The Corridors Of Power

Dror Moreh Films / VPRO

Nooit meer.’ Na de onvoorstelbare gruwelen van de Holocaust heeft menige Amerikaanse leider deze of soortgelijke woorden uitgesproken als er na de Tweede Wereldoorlog ergens in de wereld opnieuw sprake leek te zijn van volkerenmoord. Maar wat hield die twee beladen belofte werkelijk in? Volgden op de woorden ‘never’ en ‘again’ ook passende daden? Of waren die voor ‘de politieagent van de wereld’ uiteindelijk toch niet meer dan loze woorden, een doekje voor het bloeden?

De achtdelige docusere The Corridors Of Power (459 min.), waarvoor Meryl Streep als verteller fungeert, neemt de proef op de som bij enkele actuele gevallen van genocide, waarbij de Verenigde Staten en de internationale gemeenschap wel, niet of erg laat ingrepen: van de zenuwgasaanvallen van de Iraakse dictator Saddam Hoessein op de Koerden via de etnische zuivering in Bosnië en Kosovo tot Assads ‘knielen of sterven’-regime in Syrië en de barbaarse daden van Islamitische Staat.

Regisseur Dror Moreh laat sleutelfiguren uit de regeringen van de Amerikaanse presidenten Reagan, Bush sr., Clinton, Bush jr. en Obama, zoals Hillary Clinton, Colin Powell, James Baker, Madeleine Allbright, Condoleezza Rice en Samantha Power aan het woord over hoe ze met hun beleidskeuzes brandhaarden elders in de wereld probeerden in te dammen. Of er sprake was van genocide – en dus reden om in te grijpen – hing vaak ook af van het ‘strategische belang’ van het desbetreffende land.

Duidelijk is dat er binnen de Amerikaanse regeringen van dienst regelmatig fundamenteel verschil van mening was. Topdiplomate Prudence Bushnell is er bijvoorbeeld nog altijd woest over dat haar land in 1994 niet ingreep in Rwanda toen Hutu’s daar de Tutsi-minderheid, gereduceerd tot ‘kakkerlakken’, met machetes, knuppels en bijlen begonnen af te slachten. Zodra de Amerikaanse burgers in veiligheid waren gebracht, verflauwde de aandacht van de regering Clinton direct.

Als de situatie daarna ontspoort in Soedan, lijkt Clintons opvolger, George W. Bush, wél bereid om in te grijpen. Enkele dagen later, op 11 september 2001, worden de Verenigde Staten echter zelf getroffen door een terroristische aanval. Waarna Bush ten oorlog gaat in Irak en de Janjaweed, de brute beulen van dictator Omar al-Bashir, vrij spel krijgen in Darfur. Daar voltrekt zich volgens Nicole Widdersheim (USAID) de duivelse logica van dit type oorlog: eerst seksueel geweld, daarna massaslachtingen.

Kun en wil je als ‘politieagent’ in zo’n penibele situatie vuile handen maken? Waar begint je verantwoordelijkheid en eindigt je betrokkenheid? En hoe kun je voor zowel vrede als gerechtigheid zorgen? Dat blijkt, steeds weer, een vrijwel onmogelijke opdracht voor de betrokken politici en diplomaten. En ook een loffelijk initiatief zoals het Internationaal Strafhof in Den Haag, een hedendaagse variant op het Neurenberg-tribunaal, wordt actief ondermijnd, nota bene door de Verenigde Staten zelf.

Deze indringende serie zet bepalende figuren uit de Amerikaanse buitenlandpolitiek aan tot oprechte zelfreflectie en plaatst hun keuzes, dilemma’s en frustraties in een historische context. De parallellen met het verleden zijn vaak onontkoombaar. ‘Wat is het verschil tussen Sarajevo en Auschwitz?’ haalt ambassadeur Peter Galbraith bijvoorbeeld een wrang grapje aan dat rondging in Sarajevo, een stad die ‘t zonder drinkwater en gas moest doen. ‘In Auschwitz hadden ze tenminste nog gas.’

Cybersleuths: The Idaho Murders

Paramount

Het lijkt zowaar op een goddelijk teken. Olivia Vitale van het true crime-account @chroniclesofolivia, met meer dan een miljoen volgers op TikTok, ontdekt dat niemand minder dan Kaylee Goncalves haar volgt. Het voelt als een enorme aansporing. Want Kaylee is zojuist vermoord. Op 13 november 2022, samen met drie studiegenoten van de University Of Idaho. Een motief lijkt er niet te zijn. Of een logische verdachte.

Alle reden dus voor Olivia, een klassieke influencer, om met collega-‘toetsenborddetectives’ zoals de schimmige ‘cybersleuth’ met petje @jonathanleerichesinvestigates, een blonde juice-haaibaai genaamd @jenna_cannella_ en @bullhornbetty, een struise vrouw van middelbare leeftijd die een juridische opleiding schijnt te hebben genoten, te gaan onderzoeken wie de vrienden Ethan Chapin, Xana Kernodle, Madison Mogen en Kaylee Goncalves heeft doodgestoken. Ze leggen daarbij zelfs contact met Kaylee’s ouders, die natuurlijk elke strohalm aangrijpen om klaarheid in de zaak te krijgen.

De vier werden vermoord in hun studentenhuis in het Amerikaanse stadje Moscow, vermoedelijk tijdens hun slaap. Twee andere huisgenoten van 1122 King Road overleefden de aanval. Sterker: zij merkten er niets van. En dat vinden ze in de krochten van het internet natuurlijk héél verdacht. Maar goed: iedereen die in de laatste dagen voor hun dood in de buurt van de vier slachtoffers is gezien, nog een appeltje met één van hen heeft te schillen of simpelweg in de buurt woont en verdachte quotes geeft aan de media wordt voer voor ongebreidelde speculatie op YouTube, TikTok of Insta.

‘In een snel veranderende situatie en een onopgelost misdrijf wordt er nu eenmaal met de vinger gewezen’, probeert Jonathan Lee Riches in Cybersleuths: The Idaho Murders (161 min.) redelijk te klinken. ‘Neem dat vooral niet te persoonlijk.’ Ze zijn immers simpelweg verdachten aan het wegstrepen. Intussen houden de amateurdetectives zich onledig met wat Steve Bannon ooit ‘flooding the zone with shit’ noemde. Het politiekorps van Moscow heeft een dagtaak aan het uittrappen van zulke online-vuurtjes en ziet zich zelfs genoodzaakt om een speciale webpagina te openen: ‘rumor control’.

En dan wordt aan het einde van aflevering één van deze driedelige docuserie van Lucie Jourdan (Our Father), nog geen vijftig dagen na de viervoudige moord, ene Bryan Kohberger gearresteerd. Een verdachte die al die gulzige crimewatchers tot dusver over het hoofd hebben gezien in hun social media-repo’s, podcasts en vlogs. Dat verandert daarna natuurlijk snel. En het vreemde is: Cybersleuths wil duidelijk een punt maken over amateurspeurders, die over de rug van slachtoffers en onschuldige burgers een aardige grijpstuiver verdienen, maar volgt via hen ook gewoon de moordzaak zelf.

Daarin is deze miniserie een stuk dubbelzinniger dan Citizen Sleuth, Chris Kasicks exegese van een ‘moordonderzoek’ van podcasthost Emily Nestor en de true crime-industrie in het algemeen. Jourdan voert alle reguliere deskundigen ook met hun social media-profiel en het bijbehorende aantal volgers op. De grenzen tussen influencers en profi’s die zich hebben ontwikkeld tot hun eigen merk zijn nu eenmaal diffuus. Reguliere media bedienen zich ook van clickbait, stelt Jenna Cannella, die via haar account tevens parfum, pruiken en andere parafernalia aan de vrouw brengt. Wat is dan het verschil?

‘Dit is nu eenmaal mijn baan’, zegt ook Olivia Vitale stellig, voordat ze weer, met haar eigen moeder als cameravrouw, ongevraagd een onderzoekspiste afloopt. En inderdaad: zij is een expert in het opbouwen van een gigantisch publiek met true crime – een publiek dat advocaten overigens maar al te graag gebruiken om hun lezing van de feiten over het voetlicht te brengen – én hoe je daar een inkomen uit kunt halen. Van misdaadonderzoek zelf weet de influencer alleen niet meer dan Jan met de pet. En zij hoeft zich als leek ook niet te bekommeren om professionele standaarden of ethische codes.

In een omgeving waarin scoren zo centraal staat – nieuwe leads, getuigen, (mede)verdachten! – is het onvermijdelijk dat verschillende visies over wat er is gebeurd en wie er de waarheid in pacht hebben ook met elkaar botsen. In de slotaflevering van deze toch wel boeiende miniserie, waarvan elke zelfkritische true crime-kijker zich terstond een beetje schuldig gaat voelen, komen zo ook de detectives zelf onder het vergrootglas te liggen. Wat is hun eigen achtergrond en wat hebben zij te winnen bij hun heksenjachten? En wat zijn de maatschappelijke gevolgen van al het online-rumoer dat steeds groteskere vormen aanneemt?

