The Sadeck Effect

AVROTROS / dinsdag 2 december, om 22.40 uur, op NPO2

Met behulp van een lineaaltje tekent hij zijn choreografieën uit op papier. Zijn werk is in feite geometrie, legt Sadeck Berrabah uit, te vergelijken met de rotaties van een Rubik’s kubus. En hijzelf is dan te beschouwen als de leider van een vlucht vogels, die het tempo en de richting aangeeft. ‘Als we allemaal met elkaar verbonden zijn’, stelt hij in The Sadeck Effect (54 min.), ‘kunnen we magnifieke dingen creëren.

Inmiddels is de Franse choreograaf, die zich ook wel Sadeck Waff noemt en sterk is beïnvloed door hiphop, martial arts, Michael Jackson en manga, een gevierde ster. Via de televisietalentenjacht America’s Got Talent bereikte zijn dansgezelschap enkele jaren geleden een groot publiek. Sindsdien werkt hij samen met wereldsterren zoals Shakira en in opdracht van gerenommeerde organisaties en bedrijven.

Ooit was ie een zorgenkindje, vertelt Sadeck in het gestileerde portret dat Stéphane Carrel van hem maakte. Een stotteraar uit het plaatsje Forbach in het noordoosten van Frankrijk. Zoon van vroeg gescheiden ouders. En een tiener die afhaakte op school. Als achttienjarige werd Sadeck door zowel z’n vader als z’n moeder buitengezet. Hij leefde een tijdje op straat en verkaste daarna naar Montpellier.

Daar haalde Sadeck z’n rijbewijs, begon hij met z’n handen te werken en werd ie voor het eerst vader. Intussen kwam zijn danscarrière op gang. Toen hij in 2017 samen met een vriend een nieuw concept bedacht, gebaseerd op geometrie en menselijke beweging, en vanuit dat idee de video Geometrie Variable maakte, ging die direct ‘viral’. Zijn wereld veranderde compleet. Al snel stroomden de aanbiedingen binnen.

Tijdens deze film werkt Sadeck samen met zijn getrouwen, waaronder enkele broers, aan de theatervoorstelling Murmuration, een show die zich afspeelt op het snijvlak van wiskunde, wetenschap en de natuur. En die begint voor hem, letterlijk, op de tekentafel, met het uitwerken van ideeën op papier. Daarna volgt de vertaling naar een groep dansers die zijn tableaus nauwgezet uitbeeldt.

Zo werkt de gedreven choreograaf toe naar de spectaculaire uitvoering van Murmuration in de Parijse concertzaal Zénith, het eindstation van deze fraaie film die ‘s mans overweldigende werk vol in de schijnwerpers zet. Aan dat succes zit, natuurlijk, ook een keerzijde. Het heeft Sadeck Berrabah weliswaar status en zelfvertrouwen gegeven, maar zorgt ook voor druk, vermoeidheid en afstand tot zijn kinderen.

Want de afstemming tussen zijn bestaan als veelgevraagd kunstenaar en z’n verplichtingen als huisvader luistert eveneens héél nauw.

Sneaker Wars: Adidas v Puma

Disney+

Ze kunnen doorgaan voor The Beatles en The Stones van de sportkleding. Adidas en Puma, twee multinationals uit één en hetzelfde Duitse plaatsje: Herzogenaurach. En de geesteskinderen – om er echt een sterk verhaal van te maken – van twee broers die ooit samen begonnen als Die Gebrüder Dassler en die na de Tweede Wereldoorlog voor de rest van hun leven ruzie kregen. De sportliefhebber en de zakenman: Adi Dassler van, juist, Adidas en zijn oudere broer Rudi, de oprichter van concurrent Puma.

Tachtig jaar later staan die drie strepen nog altijd lijnrecht tegenover de springende poema. Voor de gelikte driedelige serie Sneaker Wars: Adidas v Puma (127 min.) slaan ze de handen nochtans ineen – ook omdat die waarschijnlijk perfect past in hun eigen branding en ze er dus allebei vast niet heel veel slechter van worden. De eeuwige rivalen openen twee jaar de/enkele deuren voor de filmmakers Oliver Clark en Blair MacDonald en blikken terug op hun epische tweestrijd om de aandacht van ‘sneakerheads’, waarbinnen vrijwel alles – van guerrillamarketing tot omkoping – geoorloofd leek.

‘Ik dacht dat het mijn taak was om te rennen’, zegt sprintkampioen Noah Lyles tijdens een persconferentie. ‘Maar nee: het is schoenen verkopen.’ Dat lijkt tevens het leidmotief voor deze vlot gemonteerde, soepel tussen heden en verleden schakelende productie, waarin de CEO’s Kasper Rorsted en Bjørn Gulden, hun medewerkers, Dassler-afstammelingen en de Adidas-coryfeeën Darryl McDaniels (Run-D.M.C.), David Beckham en Noah Lyles en Puma-gezichten Usain Bolt, Neymar en Skepta ingaan op bijvoorbeeld grote concurrent Nike, het zogeheten Pelé-pact en de Puma/Adidas-familie.

Tussendoor probeert Puma op de New York Fashion Week z’n merk te revitaliseren met modeontwerpster June Ambrose en wordt Yeezy, Adidas’ samenwerking met de omstreden rapper Kanye West, alsmaar problematischer. Met verstrekkende gevolgen. Voor beide bedrijven (!). Zodat de aloude rivaliteit, waarbij zowel Adidas als Puma wel lijkt te varen, weer kan herleven. Dan toont deze aardige zedenschets van een wereld, waarin lifestyle, mode, ‘hypehandel’, straatcultuur en, o ja, sport samenkomen, heel even ook de achterkant van de verder erg soepel uitgevente business.

De Wolkenfietsers – Erfenis Van Een Droom

NTR

Ze behoren tot de tweede generatie wolkenfietsers. De broers Ruud en Gijs van de Wint beheren en exploiteren De Nollen, een voormalige vuilnisbelt in de duinen bij Den Helder die door hun vader Rudi gedurende ruim 25 jaar werd omgeturnd tot een levend kunstwerk. In de natuur bij zijn geboortestad maakte hij met bunkers, sculpturen en andere kunstwerken een klein paradijs. In het onderhoud daarvan gaat alleen enorm veel werk inzitten. Bovendien is de boel in z’n huidige vorm nauwelijks rendabel te krijgen.

