Connected

SkyShowtime

Als de Russische oppositieleider Aleksej Navalny begin 2021 wordt gearresteerd, kiest de man die hem al jaren openlijk steunt, Dmitry Borisovitsj Zimin, de vlucht naar voren. Hij verlaat zijn geboorteland en zal er ook nooit meer terugkeren. Binnen een jaar is ‘Dim’ er zelfs helemaal niet meer. De bijna negentigjarige oprichter van de telecomgigant VimpelCom, het eerste Russische bedrijf op de beurs van New York, heeft voor een zachte dood gekozen, op zijn eigen voorwaarden.

In de interessante documentaire Connected (105 min.) van Vera Krichevskaya vertelt zijn veel jongere vriend en compagnon Augie Fabela hun verhaal. Samen gingen ze halverwege de jaren negentig, toen de Sovjet-Unie uiteen was gevallen en de aartsvijanden van de Koude Oorlog toenadering zochten tot elkaar, met hun startup naar de beurs. De Rus Zimin en de Amerikaan Fabela, een kind van Mexicaanse en Colombiaanse immigranten, werden vrienden voor het leven.

Later kregen ze met hun bedrijf te maken met nietsontziende Russische criminelen, die uit waren op hun geld, en werden ze geconfronteerd met een nieuwe autocratische leider, Vladimir Poetin, en de corrupte clan die zich daaromheen verzamelde. Rusland begon, op een totaal andere manier, net zo’n totalitaire staat te worden als de Sovjet-Unie. Zimin trok er zijn conclusies uit. Hij verliet de business en besloot zijn aanzienlijke fortuin beschikbaar te stellen voor goede doelen.

Met deze terugblik op zijn opmerkelijke leven belicht Krichevskaya tevens de geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland. In 1935 werd Zimins vader gearresteerd. Hij zou sterven in een strafkamp. Na de dood van de destijds almachtige leider Jozef Stalin in 1953, ontving zijn familie zowaar een rehabilitatieformulier. Dims moeder kreeg ook nog enkele maanden salaris van haar echtgenoot overgemaakt. ‘Ik weet niet of het tragisch was, of een farce’, herinnerde hun zoon zich later.

Het lot van zijn vader zou een enorme vastberadenheid losmaken in Dmitry Zimin. ‘We zullen nooit ergens komen’, hield de man, die ooit werd opgeleid als ingenieur en jarenlang werkzaam was in het militair-industriële complex, zijn gehoor voor tijdens een speech in 2011, ‘als we geen respect ontwikkelen voor afwijkende meningen.’ En daaraan zal hij ook het finale deel van zijn leven wijden, bezegeld met een allerlaatste reis met zijn vrouw Maya op hun zeiljacht.

En daar komt Augie, die op latere leeftijd zowaar politieagent is geworden, hem natuurlijk opzoeken. Ook bij hem kruipt het bloed waar ’t niet gaan. Als Rusland Oekraïne binnenvalt, kort na Dims dood, komt Fabela in actie – vast ook om zijn hartsvriend te eren.

Imago

Triptyque Films / Need Productions

Met open armen wordt filmmaker Déni Oumar Pitsaev ontvangen in de Pankisivallei in Georgië. Over de grens ligt Tsjetsjenië, de Russische republiek waar hij ooit is geboren en nu niet meer welkom is. Terwijl veel landgenoten, waaronder ook familieleden, tijdens de Tsjetsjeense oorlogen van eind twintigste eeuw over de grens naar Georgië vluchtten, vertrok Déni als kind met zijn moeder naar Frankrijk. Nu heeft zij een stuk grond voor hem gekocht in Pankisi, zodat hij daar alsnog tussen z’n eigen mensen kan gaan leven.

Kalm probeert de beminnelijke Déni in de persoonlijke film Imago (109 min.) weer vertrouwd te raken met zijn familie en andere Tsjetsjenen ter plaatse en neemt hij de bijzonder fraaie omgeving in zich op. Kan de inmiddels bijna veertigjarige banneling hier een volwassen versie van de boomhut bouwen, waarover hij als kind fantaseerde? En ziet hij überhaupt een toekomst voor zichzelf, in een rurale omgeving waar traditie en de islam nog altijd alomtegenwoordig zijn en man en vrouw gebonden aan strakke rolpatronen?

Hij wordt bijvoorbeeld continu bestookt met één en dezelfde vraag: wanneer gaat ie nu eindelijk eens trouwen? Voordat Déni kan doorgaan voor een klassieke Tsjetsjeense man heeft hij echter nog een lange weg te gaan. Tijdens het voetballen kijkt hij vooral toe. Bij een optrekstang geneert ie zich over z’n eigen verrichtingen. En een pistool, om eens lekker mee te schieten, boezemt hem vooral angst in. Nee, met hem winnen ze de oorlog niet. Blijft hij te midden van z’n eigen mensen dus niet gewoon een vreemde?

Zijn moeder Khalimat Pitsaeva komt vanuit Brussel ook nog even op bezoek. En zelfs zijn vader Vakha Magomadov, waarvan hij vervreemd is geraakt en die hij al acht jaar niet heeft gezien, komt poolshoogte nemen met zijn tweede vrouw Malika Abdulaeva en hun zoons Pamzan en Mokhammed. Ook hij is van mening dat zijn zoon nu eindelijk z’n verantwoordelijkheid moet nemen voor ‘de continuering van de clan’. Déni heeft intussen ook nog een appeltje met hem te schillen over zijn rol tijdens de oorlog.

Tijdens die confrontatie borrelen de emoties die in Imago, op het filmfestival van Cannes uitgeroepen tot beste documentaire, tot dan toe onderhuids hebben gesluimerd even op. En net zo snel als de gemoederen verhit zijn geraakt, koelen die ook weer af in deze subtiele en omfloerste film, waarin veel wordt gezegd zonder dat ’t wordt uitgesproken – en ook de kijker dus wordt uitgedaagd om tussen de regels door te lezen.

Memory

Vladlena Sandu / Cinema Delicatessen

Ze wordt geboren op de Krim, in Oekraïne, maar verhuist als kind naar Grozny, de hoofdstad van Tsjetsjenië. Daar wordt Vladlena Sandu, de maakster van de prachtige persoonlijke documentaire Memory (98 min.), opgewacht door haar opa, een zwijgzame man met ‘drie vingers aan de ene hand en vier aan de andere’, die haar al snel het bloed onder de nagels vandaan haalt. Met een tik op haar hand bijvoorbeeld, als ze met links probeert te schrijven en tekenen.

Het meisje komt terecht in een roestvrijstalen wereld. Haar naam is daar in zekere zin een afspiegeling van. Vladlena, vertelt Sandu in de bezonken voice-over waarmee ze deze ravissant vormgegeven vertelling aanstuurt, is een samentrekking van Vladimir en Lenin. De stamvader van het Russische communisme wordt, in wat achteraf bezien de laatste jaren van de Sovjet-Unie blijken te zijn, in het huis van haar grootouders nog beschouwd als een godheid – al moet je in die wereld tegelijkertijd heel voorzichtig zijn met het uiten van religieuze sentimenten.

Haar nurkse opa Mikhail Alexandrovich vindt Vladlena in elk geval een belachelijke naam. ‘Alleen een junk zou zijn kind zo noemen.’ Daarmee refereert hij aan Sandu’s ouders, hun acterende dochter en de deejay, waarmee die is getrouwd. Zij hebben het meisje na hun echtscheiding naar Tsjetsjenië gestuurd. Als Vladlena’s moeder daar op bezoek komt, zuipt (groot)vader zich klem en schreeuwt: ‘Mijn huis uit, slet!’ Waarna zijn kleindochter, de regisseur van deze virtuoze trip door het verleden, alleen maar kan denken: ‘Ik háát Mikhail Alexandrovich.’