The Blue Angels

Prime Video

Zes mannen, zes jets, één team. Uitroepteken. Familie, zogezegd. Elk jaar starten The Blue Angels (92 min.) in januari met een wintertraining van drie maanden in El Centro in Californië. Daarna zijn de Amerikaanse legerpiloten en hun crew klaar om samen acht maanden lang door de Verenigde Staten te trekken met een spetterende, tot in detail gechoreografeerde vliegshow.

Dat gaat in deze gestroomlijnde film van Paul Crowder gepaard met een overdaad aan ronkende vliegtuigmotoren, muziek en teksten. Intussen mogen de stoere, rechtschapen en typisch Amerikaanse piloten zich verliezen in twirls, loops en simulaties, die spectaculair zijn vastgelegd, ook vanuit de cockpit. De ‘all American boys’ blijven intussen, net als hun toestellen, altijd in formatie.

Nergens zit een weerhaakje, nooit schuurt het ergens en van enige vorm van (zelf)relativering is al helemaal geen sprake. Het zou toch wel prettig zijn geweest als er één chagrijnige monteur, eentje maar, met een verwassen T-shirt, slobberbroek en shaggie in z’n mondhoek tussen had gelopen. Zeikend over de baas, mopperend over moeder de vrouw en lonkend naar een goudgele rakker.

Maar ja, zulke types worden er natuurlijk consequent uitgefilterd tijdens het strenge selectieproces. Daarbij kijken ze volgens eigen zeggen naar talent, passie en persoonlijkheid. Het resultaat laat zich voorspellen: zes ideale schoonzonen, waaraan kraak noch smaak zit. En dat geldt eveneens voor de ideale schoondochter, die gaandeweg wordt geselecteerd voor het vliegdemonstratieteam.

Dat team beweegt zich in een volstrekt procedurele wereld, waarin niets aan het toeval kan worden overgelaten. Deze documentaire is daarvan een uitstekende weerslag. The Blue Angels wordt nooit meer dan een soort real life-variant op de Top Gun-franchise, die zich gedurende de jaren heeft bewezen als een effectieve promotool voor het Pentagon en de Amerikaanse krijgsmacht.

Ook deze film, waarin natuurlijk ook lekker sentimenteel eer wordt betoond aan de gevallen Engelen, lijkt vooral bedoeld om het elitegezelschap, en daarmee het complete leger, de hemel in te prijzen. Niet te versmaden ‘eye candy’ dus voor eenieder die nooit voorbij de vluchtsimulator is gekomen en nu bereid is om niet verder te kijken dan zijn neus lang is – en tamelijk zielloos propagandamateriaal voor alle anderen.

Cocksucker Blues

Robert Frank

Het moest een soort All Access Areas-pas worden. Een ongefilterde blik achter de schermen bij de Amerikaanse tournee van The Rolling Stones in 1972, waarbij de Britse rockband z’n nieuwe dubbelalbum Exile On Main Street ging promoten. Het eindresultaat bleek echter zo 18+ dat Mick Jagger en consorten het toch maar niet met de wereld wilden delen.

En dat was weer tegen het zere been van Robert Frank, de maker van Cocksucker Blues (95 min.). De Zwitsers-Amerikaanse fotograaf, die eerder het artwork voor de veel geprezen dubbelaar had gemaakt, verzette zich met hand en tand. The Stones hadden hem zelf gevraagd. En hij had precies geleverd wat er was afgesproken: een ruige direct cinema-film over het leven ‘on the road’. Een soort ‘flies on the wall’-docu, afwisselend in zwartwit en kleur, waarvoor Mick en alleman een camera ter hand mocht nemen, om ‘slices of tour life’ te vangen.

Enkele jaren eerder waren The Stones ook al het onderwerp geweest van een observerende documentaire, Gimme Shelter (1970). Dat was de band uiteindelijk niet al te best bekomen. In deze klassieke popdocu van de gebroeders Maysles en Charlotte Zwerin was te zien hoe Hells Angels een concertganger om het leven brachten tijdens het Stones-concert op het Altamont-festival – en hoe Mick Jagger dat huiveringwekkende tafereel voor het eerst terugzag in de montageruimte. ‘Altamont’ werd een dramatisch uitroepteken achter de jaren zestig. 

Toch was dat voor de band blijkbaar geen beletsel om opnieuw een cameraploeg – behalve Frank was ook z’n protegé Daniel Seymour van de partij – toe te laten bij hun terugkeer naar de Verenigde Staten. Voor wat een typische tourfilm over ‘the greatest rock & roll band on earth, voor het eerst voorzien van dat overbekende tonglogo, zou worden. Live-uitvoeringen van Brown Sugar, Midnight Rambler, Street Fighting Man en een mash-up van Uptight en (I Can’t Get No) Satisfaction met Stevie Wonder, vermengd met alle mogelijke ongein.

Met hedendaagse ogen zie je dan – op z’n best – jochies, kwajongens, doerakken, die zich te buiten gaan aan alles wat God verboden heeft – en de Duivel hen blijkbaar heeft opgedragen. Een neukpartij in het tourvliegtuig. De televisie die gitarist Keith Richards met saxofonist Bobby Keys uit een hotelraam kiepert. Een jonge groupie die een heroïnespuit zet. De verplichte spelletjes biljart en kaart onderweg. Vluchtige ontmoetingen met kunstenaar Andy Warhol, schrijver Truman Capote en zangeres Tina Turner. En Jagger die een mespuntje coke snuift. 

Het is de leegte van het rock & roll-bestaan, in al z’n decadentie, lamlendigheid en hedonisme vereeuwigd voor het nageslacht. Rommelig, ranzig en op z’n eigen manier ook weer saai en routinematig. On the road to nowhere, zoiets. Door Robert Frank tamelijk chaotisch vastgelegd en voorzien van een collageachtige geluidstrack. Waarbij de focus net zo goed ligt op de entourage van The Rolling Stones als op de bandleden zelf, die alle actie meestal eerder bezien – of van een soundtrack voorzien – dan er voluit in participeren.

Mick Jagger en de zijnen zaten nochtans niet te wachten op zo’n ruige registratie van hun tournee en schakelden de rechter in. Na een rechtsgang van ruim vier jaar werd in 1977 bepaald dat Cocksucker Blues voortaan slechts enkele malen per jaar mocht worden vertoond, in het kader van een soort retrospectief van Robert Frank en liefst ook in zijn aanwezigheid. Intussen groeide de morsige documentaire in de beleving van veel rockfans uit tot een cultfilm, een ultieme uiting van – maakt uit duizenden herkenbaar handgebaar – rock & roll.

Power

Netflix

Wie is er machtiger? vraagt Yance Ford zich af in de openingsscène van Power (88 min.). Het volk of de politie? Het is de opmaat naar een zeer kritische beschouwing van de Amerikaanse politie, die door hem wordt beschouwd als een staat binnen de staat. En die heeft ‘t in het bijzonder gemunt op minderheden, zwarte Amerikanen in het bijzonder.

De ‘paramilitaire organisatie’ is onder andere voortgekomen uit de slavenpatrouilles. Politiemensen spreken volgens de Afro-Amerikaanse agent Charlie Adams niet voor niets over ‘patrouilleren’. Historicus en socioloog Nikhil Pal Singh verwijst daarnaast naar hoe de politie, halverwege de negentiende eeuw, witte kolonisten steunde bij het overnemen van land van indianenstammen. Of de gemeentepolitie die toen in de steden de arbeidersklasse in het gareel moest houden. De politiemacht wordt nu eenmaal ingezet door de bezittende klasse, betogen diverse deskundigen, om de status quo in stand te houden en uitdagers daarvan klein te houden.

Volgens hen gaat het daarbij in het bijzonder om immigranten – en dus om racisme en xenofobie. Filosoof George Yancy geeft het voorbeeld van de arts Samuel Cartwright. Hij constateerde in de negentiende eeuw dat slaven die de plantages wilden ontvluchten aan de psychische aandoening ‘drapetomanie’ leden. Want zulke inferieure mensen konden natuurlijk met geen mogelijkheid de oprechte behoefte hebben om vrij te zijn. Ze waren immers geboren om slaaf te zijn. Alle reden dus ook om elke vorm van oproer direct de kop in te drukken en onruststokers, zoals burgerrechtenactivist Stokely Carmichael en Black Panther-leider Huey P. Newton, keihard aan te pakken.

Wat in 1838 begon met het allereerste hedendaagse politiekorps in Boston, is een kleine tweehonderd jaar later uitgegroeid tot 18.000 korpsen met ruim een miljoen agenten. Een miljardenbusiness, laat Yance Ford zien in dit polemische beeldessay, dat thematisch verwantschap vertoont met recente films als Riotsville, U.S.A. en Stamped From The Beginning. In een ontluisterende sequentie vragen alle Amerikaanse presidenten van de afgelopen halve eeuw – van Lyndon Johnson tot Joe Biden, met uitzondering van Jimmy Carter – bijvoorbeeld om meer geld voor Law & Order. In 2023 ging het inmiddels om niet minder dan 192 miljard dollar.