‘Zorg ervoor dat je ‘t afmaakt!’ hield de kunstenaar zijn zoons voor, voordat hij in 2006 plotseling overleed. En daarvan hebben zij een levensopdracht gemaakt. In de woorden van oudste zoon Ruud: ‘Je boetseert door waar hij gestopt is.’ Buitenmens Ruud fungeert als geweten van De Nollen, de representant van zijn lekker dwarse vader die niets moest hebben van de reguliere kunstwereld. Zijn jongere broer Gijs, een echt mensenmens, zet daar realisme naast. Om te kunnen overleven moet De Nollen ook worden vernieuwd.

In de zeer fraaie documentaire De Wolkenfietsers – Erfenis Van Een Droom (67 min.) volgt Gülsah Dogan de missie van de twee broers, die zelf met hun gezinnen ook in De Nollen zijn neergestreken. Zij leven letterlijk de droom van hun vader. Die wordt, al naar gelang je gezichtspunt, verrijkt/bedreigd door plannen om ook een R.W. van de Wint-museum te starten in de groene oase. Daar zouden de honderden schilderijen, die nu in Van de Wints opslag liggen te verstoffen, toegankelijk kunnen worden gemaakt.

Beoogd directeur Ralph Keuning wil van het museum in wording echter ‘geen mausoleum voor Rudi van de Wint’ maken, maar een bruisende plek waar ook ruimte is voor ‘de Rothko van 28 van nu’. Zo hoopt hij de 7.000 mensen die De Nollen nu per jaar ontvangen op te krikken naar zo’n 50.000 bezoekers. En dat roept bij de conservatoren van de droom van ‘de grootste kosmische kunstenaar’ Rudi van de Wind (1942-2006), zijn zoons Ruud en Gijs, serieuze vragen op. Gaat dit niet in tegen alles waar hun vader voor stond?

Want hun landschap mag dan een levend organisme zijn – bijzonder fraai vastgelegd met (drone)shots – het moet wel een eigen universum blijven. Cultuurclash verzekerd – ook, indirect, tussen de broertjes. Dogan vangt intussen de passie van de twee mannen, die altijd een kind van hun vader zullen blijven. Dit is wat ze zijn. Wat ze waren. En wat ze (willen) blijven. Ook als de meningen uiteenlopen over hoe precies. En ze mogen dan moeilijke tijden hebben gekend, in al die jaren is er nooit ook maar één schilderij verkocht.

Met parallellen tussen heden en verleden, door het vermengen van actuele scènes met de zoons en archiefbeelden van hun vader, laat Gülsah Dogan bovendien zien hoe zij daadwerkelijk een eenheid vormen met de oorsprong van De Nollen. En het ‘buitenlaboratorium’ voor Van de Wints kunst en de verheven vaderliefde van zijn zoons vormt meteen een idyllisch decor voor deze intrigerende parabel over de strijd tegen institutionalisering en het behouden van je idealen. Zonder daarbij te bevriezen in de tijd.

10 Jaar #JeSuisCharlie

Marec / VRT

Niemand werd gespaard. Hard en grof, niets en niemand ontziend. De redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo, een zelfverklaard ‘journal irrespondable’, kende geen heilige huisjes. ‘Als iemand zei: je mag dat niet doen, dan deden ze het wel’, vertelt de Vlaamse cartoonist Marec in de tv-docu 10 Jaar #JeSuisCharlie (51 min.). ‘Met het idee: we zorgen dat we met veel zijn, want je kan ons niet allemaal doden.’

Dat was buiten de broers Chérif en Saïd Kouachi gerekend. Op 7 januari 2015 drongen deze zwaarbewapende moslimextremisten binnen bij de redactie en maakten daar twaalf dodelijke slachtoffers. De terroristische aanslag schokte de wereld. ‘Wie vermoordt er nu een clown?’ Cartoonist Monsieur KAK kan er nog altijd niet over uit. ‘Dat doe je niet.’ Ruim drie miljoen mensen gingen de straat om te betogen. Ook ruim veertig regeringsleiders liepen mee in Parijs en riepen vrij en onverveerd: je suis Charlie.

Op de eerste rij was de Israëlische premier Benjamin Netanyahu te ontwaren, even verderop volgde de Hongaarse leider Viktor Orbán. Tien jaar later is duidelijk hoeveel waarde zij in werkelijkheid hechten aan de vrijheid van meningsuiting: nagenoeg niets. Zodra hun eigen imago of belangen in het geding komen, komen zulke heren – of hun politieke vrinden of trollenleger – direct in het geweer en laten ze zien dat ze geen haar beter zijn dan hun Turkse collega Recep Erdogan of andere autocratische regimes.

Sinds Charlie Hebdo lijkt het klimaat voor cartoonisten en politieke tekenaars zelfs alleen maar verslechterd. Als Marec in een Purple Lives Matter-cartoon bijvoorbeeld bestuurlijke perikelen bij de voetbalclub Anderlecht verbindt met de dood van George Floyd wekt dat de woede van de Belgische international Romelo Lukaku en zijn achterban. Zijn collega Lectrr krijgt na een Corona-cartoon zelfs de Chinese overheid achter zich aan. Die eist een publieke verontschuldiging van hem en z’n krant.

‘Het gaat niet over de tekening die je maakt’, concludeert de bekende Vlaamse absurdist Kamagurka, die dertig jaar werkte voor Charlie Hebdo en enkele maanden voor de aanslag in 2015 stopte. ‘Het gaat over degene die ernaar kijkt en de macht van de figuur die ernaar kijkt tegenover de cartoonist. Het is niet de cartoonist die zich iets permitteert, maar wel de macht.’ En dus heeft zijn beroepsgroep zich georganiseerd in belangenverenigingen zoals Cartooning For Peace en Reporters Zonder Grenzen.

Want ook in het vrije westen, waar de persvrijheid altijd min of meer gegarandeerd leek, krijgen individuele tekenaars en hun opdrachtgevers te maken met openlijke vijandigheid en censuur, toont deze boeiende documentaire via via voorbeelden uit alle uithoeken van de wereld. Simpel gesteld: je suis Charlie lijkt op sommige plekken stilaan te zijn vervangen door tu es Charlie.

How Big Is The Galaxy?

