Free Leonard Peltier

The Film Collaborative

Dat hij op die 26e juni 1975 op de Pine Ridge Indian Reservation in South Dakota op FBI-agenten heeft geschoten, geeft Leonard Peltier toe. Het was volgens hem zelfverdediging. Dat hij de agenten Ronald Williams en Jack Coler in koelen bloede heeft geëxecuteerd, ontkent de ‘Native American’ echter ten enen male. ‘Ik heb nog nooit in mijn leven iemand vermoord’, stelt Peltier, inmiddels begin tachtig. Hij zit al een halve eeuw in de gevangenis. Volgens zijn achterban is hij de langstzittende politieke gevangene van de Verenigde Staten – en een exemplarisch voorbeeld van hoe Amerika z’n inheemse bevolking behandelt.

In Free Leonard Peltier (108 min.) lichten Jesse Short Bull en David France de pijnlijke zaak, die in 1992 al eens werd behandeld in Michael Apteds klassieke documentaire Incident At Oglala, nog eens helemaal door. Daarvoor zoomen ze eerst uit: naar hoe de troosteloze situatie van de oorspronkelijke bewoners van de VS, die steeds opnieuw zijn bedrogen door ‘de witte man’ en ondertussen werden verdreven naar reservaten, begin jaren zeventig noopt tot actie. De belangenorganisatie AIM (American Indian Movement) begint zich te manifesteren met de zogeheten Trail Of Broken Treaties, organiseert een protestactie in het omstreden Bureau Of Indian Affairs en bezet 71 dagen lang Wounded Knee, een plek waar ruim tachtig jaar eerder een enorm bloedbad werd aangericht.

Als het in 1975 tot een dodelijke schietpartij komt bij Pine Ridge – de dood van de ‘Native American’ Joe Stuntz leidt overigens nooit tot vervolging – worden er drie inheemse activisten gearresteerd. Dino Butler en Bob Robideau beroepen zich op zelfverdediging en worden vrijgesproken. Leonard Peltier krijgt echter levenslang – hoewel er nauwelijks bewijs is tegen hem. Daarbij weegt zwaar dat zijn eigen vriendin Myrtle Poor Bear een getuigenverklaring tegen Peltier heeft afgelegd. Één probleem daarbij: Leonard kent Myrtle helemaal niet. Hij verdwijnt desondanks achter de tralies. De ongerijmdheden in deze zaak zullen in de navolgende decennia nog veel aandacht krijgen in de media. Tot vrijlating komt ‘t, ook door aanhoudende protesten vanuit de FBI, echter nooit.

Short Bull en France zetten deze tragische geschiedenis netjes op een rij, met gebruik van split screen en bezwerende inheemse muziek, en sluiten verder aan bij een nieuwe poging van de gedreven activisten Holly Cook Maccaro en Nick Tilsen om Peltier, die inmiddels bijna vijftig jaar vastzit en allerlei gezondheidsproblemen heeft, alsnog vrij te krijgen. Ze hopen president Joe Biden begin 2025 te bewegen om in de allerlaatste dagen en uren van zijn ambtstermijn alsnog amnestie te verlenen aan dit icoon van hun gemeenschap. Dan krijgt deze historische documentaire, die nog wat traag op gang is gekomen, ineens ook een enorme emotionele lading. ‘Ik ben verdomme een strijder’, zegt Peltier vanuit de gevangenis fel tegen Maccaro. ‘Ik ga nu echt niet opgeven!’

Free Leonard Peltier is begin 2025 in première gegaan op het Amerikaanse Sundance Film Festival, maar heeft sindsdien, vanwege nieuwe ontwikkelingen in de zaak, een ander, zeer aangrijpend slot gekregen. En, met een beetje geluk, wordt de vertoning van deze cruciale film over een schandvlek in Amerika’s geschiedenis, net als onlangs op het International Documentary Festival Amsterdam, ingeleid door Leonard Peltier zelf, een man met een broos lichaam, maar nog altijd met een roestvrijstalen wil. ‘We hebben jullie hulp nodig in dit gevecht’, houdt hij de kijker dan voor, recht in de camera kijkend. ‘Één allerlaatste gevecht.’

Neil Young, The Reasons Of Wrath

NTR

Hij durft de strijd aan te binden met presidenten. Neil Young, wereldverbeteraar op zang, gitaar en mondharp. Hij geeft Richard Nixon er bijvoorbeeld van langs in Ohio, als die in 1970 de Nationale Garde afstuurt op een demonstratie op Kent State University, met vier dode studenten tot gevolg. Hij zingt Let’s Impeach The President nadat George W. Bush in 2003 Irak is binnengevallen. En hij schaart zich openlijk achter de Democraat Bernie Sanders als de Republikeinse kandidaat Donald Trump zich ongevraagd zijn hit Rockin’ In The Free World heeft toegeëigend als campagnelied.

In de tv-docu Neil Young – The Reasons Of Wrath (52 min.) loopt regisseur Thomas Boujut het leven en de loopbaan van de gedreven Canadese muzikant nog eens door, aan de hand van zijn liedjes en de sociale initiatieven die daaruit zijn voortgevloeid. Zo probeert Young bijvoorbeeld sinds halverwege de jaren tachtig, samen met Willy Nelson en John Mellencamp, Amerikaanse boeren een hart onder de riem te steken met het Farm Aid-festival. En hij verzet zich ook in woord en muziek tegen Monsanto, het dominante bedrijf in de landbouwsector dat menige boer het mes op de keel zet.

Young laat zich dan kennen als een eigenwijs en principieel man. Tegelijkertijd toont hij ook zijn zachte kant in dit rechttoe rechtaan portret, waarin een alwetende verteller links, connecties en dwarsverbanden vindt in oude interviews, concertfragmenten en ander archiefmateriaal van de protagonist. De loner Neil bijvoorbeeld die een zielsverwantschap voelt met een Old Man op het platteland. De familieman Neil die via modeltreinen contact legt met zijn ernstig gehandicapte kinderen. En de autoliefhebber Neil die zijn passie probeert te verenigen met zijn milieubewustzijn.

Het zijn niet meer dan willekeurige ijkpunten in een leven dat ten volle lijkt te zijn geleefd – en dat na tachtig jaar ogenschijnlijk nog altijd voluit wordt geleefd. Deze archieffilm, die buiten de vertelstem dus volledig uit al bestaand materiaal bestaat, werpt daarop geen nieuw licht en graaft ook niet al te diep, maar zet alles nog eens netjes achter elkaar. Neil Young, de man, muziek en missie.

The Alabama Solution

HBO Max

Nergens in de Verenigde Staten sterven er zoveel gedetineerden door een overdosis, worden er zoveel moorden gepleegd en zijn er zoveel zelfdodingen als in de gevangenissen van Alabama. Niet dat het Amerikaanse publiek daar doorgaans veel van meekrijgt. Het hooggerechtshof heeft bepaald dat gevangenisdirecteuren journalisten kunnen weigeren als de veiligheid of beveiliging in het geding komt. En dus bereikt in de regel alleen de officiële werkelijkheid de buitenwereld.

Als filmmaker Andrew Jarecki, die eerder de documentaireklassiekers Capturing The Friedmans en The Jinx maakte, in 2019 mag filmen bij een feestelijke barbecue in de Easterling Correctional Facility, wordt hij stiekem benaderd door gedetineerden. Ze willen graag de achterkant van The Alabama Solution (114 min.) laten zien: ernstige misstanden. De cellen zitten overvol, terwijl de gevangenisstaf volstrekt onderbezet is. Ze leven in ronduit erbarmelijke omstandigheden, waarbij geweld onvermijdelijk is.