Intussen kunnen de politieorganisatie of individuele agenten nauwelijks aansprakelijk worden gesteld als ze hun boekje te buiten gaan, stelt Ford. En daarvan zijn in dit prikkelende pamflet talloze voorbeelden te zien, uit vroeger tijden en van recenter datum, zoals bijvoorbeeld de pijnlijke ‘I can’t breathe’-video van Eric Garner of het filmpje van de 75-jarige demonstrant die rücksichtslos omver wordt geduwd door een politieman, op zijn achterhoofd valt en bloedend wordt achtergelaten. Met al die verschillende voorbeelden wordt een repressief systeem geschetst, dat de bovenklasse beschermt en de rest van het volk, desnoods met bruut geweld, probeert te knechten.

Citizenfour

Dogwoof

‘Het is jouw beslissing of en hoe je mijn betrokkenheid met de wereld wilt delen’, schrijft de anonieme bron aan documentairemaakster Laura Poitras. ‘Het heeft mijn voorkeur dat je gewoon man en paard noemt. Niemand, zelfs de mensen die het dichtst bij me staan, is op de hoogte van mijn plannen. Het zou niet fair zijn als zij er desondanks de gevolgen van moeten dragen. Jij kunt dat als enige voorkomen. Nagel mij onmiddellijk aan het kruis, in plaats van me als bron te beschermen.’

Poitras en de onbekende persoon die haar in januari 2013 heeft benaderd, onderhouden dan al enkele maanden contact met elkaar en hebben onlangs een afspraak gemaakt voor een ontmoeting in Hongkong. Op 3 juni sluit op verzoek van Citizenfour (113 min.) ook journalist Glenn Greenwald aan, voor wat een serie ontmoetingen op een hotelkamer zal worden, die in totaal acht dagen in beslag neemt. Voor de camera heeft een bedachtzame 29-jarige man plaatsgenomen, die de wereld zal leren kennen als de klokkenluider Edward Snowden.

Als contractant voor de CIA en NSA is hij er getuige van geweest hoe Amerikaanse inlichtingendiensten illegaal informatie verzamelen over mensen en organisaties in binnen- en buitenland. Sinds de aanslagen van 11 september 2001 zijn hun bevoegdheden steeds verder opgerekt. Inmiddels reikt de lange arm van Uncle Sam verder dan wie dan ook goed lijkt. Telefoons worden afgeluisterd, e-mails gelezen en zoekopdrachten op Google nagetrokken. Snowden kan niet langer leven met deze gigantische inbreuk op de privacy.

Om te illustreren dat hij echt overal rekening mee houdt, gooit hij een rode doek over zich heen voordat hij een wachtwoord invoert bij zijn laptop. ‘Ik denk dat we inmiddels op het punt zijn aanbeland waarop niets ons nog verrast’, reageert Glenn Greenwald grappend. Alle aanwezigen in die hotelkamer, waar ook Ewen MacAskill van The Guardian is aangesloten, lijken inmiddels gestoken door het ‘paranoia-beestje’. En dan gaat het brandalarm af. Het is een onwerkelijk tafereel. Wat nu? Is het een oefening? Of toch een slinkse poging om de geheime meeting te hacken of ontregelen?

Als zijn onthullingen even later naar buiten beginnen te komen, valt de spanning voor Edward Snowden enigszins weg: hij weet dat zijn tijd nu beperkt is. Vroeger of later zal hij worden ingerekend. De klokkenluider wil echter laten zien dat hij niet bang is en zich ook nergens voor schaamt. ‘Ik wil me niet verbergen of op de vlucht gaan’, zegt hij tegen Greenwald, die zich afvraagt hoe hij in zijn publicaties moet omgaan met de identiteit van zijn bron. ‘Dat zou ook niet nodig moeten zijn’, stelt Snowden, waarschijnlijk tegen beter weten in.

Poitras is er ondertussen getuige van hoe in die hotelkamer geschiedenis wordt geschreven en legt dat sober, een beetje droog en traag zelfs, vast voor de eeuwigheid. De focus moet in Citizenfour, waarmee ze de Oscar voor beste documentaire van 2014 won, te allen tijde blijven liggen op de inhoud van Snowdens boodschap en de implicaties daarvan – en op de gevolgen voor hemzelf, de man die tot nader order de rol van Amerika’s staatsvijand krijgt toebedeeld.

El Guardián De Las Monarcas 

Netflix

Dat natuurbeschermers een sta in de weg kunnen worden voor mensen met politieke, sociale of economische belangen is natuurlijk geen verrassing. Dat zij ook in het vizier van de georganiseerde misdaad komen lijkt misschien minder vanzelfsprekend. In Mexico zijn in de afgelopen tien jaar echter al ruim 1700 milieuactivisten gedood.

Homero Gómez heeft zijn hart verpand aan de monarchvlinder. El Guardián De Las Monarcas (91 min.) geldt in de Mexicaanse regio Michoacán als de beschermheer van de vlinder, die jaarlijks van de Verenigde Staten en Canada naar Mexico migreert – bijzonder fraai in beeld gebracht in deze documentaire van Emiliano Ruprah De Fin – om daar in de bergen de winter door te brengen.

Het vlinderreservaat El Rosario is Michoacán is echter ook het werkterrein van illegale houtkappers, avocadotelers én veertien drugskartels. En die onderhouden warme banden met politici in de staat, die naar verluidt in de zak zitten van de georganiseerde criminaliteit. Als het monarchvlinderreservaat wordt bedreigd, schroomt Homero Gómez niet om zich daartegen uit te spreken en te verzetten.

En dan is de onversaagde milieuactivist op 13 januari 2020, na een paardenrace in Ocampo, ineens spoorloos verdwenen… Zoals het al eerder slecht afliep met mensen zoals hij in Mexico. Gómez had er zelf ook voor gewaarschuwd. De volgende stap van de georganiseerde misdaad, hield hij medestanders voor, is dat ze de natuurlijke hulpbronnen overnemen: het water, de bossen…

Ruprah De Fina maakt in deze treffende film eerst de liefde van de natuurbeschermer voor de vlinder en diens omgeving invoelbaar, plaatst dit daarna in z’n maatschappelijke kader (de narcostaat Mexico) en zoomt dan in op het onderzoek naar de verdwenen activist, dat ernstig wordt belemmerd door incapabele/onwillige politieagenten, ‘opzettelijke apathie’ bij de autoriteiten en dreiging vanuit de kartels.

Intussen maakt ook de monarchvlinder – door houtkap, het gebruik van pesticiden en klimaatverandering – moeilijke tijden door. Zonder een moedige beschermer zoals Homero Gómez zijn de vlinder en z’n directe leefomgeving vogelvrij verklaard.

Justice, USA

HBO Max

Wie in de Verenigde Staten eenmaal in de mallemolen van justitie terecht is gekomen, moet heel veel moeite doen om er nog uit te kunnen stappen. ‘Uit landelijke cijfers blijkt: hoe meer een kind in contact komt met het strafsysteem’, stelt jeugdrechter Sheila Calloway in Justice, USA (307 min.). ‘Hoe groter de kans dat hij erin blijft.’ Deze zesdelige serie probeert het complete speelveld in beeld te brengen, via een zogenaamde 360 graden-kijk op het justitiële systeem van Nashville, Tennessee, waar elke dag zo’n 1500 tot 1700 mensen vastzitten. Marshall Goldberg en Randy Ferrell volgen een jaar lang enkele zaken, portretteren de betrokken mensen en brengen zo zowel de knelpunten in beeld als de momenten waarop de rechtsgang juist wel goed lijkt te werken.

Ze introduceren bijvoorbeeld Teresa Waters, een Afro-Amerikaanse vrouw die haar overspelige – althans dat is haar lezing van het verhaal – vriend John heeft bedreigd met een wapen. Zij zegt dat het zelfverdediging was, hij houdt staande dat hem weinig te verwijten valt. John heeft heel wat te verliezen: na een detentie van ruim elf jaar zit hij nog in zijn proeftijd. Als hem nu iets ten laste wordt gelegd, kan hij zomaar weer voor een hele tijd achter de tralies verdwijnen. De twee (ex-)geliefden zullen elkaar de navolgende periode afwisselend aantrekken en afstoten, ook voor de rechter. Intussen is ook Jerome, de voormalige echtgenoot van Teresa, nog in het spel. Hij heeft weliswaar een contactverbod, maar maakt haar het leven nog altijd zuur.

Via deze en andere casussen laat Justice, USA zien dat een detentie slechts zelden op zichzelf staat. De zaak van het zeventienjarige meisje Diamond Lewis maakt dat pijnlijk duidelijk. Zij zit al bijna twee jaar vast, vanwege een beroving die is uitgemond in moord. Diamond wordt als volwassene berecht en gaat akkoord met een schikking van 25 jaar gevangenisstraf. Zo ongeveer tegelijkertijd wordt haar vijftienjarige broertje Shubbie doodgeschoten. Haar vader Latherio Fizer en oudere broer Kethario zitten intussen ook vast. En in de vrouwengevangenis wordt Diamond opgevangen door Jessica Herman, een alleenstaande moeder met drie zoons die al bijna twee jaar in een cel zit. Zij heeft eerder dan weer een tijdje samengezeten met Diamonds moeder.