Marx Film

Sinds de film die wordt beschouwd als de allereerste documentaire – Nanook Of The North (1922) van Robert Flaherty – werd uitgebracht, zijn er zo’n honderd jaar verstreken. In eerste instantie lijkt How Big Is The Galaxy? (73 min.) echter bijna een kopie van Flaherty’s klassieke docu over een Inuit-gezin, onderdeel van een eskimo-gemeenschap in de omgeving van het Canadese Quebec. Ze woonden in een iglo en voorzagen in hun dagelijkse behoeften met jagen en vissen.

De plaats van handeling in deze observerende film van Ksenia Elyan is nu Siberië, maar de setting is verder vergelijkbaar: een uitgestrekt, besneeuwd landschap, vooral bevolkt door elanden, waar zich nauwelijks een mens waagt. In deze toendra wonen het zevenjarige jongetje Zakhar Zharkov, zijn oudere broer Prokopy en hun ouders. Zij behoren tot een inheems volk, de Dolganen, dat met uitsterven wordt bedreigd. Slechts een enkeling houdt nog vast aan de traditionele nomadische leefstijl.

Illustratief daarvoor is een scène waarin vader Zharkov een ree vangt en doodt met zijn mes, terwijl zijn zoons in een boom klimmen en daar met elkaar beginnen te kibbelen. Al snel roept de plicht. Zakhar moet bijspringen als zijn vader het dier begint te villen. ‘Mam, kijk, ik heb in het bloed gestaan’, zegt hij naderhand. Gevolgd door de onvermijdelijke vraag: ‘Papa, waarom is bloed rood?’ Want Zakhar is een guitig en vroegwijs joch, dat nieuwsgierig is naar alles. Aan zijn vragen komt nooit een eind.

Intussen is Prokopy koppig in die boom blijven zitten. De rivaliteit tussen de jongens, die volledig op elkaar zijn aangewezen, vormt het hart van deze film over een gemeenschap die los lijkt te zijn gemaakt van tijd en ruimte en ondertussen via de televisie, mobiele telefoon en laptop wel degelijk in verbinding staat met de bewoonde wereld. De twee broers zitten elkaar gedurig op de huid. En als de oudste eindelijk uit die boom is geklommen, moeten ze het reeënkarkas nog samen per slee naar huis vervoeren.

Sinds enige tijd is er ook iets veranderd: de jonge en serieuze juf Nelly Andreevna geeft de kinderen in hun eigen huis les. Nog niet zo lang geleden werden Dolganen verplicht om hun kinderen naar kostscholen te sturen, waar ze volledig vervreemd raakten van hun wortels. Tegenwoordig kunnen ze thuis wiskunde of Russische literatuur leren. Tenminste, als ze een door de staat goedgekeurde onderwijzer(es) in huis nemen. Al snel hangt er dus ook een portret van Vladimir Poetin in het geïmproviseerde klaslokaaltje.

In de ogen van Poetin zitten volgens Zakhar camera’s. ‘En hij ziet jou en hij ziet hoe raar jij doet’, houdt hij Prokopy voor. ‘Hij zegt: wat zit dat ventje te mopperen? Als hij volwassen was, zou hij naar Oekraïne worden gestuurd. En daar zou je meteen doodgeschoten worden.’ Zo vloeien realiteit en fantasie samen in een jongensboekleven dat langzaam door de werkelijkheid wordt ingehaald.

The Menendez Brothers

Netflix

Vierendertig jaar na dato, op 10 mei 2023, staan Lyle en Erik Menendez, respectievelijk 55 en 51 jaar oud, vanuit de Richard J. Donovan-gevangenis in San Diego filmmaker Alejandro Hartmann te woord. Ze bellen in totaal meer dan twintig uur. Het is de eerste keer in dertig jaar dat de broers, die een levenslange gevangenisstraf uitzitten, samen hun verhaal doen over de moord op hun ouders José en Kitty. Dit gruwelijke misdrijf, dat ze zelf op hun geweten hebben, heeft volgens Erik een ‘onbreekbare band’ tussen hen gesmeed. Ze voelen zich een tweeling, stelt Lyle – ook al zijn ze in werkelijkheid ‘gewoon’ broers.

Na talloze televisiereportages en -documentaires over de geruchtmakende zaak en de veelbesproken Netflix-dramaserie Monsters: The Lyle And Erik Menendez Story, waarvan de documentaire The Menendez Brothers (118 min.) de officiële bijsluiter is, zijn er weinig mensen die nog nooit hebben gehoord over het gruwelijke drama dat zich op zondagavond 20 augustus 1989 in Beverly Hills voltrok. Alleen het perspectief van de twee daders, destijds slechts eenentwintig en achttien jaar oud, wilde heel lang maar niet doordringen tot het grote publiek. Totdat de TikTok-generatie – zie ook de recente docu Menendez Brothers: Misjudged? – oog kreeg voor hun kant van dit smeuïge crimeverhaal en het leed dat er schuil ging achter hun (wanhoops)daad.

Daarbij speelde vader José een sleutelrol. Hij groeide op in Cuba, in een bevoorrecht milieu. Nadat Fidel Castro eind jaren vijftig de macht had gegrepen op het eiland, liet hij alles wat hij had achter zich en vluchtte naar de Verenigde Staten. Daar maakte José Menendez bliksemsnel carrière. Als topman van Hertz charterde hij zelfs O.J. Simpson – hoofdrolspeler in een andere geruchtmakende moordzaak uit dezelfde periode, een man die de broers ook nog in de gevangenis zullen ontmoeten – nog als gezicht van het autoverhuurbedrijf in commercials. Toen Erik een kind was, leek zijn vader meer dan zomaar een man. ‘Hij was de moderne versie van een oude Griekse god’, zegt Erik, om vervolgens te concluderen. ‘Maar hij was zelden een vader.’

Want deze vader vergreep zich aan zijn zoons, stellen Lyle en Erik Menendez in Hartmanns overtuigende documentaire – en eerder ook al tijdens de live op Court TV uitgezonden rechtszaak, waarbij ze heel indringend getuigden over seksueel misbruik door José. Erg veel begrip voor misbruik van jongens was er in die tijd alleen niet. Ze werden nadien gewoon weggezet als rijkeluiszoontjes die alleen op het geld van hun ouders uit waren en rücksichtslos belachelijk gemaakt in de media. Zozeer zelfs dat hun tante (en Kitty’s zus) Joan en nicht Diane Vander Molen, vertellen ze nu, inbelden naar The Jay Leno Show om hun beklag te doen. Zeker Diane wist allang dat het helemaal mis was in huize Menendez en dat de bom in het gezin elk ogenblik kon afgaan.

