
Voordat Pearl Jam kon ontstaan ‘moest’ eerst Mother Love Bone ter ziele gaan. Om precies te zijn: zanger Andrew Wood. Hij bezweek aan een drugsverslaving. ‘Dat was de dood van de onschuld van de plaatselijke scene’, zegt Chris Cornell, de latere frontman van een andere rockband uit Seattle, Soundgarden, terwijl hij zijn tranen probeert weg te slikken. ‘Niet de dood van Kurt Cobain, die enkele jaren later de hand aan zichzelf sloeg.’ De beelden van Wood in een ziekenhuisbed, in leven gehouden met allerlei apparatuur, zouden niet alleen Cornell, die in 2017 een einde aan zijn leven maakte, altijd bijblijven.
Het overlijden van Andy Wood noopte de andere leden van Mother Love Bone om een nieuwe groep te beginnen: Pearl Jam. Samen met Soundgarden en Cobains Nirvana zou die zich ontwikkelen tot de vaandeldrager van grunge. Pearl Jam moest daarvoor eerst nog wel een nieuwe zanger rekruteren: een verlegen jongen uit San Diego met een machtige stem, Eddie Vedder. De rest is rockgeschiedenis. En die wordt in Pearl Jam Twenty (119 min.) door Cameron Crowe, een voormalige popjournalist die halverwege de jaren tachtig in Seattle kwam wonen en de bandleden ooit nog liet opdraven in zijn speelfilm Singles (1992), uitgeserveerd met een overload aan nieuwe en oude interviews, videoclips en opwindende concertbeelden.
Het klassieke optreden van de band op het Pinkpop-festival in 1992, waarbij Vedder van aanzienlijke hoogte in het uitzinnige publiek springt, krijgt daarbij bijvoorbeeld alle ruimte. Pearl Jams verleden is sowieso uitstekend gedocumenteerd. Dit bandportret uit 2011, gemaakt ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan, bevat zelfs beelden van de tweede show van het Amerikaanse vijftal. En ook het catastrofale optreden op Roskilde in 2000, waarbij negen fans worden verdrukt en om het leven komen, mag natuurlijk niet ontbreken. Die dramatische gebeurtenis fungeert als breuklijn in de bandhistorie en deze boeiende weerslag daarvan.
Daarvóór kon Pearl Jam met enige goede wil nog worden beschouwd als een toonaangevende band, die mede richting gaf aan de laatste tien jaar van de twintigste eeuw en die in vrijwel elk land – men neme in Nederland bijvoorbeeld Kane – zijn eigen gladgestreken kloon kreeg. Daarná werd de groep, op eigen voorwaarden, definitief onderdeel van de gevestigde orde. Een onvervalste rockdinosaurus, zo’n band die tegenwoordig ook wel met de kwalificatie ‘dadrock’ wordt opgezadeld. Tegen die tijd hadden Eddie Vedder en de zijnen echter allang hun allergrootste problemen met beroemd zijn achter de rug – of hun eigen manier gevonden om daarmee om te gaan.
Ruim tien jaar zijn sindsdien alweer verstreken. Pearl Jam is inmiddels dik dertig, draait nog altijd mee in de popwereld en weet daarmee ook nog steeds een aanzienlijk publiek aan zich te binden. Dat galmt dat ze nog steeds Alive zijn. Of heerlijk zwelgt in Black.