Lale Gül – Ik Leef Mijn Eigen Leven

De Haaien / BNNVARA

‘Was ‘t het waard?’, vraagt Lale Gül zich aan het eind van dit persoonlijke portret af. ‘Ik hoop dat ik dat op een dag kan zeggen.’ Sinds zij in 2021 debuteerde met de autobiografische roman Ik Ga Leven, waarin ze haar jeugd binnen een streng islamitisch gezin beschrijft, wordt de Turks-Nederlandse schrijfster zo ongeveer permanent beschimpt en bedreigt. Güls tweede boek Ik Ben Vrij (2024), over de beangstigende periode nadat ze met haar persoonlijke verhaal naar buiten was getreden, heeft dit alleen nog maar versterkt.

‘Het is een gegeven’, zegt de twintiger, tamelijk laconiek, in de documentaire Lale Gül – Ik Leef Mijn Eigen Leven (56 min). Het hoort nu bij mijn leven. Het went gewoon.’ Toch is dat niet het hele verhaal. Hoe dapper en standvastig Gül ook lijkt, de dreiging heeft natuurlijk wel degelijk vat op haar. Volgens haar psycholoog zou ze een ‘vermijdende hechtingsstijl’ hebben. Ze laat mensen niet gemakkelijk binnen in haar gevoelsleven. En een relatie aangaan is ook verdomd lastig – al is ’t alleen maar omdat er permanent beveiligers om haar heen staan. Haar kinderwens heeft ze voorlopig dus ook in de kast gezet. Die past niet in Güls huidige leven.

In deze tv-film krijgt zij alle gelegenheid om haar keuzes toe te lichten. Ze wordt daarbij aangevuld door enkele mensen uit haar directe omgeving. Verder is de schrijfster ook te zien tijdens haar theatertournee en de Zwarte Cross, bij een lotgenotenbijeenkomst en een Holland Zingt Hazes-concert, waarin zij samen met een vriendin helemaal opgaat. En daarna gaat ze met André Hazes Jr. op de foto. Gül lijkt dan even een normale twintiger. Die het leven, ondanks alles wat ze op haar pad vindt, gewoon wil omarmen – ook al moet ze daarvoor dan incognito de straat op en dient ze mentaal altijd voorbereid te zijn op mensen die haar belagen.

Het is de prijs die Lale Gül betaalt voor haar vrijheid om te kunnen schrijven wat ze wil. Sinds zij een column heeft in De Telegraaf is dat alleen maar verergerd. Op zulke momenten speelt haar ‘Middellandse Zee-temperament’ trouwens ook nog wel eens op. Zo kwam Gül enige tijd geleden zelfs in botsing met Femke Halsema, die haar op een moment van crisis nog haar mobiele nummer had gegeven en die ze midden in de nacht ook daadwerkelijk bleek te kunnen bellen. Inmiddels is de kou duidelijk weer uit de lucht tussen de twee. Gül gaat op bezoek bij de burgemeester van Amsterdam en samen bomen ze gezellig over hun haperende relatieleven.

Het is één van de aardigste scènes in een film, die verder vooral het persoonlijke levensverhaal van Lale Gül en de gevolgen van de door haar gemaakte keuzes nog eens onder de aandacht brengt. Een verhaal dat nooit went en ook niet mag wennen.

Het Complot

EO

Bloemen leggen op een begraafplaats. Het lijkt een liefdevolle daad. In het Zuid-Hollandse dorp Bodegraven krijgt dit ritueel in 2020, als het Coronavirus Nederland in z’n greep neemt, echter een zeer unheimisch karakter. De bloemen zijn bedoeld voor misbruikte en vermoorde kinderen, die daar stiekem zouden zijn begraven. En de leggers ervan, uit het hele land overgekomen, hebben zich laten aansporen door een complottheorie, op basis van hervonden herinneringen, waarvoor geen enkel bewijs is. Toch grijpt die in de krochten van het internet wild om zich heen.

In de fascinerende vierdelige serie Het Complot (175 min.) onderzoekt Joost Engelberts, die eerder ook de intrigerende podcast Onland maakte, hoe de wilde beschuldigingen van één enkele inwoner, de inmiddels in het buitenland woonachtige Joost Knevel, over Satanisch Ritueel Misbruik (SRM) door notabelen van Bodegraven konden uitmonden in intimidatie, bedreigingen en fundamenteel wantrouwen tegenover de Nederlandse overheid. Hij belandt zo in de unheimische wereld van notoire complotdenkers zoals Micha Kat en Wouter Raatgever, die het vuur in hun eigen Red Pill Journal telkenmale blijven oppoken.

Engelberts spreekt ook met Knevel zelf, die van de rechter voortaan zijn mond moet houden over deze gevoelige kwestie. Hij is er echter niet op uit om nu hém aan de schandpaal te nagelen, maar wil oprecht begrijpen waar Knevels beschuldigingen vandaan komen en hoe die konden leiden tot een naargeestige samenzweringstheorie. Engelberts kijkt daarna ook voorbij Bodegraven: naar de angst van bepaalde christelijke stromingen voor de Duivel, de ‘Satanic Panic’ die de Verenigde Staten ooit in z’n greep kreeg en hoe onverantwoord media, ook in Nederland, soms berichten over vermeend grootschalig kindermisbruik.

Het kost Engelberts moeite om mensen te vinden die hem te woord willen staan over dit gevoelige thema. Menigeen wil daar zijn vingers liever niet aan branden. Christiaan van der Kamp, de voormalige burgemeester van Bodegraven, en Johan, een dorpsbewoner wiens overleden broer onterecht in verband werd gebracht met Satanisch Ritueel Misbruik, stemmen uiteindelijk wel in met een gesprek. En gaandeweg, als hij uitzoomt naar het grotere thema van complotten over kindermisbruik, komen daar een officier van justitie, rechercheurs, therapeuten, theologen, een Amerikaanse podcastmaakster én enkele SRM-gelovers bij.

Samen met hen waadt Engelberts, die het onderzoek aanstuurt met zijn betrokken vertelstem, behoedzaam door een moeras waarin ‘t makkelijk verdwalen of verzuipen is. Hij kijkt bijvoorbeeld naar de oorsprong van complottheorieën over ritueel kindermisbruik, die al duizenden jaren steeds weer de kop lijken op te steken. Nog niet zo lang geleden ook in Nederland, waar therapeuten werden beïnvloed door Amerikaanse verhalen over seksueel misbruik en de Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS), die daarmee soms wordt geassocieerd. Twee vrouwen vertellen bijvoorbeeld hoe zij tijdens hun behandeling pijnlijke ‘herinneringen’ hervonden.

Bij cases rond SRM is er vaak sprake van omgekeerde bewijslast, laat Engelberts tevens zien. Want hoe kun je nu bewijzen dat iets niet bestaat en nooit is gebeurd? En mensen die onterecht van de gruwelijkste wandaden worden beschuldigd en volgens de criminoloog Marnix Eysink-Smeets, die over de treurige kwestie in Bodegraven het rapport Bloemen Op De Begraafplaats schreef, dus het slachtoffer zijn van ‘famacide’, reputatiemoord, waken er wel voor om olie op het vuur te gooien en zichzelf opnieuw tot doelwit te maken.

In dit vacuüm kan er, aangejaagd door een maatschappelijke crisis zoals het Coronavirus, ruimte ontstaan voor een kwalijke samenzweringstheorie rond het dierbaarste van het menselijke ras: onze kinderen. In Het Complot tast Joost Engelberts dit zeer gevoelige thema met zowel oprechte interesse, empathie en respect als doortastendheid en een kritische blik af. Het eindresultaat raakt het hart van wat wij/zij geloven.

@omroepeo

Nieuw bij de EO: ‘Het Complot’. Aan het begin van de coronaperiode leggen honderden mensen bloemen op de begraafplaats in Bodegraven, na verhalen over satanisch ritueel misbruik. Maker Joost Engelberts onderzoekt in ‘Het Complot’ hoe dit verhaal kon uitgroeien tot een maatschappelijk explosief dossier en wie erbij betrokken waren. In de eerste aflevering is o.a. de toenmalige burgermeester van Bodegraven aan het woord. Hij vertelt over de gebeurtenissen in zijn dorp en hoe hij deze heeft beleefd. Ben je benieuwd naar deze EO docu-serie? 📲 Kijk vanavond om 22.10 uur naar de eerste aflevering van ‘Het Complot’ op NPO 2. 🔶 Alle afleveringen zijn ook te zien via NPO Start.

♬ origineel geluid – EO

Mayor Of Mayhem

Netflix

‘Goedemiddag allemaal’, begint Rob Ford in 2013 zijn persconferentie. ‘Ik wil graag reageren op een aantal geruchten die de afgelopen dagen rondgaan in de media. Ik gebruik geen crack en ik ben er ook niet verslaafd aan.’