The Menendez Brothers laat ook betrokkenen aan het woord die de lezing van Lyle en Erik betwijfelen, maar helt uiteindelijk wel duidelijk over in de richting van de broers. Die zitten nu al een half leven, deels ook los van elkaar, in de gevangenis. En daarin lijkt, ondanks nauwelijks te negeren verzachtende omstandigheden, voorlopig ook geen verandering te komen. ‘We maken deze documentaire vanwege de TikTok-beweging om de ‘Menendi’ te bevrijden’, zegt de toenmalige openbaar aanklager Pamela Bozanich opvallend bits, die nog altijd weinig geloof hecht aan het verweer van de broers. ‘Als we zo gaan berechten, waarom houden we dan niet gewoon een poll? Je legt het bewijs voor, iedereen stemt op TikTok en we bepalen wie er naar huis mag.’

Bozanichs mening is duidelijk: laat die broers maar zitten. En voor alle ‘Menendez-fans’ heeft ze nog een niet mis te verstane boodschap. ‘En trouwens, TikTok-mensen, ik ben gewapend. We hebben overal wapens. Dus sol niet met me.’

Menendez Brothers: Misjudged?

HBO Max

Het is een verhaal dat tot de verbeelding blijft spreken: twee jonge rijke broers uit Beverly Hills vermoorden samen in koelen bloede hun ouders.

En dat is ook precies wat het is: een verhaal. Zeker in de nieuwe Netflix-serie van Ryan Murphy, Monsters: The Lyle And Erik Menendez Story, de opvolger van zijn bingehit Monster: The Jeffrey Dahmer Story. Maar dat geldt evenzeer voor de true crime-docu Menendez Brothers: Misjudged? (88 min.) uit 2022, nummer zoveel in een schier eindeloze stroom tv-docu’s over de beruchte broers, die niet geheel toevallig opnieuw wordt uitgebracht, met een nét iets andere titel: Menendez: Monsters Or Misjudged? Voor wie het ‘echte’ verhaal verkiest boven de ‘gespeelde’ versie.

Deze productie van true crime-crack Andrea de Brito begint in het hier en nu: bij tieners die, ruim dertig jaar na dato, moeiteloos allerlei feitjes over het schokkende misdrijf van 20 augustus 1989 kunnen oplepelen en ook overtuigd zijn van het motief van de broers Lyle en Erik om hun ouders dood te schieten: ze zouden jarenlang zijn mishandeld en misbruikt door José en Kitty. De Menendez-broers zijn namelijk al enige tijd ‘trending’ op TikTok, waar tieners zoals ook de Nederlandse Nora ervan overtuigd zijn geraakt dat hun veroordeling een justitiële dwaling moet zijn. 

Het oorspronkelijke beeld van de twee was heel anders: de rijkeluiszoontjes uit Los Angeles zouden puur uit haat en hebzucht hebben gehandeld. Dat verhaal over seksueel misbruik was slechts een smoesje. ‘The abuse excuse’, noemde topadvocaat Alan Dershowitz ‘t, niet meer dan een ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’-kaartje. Ze werden in de media dan ook keihard aangepakt en eindeloos geridiculiseerd, zo laat De Brito feilloos zien. ‘Ik zou ervoor betalen om ze te zien sterven’, zegt een meisje bijvoorbeeld in een talkshow. Ze oogst er zelfs applaus mee.

En toen belandden beelden van het oorspronkelijke proces tegen de broers enkele decennia na de geruchtmakende moord op het Internet en werden zo, vaak zonder de bijbehorende context, toegankelijk voor een nieuwe generatie crime-consumenten. ‘Jonge mensen die opgroeiden met een meer open en begripvolle mentaliteit waren in staat op deze zaak terug te kijken’, vertelt de Amerikaanse universitair docent Sharon Ross, die mediatrends en jeugdcultuur bestudeert. ‘Zij vroegen zich af: hebben we het verkeerd aangepakt?’ Enter de Free Menendez Movement.

Duidelijk is dat wat er tijdens die rechtszaak is gezegd nu soms totaal anders wordt beoordeeld. Voor seksueel misbruik, in het bijzonder van jongens, is veel meer begrip gekomen – en daarmee ook voor Lyle Menendez, die vanuit de gevangenis zijn kijk geeft op de actuele stand van zaken, en zijn jongere broer Erik. Van gewetenloze daders, die alles in het werk stelden om weg te komen met hun daad, is het beeld voor menigeen gekanteld naar getroebleerde jongens, die gigantisch uit de bocht zijn gevlogen – en daarvoor inmiddels wel lang genoeg hebben vastgezeten.

Menendez Brothers: Misjudged? schetst al met een afgewogen beeld van de geruchtmakende moordzaak en is daardoor meer geworden dan het hap-slik-weg verhaal dat ook van deze tragische casus valt te maken – al krijgen de TikTok-kids echt te veel ruimte en wordt het geheel ook enigszins ontsierd door een platte crime-soundtrack. Neemt niet weg dat de afhandeling van de moordzaak inderdaad serieuze vragen oproept en dat dit ‘verhaal’ nog wel eens een staartje zou kunnen krijgen.

Bassie & Adriaan – Een Schat Aan Herinneringen

AVROTROS

Adriaan is acrobaat. En Bassie zit vol kattenkwaad. Tenminste, zo zitten ze in het collectieve geheugen van (eeuwige) kinderen opgeslagen: Bassie & Adriaan.

De Vlaardingse broers Bas en Aad van Toor, beiden inmiddels dik in de tachtig, begonnen echter allebei als acrobaat. Onder de naam The Crocksons traden ze van 1955 tot 1980 op als duo. En op dat acrobatenwerk zijn ze misschien nog wel het meest trots, stelt Aad. Ze hadden echt internationaal succes. ‘Wat de gein is: je komt op als de grote onbekende’, vult zijn oudere broer aan. ‘En na vijf minuten hebben die mensen door dat je wat presteert… Jóh, zie je dat? Dat is natuurlijk fantastisch!’

In Bassie & Adriaan – Een Schat Aan Herinneringen (45 min.) gaan de twee er eens lekker voor zitten om herinneringen op te halen. Want toen ze te oud werden voor het acrobatenleven, vonden de gebroeders Van Toor zichzelf opnieuw uit als komisch duo. Hele generaties Nederlanders zijn opgegroeid met B&A en door hen verzonnen creaties zoals De Plaaggeest (een schurk waarvan kinderen echt wakker lagen), De Baron, Robin de robot, Vlugge Japie en de boeven B2 en B100.