Samen met coregisseur Charlotte Kaufman komt Jarecki al snel de ernstige mishandeling van Steven Davis op het spoor. Hij is zelfs afgevoerd naar het ziekenhuis. Eenmaal daar aangekomen blijkt Davis echter al te zijn overleden. Hij zou een bewaarder hebben aangevallen en is daarna flink aangepakt. Zijn familie heeft ernstige twijfels bij de officiële lezing van de feiten en wordt daarin bijgevallen door enkele medegevangenen van Steven, die al een tijd ijveren voor gevangenishervormingen.

Raoul Poole, Robert Earl Council en Melvin Ray hebben afstand genomen van hun criminele verleden, zijn in de wetboeken gedoken en vormen tegenwoordig de Free Alabama Movement. Zij leggen met hun mobiele telefoons consequent de abominabele leefomstandigheden in de gevangenissen van hun staat vast. Daaraan zit ook een prijs: de gevangenisleiding probeert hen het leven onmogelijk te maken. Want de manier waarop gevangenissen in Alabama worden gerund, moet beschermd worden.

En dat lijkt – over perverse prikkels gesproken – niet geheel los te staan van de economische waarde die gedetineerden vertegenwoordigen. Zij worden stelselmatig ingezet als goedkope arbeidskrachten, ook buiten de gevangenismuren. Tegelijk krijgen steeds minder gedetineerden hun ‘parole’ toegekend. ‘Ze vertrouwen me het werken in de gemeenschap toe’, klaagt Poole. ‘Maar ze vertrouwen me dan weer niet genoeg om me voorwaardelijk in vrijheid te stellen, zodat ik naar huis kan om bij mijn familie te zijn.’

Dit schotschrift tegen de Amerikaanse gevangenis(industrie), in de loop van ruim tien jaar gefilmd, agendeert deze kwestie overtuigend. De beelden van structurele misstanden – van eenzame opsluiting tot buitensporig geweld – spreken in dat verband voor zich. Zoals ook het onderzoek naar de verdachte dood van Steven Davis toch wel heel veel vragen oproept, in het bijzonder over de getuigenverklaring van zijn celgenoot James Sales, die maar niet overtuigend worden beantwoord door de autoriteiten.

Hoewel The Alabama Solution waarschijnlijk niet zo’n klassieker wordt als Jarecki’s eerdere werk – daarvoor borduurt deze pijnlijke film toch te nadrukkelijk voort op eerdere gevangenisdocu’s – is de boodschap onontkoombaar: de kwaliteit van een samenleving is ook af te meten aan hoe humaan die omgaat met de leden die erbuiten zijn geplaatst.

Memphis To The Mountain

Disney+

De disclaimer voor de eerste aflevering van Memphis To The Mountain (155 min.) is even tragisch als veelzeggend: ‘Een jaar nadat deze documentaire werd gefilmd is Jarmond Johnson, één van de mensen die je nu gaat ontmoeten, neergeschoten en gedood in South Memphis. Dit verhaal is opgedragen aan Jarmond.’

Je zou het een valse start kunnen noemen voor een inherent optimistische onderneming. In Soulsville, een achterbuurt van zuid-Memphis, hebben Chris Dean en Hollywood-regisseur Tom Shadyac een non-profit klimhal opgestart. Bij Memphis Rox kunnen sindsdien ook zwarte jongeren uit ‘the hood’ leren klimmen. En nu hebben ze zelfs het plan opgevat om met enkele jongeren Mount Kenya te gaan bedwingen.

De negentienjarige Mike Lee bijvoorbeeld. Hij slaapt sinds enige tijd in z’n auto op de Rox-parkeerplaats en mag al snel in een tentje kamperen in de gemeenschappelijke tuin. Hij begint direct fanatiek te trainen op de klimmuur. En, natuurlijk, Jarmond Johnson, een goedlachse kerel die na een tijd in de gevangenis een thuis vindt bij het klimcentrum en zich daar ontfermt over ‘Wheezy’, een joch met ademhalingsproblemen.

In de eerste twee afleveringen van deze driedelige serie van Zachary Barr begeven de Rox- jongeren zich naar respectievelijk de zwarte outdoor-instructeur Phil Henderson in Colorado en Free Solo-klimmer Alex Honnold in de bergen van Nevada voor een stoomcursus buitenklimmen Als het team afdoende lijkt te zijn geprepareerd om zichzelf te gaan overwinnen in Afrika, blijken er alleen toch nog wat hobbels te zijn.

In een indrukwekkend decor worden de klimmers vervolgens tot het uiterste getest in de slotaflevering. Individueel en als groep krijgen ze te maken met angst, hoogteziekte, kou en uitputting. Ze komen zichzelf meermaals keihard tegen. En Barr heeft daarvan een meeslepend verslag gemaakt, dat de climax vormt van een (groeps)proces dat weliswaar tamelijk voorgekookt oogt, maar desondanks boeit en raakt.

Eenmaal terug uit Kenia en weer op vertrouwde grond in Memphis kunnen de deelnemers deze louterende ervaring in de bergen gebruiken voor hun verdere levens. Alleen het leven van Jarmond Johnson, die in Afrika de bijnaam ‘Bazu’ (grote broer) heeft gekregen, wordt kort na terugkeer dus rigoureus afgebroken. Hij wordt niet ouder dan 25 en leeft nu een héél klein beetje voort via deze aardige serie.

A Body In The Snow: The Trial Of Karen Read

HBO Max

‘Hos long to die in the snow?’ Die Google-zoekopdracht, ingetoetst in de nacht van 29 januari 2022, biedt Karen Read wellicht een uitweg. De vraag van haar kennis Jennifer McCabe, inclusief tikfout, impliceert dat die ervan op de hoogte is dat Reads geliefde, politieman John O’Keefe, op dat moment in de buurt van het huis van McCabes zus Nicole Albert in de sneeuw ligt dood te gaan. Na een avondje stappen waren ze met z’n allen nog wat gaan borrelen bij de Alberts aan 34 Fairview in Canton, Massachusetts.

Karen Read, een financieel analist van nét in de veertig, wordt nu Johns dood aangewreven. Ze zou na die dronken avond, al dan niet bewust, tegen hem zijn aangereden en hem vervolgens in de directe omgeving van het huis van de Alberts hebben achtergelaten in de kou. Toen zijn lichaam enkele uren later levenloos werd aangetroffen, sprak ze dat ook uit. ‘Did I hit him? Coud I have hit him?’ Later herhaalde ze die gedachte volgens getuigen. ‘I hit him.’ Drie keer achter elkaar maar liefst.

Ze hadden die dag ruzie gehad, geeft Karen Read toe. En ja, ze liet die nacht woedende boodschappen achter op zijn voicemail. Maar nee, ze is niet schuldig aan O’Keefes dood. Om die boodschap kracht bij te zetten geven Read en haar advocaten filmmaakster Terry Dunn Meurer ruim baan om hen voor en tijdens de rechtszaak te filmen. Het resultaat ligt er nu, nét voordat die zaak een nieuwe fase ingaat: de vijfdelige true crime-serie A Body In The Snow: The Trial Of Karen Read (215 min.).

Hoewel de serie vast was bedoeld als onderdeel van de verdedigingsstrategie, laat Dunn Meurer ook personen uit de entourage van John O’Keefe en onafhankelijke deskundigen aan het woord, die zich soms genoodzaak zien om de wilde theorieën te ontzenuwen die Team Read rondstrooit. Want dat wil vooral twijfel zaaien en richt zich in het bijzonder op Michael Proctor, de leider van het politieonderzoek die wordt neergezet als een variant op Mark Fuhrman, de ‘bad cop’ die O.J. Simpson erin zou hebben geluisd voor moord.

Het standpunt van de verdediging wordt ook uitgedragen door de losgeslagen influencer Aidan Kearney, alias Turtleboy, die een heuse Free Karen Read-beweging heeft opgestart. Ingefluisterd door Team Read. Bij de rechtbank maken demonstranten luidkeels duidelijk dat zij onschuldig is. In roze shirts. Tegenover ‘blauw’ voor de mensen die willen dat Read wordt veroordeeld voor de dood op een politieman. De zoektocht naar de waarheid is dan allang verworden tot een ongelooflijk mediaspektakel.

