Als We Het Zouden Weten

Human

De filmografie van het echtpaar Peter en Petra Lataster-Czisch kent inmiddels tal van hoogtepunten; van publieksfavoriet De Kinderen Van Juf Kiet en de spin off daarvan Jij Bent Mijn Vriend tot persoonlijke films zoals Niet Zonder Jou en Reis Door Onze Wereld, hun persoonlijke beleving van de Corona-periode die onlangs werd gekozen tot beste Nederlandse documentaire op het IDFA. Als We Het Zouden Weten (80 min.) behoort beslist ook tot de beste films van het Nederlands-Duitse docuduo.

Deze observerende documentaire uit 2007 speelt zich vrijwel volledig af op de Neonatale Intensive Care Unit van het Universitair Medisch Centrum Groningen, waar een team van kinderartsen vroeggeboren kinderen behandelt. Gezamenlijk moeten zij beslissen over leven en dood. Buiten beeld delen de doctoren daarbij hun persoonlijke beweegredenen en dilemma’s. Zien zij in situaties van uitzichtloos en ondraaglijk lijden bijvoorbeeld ruimte om het leven actief te beëindigen?

De techniek maakt steeds meer mogelijk, maar uiteindelijk blijft het toch mensenwerk. Terwijl de artsen bekijken of een behandeling moet worden vervolgd of beter kan worden gestaakt, moeten ze oog houden voor de patiëntjes en hun familie die hun eigen strijd leveren. ‘Je kunt het alleen’, fluistert een moeder bijvoorbeeld in dialect tegen haar pasgeboren baby, die, ondersteund door allerhande apparatuur, moet zien te overleven. ‘Je kunt het wel. We vechten allemaal voor jou. Jij moet ook vechten.’

Peter en Petra Lataster dringen diep door in deze parallelle wereld, waar ouders en kinderen volledig zijn overgeleverd aan gespecialiseerde artsen, die zich zelf ook maar hebben te schikken naar de nauwelijks te bevatten wetten van leven en dood. Alles van waarde is nu eenmaal weerloos. Zeker, of juist, het prille menselijk leven. Waarvan, overmand door onpeilbaar diep verdriet, soms afscheid moet worden genomen. Of dat tóch, als een geschenk van God, mag worden gekoesterd.

Het zijn precaire, ontzagwekkende taferelen, door de Latasters met veel empathie, precisie en toch ook respect vereeuwigd, die diepe indruk maken en daarna nog wel even na-ijlen. Samen vormen ze een bijzonder aangrijpende film, voorzichtig ingekleurd met een fijngevoelige soundtrack van Candy Dulfer en Thomas Bank, over de maakbaarheid van het leven – en de grenzen daaraan, die we niet kunnen maar simpelweg hebben te accepteren.

Als We Het Zouden Weten is hier te bekijken.

Het Laatste Woord

BNNVARA

Volgens Jurriëns familie was er ‘geen liefde in het spel’. Hij, de beoogde echtgenoot uit Nederland, werd volgens hen vooral gezien als ‘de kip met de gouden eieren’. De 22-jarige Jurriën ten Cate uit Almelo had Marwa Bouali, een mooie Tunesische student bouwkunde, via het internet leren kennen. Toen ze in december 2013 vier maanden waren getrouwd en hij nog altijd geen verblijfsvergunning voor haar had geregeld, stortte zij vijftien meter naar beneden vanaf het balkon van een hotel in Tunesië. Was Marwa gevallen, gesprongen of geduwd?

Sindsdien zit Jurriën, een jongen die is gediagnosticeerd met een lichte autismespectrumstoornis, in elk geval in een Tunesische cel. Van daaruit is hij brieven gaan schrijven naar documentairemaakster Jessica Villerius (Emma Wil Leven, Memphis Depay – Met Beide Benen en De Kinderen Van Ruinerwold) om zijn kant van het verhaal met haar te delen. Die brieven, ingelezen door zijn broer Karsten, vormen nu de basis voor Het Laatste Woord (53 min.), waarin ook zijn ouders, zussen, Nederlandse ex-vriendin en advocaten alsmede een tante van Marwa, die als woordvoerder van haar familie optreedt, aan het woord komen.

Villerius is overtuigd geraakt van Jurriëns onschuld en werpt zich – net zoals ze eerder deed bij Clinton Young, die ten onrechte in een Amerikaanse dodencel zou zitten – op als zijn pleitbezorger. Ze voert bijvoorbeeld samen met een forensisch patholoog een test uit, om te bekijken of het überhaupt mogelijk is om een volwassen vrouw van een balkon te gooien, die vervolgens zo’n vijf meter verderop terechtkomt. Want dat zouden de laatste woorden zijn geweest van Marwa, die zich toen al in kritieke toestand bevond: mijn man heeft me geduwd.