De verhalen van Bas en Aad zijn natuurlijk gelardeerd met hoogtepunten uit hun oeuvre en worden aangevuld door oud-medewerkers zoals acteur Hans Beijer (B100) en archivaris Martijn Passchier. De bekende Bassie & Adriaan-liefhebbers Paul de Leeuw, Gert Verhulst, Danny Verbiest en Mart Hoogkamer dragen eveneens hun steentje bij aan deze ongegeneerde lofzang op de kindervrienden, waarbij de ruzies tussen de twee, breed uitgemeten in de roddelpers, maar achterwege zijn gelaten.

Want wat er ook gebeurt in het Bassie & Adriaan-universum, altijd blijven lachen….

Gerlach

Docmakers / Cinema Delicatessen

Voor de boerderij staat een goudgele ‘G’, met daaronder een rood bordje met ‘Gerlach’s‘ erop. Het is een directe verwijzing naar het nabijgelegen McDonald’s-restaurant, dat hem regelmatig van zijn nachtrust berooft. Hier is Gerlach’s Aardappel Paradijs gevestigd. Hij noemt zichzelf de laatste akkerbouwer. Om hem heen, onder de rook van Schiphol, is verder nauwelijks nog een boer te vinden.

De verstedelijking rukt steeds verder op. Vliegtuigen vliegen af en aan. Er zit een bedrijventerrein in de planning. En de sneltram naar Amsterdam komt er naar verluidt ook aan. Over enkele jaren zal die er wel liggen, denkt Gerlach (75 min.), dwars over zijn eigen land. ‘s Mans boerderij, al sinds jaar en dag in de familie, dreigt zelfs onteigend te worden door de gemeente Amstelveen.

Gerlach van Beinum nam het akkerbouwbedrijf, waar bijvoorbeeld ook tarwe, graan en bieten worden verbouwd en waar hij nog altijd aardappelen en groenten aan de deur verkoopt, op zijn veertiende over van zijn zieke vader, die enkele jaren later overleed. Sindsdien runt Gerlach, die al een half leven kampt met reuma, de boerderij in zijn eentje, zo nu en dan ondersteund door familie of vrienden.

Als zijn beste vriend Rinus, die inmiddels is gestopt met zijn spruitenbedrijf, in deze hartveroverende film van Aliona van der Horst en Luuk Bouwman op bezoek komt bij Gerlach en ze samen op de akker werken, aardbeien besproeien of binnen een kommetje soep naar binnen lepelen en met heel weinig woorden toch heel veel zeggen, lijkt de zelfverklaarde laatste akkerbouwer volledig in z’n element.

Dit is zijn wereld. Waar op de één of andere manier veel minder lijkt te hoeven, toch elke dag hard wordt gewerkt en er simpelweg meer minuten in elk uur lijken te zitten. Met geduld, compassie en oog voor de schoonheid daarvan vereeuwigen Van der Horst en Bouwman in deze film, die op het IDFA werd uitgeroepen tot beste Nederlandse documentaire, dit leven en land – en de man die dat nuchter en toch liefdevol bestiert. Als een rentmeester uit vervlogen tijden.

Tegelijkertijd maken ze ook de eindigheid van Gerlachs paradijsje invoelbaar: de oprukkende bebouwing, het onophoudelijke lawaai van een 21e eeuws bestaan en de hoosbuien die in het huidige klimaat geen uitzondering meer zijn. Gerlach van Beinum probeert gewoon door te leven zoals hij dat altijd heeft gedaan en houdt zo, voor zolang als het duurt, de ‘vooruitgang’ nog even tegen.

Gaandeweg wordt de gedachte echter onvermijdelijk: die gele ‘G’ gaat wijken voor de onvermijdelijke ‘M’, de menselijke maat voor het gezichtsloze kapitalisme. Intussen groeit deze film uit tot een troostrijke ode aan de eenvoud – en de mannen en vriendschap die daarmee soms gepaard gaan.

American Manhunt: The Boston Marathon Bombing

Netflix

De zoektocht naar de daders wordt ditmaal niet belemmerd door te weinig bewijsmateriaal. Van de bomaanslagen tijdens de marathon van Boston op 15 april 2013 zijn in eerste instantie simpelweg juist veel te veel beelden. Er zijn zoveel foto’s en filmpjes dat de politie niet weet waar ze ‘t moet zoeken. Pas als het materiaal van verschillende camera’s wordt gecombineerd, vindt het onderzoeksteam toch een aanknopingspunt: een jonge man die nonchalant een rugzak achterlaat. En, even later, een andere man die met in contact hem lijkt te staan. Daar stokt het onderzoek echter weer: wie zijn deze twee kerels?

Als de politie, FBI en officier van justitie in arren moede maar besluiten om de beelden van Verdachte 1 en Verdachte 2 vrij te geven, ontstaat er een ongekende klopjacht op de twee mannen, die simpelweg bekend komen te staan als ‘Zwarte pet’ en ‘Witte pet’. Gedurende enkele dagen zijn zij de meest gezochte personen van de Verenigde Staten. Intussen gaat het geschokte Boston in lockdown. Totdat de jacht, na ruim honderd uur, voor het oog van de natie uitmondt in een dramatische shootout. Die periode van dik vier dagen wordt in de driedelige serie American Manhunt: The Boston Marathon Bombing (177 min.) gereconstrueerd met de kopstukken van die jacht en de politieagenten en gewone inwoners van Boston die de twee verdachten meesleuren in hun vlucht.

Gaandeweg worden zij geïdentificeerd als de Tsjetsjeense broers Tsarnaev. Dan zoomt regisseur Floyd Russ ook verder in op hun achtergrond en probeert hij met mensen uit de directe omgeving van de twee islamitische bommenleggers vat te krijgen op hun achtergrond en beweegredenen, zowel persoonlijk als politiek en religieus. Zo ontstaat een behoorlijk complete reconstructie van de terreuraanslag en de dramatische afwikkeling daarvan, waarin alleen relatief weinig aandacht is voor de slachtoffers. Russ heeft duidelijk meer interesse voor het kat- en muisspel tussen Tamerlan en Dzhokhar Tsarnaev en de autoriteiten, dat met een vette montage van nieuwsbeelden en ferme quotes van insiders kan worden omgevormd tot een enerverende race tegen de klok.

