijn landgenoten, die sneuvelden bij de opstand tegen het militaire regime in 1988, tevergeefs zijn gestorven. Want wat heeft hun opoffering eigenlijk opgeleverd?

Joshua heeft een nieuw wapen gevonden: zijn (verborgen) camera. Zo kunnen hij en zijn collega’s van het illegale televisiestation Democratic Voice Of Burma van binnenuit laten zien hoe de militaire dictatuur werkt. Het is wel zaak om vooraf goed te bekijken waar en wanneer ze gaan filmen, vooral niet te lang en opzichtig door te gaan en het verzamelde materiaal daarna zo snel mogelijk clandestien naar het buitenland te transporteren.

De beelden worden via via naar Noorwegen gesmokkeld, van waaruit ze in de hele wereld kunnen worden uitgezonden. Zo tonen de burgerjournalisten de volledig geïsoleerde Aziatische natie Birma, ook wel Myanmar genoemd, een land dat leeft in angst. Elke kleine poging tot verzet wordt direct in de kiem gesmoord. En als je om je heen kijkt, op straat of in de trein, weet je nooit: wie is lid van de geheime politie of informant voor de machthebbers?

In het najaar van 2007 ontstaat er dan toch massaal verzet tegen het dictatoriale bewind, als ook Boeddhistische monniken zich ermee beginnen te bemoeien. Als zij met geweld worden opgewacht door handlangers van de macht, krijgt het protest zowaar momentum. Tienduizenden gewone burgers gaan de straat op en eisen bijvoorbeeld de vrijlating van de befaamde dissidente Aung San Suu Kyi. En Democratic Voice Of Burma staat vooraan om een wereldwijd publiek te bedienen.

Hoop maakt zich meester van de demonstranten in de straten van Rangoon: kan de volksheldin het land misschien naar democratie leiden? De machthebbers proberen de revolte echter met bruut geweld de kop in te drukken. Burma VJ brengt de (wan)hoop van die hete herfst van dichtbij in beeld en maakt tevens invoelbaar hoe de moedige filmers van Democratic Voice Of Burma daardoor steeds verder in de verdrukking komen. Totdat ze hun werk eigenlijk niet meer kunnen doen en de droom van een vrije staat opnieuw dreigt te vervliegen.

De geschiedenis heeft zich sindsdien alleen maar herhaald, getuige bijvoorbeeld de korte docu’s Sad Film en Letter To San Zaw Htway, beide uit 2021.

My Darling Vivian

mydarlingvivian.com

In de geschiedschrijving is ze gereduceerd tot een soort voetnoot in het leven van zanger Johnny Cash. De vrouw die hij uiteindelijk zou inruilen voor de flamboyante June Carter. Exemplarisch is in dat verband de Cash-biopic Walk The Line uit 2005, waarin Joaquin Phoenix en Reese Witherspoon een onweerstaanbaar koppel neerzetten als Johnny en June. Zij, Vivian Liberto, kreeg in die Hollywood-hit een volstrekt ondergeschikte rol toebedeeld: die van de ontevreden echtgenote die achterbleef met vier dochters terwijl Zij de wereld veroverden.

Rosanne, Kathy, Cindy en Tara belichten datzelfde verhaal nu eens vanuit het perspectief van My Darling Vivian (90 min.), hun moeder die dertien jaar getrouwd was met The Man In Black en de rest van haar leven in de schaduw van Johnny en zijn nieuwe vlam, die soms ook nog doodgemoedereerd haar kinderen claimde, zou blijven staan. Zoals treffend vervat in die ene pijnlijke krantenkop: was Johnny Cash’s eerste vrouw zwart? Dat gerucht had ook ten tijde van hun huwelijk al de ronde gedaan en moest toen, vanwege aanhoudende bedreigingen vanuit de Ku Klux Klan, officieel worden ontzenuwd.