Deze serie is daar natuurlijk onderdeel van. Alles komt op tafel: bodycambeelden van de agenten die het lichaam vonden en de verdachte aanhielden, persoonlijke berichten van vrijwel alle mensen die betrokken raakten bij de zaak en beelden uit de rechtbank, van soms tamelijk verbijsterende getuigenverklaringen. Waarbij toch onmiskenbaar de indruk ontstaat dat Read en haar team het ‘flooding the zone with shit’-principe hanteren. Zodat alle betrokkenen besmeurd raken – en de waarheid uit het zicht.

De family O’Keefe ontbreekt overigens in deze aardige weerslag van dat ontluisterende proces. Die heeft volgens dit artikel van Vanity Fair z’n medewerking al toegezegd aan een Netflix-productie over John O’Keefes dood. Want, ja, zo gaat dat in true crimeland. In elk misdrijf zit in potentie een saillant verhaal, dat televisiemakers maar al te graag willen vertellen. En elke partij in zo’n zaak zoekt dus de meest geschikte samenwerkingspartner.

Free At Last: Onopgeloste Verhalen Over Apartheid

VPRO

Ruim veertig jaar was Zuid-Afrika, onder de noemer Apartheid, een volledig gesegregeerd land. Een kleine minderheid van witte Afrikaners, veelal van Nederlandse afkomst, regeerde met harde hard over de zwarte meerderheid van de bevolking. Nelson Mandela, de leider van het African National Congress (ANC) zat bijvoorbeeld bijna dertig jaar in de beruchte gevangenis van Robbeneiland.

Premier Hendrik Verwoerd (1958-1966), die wordt beschouwd als de architect van Apartheid, bleef volgens zijn kleinzoon Wilhelm altijd stug volhouden dat het systeem een voorbeeld van ‘goed nabuurschap’ was: iedere etnische groep kreeg immers z’n eigen thuisland. Toen Apartheid in 1990 officieel werd afgeschaft en Mandela enkele jaren later president werd namens het ANC, had de zwarte bevolking echter nog heel wat wonden te likken.

Via een Truth & Reconciliation Commission (TRC) probeerde Zuid-Afrika in die jaren schoon schip te maken. De driedelige docuserie Free At Last: Onopgeloste Verhalen Over Apartheid (152 min.) van Xoliswa Sithole, Misha Wessel en Thomas Blom laat zien dat zo’n waarheidscommissie zeker geen wondermiddel is. Van de driehonderd zaken die de TRC destijds wilde laten vervolgen, heeft er nog niet één tot een veroordeling of gevangenisstraf geleid.

De wonden van het bloedbad in Sharpeville in 1960, waarbij de Zuid-Afrikaanse politie het vuur opende op ongewapende demonstranten tegen de Apartheidspolitiek, blijken ruim zestig jaar later bijvoorbeeld nog altijd niet geheeld. Volgens nabestaanden en direct betrokkenen waren er destijds veel meer doden dan het officiële aantal van 69. Erkenning daarvoor is altijd uitgebleven – zoals ook het lot van sommige slachtoffers nog altijd onduidelijk is.

De politieke activist Ahmed Timol zou verder in 1971 uit het raam zijn gesprongen bij het John Vorster Square Police Station in Johannesburg. Zijn broer Mohammad is ervan overtuigd dat hij in werkelijkheid naar beneden is geduwd. Die mening wordt gedeeld door Tilana Stander, de dochter van politieman Joao Rodrigues. Hij zou verantwoordelijk zijn geweest voor de marteling en dood van Timol. Zijn dochter besluit nu om het onderzoek een handje te helpen.

Via zulke voorbeelden toont deze krachtige miniserie, waarvoor de Zuid-Afrikaanse journaliste Iman Rappetti als verteller fungeert, hoe het verleden nog altijd de hedendaagse verhoudingen dicteert. Chappie Klopper, die als voormalig lid van het moordcommando Vlakplaas tegen z’n ex-collega’s getuigde en zich nu voor het eerst voor de camera uitspreekt over zijn eenheid, moet bijvoorbeeld nog altijd over zijn schouder kijken. Hij voelt zich nergens veilig.

Ephraim Mfalapitsa wordt eveneens gehaat. Hij was ooit lid van de gewapende ANC-vleugel MK, maar verliet de organisatie omdat hij medeplichtig werd gemaakt aan een interne afrekening. Tegenwoordig staat hij te boek als de informant die in 1982 de de zogenaamde ‘Cosas Four’ verlinkte bij Vlakplaas. De vader van Tshepo Mokgatle werd daarna vermoord door het commando. Sindsdien vecht zijn zoon, destijds nauwelijks een maand oud, tevergeefs voor gerechtigheid.

‘Mensen zoals ik, die hebben gemoord, moeten praten’, stelt Stefaans Coetzee, een voormalig lid van een witte extreemrechtse militie dat tot inkeer is gekomen. ‘Die verhalen zijn nodig om Zuid-Afrika te laten helen.’ Dat gaat alleen zeker niet vanzelf. Zolang bepaalde (in)direct betrokkenen de verantwoordelijkheid voor hun daden kunnen ontlopen, blijven het verdriet en de pijn van slachtoffers en nabestaanden onverminderd opspelen en voor spanningen zorgen.

Afgaande op Free At Last gaan er nog wel wat jaren overheen voordat Zuid-Afrika zich definitief heeft bevrijd van het juk van Apartheid.

Menendez Brothers: Misjudged?

HBO Max

Het is een verhaal dat tot de verbeelding blijft spreken: twee jonge rijke broers uit Beverly Hills vermoorden samen in koelen bloede hun ouders.

En dat is ook precies wat het is: een verhaal. Zeker in de nieuwe Netflix-serie van Ryan Murphy, Monsters: The Lyle And Erik Menendez Story, de opvolger van zijn bingehit Monster: The Jeffrey Dahmer Story. Maar dat geldt evenzeer voor de true crime-docu Menendez Brothers: Misjudged? (88 min.) uit 2022, nummer zoveel in een schier eindeloze stroom tv-docu’s over de beruchte broers, die niet geheel toevallig opnieuw wordt uitgebracht, met een nét iets andere titel: Menendez: Monsters Or Misjudged? Voor wie het ‘echte’ verhaal verkiest boven de ‘gespeelde’ versie.

Deze productie van true crime-crack Andrea de Brito begint in het hier en nu: bij tieners die, ruim dertig jaar na dato, moeiteloos allerlei feitjes over het schokkende misdrijf van 20 augustus 1989 kunnen oplepelen en ook overtuigd zijn van het motief van de broers Lyle en Erik om hun ouders dood te schieten: ze zouden jarenlang zijn mishandeld en misbruikt door José en Kitty. De Menendez-broers zijn namelijk al enige tijd ‘trending’ op TikTok, waar tieners zoals ook de Nederlandse Nora ervan overtuigd zijn geraakt dat hun veroordeling een justitiële dwaling moet zijn. 

Het oorspronkelijke beeld van de twee was heel anders: de rijkeluiszoontjes uit Los Angeles zouden puur uit haat en hebzucht hebben gehandeld. Dat verhaal over seksueel misbruik was slechts een smoesje. ‘The abuse excuse’, noemde topadvocaat Alan Dershowitz ‘t, niet meer dan een ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’-kaartje. Ze werden in de media dan ook keihard aangepakt en eindeloos geridiculiseerd, zo laat De Brito feilloos zien. ‘Ik zou ervoor betalen om ze te zien sterven’, zegt een meisje bijvoorbeeld in een talkshow. Ze oogst er zelfs applaus mee.