Waarna het alleen nog de vraag is of de twee broers als ‘lone wolves’ opereerden of toch onderdeel waren van een groter netwerk. Duidelijk is dat zij met hun heilloze missie niet alleen talloze onschuldige levens hebben verminkt, maar ook de positie van moslims in de Verenigde Staten ernstig hebben beschadigd.

De Verdediging Van Robert M.

Wim Anker (l) en Tjalling van der Goot (r) / Maria Mok en Meral Uslu

De boze en bedreigende voicemailberichten, e-mails en brieven die binnenkomen bij het advocatenkantoor van Wim en Hans Anker laten er geen misverstand over bestaan: het wordt de Friese tweelingbroers bepaald niet in dank afgenomen dat ze De Verdediging Van Robert M. (90 min.) op zich hebben genomen. En menige afzender kan daarbij nauwelijks onderscheid maken tussen de verdachte en zijn pleitbezorgers.

In de openingsscène van deze observerende film van Meral Uslu en Maria Mok over de grootste zedenzaak uit de Nederlandse geschiedenis heeft Wim Anker buiten bij de Penitentiaire Inrichting te Vught nog aan enkele meisjes uitgelegd hoe belangrijk het is dat zelfs de verdachten van de meest gruwelijke daden adequate juridische bijstand krijgen. Het is in Nederland bovendien de rechter, betoogt hij, die bepaalt of een verdachte ook daadwerkelijk schuldig is.

Om hun cliënt, die wordt beschuldigd van ernstig seksueel misbruik van tientallen (zeer) jonge kinderen en het verspreiden van kinderporno, optimaal te kunnen verdedigen, moeten Wim Anker en zijn collega Tjalling van der Goot zich door een enorm strafdossier werken, schokkend beeldmateriaal bekijken dat is gemaakt door Robert M. en zijn echtgenoot Richard van O. en de vernietigende publieke opinie over alles wat met pedofilie heeft te maken trotseren.

‘Een hele dag Robert M., dat trek ik niet’, stelt Van der Goot, die zich in eerste instantie wat heeft verkeken op de omvang en zwaarte van het dossier, als ze enige tijd onderweg zijn. ‘Ik ben na een halve dag in de zeden echt wel klaar.’ Tegelijkertijd is hun cliënt, die veelal in isolatie verblijft, somber en moedeloos. Als protest tegen het feit dat hij tijdens zijn detentie wordt blootgesteld aan cameratoezicht, gaat hij zelfs in honger- en dorststaking.

Anker en Van der Goot proberen hem een hart onder de riem te steken, terwijl ze de zaak zelf ook fysiek en mentaal ‘loodzwaar’ vinden. Uslu en Mok, die eerder het bijzonder boeiende tweeluik Anker & Anker (2010) maakten en later Wim Anker zouden volgen in De Zaak Gebroeders R. (2018), brengen de worsteling die schuilgaat achter hun professionele attitude sober maar uiterst doeltreffend in beeld. Daaruit spreekt pure plichtsbetrachting: ‘it’s a dirty job but somebody’s gotta do it.’

Ondanks – of juist vanwege – de volkswoede die deze zaak losmaakt, verdient Robert M. een messcherpe verdediging. ‘Met als mogelijk resultaat dus dat die man op vrije voeten komt?’ vertolkt Bløf-zanger Pascal Jakobsen het ‘gesundes Volksemphinden’ in de talkshow Pauw & Witteman. ‘U zegt eigenlijk – en u bent niet de enige die dat zegt – verdediging, doe het niet, in het belang van de samenleving’, antwoordt Tjalling van der Goot. Emotioneel kan hij de vraag wel begrijpen, maar als advocaat zet hij de knop om: oordelen is niet zijn taak.

‘Kunt u dan slapen?’ wil Jakobsen nog weten. ‘Ik kan wel slapen, ja’, antwoordt Van der Goot, wellicht ook een beetje tegen zichzelf. Via hem en zijn gedreven confrère Wim Anker toont deze nog altijd urgente documentaire uit 2013 hoe lastig het is voor advocaten om in dit soort gevoelige zaken ‘gewoon’ hun werk te doen. Zeker als bestuurders, politici en opinieleiders, zoals bij de zaak rond Robert M., ongegeneerd meesurfen op de golven van emotie die op zo’n moment door Nederland gaan.

Brother’s Keeper

Creative Thinking

Hoewel ze alle vier de zestig al zijn gepasseerd, worden ze nog steeds ‘the boys’ genoemd. De jongens Ward. Vier broers zijn er: Roscoe, Lyman, Bill en Delbert. Als Bill in 1990 op 63-jarige leeftijd overlijdt, wordt jongste broer Delbert ervan verdacht dat hij dit op zijn geweten heeft. In het gehucht Munnsville zijn veel mensen ervan overtuigd dat hij onschuldig is – ook al heeft Delbert in eerste instantie toch echt een bekentenis afgelegd. Zonder dat er een advocaat aanwezig was, zou hij hebben verklaard dat hij zijn broer Bill, die al een tijd ziek was en veel pijn had, uit zijn lijden heeft verlost.

De Wards zijn geen gewone jongens. Ze zijn altijd in hun ouderlijk huis blijven wonen, slapen samen in één van de twee kamers en kunnen nauwelijks lezen en schrijven. Ze zien er ook verwaarloosd uit en schijnen behoorlijk te stinken. De rest van het rurale dorp in de Amerikaanse staat New York heeft eigenlijk nooit veel aandacht besteed aan de ‘boys’, die in een andere tijd zijn blijven steken, maar zet zich nu schrap: de Wards mogen dan simpele zielen zijn, het zijn wel Munnsville’s simpele zielen. En dus wordt er op een speciaal feest geld ingezameld voor Delberts verdediging.

Joe Berlinger en Bruce Sinofsky concentreren zich in Brother’s Keeper (105 min.), de film die hun carrière in 1992 in een stroomversnelling bracht, eerst vooral op het leven van de Ward-broers en de plattelandsgemeenschap waarvan zij deel uitmaken. Later verleggen ze hun aandacht naar de rechtszaal, waar Delbert terecht moet staan en zijn broers onder druk worden gezet om belastende verklaringen tegen hem af te leggen. Dan wordt pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar deze woest uitziende mannen zijn en hoeveel moeite ’t hen kost om mee te draaien in de snel veranderende wereld.