Als een vrouwelijke erfgenaam van Peter R. de Vries spit Jessica Villerius diens zaak door – al komen de Tunesische politie en justitie daarbij niet aan het woord – om te ontdekken wat er kan/moet zijn gebeurd. Afgaande op deze tv-docu zou Jurriëns veroordeling vanwege moord wel eens een gerechtelijke dwaling kunnen zijn. Hij heeft er inmiddels echter al bijna de helft van zijn gevangenisstraf van twintig jaar opzitten, zonder dat er vooralsnog zicht lijkt op een doorbraak. Jessica Villerius laat het daar vast niet bij zitten.

Over deze zaak is Het Laatste Woord vermoedelijk dus nog niet gezegd.

Een teaser van Het Laatste Woord is hier te bekijken.

Scènes Met Mijn Vader

IDFA

In een fraai uitgelichte, oude fabriekshal nemen Vinko en zijn volwassen dochter Biserka, nadat ze de stoelen nog even hebben schoongepoetst, naast elkaar plaats voor een persoonlijk gesprek. Filmmaakster Biserka Suran heeft allerlei vragen voor Vinko over zijn verleden in het voormalige Joegoslavië en hoe hij daar haar Nederlandse moeder ontmoette en met haar een gezin begon. Ze ontdekt ook meer over hun liefdesverhaal in een briefwisseling die de twee er op nahielden.

Toen de Joegoslavische leider Tito overleed, die bijna dertig jaar aan de macht was geweest in het communistische land, viel de door hem bijeen gehouden natie – hier tot leven gewekt met fraaie archiefbeelden – langzaam uit elkaar. Biserka’s familie besloot om naar Nederland te vluchten. Het land dat ze toen halsoverkop moesten verlaten bestaat inmiddels niet meer en is uiteengereten in verschillende naties, waaronder het land dat ze nu als moederland beschouwen: Kroatië.

Biserka en Vinko maken in de gestileerde documentaire Scènes Met Mijn Vader (46 min.), via enkele verschillende decors, een symbolische reis door het verleden, waarbij hun conversatie zich vooral richt op hoe ze hun land van oorsprong hebben moeten verlaten en wat ze vervolgens onderweg hebben opgepikt of zijn kwijtgeraakt. Dat is een persoonlijk gesprek over identiteit, land en familie, dat zo nu en dan wordt aangevuld door andere familieleden.

De zorgvuldige enscenering vergemakkelijkt de uitwisseling van gedachten en gevoelens en maakt de toegang naar herinneringen ook eenvoudiger, maar geeft de dialoog tevens een wat opgeprikt karakter. En wat er zoal te berde wordt gebracht voelt al bekend en is eerder een smaakvol opgediende reprise van dan een wezenlijke toevoeging aan het universele vluchtverhaal, dat inmiddels in alle mogelijke bewoordingen, talen en beelden is uitgedrukt.

A House Made Of Splinters

Kolya en Kristina / c: Final Cut For Real & Simon Lereng Wilmont

‘Dochter van me, waarom wil je me het graf in jagen?’ vraagt moeder als Eva haar, via de telefoon op de gang van de tijdelijke opvang, eindelijk weer eens aan de lijn heeft gekregen. ‘Ik zit hier in m’n eentje te huilen.’ Eva, een verweesd meisje van een jaar of tien dat veel te wijs is voor haar leeftijd, verblijft dan al enige tijd in A House Made Of Splinters (87 min.) te Lysytsjansk, zo’n twintig kilometer van de frontlinie in Oost-Oekraïne. Ze oogt ineens ongelooflijk eenzaam.

Het is haar tweede periode in Het opvanghuis, waar de oorlog zoveel mogelijk buiten de deur wordt gehouden. Eva’s vader is niet meer in leven. En haar moeder is soms dagenlang verdwenen als ze de strijd met de drank weer eens heeft verloren. Zij dreigt nu ook uit de ouderlijke macht te worden gezet. En dan moet Eva naar een weeshuis. Haar begeleider Marharyta probeert op de valreep nog een familielid of pleeggezin te vinden, waar het meisje terecht kan. Misschien wil Eva’s grootmoeder de voogd van het meisje worden?