En toen belandden beelden van het oorspronkelijke proces tegen de broers enkele decennia na de geruchtmakende moord op het Internet en werden zo, vaak zonder de bijbehorende context, toegankelijk voor een nieuwe generatie crime-consumenten. ‘Jonge mensen die opgroeiden met een meer open en begripvolle mentaliteit waren in staat op deze zaak terug te kijken’, vertelt de Amerikaanse universitair docent Sharon Ross, die mediatrends en jeugdcultuur bestudeert. ‘Zij vroegen zich af: hebben we het verkeerd aangepakt?’ Enter de Free Menendez Movement.

Duidelijk is dat wat er tijdens die rechtszaak is gezegd nu soms totaal anders wordt beoordeeld. Voor seksueel misbruik, in het bijzonder van jongens, is veel meer begrip gekomen – en daarmee ook voor Lyle Menendez, die vanuit de gevangenis zijn kijk geeft op de actuele stand van zaken, en zijn jongere broer Erik. Van gewetenloze daders, die alles in het werk stelden om weg te komen met hun daad, is het beeld voor menigeen gekanteld naar getroebleerde jongens, die gigantisch uit de bocht zijn gevlogen – en daarvoor inmiddels wel lang genoeg hebben vastgezeten.

Menendez Brothers: Misjudged? schetst al met een afgewogen beeld van de geruchtmakende moordzaak en is daardoor meer geworden dan het hap-slik-weg verhaal dat ook van deze tragische casus valt te maken – al krijgen de TikTok-kids echt te veel ruimte en wordt het geheel ook enigszins ontsierd door een platte crime-soundtrack. Neemt niet weg dat de afhandeling van de moordzaak inderdaad serieuze vragen oproept en dat dit ‘verhaal’ nog wel eens een staartje zou kunnen krijgen.

Free Space

Marian Markelo en Boris van Berkum / Zeppers / NTR

Wie mag wat maken? vraagt Karin Junger zich af in Free Space (65 min.), de film die ze in samenwerking met schrijver Stephan Sanders heeft gemaakt over de verlegenheid daarover bij veel hedendaagse kunstenaars. Wie bepaalt dat? Op grond waarvan? En hoe ga je om met de kritiek dat je je op het terrein van een ander hebt begeven?

Toen Junger als witte vrouw enkele jaren geleden een documentaire maakte over haar eigen donkere kinderen en hun vrienden (Ik Alleen In De Klas, 2020), kreeg zij volgens eigen zeggen het verwijt dat ze haar ‘white privilege’ misbruikte. Het was niet aan haar om dat verhaal te vertellen. ‘En ik voelde me ineens de vijand’, vertelt ze in een voice-over, bij de start van deze persoonlijke film, die actuele thema’s zoals identiteit, representatie, cancelen, stereotypen en culturele toe-eigening onderzoekt.

Dat blijkt overigens een stuk lastiger dan gedacht. Veel kunstenaars en kenners die Junger benadert zien af van een bijdrage of haken in een later stadium alsnog af. Bang om hun vingers te branden aan een onderwerp, waarbij de emoties hoog kunnen oplopen. Zangeres Anne-Faye Kops, kind van een zwarte moeder en een witte vader, maakte bijvoorbeeld een theaterconcert over haar gemengde afkomst. Die kwam haar, vanwege haar witte voorkomen, op veel kritiek te staan.

Dit roept de vraag op van wie verhalen zijn. Ligt het ‘ownership’ bij de groepen waarover ze gaan? Wie bepaalt wie bij de groep hoort? En mogen leden van een andere groep zich dan niet over zulke verhalen buigen? Bij zijn voorstelling De Gendermonologen heeft theatermaker Raymi Sambo criticasters bijvoorbeeld duidelijk moeten maken dat hij geen voorstellingen maakt óver mensen, maar mét en vanuit hen. Schrijver Ted van Lieshout ervaart dergelijke discussies als ‘verlammend’.

In de samenwerking tussen de Surinaamse wintipriesteres Marian Markelo en de witte Nederlander Boris van Berkum komen twee werelden samen. Ze maken een soort Delftsblauwe wintikunst. Samen willen ze over de bestaande grenzen heen kijken. Want ‘die kunnen ons beperken in het voortbrengen van mooie dingen’, stelt Marian ferm. Als we blijven uitgaan van oprechte interesse in de ander en verbinding met elkaar, ontstaat er waardevol erfgoed dat echt van ons allen is.

Toch is het onvermijdelijk dat verschillende visies over wat van wie is en wat daarbij mag soms flink botsen. ‘If you are cis, straight and white’, schreef kunstenares Angel-Rose Oedit Doebé bijvoorbeeld op een spiegel, ‘this ain’t for you.’ Het werk riep een venijnige reactie op van haar collega Floyd, die zich wilde afzetten tegen ‘woke-populisme’. Deze venijnige clash resulteert in het enerverendste deel van deze film – al roept de afhandeling ervan vragen op. Want wat vindt Angel-Rose van Floyds respons?

Behoedzaam tast Karin Junger in Free Space het werkterrein van hedendaagse kunstenaars af, dat soms verdacht veel op een mijnenveld lijkt. Als laatste sluit ze aan bij Stephan Sanders, die in gesprek gaat met de ‘zwarte’ Amerikaanse schrijver Thomas Chatterton Williams. Hij schrijft in het boek Self-Portrait In Black And White: Unlearning Race (2019) dat hij niet meer wil meedoen aan ‘het Amerikaanse huidspel’. Het antiracistische discours schiet volgens hem z’n doel voorbij.

Jungers conclusie, in deze boeiende en actuele film, lijkt in het verlengde daarvan te liggen: uiteindelijk hebben al die verschillende mensen meer gemeen met elkaar dan dat ze van elkaar verschillen, stelt ze. Bovendien weten ze zelf echt wel wat goed voor hen is.

How We Get Free

HBO Max

Noem het beestje gewoon bij z’n naam: met het borgsysteem criminaliseren we armoede. De Amerikaanse activiste Elisabeth Epps spreekt niet met meel in de mond. Het betalen van een contante borgsom schiet z’n doel volgens haar allang voorbij. Het was ooit bedoeld als dwangmiddel, zodat mensen die waren aangehouden ook naar de rechtbank kwamen als hun zaak daar voorkwam.

In de praktijk heeft dat systeem echter allerlei ongewenste effecten. Er zitten bijvoorbeeld permanent zo’n 350.000 Amerikanen, veelal afkomstig uit de zwarte gemeenschap, in voorlopige hechtenis, te wachten totdat ze, voor veelal kleine vergrijpen, kunnen worden berecht. Ze zitten daar alleen omdat ze de gevraagde borgsom, die zomaar 5.000 of 10.000 dollar kan bedragen, niet kunnen ophoesten.

In de gevangenis kan je leven binnen 72 uur grondig veranderen, stelt Denver County Sheriff Elias Diggins in How We Get Free (30 min.) van Geeta Gandbhir en Samantha Knowles. Voor je het weet ben je je baan kwijt. Het is dus niet vreemd dat ook veel onschuldige verdachten uiteindelijk maar gewoon schuld bekennen. Waarna ze de gevangenis mogen verlaten en hun leven kunnen hervatten.

In deze effectieve korte docu, die het zowaar tot de shortlist voor de Oscars heeft geschopt, volgen Gadbhir en Knowles de strijdbare Epps, die met donateurs het Colorado Freedom Fund heeft opgezet. Daarmee schiet ze borgsommen voor, zodat minder kapitaalkrachtige landgenoten niet nodeloos dagen, weken of zelfs maanden in de gevangenis hoeven te zitten. Zij weet zelf hoe dat voelt.