Toch is dat niet het hele verhaal: opa heeft zijn eigen geschiedenis. Terwijl Vladlena Sandu haar eigen jeugd uitdiept, die wordt getekend door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie aan het begin van de jaren negentig en de bittere oorlog die vervolgens ontstaat tussen de Russen en Tsjetsjenen, duikt ze tevens in de geschiedenis van haar gewraakte grootvader, een man die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Rode leger diende en uiteindelijk niet geheel schadevrij in een ziekenhuis in Grozny is beland. Waar een plaatselijke schone, Vladlena’s oma, op hem wachtte.

Sandu verzamelt de brokstukken van deze twee onderling verweven levensverhalen en bouwt daarmee een even gestileerde als hartveroverende narratief. Met actrices die haar vroegere zelf representeren, vrijelijk te manipuleren barbiepoppen, een levensgrote versie van King Kong en allerlei andere theatrale attributen, alsmede persoonlijke parafernalia, privévideo’s en nieuwsbeelden, creëert ze het ene na het andere onvergetelijke tafereel, dat met die onderkoelde stem en een zeer uitgesproken muziekkeuze verder wordt ingekleurd.

De verbeelding staat daarbij volledig in dienst van Sandu’s geheugen, dat met behulp van meisjes met grote ogen zoals zij zelf ooit was een archaïsche, potdichte, wrede en toch ook beeldschone wereld blootlegt. En met haar familiehistorie roept ze weer de grotere geschiedenis op van het einde van de Sovjet-Unie en de oorlog die vervolgens tien jaar woedde in Tsjetsjenië en daar bijna 450.000 dodelijke slachtoffers maakte en een half miljoen mensen op de vlucht joeg. Het is een verhaal dat de verrukte kijker achterlaat met méér indrukken dan het geheugen aankan.

Een film om nog eens te bekijken dus – en nog eens.

Sex In The Soviet Union

Journeyman Pictures

‘Als je de Sovjet-Unie wilt begrijpen, dan kun je het beste naar de omgang met seksualiteit kijken’, zegt de Oekraïense seksuoloog en dissident Mikhail Stern (1918-2005) in de documentaire Sex In The Soviet Union (104 min.). Hij is in 1977 te gast in een Nederlandse talkshow. Stern woont dan inmiddels in Amsterdam, waar hij jaren later op hoge leeftijd en onder onduidelijke omstandigheden zal worden vermoord.

Chad Gracia gebruikt ’s mans uitgangspunt in deze film inderdaad om naar de Sovjet-Unie te kijken. Direct na de communistische revolutie van 1917 genoten burgers daar een enorme seksuele vrijheid. In 1921 werd er in Sint-Petersburg zelfs een homohuwelijk gesloten. Met die vrijheid was ’t alleen snel afgelopen toen Jozef Stalin de macht greep en er een totalitaire staat van maakte. Hij was in feite anti-seks – al maakte hij voor zichzelf graag een uitzondering.

Met voormalige Sovjet-burgers uit Oekraïne bespreekt Gracia hoe thema’s als overspel, privacy, homoseksualiteit, pornografie, prostitutie, huiselijk geweld, echtscheiding en seksueel geweld (g)een plek hadden in de natie, waarnaar de huidige Russische leider Vladimir Poetin zo’n heimwee lijkt te hebben – en die hij maar wat graag in oude glorie zou willen herstellen. Hun verhalen worden omlijst met zwart-wit foto’s, nieuwsbeelden en fragmenten uit Russische films.

Timmerman Yuri Soldatenko vertelt bijvoorbeeld hoe hij zijn geaardheid altijd probeerde te verbergen. Uiteindelijk belandde ie toch in een gevangenenkamp, waar homo’s apart moesten leven en met de nek werden aangekeken. Toen zijn hand daar bekneld raakte in een houtbewerkingsmachine, vroeg de chirurg van dienst hem zelfs waarvoor hij eigenlijk vastzat. Toen ie niet snel genoeg antwoordde, wist de man zelf het antwoord wel: ‘Ah, een pederast! Voor jou geen verdoving.’

‘Soms vraag ik me voor het slapen gaan af hoe ik die hel heb overleefd’, zegt Soldatenko nu. Dat sentiment wordt door deze documentaire heel gemakkelijk invoelbaar. Alles wat afwijkt van de norm – seks is ‘het’ en mag verder alleen recht op en neer binnen het huwelijk worden beleefd, waarbij de vrouw in kwestie niets heeft te vertellen en ook nog eens uit ‘liefde’ wordt geslagen – krijgt het zwaar te verduren. En tegelijk wordt seks door de staat wel degelijk doelbewust ingezet.

Voor seksspionage bijvoorbeeld. De KGB zet verleidsters in om Russische dissidenten of buitenlandse officials in compromitterende situaties vast te leggen. ‘Een seksspion moet alles kunnen’, vertelt Elena Ivanova, die als dertienjarig meisje bij een balletclub werd gerekruteerd en vervolgens een privé-opleiding kreeg. ‘Ze moet slim, creatief en cultureel onderlegd zijn.’ En ze moet, oh ja, in staat zijn om twee of drie mannen per uur te bedienen in een hotelkamer met verborgen camera’s.

‘Als wij hun leven succesvol controleren, weten we zeker dat ze nooit meer van ons af komen’, vertelt Valentin Beseda, oud-medewerker van de geheime dienst, niet zonder trots over zijn seksspionnen. ‘Ik moet daarom elke dag precies weten wat er in haar hoofd omgaat. Anders ben ik mijn geld niet waard.’ En dat lijkt een beetje de gemene deler bij alle ‘seksverhalen’ in deze onderhoudende film. Hoewel Stalin en zijn opvolgers er officieel niets van moesten hebben, speelde seks wel degelijk een prominente rol in de natie die nog altijd z’n schaduw over het huidige Rusland werpt.

Als machts- of betaalmiddel of als wisselgeld. Om te overleven, wraak te nemen of vooruit te komen.

Mr. Nobody Against Putin

Made In Copenhagen / Pink

De oorlog in Oekraïne dringt ook door tot het klaslokaal. De Russische president Vladimir Poetin heeft de militaire operatie om het buurland te demilitariseren en te denazificeren nog niet aangekondigd of basisscholen in heel Rusland ontvangen marsorders om het curriculum een meer patriottisch karakter te geven.

Ook de basisschool van Karabash, ‘de meest vervuilde stad van de Oeral’, moet er in februari 2022 aan geloven. Voortaan worden leerkrachten geacht om de kinderen dagelijks staatspropaganda voor te schotelen en zo de oorlog in Oekraïne te ondersteunen. Pavel ‘Pasha’ Talankin, de jonge evenementenorganisator en videograaf van de school, ziet daar helemaal niets in. Hij blijft alle officiële activiteiten en festiviteiten gewoon filmen, maar begint gaandeweg, als daad van stil verzet, ook de voorbereidingen en de gesprekken naderhand vast te leggen. Zo legt hij feilloos vast hoe Poetins oorlog ook het gewone Rusland overneemt.

Al snel begint Pavel Abdulmanov bijvoorbeeld een steeds prominentere rol op school te claimen. De kleurloze geschiedenisleraar – overtuigd fan overigens van Lavrenti Beria, het hoofd van Stalins geheime politie, en andere Sovjet-functionarissen die er geen been in zagen om vuile handen te maken – ziet er bijvoorbeeld op toe dat de dagelijkse ceremonie met het Russische volkslied ordentelijk verloopt. ‘Het is belangrijk om afwijkende meningen te elimineren, zodat er geen verdeeldheid ontstaat in ons land’, houdt hij zijn leerlingen bovendien voor tijdens de les. ‘Houden van je moederland is een plicht. Zoals je nu eenmaal ook houdt van je moeder.’