Bij de kapper komt het in de jeugdgevangenis intussen tot een confrontatie tussen de zeventienjarige Caleb Williams, lid van de plaatselijke 23-bende, en zijn leeftijdsgenoot Tristan, die al ruim een jaar vastzit voor een dubbele moord. En daarbij is dan weer een vriend van Caleb overleden. Ook Tristan lijkt belast door het verleden. Zijn oma was verslaafd, zijn vader overleed toen hij zes maanden oud was en zijn (tiener)moeder zat zes jaar in de gevangenis. Zij heeft zich daarna gerehabiliteerd en is verpleegkundige geworden. Het is de vraag of haar zoon dezelfde kans krijgt. Als Tristan niet kan aantonen dat hij op die fatale dag uit zelfverdediging handelde, kan hij zomaar veertig jaar krijgen. Intussen probeert hij vanuit de cel toch maar zijn middelbare schooldiploma te halen.

Zulke verhalen beginnen al snel vertrouwd te voelen. Vrijwel iedere gedetineerde heeft z’n eigen problematiek: een gewelddadig verleden, verslaving óf psychische problemen. Van dat laatste is Zachary Brill een tragisch voorbeeld. Hij speelde als honkballer voor de Texas Rangers, maar ontwikkelde een schizoaffectieve stoornis. Als zijn broer overlijdt aan een heroïneoverdosis, draait Zachary helemaal door. Zijn moeder moet haar eigen pensioenpot nu als onderpand gebruiken om de borgsom te kunnen ophoesten, waarmee haar zoon weer kan vrijkomen en werken aan zijn herstel. Inmiddels is er voor aangehouden inwoners van Nashville met mentale problemen zoals Zachary een Behavioral Care Center geopend, waar stabilisatie en behandeling voorop staan.

De slotaflevering van deze stevige serie – die gaandeweg wat in herhaling vervalt, maar dat is op zichzelf ook wel weer treffend – concentreert zich op zulke alternatieven voor gevangenisstraf. Een herstelgesprek bijvoorbeeld tussen de familie van een dertienjarige jongen die een auto-ongeluk veroorzaakte en de nabestaanden van de man die daarbij overleed. Want zelfs in een typisch Law & Order-land zoals de Verenigde Staten beginnen ze zich te realiseren, in de woorden van Ruby Joyner van het Davidson County Sheriff’s Office, dat alleen repressie niet volstaat. Want: beschadigde mensen beschadigen mensen.

Putin And The West: At War

Alamy / VPRO

Ruim twee jaar na dato is de Russische invasie van Oekraïne inmiddels op alle mogelijke manieren in beeld gebracht in documentaires. Van de gevolgen op de grond voor de Oekraïense burgerbevolking in ooggetuigenverslagen zoals Mariupol: The People’s Story20 Days In Mariupol en de Nederlandse productie Eddy’s Oorlog tot de diplomatieke schermutselingen van westerse mogendheden met Rusland voor aanvang van die oorlog in Un President, l’Europe Et La Guerre, waarin de Franse president Macron alles op alles zet om zijn Russische ambtsgenoot Vladimir Poetin van gedachten te doen veranderen, en de gezaghebbende miniserie Putin And The West, die Poetins betrokkenheid bij de oorlog in Syrië en de jarenlange aanloop naar ’s mans aanval op z’n buurland Oekraïne vanuit allerlei verschillende gezichtspunten belicht.

Het tweeluik Putin And The West: At War (118 min.), eveneens van regisseur Tim Stirzaker (Trump Takes On The World) en het gereputeerde Britse productiehuis Brook Lapping, gaat verder waar die laatste productie eindigde. Als Poetin zijn troepen op 23 februari 2022 richting de Oekraïense grens heeft gedirigeerd. De invasie wordt nota bene opgestart als de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties net bijeen is en veroorzaakt alom ontzetting: er komt dus daadwerkelijk weer oorlog in Europa. Stirzaker probeert de verwikkelingen in het navolgende jaar in kaart te brengen met een indrukwekkende rij politici en topdiplomaten, waaronder de Oekraïense president Zelensky, de regeringsleiders van Groot-Brittannië, Senegal, Indonesië, Finland en Zweden, NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg, VN-secretaris-generaal Guterres, voorzitter Michel van de Europese Raad, de Chinese hoogleraar Xiang Lanxin en enkele topfunctionarissen uit de regering van de Amerikaanse president Biden.

Samen met een aantal ministers van Buitenlandse zaken, ministers van Defensie en VN-ambassadeurs schetsen zij de diplomatieke achterkant van de Russische inval: hoe de belangrijkste westerse landen alles in het werk stellen om de oorlog niet verder te laten escaleren en tegelijk Poetin tot de orde proberen te roepen, Oekraïne moeten beschermen en China en Afrikaanse landen niet van zich willen vervreemden. Deze veelheid aan belangen, die regelmatig met elkaar conflicteren, zorgt voor druk op de onderlinge verhoudingen, versterkt ook de behoefte om de NAVO te versterken en uit te breiden met landen als Zweden en Finland en zorgt bovendien in grote delen van de wereld voor zorgen over de voedselproductie. Zou deze oorlog tot grote tekorten elders op aarde kunnen leiden? Ook het Russische perspectief op al deze onderwerpen ontbreekt niet, met bijdragen van VN-ambassadeur Vasili Nebenzja en Andrea Kelin, de Russische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk.

Net als in de echte wereld leidt dit ook in deze tweedelige documentaire soms tot bijna absurde taferelen. Als president Zelensky begin april 2022 bijvoorbeeld een video van Russische oorlogsmisdaden heeft laten zien bij de VN-veiligheidsraad, zegt Valentin Rybakov, de VN-ambassadeur van Ruslands bondgenoot Wit-Rusland: ‘Je moet zeker weten dat dit geen nep is, want ik heb video’s gezien met dezelfde doden die opstaan en een sigaretje gaan roken en dan weer gaan liggen alsof ze dood zijn. In deze informatieoorlog weet je het nooit honderd procent zeker.’ Zoals de waard is, denkt een buitenstaander daarbij vrijwel automatisch, vertrouwt ie z’n gasten. Tegelijkertijd heeft elke spreker in dit tweeluik natuurlijk z’n eigen agenda, binnen een wereldwijd conflict dat nog altijd ongenadig voortwoekert en dat hier alvast met potlood is opgetekend door een aantal hoofdrolspelers en belangrijke bijfiguren.

Onvoorwaardelijk

Submarine / BNNVARA

Hij staat te boek als extreem gewelddadig, onvoorspelbaar en manipulatief en heeft al sinds jaar en dag problemen met het gezag. Voor de Nederlandse vrouw Yolanda, een alleenstaande medewerkster van een verzekeringsmaatschappij, is dat in 2013 echter geen beletsel om contact op te nemen met Billy Tracy. Ze heeft zijn profiel gevonden via de website Write A Prisoner. Het duurt niet lang of de twee zijn verliefd en beginnen elkaar gepassioneerde brieven te schrijven.

Via deze briefwisseling leren zij elkaar kennen – en de kijkers van deze documentaire van Elena Lindemans maken zo kennis met dit toch wel heel erg opmerkelijke koppel. Hun liefde is voorbestemd, meent Yolanda. Terwijl zij gewoon haar kleine Nederlandse leventje leidt, alleen in haar opgeruimde appartement, is ze in gedachten voortdurend bij die man in de Prison Unit in het Texaanse Livingston, die haar overstelpt met romantische teksten. Het is een liefde, waarover menige buitenstaander ongetwijfeld zijn wenkbrauwen fronst: die moet wel ‘too good to be true’ zijn.

De idylle wordt in Onvoorwaardelijk (55 min.) feitelijk alleen verstoord door een zakelijke voice-over die stap voor stap Billy’s gewelddadige geschiedenis doorloopt. En die is bepaald niet mals. Yolanda laat zich daardoor echter niet afschrikken en vertrekt naar de Verenigde Staten, om haar geliefde te ontmoeten en nóg beter te leren kennen. Ze bezoekt zijn ouderlijk huis, gaat langs bij een voormalige celmaat die z’n leven inmiddels op orde lijkt te hebben en spreekt af met enkele lotgenoten. Als ultiem bewijs van haar liefde laat ze ook nog een ‘always Billy’-tatoeage zetten.

Zelfs als in deze unheimische film blijkt dat de oude vos wel zijn haren maar niet zijn streken heeft verloren, wankelt haar liefde in eerste instantie niet. ‘Billy is natuurlijk gewoon mijn vent, mijn man’, zegt ze dan ferm, ogenschijnlijk vooral tegen zichzelf. ‘Ik wist ook gewoon heel sterk: ik blijf bij jou.’ Tegen die tijd heeft Lindemans, die de twee in hun waarde laat en niet opzichtig oordeelt, allang de vraag opgeworpen of Yolanda eigenlijk wel zonder Billy kan – of zonder het idee van een man zoals hij. Een man die onvoorwaardelijk voor haar – en niemand anders – heeft gekozen.

Trailer Onvoorwaardelijk

War Game

Matador Content

Oud-hoogleraar bestuurskunde Uri Rosenthal, die van 2010 tot en met 2012 ook minister van Buitenlandse Zaken was, participeerde in 1997 in een vijfdelige serie op de Nederlandse televisie, genaamd Crisis, waarin beslissers waren samengebracht in een soort ‘war room’ en werden geconfronteerd met een gesimuleerde ramp. De Amerikaanse documentaire War Game (94 min.) kent een vergelijkbare opzet – al is de crisis ditmaal wel erg levensecht.