Als de zaak vervolgens juridisch is afgehandeld, krijgt Epps dat geld weer terug en kan dit worden ingezet voor een volgende zaak. De vraag overstijgt echter permanent het aanbod. En dus wil Elizabeth Epps dat het gehele juridische systeem wordt hervormd en gewone Amerikanen, die nauwelijks iets op hun kerfstok hebben, niet meer zomaar in een ‘kooi’ kunnen worden gestopt.

Duell Am Abgrund

Netflix

Is dit geen Russische roulette? vraagt een interviewer.

De Zwitserse bergbeklimmer Ueli Steck waant zich jarenlang onaantastbaar. Niemand beklimt zo snel de noordwand van Alpentoppen zoals de Eiger, Matterhorn en Grandes Jorasses als hij. Free solo, nota bene. Zonder zekering. Steck weet er zijn broodwinning van te maken. En dan meldt zich ineens een landgenoot, die Steck jarenlang als zijn grote held heeft beschouwd. Dani Arnold verbetert eerst diens record op de Eiger. Daarna gaat de Matterhorn eraan. Meine Güte!

Ueli Steck staat voor een dilemma: moet hij terug gaan om zijn records te heroveren? En hoeveel risico is hij dan bereid om te nemen? ‘Als je verliest, sterf je’, drukt zijn klimmaat Don Bowie ‘t plastisch uit in Duell Am Abgrund (Engelse titel: Race To The Summit, 90 min.), waarin Steck en Arnold zich voor het oog van de wereld verliezen in een wedstrijdje ver plassen op duizenden meters hoogte. De mannen zijn ook tegenpolen: de doorgewinterde profi tegenover het tamelijk laconieke natuurtalent.

Gevaar zit in de aard van hun sport opgesloten. Als alpinist ben je nu eenmaal altijd zo goed als je laatste bergtop – of de snelheid waarmee je die hebt bereikt. ‘Als een succes wordt gevierd,’ stelt televisiepresentatrice Mona Vetsch in deze klimfilm van Nicolas de Taranto en Götz Werner, ‘rijst altijd direct de vraag: wat nu?’ Intussen levert het lichaam elk jaar een heel klein beetje in, waardoor ‘t steeds moeilijker wordt om jezelf te blijven verbeteren en die ander voor te blijven.

‘Op snelheid klimmen op dit niveau is slechts statistiek’, benadrukt Dani Arnolds klimvriend Thomas Senf. ‘Vind je niet ergens het punt waarop je stopt, dan zul je onvermijdelijk op een dag sterven.’ Dat staat er op het spel in deze stevige documentaire. Waarbij de imposante omgeving, adembenemend vastgelegd met drones en allerlei andere camera’s, vooral een decor is voor puur menselijke bewijsdrang – en de duivels gevaarlijke rivaliteit die daaruit kan voortvloeien.

Vluchtval

Prospektor

Hij is in de kracht van zijn leven, zij inmiddels toch wel behoorlijk oud. Hij is zwart, zij wit. Hij rent, klimt en springt, zij schrijft, denkt en streept. Hij is freerunner, zij dichter. Abdallah Marega en Jana Beranová delen nochtans een elementaire levenservaring. De vrije val. Zijn wortels liggen in Mali, zij vluchtte in 1948 met haar ouders uit Tsjechoslowakije.

Allebei moesten ze wat vertrouwd was loslaten en vertrouwd worden met het vreemde. ‘Ik moest natuurlijk in een nieuwe situatie een tweede ziel maken’, vertelt zij. En voegt er vrijwel meteen aan toe: ‘ik heb ook nog een hele mooie zin voor je. Even kijken… Men zegt dat vluchtelingen voor de tweede keer worden geboren. Mogen ze ook tweemaal sterven?’

Abdallah legt zichzelf tegenwoordig dus halsbrekende toeren op. ‘Parkour is een dagelijks gevecht’, zegt hij daarover in Vluchtval (28 min.). ‘Een echt gevecht. Je weet niet wanneer je een sprong gaat wagen, wanneer je zult sterven.’ Freerunning geeft de jonge Afrikaan, geboren in Frankrijk, een gevoel van controle. Het idee dat hij het leven aankan.

Gaandeweg kruipen de twee verhalen in dit poëtische dubbelportret van Laura Stek (Gioia), met fraai zoekend camerawerk van Jean Counet, naar elkaar toe. Totdat ze elkaar (bijna) raken in de diepte van het vallen/springen, neerkomen en dan weer opstaan. Het controle nemen en krijgen over jezelf en de wereld om je heen. En dan? De vlucht naar voren?

5 Seasons Of Revolution

Docmakers

Ze wist altijd al dat haar land Syrië in wezen een politiestaat was. Toch wordt dat idee voor Lina, een jonge vrouw uit de betere buurten van hoofdstad Damascus en de maker en hoofdpersoon van 5 Seasons Of Revolution (95 min.), pas echt concreet als haar goede vriend Malaz bij een controlepost wordt aangehouden. Er is een grap over president Assad op zijn telefoon ontdekt. Samen met haar vrienden Bassel, Susu en Rima blijft Lina vervolgens de hele nacht op: ze veranderen Malaz’s wachtwoorden, verwijderen allerlei berichten van zijn apparaten en seinen z’n directe omgeving in.

Lina neemt zelf ook maatregelen. Ze begint haar leven op te delen in losse compartimenten. Als videojournalist opereert ze voortaan onder de naam ‘Maya’. Bij activisten gaat ze zichzelf ‘Maiss’ noemen. Collega-filmmakers leren haar kennen als ‘Layla’. En in de verwoeste stad Aleppo wordt ze later ook nog ‘Lama’. Het is pure noodzaak. ‘Zo kon Lina apolitiek blijven’, vertelt ze in een voice-over, waarmee deze persoonlijke film over de sleuteljaren van de Syrische burgeroorlog (2011-2015) wordt aangestuurd. ‘Het was alleen zaak om ze niet door elkaar te halen.’

Met een klein groepje getrouwen documenteert ‘Lina’ – haar achternaam blijft onbenoemd – de dramatische ontwikkelingen die haar land en hun jonge levens in de greep krijgen. De één begint zich in stilte bezig te houden met protest, een ander roept publiekelijk op tot ‘Stop het moorden’. Ook de vraag of ze zelf de wapens moeten gaan opnemen komt aan de orde. Want, zo constateert de filmmaakster somber: ‘good guys don’t win wars’. De individuele keuzes die ze maken stellen zo hun onderlinge loyaliteit op de proef. En ze lopen gevaar. Niet iedereen zal ‘t er levend vanaf brengen.

Hun persoonlijke levensverhalen, door Lina geïllustreerd met foto’s, verborgen camera-beelden en clandestiene interviews, (waarbij de participanten vaak onherkenbaar zijn gemaakt) zetten in 5 Seasons Of Revolution de oorlog, die door de ontwikkelingen in pak ‘m beet Oekraïne en Iran z’n momentum kwijt lijkt te zijn, weer vol in de aandacht. Niet zo ‘in your face’ als de klassieke Syrië-docu’s For Sama en The Cave, maar met wat meer oog voor de grotere maatschappelijke ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor een nieuwe generatie weldenkende Syriërs, waarvan een deel noodgedwongen zijn heil elders, soms ook in Nederland, is gaan zoeken.

BS High

HBO Max

Ze hebben afscheid moeten nemen van hun droom om de National Football League te bereiken. Want een sportbeurs voor een gerenommeerde school zit er voor hen helaas niet in. En dan komt ene Roy Johnson bij de gedesillusioneerde jongeren langs en zegt dat hij toch een professionele American footballer van hen kan maken. De coach nodigt hen uit om naar Bishop Sycamore High School (voorheen Christians Of Faith Academy) in Ohio te komen. Één probleem: er is helemaal geen school.