De vier zussen Cash krijgen in deze boeiende, soms wat talky film alle gelegenheid om zulke misverstanden recht te zetten en Vivian weer de plek te geven in het leven van hun vader die haar stelselmatig is onthouden. Regisseur Matt Riddlehoover omlijst hun persoonlijke herinneringen met een ontzaglijke hoeveelheid homevideo’s waarin nu eens de vrouw des huizes de hoofdrol krijgt en niet haar voormalige echtgenoot, aan wie ze haar hele leven verknocht zou blijven. In die zin biedt deze documentaire tevens prima tegenwicht aan The Gift: The Journey Of Johnny Cash, waarin ook Johnny’s relatie met June kundig van z’n glamourrandje is ontdaan.

Vivian Liberto, die enkele jaren na de scheiding van haar grote liefde zelf hertrouwde met de politieman Dick Distin, zou die documentaire niet meer meemaken. Zoals ook Walk The Line haar (net) bespaard bleef. In 2005 overleed ze op 71-jarige leeftijd, twee jaar nadat ook Johnny was gestorven. Ze had van hem nog wel toestemming gekregen om haar levensverhaal op te tekenen. De memoires van Vivian Cash (!) I Walked The Line: My Life With Johnny, waarin ook talloze liefdesbrieven van haar ex-man zijn opgenomen, verschenen in het jaar van haar dood.

Searching For Sheela

Netflix

Ruim 35 jaar is Ma Anand Sheela, de voormalige rechterhand van de omstreden geestelijk leider Bhagwan Sri Rajneesh, niet in haar geboorteland India geweest. Nadat ze begin jaren tachtig in Oregon een eigen stad stichtte voor diens beweging, Rajneeshpuram, en vervolgens verwikkeld raakte in een vuile oorlog met de plaatselijke bewoners, belandde ze in de Verenigde Staten achter de tralies. ‘Welke rol speelt u het liefst?’ werd haar destijds gevraagd. ‘Sneeuwwitje of de gemene heks?’ Ze antwoordde met een mysterieuze glimlach: ‘Allebei.’

Intussen raakte Sheela ook in onmin met de man aan wie ze haar leven had gewijd. Het kwam tot een publieke breuk met Bhagwan. Die tumultueuze geschiedenis is in 2018 tot in detail opgerakeld in een intrigerende documentaireserie, de bingehit Wild Wild Country. Dit ‘vervolg’ pikt de draad op als de inmiddels zeventigjarige Sheela, die al zo’n dertig jaar een verzorgingstehuis voor mensen met een beperking runt in het Zwitserse Bazel, in 2019 een rondreis plant door India.

Is dat wel veilig? vraagt ze aan de organisator van de trip. Nou, gevaarlijk wordt het niet in het navolgende uur. Vermoeiend wel. Sheela reist het halve land door, mag steeds op de foto met een andere celibrity en holt van het ene naar het andere interview. De vragen die ze krijgt hebben een uitgesproken repetitief karakter: heeft ze inderdaad geprobeerd om een heel dorp te vergiftigen? Was ze Bhagwans geliefde? En, verplichte kost, heeft ze misschien spijt van wat ze hebben gedaan?

Nieuwe antwoorden heeft Sheela natuurlijk niet. Niet dat iemand daarop had gerekend overigens. Het lijkt om het ritueel zelf te gaan – standaardvragen met geautomatiseerde antwoorden – en de aandacht die alle betrokkenen zo ten deel valt. En daarmee is ook de documentaire Searching For Sheela (58 min.) van Shakun Batra gedoemd om op een dood spoor te belanden. Want die opgewarmde beelden van de Bhagwan-sekte uit Wild Wild Country hebben hun geheimen natuurlijk ook allang prijsgegeven.

Wat rest is een voor alle partijen vermoeiende trip nostalgia, onderdeel van Sheela’s ogenschijnlijk geslaagd charmeoffensief, die zelfs lieden met ernstige Rajneeshpuram-nahonger achterlaat met een onbevredigd gevoel.