Als het ene kind vertrekt, dient zich echter al snel weer een nieuw kind aan in deze aangrijpende film van Simon Lereng Wilmont (The Distant Barking Of Dogs). Hij heeft zich gedurende langere tijd in het opvanghuis genesteld en vangt vanuit die positie, met de ogen en het hart wijd open, ontzettend intieme taferelen. Van kinderen, terzijde gestaan door enkele liefdevolle begeleiders, die het samen moeten zien te rooien: stoeiend, knuffelend, dansend, klierend, spelend en troostend. Via hen wordt tevens zichtbaar wat de werkelijke schade is van al die disfunctionele families, gesloopt door oorlog, depressies en drank, altijd weer drank.

Als Kolya’s moeder, die ruikt naar alcohol, bijvoorbeeld op bezoek komt, maant ze het stoere joch om te stoppen met huilen. Hij is immers een man. En als zodanig draagt hij ook de verantwoordelijkheid voor een jonger broertje en zusje. Kinderen zoals zij mogen maximaal negen maanden blijven in de tijdelijke opvang. Daarna moet er een definitieve oplossing komen: terug naar huis, naar een pleeggezin of toch naar het kindertehuis van Vadertje Staat. Het kan zomaar betekenen dat Kolya en zijn broertje Zhenya en zusje Kristina straks uit elkaar worden gehaald.

Intussen heeft het vertederende meisje Sasha in het opvanghuis te Lysytsjansk vriendschap gesloten met een ander meisje, Alina. Als er voor haar een pleeggezin is gevonden, staat het kind met de gewonde ogen er ineens weer helemaal alleen voor. En dan is er speciaal bezoek voor Sasha, van iemand die wordt aangekondigd als ‘tante Lena’. Ligt daar misschien haar toekomst, bij een vriendelijke mevrouw waarvan ze nauwelijks meer weet dan dat ze in de buurt woont en een schattige teckel heeft?

Simon Lereng Wilmont observeert deze kwetsbare kinderen met zeer veel compassie en gevoel voor poëzie. Hij vindt bij hen kleine momenten – een telefoon die maar niet wordt beantwoord, een magisch spel met zeepbellen of een schoolbord dat beslist wordt schoongeveegd bijvoorbeeld – die door de setting een enorme betekenis krijgen, daardoor ongenadig op het gevoel werken en van A House Made of Splinters een buitengewoon aangrijpende film maken.

Jane Par Charlotte

Piece Of Magic

‘Jou filmen is simpelweg een excuus om naar je te kijken’, zegt Charlotte bij aanvang van deze persoonlijke film bijna fluisterend tegen haar moeder. Ze zitten samen ontspannen op een balkon, voor wat een intiem ouder-kind gesprek moet worden. Dat wordt intussen overigens wel door enkele camera’s vereeuwigd voor de rest van de mensheid. Als die daarin geïnteresseerd is, tenminste.

Dikke kans van wel overigens. Want moeder, de hoofdpersoon van deze documentaire, is niemand minder/meer dan de befaamde Engelse actrice/zangeres Jane Birkin en naamgever van de zogenaamde Birkin Bag. En de maakster ervan, haar tweede dochter, luistert naar de naam Charlotte Gainsbourg. Dat is zelf ook een geliefde actrice en zangeres. De man die hen bindt tenslotte, Jane’s voormalige geliefde en Charlotte’s vader, is de veel bewierookte Franse dichter, zanger, componist, acteur, regisseur, provocateur en drinkebroer Serge Gainsbourg.

Jane Par Charlotte (88 min.) dus. En daar moet je, eerlijk gezegd, wel zin in hebben. Of tegen kunnen. Want nee, Je T’Aime… Moi Non Plus, het legendarische hijgduet van Gainsbourg en Birkin, is ons niet vergund. En, ook filmfragmenten blijven achterwege. Net als echte scènes, trouwens. Tenminste, als je daarbij verwacht dat er iets boeiends gebeurt, dat dan bovendien niet als de eerste de beste home-video is gefilmd. Al probeert Charlotte het geheel nog wel een onmiskenbaar artistiek randje te geven met de foto’s en filmbeelden die ze van haar protagonist maakt met oude camera’s.

In 1987 werden Birkins persoonlijk leven en carrière al eens ingenieus doorgelicht door nouvelle vague-icoon Agnès Varda, in Jane B. Par Agnès V. Deze nieuwe film van haar dochter, waarin elke vorm van context achterwege blijft, is vooral een oneindig (als in: eindeloos) gesprek tussen moeder en dochter, waarbij tussen neus en lippen ook wel eens iets interessants wordt gezegd – en waar uiteindelijk zowaar ook een kwetsbaar familieverhaal uitrolt, dat dan maar als het hart van deze film moet worden beschouwd. Zullen we Jane By Charlotte voor de grap een moderne Grey Gardens noemen? 