Commandanten winnen geen oorlogen, stelt Vladimir Poetin op televisie. Leraren winnen oorlogen. Al snel wordt er dus gemarcheerd door de schoolgangen, schrijven leerlingen (verplicht) brieven naar soldaten aan het front en organiseren Wagner-huurlingen een wedstrijdje granaat gooien. Intussen moeten enkele oud-leerlingen zich melden bij het Russische leger. Een kleine 1500 kilometer van Moskou tekent Pasha de verwikkelingen trouw op, als onderdeel van zijn strijd van Mr Nobody Against Putin (90 min.). Deze film van David Borenstein, begin 2025 op het Sundance Film Festival bekroond met een Special Jury Award, is daarvan de intrigerende weerslag.

Tegelijkertijd moet de idealistische leraar ook afwegen hoe en waar hij zijn eigen toekomst ziet. Want zodra de machthebbers, of hun vertegenwoordiger ter plaatse Abdulmanov, zicht krijgen op waarmee hij stiekem bezig is, laat zijn lot zich raden.

Of Caravan And The Dogs

de redactie van Novaya Gazeta / Rise And Shine

Het is geen nieuw verhaal, maar al zo oud als Methusalem. Elk autocratisch regime draait vroeg of laat de vrijheid van meningsuiting de nek om. In Poetins Rusland is dat proces natuurlijk al heel lang aan de gang, maar de aangekondigde aanval op Oekraïne brengt dit proces begin 2022 nog eens in een stroomversnelling.

Hoofdredacteur Dmitri Moeratov van Novaya Gazeta heeft z’n Nobelprijs voor de Vrede in 2021 nauwelijks in ontvangst genomen of ook zijn krant krijgt steeds nadrukkelijker de duimschroeven aangedraaid in Of Caravan And The Dogs (89 min.). Hij had daar in zijn speech al op gezinspeeld: de honden, ofwel de onafhankelijke media, kunnen blaffen wat ze willen, de karavaan trekt verder. Te beginnen op 24 februari 2022, Oekraïne in.

Het Russische agentschap Roskomnadzor begint zich dan steeds nadrukkelijker te bemoeien met hoe onafhankelijke media zoals ook de radiozender Echo Of Moscow en het tv-station Dozhd berichten over de oorlog. Die mogen zich alleen baseren op officiële Russische bronnen en moeten voortaan elk woord op een goudschaaltje leggen. Zo wil het regime bijvoorbeeld niet dat ze de benaming ‘oorlog gebruiken.

Regisseur Askold Kurov en een collega die zich Anonymous1 noemt kijken achter de schermen mee, waar zowel de redacties als geheel als de individuele journalisten moeten kiezen tussen ‘fight’ or ‘flight’ omdat ‘freeze’, de oorlog proberen uit te zitten, steeds minder tot de mogelijkheden lijkt te behoren. De situatie vraagt om moed, onverzettelijkheid en galgenhumor – en dwingt hen soms bijna om eieren voor hun geld te kiezen.

Ook de mensenrechtenorganisatie Memorial, die zich bezighoudt met het in kaart brengen van burgerrechtenschendingen tijdens het communistische bewind in de Sovjet-Unie, wordt het leven langzaam maar zeker onmogelijk gemaakt. Enkele uren nadat Yan Rachinski op 10 december 2022 de volgende Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst heeft genomen namens Memorial, wordt zijn organisatie verder ontmanteld.

‘Één ding zit ons dwars’, zegt Rachinski tijdens de uitreiking. ‘Heeft Memorial de Nobelprijs voor de Vrede eigenlijk wel verdiend?’ Want hoewel ze hebben geprobeerd om misdaden uit heden en verleden te documenteren, is het hen niet gelukt om ‘de catastrofe van 24 februari’ af te wenden. Hij ziet de prijs dan ook niet als een beloning voor geleverde diensten, maar als een vooruitbetaling op wat ze nog gaan doen.

Dat is een loffelijk streven, maar de realiteit stemt vooralsnog weinig hoopvol. Memorial is het werken onmogelijk gemaakt. Dmitri Moeratov en Alexei Venediktov, de onverzettelijke hoofdredacteur van Echo Of Moscow, zijn inmiddels bestempeld als ‘buitenlandse agent’. En Dozhd, ofwel Rain TV, is tot ‘ongewenst’ verklaard in eigen land. Intussen krijgt die catastrofe in Oekraïne steeds weer nieuwe dimensies.

Het tragische verhaal van de onafhankelijke Russische journalistiek heeft in de afgelopen jaren overigens al zijn weg gevonden naar diverse documentaires. Dmitri Moeratovs strijd voor de persvrijheid is bijvoorbeeld verteld in The Price Of Truth, de problemen van Memorial worden uitvoerig belicht in The Dmitriev Affair en de ontwikkeling van de televisiezender Dozhd en het persoonlijke verhaal van voorvrouw Nastasha Sindeeva staan centraal in F@ck This Job.

Turning Point: The Bomb And The Cold War

Netflix

Zonder Koude Oorlog geen Vladimir Poetin, betoogt aflevering 1 van Turning Point: The Bomb And The Cold War (619 min.). Zo bezien is de Russische inval in Oekraïne een logisch gevolg van de geopolitieke ontwikkelingen sinds grofweg de Tweede Wereldoorlog. Dat punt hamert regisseur Brian Knappenberger, die in 2021 ook de ambitieuze vijfdelige serie Turning Point: 9/11 And The War On Terror afleverde, er steeds in. Elke aflevering van deze nieuwe serie begint in het hier en nu en daalt vervolgens af in het verleden.

Op die manier bestrijkt Knappenberger de gehele Koude Oorlog: van hoe de communistische ideeën van Marx en Engels aan het begin van de twintigste eeuw het fundament vormen onder de Sovjet-Unie tot het uiteenvallen daarvan begin jaren negentig, het vermeende eindpunt van de oorlog. Turning Point is dan zeven afleveringen onderweg en heeft alle bekende thema’s van de Koude Oorlog behandeld: Oppenheimers atoombom, het genadeloze Stalinisme, de angst voor een nucleaire oorlog, het IJzeren Gordijn, de Berlijnse muur, het McCarthyisme, stress rond de Cubacrisis, de wapenwedloop, Nixons détente en Reagans ‘evil empire’, Sovjet-dissidenten, ‘Star Wars’, de kernramp in Tsjernobyl, de Poolse vakbond Solidariność, glasnost en perestrojka, het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing en de val van de Muur.

Het zijn onderwerpen waarover al uit en te na is gepubliceerd, maar die nu nog eens netjes op een rij worden gezet, zijn verlevendigd met archiefbeelden en worden uitgediept door een uitgelezen verzameling historici, beslissers en direct betrokkenen. Het interessantst wordt de serie als de grote geschiedenis gewone mensen raakt. Overlevenden van Hiroshima en Nagasaki. De zoon van Julius en Ethel Rosenberg, het Amerikaanse echtpaar dat vanwege hoogverraad ter dood is gebracht. De achterkleindochter van de Russische leider Nikita Chroesjtsjov, Nina. Een Oscar-winnende actrice, Lee Grant, die vanwege communistische sympathieën in de ban wordt gedaan. Pentagon Papers-klokkenluider Daniel Ellsberg. En de dappere Litouwse man die tijdens de onafhankelijkheidsstrijd een Russische tank weerstaat.

Als Brian Knappenberger de Sovjet-Unie uiteindelijk heeft laten verschrompelen, blijven er nog twee afleveringen van Turning Point over om de opkomst te schetsen van een nieuwe leider die, gefrustreerd over het uiteenvallen van het grote Russische Rijk en vastbesloten om die historische fout met alle mogelijke middelen recht te zetten, de verhoudingen tussen Oost en West weer ouderwets op scherp zal zetten. Deze lijvige serie brengt daarmee niet zozeer nieuw terrein in kaart, maar probeert vooral verband aan te brengen tussen allerlei verschillende verhaallijnen die gezamenlijk de verhoudingen in de hedendaagse wereld hebben bepaald.