De burgemeester van de Canadese stad Toronto reageert op berichtgeving van The Toronto Star, de krant waaraan Ford sowieso een bloedhekel heeft. Verslaggeefster Robyn Doolittle heeft een clandestiene video te zien gekregen waarop de populistische politicus een pijp met crack rookt, een uiterst verslavende vorm van cocaïne. Het spraakmakende filmpje wordt haar aangeboden voor 100.000 dollar.

‘Ik kan niets zeggen over een video die ik nooit heb gezien of die niet bestaat’, stelt de burgervader nog in zijn persverklaring. ‘Het is erg jammer dat ik door de media ben veroordeeld zonder enig bewijs.’ En zo is de Mayor Of Mayhem (49 min.) weer aanbeland op vertrouwd terrein: zijn vete met de progressieve pers. Als een Trump avant lettre maakt Rob Ford graag kritische journalisten verdacht.

Hij oogt wel vaker als een soort voorstudie van de huidige Amerikaanse president in deze docu van Shianne Brown. De grofgebekte, zwaarlijvige en aartsconservatieve Ford wordt gekozen met een Make Toronto Great Again-achtig platform en betoont zich vervolgens een Trumpy ongeleid projectiel. Hij spreekt de taal van het volk en heeft nog nooit gehoord van politiek correct, maar werkt zich ook gedurig in de nesten.

Maar hoe bont hij ‘t ook maakt – bónt! – Rob Fords achterban blijft onverminderd met hem dwepen. Net als bij The Donald, juist. Het politieke dier, dat heeft zich vermomd als een antipoliticus, komt alleen alsmaar meer in de problemen. Totdat zijn positie onhoudbaar is geworden en het alleen nog de vraag is hoe, waar en wanneer hij gedwongen wordt om met de staart tussen de benen afscheid te nemen.

Brown tekent Fords publieke neergang op met enkele naaste medewerkers, die nog altijd geen vrede hebben met hoe ’t met hem is afgelopen. Dat is meteen ook de beperking van Mayor Of Mayhem: de film beperkt zich tot de crack-affaire en de persoonlijke en politieke gevolgen daarvan, Shianne Brown doet geen serieuze poging om de achtergronden van Rob Ford te schetsen of het politieke fenomeen te duiden.

Steve Stevaert, De Schaduw Van De Macht

VRT

Tien jaar na zijn tragische dood probeert de vierdelige serie Steve Stevaert: De Schaduw Van De Macht (155 min.) vat te krijgen op de cafébaas uit Hasselt die in de jaren negentig stormachtig carrière maakte in de Belgische politiek. ‘Steve was de man op de fiets die iedereen bij naam noemde’, vertelt zijn vriend Ivo Konings. ‘Hij had zo’n truc. Dan zei ie: ah, ik ken u, hoe heet ge nu weer? En dan zei die man bijvoorbeeld ‘Karel’.  Dan zei hij: ja, Karel, dat wist ik, maar uw familienaam, die ben ik kwijt.’

En na Hasselt tuinde ook België er met open ogen in. Hij was ‘Steve Stunt’, de man die altijd weer een nieuwe troef uit zijn mouw kon schudden. Liefst gratis. Van openbaar vervoer tot elektriciteit. Later werd hij ‘Steve De Sloper’, de bestuurder die illegaal gebouwde huizen liet afbreken. Bij voorkeur van welgestelde landgenoten, want dat viel goed bij zijn linkse achterban. En na de ongelooflijke verkiezingswinst die hij met SP.A behaalde in 2003, schreef de Vlaamse krant De Morgen sans gêne ‘Steve is God’.

Toen begon zo ongeveer ook de ommekeer, betoogt deze productie van Luc Haekens. Steve Stevaert, de gewezen cafébaas, burgemeester van Hasselt, Vlaamse vicepremier, opper-Teletubbie van de Belgische socialisten, de politicus die alles wat hij aanraakte in goud zag veranderen, bleek ook maar een heel gewoon mens. Een heel feilbaar mens zelfs. Na de eerste haarscheurtjes in zijn imago kwamen de beschuldigingen van ernstig wangedrag, die zijn onaantastbare status van volksheld ernstig beschadigden.

Hij kon zich niet meer beroepen op wat politiek journalist Siegfried Bracke ‘het voordeel dat hij niet had gestudeerd’ beroepen. De ‘amateurmassapsycholoog’ Stevaert, die volgens oud-woordvoerder Jan de Zutter van SP.A zo goed aanvoelde hoe mensen werkelijk zijn, was ook z’n fingerspitzengefühl kwijtgeraakt en moest het voortaan doen zonder de erkenning en aandacht waaraan hij verslaafd was geraakt. Dat moest wel verkeerd aflopen. En dat deed ‘t ook, op 2 april 2015 in het Albertkanaal.

Dit postume portret begint bij dit tragische einde, spoelt daarna terug naar het begin als Steve in 1954 als Robert Stevaert wordt geboren in Rijkhoven en volgt daarna chronologisch zijn leven. Van een jongen die ‘t niet van studeren moet hebben, op de hotelschool beland en daarna een succesvolle horecaondernemer wordt tot een gevallen politicus, die is ingehaald door duistere krachten. Een gebroken man, die alles is kwijtgeraakt wat hij dacht te hebben en dan de dood boven het leven verkiest.

Met die keuze zet hij ook een rouwrand om de 61 jaar ervoor. Politieke kopstukken zoals Willy Claes, Louis Tobback, Johan Vande Lanotte en Bert Anciaux zorgen er in deze miniserie, waarvan ik nu drie delen heb gezien, echter voor dat in elk de geval de politicus Steve Stevaert weer kleur op de wangen krijgt. Naar de persoon daarachter, met volgens Ivo Konings ‘tristesse in zijn ogen’, blijft ‘t ondanks talloze anekdotes en typeringen nog altijd een beetje zoeken. Hij is ergens verdwenen geraakt in Steve Stunt, Steve De Sloper en Steve De Politieke God.

Trailer Steve Stevaert, De Schaduw Van De Macht

Jerry Springer: Fights, Camera, Action

Netflix

‘Ik wil dat ze na de show zeggen dat ze iets over het leven hebben geleerd wat ze nog niet wisten’, zegt de nieuwbakken talkshowpresentator in 1992 tijdens zijn presentatie aan de Amerikaanse pers. ‘En’, voegt hij er met een serieuze blik aan toe, ‘dat Jerry alle ruimte bood aan het verhaal.’ Met zijn nette bril en verzorgde haar zou de voormalige burgemeester van Cincinnatti en nieuwsjournalist uit Chicago kunnen doorgaan voor een fijnbesnaarde vorser van het menselijke gedachten- en gevoelsleven.

Wie had toen kunnen bedenken dat diezelfde weldenkende man het gezicht zou worden van een onwelriekende kruising tussen een volkstribunaal, de lach of ik schiet-show en een showworsteltoernooi? En dat hele volksstammen zijn voornaam zouden scanderen als een prehistorische strijdkreet, om de gladiatoren in het moddergevecht op zijn podium vooral uit te dagen om zich nóg verder in de stront te werken? Jerry! Jerry!! Jerry!!! Waarna hij de strijd dan voortijdig zou afbreken met een stichtelijk slotwoord over dat ook mensen die met een paard trouwen (en tongzoenen) respect verdienen, dat je sowieso altijd lief moet zijn voor elkaar en dat er morgen natuurlijk weer een show is.

Misschien Jerry Springer zelf wel. Hij zal toen, begin ’92, toch niet in de veronderstelling zijn geweest dat hij een Amerikaanse variant op Rondom Tien of De Ronde Van Witteman ging presenteren? Alhoewel… The Jerry Springer Show begon tamelijk degelijk en saai en dreigde dus vanwege tegenvallende kijkcijfers al snel van de buis te verdwijnen. En toen werd de hulp ingeroepen van uitvoerend producent Richard Dominick, een man die zijn sporen verdiende als koppenmaker bij roddelbladen. Type ‘Man met twee hoofden zingt in stereo’, ‘Mijn affaire met Bigfoot’ of ‘Broodrooster bezeten door de Duivel’. Hij moest Jerry ‘wild en sexy’ (en, o-o, ranzig) gaan maken.

En op een verwrongen manier lukte dat vrijwel direct, getuige deze tweedelige docu over de absolute nummer één van de Amerikaanse trashtalkshow (met op twee, ex aequo, GeraldoRickiSally JessyPhilJennyMontel en Maury). Jerry zelf verdedigde dit destijds met een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Hij refereerde zelfs aan Voltaire: ik verafschuw wat neonazi’s en KKK-leden zeggen, maar ik zal hun recht om dat te zeggen… hoofdschuddend aanhoren, vol in de schijnwerper zetten, tot het uiterste oppoken en uitserveren via een door onze beveiligers nét niet in de kiem gesmoord vuistgevecht. Terwijl m’n achterban ‘boooeeeh!’ of mijn eigen naam roept.