Het is in elk geval een documentaire voor fijnproevers, waarin twee vrouwen via elkaars navel naar hun gezamenlijke ziel proberen te kijken. Of zoiets.

PS

Teddy Pendergrass: If You Don’t Know Me

Hoewel Harold Melvin vanzelfsprekend te boek stond als leider van de succesvolle soulgroep Harold Melvin and The Blue Notes, was het in werkelijkheid Teddy Pendergrass (1950-2010) die grote hits als Don’t Leave Me This Way en If You Don’t Know Me By Now zong. Volgens hun songschrijf- en producersduo Kenny Gamble en Leon Huff, de architecten van de zogenaamde Philly Sound, had hij een stem als ‘raw meat’. Terwijl Teddy daarmee begin jaren zeventig ieders hart veroverde, streek Harold ondertussen stiekem het leeuwendeel van de inkomsten op. Dat kon natuurlijk niet goed gaan.

In 1976 verliet een gebelgde Pendergrass The Blue Notes voor een solocarrière die hem vijf opeenvolgende platina platen opleverde en tot een absoluut (vrouwen)idool maakte. The Black Elvis, in de woorden van zijn handige manager Shep Gordon. Want Teddy Pendergrass werkte als een magneet op het andere geslacht. ‘Er kwam eens een vrouw backstage toen ik net de kleedkamer wilde verlaten’, vertelt hij zelf in een talkshow. ‘Ze pakte een mes uit haar zak en zei: als ík je niet kan hebben, zal niemand je hebben. En ze haalde nog uit ook!’ Hij kan het zelf nauwelijks geloven: ‘Een zwarte vrouw, met een zwart mes.’

En toen, op het hoogtepunt van zijn roem, parkeerde hij in 1982 zijn Rolls Royce tegen een boom. Het auto-ongeluk zou hem voortaan aan een rolstoel kluisteren en fungeert als breekpunt in Teddy Pendergrass: If You Don’t Know Me (106 min.). In dit gesmeerde portret van Olivia Lichtenstein uit 2018 komt Teddy zelf aan het woord via fragmenten uit zestig audiocassettes waarin hij over zijn leven vertelt. Zijn moeder Ida, kinderen, familieleden, (jeugd)vrienden, bodyguard, bandleden en allerlei vrouwen die hun hart aan hem verloren zorgen intussen voor duiding en rugdekking.

Van de viriele vent, die zonder vader opgroeide in een achterbuurt van ‘the city of brotherly love’ Philadelphia en die vanuit deze ervaring als geen ander de zwarte gemeenschap wist te raken, is na het ongeluk weinig over. Kan hij überhaupt nog zingen? Menigeen in zijn directe omgeving heeft er z’n twijfels over. Pendergrass probeert ondertussen de zin van het/zijn leven terug te vinden. Die queeste vormt de apotheose van deze lekkere, met een aanzienlijke portie kneitersoul afgewerkte, film over een hart & ziel-zanger die de laatste jaren enigszins in de vergetelheid is geraakt.

Puinhoop

Selfmade Films

Nadat Allard Detiger de deur van zijn moeders woning heeft geopend en een stapeltje post bij elkaar heeft gegrist, stapt hij de wereld van zijn jeugd binnen. De stapels rommel lijken hoger dan ooit. Het was vroeger al een hoardershuis, maar is sindsdien alleen maar verder dichtgegroeid. De vrouw die hem heeft opgevoed is ondertussen een menselijk wrak geworden. Een boze vrouw ook, naar verluidt gediagnosticeerd met borderline. ‘Jullie hebben me allemaal naar de knoppen geholpen’, sneert ze naar Allard en andere mensen die haar proberen te helpen.

Allards bejaarde moeder laat ook een eindeloze stroom boze, wanhopige of verwarde berichten achter op zijn antwoordapparaat. Hij kan zich nauwelijks een ogenblik van haar losmaken. Deze film lijkt een poging om die Puinhoop (84 min.) te documenteren, in de hoop er op de één of andere manier vat op te kunnen krijgen. In familiefilmpjes kan hij terugzien hoe ze vroeger was: een zorgzame alleenstaande moeder. Te zorgzaam. ‘Ik mocht alles van haar’, herinnert Allard zich. ‘Zolang ik maar dichtbij haar bleef.’ En thuis was het dus, ook toen de kinderen er nog woonden, al een flinke bende. Alle vriendjes die ooit eens bij hen thuis waren geweest, hadden volgens jeugdvriend Daniel naderhand dezelfde droom: ze gingen dat huis opruimen.