The Kyiv Files

VPRO/ Zeppers / Amstelfilm

‘Mijn mooiste herinnering aan Bogdan?’ Regine Chivrac moet er in de woonkamer van haar woning in Bretagne heel even over nadenken. ‘Waarschijnlijk de nacht die we samen doorbrachten in het appartement van een vriend.’ De Française met Oekraïense wortels en de knappe plaatselijke jongen ontmoetten elkaar in de jaren zestig bij toeval in de stad Lviv en werden daar verliefd op elkaar. Althans, zo heeft zij dat toentertijd beleefd.

Even later krijgt de oudere vrouw een KGB-dossier overhandigd. Háár dossier. Nummer 5075, codenaam: Courtisane. ‘Betekent dit dat er een dossier over mij was?’ reageert ze verrast. ‘Heeft Bogdan misschien informatie doorgegeven?’ In de map vindt ze foto’s van hen samen, innig verstrengeld in bed. In het appartement van die vriend, inderdaad. ‘Hij moet dit toch hebben geweten?’ vraagt ze tegen beter weten in. ‘Of werd hij er zelf ingeluisd?’

Het antwoord staat in The Kyiv Files (78 min.): ‘Om te ontdekken wat de echte redenen waren voor Courtisanes bezoeken aan ons land wordt agent Shikula ‘Bogdan’ Nikolayevich ingezet in 1967’, leest een vrouwenstem voor uit het dossier van de geheime dienst van de Sovjets. ‘Hij studeert aan de universiteit van Lviv en spreekt Frans.’ In het dossier zitten ook Bogdans rapporten. ‘Na de gemeenschap gaf ze me haar adres’, schrijft hij bijvoorbeeld. ‘Dat lag al klaar op tafel.’

Sinds Oekraïne in 2017 de KGB-archieven heeft geopend, kunnen geïnteresseerden hun persoonlijke dossier inzien. ‘Lisovaja Vira Pavlovna, bijgenaamd De Stille, kwam in het zicht bij de KGB in 1974’, staat er bijvoorbeeld in het dossier van een kritische Oekraïense docente. De dienst heeft de hand weten te leggen op ‘diverse bewijsstukken waaruit blijkt dat het subject nationalistische overtuigingen heeft en anti-Sovjet documenten bezit en verspreidt.’

Samen met Lisovaja zelf en haar dochter neemt filmmaker Walter Stokman het dossier en de gevolgen daarvan door. Pavlovna’s echtgenoot was in 1972 al tot zeven jaar veroordeeld vanwege ‘nationalistische’ activiteiten. Het gezin kwam uiteindelijk in Siberië terecht en zou zich nooit meer helemaal van de KGB kunnen bevrijden. Want zo ging – en gaat – dat: wie eenmaal in de klauwen van een geheime dienst zit, kan zich daarvan vaak nooit meer helemaal losmaken.

Deze film maakt tastbaar wat ‘t met mensen doet om overgeleverd te zijn aan een autoritair regime en de bijbehoren surveillancestaat. En dat strekt zich in dit geval ook uit tot Nederland. Ineens staat Stokman in Friesland bij een caravan, die volgens een buurman letterlijk ‘groen van ellende ziet’. De bewoner ervan zou de hoogbejaarde Louw de Jager zijn. Zestig jaar geleden belandde hij in een Sovjet-gevangenis, veroordeeld vanwege spionage.

‘Op 15 juli 1961 zijn twee Nederlanders, Evert Reydon en Louw de Jager, in De Jagers auto vanuit Amsterdam via de DDR en Tsjechoslowakije naar de Sovjet-Unie vertrokken’, leest de Russische vrouw weer voor uit het KGB-dossier. ‘Bij de grenscontrole werd ontdekt dat ze dertig filmrollen, vier camera’s, een fotolens, een flitsapparaat, twee verrekijkers, een kompas en een radio bij zich hadden.’ De twee Nederlandse amateurspionnen zijn gezien.

‘Hoe minder je weet, hoe beter je slaapt’, slaat een voormalige KGB-functionaris elders in deze unheimische film, die zich afspeelt tegen de achtergrond van de Russische aanval op Oekraïne en steeds meer onder de huid kruipt, de spijker op z’n kop. Het is alleen de vraag of iedereen die luxe heeft. En wat als je ’t eenmaal weet? Hoe slaap je dan? Slaap je überhaupt nog? The Kyiv Files maakt zulke vragen onontkoombaar – en de antwoorden erg pijnlijk.

Putin And The West

VPRO

Op 24 februari 2022 vallen Russische troepen hun buurland Oekraïne binnen. Het is de schokkende afsluiting van een periode waarin de spanning tussen de twee landen stelselmatig is opgevoerd. Deze doortimmerde driedelige docuserie van Tim Stirzaker reconstrueert de weg naar die oorlog en start in het najaar van 2013 als de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj plotseling besluit om een jarenlang voorbereid associatieverdrag met de Europese Unie níet te ondertekenen. Twee weken later zet hij in Moskou wél zijn handtekening onder een deal met Rusland.

Deze stap – weg van het vrije westen, terug naar wat nog niet zo lang geleden de Sovjet-Unie was – zou zijn afgedwongen door Vladimir Poetin en leidt tot massale protesten op Maidan, het Onafhankelijkheidsplein in Kyiv. Die worden in de navolgende winter met brute kracht neergeslagen door het bewind van Janoekovitsj. In het volgende jaar annexeert Rusland De Krim, zogezegd om de Russische inwoners van dit deel van Oekraïne te beschermen, en wordt vlucht MH17, met bijna tweehonderd Nederlandse passagiers, uit de lucht geschoten door pro-Russische separatisten.

Deze dramatische gebeurtenissen, gereconstrueerd in de eerste aflevering van Putin And The West (180 min.), vormen de aanloop naar het epische conflict dat zich in de navolgende jaren aftekent tussen de Russische leider, die het uiteenvallen van de Sovjet-Unie liefst direct terugdraait, en het westen, dat ‘s mans ambities als een gevaar voor de wereldvrede beschouwt. Daarbij gaat het er soms stevig aan toe. ‘Ik lieg tegen je’, vat de Britse Minister van Defensie Ben Wallace de Russische houding samen. ‘Jij weet dat ik lieg. Ik weet dat jij dat weet. En ik ga tóch tegen je liegen.’

Aflevering 2 verlegt de aandacht naar het Midden-Oosten, waar de Arabische Lente, de opkomst van Islamitische Staat en met name de oorlog in Syrië voor internationale spanningen zorgen. Poetin kiest daarbij de kant van Bashar al-Assad, een dictator die er niet voor terugdeinst om zijn eigen bevolking aan te vallen met chemische wapens. Rusland dekt hem in de rug met het bombarderen van Syrische steden. De slotaflevering werkt vervolgens toe naar de Russische invasie van Oekraïne, die gaandeweg onvermijdelijk begint te worden, hoezeer Rusland ook blijft ontkennen.

De vorm van dit soort geopolitieke series van het Britse productiehuis Brook Lapping (9/11 – Life Under Attack, Inside Europe: Ten Years Of Turmoil en Trump Takes On The World) is doorgaans traditioneel. De kracht zit hem vooral in de sprekerslijst. Behalve allerlei regeringsfunctionarissen en topdiplomaten komen ditmaal de Oekraïense leiders Poroshenko en Zelezny, EU-president Barroso, de Britse premiers Cameron en May, secretaris-generaal van de NAVO Stoltenberg, de Franse president Hollande en de Nederlandse eurocommissaris Frans Timmermans aan het woord.

En die maken van hun hart geen moordkuil. De voormalige Britse premier Boris Johnson klapt bijvoorbeeld uit de school over een ontmoeting met Vladimir Poetin. ‘Boris, ik wil je natuurlijk niets aandoen’, zei die volgens Johnson. ‘Maar met een raket zou het niet meer dan een minuut duren.’ Zulke inkijkjes, al dan niet bewust opgedist om de opponent in een kwaad daglicht te stellen, geven deze serie sjeu en zorgen tegelijk voor inzicht in het hoofd van de mannen die onze wereld bestieren. Zij laten zich soms net zo goed leiden door rancune of (gekrenkte) trots als door het land of belang dat ze zeggen te dienen.