Maar goed, verder over de doden, in de geest van Jerry (1944-2023), natuurlijks niets dan goeds. Documentairemaker Luke Sewell laat zijn gasten – oud-medewerkers en gasten – ondertussen lekker leeglopen. Dominick en enkele anderen hebben nog altijd geen enkele wroeging: alles voor de kijkcijfers en het pakken, zakken en verkopen van Oprah. Anderen, zoals producer Toby Yoshimura, lijken toch wel enige gêne te voelen bij de gedachte aan het ‘spelen met de psyche van mensen, totdat je het resultaat krijgt wat je zocht’. En dat inhaken op de allerlaagste sentimenten van mensen die zich vast nauw verwant voelen met Neanderthalers moest uiteindelijk, natuurlijk!, wel fout gaan.

Jerry Springer: Fights, Camera, Action (97 min.) legt een cultuur bloot, waarbinnen het parasiteren op kwetsbare, oliedomme of immorele Amerikanen de regel was. Zolang ‘t maar ‘echt’ was. Ook al werden gasten vanzelfsprekend wel geprept voor de show, zodat ze, in de woorden van studiogast Melanie, ‘ready to fuck it up’ waren. En als ze onverhoopt tóch niet leverden, dreigden de producers gewoon dat ze hun vliegticket naar huis niet meer wilden betalen. Dan móesten ze wel uit hun plaat gaan en kon de uitzending naar een smakelijke climax worden gebracht. Waarna Jerry aan zijn vaste afsluiting kon beginnen: ‘Till the next time. Take care of yourself… and each other.’

Als de aftiteling van deze ontluisterende kijkervaring loopt zou je de medewerkers van The Jerry Springer Show bijna toewensen dat zij nu eens zelf live op televisie de confrontatie moeten aangaan met een grondig voorbereide, boertige, dominante en extréémrechtse groepsverkrachter met een voorkeur voor poep- en plasseks. Terwijl wij, ondertussen opzichtig onze neus ervoor ophalend, als wilden ‘Jerry! Jerry!! Jerry!!!’ brullen.

Een Oekraïens Dorp In Vlaardingen

Studio New West / BNNVARA

Terugkeer blijft het uitgangspunt voor de 200.000 Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Toch start de gemeente Vlaardingen begin 2023 met de bouw van een tijdelijke wijk voor duizend Oekraïners. Hun nieuwe woonomgeving voor de komende drie jaar krijgt de naam Mrija: Oekraïens voor droom.

‘Dit moet slagen, mensen’, zegt burgemeester Bert Wijbenga. ‘We kunnen dit niet niet laten slagen.’ Daarvoor zijn de belangen veel te groot. En daarom geeft Wijbenga documentairemaker Jack Westerlaken ook een kijkje in de keuken bij het bouwproject waarbij nogal wat hoekjes worden afgesneden: wellicht zorgt het filmen nog voor wat extra druk om er met z’n allen écht de schouders onder te zetten.

Met dat project onderscheidt Een Oekraïens Dorp In Vlaardingen (59 min.) zich meteen van andere docu’s over Oekraïense vluchtelingen in Nederland, zoals Alles Goed van Peter en Petra Lataster. Want deze film gaat, meer dan over mensen die in den vreemde een nieuw bestaan opbouwen, toch vooral over Nederland Regelland en vertoont in dat opzicht ook overeenkomsten met de docuserie Droomdorp, over de moeizame verwezenlijking van een ‘dorpslandgoed’ in Almere.

De gemeente Vlaardingen heeft te kampen met een overheid die in de afgelopen jaren, volgens wethouder Ivana Somers-Gardenier, ‘alle kanten op zwabbert’. De ‘beschermvrouwe van Oekraïners in Vlaardingen’ is echter niet van plan om zomaar over zich heen te laten lopen. ‘Want deze gemeenteraad slaapt ‘s nachts, hè?, en niet op de dag’, houdt ze in onvervalst Vlaardingse tongval de andere deelnemers aan een moeizaam overleg voor. ‘Dat kan het rijk wel denken. Maar, nee!’

Intussen wordt er in Vlaardingen zelf gemord over dat bijzondere woonproject. Reguliere woningzoekenden moeten namelijk gewoon op hun beurt wachten. En wie betaalt dat eigenlijk, zo’n wijk voor Oekraïners? zingt ’t rond in Vlaardingen en deze film. Wij dus, het gewone volk. En integreren die lui nog wel, als je ze daar allemaal bij elkaar zet? Terug naar eigen land gaan ze sowieso niet. Voorlopig wordt er daar nog gewoon gevochten. En als hun kinderen hier eenmaal hun plekje hebben gevonden…

Vlaardingen lijkt, kortom, wel Nederland in het klein. Ook in hoe het project wordt aangepakt. Terwijl op het ene moment de deuren van basisschool De Vriendschap opengaan en staatssecretaris Eric van der Burg de wijk officieel komt openen, worden de besprekingen over een exitstrategie voor Mrija alweer opgestart. Want in 2026 moet datzelfde Oekraïense dorp worden ontmanteld. Misschien dat Vlaardingse woningzoekenden er dan nog hun voordeel mee kunnen doen.

‘Als we dit kunnen doen voor vluchtelingen, dan moet je dit ook kunnen doen voor je eigen inwoners’, concludeert wethouder Somers-Gardenier in deze treffende weerslag van het Vlaardingse bouwproject, dat zowel Neerlands goede wil als de bijbehorende regeldrift representeert. ‘Je kan dus gewoon zo’n woonwijk bouwen. Héél snel. Dan zijn we toch met z’n allen gek dat we dat niet doen?’

Ruigoord – Een Kosmisch Lek

Gusto Entertainment

Aan de vooravond van het vijftigjarig bestaan van Ruigoord, in juli 2023, is het de vraag hoe de toekomst van het kunstenaarsdorp eruit ziet. Ontwikkelingen binnen het Amsterdamse havengebied, waar wordt ingezet op vergroening, zetten de situatie in dat, ja, Asterix en Obelix-achtige dorpje behoorlijk onder druk. Voor de bewoners staat één ding als een paal boven water: Ruigoord moet en zal blijven. Een stad als Amsterdam heeft nu eenmaal – in de woorden van één van de oprichters, dichter Hans Plomp – een plek nodig waar de scharrelmens kan bestaan.

Plomp en andere mannen van het eerste uur zoals ‘burgemeester’ Rudolph Stokvis en beeldend kunstenaar Theo Kley speelden tijdens de opnames voor de documentaire Ruigoord – Een Kosmisch Lek (80 min.) van Peter Wingerder nog een prominente rol in de culturele vrijplaats, waar de verbeelding al een halve eeuw aan de macht is. Inmiddels zijn ze alle drie overleden. Het tekent de transitie waarin Ruigoord zich bevindt: hoe kan de kunstenaarsgemeenschap intussen het goede van het verleden behouden en tegelijkertijd toekomstbestendig blijven?

Deze vraag sluimert voortdurend op de achtergrond in deze oogstrelende film over de hippie-enclave en meldt zich zo nu en dan ook op de voorgrond, bijvoorbeeld als vertegenwoordigers van de Stichting Ruigoord in de weer moeten met de gemeente Amsterdam om hun toekomst veilig te stellen. Ze willen een huurcontract voor de lange termijn, een veld waarop ze in die periode evenementen mogen organiseren en – niet te vergeten – de kerk, waarmee ‘t allemaal ooit is begonnen, blijven exploiteren. Die wensen worden niet allemaal automatisch ingewilligd.

Deze documentaire fladdert ondertussen alle kanten op, langs een aantal kleurrijke figuren, de activiteiten die zij op touw zetten en Ruigoords roemruchte historie. Zonder dat Wingerder écht halthoudt. En al te veel context geeft hij doorgaans ook niet. Het bezorgt zijn film een wat fragmentarisch karakter. Er valt méér dan genoeg te kijken – van een uitbundig huwelijksfeest en een heuse Mohawk-ceremonie tot een brand in Ruigoord en een associatieve sequentie over de geschiedenis van de zogenaamde Luchtbus – maar een dwingende verhaallijn ontstaat er zo niet.

Misschien is dat ook wat Ruigoord is en wil zijn – een plek waar niets vastligt en waarvan iedereen zijn eigen beeld mag vormen – maar Ruigoord – Een Kosmisch Lek zou wel hebben gevaren bij iets meer richting en focus.

The Choice 2024: Harris Vs. Trump

PBS

Het is inmiddels een traditie van ruim dertig jaar. Sinds 1988 zet Frontline, het journalistieke documentaireprogramma van de Amerikaanse publieke omroep PBS, elke vier jaar de twee Amerikaanse presidentskandidaten tegenover elkaar in The Choice. Van pak ‘m beet George H. Bush versus Michael Dukakis (1988) via Barack Obama versus John McCain (2008) tot – driemaal is scheepsrecht – Donald Trump versus Hillary Clinton (2016), Joe Biden (2020) en Kamala Harris (2024).