Op 6 januari 2023, precies twee jaar na de bestorming van het Capitool in Washington, organiseert de onafhankelijke Vet Voice Foundation een geheime oefening op het terrein van nationale veiligheid. Uitgangspunt is dat er op 6 januari 2025 opnieuw een opstand komt na de presidentsverkiezingen en dat ditmaal extremistische elementen uit het Amerikaanse leger zich in het strijdgewoel mengen. Het is een zorgwekkend scenario, waarin elementen van 6 januari 2021 zijn verwerkt.

‘Jullie hebben zes uur om een burgeroorlog te voorkomen en een vreedzame overdracht van de macht te garanderen’, houdt game designer Ben Radd de deelnemers aan het begin van deze film voor. Die hebben hun sporen verdiend in de hoogste echelons van de Amerikaanse overheid als leidinggevende bij het leger, generaal, senator, woordvoerder of medewerker van de FBI en CIA. Voormalig gouverneur van Montana Steve Bullock treedt op als president John Hotham.

De beslissers worden vanuit een studio bestookt met informatie over de snel escalerende situatie, waarbij een afvallige generaal, gemodelleerd naar generaal en QAnon-propagandist Michael Flynn, de verkiezingen bestempelt als frauduleus en oproept tot strijd. Hij sluit daarmee aan bij acties ter plaatse van de extreemrechtse Order of Columbus. En Hothams politieke tegenstander, gouverneur Robert Strickland, gooit olie op het vuur door daarvan geen afstand te nemen.

Het rollenspel, dat een steeds serieuzer karakter krijgt, wordt door de documentairemakers Jesse Moss en Tony Gerber zo nu en dan afgewisseld met de persoonlijke verhalen van direct betrokkenen. Zo raakte de vader van game producer Janessa Goldbeck in de ban van QAnon, heeft oud-veteraan en Order Of Columbus-leider Kris Goldsmith zelf een problematisch verleden en getuigde consultant Alexander Vindman in 2019 tegen president Trump tijdens de eerste afzettingsprocedure tegen hem.

Onder hun ogen voltrekt zich een onrustbarend scenario. Hotham en zijn team overwegen al snel om de zogenaamde Insurrection Act in werking te stellen, die de president in de gelegenheid stelt om het Amerikaanse leger in eigen land in te zetten. Daarmee zou het gefingeerde conflict, geïllustreerd met berichtgeving over soortgelijke situaties in de recente Amerikaanse geschiedenis die helemaal uit de hand zijn gelopen, wel eens ernstig kunnen escaleren.

Burgeroorlog is niet het meest voor de hand liggende scenario, constateert voormalig senator Heidi Heitkamp ergens halverwege het burgeroorlogspel, maar ook beslist niet onmogelijk. Dat is een ongemakkelijke conclusie, die dit ogenschijnlijk zeer realistische en spannende experiment onvermijdelijk oproept. In ‘the fog of war’, zo bleek eveneens tijdens Trumps gewelddadige revolte op 6 januari 2021, kan het kwartje ook zomaar de verkeerde kan op vallen.

Zoals hij dat eerder deed in Crisis, zou Uri Rosenthal na afloop van War Game nog wel enkele harde noten hebben te kraken – al zou ook hij waarschijnlijk kippenvel hebben gekregen van de geïmproviseerde speech van president Hotham. Die is Amerikaans goed.

The Dynasty: New England Patriots

Netflix

Bij de NFL Draft 2000 wordt Tom Brady pas bij de zesde ronde geselecteerd. Als nummer 199. ‘Let’s do it’, besluit hoofdcoach Bill Belichick uiteindelijk. ‘We’ll take it for what is is’, reageert een collega bij The New England Patriots. En ruim een jaar later, als Brady bij dat team de geblesseerde quarterback Drew Bledsoe moet vervangen, heeft ook niemand in de National Football League in de gaten dat daarmee een nieuw tijdperk is aangebroken. Toch is dat precies wat er staat te gebeuren: The Dynasty: New England Patriots (400 min.). En Tom Brady wordt de GOAT: The Greatest Of All Time.

Net als bij Michael Jordan, zijn evenknie in die andere typisch Amerikaanse sport basketbal, heeft die status nu zijn weerslag gekregen in een epische documentaireserie. Tien afleveringen heeft regisseur Matthew Hamachek (Tiger) tot zijn beschikking gekregen om de volledige ‘regeerperiode’ van The Patriots in de Amerikaanse NFL (2001-2020), onder leiding van coach Bill Belichick en teameigenaar Robert Kraft, helemaal uit te diepen. Het resultaat is een sportproductie met, inderdaad, The Last Dance-grandeur. Typisch Amerikaans, in de beste zin des woords: groots en meeslepend.

Hamachek wikkelt de gebeurtenissen niet zomaar chronologisch af, maar balt die samen in kernachtige, met een dampende soundtrack op temperatuur gebrachte afleveringen, die samen een gelaagde vertelling over winnen en verliezen vormen. Winnen is als een drug, die ronduit verslavend werkt. ‘Na verloop van tijd verandert je relatie met de drug’,  zegt Scott Pioli, een directielid van The New England Patriots daarover. ‘Na een overwinning voel je geen euforie meer, maar opluchting. En als je verliest, wordt het heel donker. Je gaat alles doen om de angst om te verliezen te stoppen.’

‘De meeste coaches in de NFL coachen football’, stelt Patriot Donté Stallworth zelfs over Bill Belichick. ‘En hij coacht oorlogsvoering.’ Niet veel later citeert de stugge, sfinxachtige coach tijdens een wedstrijdbespreking zowaar uit Sun Tzu’s klassieke boek The Art of War: ‘Every battle is won before it is fought.’ Zo bezien liggen schandalen zoals Spygate en Deflategate eigenlijk voor de hand. Zelfs real life-issues passen daarbinnen, zoals de arrestatie van Patriot Aaron Hernandez, de door Vladimir Poetin gestolen Superbowl-ring en de frictie tussen spelers en leiding over president Donald Trump.

Als Bill Belichick een vervanger/opvolger in huis haalt voor Tom Brady, die dan net een omstreden schorsing aan zijn broek heeft gekregen, verzuren de verhoudingen tussen de twee iconen van The New England Patriots en starten Brady’s FEA-jaren: ‘Fuck ‘em all’. Gedefinieerd door (machts)strijd en succes. Met gebrek aan erkenning, met name van zijn eigen coach, als brandstof. Zoals rancune Michael Jordan steeds voortstuwt in The Last Dance. En ook in The Dynasty resulteert dit in een fascinerend kijkspel over hoe The winners take it all – ook de stress, woede, twijfel, wedijver en shit.

Lockerbie

SkyShowtime

Door een tragische speling van het lot wordt Jim Swire op 21 december 1988 ook voor de rest van de wereld de vader van Flora Swire. Zijn dochter is ze natuurlijk al 23 jaar. Maar nadat Flora op die fatale woensdag in Londen aan boord is gegaan van een Boeing 747, op weg naar New York om Kerst met haar vriendje te gaan vieren, raken ze ook publiekelijk voor altijd met elkaar verbonden.

Want vlucht Pan Am 103 stort neer bij het Schotse plaatsje Lockerbie (200 min.) en Jim Swire zal zich daarna ontwikkelen tot hét gezicht van de nabestaanden, een door en door fatsoenlijke man die samen met zijn vrouw Jane onvermoeibaar blijft proberen om de waarheid boven tafel te krijgen. Wie is er verantwoordelijk voor de dood van zijn oudste dochter en 269 andere passagiers en plaatselijke bewoners?

Gedwongen door de omstandigheden heeft de Britse arts zich zo bij helden tegen wil en dank zoals Paul MarchalOdd Petter Magnussen en Bauke Vaatstra gevoegd. Wanhopige vaders van dochters, die in raadselachtige omstandigheden zijn omgebracht. Zij willen de onderste steen boven krijgen. Swire mag, kan en wil dus ook niet ontbreken in deze fascinerende serie van John Dower.

Hoewel ‘Lockerbie’ alweer ruim 35 jaar geleden plaatsvond, is zijn taak nog altijd niet afgerond. Wat er precies is gebeurd blijft gehuld in nevelen. Te veel verschillende partijen lijken daarbij belang te hebben. ‘Natuurlijk was het een obsessie’, zegt Swire, die altijd zijn menselijkheid heeft behouden. ‘Ik was gewend om obsessies bij mijn patiënten te behandelen en ik wist hoe het hun levens kon verwoesten.’

Deze vierdelige serie maakt tevens duidelijk hoe selectief ons geheugen werkt. Want Lockerbie herinnert menigeen zich misschien nog wel. Maar geldt dat ook voor Iran Air Vlucht 655? Op 3 juli 1988 heeft een Amerikaanse torpedojager het Iraanse lijntoestel in de Straat van Hormuz neergeschoten, met 290 onschuldige slachtoffers tot gevolg. Kennen we de Jim Swires van die doldrieste aanval?