In het voorjaar verschijnt het tweeluik Putin And The West At War.

HyperNormalisation

BBC

In plaats van het richting geven aan een alsmaar gecompliceerdere wereld verkiezen leiders aan het einde van de twintigste eeuw steeds vaker een aansprekend verhaal. Tijdens het bewind van de Amerikaanse president Ronald Reagan (1981-1989) dubben zijn medewerkers dit stiefbroertje van ouderwetse propaganda ‘perception management’. Met sterke verhalen beginnen ze actief de collectieve beleving van de werkelijkheid te sturen, zodat gewone Amerikanen zich voortaan met het verhaal over de werkelijkheid bezighouden, in plaats van met de werkelijkheid zelf die veler bevattingsvermogen sowieso te boven gaat.

Het is slechts één van de voorbeelden van HyperNormalisation (166 min.) die de Britse essayist Adam Curtis (The Century of The Self en Can’t Get You Out Of My Head) in deze epische film uit 2016 inzet om zijn betoog te stutten. Daarin weerklinkt opnieuw zijn geheel eigen stem. Letterlijk: die typisch Britse woordkeus en lekker pedante dictie. En figuurlijk: die volstrekt eigenzinnige visie, dwarsverbanden en interpretatie van welbekende en de meest buitenissige archiefbeelden. Waarmee geopolitieke ontwikkelingen op onnavolgbare wijze worden gekoppeld aan ideeën van denkers, kunstenaars en wetenschappers. Zo krijgen Tarkovsky’s sciencefictionfilm Stalker, de workout-video’s van Jane Fonda en wat we nu TikTok-filmpjes zouden noemen een min of meer logische plek binnen een doolhof over de schijn van het zijn, waarvan alleen Adam Curtis de uitgang kan vinden.

De term hypernormalisatie ontleent hij aan een karakterisering van de Sovjet-Unie als een samenleving waarin iedereen weet dat de leiders onzin verkopen. Met eigen ogen kunnen gewone Russen immers vaststellen dat de economie bezig is om te imploderen. Tegelijkertijd moeten ze het spel dat alles geweldig is gewoon meespelen. Want wat is het alternatief? Later schetst Curtis hoe Vladislav Surkov, als rechterhand van de Russische president Poetin, doelbewust begint te morrelen aan het concept waarheid, zodat diezelfde gewone Russen nooit zeker kunnen weten wat waar is en wat niet. Een strategie die vervolgens in de Verenigde Staten wordt toegepast door presidentskandidaat Donald Trump, die eerder in deze film al is opgevoerd als een gemankeerde ondernemer die als geen ander de façade van succes weet op te houden. De politicus Trump verslaat zo de journalistiek, stelt Curtis, want hij maakt de waarheid waarnaar zij zoeken volstrekt irrelevant.

Het is de slotsom van een nauwelijks te reproduceren narratief waarin op de één of andere miraculeuze manier ook Prozac, zelfmoordaanslagen, de voormalige Syrische dictator Hafiz al-Assad, cyberspace, de therapeutische computer ELIZA en het steeds weer, al naar gelang de behoefte van het westen, rebranden van de Libische leider Muammar Gaddafi tot vrijheidsstrijder of superschurk nog zijn geïncorporeerd. Met de grandeur van een ziener die de wijsheid al een leven lang in pracht heeft – en die trouwens ook wel van een lekker tegendraads muziekje houdt – toont Adam Curtis zijn toehoorders en -schouwers hier de wereld op een manier waarop ze die vast nooit eerder hebben gezien en zonder hem ook nooit meer zullen zien.

McCurry: The Pursuit Of Colour

Afghan Girl / Steamroller Media

In India kreeg de wereld kleur. Na enkele jaren buffelen voor een kleine krant in Philadelphia vond fotograaf Steve McCurry er in 1978 zijn stem. Hij ging voor het eerst met kleurfilm werken en ontdekte de bloemrijkste taferelen. Via buurland Pakistan belandde de Amerikaanse fotograaf vervolgens in Afghanistan, waar toen een bloedige oorlog met de Sovjet-Unie woedde. McCurry was er gek genoeg helemaal op zijn plek. ‘Hij koos de oorlog niet’, zegt Anthony Bannon, oud directeur van het George Eastman Museum of Photography, daarover. ‘Die koos hem.’

Daar, in dat jarenlange conflict, zou Steve McCurry in 1984 ook zijn beroemdste foto schieten: Afghan Girl, een portret van het twaalfjarige meisje Sharbat Gula dat in een Pakistaans vluchtelingenkamp was beland. Vanaf de cover van het tijdschrift National Geographic leek ze, met haar felgroene ogen, de wereld met een mengeling van wanhoop en verwijten aan te kijken. Pas toen hij enkele maanden later thuis zijn materiaal ging bekijken, ontdekte McCurry wat hij had gemaakt: een soort moderne Mona Lisa, een symbool voor alle slachtoffers van de oorlog.

‘Ik heb mijn leven gewijd aan het najagen van kleur’, zegt hij zelf in McCurry: The Pursuit Of Colour (53 min.). ‘Om de schoonheid van diversiteit uit te drukken.’ Samen met mensen uit zijn directe omgeving, zoals z’n zus Bonnie en vriend/schrijver Paul Theroux, loopt de fotograaf zijn loopbaan door en probeert intussen z’n filosofie onder woorden te brengen. Tegelijkertijd toont regisseur Denis Delestrac hoe de kwieke zeventiger nog altijd als een fotograferende nomade naar alle uithoeken van de wereld afreist, om te laten zien hoe kostbaar het leven is.

Aan het eind van de film komt ook de controverse aan de orde die ooit rond McCurry is ontstaan: in de nabewerking van zijn foto’s zou hij de waarheid nét iets te veel naar zijn hand hebben gezet. ‘Ik ben zeer dankbaar dat iemand dat heeft ontdekt en onder de aandacht heeft gebracht van mij en de wereld’, zegt hij onderkoeld tegen Delestrac. ‘Ik wil ze daar oprecht voor bedanken.’ Die kan zijn oren niet geloven. ‘Dat meen je niet, toch?’ Zijn gesprekspartner begint te lachen. ‘Nee, dat is bullshit.’

Steve McCurry is van mening dat hij als ‘visuele verhalenverteller’ meer artistieke vrijheid heeft dan een willekeurige fotojournalist. ‘Ik fotografeer niet voor jou’, zegt hij ferm. ‘Ik fotografeer ook niet voor iemand anders. Ik fotografeer voor mijn eigen plezier en hoop dat mijn foto’s communiceren. Punt.’ Wie niet beter weet – of gewoon heeft gezien: in de talloze foto’s waarmee dit verzorgde portret is aangekleed – zou bijna gaan denken dat die hele wereld hem gestolen kan worden.

A Compassionate Spy

IDFA

‘Als hij destijds had geweten van de gruweldaden van de Sovjet-regering, beweerde hij later, dan had hij nooit het lef gehad om informatie naar hen door te spelen’, zegt Joan Hall over de omstreden stap die haar echtgenoot Ted, enkele jaren voordat zij hem leerde kennen, als jonge man had gezet. ‘Dat is ongetwijfeld waar,’ voegt ze er direct aan toe. ‘Maar als hij ’t niet zou hebben gedaan, was dat slecht geweest voor de wereld.’

Als medewerker van The Manhattan Project in Los Alamos, een team van Amerikaanse militairen en wetenschappers dat tijdens de Tweede Wereldoorlog in het diepste geheim werkte aan de ontwikkeling van de atoombom, lekte de briljante natuurkundige Ted Hall samen met zijn studievriend van Harvard, Saville Sax, in 1944 geheimen naar de Sovjet-Unie, de grootmacht die na afloop van de oorlog de aartsvijand van de Verenigde Staten zou worden in de Koude Oorlog. 