Het contrast tussen de twee opponenten in The Choice 2024: Harris Vs. Trump (114 min.) kan bijna niet groter. De Republikein Trump, kind van een keiharde New Yorkse topondernemer, dominante kracht binnen zijn eigen partij in de afgelopen tien jaar en belichaming van de boze witte man. Tegenover de Democrate Harris, dochter van een alleenstaande moeder uit India (en een Jamaicaanse vader), tot voor kort relatief onbekend bij het grote publiek en archetypische strijdbare zwarte vrouw.

De opzet van dit gedegen dubbelportret van Michael Kirk voelt direct vertrouwd. De toon is neutraal, kritisch en gezaghebbend, waarbij verteller Will Lyman en diens imposante donkerbruine mannenstem een sleutelrol spelen. Die sturen de kijker op en neer tussen de twee hoofdrolspelers, de tegenpolen ‘The Donald’ en ‘The Female Obama’, en langs de hoogte- en dieptepunten in hun levens, met een afgewogen mix van archiefmateriaal en pratende hoofden.

Behalve de ‘usual suspects’ in dit soort politieke portretten – biografen, journalisten en politieke insiders – heeft Kirk bij Donald Trump bijvoorbeeld ook diens kritische nicht Mary, topmedewerkers van de Trump-organisatie, Donalds eigen Raspoetin Roger Stone, tv-dominee Paula White en David Marcus, de neef van Trumps leermeester en consigliere Roy Cohn, voor de camera gekregen. Cohns voornaamste les (speel nóóit volgens de regels!) zou Trump stevig in z’n oren knopen.

Bij Kamala Harris schetsen vriendinnen, medestudenten en medewerkers haar opmars als openbaar aanklager, procureur-generaal van de staat Californië en senator namens de ‘sunshine state’. Daarbij diept Kirk ook ongemakkelijke verhalen (Harris’ relatie met de dertig jaar oudere mannetjesmaker Willie Brown, die zelf ook nog een tijd burgemeester van San Francisco was) en pijnlijke episoden (de massale kritiek als ze in 2004, na de moord op agent Isaac Espinoa, niet de doodstraf eist) op.

In bijna alles lijken Donald Trump en Kamala Harris elkaars tegenpolen. Oud versus ‘jong’. Man versus vrouw. Wit versus zwart. Conservatief versus progressief. En loopje met de wet versus strikte handhaving ervan. Na The Choice 2024 lijkt de keuze helder bij de presidentsverkiezingen van dinsdag 5 november, die zomaar weer op een nek-aan-nekrace – en, in het slechtste geval en afhankelijk van de winnaar, op een burgeroorlog – kunnen uitlopen.

Klitschko: More Than A Fight

SkyShowtime

‘We sterven liever dan dat we ons overgeven aan de Russen.’ Het is zo’n typisch onverzettelijk statement dat je verwacht van een burgemeester in oorlogstijd, zoals Vitali Klitsjko van de Oekraïense hoofdstad Kyiv. Sinds de Russische aanval op Oekraïne in het voorjaar van 2022 ligt ‘zijn’ stad onder vuur.

Het is overigens ook een statement dat je verwacht van een voormalig wereldkampioen boksen, zoals diezelfde Vitali Klitsjko. Samen met president Volodymyr Zelensky en Klitsjko’s jongere broer Vladimir, eveneens oud-wereldkampioen boksen en al net zo actief in de strijd tegen Rusland, vormt hij het gezicht van het Oekraïense verzet tegen de agressie van Vladimir Poetin. Als mannen van stavast laten de Klitsjko’s, die nooit tegenover elkaar in de ring stonden, zich beslist niet zomaar knock-out slaan.

Vitali Klitsjko’s relatie met Zelensky is alleen ijzig, blijkt al snel in de documentaire Klitschko: More Than A Fight (99 min.) van de Britse regisseur Kevin Macdonald. Tijdens zijn carrière als komiek heeft de Oekraïense president Klitsjko menigmaal te kakken gezet. Als een interviewer in de winter van 2022 aan hem vraagt hoe hun relatie is, antwoordt Klitsjko zuinig. ‘Er is geen relatie’, zegt hij met een uitgestreken gezicht. ‘Ik heb hem de hele oorlog niet gezien. Nou ja, wel op televisie natuurlijk.’

Als topsporter deed Vitali Klitsjko zijn eerste ervaringen op met het vrije westen. Hij dronk er cola. Geweldig! ‘Ze hebben je meegenomen naar een stad die speciaal is gebouwd om buitenlanders te rekruteren’, probeerde z’n vader, Sovjet-militair Vladimir, koud water te gooien over het enthousiasme van z’n zoon. ‘Ik zei: pap, dat is niet waar’, herinnert Vitali zich. ‘Maar m’n vader liet zich niet overtuigen.’ Pas later, toen het IJzeren gordijn allang z’n glans was kwijtgeraakt, verloor ook hij z’n geloof in de Sovjet-droom.

Macdonald verbindt het heden en verleden voortdurend met elkaar in dit urgente portret. Ruim een jaar volgt hij Vitali Klitsjko’s uitdagingen als burgemeester van Kyiv. Tussendoor maakt hij uitstapjes naar de sportcarrière van zijn protagonist, die in eigen land begon als kickbokser en daarna naam maakte als bokser en – net als zijn broer Vladimir – wereldkampioen werd in het zwaargewicht. Tijdens de Maidan-revolutie van 2014 begon Klitsjko zich ook als politicus te manifesteren.

In zijn hoedanigheid van burgervader probeert hij nu Kyivs inwoners te beschermen en ondersteunen. Tegelijk wachten Klitsjko ook buitenlandse verplichtingen. Samen met zijn broer reist hij de halve wereld rond om steun te vergaren voor Oekraïne, waarbij er onderweg nog een paar bokshandschoenen worden geveild voor de goede zaak. ‘U moet goed begrijpen: we verdedigen niet alleen ons land’, houdt hij daarnaast Europese burgemeesters, waaronder Sharon Dijksma van Utrecht, voor. ‘Maar u allemaal.’

In eigen land staat hij regelmatig recht tegenover de regering van Volodymyr Zelensky. De twee politieke opponenten sparen elkaar niet, ook niet in oorlogstijd. Zelensky schuift Klitsjko in het openbaar zomaar de dood van een zevenjarig meisje in de schoenen, terwijl die beweert dat de president een soort Rusland 2.0 wil maken van Oekraïne. Het is een ontluisterend tafereel: in een land waar nationale eenheid bittere noodzaak lijkt, gaan de twee politieke kopstukken rollebollend over straat.

Deze blik op de vuile oorlog die binnen het strijdende Oekraïne wordt uitgevochten, is één van de troeven van dit boeiende portret, waarin ook Klitsjko’s moeder Nadeshda, zoons Yegor-Daniel en Max en ex-vrouw Natalia aan het woord komen. Toen Rusland op 24 februari 2022 Oekraïne binnenviel, waren de twee echtelieden, zonder dat de buitenwereld dit wist, verwikkeld in een scheiding. Ook daardoor liet Klitsjko zich niet knock-out slaan. Zoals het cliché dan luidt: het land en de plicht riepen.

En die roepen, ruim tweeënhalf oorlogsjaren later, nog altijd voor Vitali Klitsjko, de boksende burgemeester van Kyiv.

Tom Petty: Heartbreakers Beach Party

Piece Of Magic

Toen de verloren gewaande docu Tom Petty: Heartbreakers Beach Party (65 min.) oorspronkelijk werd uitgebracht in 1983, golfden de Amerikaanse rocker en z’n band nog op het succes van hun derde album Damn The Torpedoes. Hun muziek paste perfect bij de rock van Bruce Springsteen, John Mellencamp en Little Steven, die begin jaren tachtig immens populair werd in de Verenigde Staten. En Petty en de zijnen wilden maar al te graag hun nieuwe elpee Long After Dark (1982) aan de man gaan brengen.

Vandaar ook die film. En de regisseur (en presentator) daarvan, Cameron Crowe, was in die jaren nog een jonge en springerige popjournalist. Pas later zou hij zich manifesteren als volwaardige cineast en zijn eigen herinneringen als jeugdige medewerker van Rolling Stone verfilmen onder de noemer Almost Famous (2000), de ultieme grunge-film Singles (1992) maken en één van de toonaangevende bands van dat rockgenre portretteren in de documentaire Pearl Jam Twenty (2011).

Toen Crowe met Tom Petty filmde, konden ze geen van tweeën vermoeden wat de toekomst nog in petto zou hebben voor de zanger/gitarist. Dat hij met Bob Dylan, Roy Orbison, Jeff Lynne en George Harrison de supergroep Traveling Wilburys zou vormen. Dat hij met The Heartbreakers nog veel grotere successen zou smaken. En dat in 2017 een hartstilstand een einde zou maken aan het leven van hem en van zijn groep, die toen net uitbundig z’n veertigjarige jubileum had gevierd.