‘Ik ben geen oplichter’, bezweert de man, die kan praten als Brugman, desondanks in BS High (93 min.). ‘Ik ben “oplichterig”.’ En daar schaamt Johnson zich helemaal niet voor, getuige zijn bijdrage aan deze schelmendocu. Vol bravoure neemt de coach, die zich spiegelt aan Hannibal Smith uit de televisieserie The A Team, plaats voor de camera van Travon Free en Martin Desmond Roe en laat zich bevragen over zijn schurkenstreken, bokkensprongen en broodjes aap. Hoe moeilijk de twee ‘t hem ook maken, hij blijft oneliners rondstrooien. ‘Ik ben de eerlijkste leugenaar die ik ken.’

Zijn verhalen verdienen dus weerwoord. Dat komt in BS High van zijn spelers en hun moeders, een footballofficial uit Ohio, enkele oud-collega’s en de journalist die ’s mans zwendel op het spoor kwam. Feit is dat Roy Johnson zijn team naar de Canton Hall Of Fame manoeuvreert, voor een wedstrijd tegen de gerenommeerde IMG Academy die live op ESPN wordt uitgezonden. Het is Johnsons meesterstuk. ‘I love it when a plan comes together’, kraait hij. De krachtmeting zelf wordt alleen een gigantisch fiasco, voor het oog van een verbijsterd publiek. Waarna Bishop Sycamore viral gaat.

Free en Roe proberen in deze gedegen film voorbij de gimmick te reiken. Geduldig reconstrueren ze de geruchtmakende affaire, die uiteindelijk vooral ten koste van Johnsons spelers lijkt te zijn gegaan. Die vertrekt echter geen spier als hij wordt geconfronteerd met leningen die hij op naam van zijn jongens, zonder hun toestemming natuurlijk, heeft afgesloten en die zij nu moeten aftikken. ‘Wettelijk heb ik niet gefraudeerd’, houdt hij staande. ‘Ik zit in een grijs gebied.’ En dan, met een nauwelijks verholen grijns op zijn gezicht: ‘Hoe noemen ze me? Loophole Leroy?’

Dat personage heeft in elk geval optimaal geprofiteerd van – of beter: geparasiteerd op – de droom van veel Amerikaanse jongeren om een dik betaalde topsporter te worden en het schimmige systeem met studieprogramma’s op scholen dat daaromheen is opgetrokken. En als we de bullshitter, gladder dan een aal in een emmer snot, op zijn woord mogen geloven in BS High, zal ’t niet bij deze ene keer blijven – en is hij zeker niet de enige die de mazen in de wet weet te vinden.

The Deepest Breath

Netflix

Twee levens bewegen zich in deze film onmiskenbaar naar elkaar toe: de Italiaanse streber Alessia Zecchini en een Ierse avonturier, Stephen Keenan. Een passie voor de extreme sport vrijduiken gaat hen in The Deepest Breath (110 min.) onherroepelijk samenbrengen. Hoe, waar en onder welke omstandigheden, dat is alleen de vraag. Vestigen ze samen een bijzonder record? Redt de één het leven van de ander? Of worden ze misschien gewoon verliefd?

Vrijduiken is bepaald niet vrij van gevaar. Elke duiker wil steeds dieper en langer onder water. Totdat het eigenlijk niet meer gaat, op één enkele ademtocht. Het is voor zo’n waaghals gemakkelijk om z’n eigen grenzen te vergeten, te verdrinken in z’n ambities. En dan duurt het simpelweg te lang voordat ie weer bovenkomt en dreigt een zuurstoftekort. De laatste tien meter kunnen, letterlijk, dodelijk zijn, klinkt ‘t al snel onheilspellend in deze documentaire van Laura McGann.

Nabij het zogenaamde Blue Hole in Egypte, een plek die gevaarlijker zou zijn dan Mount Everest, is niet voor niets een heuvel met allerlei gedenkstenen voor gestorven vrijduikers. Ook al zo’n waarschuwingssignaal dat vroeg in de film wordt afgegeven. Halverwege zullen de paden van de twee helden voor het eerst kruisen op de Bahama’s, bij het Wimbledon van het freediven, Vertical Blue. Stephen is er veiligheidscoördinator. Alessia jaagt bloedfanatiek op een wereldrecord.

The Deepest Breath zoekt min of meer hetzelfde terrein op als Free Solo (2018), de Oscar-winnende documentaire over klimmer Alex Honnold die zonder enige vorm van zekering gigantische bergwanden neemt. Onder water kun je jezelf ook overwinnen – of je verliezen in eerzucht en overmoed. Welke psychologie gaat daarachter schuil? Waarom moet dit zo nodig voor Alessia en Stephen? En mag dat dan álles kosten? Een echt antwoord blijft uit. Bestaat dit wel?

Het decor van hun queeste is in elk geval net zo enerverend als in Free Solo: elke duik in het helblauwe, steeds donker wordende water is een race tegen de klok, die werkelijk, ja, adembenemend is vastgelegd, ook met behulp van reconstructiebeelden. Elke poging wordt ook weer spannend: (hoe) komt iemand boven? McGann bouwt zo bekwaam naar een climax bij, natuurlijk, het Blue Hole. Waar de lotsverbondenheid tussen Alessia en Stephen wordt bezegeld.

Twee levens die zich al een hele film naar elkaar toe hebben bewogen.

Het Beest Van Amsterdam

Doxy

Hij is geen schim meer van de imposante man die hij ooit moet zijn geweest. Alzheimer, vasculaire dementie en Parkinson doen hun ontregelende werk bij Jon Bluming (1933-2018) als regisseur Vuk Janic hem begint te filmen voor wat uiteindelijk een postuum portret is geworden. Hij was het die judo, karate, thaiboksen en worstelen ooit in Europa introduceerde. Een free fighter pur sang. Een meester in mixed martial arts. Een Nederlandse samoerai.

Janic probeert Het Beest Van Amsterdam (54 min.) dat nog ergens in dat versleten, broze lijf verscholen zit te vangen met een tekst die hij, op basis van interviews met Bluming en diens autobiografie Van Straatschoffie Tot 10e Dan (1999), met medewerking van Arthur van den Boogaard heeft geschreven. Die woorden zijn vervolgens, als een gekooide leeuw, ingesproken door Matteo van der Grijn en voorzien van stemmige zwart-witte animatie.

‘Onverslaanbaar zijn, dat wilde ik’, zegt die bijvoorbeeld. Of, over hoe hij terugkwam uit de oorlog in Korea: ‘Dood, ik ben wel klaar met je. Een losgeslagen straatschoffie werd ik.’ En over wat hij meenam van zijn traumatische ervaringen als zeventienjarige frontsoldaat. ‘Hij of ik. Altijd weer: hij of ik.’ Dat zou een leidmotief voor de rest van zijn bestaan worden. Zoals die vervloekte oorlog in Korea hem ook voor het leven tekende. ‘Angstig, altijd angstig, om dood te gaan’

Vechtsport was voor Jon Bluming uiteindelijk toch meer gevecht dan sport, vertellen mensen uit zijn directe omgeving zoals Jan de Bruin (voorzitter en kancho IBK Kyokushin Karate), viervoudig wereldkampioen K-1 Sem Schilt en Blumings protegé Chris Dolman, driemaal wereldkampioen sambo en veertig keer nationaal kampioen worstelen, judo of sambo. Jon Bluming was ‘keihard en liefdevol’, zegt één van de sprekers treffend op zijn uitvaart.

Die wordt door Vuk Janic gebruikt als startpunt voor deze wat weerbarstige film, waarin de breekbare oude man die zich slechts een enkele keer nog in zijn ziel laat kijken (‘Je vraagt je soms weleens af waarom je al die jaren gestudeerd hebt op vechten. Nou ja, ’t is niet anders.’) en het gevaarlijke beest dat via de geschriften van diezelfde man tot de wereld spreekt soms wat lastig samenkomen. Alsof het gaat om twee verschillende mensen, twee verschillende stemmen.