Sasquatch

Hulu

In oktober 1993 zou hij, nabij een grote wietkwekerij in Mendocino County, drie dodelijke slachtoffers hebben gemaakt. Sasquatch (139 min.). Ofwel: Bigfoot. Een soort angstaanjagende combinatie van beer en gorilla. Het mythische monster zou nog altijd ronddolen in de uitgestrekte bossen van de zogenaamde ‘Emerald Triangle’, een soort Californische vrijstaat waar eind jaren zestig een contingent hippies is neergestreken. Heeft hij een kleine dertig jaar geleden inderdaad drie gruwelijk verminkte lijken achtergelaten op Spy Rock Road?

De morsige journalist David Holthouse was ter plaatse toen het gerucht over de drie lijken de ronde begon te doen. De zaak heeft hem sindsdien nooit meer losgelaten. Nu gaat hij alsnog op onderzoek uit in het uitgestrekte gebied, dat wordt bevolkt door losgeslagen cannabistelers, verdorven Hells Angels en onversaagde Sasquatch-jagers en dat eerder het decor vormde voor de white trash-docuserie Murder Mountain. Als Bigfoot ergens op zijn plek zou zijn, dan is het in dit wetteloze land.

Regisseur Joshua Rofé volgt Holthouse als die met bibberende camera afspreekt op duistere plekken, telefoontjes voert met vervormde stemmen en onherkenbaar gemaakte bronnen met namen als Razor, Ghostdance en – juist! – Bigfoot aan de tand voelt. Wat niet (meer) is te filmen, zoals de sinistere gebeurtenissen in het najaar van ‘93, is in grimmige animaties vervat. Intussen wordt de queeste die begon als een zoektocht naar de geheimzinnige überprimaat gaandeweg een rondgang door het (semi)criminele circuit van Mendocino, speurend naar wat er toentertijd kan zijn gebeurd.

Zoals dat gaat in dit soort true crime-series loopt de protagonist het ene na het andere dwaalspoor af, hoort hij ademloos smeuïge van-horen-zeggen verhalen aan en laat hij zich ook wel eens ongenadig – jawel! – het bos insturen. Daar ziet de kijker op een gegeven moment allang de bomen niet meer. Begrijpelijke wraakactie? Afrekening binnen de plaatselijke penoze? Of tóch een onsmakelijk Broodje Sasquatch?

Over het ondoorgrondelijke monster zijn overigens talloze ‘documentaires’ gemaakt, waaronder het hilarische Shooting Bigfoot.

Jimmy Carter: Rock & Roll President

Hij verliet het Witte Huis in 1980 met de staart tussen de benen, om plaats te maken voor zijn absolute tegenpool Ronald Reagan. Sinds die tijd heeft Jimmy Carter zich echter volledig gerehabiliteerd: als toponderhandelaar bij internationale conflicten. Als onvermoeibare motivator voor allerlei goede doelen, waarbij hij ook nooit schroomde om zelf de handen uit de mouwen te steken. En nu, inmiddels dik in de negentig, als pleitbezorger van dat ene ongeëvenaarde bindmiddel: muziek.

Jimmy Carter: Rock & Roll President (96 min.), juist. Hij, de vertegenwoordiger van het racistische ‘old south’, werd halverwege de jaren zeventig een representant van het nieuwe Zuiden, waar zwart en wit als gelijken samenleefden en alle Amerikaanse muzikale genres hun plek hadden. Van Bob Dylan, The Allman Brothers en Johnny Cash tot James Brown, Charlie Mingus en Aretha Franklin.

Deze fijne documentaire van Mary Wharton zet de schijnwerper op de politieke carrière van de pindaboer uit Plains, Georgia, maar benadert die vanuit zijn liefde voor muziek. Daarbij komen Jimmy zelf, zijn zoon Chip en insiders als Andrew Young en Madeleine Albright aan het woord, maar is er vooral ook ruimte voor muzikale cracks als Bob Dylan, Willie Nelson, Gregg Allman, Trisha Yearwood, Garth Brooks, Nile Rodgers, Rosanne Cash, Jimmy Buffett en Bono, die ongegeneerd (en oprecht) de loftrompet laten schallen over ‘good ol’ Jimmy’.