Dat Petty nog veel meer van zichzelf zou gaan laten zien in z’n liedjes, vermoedde Cameron Crowe al in 1983. In de outtakes die aan deze heruitgave van de docu uit 1983 zijn toegevoegd, vertelt hij dat de persoonlijke insteek van pareltjes zoals Kings HighwayLearning To Fly en I Won’t Back Down zich toen al aandiende. Samen met een korte vooraankondiging geven zulke deleted scenes, inclusief een gesprekje met Petty’s dochter Adria (in totaal: 19 min.), Crowes oorspronkelijke film extra context.

Het interview dat Petty, met zonnebril, gaf in een limousine valt daardoor beter op z’n plek. Die setting was bedoeld als commentaar op de karikaturale rocksterrenattitude. ‘Ja, ik rol altijd m’n eigen sigaretten’, grapt hij voor het officiële interview begint. Tegelijkertijd zitten zulke clichés soms ook gewoon in die film. Waar denk je aan tijdens het drummen? vraagt een jonge Crowe bijvoorbeeld aan drummer Stan Lynch. ‘Wil je het eerlijke antwoord?’ vraagt die. ‘Ik denk aan…’ De rest is weg gebliept.

Verder is het ‘business as usual’ in deze docu: live-uitvoeringen van enkele bekende hits (American GirlRefugee en Listen To Her Heart), een interview bij Petty thuis, studiobeelden met Fleetwood Mac-zangeres Stevie Nicks, een Q&A met fans én een officiële gelegenheid in Petty’s geboorteplek Gainesville, waarbij hij van de burgemeester de sleutel van de stad krijgt overhandigd. Het is weer eens wat anders dan moeten verschijnen voor de jeugdrechtbank, reageert de rocker droog.

Deze documentaire toont Tom Petty in zijn jonge jaren als artiest, op een moment dat hij nog zo’n 35 jaar leven en carrière voor de boeg heeft, een toekomst die inmiddels alweer enkele jaren achter hem ligt.

Stemmen Van Naoorlogse Generaties 

Documentary Collective / Mokum

Driekwart eeuw nadat Indonesië onafhankelijk werd, is er in diverse Nederlandse documentaires volop aandacht voor Nederlands Indië. Indië Verloren… belicht bijvoorbeeld de (geo)politieke machinaties rond de vrijmaking van de voormalige kolonie, Als Ik Mijn Ogen Sluit vertelt de verhalen van de vrouwen en kinderen in de Jappenkampen en Kleinkinderen Van De Oost laat het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger herleven.

Van dat niveau is deze film zeker niet. In Stemmen Van Naoorlogse Generaties (81 min.) richten schrijfster Simone Berger en fotograaf/filmmaker Armando Ello zich op de psychische en emotionele wonden die de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog heeft geslagen. Angst en stress zijn, veelal onbewust, doorgegeven aan volgende generaties, die getekend worden door een koloniaal verleden en een oorlog waarvan ze zelf nooit deel hebben uitgemaakt.

Kampbewakers maakten het leven van de vader van schrijfster Dido Michielsen bijvoorbeeld onmogelijk met het dagelijkse dreigement dat zij zijn rechterhand zouden afhakken. Volgens haar at hij daardoor zijn hele leven alsof de Duivel hem op z’n hielen zat. Het maakte hem ook ‘een beetje sadistisch’. Als de kleine Dido naar zijn smaak te langzaam at, deed vader alsof hij de politie belde. Zodat zij in de veronderstelling was dat ze elk ogenblik kon worden opgehaald.

Berger en Ello geven verder de auteurs Adriaan van Dis, Marion Bloem, Reggie Baay en Sylvia Pessireron, die stuk voor stuk over hun Indische verleden publiceerden, ruimte voor hun persoonlijke verhaal. Ze laten performances van dichter/muzikant Robin Block, zangeres Esmay Usmany en danseres Cheroney Pelupessy zien. En ze spreken met therapeuten van de Trauma Company en laten een soort explainers over ‘de invloed van angst en stress op lichaam en brein’ zien.

Stuk voor stuk interessante elementen, die echter maar moeilijk een eenheid vormen. En daarbinnen moet dan ook nog ruimte worden gevonden voor het familieverhaal van de makers zelf en een interview met de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch over het belang van herdenken. Het resultaat is een onevenwichtige film, waarin alle aspecten van dat beladen verleden naar hun plek zoeken.

Valkenburg In De Geul

NTR

Een half jaar na de grote overstromingen in Limburg, op 14 juli 2021, gaat documentairemaker Hans Heijnen voor het eerst met de camera op pad naar zijn geboortegrond, naar wat in die fatale zomer bijna Valkenburg In De Geul (138 min.) leek. In de navolgende jaren legt hij vast hoe de bewoners van het Geuldal hun psychische, lichamelijke én financiële wonden likken na het verwoestende water.

In de eerste aflevering van de driedelige serie steekt Heijnen bijvoorbeeld z’n licht op bij Hotel Walram, dat weer wordt geopend als de materiële schade van de watersnoodramp min of meer is gerepareerd. De mentale schade is intussen nog duidelijk aanwezig bij eigenaar Georges Laheij, die zijn levenswerk bedreigd zag en zich nu genoodzaakt ziet om een stapje terug te zetten. Intussen beijvert zijn vrouw Claudia Volders zich voor een monument en legt ze contact met Groningse aardbevingsslachtoffers en kampt hun studerende zoon Da-Yves met sombere gedachten.

Heijnen legt zijn oor te luister bij diverse bewoners die een kras op hun ziel hebben opgelopen door het wassende water. De één is getraumatiseerd door de watersnoodramp zelf, een ander is uiteindelijk meer getroffen door de ramp na de ramp, het bureaucratische gevecht met allerlei (uitkerende) instanties. Heijnen bevraagt hen in hun gezamenlijke taal, het Limburgs, en appelleert ook nadrukkelijk aan hun trots op de wereld, waarvan ook hijzelf een kind is. Deze miniserie wordt daarmee tevens een soort ode aan het Limburg van zijn jeugd, compleet met tamelijk dikke muziek.

Hans Heijnen sluit daarnaast aan bij Valkenburgs burgemeester Daan Prevoo. Die spreekt bij een stille tocht over het belang van saamhorigheid, naastenliefde en solidariteit en heeft ‘t dan ook over het voorbereiden op een nieuwe toekomst. ‘Want ja, het kan weer gebeuren!’ Hij is de eerste en enige die in deze serie het woord ‘klimaatverandering’ in de mond neemt. Misschien hadden er dodelijke slachtoffers moeten vallen, denkt de burgervader soms. Dan werd de noodzaak om er écht iets aan te doen, zowel in Den Haag als in de lokale gemeenschap, misschien wat meer gevoeld.

Gaandeweg drijft Valkenburg In De Geul zo nu en dan een beetje weg van de overstroming in juli 2021 en komen er enkele typische Heijnen-types boven – die eerder zijn ‘Limburgse’ films Bokken En GeitenBewakers Van Bemelen en Het Kruis Van Tegelen bevolkten. Helmuth Schetters bijvoorbeeld, een verstokte vrijgezel met bindingsangst. Of zijn vader, de voormalige smid Jan. Die heeft in het geheim een oventje gemaakt, zodat hij straks in zijn eigen tuin kan worden gecremeerd. Schetters heeft alleen nog een vergunning nodig om de as daarna weg te laten wegstromen in de Geul.

Het is een typerende scène voor deze serie en Heijnens complete oeuvre. Als filmmaker schurkt hij dicht tegen zijn personages aan – veelal gewone Limburgers met een uitgesproken mening of aandoenlijk weerhaakje. Hij geeft hen vervolgens de gelegenheid om hun, doorgaans tamelijk traditionele, kijk op het leven te delen. In dialect. Met veel gemeenschapszin. En niet zonder chauvinisme. Enkele gesprekspartners verontschuldigen zich er zelfs voor dat ze hem niet in de plaatselijke taal te woord kunnen staan. Omdat ze nu eenmaal met Nederlands zijn opgevoed.

Ook zij kunnen echter getuigen van het trauma dat 14 juli 2021 heeft veroorzaakt in de gemeenschap van Valkenburg. De directe nood daarvan krijgt, naarmate dit groepsportret vordert, langzaam een plek in het collectieve geheugen, zodat er weer ruimte komt voor de toekomst. Met hoogwater, zo realiseert menigeen zich en blijkt in 2023 nog eens ten overvloede, dat wel.

Trailer Valkenburg In De Geul

A Time For Burning

Contemporary Films

We hebben jullie historie bestudeerd, begint de jonge Afro-Amerikaanse kapper Ernie Chambers, die later nog zal worden verkozen tot het parlement van de staat Nebraska, tegen pastor Bill Youngdahl van de Omaha Augustana Lutheran Church. Jullie zijn niet degenen die ‘We Shall Overcome’ zongen. Jullie breken beloften. Jullie liegen. Julie verkrachten hele landen en volkeren. Jullie geloof is niet serieus te nemen. En jullie wetten stellen ook niks voor, zo bleek onlangs weer in Alabama.