Maar misschien is dat gewoon wat het leven doet met tot de verbeelding sprekende vechters zoals Jon Bluming. Indachtig dat oude gezegde: old warriors never die, they simply fade away.

McGregor Forever

Netflix

‘Hee jongens, ik heb besloten om te stoppen met vechten’, tweet Connor McGregor op 6 juni 2020 naar zijn achterban. ‘Bedankt voor de geweldige herinneringen. Het was een dolle rit.’ Op zijn 31e gaat de Ierse kooivechter met pensioen als MMA-fighter. De docuserie McGregor Forever (203 min.) is dan nét aan aflevering 3 begonnen en heeft nog zeker anderhalf uur speeltijd te gaan. McGregor gaat niet stoppen, zoveel is duidelijk. Hij heeft de handdoek ook al twee keer eerder in de ring gegooid en de handschoen naderhand toch weer opgenomen. Nu zal het vast niet anders gaan.

En inderdaad: ruim een half jaar later, en zo’n 35 minuten lol en gedoe verder, betreedt de voormalige loodgieter uit een volkswijk in Dublin toch weer het Octagon, voor een bruut man-tegen-man gevecht, ditmaal tegen Dustin ‘The Diamond’ Poirier. McGregor, die tijdens de opnames voor deze vierdelige serie van Gotham Chopra en Darragh McCarthy in de nadagen van zijn roemruchte loopbaan lijkt te zijn aanbeland, gaat al een jaar of tien van gevecht naar gevecht. Elke nieuwe confrontatie wordt desondanks geframed als ‘het belangrijkste gevecht uit zijn leven’.

Misschien is dat ook de enige manier om te overleven in de wereld van mixed martial arts. Een vechter die te veel naar de lange termijn of het grote verhaal kijkt, loopt al snel tegen een verpletterende knock-out aan. Conor McGregor lijkt gemaakt voor dat leven. Een man van grote woorden, niet van diepe gedachten. Die zich optimaal kan motiveren, op basis van pure eerzucht of botte wraakgevoelens, en volledig gefocust raakt op de volgende opponent. Samen met zijn jonge gezinnetje geniet hij verder van de aandacht, rijkdom en luxe die hem door zijn sport ten deel valt.

Net als eerder Rico: Dream Big, het portret van de Nederlandse vechtsporter Rico Verhoeven, moet McGregor Forever ‘t niet van diepgang hebben. De miniserie wordt bijeengehouden door een onnoemelijke hoeveelheid (vecht)sportclichés. Ook van de zogenaamde experts, die elk gevecht becommentariëren: McGregor is afwisselend ervaren/te oud, messcherp/een ongeleid projectiel of niet meer zo gefrustreerd/de echte wil om te winnen kwijt. Chopra en McCarthy verwerken al die meninkjes, die de ‘fighter’ alleen maar brandstof bezorgen, in steeds terugkerende sequenties.

Daarmee werkt de serie van hoogte- naar dieptepunt en weer terug. Waarbij de vertelling wel erg vroeg piekt – via een zinderende confrontatie met aartsvijand Khabib ‘The Eagle’ Numargomedov – en daarna vooral meer van hetzelfde biedt en vervolgens zelfs langzaam als een nachtkaars uitgaat.

Hearts And Minds

Military Report

Als er één land met zelfvertrouwen uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen, dan moet het de Verenigde Staten zijn. Het idee van Amerika als politieagent van de wereld heeft zich dan stevig in het collectieve zelfbeeld vastgezet. Een militaire kracht ten positieve. Onoverwinnelijk. En voortgedreven door hoogdravende idealen.

Deze Oscar-winnende anti-oorlogsfilm uit 1974, waarin Amerika’s tragische exercitie in Vietnam wordt belicht, maakt voor eens en altijd korte metten met dat idee. Het superioriteitsgevoel van de VS – op een treffende manier belichaamd door fier zingende soldaten uit de musical This Is The Army, die beweren dat ze ‘dressed up for victory’ zijn en beslist ‘won’t stop winning’ – wordt door regisseur Peter Davis op alle mogelijke manieren uitgekleed. Tot er niet veel meer rest dan militair jargon als ‘kill ratio’, ‘free fire zones’ en ‘search & destroy’. Of, zoals Amerikaanse Vietnam-veteranen hun modus operandi tegenover elkaar kortweg samenvatten: ‘kill some gooks’.

Davis start bij het begin. ‘Ons idee over vooruitgang beperkt zich niet tot ons eigen land’, zegt de Amerikaanse president Harry Truman (1945-1953), met gevoel voor understatement. ‘Dat delen we met mensen in de hele wereld.’ Zijn woorden worden direct gevolgd door bombardementen en beschietingen in Vietnam. Die beelden zijn een logisch gevolg van de acties van Trumans opvolgers. Van Eisenhouwers domino-theorie, dat de hele wereld direct communistisch wordt als ze Vietnam laten vallen, via Kennedy’s eenzijdige blik op het licht aan het eind van de tunnel tot Johnsons larmoyante betoog dat ze de Hearts And Minds (112 min.) van de plaatselijke bevolking moeten winnen.

Tegenover verdedigers van die doctrine, zoals ideoloog Walt Rostow, generaal William Westmoreland en de voormalige krijgsgevangene George Coker, plaatst Davis enkele landgenoten met gewetensbezwaren, een dienstweigeraar én defensieanalist Daniel Ellsberg, die geheime documenten over de oorlog lekte, de Pentagon Papers. Ellsberg windt er geen doekjes om: ‘We willen er niet aan dat dit onze oorlog is, want dat zou inhouden dat we moeten erkennen dat de slachtoffers die aan beide zijden zijn gevallen een gevolg zijn van ons eigen beleid en dat we misschien aan de verkeerde kant vechten. Wij vechten niet alleen aan de verkeerde kant, wij zíjn de verkeerde kant.’

Voor die stelling is zonder al te veel moeite bewijs te vinden. Davis laat vaak eerst de arrogante onwetendheid van Amerikaanse beslissers zien en daarna de dood en destructie die zij aan het andere eind van de wereld zaaien. Gewone Vietnamezen tonen vervolgens wat er werkelijk in hun harten en hoofden omgaat en hoe ze kapot gaan van verdriet om wat er bij hen, in hun familie of onder hun volk is aangericht. ‘De Oriëntaal hecht nu eenmaal niet zoveel waarde aan het leven’, bestaat William Westmoreland, die vier jaar lang bevelhebber van de Amerikaanse troepen in Vietnam was, ‘t desondanks te zeggen. ‘Het leven is overvloedig en goedkoop in de Oriënt.’

Intussen blijft de Amerikaanse generaal ziende blind en horende doof voor de rol die hij en de zijnen daarin hebben gespeeld – en die glashelder is voor iedereen die dit krachtige schotschrift tegen Amerika’s brute oorlogsdrift heeft gezien.

Ithaka: A Fight To Free Julian Assange

Gabriel Shipton

Als WikiLeaks in 2010 de zogenaamde Collateral Murder-video publiceert, waarin is te zien hoe een Amerikaanse helikoptercrew het vuur opent op een groep Iraakse burgers en journalisten, veroorzaakt dit wereldwijd opwinding. Julian Assange, de oprichter van de klokkenluiderswebsite, verwerft er tegelijkertijd een heldenstatus mee. In datzelfde jaar publiceert Wikileaks met mediapartners als The New York Times, Der Spiegel en The Guardian nog eens 700.000 geheime militaire documenten. Assange wordt daarmee definitief een gezworen vijand van de Verenigde Staten.