Met sleutelfiguren uit zijn leven – zijn eigen partner Kristina, oudere broer Mathijs (die op jonge leeftijd de wijk nam naar Amerika), tennisleraar Tom, enkele therapeuten bij wie hij in behandeling was en de zus van zijn moeder, Sonja – probeert hij zicht te krijgen op de vrouw die zijn leven regelmatig tot een hel (heeft ge)maakt. Wie of wat is hij daardoor geworden? In gestileerde symbolische sequenties drukt Allard, die sinds enkele jaren zelf ook een kind heeft, in deze pijnlijk persoonlijke documentaire bovendien zijn eigen kwetsbaarheid, woede en machteloosheid uit. Over de (soms verwrongen) loyaliteit tussen ouder en kind en hoe ondraaglijk mantelzorg kan worden.

Het resultaat is een beklemmende, knarsetandende en uiteindelijk ook wel weer liefdevolle film over een vrouw die zichzelf volledig verliest in haar fixaties en haar directe omgeving daarin voortdurend probeert mee te trekken. En over een zoon die de storm die zij ontketent steeds weer moet trotseren en heeft besloten om de menselijke ravage die zo wordt aangericht voor eens en altijd te documenteren. Het is een puinhoop, in de loop van tien jaar verzameld, om niet snel te vergeten.

Held Op Papier

&Bromet

Op zijn werk, als receptionist in een verzorgingstehuis, is er doorgaans weinig behoefte aan iemand die sneller kan schieten dan zijn eigen schaduw. Sterker: sommige collega’s weten niet eens dat Rutger Gret dat in zich heeft. Hoewel hij eigenlijk helemaal geen type is voor een kantoorbaan, werkt hij er toch al zo’n 26 jaar. Geef hem echter een paar cowboylaarzen, een Colt-revolver en – natuurlijk! – een witte hoed en Rutger transformeert zomaar in de enige echte Lucky Luke, compleet met strootje in de mond. De officiële Nederlandse Lucky Luke, welteverstaan, in te huren voor feestelijke gelegenheden.

Allemaal goed en aardig, maar hij moet natuurlijk niet naast zijn laarzen gaan lopen, vindt zijn moeder Thea. Zij zou haar 41-jarige zoon best graag aan een vrouw willen helpen. Hij heeft daarbij alleen één prangende vraag: ‘Vallen ze nu op Lucky Luke of op Rutger Gret?’ Een duivels dilemma. Uiteindelijk komt de held van deze tragikomische film, die niet eens zo héél stiekem droomt van een bestaan als striptekenaar, oog in oog met zichzelf te staan. Bij wie ligt zijn toekomst, bij de onverstoorbare Luke of toch bij dat andere stripfiguur, ene Rutger Gret?

In de korte documentaire Held Op Papier (28 min.) legt Max Ploeg eerst, met strak geregisseerde en geënsceneerde scènes, vast hoe zijn protagonist het klassieke superheldenbestaan leeft: overdag een onopvallende figuur, in zijn vrije tijd de man die een aanzienlijk deel van de mensheid redt – of er anders, meestal eigenlijk, mee op de foto gaat. En daarna volgt, halverwege de film, een onverwachte plotwending: hoe diezelfde ‘poor lonesome cowboy’, door een vreemde speling van het lot, toch weer probeert te ontsnappen aan zijn imago van Lucky Luke-lookalike.

Een soort omgekeerd escapisme dus. Waarbij de mens, met zijn eigen dromen en aspiraties, vanachter het zorgvuldig gecultiveerde personage tevoorschijn komt. Een cartoonachtige vertelling, waarin vorm en inhoud echt samen opgaan, wordt daarmee een volwaardig portret. En Rutger, als de gewone mensenversie van een stripheld, blijkt zijn alter ego dus tóch de baas te zijn. Als hij een paard had gehad – Jolly Jumper ontbreekt echter in deze kolderieke nederwestern – zou hij nu vast Luke achter zich laten, met de noorderzon vertrekken en een onbestemde toekomst tegemoet rijden.

Een trailer van Held Op Papier is hier te bekijken.