‘Wat ons betreft is jullie Jezus besmet’, vat Chambers nog even samen voor de witte pastor, die contact wilde zoeken met een nabijgelegen zwarte kerk. ‘Net als al het andere dat jullie ons proberen op te leggen.’ Youngdahl, met al z’n goede bedoelingen, druipt af. Hij deelt in grote lijnen Ernie Chambers’ analyse, maar er zit niets anders op: ze zullen de scherven moeten lijmen. Hij gaat zijn eigen, witte, Lutherse congregatie in contact brengen met de Afro-Amerikaanse gemeenschap.

Daarvoor moet de progressieve pastor echter ook in zijn eigen kerkgemeenschap nog praten als Brugman. Kan de Omaha Augustana Lutheran Church zoveel reuring wel aan? Sommige leden zitten bepaald niet te wachten op ‘geforceerde integratie’. De timing is niet goed, vinden zij. En die zal waarschijnlijk ook nooit goed worden, denkt een kritische kijker er meteen achteraan. Sommige ontwikkelingen komen nu eenmaal altijd te vroeg en moeten worden uitgesteld tot Sint Juttemis.

De observerende documentaire A Time For Burning (56 min.) van Bill Jersey en Barbara Connell speelt zich af in 1965, als de Verenigde Staten in vuur en vlam staan door de strijd van Afro-Amerikanen tegen segregatie. Zij eisen hun burgerrechten op, maar vinden bij de kerk doorgaans geen gewillig gehoor. Tot onbegrip van sommige notabelen. Zeker als het gaat om zwarte soldaten die hebben gevochten in Vietnam. Zij worden in eigen land vaak nog als tweederangs burgers behandeld.

‘Als zo’n ‘negro’ terugkeert en bij mij om een baan komt vragen’, zegt Omaha’s burgemeester Alexander V. Sorensen bijvoorbeeld tijdens een speech voor lokale kerkleiders, ‘ben ik niet de burgemeester die gaat zeggen dat hij niet gekwalificeerd is. Voor jou hebben we geen werk. En als hij met z’n gezin naar een fatsoenlijke woning wil, gaat deze burgemeester ook niet zeggen: sorry, jouw huid is zwart. Je bent voor de rest van je leven veroordeeld tot een getto.’

‘Als de kerk zich hier niet mee gaat bemoeien’, besluit Sorensen alarmistisch. ‘Dan vrees ik voor onze toekomst.’ Hij onderschat echter de weerzin binnen de christelijke gemeenschap om daadwerkelijk te integreren, laat deze klassieke direct cinema-film, in 1967 genomineerd voor een Oscar, feilloos zien. Youngdahls loffelijke initiatief zal vastlopen in een drijfzand van onwil, bureaucratie en geouwehoer. Want daarin kun je, om Jan Schaefer tamelijk bruusk te parafraseren, ook niet bidden.

The Rise And Fall Of Boris Johnson

Channel 4

Het verhaal is bekend. Aan de vooravond van het referendum van 23 juni 2016, waarbij wordt bepaald of Groot-Brittannië in de Europese unie moet blijven, schrijft Boris Johnson twee columns: eentje om te pleiten voor een Verenigd Koninkrijk binnen Europa en een andere waarin hij zich sterk maakt voor Brexit. En geen mens weet welke kant hij zal opgaan. Het vervolg is al even bekend: het kopstuk van de Conservative Party pleit uiteindelijk voor vertrek en geeft de hoog oplopende maatschappelijke discussie zo misschien wel een beslissende zet. Met een minimale meerderheid zegeviert het Leave-kamp – en kandideert Boris Johnson zich nóg nadrukkelijker als partijleider van de Tories en prime minister.

Het is Johnson ten voeten uit: een berekenende politicus, met het imago van een losbol. ‘Hij was er zeer op gespitst dat ik zijn leven zou optekenen’, vertelt Johnsons biograaf Andrew Gimson bij de start van The Rise And Fall Of Boris Johnson (207 min.), een puike vierdelige docuserie van Barry Ronan. ‘En toen kreeg hij toch last van koudwatervrees en vroeg me hoeveel ik betaald zou worden voor dit boek. Dat wilde ik hem niet zeggen. Het ging om een bescheiden bedrag. En toen probeerde hij me uit te kopen. Elke keer dat ik hem ontmoette, bood hij me meer geld om dat boek niet te schrijven. Als het een boek is waarin ik er flink doorheen word gehaald, zei hij, kan ik dat best hebben. Niets is echter zo beschadigend als een boek waarin de waarheid wordt verteld.’

Gimson probeert een enigszins zelfvoldane glimlach te verbergen. De biograaf realiseert zich dat zijn anekdote een wezenlijk kenmerk van de hoofdpersoon blootlegt: Boris Johnsons problematische verhouding tot de waarheid. Als journalist, die vanuit Brussel regelmatig deels verzonnen stukken over Europa publiceerde, huldigde hij al het uitgangspunt dat je een goed verhaal niet moet dood checken. En als politicus is hij geen haar beter, toont deze boeiende miniserie nog maar eens ten overvloede aan. Met vrienden, collega’s, medewerkers, politieke tegenstanders én Petronella Wyatt en Jennifer Arcuri – vrouwen met wie hij buitenechtelijke affaires had – probeert Ronan vat te krijgen op de man die z’n eigen personage werd, BoJo.

Verteller Kate Fleetwood legt intussen gedurig verbanden tussen het heden en verleden van de Brit die zowel ‘de machtigste leugenaar uit de geschiedenis’ als een verlegen en eenzaam joch wordt genoemd. Terwijl Boris zichzelf na Brexit slinks richting het premierschap manoeuvreert, maakt deze serie uitstapjes naar het getroebleerde gezin Johnson, zijn studie in Oxford (waar hij belangrijke medestanders en rivalen zoals David Cameron en Michael Gove leerde kennen) en z’n relationele leven, waarin hij ’t dus niet altijd even nauw nam met de huwelijkse trouw. Zo ontstaat een gelaagd portret van een gecompliceerde man, die zich niet laat vangen in het overbekende clichébeeld van de elitejongen, die zich heeft vermomd als een man van het volk.

‘Ik zou heel graag eens in het hoofd van Boris Johnson willen kijken en zien wat ik dan tegenkom’, zegt voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn over zijn politieke tegenstander, die zich na Brexit steeds nadrukkelijker begon te manifesteren als een Britse evenknie van Donald Trump en net als de Amerikaanse president in ernstige politieke problemen zou komen door de Coronacrisis. ‘Want ik denk dat er een heel intelligente, calculerende persoon inzit, die zich het imago heeft aangemeten van iemand die het tegendeel daarvan is.’

Holland Pop 1970

In-Edit

Tegenwoordig heeft elk dorp z’n eigen popfestival. Toen organisator Georges Knap en impresario Berry Visser, oprichter van Mojo Concerts, in 1970 aan de slag gingen om een festival te organiseren in het Kralingse Bos te Rotterdam, lag er echter nog helemaal geen infrastructuur. Er was alleen een voorbeeld: het legendarische Amerikaanse Woodstock-festival.

Het Holland Pop Festival, dat uiteindelijk plaatsvond in het weekend van 26-28 juni, werd georganiseerd in het kader van 25 jaar Bevrijding. De wederopbouw van Rotterdam, volledig kapotgeschoten tijdens de Tweede Wereldoorlog, leek een heel eind voltooid. Dat moest gevierd worden volgens de gemeente, die onder de noemer C70 allerlei activiteiten wilde organiseren. Om te voorkomen dat dit met operette-uitvoeringen en zaklopen voor de kinderen enkel een feest voor het establishment zou worden, wilde Knap ook ‘de jeugd van toentertijd’ eens goed bedienen.

In Holland Pop 1970 (71 min.) laat Ferri Ronteltap vanaf de montagetafel oude tijden herleven met Knap, Visser en sprekers zoals feministe/politica Hedy d’Ancona, muzikant Robert Jan Stips (die optrad met de band Supersister) en fotograaf Vincent Mentzel (die er fraaie zwart-wit foto’s maakte). Ronteltap kan ook teruggrijpen op de welbekende beelden uit de film Stamping Ground (1971) over ‘Kralingen’: concertimpressies van Santana, Jefferson Airplane, The Byrds, Pink Floyd, Soft Machine en Country Joe en onvergetelijke beelden van relaxte, uitzinnige en onbeschaamde Nederlandse hippies.

‘Bijzonderheden ten aanzien van de bezoekers’, leest de toenmalige commissaris Cees Ottevanger voor uit de eindrapportage van de politie. ‘Naar het uiterlijk te oordelen bestond het merendeel der bezoekers uit zogenaamde hippies. Bizar gekleed, met vaak zeer lange haren. Variërend in leeftijd van vijftien tot vijfentwintig jaar.’ Sommige bezoekers liepen naakt rond, hadden hun kinderen en huisdieren meegenomen en gebruikten openlijk softdrugs. Het festival verliep volgens Ottevanger daardoor/desondanks ‘volkomen agressieloos’. Eigenlijk kon geen mens er bezwaar tegen hebben.