Terwijl The New York State Police de zaak tegen Delbert in de steigers probeert te zetten en media uit het hele land overkomen om verslag te doen van dit spraakmakende verhaal in een door God vergeten hoek van de Verenigde Staten, willen de drie nog levende broers Ward liefst zo snel mogelijk terug naar het leven zoals ze dat kennen: in een huis zonder stromend water, op een land dat al generaties in de familie is en binnen een gemeenschap die hen laat zijn wie ze nu eenmaal zijn.

The Lincoln Project

Showtime

‘Donald Trump is een drol in de punchbowl’, zegt de Republikeinse strateeg Rick Wilson, nadat hij een bikkelharde campagnespot van zijn eigen anti-Trump organisatie The Lincoln Project (289 min.) heeft bekeken. ‘Als je eenmaal een drol in de punchbowl hebt gehad, is het geen punch meer, maar strontwater.’ Wilson maakt er in de openingsscène van deze vijfdelige documentaireserie geen geheim van dat er hem veel aan is gelegen om de Amerikaanse president uit zijn ambt te verdrijven. Hij is duidelijk ook trots op hoe ze Trump aanpakken, de leider van hun eigen politieke partij. Psychologische oorlogsvoering, noemt Wilson dit. ‘Niemand heeft ooit zo gekloot met een kandidaat als wij hebben gekloot met deze kandidaat.’

Is het oprechte bevlogenheid, een slinks verdienmodel, gestolde rancune of toch zoiets als oprechte spelvreugde? Feit is dat de politieke dieren van The Lincoln Project, die hun sporen verdienden bij traditionele Republikeinse politici zoals George W. Bush, John McCain en Mitt Romney en omstreden pressiegroepen van de Koch-broers, nu al hun politieke kennis, communicatieve vaardigheden én vuile trucs inzetten om de leider van het land – en van hún Republikeinse partij, die ze op geen enkele manier meer zeggen te herkennen – te onttronen. Twee maanden voor de presidentsverkiezingen van dinsdag 3 november 2020, waarbij Donald Trump het opneemt tegen de Democratische kandidaat Joe Biden, sluiten Fisher Stevens en Karim Amer aan bij deze ‘losgebroken speciale eenheid’, die alles in het werk gaat stellen om het verkiezingsresultaat te beïnvloeden.

De filmmakers zoomen tevens in op de individuele leden van deze politieke variant op The Magnificent Seven, waarbij prominente campagnetijgers zoals Steve SchmidtMike Madrid en Reed Galen worden gedwongen om te reflecteren op hun eigen verleden. Hebben zij zelf – bijvoorbeeld met de racistische Willie Horton-campagnespot, de keuze voor Sarah ‘Barracuda’ Palin als John McCains running mate in 2008 en dubieuze aanvallen op Barack Obama? – niet aan de basis gestaan van de verwording van de Republikeinse partij tot een racistische, ondemocratische organisatie? In dat opzicht kunnen hun activiteiten voor The Lincoln Project, waarmee ze hun eigen carrière wel eens definitief op slot zouden kunnen gooien, ook worden beschouwd als een persoonlijke boetedoening. ‘We played too much on the dark side’, erkent Stuart Stevens, die als politieke consultant betrokken is geweest bij zaken waarvoor hij zich nu geneert.

Tijdens hun strijd tegen de Trump-machine die hun voormalige partij is geworden, roepen ze de hulp in van de linkse acteur John Leguizamo (waarmee ze latino’s hopen te bereiken), Trumps eigen nicht Mary (met wie hij al lang geleden gebrouilleerd is geraakt), de populaire zangeres Demi Lovato (die met Commander In Chief een soort strijdlied heeft geschreven) en de Trump-criticaster George Conway (tevens de echtgenoot van Trumps bekende medewerker, Kellyanne Conway). Die blik achter de schermen, waarbij Fisher Stevens en Karim Amer vrijwel ongelimiteerd toegang lijken te hebben gekregen, levert fascinerende taferelen op van hoe ze bijvoorbeeld de presidentiële debatten volgen en er direct op reageren via social media en spots maken om Trump zelf via een soort middelvinger-tactiek te provoceren, zodat hij terug gaat slaan en hun boodschap daarmee naar een veel groter publiek brengt.

Terwijl verkiezingsdag en de officiële certificering van de uitslag op 6 januari 2021 naderbij komen, lopen de spanningen ook intern, waar talloze grote ego’s en politieke sluipmoordenaars van allerlei verschillende gezindten proberen samen te werken, flink op. Totdat, enkele weken na de bestorming van het Capitool in Washington en de officiële inauguratie van Joe Biden tot president, de bom definitief barst als oprichter John Weaver ernstig in opspraak raakt en Lincoln Project-medewerkers elkaar met ‘dirty tricks’ gaan bestoken… Deze miniserie heeft zich tegen die tijd allang bewezen als de verplichte campagnedocu van dit jaar. Spekkie voor het bekkie van politieke fijnproevers, would be-spindokters en BKB-alumni, voor wie politiek een spel om de macht is dat je nu eenmaal wilt winnen. En tegelijk een fascinerend verslag vanuit de frontlinie van de oorlog om de Amerikaanse democratie.

The Bee Gees: How Can You Mend A Broken Heart

Barry Gibb, 75 jaar inmiddels, is de laatste der Bee Gees. De andere twee broers, de tweeling Robin en Maurice, zijn al enige tijd overleden. Met de soundtrack voor de film Saturday Night Fever maakten ze in 1977 het best verkochte album aller tijden. Totdat Michael Jackson hen met Thriller van de troon stootte. Hun muziek leeft echter voort, zoals dat dan zo mooi heet.

Frank Marshall stoft de roerige geschiedenis van de drie gebroeders vakkundig af in The Bee Gees: How Can You Mend A Broken Heart (111 min.). Via interviews met Barry, oude vraaggesprekken met zijn broers, herinneringen van intimi en de verplichte loftuitingen van collega’s (zoals Eric Clapton, Noel Gallagher, Chris Martin en Justin Timberlake; hun bijdragen passen overigens zo in dit hilarische Twitterdraadje) tekent hij hun opkomst, ondergang én wederopstanding op.