Schijnstudent

Nozem Films

Terugdenkend aan de zomer van 2019 hadden Rachel en Laura stiekem al in de gaten dat het niet goed ging met hun zus Dianne Tonies. Die zat daar maar op haar kamer in Leiden. Hoewel Diannes afstudeerdatum zienderogen dichterbij kwam, leek ze weinig aandacht te besteden aan haar studie geneeskunde. ‘Ze liegt alles bij elkaar’, appten haar zussen elkaar in mei van dat jaar. Begin 2020 werd Dianne gevonden. Ze had geen afscheidsbrief achtergelaten. ‘Waren we maar een keer naar Leiden gereden’, verzuchtten Rachel en Laura nu, met evenveel spijt als pijn in hun stem.

Dianne Tonies is waarschijnlijk zo’n zes jaar Schijnstudent (51 min.) geweest. Ze hield jarenlang de schijn op dat ze nog studeerde, terwijl het doek allang was gevallen. In de tv-docu Pretend Student werden onlangs al enkele studenten geportretteerd die zich in een soortgelijke situatie bevonden. Deze film van Leon Veenendaal concentreert zich op het rouwproces van Diannes nabestaanden. Waarom hebben ze nooit écht doorgevraagd? En wilde hun zus/kind werkelijk niet meer leven of kón ze niet verder, doordat haar parallelle wereld elk ogenblik in elkaar kon donderen?

Het zijn vragen waarop nooit meer een definitief antwoord komt, maar die wel tot indringende gesprekken leiden in de familiekring, met Diannes studiegenoten en een huisgenote. Zus Rachel neemt bovendien contact op met Sander van der Meer, expert Digitaal Nalatenschap. Hij kan Diannes verwanten toegang geven tot (gewiste) gegevens op haar smartphone en social media-profielen. Dit roept meteen ethische vragen op: heeft een gestorven persoon geen privacy meer? En mag dat domein dan ook toegankelijk worden gemaakt voor anderen?

Zulke vragen spelen op bij elk sterfgeval, maar worden extra pregnant bij iemand die haar (innerlijk) leven stelselmatig heeft afgeschermd en die nu, vanuit zeer begrijpelijke motieven overigens, en plein public wordt doorgelicht. Uiteindelijk levert Diannes telefoon daadwerkelijk informatie op over haar gemoedstoestand. Veenendaal gaat daar gelukkig prudent mee om, zodat Diannes privacy nog enigszins wordt gewaarborgd. Via allerlei vrolijke filmpjes, geprojecteerd op plekken waar ze thuis was, benadrukt hij bovendien het contrast tussen wat er in haar omging en hoe anderen haar kenden.

Wat uiteindelijk blijft hangen is een tamelijk treurig beeld van een jonge vrouw voor wie het leven een eenzame strijd moet zijn geworden, terwijl er in haar directe omgeving allerlei mensen klaarstonden om te helpen. Haar nabestaanden proberen daar, met behulp van een rouwtherapeut, een plek aan te geven.

Elisabetta

VPRO

Een klein donker meisje met twee aandoenlijke staartjes in het haar doolt door een soort eindeloze groene gang. Zo nu en dan gaat ze een kamer binnen. Een andere keer stuit ze op een gesloten deur. In diverse symbolische sequenties representeert het kind Elisabetta (25 min.), de hoofdpersoon, naamgever en maker van deze korte documentaire.

Zij wil bestáán. Kort na haar geboorte in de Noord-Italiaanse stad Brescia, nu zo’n dertig jaar geleden, heeft Elisabetta’s moeder haar identiteit aan een ander meisje gegeven. Daardoor heeft Elisabetta Agyeiwas, die via een tante in Nederland is beland, nog altijd geen officieel bewijs van haar eigen bestaan. En sinds het overlijden van haar Nederlandse pleegmoeder, staat ze er als AMA (Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker) ook nog eens helemaal alleen voor.

In deze persoonlijke film richt Elisabetta zich tot haar biologische, van oorsprong Ghanese moeder. ‘Alle gesprekken die ik voer leiden naar jou’, zegt ze bijvoorbeeld in één van de voice-overs waarmee de vertelling wordt gestuurd. ‘Waarom heb je ervoor gekozen om mij niet op te voeden?’ Uiteindelijk besluit de jonge vrouw om bij de Nederlandse politie aangifte te doen van identiteitsfraude en hoogstpersoonlijk verhaal te gaan halen in Italië.

Elisabetta’s moeder wil haar echter niet te woord staan, haar vader is sowieso helemaal buiten beeld en de zaak zelf blijkt zo gecompliceerd dat ie in beide landen vastloopt. Ze gaat daarover in gesprek met haar tante, de voormalige adjunct-directeur van haar basisschool, een vertegenwoordiger van de Nederlandse politie en de honorair consul in Verona. Zo probeert zij klaarheid te krijgen in een zaak die voor niemand echt van levensbelang lijkt. Behalve voor haar.