En, inderdaad, zelfs de Rotterdamse burgemeester Wim Thomassen noemt het verloop van het festival naderhand ‘hartverwarmend’ – al kan hij er eigenlijk pas echt iets over zeggen als de eindbalans is opgemaakt. ‘Één van onze bezorgdheden was de medische en hygiënische kant ervan en of er bepaalde ziekten uit voortkomen, besmettingen of iets van dien aard, dat merken we natuurlijk pas na afloop. Maar tot nu toe zijn we tevreden.’ ’s Mans eigen dochter heeft Kralingen ook bezocht. ‘De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat die vannacht in haar eigen bed is komen te slapen.’

Zij en andere generatiegenoten, tegenwoordig opgezadeld met het predicaat boomer, zullen deze degelijke ‘trip down memory lane’ over het Nederlandse Woodstock ongetwijfeld ook liefdevol omarmen. Terwijl anderen zich erover kunnen verbazen hoeveel van de toenmalige vrijheid sindsdien verloren is gegaan.

De Tramaanslag

KRO-NCRV

‘Om kwart voor elf stond de tram stil’, vat de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen het drama vier dagen later samen tijdens een stille tocht door de stad. Niet alleen de tram staat stil op maandag 18 maart 2019. Heel het land lijkt stil te staan nadat een man bij de halte 24 Oktoberplein een tram is binnengestapt en daarna het vuur heeft geopend op enkele passagiers en voorbijgangers. De Tramaanslag (27 min.) zorgt voor zes gewonden en kost vier Nederlanders het leven.

Vijf jaar na dato reconstrueren Tijmen Beijes en Jeanneau van Beurden in deze korte docu de gebeurtenissen op die fatale dag. Centraal staan de getuigenissen van René, de vader van de negentienjarige Roos Verschuur die op tragische wijze om het leven komt in de tram, en Michael, de zoon van Willem Hoveling, die in zijn auto wordt neergeschoten. De 74-jarige eigenaar van een tankstation en garage in Loosdrecht sterft tien dagen later als gevolg van zijn verwondingen.

Voor hun nabestaanden is die 18e maart een absolute horrordag, waarbij ze eerst urenlang in onzekerheid verkeren en uiteindelijk verpletterend nieuws krijgen. ‘Er komt op een gegeven moment verpleging richting ons lopen, een man met een politieagent’, herinnert René Verschuur zich met trillende stem. Zijn hele lijf trilt mee. Inclusief z’n rechterarm, met een tatoeage van de naam Roos en de bijbehorende bloem erop. ‘Als dat dan naar je toe komt lopen, weet je al dat het mis is eigenlijk.’

Terwijl het noodlot hen ongenadig treft, heeft datzelfde lot ‘Paul’ gespaard – al is ook hij niet zonder schade vrijgekomen. Deze man, die niet herkenbaar in beeld wordt gebracht omdat hij niet steeds aan de traumatische gebeurtenissen herinnerd wil worden, heeft de aanslag als bij een wonder overleefd. Op het moment dat ‘de dader’, die verder niet bij naam wordt genoemd, hem wil neerschieten, weigert zijn wapen en kan Paul ontsnappen. Hij heeft er wel PTSS aan overgehouden.

De getuigenissen van deze drie betrokkenen worden aangevuld met de herinneringen van Peter Huting, die als journalist van RTV Utrecht snel ter plaatse was, en Mirjam de Jong, die verantwoordelijk was voor de organisatie van een Calamiteitenhospitaal. Gezamenlijk schetsen zij een traumatische dag, inmiddels alweer vijf jaar geleden, die zonder enige moeite opnieuw is op te roepen. De dag waarop de tram in Utrecht stil stond. Rond kwart voor elf.

De Gijzeling In De Apple Store

Videoland

Is het hem echt om het geld te doen? De gijzelnemer heeft een onrealistisch hoog bedrag geëist: tweehonderd miljoen euro in cryptovaluta. Of moet De Gijzeling In De Apple Store (90 min.) toch worden beschouwd als een wanhoopsdaad? Op 22 februari 2022 dringt een gewapende man de winkel op het Leidseplein in Amsterdam binnen en gijzelt een klant. Medewerker Alex Manuputty en enkele andere klanten weten zich voorlopig in veiligheid te stellen in een soort bezemkast. Op een andere verdieping van het pand zitten een aantal medewerkers van een advocatenkantoor bovendien vast op hun werkplek. Zij zijn overgeleverd aan een ogenschijnlijk volstrekt onberekenbare man.

Intussen kijkt half Nederland mee hoe de gijzeling, die nauwgezet is gereconstrueerd door Roos Gerritsen voor deze tweedelige documentaire, zich verder ontwikkelt. De man, die camouflagekleding en een bomgordel draagt en later geïdentificeerd zal worden als Abdel A., houdt duidelijk zichtbaar een gegijzelde man vast en zwaait intussen vervaarlijk met een automatisch wapen. ‘Ik wil een onderhandelaar’, roept hij door de openstaande deur naar de politie, die het Leidseplein heeft afgezet. ‘Als jullie schieten, ik breng jullie naar het stenen tijdperk, hè?’ Om zijn woorden kracht bij te zetten, lost de gijzelnemer zo nu en dan, ogenschijnlijk lukraak, enkele kogels.

Met niet eerder vertoond beeldmateriaal (waaronder van Abdels bodycam), audioverkeer van de politie, het telefonische contact met de mensen in de kast en de communicatie tussen de gijzelnemer en een onderhandelaar van de politie wordt de stress van de situatie invoelbaar gemaakt. De onderhandelaar houdt Abdel aan de praat, probeert zo een band op te bouwen en ontfutselt hem ondertussen informatie over wie hij is en wat zijn motieven zijn. Locoburgemeester Rutger Groot Wassink en vertegenwoordigers van de politie, de Dienst Speciale Interventies en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie kaderen de opeenvolging van gebeurtenissen verder in.

En dan komt de zaak plotseling in een stroomversnelling. De dramatische afloop moge dan bekend zijn, de impact ervan, die je als kijker van deze stevige reconstructie nu van binnenuit kunt beleven, is toch aanzienlijk. ‘In wat voor film heb ik gezeten?’ vraagt Apple Store-medewerker Alex Manuputty zich naderhand af, als hij is bevrijd uit de winkel waar hij de hachelijkste werkuren van zijn leven heeft doorgebracht. En waarom was het de hoofdrolspeler daarvan nu werkelijk te doen?

Blind Vertrouwen

Omroep Max

Een visuele beperking hoeft geen beperking te betekenen voor je ambities. Die boodschap ligt er duimendik bovenop in Blind Vertrouwen (60 min.). De tv-docu, naar een idee van Tjarda Struik, werd uit ruim 3500 inzendingen gekozen als winnaar van het initiatief ‘Jouw idee op TV’. Dat er werk aan de winkel is als het gaat om de emancipatie van blinden en slechtzienden is overigens ook duidelijk: naar schatting heeft slechts zo’n dertig procent van hen betaald werk.

Struik is zelf ook één van de drie hoofdpersonen van deze film van Ary Schouwenaar, Floor Collin, Dolf Gerbers en Roy Ferwerda. Als ‘blindfluencer’ is ze met meer dan 200.000 volgers inmiddels een bekend gezicht op de sociale media. ‘Hoi, ik ben Tjarda en ik ben bijna blind’, de zin waarmee ze filmpjes begint, is zelfs een begrip te worden. Struik is ambitieus en gaat bijvoorbeeld te rade bij de bekende influencer Nienke Plas. Want ze wil nóg meer volgers. ‘Zodat veel mensen zien, letterlijk zien, dat als je niet ziet er nog heel veel deuren openstaan in het leven.’ En ooit, liever vandaag dan morgen, wil Arda Struik burgemeester worden.

Veertiger Ronald Boef, die blind werd geboren, is zowaar golfprofessional. Hij moet daarbij puur op zijn gehoor of gevoel afgaan, want Ronald heeft zelf dus nog nooit een golfbal, -club of -baan gezien. Met zijn beschermende vader Rein als caddie en golfcoach Adrian Morley aan zijn zijde wil hij het wereldkampioenschap voor blinden en slechtzienden in Zuid-Afrika op zijn naam schrijven. Om Ronalds sportcarrière te faciliteren, is alleen wel veel geld nodig. En dus zetten zijn ouders, die hun leven volledig in het teken lijken te zetten van hun enige kind, zich in voor een fundraiser.