En zou de aanslag op Pan Am 103 misschien een vergeldingsactie voor de Amerikaanse luchtdoelraket in De Perzische Golf zijn? Of zat de Libische leider Gaddafi achter de vliegtuigbom? Hij was even daarvoor nog aangevallen door de VS. Feit is dat de Amerikaanse autoriteiten waren gewezen op het gevaar van een terroristische actie. Zat de Boeing 747, nét voor Kerstmis, daarom maar halfvol?

Met allerlei direct betrokkenen reconstrueert John Dower de zoektocht naar de daders en hun opdrachtgevers. Daarmee belandt Lockerbie in de schimmige wereld van inlichtingendiensten, waarin de waarheid een rekkelijk begrip blijkt. Ook de rechtszaak tegen twee Libische verdachten in Kamp Zeist, een ’Scottish court in The Netherlands’, brengt uiteindelijk geen klaarheid in de zaak.

Dower laat de verschillende visies op wie die bom heeft geplaatst stevig op elkaar botsen. Nabestaanden zoals Swire worden heen en weer geslingerd tussen al die versies van de waarheid. Zelfs als ze zeker denken te weten wie er verantwoordelijk is, kan er vanachter de officiële theorie zomaar een andere lezing tevoorschijn komen. En voor je ’t weet word je beschouwd als een complotdenker.

Jim Swire geeft grif toe dat hij met zijn strijd het verdriet op afstand probeerde te houden. Dat is er echter nog steeds. Als de inmiddels hoogbejaarde Brit vertelt hoe hij zijn dochter identificeerde via een pigmentvlekje op haar teen, oogt hij als een gebroken man. Bijna de helft van zijn leven brengt Swire nu door met de wetenschap dat Flora er niet meer is. Dat zij altijd in Lockerbie is gebleven.

Net als de andere nabestaanden in deze aangrijpende miniserie, die ook de lotsverbondenheid toont tussen nabestaanden en inwoners van Lockerbie, is hij met, door en voor haar een bekendheid geworden. En dat houdt voorlopig ook niet op. Zolang er essentiële vragen openstaan, blijft de immense tragedie, omgeven met raadsels, dwaalsporen en leugens, onverminderd intrigeren.

Zo werd onlangs bekend dat de befaamde acteur Colin Firth Jim Swire gaat vertolken in een nieuwe dramaserie over Lockerbie.

Full Circle

Netflix

‘Kom op. Bewegen, tenen’, zegt Trevor Kennison, terwijl hij de camera van z’n telefoon op zijn eigen voeten richt. ‘Bewegen, tenen. Kom op, grote tenen. Jullie kunnen het.’ De 22-jarige Amerikaanse loodgieter is op 15 november 2014 gevallen na het snowboarden bij Vail Pass, kwam toen op zijn rug terecht en is sindsdien vanaf z’n middel verlamd. In het revalidatiecentrum Craig Hospital in Englewood, Colorado, werkt hij aan zijn herstel. Maar wat is realistisch als je op jonge leeftijd een dwarslaesie hebt opgelopen? En hoe bouw je met dat perspectief weer een leven op?

De jongeling zal zichzelf uiteindelijk opnieuw uitvinden in het winterresort Jackson Hole. Hij wordt in 2009 de eerste zitskiër die van de befaamde piste Corbet’s Couloirs afgaat. Kennisons relaas wordt in Full Circle (103 min.) door regisseur Josh Berman gespiegeld aan het levensverhaal van de naamgever van die skipiste, Barry Corbet (1936-2004). Deze befaamde alpinist en skiër liep bij een helikoptercrash in 1968 eveneens een dwarslaesie op en ontwikkelde zich vervolgens tot een belangrijke pleitbezorger voor mensen met deze lichamelijke beperking.

‘Ik wil niet zeggen dat het leven makkelijker wordt of de keuzes eenvoudiger’, schreef hij bijvoorbeeld in het boek Options: Spinal Cord Injuries And The Future (1980), waarvan Scott Burns enkele kenmerkende citaten heeft ingelezen voor deze film. ‘Of dat een dwarslaesie op de één of andere manier gunstig is voor iemands mentale en fysieke gezondheid. Want dat is niet waar. Ik wil je wel zeggen dat je dit monumentale ongemak kunt doorstaan, dat je ermee kunt leven, liefhebben, lachen, dat je het kunt overwinnen, delen en overstijgen en dat je niet zonder keuzes bent.’

En dat is natuurlijk ook de boodschap van deze (soms wat te) Amerikaanse documentaire, waarin de levensverhalen van twee mensen, die zich uiteindelijk door niks of niemand laten kisten, samenkomen in een optimistische vertelling, afgezet tegen een buitengewoon fraai decor, over hoe tegenslag je sterker kan maken. Zolang je je er maar voor open stelt. En Trevor Kennison demonstreert dat nog maar eens als freestyle skiër op Vail Pass, de plek waar zijn tweede leven ooit begon, met een spectaculaire manoeuvre.

Larry Flynt: The Right To Be Left Alone

Midtown Films

Toen Larry Flynt (1942-2021) halverwege de jaren zestig een toplessclub opende in Dayton, Ohio, had niemand, ook hijzelf niet, kunnen vermoeden dat hij mede daardoor zou uitgroeien tot één van de belangrijkste strijders voor de vrijheid van meningsuiting in de Verenigde Staten. Want die club kreeg al gauw een eigen clubblad, Hustler. En dat blaadje groeide al even snel uit tot een ranzige concurrent voor de toonaangevende naaktbladen Playboy en Penthouse, met tegen porno aanschurkende blootrepotages en bijtende satire. Daarmee zou Flynt geregeld en heftig in aanvaring komen met Conservatief Amerika.

‘s Mans tumultueuze bestaan vormde al de basis voor Milos Formans messcherpe en dolkomische speelfilm The People Vs. Larry Flynt (1996), waarin acteur Woody Harrelson een onweerstaanbare Larry Flynt neerzette en zangeres/actrice Courtney Love een tamelijk ordinaire versie van diens vrouw Althea Leasure. In de documentaire Larry Flynt: The Right To Be Left Alone (74 min.) uit 2007 doet regisseur Joan Brooker-Marks dat nog eens dunnetjes over. Ze behandelt natuurlijk de schietpartij waardoor Larry Flynt in een rolstoel belandde, schetst de teloorgang van de aan drugs verslaafde Althea en loopt ook netjes alle controverses af waarbij Flynt gedurende de jaren betrokken raakte. En vergeleken met Forman heeft ze de beschikking over nóg eens elf doldwaze jaren met de man die door de één wordt beschouwd als een martelaar van het vrije woord en door een ander, feministe Gloria Steinem bijvoorbeeld, als een seksuele fascist.

De film is op zijn sterkst als die man, boerenslim en niet zonder zelfspot, op z’n praatstoel gaat zitten en al z’n streken nog eens de revue laat passeren. Over zijn epische clashes met televisiedominees zoals Jerry Falwell en Jimmy Swaggart bijvoorbeeld. ‘Het bevredigendste moment dat ik van al die evangelisten heb gekregen’, begint Flynt bijvoorbeeld, terwijl er een kenmerkende ondeugende glimlach op zijn gezicht verschijnt, ‘was toen Swaggart, net op het moment dat Swaggart Ministries op z’n hoogtepunt was, op een motelkamer in Baton Rouge werd betrapt met een hoer. Op die kamer bleek ook een Hustler te liggen.’

Ook zijn methoden als waarheidszoeker komen natuurlijk aan de orde. Die zijn, to say the least, bepaald niet onomstreden. Als de Democratische president Bill Clinton dreigt te worden afgezet vanwege een buitenechtelijke affaire, looft Larry Flynt bijvoorbeeld een miljoen dollar uit voor iedereen die bewijs kan leveren van seksuele escapades van Clintons criticasters. Niet veel later moeten enkele prominente Republikeinen de eer aan zichzelf houden. En als Flynt zelf voor de rechter moet verschijnen, doet hij dat rustig met een helm op, in een luier of met een ‘Fuck This Court’ T-shirt aan. Hij neemt ook dan bepaald geen blad voor de mond en blijft consequent voor zijn disciplines staan.

‘Ik zou niemand aanraden om zich in de rechtbank te gedragen zoals ik deed’, zegt hij daar zelf over in deze, ondanks die prikkelende hoofdpersoon, tamelijk degelijke docu. ‘Maar je moet goed begrijpen: ze dachten dat ik iemand was die je tot onderdanigheid kunt dwingen. En ze bleven maar terugkomen voor nóg een stukje van mij. En ik wilde heel duidelijk maken dat ze dat niet zouden krijgen. Fuck you! Gooi me maar in de cel!’

In 2021, het jaar van zijn dood, is overigens Larry Flynt For President verschenen, een archieffilm over zijn spraakmakende – en natuurlijk tot mislukken gedoemde – presidentscampagne van 1983. Daarmee verzette Flynt zich hevig tegen het Amerika van president Ronald Reagan. Zoals hij zich in de jaren voor zijn dood ook tegen één van diens Republikeinse opvolgers Donald Trump zou keren. Hij loofde tien miljoen dollar uit voor de tip die tot Trumps afzetting zou leiden. Dat geld heeft hij uiteindelijk op zak kunnen houden.