Wanneer de grond hem twee jaar later te heet onder de voeten wordt, vlucht Assange naar de ambassade van Ecuador in Londen, waar hij in totaal zeven jaar zal verblijven. In 2019 wordt de Australische activist alsnog in de boeien geslagen. Sindsdien zit hij in de zwaarstbewaakte gevangenis van het Verenigd Koninkrijk. Intussen hebben de Verenigde Staten een uitleveringsverzoek gedaan, zodat hij daar berecht kan worden. Er hangt hem dan een gevangenisstraf van 175 jaar vanwege spionage boven het hoofd. Ithaka: A Fight To Free Julian Assange (104 min.), geproduceerd door zijn halfbroer Gabriel, start negen maanden vóórdat een Britse rechtbank in het najaar van 2020 over zijn uitlevering beslist, als Assanges vader John Shipton overkomt vanuit Melbourne om zijn zaak te gaan bepleiten bij politici en media.

Hij wordt terzijde gestaan door Julians verloofde en juridisch adviseur Stella Moris, die in 2015 een relatie met hem heeft gekregen op de Ecuadoraanse ambassade. Toen het stel besloot om aan kinderen te beginnen, leek Assanges zaak nog de goede kant op te gaan. Inmiddels hebben ze twee zoons, maar zit hun vader onder naar verluidt erbarmelijke omstandigheden achter de tralies. Hij dreigt er volledig aan onderdoor te gaan. Voor zowel John Shipton als zijn schoondochter Stella is dat niet alleen een menselijke tragedie, maar ook een principiële kwestie: wat is de vrijheid van meningsuiting eigenlijk waard als Julian kan worden veroordeeld vanwege het openbaren van geheime informatie, over oorlogsmisdaden nota bene? Welke journalist is er dan nog veilig?

Via de bevlogen Morris en gereserveerde Shipton, die met frisse tegenzin de publiciteit blijft zoeken, schetst Ben Lawrence in deze ingetogen film de penibele situatie van Julian Assange, een man die gaandeweg een imagoprobleem heeft gekregen. Van een gevierde voorvechter van het vrije woord is hij in de publieke opinie veranderd in een handlanger van Rusland, die zich tijdens de Amerikaanse verkiezingen van 2016 zou hebben laten gebruiken om Hillary Clinton schade toe te brengen en zo Donald Trump aan het presidentschap te helpen. Karaktermoord, zeggen zijn familieleden daarover. Een slinkse omkering van de werkelijkheid, waardoor nu de klokkenluider terecht staat en de oorlogsmisdadigers nog altijd vrijuit gaan.

Die kwestie wordt door Ithaka, waarin Assange zelf alleen is te zien en te horen via de mobiele telefoon van zijn verwanten en beelden van beveiligingscamera’s waarmee hij ooit illegaal in de gaten is gehouden op de ambassade, zeer indringend geagendeerd.

Free Money

IDFA

Moet ik dan mijn eerstgeboren kind offeren? wil een dorpeling weten. Net als de andere bewoners van het Keniase dorp Kogutu kan hij zijn oren niet geloven. Dit klinkt echt te mooi om waar te zijn. Gratis geld!

Het Keniaanse dorp is onderdeel van een groots opgezet experiment. De Amerikaanse nonprofit-organisatie GiveDirectly gaat de bewoners twaalf jaar lang van een basisinkomen voorzien, om te bekijken wat dit doet met de plaatselijke gemeenschap en de individuele leden ervan. Toen oprichter Michael Faye, een op Harvard opgeleide econoom, het basisidee enige tijd eerder presenteerde op het hoofdkantoor van Google, vroeg één van de aanwezigen nog of hij misschien crack rookte. Toch kwamen ze uiteindelijk over de brug met maar liefst twee miljoen dollar.

In Free Money (77 min.) maken Lauren DeFilippo en Sam Soko halverwege het project, dat nog tot 2031 loopt, de balans op. De documentairemakers waren er al bij toen de deelnemers werden geselecteerd en geïnstrueerd en legden ook vast hoe ze, nog altijd ongelovig, bij hun telefoon zaten te wachten of het eerste geldbedrag daadwerkelijk zou arriveren. Zouden ze het gaan verbrassen of juist strategisch inzetten? Hun film heeft dan nog een onmiskenbaar optimistisch karakter en bevat bovendien enkele grappige scènes.

Gaandeweg komen er ook complicaties van het ideële project in zicht. Is het niet paternalistisch, vraagt de Keniaanse journalist Larry Madowo zich bijvoorbeeld af, om als westerlingen, van bovenaf bovendien, de armoede in Afrika op te gaan lossen? En kun je het eigenlijk wel maken om de buurdorpen van Kogutu níet te voorzien van dat gratis geld? Wat doet dat met een samenleving? Toch verliest deze fijne documentaire nooit zijn hoopvolle karakter. Dat is ook een logisch gevolg van de ideeën achter GiveDirectly, dat een oprechte poging doet om een succesvolle vorm van ontwikkelings(zelf)hulp te ontwikkelen.

Of dat gaat lukken? Daarover Free Money Too, over een jaar of negen, wellicht definitief uitsluitsel geven.

Bobi Wine: The People’s President

National Geographic

In 2021 zijn er weer democratische verkiezingen in Oeganda. Het is alleen wél de bedoeling dat president Yoweri Musveni dan gewoon wordt herkozen. Hij is al sinds 1986 aan de macht en op zijn oude dag bepaald niet van plan om, ondanks een in de grondwet vastgelegde leeftijdsgrens van 75 jaar, plaats te maken voor een ander. Daarom dienen zijn medestanders in 2017 alvast een voorstel in om die wet aan te passen.

Dit besluit werkt als een katalysator voor de oppositie. Die sluit de rijen rond een nieuwe charismatische kandidaat voor de verkiezingen: het nieuwe parlementslid Robert Kyagulanyi Ssentamu. Ofwel: popster Bobi Wine. Een man die stamt uit een getto, immens populair is bij het gewone volk en de potentie heeft om Bobi Wine: The People’s President (120 min.) te worden. ‘What was the purpose of the liberation when we can’t have a peaceful transition?’ zingt de Afrobeat-held, in zijn kenmerkende rode uniform met bijbehorende baret, tijdens een massaal bezochte campagnebijeenkomst. ‘What is the purpose of the constitution when the government disrespects the constitution?’

Waarna de zingende politicus, alsof zijn eigen woorden moeten worden onderstreept, vrijwel direct in de boeien wordt geslagen en aangeklaagd vanwege landverraad. Daardoor komt een internationale ‘Free Bobi Wine’-campagne op gang. Als de nieuwbakken politicus uiteindelijk – gebutst, maar niet gebroken – vrijkomt, is het gevaar nog altijd niet geweken. Want Musveni – de Oegandese leider die, net als al zijn voorgangers, maar geen afstand kan doen van de macht – beseft waarschijnlijk als geen ander: deze man zegt de dingen die ik zelf in mijn jonge jaren zei. Sterker: hij kan slogans als ‘People Power!’ zelfs zingen! Die zou wel eens populairder kunnen worden dan ikzelf ben.

De filmmakers Moses Bwayo en Christopher Sharp sluiten aan bij Wine en zijn moedige echtgenote Barbie Itungo Kyagulanyi en kijken mee bij een verkiezingscampagne die, ondanks Wine’s luchtig klinkende protestsongs, een steeds grimmiger karakter krijgt. Het regime schuwt geen enkel middel, ook het Coronavirus niet, om de uitslag in z’n voordeel te beïnvloeden. Deze observerende documentaire wordt daardoor een soort zusterfilm van Camilla Nielsson’s President (2021), over de steeds verder ontsporende strijd om het presidentschap van Zimbabwe, en schetst een ontluisterend beeld van hoe democratie als dekmantel voor dictatuur wordt gebruikt – of rigoureus de nek wordt omgedraaid.

En het is naïef om te veronderstellen dat dit alleen in continenten zoals Afrika – en niet in het zogenaamde vrije westen – zou kunnen gebeuren.