Elisabetta dreigt verloren te raken op een stukje niemandsland in hartje Europa, vastgeketend aan een kwestie die ook de kijker met de nodige onbeantwoorde vragen achterlaat. Terwijl de jonge vrouw juist op dit moment, nu ze een volgende stap in haar leven gaat zetten, zo’n behoefte heeft aan vaste grond onder de voeten.

Een filmpje van/over Elisabetta van enkele jaren geleden:

Sins Of Our Mother

Netflix

De verhouding tussen Lori Vallow en haar vierde echtgenoot Charles wordt er zacht gezegd niet beter op als zij ervan overtuigd raakt dat hij een ‘duistere geest’ is geworden en een demon in zich verbergt. Van deze ‘Nick Schneider’ wil ze zich maar al te graag ontdoen. Niet veel later – op 11 juli 2019 in Chandler, Arizona om precies te zijn – beslecht Lori’s broer Alex met enkele kogels een ruzie met Charles. Noodweer, zegt hij. En zijn zus/Charles’ vrouw lijkt daar niet echt van op te kijken of wakker van te liggen.

Lori, de hoofdpersoon van de driedelige docuserie Sins Of Our Mother (139 min.), heeft dan al een turbulent leven achter de rug. De knappe blondine deed bijvoorbeeld mee aan de Miss Texas-verkiezing, draafde op in het welbekende tv-spelprogramma Wheel Of Fortune en raakte gaandeweg steeds dieper verwikkeld in haar eigen interpretatie van het geloof, dat ze als kind van de Mormoonse Fundamentalist Church of Jesus Christ of Latter-Day Saints (LDS) had meegekregen.

Aan de zijde van alweer een nieuwe liefde, de zelfverklaarde ziener Chad Daybell, begint Lori Vallow vervolgens steeds meer tekenen te vertonen van een bijzonder gevaarlijke vorm van godsdienstwaanzin, die zomaar enkele ‘zombies’ uit haar directe omgeving het leven zou kunnen kosten. En dan dient het einde der tijden zich ook nog aan, natuurlijk. Kortom: koren op de molen voor een true crime-crack zoals Skye Borgman, die eerder dit jaar ook al Girl In The Picture en I Just Killed My Dad afleverde.

Het is Lori’s oudste zoon Colby Ryan, ondersteund door enkele andere familieleden en kennissen, die voorgaat in deze afdaling in Lori Vallows eigen versie van de hel. Zijn jongere zus Tylee Ryan en broertje JJ Vallow zijn intussen ook nog vermist geraakt. Borgman serveert al die tragische verwikkelingen vet en vakkundig uit, totdat ze zijn gecondenseerd tot zo’n typisch ‘bizar verhaal’, waarvan de goegemeente lekker kan gruwen. Zoals dat gaat bij true crime, het ideale tijdverdrijf voor brave burgers zoals jij en ik.

Nikki

Videoland

Het lijkt soms een klein wonder als het wél goed gaat met Nikki (112 min.). In de jaren dat documentairemaker Monique Nolte (Het Beste Voor Kees) de tiener volgt zit ze namelijk voortdurend tussen twee vuren. Tussen vader Fred, die grote delen van haar leven buiten beeld is en meteen stress veroorzaakt als hij wel even, letterlijk, ‘in the picture’ verschijnt. En moeder Karin, die beslist het beste voorheeft met Nikki, maar ook kampt met borderline.

Op de basisschool gaat het desondanks best goed met het meisje. Ze krijgt een HAVO-advies en meldt zich vol goede moed op het Christelijk Lyceum Zandvliet in Den Haag. Daar blijven haar resultaten, mede door opvallend hoog verzuim, echter toch achter en begint al het tumult in haar jonge bestaan als KOPP-kind, een kind van ouders met psychische problemen, zich te wreken. Hoezeer Karin haar daartegen ook probeert te beschermen.

Monique Nolte nestelt zich met haar camera jarenlang in de omgeving van moeder en dochter en sluit ook aan bij sleutelmomenten op school of met hulpverleners. Zo vangt ze van zeer nabij de ontwikkelingen in het leven van de opgroeiende tiener. In dat opzicht doet Nikki enigszins denken aan Alicia (2017), de verpletterende film van Maasja Ooms over een meisje dat helemaal verdwaald raakt in de Nederlandse jeugdzorg, met buitengewoon tragische gevolgen.