Niemand Die Het Ziet

BNNVARA

Iedereen in beeld heeft daarbij een belang. Dat moet de conclusie zijn van de vierdelige docuserie Niemand Die Het Ziet (200 min.). Want waarom zou je anders, voor iedereen herkenbaar of juist geanonimiseerd met een masker en stemvervorming, een bijdrage leveren aan een geopolitieke thriller over hybride oorlogsvoering? Dat is tenslotte niet zonder gevaar. Al kan ‘t voor hetzelfde geld ook weer riskant zijn om jouw versie van de waarheid juist níet met de wereld te delen.

Het belang van Volkskrant-journalist Huib Modderkolk lijkt helder: de waarheid over Stuxnet boven tafel krijgen. Met dit computervirus zouden de inlichtingendiensten van Israël en de Verenigde Staten in 2007 Irans kernwapenprogramma in Natanz onschadelijk hebben gemaakt. En de Nederlandse geheime dienst AIVD lijkt daarbij zowaar een sleutelrol te hebben gespeeld: een monteur zou met malware een succesvolle cyberaanval in gang hebben gezet. Maar wat is er daarna dan met deze ‘Agent X’ gebeurd?

Modderkolk spreekt op allerlei plekken in de wereld af met goed ingevoerde bronnen. Zo ontmoet hij bijvoorbeeld het voormalige hoofd van Israëls militaire geheime dienst, de enige man ter wereld die drie nucleaire faciliteiten heeft vernietigd. Toch? Tweeënhalf, reageert de Israëliër direct. Want de cyberaanval die hij liet uitvoeren op Iran was toch niet helemaal geslaagd. Heeft hij nu zojuist toegegeven dat hij betrokken was bij Stuxnet? vraagt de Nederlandse journalist zich naderhand af tijdens het joggen.

Europarlementariër Bart Groothuis (VVD), één van de andere hoofdpersonen van deze enerverende miniserie van Mea Dols de Jong, Chris Westendorp, Reijer Zwaan en Ester Gould, maakt zich zorgen over de wereldorde, die continu wordt bedreigd door landen als Rusland, China en Iran. Van propaganda en desinformatie tot sabotage en hackaanvallen. ‘Er is geen onderscheid meer tussen oorlog en vrede’, zegt Groothuis. Met gevoel voor drama vergelijkt hij de situatie met Tolkiens The Lord Of The Rings. ‘Het oog van Sauron kijkt altijd mee.’

In Kyiv krijgt Sevgil Musaieva, hoofdredacteur van de krant Ukrainska Pravda, gedurig te maken met cyberaanvallen. De Russen proberen op alle mogelijke manieren de Oekraïense samenleving ontwrichten. ‘Onzichtbare aanvallen vormden de opmaat naar een maar al te zichtbare invasie’, stelt Renée Fokker, die als de mysterieuze verteller fungeert voor deze miniserie. ‘In de wereld van verborgenheden bestaat geen toeval’, beweert ze elders. En, al even cryptisch: ‘Sommige informatie is ook na jaren nog met raadsels omgeven.’

Soepel schakelt deze ambitieuze productie ook naar een Oekraïens flatgebouw, waar een jonge strijdster aan een geheime frontlinie al negen maanden digitaal flirt met een Russische soldaat. ‘Hij stuurt graag vieze sms’jes waarin hij omschrijft hoe we seks zouden hebben’, vertelt ze over haar ‘ork’ Pavel. ‘En daarna stuurt hij dan foto’s van dode Oekraïense soldaten.’ Haar collega begint te glimlachen. ‘Heb je op zo’n moment geen zin om terug te schrijven?’ vraagt hij. ‘Gast, je bent de lul. Dit is de Oekraïense geheime dienst.’

Digitale oorlogsvoering en oorlog ‘in real life’ raken voortdurend met elkaar vermengd, met de waarheid als vanzelfsprekende eerste slachtoffer. Wie zit er bijvoorbeeld achter de aanslagen op de Nordstream-gasleidingen? En is er ooit met zekerheid antwoord te krijgen op die vraag? Iedereen ontkent. Natuurlijk. Zoals China ’t ook nooit zal toegeven als/dat ze onderzeese kabels onklaar heeft gemaakt, waardoor het internet in Taiwan werd platgelegd. Mensenrechtenactivist Puma Shen vreest intussen een Chinese invasie.

Niemand Die Het Ziet springt steeds slim op en neer tussen de verschillende verhaallijnen, ondertussen voortdurend de dreiging, het belang en de urgentie daarvan accentuerend. Het is een schemerwereld, benadrukt Fokker nog maar eens, waarin geheimen vanzelfsprekend zijn – en waarin iedereen dus ook een verborgen agenda kan hebben. Medewerkers van inlichtingendiensten doen zich immers vaak voor als journalist, politicus of bron. Wie is kortom wie in deze serie met internationale allure? En, onlosmakelijk daarmee verbonden: waarom?

Intussen lijkt Huib Modderkolk brisant nieuws op het spoor…

Bitconned

Netflix

Zoals hij daar zit in het centrale interview van Bitconned (94 min.), oogt Raymond Trapani als een klassieke snelle jongen. De gesoigneerde Amerikaanse twintiger heeft plaatsgenomen op een grote fauteuil, die netjes uitgelijnd in een luxueus ogende kamer is geplaatst. Ray zit er duidelijk op zijn gemak. Gekleed in een casual zwarte Ralph Lauren-outfit, met modieuze witte sneakers erbij. Quiet luxury, zogezegd. En zo nu en dan neemt hij, nog altijd een meester in het verkopen van lucht, een achteloos trekje van zijn vape. Zo, brave burgermensen, ziet succes eruit.

Hoe anders zou deze aanstekelijke schelmendocu hebben aangevoeld als Ray was opgevoerd in zo’n typisch oranje gevangenispak en vanachter het glas van een spreekruimte regisseur Bryan Storkel te woord zou hebben gestaan? Nadat eerst nog even zijn handboeien waren losgemaakt, welteverstaan. Want Ray Trapani is een rascrimineel, zo geeft hijzelf meteen grif toe. ‘Het is niet makkelijk om een huis te kopen’, zegt hij bijvoorbeeld in de openingsscène, terwijl ie een nieuw maatpak krijgt aangemeten. ‘Je moet het systeem te slim af zijn. Dat is de moderne American Dream.’

Nadat hij met zijn vaste partner Sam ‘Sorbee’ Sharma een tijdje een autoverhuurbedrijf heeft gehad in Florida, besluiten de twee in 2017 in de ondoorzichtige bitcoin-wereld te stappen. Met Centra Tech willen ze een credit card uitbrengen waarmee je altijd en overal met cryptovaluta kunt betalen. Vrijwel direct stromen de investeerders toe. Want als er ergens snel geld is te verdienen… Bovendien wekken de achtergrond van de twee oprichters (Harvard) en de oudere CEO die zij hebben aangetrokken, voormalig Chase Bank- en Wells Fargo-bestuurder Michael Edwards, vertrouwen.

Storkel laat er vanaf het begin geen misverstand over bestaan: Centra is niet meer dan de toevalstreffer van twee omhoog gevallen kruimeldieven. ‘Als ik wist dat ik illegaal dertig miljoen kon verdienen, zou ik het dan doen of niet?’ reageert Ray Trapani, inmiddels allang tegen de lamp gelopen, op de vraag of hij nog eens zo’n zwendel zou opzetten. ‘Ik denk dat ik het risico zou nemen.’ Hij geniet in elk geval zichtbaar van alle aandacht. De lefgozer laat zich maar al te graag in strak pak en stropdas, met een cocktail aan het zwembad of achter het stuur van een snelle bolide filmen.

Want net als bij Centra, zonder scrupules aan de man gebracht door (dik betaalde) beroemdheden zoals bokser Floyd Mayweather en DJ Khaled, is ook in deze film het beeld, het image, wat beklijft. Zolang het maar lijkt alsof je succesvol bent, ben je ook daadwerkelijk succesvol – ook als dat succes volledig op een leugen berust. Bryan Storkel geeft zijn protagonist daarvoor alle ruimte. Hij is duidelijk niet uit op een psychologisch portret van Ray Trapani, kind van een alleenstaande moeder met drie kinderen, maar wil vooral diens hondsbrutale ‘scam’ in al z’n groteske absurditeit tonen.

En dat werkt heel aardig, ook op de lachspieren. En zoveel onbeschaamdheid heeft, ook doordat de slachtoffers ervan nauwelijks in beeld komen, op de één of andere verwrongen manier ook wel weer z’n charme. Totdat journalist Nathaniel Popper van The New York Times eens begint te graven in het bedrijfsmodel van de crypto-startup. Wordt die Centra Card werkelijk ondersteund door bedrijven als Visa, Mastercard en Bancorp? En dan dondert het hele kaartenhuis, opgebouwd in een gigantisch spiegelpaleis, in elkaar en is het ouderwets ieder voor zich en… juist. Samen voor ons eigen.