Terwijl het Amerikaanse echtpaar Julius en Ethel Rosenberg in 1953 op de elektrische stoel belandde vanwege spionage, bleef Hall al die jaren uit de handen van de FBI. ‘De Rosenbergs waren maar kleine vissen als je ze vergelijkt met Ted Hall, stelt Joseph Albright, die samen met zijn vrouw Marcia Kunst het boek Bombshell: The Secret Story Of America’s Unknown Spy Conspiracy schreef. Pas in 1998, een jaar voor zijn dood, speelde de gewezen spion en hoofdpersoon van deze film eindelijk open kaart.

Met A Compassionate Spy (102 min.) stapt de gerenommeerde documentairemaker Steve James, de man achter portretterende coming of age-films als Hoop DreamsStevie en America To Me, buiten zijn eigen comfort zone en laat zich door Joan Hall, de kinderen van Ted en Saville en enkele historici meenemen naar het hart van de Koude Oorlog, die mede werd ingeleid door het Amerikaanse besluit om verpletterende atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki te gooien.

De VS wilden vooral indruk maken op de Sovjet-Unie, stelt auteur Daniel Axelrod (To Win A Nuclear War). Japan stond immers op het punt om zich over te geven. Ted Hall was tegen die tijd al gedesillusioneerd afgehaakt. Na de eerste geslaagde test met een atoombom herkende hij zichzelf totaal niet in de euforie binnen het Manhattan Project. Somber trok de jongeling zich terug op zijn kamer en nam een besluit dat zijn leven, dat van zijn latere gezin en wellicht zelfs de wereld zou veranderen.

James reconstrueert dit kleine vergeten verhaal, dat een grote geschiedenis representeert, met een combinatie van interviews, archiefmateriaal en een flinke hoeveelheid nagespeelde scènes met acteurs. Daarmee slaagt hij erin om de geest van de Koude Oorlog op te roepen en invoelbaar te maken wat er destijds op het spel stond. ‘De wereld is extreem dichtbij een totale ramp gekomen’, stelt Hall geëmotioneerd, tijdens een interview aan het einde van zijn leven en de film.

En die dreiging, waarschuwt Steve James in deze overtuigende historische documentaire, blijft actueel zolang er leiders of landen zijn die beschikken over atoomwapens.

Pleistocene Park

VPRO

Hij speelt voor God op zijn eigen kleine stukje aarde. Geofysicus Sergej Zimov maakt zich zorgen over het ontdooien van het Permafrost, want daardoor komen er allerlei broeikasgassen vrij en warmt de aarde nóg sneller op dan gevreesd. Daarom heeft Sergej – type gekke wetenschapper, van Russische origine bovendien – een lumineus plan bedacht: hij wil een verloren gegaan ecosysteem herstellen, een mammoetsteppe uit de IJstijd.

In een uithoek van Siberië is Zimov, sinds hij werd bevrijd van zijn plichtplegingen als wetenschapper in de Sovjet-Unie, samen met zijn volwassen zoon Nikita druk doende om een succes te maken van hun Pleistocene Park (101 min.). Daarvoor halen de Zimovs, met veel pijn en moeite, op allerlei plekken dieren op, die vervolgens worden uitgezet in het gebied: rendieren, muskusossen, paarden, wisenten, jaks, bosbizons, elanden en wapiti’s (maar die bleken nogal gemakkelijk over de omheining te kunnen springen). En ook de mammoet is natuurlijk van harte welkom.

Filmmaker Luke Griswold-Tergis laat zich rondleiden in het onherbergzame gebied van vader en zoon dat inmiddels zo’n 160 km2 beslaat, verdiept zich in hun bijzonder eigenzinnige wetenschappelijke experiment en raakt gaandeweg zelf ook steeds meer betrokken bij het project. Dit wordt met de ene na de andere uitdaging geconfronteerd: van geld- en logistieke problemen tot dwarsliggende dieren én een permanente stroom cameraploegen. Want zowel de hoekige Sergej Zimov als zijn wilde dieren en de ruige leefomgeving waarin zij leven zijn uiterst mediageniek.

Intussen zetten andere wetenschappers hun vraagtekens bij de missie van de Zimovs: is dit een reële oplossing voor het gehele Noordpoolgebied? En kan klimaatverandering hiermee werkelijk een halt toe worden geroepen? Pleistocene Park is desondanks geen topzware film. Griswold-Tergis hanteert een lichte toets: hij zet vol in op de kleurrijke personages, zoekt en vindt ook vaak de humor in wat er voor zijn camera gebeurt en verluchtigt het geheel bovendien met beurtelings vlotte en koddige muziekjes. Dit resulteert in een bijzonder amusante documentaire, die toch ook nog ergens over gaat.

Zelensky: A President At War

Ukrainian Presidency/Handout/Anadolu Agency via Getty Images/BNNVARA

Hij werd geboren in de Sovjet-Unie, sprak in zijn jeugd Russisch en heeft zich nu ontpopt tot de Nemesis van Ruslands leider Vladimir Poetin. De moed van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, die de Russische aanval op zijn land vooralsnog glansrijk doorstaat, wordt alom geroemd. Net als zijn mediawijsheid. Geen leider ter wereld communiceert op dit moment, via social media, zo effectief met zijn publiek: z’n eigen burgers, Russen en iedereen die een Derde Wereldoorlog vreest.

Op zo’n oorlog speculeerde hij zelf overigens al in een interview uit mei 2021. Dit conflict, zo voorspelde de Oekraïense leider toen, houdt niet op bij de grens van zijn land. Dat vraaggesprek speelt ook een belangrijke rol in Zelensky: A President At War (44 min.). In dit interessante journalistieke profiel van Dirk Schneider en Claudia Nagel belichten kenners van Oost-Europa, Rusland en Oekraïne de achtergronden van deze ‘oorlogsheld’ tegen wil en dank.

Nog niet zo lang geleden werd Zelensky beschouwd als een omhooggevallen televisiester, die met veel succes de rol van zijn leven, over een Oekraïense Meneer Doorsnee die bijna per ongeluk president van zijn land wordt, in de praktijk mocht gaan brengen. Een man bovendien, die aan de leiband liep van een dubieuze oligarch, Ihor Kolomoisky, en die er, eenmaal in het zadel geholpen, geen been inzag om onwelgevallige meningen de kop in te drukken.

‘Ik was positief verrast door hoe Zelensky zich vanaf het begin van de oorlog heeft opgesteld’, zegt historicus Andriy Portnov, kenner van de Oekraïense geschiedenis. Volgens hem heeft de president bewezen dat hij ‘een briljante politicus’ is. Een echte mediapoliticus ook. Een man die sinds de Russische inval bijvoorbeeld permanent oogt als een verzetsstrijder die recht van het front komt. Zo is hij in een wanhopig stemmende situatie hét symbool van de weerbaarheid van zijn land geworden.

Babi Yar. Context

Mokum

De omvang van het drama is nog altijd nauwelijks te bevatten. Bij Babi Yar, een ravijn nabij de Oekraïense hoofdstad Kiev, vindt in september 1944 een massa-executie plaats. Soldaten van het Duitse Sonderkommando 4a van de Einsatzgruppe C, bijgestaan door twee bataljons van de plaatselijke politie, vermoorden in totaal bijna 34.000 Joden.

Het lijkt een brute vergeldingsactie, voor tegenaanvallen die voor een ravage hebben gezorgd in het centrum van de Oekraïense stad. Even daarvoor hadden Duitse troepen Kiev dat nog met veel uiterlijk vertoon ingenomen. Ze hingen er posters op, van Adolf Hitler als grootmoedige bevrijder, en deelden vlaggetjes met hakenkruizen uit. En toen begonnen de explosies.

Als represaille wordt nu de complete Joodse gemeenschap van Kiev verwijderd: verdreven of afgeslacht. En de lokale bevolking ziet het aan en laat het gebeuren. ‘Per uur wordt het leven in de stad weer normaler’, schrijft een Duitsgezinde krant zelfs op 5 oktober 1941. ‘Kiev, bevrijd van de oriëntaalse barbaren, kan opgelucht ademhalen en aan een nieuw leven beginnen.’