Zoals later ook Bill Clinton en Barack Obama cultuur een prominente plek zouden geven tijdens hun ambtstermijn, werd Carters Witte Huis een thuis voor muzikanten, waar Gregg Allman en Cher op zijn allereerste werkdag als president kwamen eten, zijn eigen zoon pot rookte met Willie Nelson en de president zelf zich liet verleiden om Salt Peanuts te zingen met Dizzy Gillespie.

Zijn presidentschap mag dan worden beschouwd als niet volledig geslaagd – of totaal mislukt, als je critici moet geloven. Met elk nieuw levensjaar begint de man meer te ogen als een witte raaf in de zwartgeblakerde (inter)nationale politiek. Een nederig mens bovendien, dat zijn leven volledig in het teken heeft gesteld van een betere wereld. Die attitude bezorgde Jimmy Carter in 2002 de Nobelprijs voor de Vrede, een gelegenheid waarbij zijn dierbare vriend Willie Nelson het onvermijdelijke Georgia On My Mind kwam zingen.

Linda Ronstadt – The Sound Of My Voice

NTR

Ze is een geboren performer, met een geweldig stembereik. Hoewel Linda Ronstadt zelf geen liedjes schrijft, heeft de Amerikaanse zangeres een geheel eigen signatuur. Tenminste, dat zeggen mensen die het kunnen weten in Linda Ronstadt – The Sound Of My Voice (91 min.). Ze luisteren naar namen als Dolly Parton, Bonnie Raitt, Ry Cooder, Don Henley, Jackson Browne, JD Souther, Aaron Neville en Emmylou Harris en bivakkeerden stuk voor stuk naast Ronstadt terwijl die op het podium of in de studio de sterren van de hemel stond te zingen.

Deze tamelijk routinematige popbio van Rob Epstein en Jeffrey Friedman laat ook nog popprofessionals aan het woord die jarenlang een boterham aan Ronstadt hebben verdiend, zoals platenbaas David Geffen, popjournalist Robert Hilburn en producer John Boylan. Stuk voor stuk lichten ze een tipje van de sluier op van de zeer wendbare zangeres Linda Ronstadt, die met name in de jaren zeventig en tachtig immens succesvol was en tegenwoordig in de luwte leeft.

De vrouw zelf heeft slechts weinig woorden nodig en laat, in steeds wisselende gedaanten en stijlen, horen wat ze zoal in haar mars heeft – waarbij hits als You’re No Good, It’s So Easy en Don’t Know Much (met Aaron Neville) natuurlijk niet (mogen) ontbreken. Het interessantst wordt dit portret als Ronstadt op latere leeftijd echt een eigen koers begint te varen en daarbij ook onverwachte afslagen, richting operette en traditionele Mexicaanse muziek bijvoorbeeld, besluit te nemen. Zo bouwt ze niet alleen een succesvolle, maar uiteindelijk ook een eigenzinnige loopbaan op, die hier nauwgezet en met veel aandacht voor de muziek wordt doorgenomen.

How To Steal A Country

EO

Hoe kun je de democratie waarvoor je zo hard hebt moeten strijden zo gemakkelijk verkwanselen? vraagt één van de sprekers in How To Steal A Country (56 min.) zich af. Decennialang vocht het African National Congress (ANC), onder leiding van Nelson Mandela, tegen witte overheersing in Zuid-Afrika. Slechts vijftien jaar nadat het ANC in 1994 eindelijk aan de macht kwam, raakte de partij tijdens het bewind van president Jacob Zuma verwikkeld in een groot corruptieschandaal. Van alle vroegere idealen leek weinig meer over.

Juist de mensen die na de afschaffing van Apartheid terugkwamen uit hun ballingschap of de gevangenis bleken gevoelig te zijn voor douceurtjes. Mochten ze misschien, na al die jaren van opoffering en afzien? Vanuit die houding ontstond volgens voormalig minister van Gezondheid en Overheidsbedrijven Barbara Hogan, die net als allerlei andere gewetensvolle overheidsfunctionarissen aan de kant werd geschoven door Zuma, een nieuwe bourgeoisie, een politieke klasse die uiterst gevoelig bleek voor gemak en geld.