Annemarie Nodelijk tenslotte heeft tijdens haar modeopleiding een hersentumor gekregen. Sindsdien is  ze slechtziend. Dit weerhoudt ook haar er niet van om het hoogste na te streven. In haar geval: een show waarbij ze haar werk als tassenontwerpster aan de wereld kan tonen. ‘Verliezers hebben een excuus en winnaars hebben een plan’, zegt ‘Annie’ daarover. ‘Dus volg je plan en ga er gewoon voor!’ En precies die attitude spreekt ook uit Blind Vertrouwen, waarin misschien niet altijd alles volgens plan verloopt – wel bijna, overigens – maar waaruit een onmiskenbaar ‘waar een wil is…’-gevoel spreekt.

En voor Tjarda Struik, initiatiefnemer en hoofdpersoon van deze niet al te diepgravende docu, zit er aan het eind zowaar nog een aardige surprise in het vat. Om het centrale punt, van haar eigen idee op TV, nog eens extra goed in de verf te zetten.

Se Busca Millonario

HBO Max

‘Ik ben vast de enige burgemeester van Spanje die een miljonair zoekt’, zegt Carlos Negreira, de voormalige burgervader van de Galicische gemeente A Coruña, tijdens een persconferentie in 2012. ‘Niet om geld te vragen, maar om geld te geven.’

Uiteindelijk melden zich bij de Spaanse gemeente meer dan tweehonderd (!) mensen die beweren dat zij het winnende lot van de Primitiva-loterij, goed voor maar liefst 4,7 miljoen euro, zijn kwijtgeraakt. Lot 4722337 blijkt te zijn aangetroffen in een kleine loterijwinkel aan de Plaza San Augustín. Die ligt in een totaal ander deel van de stad dan de Carrefour waar het felbegeerde lot even daarvoor is gekocht. Welke weg heeft het gouden ticket sindsdien afgelegd? En wie zijn daarbij betrokken geweest?

Noemí Redondo en Susana López Raña maken van Se Busca Millonario (Engelse titel: Wanted: Millionaire, 128 min.) een kek vormgegeven whodunnit. Met een fraai opgezette en uitgelichte maquette hebben zij het Spaanse stadje nagebouwd, waarbij de reclamanten als poppetjes worden ingezet in een ondoorzichtig spel om de grote prijs. Saillant detail daarbij: als niemand kan bewijzen dat het lot van hem/haar is, gaat het geld naar de eigenaar van de winkel waar het lot is gevonden. En laat dat nu net de broer van de verkoper zijn…

De complexiteit van deze zaak, die inmiddels ruim tien (!) jaar beloopt, wordt in deze driedelige ‘true crime’-serie verbeeld met een gestileerde studio-opstelling, waarbij acht stoelen in een kring zijn gezet. Daarop nemen de verschillende eisers plaats die beweren dat zij, écht, de rechtmatige eigenaar van het felbegeerde lot zijn. Of ze daarbij te goeder trouw handelen en werkelijk overtuigd zijn van de rechtmatigheid van hun eigen claim of gewoon een slaatje proberen te slaan uit de situatie is slechts met zeer veel moeite vast te stellen.

Duidelijk is in elk geval dat zij nauwelijks meer terug kunnen. In plaats van een gelukzalig gevoel van oneindige rijkdom heeft de zaak hen echter vooral stress en slapeloosheid bezorgd. Via deze ‘winnaars’ lopen Redondo en López Raña op z’n Agatha Christies allerlei verschillende scenario’s door, die steeds nét een ander licht op de kwestie werpen. Dat proces neemt, hoewel slim opgezet en enerverend gemonteerd, nogal wat tijd in beslag en komt uiteindelijk tot een ontknoping, die nog veel zaken open laat. 

Waarbij zich meteen ook een vervolgvraag aandient: zouden al deze potentiële miljonairs überhaupt een ander als echte eigenaar van het lot kunnen accepteren? Met het opgeven van het idee dat zij dat winnende lot (zouden kunnen) hebben, verliezen ze immers ook hun signatuurverhaal.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor?

CNN

Na de aanslagen van 11 september 2001, hét dieptepunt van de recente Amerikaanse geschiedenis, groeide hij als burgemeester van het getroffen New York uit tot de meest bewonderde bestuurder van de Verenigde Staten, liefkozend ‘America’s Mayor’ genoemd. Een kleine twintig jaar later wordt Rudy Giuliani op zijn best beschouwd als een schertsfiguur, de man die de rottigste klusjes opknapte voor president Donald Trump en bereid was om zichzelf daarbij volslagen belachelijk te maken.

Zoals hij daar bijvoorbeeld staat, orerend over verkiezingsfraude op de parkeerplaats van het hoveniersbedrijf Four Seasons Total Landscaping. Het is een nauwelijks meer te persifleren tafereel. Net zo tragisch is zijn bijdrage aan 6 januari 2021, waarbij hij in de aanloop naar de bestorming van het Capitool oproept tot ‘trial by combat’. Is deze even richtingloze als rücksichtslose volksmenner al te herkennen in de jonge Rudy Giuliani, die in een parallel gemonteerde politiedemonstratie uit vroeger tijden is te zien? Het antwoord luidt onmiskenbaar ja.

Giuliani: What Happened To America’s Mayor? (168 min.), een vierdelige serie van showrunner John Marks, duikt met medewerkers, politieke insiders en opiniemakers in ’s mans verleden. Eerst als openbaar aanklager die, bepaald niet zonder succes, zijn tanden zet in de beruchte georganiseerde misdaad van New York. Niet veel later als kandidaat voor het burgemeesterschap, voor wie vrijwel alles geoorloofd lijkt om te winnen – óók, alweer een parallel, het betwisten van de verkiezingsoverwinning van zijn opponent.

En als hij, de crimefighter, dan daadwerkelijk wordt gekozen tot burgervader, maakt hij direct duidelijk dat er ‘a new sheriff in town’ is. Die gaat door riemen en ruiten om de torenhoge criminaliteitscijfers van New York omlaag te brengen. Dan is hij volgens anderen ook op zijn best: als een generaal in oorlogstijd, die bovenaan de pikorde staat en permanent orders geeft. Hij oogst er alom lof mee. Naar eigen smaak overigens nooit genoeg, volgens mensen die met hem hebben gewerkt. Alles moet en zal altijd om Rudy Giuliani draaien.

Terwijl de criminaliteit afneemt door Giuliani’s zero tolerance-beleid, is er ook kritiek vanuit met name de zwarte gemeenschap, die tijdens zijn burgemeesterschap vaak te leiden heeft onder politiegeweld. Treffend is het incident rond Amadou Diallo, van wie hier zijn moeder Kadiatou aan het woord komt. De ongewapende student uit Guinea wordt in 1999 met maar liefst 41 Shots gedood door politieagenten, simpelweg omdat hij als jonge zwarte man lijkt op de verdachte die zij zoeken. Het zorgt voor Black Lives Matters-achtige protesten.

Giuliani komt ook regelmatig keihard in aanvaring met de plaatselijke pers, die hem soms het vuur aan de schenen legt. ‘In veel opzichten was Rudy Donald Trump voordat Donald Trump zelf Donald Trump werd’, zegt de journaliste Tish Durkin daarover. ‘Hij ontdekte en perfectioneerde de politieke kunst van het onderhouden van een vijandige relatie met de pers en genoot daarvan.’ Net als de man die hij later als een soort consigliere zal gaan dienen wordt Giuliani de verpersoonlijking van het adagio dat zoiets als slechte publiciteit helemaal niet bestaat.

Aflevering 3 van deze boeiende miniserie, die bestaat uit een krasse combinatie van archiefmateriaal en een ontzaglijke hoeveelheid pratende hoofden (waarbij alleen die van Rudy zelf en Donald ontbreken), is grotendeels gewijd aan het trauma 911, als Giuliani boven zichzelf uitstijgt, steeds de juiste toon vindt en zo de burgemeester van een land in nood wordt. De bewondering die hem ten deel valt stijgt hem echter ook naar het hoofd en zal de man, bij zijn totaal mislukte presidentscampagne van 2008, ook de kop kosten.

En dan zit zijn politieke carrière er in wezen op. Rudy Giuliani is volstrekt irrelevant geworden. Totdat Donald Trump zich meldt als Republikeinse kandidaat voor de verkiezingen van 2016 en Giuliani in zijn mede-New Yorker een kans ziet om zichzelf te rehabiliteren als diens bloedhond, het uitgangspunt voor de ontluisterende slotaflevering van deze miniserie, waarin de hoofdpersoon in zijn eigen mes, een onbeheersbare behoefte aan status en aandacht, loopt en elke vorm van geloofwaardigheid verliest.

Dat gevaar was er altijd al, stellen mensen uit zijn directe omgeving, maar nooit eerder werden de donkere krachten in deze eerzuchtige man zo weinig begrensd. Het is een wat onbevredigende slotsom. Is er werkelijk niets meer in het spel? Drank? Ouderdom? Psychische problemen misschien? Hoe kan America’s Mayor anders de risee van de Amerikaanse democratie zijn geworden? Of zat die gekte en roekeloosheid altijd al in Rudy Giuliani en heeft hij simpelweg zijn façade van respectabiliteit afgelegd?