Babi Yar. Context (121 min.) is opnieuw een documentaire waarin Sergei Loznitsa nauwgezet een stuk 20e eeuwse geschiedenis van Oost-Europa doorneemt. Met veelal zwart-wit filmfragmenten en foto’s, soms voorzien van een nieuwe geluidstrack, reconstrueert hij de aanloop naar en jarenlange afwikkeling van de moordpartij bij Babi Yar, die precies halverwege de vertelling is gesitueerd.

Loznitsa laat de beelden het werk doen en voegt zelf alleen verbindende teksten in beeld toe. Die zijn doorgaans feitelijk van aard. Als het lot van de Joodse gemeenschap zich heeft afgetekend, permitteert hij zich alleen een uitstapje naar een tekst van schrijver Vasily Grossman, Oekraïne Zonder Joden. In even simpele als verpletterende woorden schetst die de menselijke catastrofe.

En dan neemt het Rode Leger in 1943 Kiev en omgeving weer in. Met een militair vertoon, dat een kopie van de Duitse exercitie en de reactie daarop van de stadsbevolking lijkt. Als de Hitler-posters weer zijn verwijderd, kan een levensgroot portret van Stalin op zijn plek worden gehangen en claimt de latere Sovjet-leider Chroestjov de overwinning in deze zeer effectieve historische reconstructie.

Na de oorlog moeten een aantal betrokkenen zich voor een militair tribunaal verantwoorden voor de massa-executie. Loznitsa toont gedetailleerde verklaringen van enkele overlevenden/ooggetuigen en een Duitse SS-soldaat die zelf inschat dat hij ongeveer 120 mensen executeerde. En dan volgt de naargeestige afrekening op een schavot, ten overstaan van een enorme mensenmenigte.

Chernobyl: The New Evidence

VPRO

Sinds de opening in 1977 werd de kerncentrale van Tsjernobyl, gesitueerd in het dunbevolkte noordelijke deel van de toenmalige Sovjet-republiek Oekraïne, omgeven door geheimzinnigheid. En vanaf het begin waren er ook zorgen over de veiligheid, blijkt nu uit honderden geheime rapporten die onlangs zijn opgediept uit KGB-archieven. ‘Tsjernobyl was slecht ontworpen, was slecht gebouwd en werd slecht gerund’, stelt de erg nadrukkelijk aanwezige verteller Rolan Bell in het journalistieke tweeluik Chernobyl: The New Evidence (94 min.).

De kerncentrale was een tijdbom, die elk ogenblik tot ontploffing kon komen. Op 26 april 1986 was het zover: reactor nummer vier explodeerde en zette zo een fatale kettingreactie in gang. Er kwamen dodelijke radioactieve stoffen vrij, die zich al snel verspreidden over de directe omgeving en van daaruit, met de wind, koers zetten richting het westen, de rest van Europa. Niet dat dit de eerste prioriteit leek van de Sovjetleiders. Die concentreerden zich vooral op het wegwerken van de publicitaire ‘fallout’ van de ramp, in plaats van op de gevaren voor mens en aarde.

Een navrant voorbeeld daarvan is hoe ze in het diepste geheim, met vliegtuigen vol gedroogd ijs, regenbuien wisten te veroorzaken. Daarmee slaagden de Sovjets erin om de koers bij te sturen van een radioactieve wolk, die onderweg was naar Moskou. De 1 mei-viering in de hoofdstad kon daardoor zonder problemen doorgaan. Intussen belandde de giftige regen in Kiev, waar deelnemers aan de 1 mei-parade, waaronder veel kinderen, zonder enige vorm van waarschuwing werden blootgesteld aan radioactieve straling. Pas jaren later werden de gevolgen daarvan duidelijk: kanker.

Op basis van onlangs vrijgegeven documenten reconstrueert documentairemaker Andy Webb met medewerkers, omwonenden, militairen, artsen en wetenschappers de aanloop naar en gevolgen van de grootste kernramp uit de geschiedenis, die zich midden in de Koude Oorlog voltrok en nog altijd een schaduw werpt over Tsjernobyl en omgeving. Met soms onverwachte effecten, volgens deze interessante docu. Als een toch wat wrang geluk bij een ongeluk ontstond er in dat niemandsland bijvoorbeeld een soort natuurgebied, waar allerlei wilde dieren een nieuw thuis hebben gevonden.

Gorbachev. Heaven

VPRO

Tijdens het bekijken van een televisiereportage over zijn verdiensten als laatste leider van de Sovjet-Unie sukkelt hij langzaam in slaap. Michail Gorbatsjov wordt vervolgens ruw gestoord door zijn koekoeksklok. Droomde hij misschien over glasnost en perestrojka, de begrippen die worden geassocieerd met de tijd waarin hij het communistische bewind democratiseerde – en, volgens critici, om zeep hielp? Of is hij in gedachten verdwenen naar de tijd dat zijn vrouw Raisa en hij nog onafscheidelijk waren?

Vitaly Mansky, die eerder met Putin’s Witnesses een film maakte over Gorbatsjovs opvolgers Boris Jeltsin en Vladimir Poetin, bezoekt de voormalige Sovjet-leider in het huis, vlakbij Moskou, dat hij voor de rest van zijn leven in bruikleen heeft gekregen van de staat. Hij leeft er alleen, omringd door enkele getrouwen. Een oude man inmiddels, die zich met een rollator door het huis beweegt. Al zijn kinderen en kleinkinderen zijn woonachtig in het buitenland. Sinds de dood van Raisa komen ze niet meer langs en is hij de zin in en van het leven kwijtgeraakt.

Gorbachev. Heaven (99 min.), de weerslag van wat hij zelf gekscherend ‘een dialoog met een weirdo’ noemt, laat zien dat in zijn broze, bijna negentigjarige lichaam nog altijd een scherpzinnige denker huist, die regelmatig een rookgordijn van woorden optrekt, zo nodig scherp of met de nodige (zelf)spot Mansky’s vragen over zijn (politieke) leven pareert en af en toe zelfs een gedicht reciteert of een zwaarmoedig lied aanheft. Een man met aanmerkelijk meer verleden dan toekomst, dat beseft hij zelf ook wel.

En in de rest van de wereld mag hij dan een held zijn, in eigen land is Gorbatsjov een omstreden oud-leider die nauwelijks waardering krijgt voor het feit dat hij nooit naar de wapens heeft gegrepen toen zijn eigen positie in gevaar kwam. Mansky wil weten hoe hij daar nu op terugkijkt en waarom het steeds maar niet wil lukken met de democratie in Rusland. Het verbale steekspel tussen de filmmaker en zijn hoofdpersoon – meestal mild en ironisch, een enkele keer venijnig – geeft sjeu aan deze kalme, bespiegelende film, die vooral in de smaak zal vallen bij degenen voor wie de Sovjet-Unie en het uiteenvallen daarvan nooit tot het grijze verleden gaan behoren.

Turn Your Body To The Sun

Cinema Delicatessen

Een militair tribunaal legde Sandar Valiulin op 29 juni 1945 tien jaar werkstraf op in een heropvoedingskamp. De Tweede Wereldoorlog was nauwelijks zes weken voorbij. Van Hitlers hel werd hij veroordeeld tot Stalins socialistische ‘paradijs’. ‘Jullie worden naar de Goelag gebracht als landverraders’, leest zijn dochter Sana Valiulina, een schrijfster die al dertig jaar in Nederland woont, uit het vonnis voor aan haar zus Dinar. ‘Met jullie lafheid hebben jullie het Rode Leger beschaamd.’