Het verhaal moge bekend zijn: hoe de Gibb-broers in de sixties, als een soort Australische surrogaat-Beatles, eerst uiterst succesvol werden, vervolgens ernstig gebrouilleerd raakten en daarna, via het ontdekken van hun eigen falsetstem, de weg omhoog terugvonden in de hoogtijdagen van disco. Met kneiterhits als Stayin’ Alive, How Deep Is Your Love en Night Fever als gevolg – en een positie als pispaal voor alle discohaters.

Intussen raakte hun jongere broer Andy Gibb, die op eigen kracht een tieneridool was geworden, steeds verder in de problemen en begonnen de Bee Gees zich toe te leggen op het produceren van collega’s als Barbra Streisand, Diana Ross en Celine Dion. Totdat de tijd hen definitief inhaalde. Het is een tamelijk stereotiep popverhaal, dat nochtans met veel plezier wordt verteld en natuurlijk helemaal is volgestort met hits.

América

VPRO

‘Je bent heel lief’, zegt América tegen haar kleinzoon Diego, nadat ze hem een kus op zijn voorhoofd heeft gegeven.

‘Nee, jij’, reageert hij.

Intussen heeft ze de camera van Erick Stoll en Chase Whiteside ontdekt, die het tafereel van dichtbij gade slaat. ‘Wat doet hij?’

De jongen lacht: ‘Hij filmt.’

‘Filmt hij alles wat we doen?’

‘En wat we zeggen.’

‘Waarom?’ wil de oudere vrouw weten.

‘Omdat je een ster bent.’

Daar is ze het mee eens. Bijna dan. ‘Een vallende ster.’

Nog niet zo lang geleden is de hoogbejaarde Mexicaanse vrouw América Capdevielle Levas inderdaad gevallen. Uit bed. Buren hoorden haar kermen van de pijn en belden de politie. ‘Ze leek aan haar lot overgelaten’, constateert kleinzoon Diego. Zijn vader Luis, die de oude vrouw onder zijn hoede had, werd vervolgens beschuldigd van verwaarlozing en in de cel gegooid.

Sindsdien verzorgen Diego en zijn broers Rodrigo en Bruno hun grootmoeder. Zelf heeft zij dat nog niet altijd in de gaten. ‘Deze foto is van twintig jaar geleden’, zegt Diego bijvoorbeeld tegen haar als ze samen op de bank zitten. ‘Zo lang?’ reageert de oude vrouw. Ja, beaamt haar kleinzoon. ‘We zijn al twintig jaar vrienden.’

‘Dan is je oma al heel oud nu.’

‘Hoe oud ben jij?’

‘Ik?’ vraagt ze verbaasd.

‘Jij bent mijn oma.’

‘Ik dacht…’, reageert América (73 min.) licht verward.

Diego stelt haar gerust: ‘Dat ben jij.’

Liefdevol begeleiden de drie broers Alvarez Serrano hun oma zo door haar laatste levensfase. Tussen het douchen, ontlasten en naar bed brengen door vinden ze bovendien tijd voor hun gezamenlijke passie, acrobatiek. Als een medewerker van het bureau voor senioren een controle uitvoert, ziet die dat het eigenlijk hartstikke goed gaat.

Gaandeweg slaat de idyllische sfeer in huis een beetje om. Op de achtergrond is er nog altijd de strafzaak tegen de vader van de jongens, die nu al maandenlang in de cel zit. En hoe zit het met hun eigen levens en ambities? Hoe verhouden die zich tot hun onverwachte zorgtaak? Zo krijgt deze kleine, mooie, menselijke film een venijnig kartelrandje, waardoor ie nog eens extra goed binnenkomt.

The Wolfpack

Daar staan ze dan. Zes jongens. Latino’s. Broers. In pak en stropdas, met een donkere zonnebril op. Ze richten hun pistolen op de camera. The Wolfpack (89 min.). Zojuist hebben ze met zichtbaar plezier enkele scènes uit de Quentin Tarantino-speelfilm Reservoir Dogs nagespeeld. Ze blijken zeer rolvast. Opererend vanuit hun eigen appartement. In een verloederd New Yorks flatgebouw in de Lower East Side.

Crystal Moselle kwam de wereldvreemde gebroeders Angulo tegen in het park toen ze net bezig waren om de buitenwereld te leren kennen. Het was alsof ze een verdwenen gewaande indianenstam uit de Amazone ontdekte, vertelde de debuterende filmmaakster toentertijd tijdens interviews. De jongens waren jarenlang nauwelijks buiten geweest. Negenmaal in één jaar, op zijn hoogst. Soms slechts eenmaal. En in één specifiek jaar helemaal niet. Vader Oscar hield ze binnen. Wilde ze beschermen tegen het gevaarlijke New York. En moeder Susanne gaf thuis les.

Via films hielden de Angulo’s – gezegend met namen als Govinda, Jagadisa en Narayana – contact met de buitenwereld. 5000 VHS-banden en dvd’s stonden er inmiddels thuis. En menige film werd tot in detail nagespeeld. The Dark Knight, Pulp Fiction en Nightmare On Elm Street. Papa Oscar, aanhanger van Hare Krishna, vond het allemaal best. Zolang zijn kinderen maar binnen bleven. Hij maakte van hen zijn eigen sekte. Een volledig naar binnen gerichte enclave, midden in één van de drukste steden van de wereld.

Samen vormden ze tevens een tikkende tijdbom, stelt zijn zoon Mukunda. Het was volgens hem een kwestie van tijd totdat de boel ontplofte. Uiteindelijk was hij het zelf, die op vijftienjarige leeftijd de stap naar die onbekende buitenwereld waagde. Met een Michael Myers-masker op. Niet veel later volgden zijn broers. De Angulo’s ontdekten dat de echte wereld zowaar behoorlijk leek op het universum dat ze al van het witte doek kenden. En dat het thuis waar ze al die jaren hadden vertoefd met verbazing werd bekeken door de rest van de wereld.

Filmmaakster Moselle heeft zich jarenlang als een soort extra huisgenoot in het bizarre huishouden verschanst en registreerde van binnenuit hoe de keuzes van de dictatoriale vader Oscar uitpakten voor zijn vrouw en kinderen. Met haar rommelige gefilmde beelden, op een collageachtige manier gecombineerd met vreemde (familie)filmpjes, ving ze het onwerkelijke verhaal van een zonderling gezin. Het resultaat is een ronduit unheimische film, die in 2015 op het Sundance Film Festival werd bekroond met de Grand Jury Prize.