Enter Oakbay Investments. Oftewel ‘de Gupta’s’, drie Indiase broers die met een hele smak geld direct toegang kregen tot de Zuid-Afrikaanse regering, tot de zoon van de president in het bijzonder. Met talloze schimmige deals tot gevolg en het op grote schaal wegsluizen van overheidsgeld. Dat is althans de premisse van enkele onderzoeksjournalisten, die zich vastbijten in de kwestie en uitgroeien tot de helden van deze gedegen film van Rehad Desai en Mark Kaplan. Zij worden intussen van alle kanten tegengewerkt en ‘witgemaakt’, neergezet als handlangers van de oude tegenstanders van de anti-Apartheidsbeweging.

Totdat er een enorme hoeveelheid interne communicatie uitlekt, een affaire die al snel ‘Guptaleaks’ wordt gedubd, en het grote graaien van de Zuma-clan en het bijbehorende systemische falen van de Zuid-Afrikaanse staatsinstituties en hun gerenommeerde adviseurs, bedrijven als KPMG en McKinsey, vol in het zicht komen te staan. Dat zorgt voor een verdere escalatie van de vuile oorlog die al in de politiek, media en rechtszaal werd uitgevochten en die het land weer ouderwets verdeelt.

Shut Up & Sing

Terwijl het Amerika van president George W. Bush zich in het voorjaar van 2003 opmaakt voor een bijzonder omstreden militaire inval in Irak, geeft het populaire countrytrio The Dixie Chicks uit zijn thuisbasis Texas een optreden in Londen. ‘Wij zijn tegen deze oorlog, dit geweld’, zegt zangeres Natalie Maines daarbij. ‘En we schamen ons dat de president van de Verenigde Staten uit Texas komt.’ Ze moet er zelf om lachen. Het was geen vooropgezet plan. De woorden zijn haar per ongeluk ontsnapt.

Na afloop van het concert lijkt er geen vuiltje aan de lucht. De drie vrouwen en hun management zijn tevreden over de show. Ze hebben geen idee dat half Amerika, het patriottische deel, straks over hen heen zal vallen. Regisseur Barbara Kopple registreert vervolgens van dichtbij hoe Maines en de zussen Martie Maguire en Emily Robison reageren als de conservatieve countrywereld z’n favoriete dochters in de ban doet, hun cd’s publiekelijk worden vernietigd en de algehele sfeer rond de dames ronduit bedreigend wordt.

’Ze schaden onze mannen overzee’, zegt een gast in een praatprogramma. ‘Dit zijn de domste bimbo’s die ik ooit heb gezien’, stelt een ander. En de beruchte talkshowhost Bill O’Reilly concludeert dat iemand die meiden eigenlijk eens alle hoeken van de kamer moet laten zien. Shut Up & Sing (92 min.) documenteert hoe The Dixie Chicks in de drie jaar na Maines’ slip of the tongue de storm proberen te trotseren, hun persoonlijk leven verder gestalte geven én de weg terug naar het hart van Amerika hopen te vinden.

Het is uiteindelijk een klein en menselijk verhaal over hoe je in tijden van nationale eenheid ineens helemaal uit de gratie kunt raken en hoe moeilijk het dan is om in zo’n storm, ook al raast die slechts in een glas water, echt bij jezelf te blijven. En dan, als die oorlog in Irak maar blijft voortduren en slachtoffers blijft maken, verandert zowaar de ‘you’re either with us or with the terrorists’-attitude in het land en worden de moed en standvastigheid van The Dixie Chicks (die sinds kort overigens door het leven gaan als The Chicks) alsnog beloond.

Taylor Swift: Miss Americana

Netflix

‘Ik werd de persoon die iedereen wilde zien’, herinnert de hoofdpersoon van Taylor Swift: Miss Americana (85 min.) zich in de openingsscène. Een overtuigende ‘good girl’, die aan het begin van de 21e eeuw in het middelpunt van de belangstelling moest opgroeien. Het zou niet lang duren voordat Amerika’s nieuwste hartendief in een ‘beef’ met Kanye West belandde, een eetstoornis ontwikkelde en een geliefde boksbal op de sociale media werd. Intussen maakte ze de oversteek van country naar modepoppop, van aaibaar talent naar absolute superster.