Ruim 75 jaar later reizen de Russische zussen per trein hun vader achterna, naar de Goelag Archipel, van waaruit hij ooit begon te schrijven met hun moeder Tagira. Intussen ontleden ze het leven van de Tataarse jongen die in 1941 op negentienjarige leeftijd onder de wapenen werd geroepen. Sandar zou tijdens de oorlog in handen én aan de zijde van Hitler belanden. Een landverrader dus, volgens Stalin. En één van de weinige Russische krijgsgevangenen van de Duitsers die überhaupt overleefde.

Aan de hand van de bevindingen van Sandars dochters Sana en Dinar en zijn eigen  geschriften, ingelezen door Andrey Rudensky, dringt regisseur Aliona van der Horst in Turn Your Body To The Sun (93 min.) steeds dieper door in het leven van die ene getormenteerde Russische soldaat en de ontwrichtende wereld waarin hij halverwege de twintigste eeuw leefde. Ze heeft daarbij een uitgesproken troef: prachtig beeldmateriaal uit die tijd, dat ze echt ten volle uitbuit.

Van der Horst heeft de beelden ingekleurd (waarbij ze bovendien regelmatig inzoomt en veelvuldig gebruik maakt van slow-motion) en ondersteunt die met een zeer uitgesproken sounddesign, dat het materiaal een hypnotiserend karakter geeft. Zo overbrugt ze de driekwart eeuw die sindsdien zijn verstreken. De mannen van toen, die fel, glazig of beschadigd in de camera kijken, lijken simpelweg tot het hier en nu te behoren. Het zijn beelden van een verpletterende schoonheid.

Net als in haar vorige film Liefde Is Aardappelen (2017) belicht Aliona van der Horst, die een Russische moeder heeft en in Nederland opgroeide, zo via een klein familieverhaal een grotere geschiedenis. Uit de tijd dat Stalin de Sovjet-Unie in een ijzeren greep hield. Hoewel de man zelf al bijna zeventig jaar dood is, lijkt zijn erfenis nog altijd alomtegenwoordig. Stalins miljoenen slachtoffers bleven intussen veelal naamloos.

Gewone burgers zoals Sandar Valiulin belanden simpelweg in de kantlijn van de helden/wandaden van de grote leiders. ‘Mijn vader leefde bijna veertien jaar buiten het normale leven’, stelt Sana niet voor niets tegen het einde van deze poëtische film. Haar zwijgzame vader moest daarna getekend verder. Even daarvoor probeerde ze dat te omschrijven: ‘Zijn leven was…’. Ze zoekt naar het juiste woord in het Russisch en houdt het uiteindelijk bij een Nederlandse term: ‘onvervuld’.

State Funeral

Mokum

De ene na de andere delegatie komt eer betonen aan de overleden leider. Uit landen zoals Polen, de DDR en Hongarije, natuurlijk. En vertegenwoordigers van communistische partijen uit westerse landen. Ernstig kijkende mannen, en een enkele vrouw, die al even serieus de hand schudden van het officiële ontvangstcomité. De gestorven leidsman beziet de plichtplegingen vanaf foto’s en schilderijen. Hij oogt als een beminnelijke man, een wijze vader des vaderlands.

Even daarvoor is het volk, in elke uithoek van de Sovjet-Unie, tot in detail geïnformeerd over de verslechterende gezondheidstoestand van Jozef Vissarionovich Stalin (1878-1953) en zo voorbereid op diens dood. Taferelen van massale rouw gaan vervolgens vergezeld van een monotone stem die via een omroepsysteem het verzamelde volk toespreekt. ‘Onze vader is overleden’, klinkt het in de gezwollen taal die ook hedendaagse leiders als Kim Jong-un begeleidt en die, als je de zweep nooit hebt gevoeld die op de woorden kan volgen, onvermijdelijk op de lachspieren werkt. ‘Onze harten lopen over van verdriet. Hij zal nooit meer de hand van een kameraad schudden.’

Óf – zo weten alle rouwenden dondersgoed – een kameraad naar de Goelag sturen of in het kader van ‘De Grote Zuivering’ voorgoed laten verdwijnen. Ruim 27 miljoen landgenoten werden onder zijn bewind vermoord. Nog eens vijftien miljoen kameraden stierven de hongerdood. Aan de zwarte kant van Stalins regeerperiode wijdde regisseur Sergei Loznitsa enkele jaren geleden al de documentaire The Trial, waarin de schijnprocessen tegen vooraanstaande Russische wetenschappers worden ontleed, een huiveringwekkende voorbode van de zwartste jaren van zijn schrikbewind.

State Funeral (135 min.) behandelt in een vergelijkbare opzet de vierdaagse plechtigheden rond het overlijden van de dictator in 1953. Met niet eerder vertoond beeldmateriaal reconstrueert Loznitsa minutieus de overdadige rouwrituelen van een land dat los moet komen van de man die de verpersoonlijking van het Sovjetsysteem is geworden en decennialang ieders leven heeft gedomineerd. Van hele volksstammen die blindelings in de grote leider zijn gaan geloven en nu in diepe rouw lijken te zijn verzonken – en anderen die dat voor de zekerheid ook na zijn dood blijven veinzen. Naamloze dienaren van de natie, een politiek idee of gewoon ‘de partij’.

Sergei Loznitsa maakt ook van deze film één lange, lange treurmars: in stijf zwart-wit of juist bloemrijke kleuren, inclusief natuurlijk sprekend communistisch rood. Oneindig gezeul met voluptueuze rouwkransen, begeleid door dramatische klassieke muziek. Door mannen met strakke gezichten en vrouwen die met een zakdoek hun tranen bedwingen. Oprecht dan wel zuiver ritueel verdriet. Het onderscheid is nauwelijks te maken. Net als de plechtigheden na Stalins dood trekt State Funeral zo traag en statig voorbij, een schier eindeloze herhaling van zetten. En net als zijn film over Stalins schijnprocessen is het vastleggen daarvan geschiedkundig van wezenlijk belang, maar vereist dit ook een erg lange adem bij de kijker.

Transnistra

VPRO

Vijf tienerjongens en één meisje: Tanya Lipovskaya. Ze speelt voortdurend een spel met hen. Van aantrekken en afstoten. De pubers zijn als was in haar handen. Alles draait om haar. Als ze door vervallen gebouwen struinen, stoeien in een meertje of elkaar even verderop de loef afsteken met halsbrekende capriolen. Tanya geniet zienderogen van alle aandacht die haar ten deel valt. Terwijl ze toch echt een vriendje heeft. Stiekem. In het buitenland. Via hem kan ze hier misschien wegkomen.

Want het land waarin de Zweedse filmmaakster Anna Eborn hen toont mag met zijn ongerepte natuur, weldadige rust en bedwelmende zonnelicht dan idyllisch lijken, het lijkt in werkelijkheid geen toekomst te hebben. En ook nauwelijks een verleden. Toen de Sovjet-Unie begin jaren negentig uiteenviel, scheidde Transnistrië zich af van Moldavië. De natie wordt alleen door vrijwel niemand erkend. Welke toekomst heeft de jeugd van een land dat niet eens op eigen benen mag staan?

Niet dat zulke vragen expliciet aan de orde komen in de documentaire Transnistra (95 min.), in 2019 winnaar van de VPRO Big Screen Award op het Internationaal Film Festival Rotterdam. Eborn observeert de jongeren tijdens een schijnbaar eindeloze zomer, voordat het echte leven gaat beginnen. Ze beziet hun geflirt, gesprekken en gebakkelei van dichtbij en begeleidt dit met een zwoele soundtrack. In de wetenschap dat het ooit ophoudt. En dat duurt inderdaad niet lang meer. Op naar een volgend jaargetijde.

Als de winter het bijna-land bereikt, dienen ook keuzes voor de toekomst zich aan in deze treffende film over jonge mensen en het leven dat ze voor zich zien – of gewoon voor de boeg hebben. Hier, in de wereld die ze al van haver tot gort kennen. Of, in Tanya’s geval, in een onbekend Verweggistan waar het natuurlijk niet vanzelfsprekend beter is.