Waarbij de één in de cel belandt en de ander in een koophuis. En daarmee krijgt Bitconned op de valreep, als de balans voor de verschillende betrokkenen wordt opgemaakt, ook nog wel een lekker kartelrandje. Een moraal van het verhaal, zo je wilt. Over misdaad en lonen – alleen dan nét anders. Nu is het alleen nog wachten op het moment dat Sam ‘Sorbee’ Sharma in zijn eigen docu, liefst met een sigaar in de mond en een koffer vol contant geld binnen handbereik, zijn kant van dit ongelooflijke (en toch ook wel weer heel gemakkelijk te geloven) verhaal doet.

Hell Camp: Teen Nightmare

Netflix

Eens in de zoveel tijd steekt het idee weer de kop op: de jeugd van tegenwoordig deugt nergens voor en moet dus collectief naar een heropvoedingskamp worden gestuurd.

Sommige ouders voegen de daad bij het woord. Nadine, volgens eigen zeggen het opstandige zwarte schaap van haar familie, was vijftien jaar oud toen ze in 1989 ’s ochtends vroeg van haar bed werd gelicht. ‘Als ik probeerde te vluchten’, herinnert de Amerikaanse vrouw zich, ‘zouden ze me in de boeien slaan.’ In het donker werd ze naar het vliegveld gebracht en met een privévliegtuig naar de woestijn van Utah vervoerd. Daar kreeg de tiener een briefje in haar handen gedrukt: ‘Beste Nadine, dit is voor je eigen bestwil. We houden van je. Papa & mama’.

Ze is terechtgekomen bij de Challenger Foundation, het geesteskind van Steve Cartisano, een voormalige sergeant bij de Amerikaanse luchtmacht. En dan kan iedereen wel bedenken hoe ’t er tijdens dat ‘wildernistherapiekamp’ aan toegaat: discipline, tucht en héél veel psychologie van de koude grond. Een beetje angst kan geen kwaad, meent voormalig field director Lance ‘Horsehair’ Jaggar in Hell Camp: Teen Nightmare (90 min.). Hij is absoluut tegen mishandeling, maar zegt ook: een goed pak slaag kan soms wonderen doen.

Deze documentaire van Liza Williams had een kritische reflectie kunnen worden op zulke heropvoedingskampen voor probleemjongeren, die met name in de Verenigde Staten nog altijd zeer populair zijn. Het is een industrie waarin behoorlijk wat geld omgaat. En het blijft natuurlijk de vraag wat het totaal afbreken van tieners, om ze vervolgens weer helemaal opnieuw op te bouwen, uiteindelijk doet met jongeren. Dat is echter niet de insteek van deze film, die liever het fenomeen Steve Cartisano en de misstanden bij zijn kampen belicht.

’s Mans carrière verloopt al net zo rommelig als deze weerslag daarvan. Als bij één van zijn kampen een zestienjarige deelneemster overlijdt, gaat het al snel bergafwaarts met Steve en zijn lucratieve onderneming. Hij zoekt zijn heil noodgedwongen in het buitenland. In exotische oorden probeert hij ontspoorde jongeren van gefortuneerde ouders weer op het juiste spoor te krijgen. In plaats daarvan belandt Steve Cartisano echter zelf steeds nadrukkelijker in de problemen. En hij trekt de aan hem toevertrouwde tieners met zich mee, inclusief twee van zijn eigen kinderen.

Hell Camp – de goedkope titel en het effectbejag in de openingsscène deden ’t al een beetje vermoeden – belandt ondertussen op steeds schimmiger terrein en verkiest consequent spanning en sensatie – met een pijnlijke beschuldiging aan het adres van Cartisano, als nauwelijks meer te verifiëren uitsmijter – boven het serieus doorlichten van heropvoedingskampen: wat is het effect op de lange termijn van zo’n kamp? En heeft de jeugd van tegenwoordig baat bij zo’n strikte, wat meer militair ingestoken aanpak of wordt er vooral schade aangericht?

How We Get Free

HBO Max

Noem het beestje gewoon bij z’n naam: met het borgsysteem criminaliseren we armoede. De Amerikaanse activiste Elisabeth Epps spreekt niet met meel in de mond. Het betalen van een contante borgsom schiet z’n doel volgens haar allang voorbij. Het was ooit bedoeld als dwangmiddel, zodat mensen die waren aangehouden ook naar de rechtbank kwamen als hun zaak daar voorkwam.

In de praktijk heeft dat systeem echter allerlei ongewenste effecten. Er zitten bijvoorbeeld permanent zo’n 350.000 Amerikanen, veelal afkomstig uit de zwarte gemeenschap, in voorlopige hechtenis, te wachten totdat ze, voor veelal kleine vergrijpen, kunnen worden berecht. Ze zitten daar alleen omdat ze de gevraagde borgsom, die zomaar 5.000 of 10.000 dollar kan bedragen, niet kunnen ophoesten.

In de gevangenis kan je leven binnen 72 uur grondig veranderen, stelt Denver County Sheriff Elias Diggins in How We Get Free (30 min.) van Geeta Gandbhir en Samantha Knowles. Voor je het weet ben je je baan kwijt. Het is dus niet vreemd dat ook veel onschuldige verdachten uiteindelijk maar gewoon schuld bekennen. Waarna ze de gevangenis mogen verlaten en hun leven kunnen hervatten.

In deze effectieve korte docu, die het zowaar tot de shortlist voor de Oscars heeft geschopt, volgen Gadbhir en Knowles de strijdbare Epps, die met donateurs het Colorado Freedom Fund heeft opgezet. Daarmee schiet ze borgsommen voor, zodat minder kapitaalkrachtige landgenoten niet nodeloos dagen, weken of zelfs maanden in de gevangenis hoeven te zitten. Zij weet zelf hoe dat voelt.

Als de zaak vervolgens juridisch is afgehandeld, krijgt Epps dat geld weer terug en kan dit worden ingezet voor een volgende zaak. De vraag overstijgt echter permanent het aanbod. En dus wil Elizabeth Epps dat het gehele juridische systeem wordt hervormd en gewone Amerikanen, die nauwelijks iets op hun kerfstok hebben, niet meer zomaar in een ‘kooi’ kunnen worden gestopt.

Under Pressure: The U.S. Women’s World Cup Team

Netflix

‘Het is moeilijk om er één te winnen’, dreunt één van de onvermijdelijke deskundigen aan het begin van Under Pressure: The U.S. Women’s World Cup Team (174 min.) de vaste riedel op. ‘Twee keer op rij winnen is ongelooflijk. En drie keer winnen is nog nooit gebeurd.’ Uitroepteken. Het is duidelijk wat er op het spel staat voor de Amerikaanse vrouwen tijdens het wereldkampioenschap voetbal in 2023 – en dus ook wat het uitgangspunt is voor deze vierdelige docuserie. En, zoals elke voetballiefhebber inmiddels weet, gaat die missie glorieus mislukken.

Filmmaakster Rebecca Gitlitz wist op voorhand dus al ze moest toewerken naar een unieke prestatie of een enorme deceptie. Ze neemt daarbij haar tijd. Eerst concentreert ze zich op uitleg over het Amerikaanse vrouwenvoetbal, de samenstelling van de selectie, enkele hoofdrolspeelsters en de keuze over wie er wel en niet mee mag naar het WK in Australië en Nieuw-Zeeland. De spanning daarover bij enkele speelsters, die niet tot de kern maar tot de zogenaamde ‘bubbel’ daaromheen behoren, wordt zelfs over twee afleveringen uitgesmeerd.

Sinds het vorige wereldkampioenschap voetbal is er van alles veranderd bij de Amerikaanse vrouwen: een nieuwe coach, geblesseerde en gestopte voetballers en vijf speelsters die een kind hebben gekregen. Hoewel de uiteindelijke ploeg bekende cracks zoals Megan Rapinoe en Alex Morgan bevat, heeft Team USA ook veel onervaren krachten in de gelederen. En bondscoach Vlatko Andonovski moet ook nog maar bewijzen dat hij uit de schaduw kan treden van zijn immens succesvolle voorganger Jill Ellis, die de wereldtitel pakte in 2015 en 2019.

En dan wacht in aflevering drie, na een zuinige overwinning op Vietnam, al snel een tegenstander van formaat: de Oranje Leeuwinnen. Gitlitz maakt er een episch gevecht van: overspannen wedstrijdcommentaar, slow motion spelmomenten, bekvechtende speelsters, dramatische muziek en intens meelevende supporters. Het blijkt de eerste van een serie do-or-die wedstrijden voor de Amerikanen, die in eigen land ernstig onder vuur komen te liggen. Oud-International Carli Lloyd geeft haar voormalige teamgenoten bijvoorbeeld van onder uit de zak.

Dat WK komt voortijdig tot een eind tijdens een dramatische penaltyreeks, maar dat is niet de apotheose van deze degelijke sportserie. Die brengt nog in beeld wat er altijd gebeurt als de resultaten van een elftal tegenvallen en laat natuurlijk ook de spraakmakende afwikkeling van het wereldkampioenschap zelf, exemplarisch voor hoe vrouwen wereldwijd nog altijd topsport moeten bedrijven in een mannenwereld, niet links liggen. En dan is ook alweer de volgende stip op de horizon gezet voor Team USA: de Olympische Spelen van Parijs in 2024.

(Ook) daar móeten de Amerikaanse voetbalvrouwen vanzelfsprekend winnen.