En dan wordt ze bij de Grammy Awards van 2018 ineens overgeslagen bij de nominaties voor de belangrijkste categorieën. ‘Ik moet gewoon een betere plaat maken!’ constateert ze als het teleurstellende nieuws binnen sijpelt. Als de boodschap echt is doorgedrongen blijkt er alle reden om te resetten, eindelijk eens Me-time te nemen én een nieuwe start te maken. Die wordt in deze gladde documentaire van Lana Wilson goed in de verf gezet, inclusief de politieke ontwaking van Swift die zich in het openbaar begint te manifesteren als een zelfbewuste en uitgesproken vrouw.

Zo bezien zet Miss Americana echt de luiken open bij een gevestigde wereldster en krijgt de kijker een uitgebreide rondleiding door het spiegelpaleis dat rond dit soort celebrities wordt opgetrokken. Tegelijkertijd gebruikt Taylor deze film natuurlijk ook om zichzelf te manifesteren, publiekelijk de koers bij te stellen en een punt te maken. In handen van de popbusiness verwordt zo’n documentaire bovendien al snel tot een handige promotool. Want er is natuurlijk toevallig ook altijd een product te verkopen: een nieuwe plaat of tournee. Van… (reclamestem) ‘De Geheel Vernieuwde Taylor Swift’.

The Gift: The Journey Of Johnny Cash

YouTube

In Walk The Line, de Hollywood-versie van zijn turbulente bestaan, zijn er in het leven van zanger Johnny Cash twee fasen te onderscheiden: de tijd vóór en nádat hij een relatie kreeg met June Carter, halverwege de jaren zestig. Van tevoren was hij de spreekwoordelijke Man In Black, een getroebleerde, met drugs en woede worstelende figuur. En daarna manifesteerde hij zich als de allemansvriend Johnny, een goedlachse en sociaal geëngageerde vent met het hart op de goede plek.

De werkelijkheid was, natuurlijk, oneindig veel gecompliceerder, zo toont The Gift: The Journey Of Johnny Cash (94 min.). Johnny’s diepste dal kwam volgens zijn zoon John Carter Cash pas in de jaren tachtig. ‘In de relatie van mijn ouders ontstonden enorme problemen door de drugsverslaving van mijn vader. Als kind heb ik daarvan veel meegekregen. Ze zijn bijna uit elkaar gegaan. Er bestaan heel veel misverstanden over hun relatie. Alsof ze na hun huwelijk gewoon nog lang en gelukkig leefden. Dat was bepaald niet het geval.’

De mythe van het ideale stel Johnny en June wordt door zijn kinderen netjes doorgeprikt in deze complete, overtuigende en aangrijpende documentaire van Thom Zimny, die al jaren dienst doet als de huisfilmer van Bruce Springsteen en vorig jaar de fijne Elvis-biopic The Searcher afleverde. Cash wordt weer een man van vlees en bloed in plaats van de verdoemde broodzanger die via de liefde van zijn leven een metershoge held werd. En dat doet ook zijn zwaar dooraderde muziek, die sinds zijn dood in 2003 nóg populairder lijkt te zijn geworden, alleen maar goed.

The Gift: The Journey Of Johnny Cash is gemaakt volgens een inmiddels vertrouwd procédé: de film bestaat volledig uit archiefmateriaal, waardoor de aandacht te allen tijde bij de hoofdpersoon blijft liggen. De prachtige beelden worden verlevendigd en ingekaderd met offscreen quotes van Cash zelf (via audio-interviews uit 1995-1997 voor een autobiografie), mensen uit zijn directe entourage en artiesten die door hem zijn beïnvloed. Het resultaat ontstijgt het niveau van de gemiddelde, routineuze popdocu met gemak en kan tot nader order worden geboekstaafd als het definitieve portret van één van de interessantste muzikanten van de twintigste eeuw.