Zo schrijnend is deze observerende documentaire niet – al komt ie soms gevaarlijk dichtbij. Nolte maakt ook uitgesproken artistieke keuzes: ze kiest bijvoorbeeld voor het incorporeren van geanimeerde sequenties, die droom- en angstbeelden van haar hoofdpersoon tastbaar maken. Het is de vraag of de film die nodig heeft. Bij sommige aangrijpende scènes kan de kijker zelf ook wel bedenken wat er in het hoofd van de puber omgaat.

Dit laat onverlet dat ook deze film regelmatig aanvoelt als een stomp in de maagstreek. Nikki moet zich door het ene na het andere loyaliteitsconflict banen en ervoor zorgen dat ze onderweg zichzelf niet kwijtraakt. Het is de tragiek van een jong meisje met een moeder die volgens eigen zeggen een gat van binnen heeft dat door anderen moet worden gevuld en een papa die niet weet hoe hij vader moet zijn. Hoe kan een kind in zo’n omgeving opgroeien tot een (psychisch) gezonde volwassene?

Crumb

David Lynch presents… a Terry Zwigoff film: Crumb (116 min.). Althans, met die boodschap begint deze klassieke documentaire uit 1994. In werkelijkheid zou de gevierde filmmaker helemaal niets hebben bijgedragen. Pas toen Crumb al volledig was afgerond, reageerde Lynch op een verzoek om een financiële bijdrage te leveren. ‘s Mans reputatie kon echter uitstekend worden ingezet om de documentaire te promoten.

Deze gevierde film wordt sowieso omgeven door mythen: regisseur Terry Zwigoff zou zijn vriend en hoofdpersoon, de Amerikaanse underground cartoonist Robert Crumb (Fritz The Cat, Mr. Natural en de slogan ‘Keep On Trucking’), hebben gedreigd met zelfmoord als hij niet wilde meewerken aan de productie. Dit broodje aap-verhaal bleek later per ongeluk in omloop te zijn gebracht door de befaamde filmcriticus Roger Ebert – al klopt het wel dat Crumb eigenlijk geen zin had in deze onthullende en verontrustende docu.

Zulke verhalen sluiten naadloos aan bij de aard van de film. Achter het Harold Lloyd-achtige uiterlijk van de hoofdpersoon en zijn ontwapenende glimlach gaat een onvervalste weirdo en provocateur schuil, wiens werk regelmatig met misogynie en racisme in verband is gebracht. Terwijl de kunstcriticus Robert Hughes niets minder dan een moderne Breughel of Goya ziet in Robert Crumb, ontwaren anderen toch vooral een vies, eng mannetje, dat zich (letterlijk) verlustigt aan zijn eigen afzichtelijke creaties.

Crumb wordt echt ongemakkelijk – en ontroerend en, op een vreemde manier, ook grappig – als de kunstenaar zijn familie opzoekt in Philadelphia. Daar woont zijn oudere broer en grote inspiratiebron Charles, zelf een getalenteerd tekenaar, in bij hun moeder Beatrice. Beiden kampen met ernstige psychische problemen, die luchtig worden besproken en consequent weggelachen. In een luizige hotelkamer in San Francisco treft Robert tevens zijn jongere broer Maxon die al even expliciete kunst maakt – en, dat ook, meermaals vrouwen heeft aangerand.

Of deze unheimische film ook een verklaring geeft voor al die zieke geesten in de Crumb-familie? Een begin ervan, misschien. Hun vader Charles, een marinier die ooit actief was als oorlogstekenaar, zou volgens zijn oudste zoon en naamgenoot ‘een sadistische bullebak’ zijn geweest. Maar of dat werkelijk een afdoende antwoord is? De slotsom is in elk geval helder: dit gezin is verworden tot een menselijk rariteitenkabinet (waarbij overigens moet worden aangetekend dat Roberts zussen Sandra en Carol niet aan het woord komen).

Uiterst accuraat schetst Crumb zo de context bij het oeuvre van een toonaangevende Amerikaanse kunstenaar, waarbij een sterke maag soms echt gewenst is en ’s mans werk hem, en ons, tevens lijkt te beschermen tegen grotere ellende.

Natasja Kensmil – You Want It Darker

Interakt

Met ferme penseelstreken verft Natasja Kensmil een groot deel van haar eigen schilderij weg. ‘Ik ben er effe klaar mee’, zegt ze gefrustreerd. ‘Ik heb niet gewonnen.’

‘Van jezelf?’ wil filmmaakster Lisa Boerstra weten.

‘Nou, van het schilderij’, glimlacht de Surinaams-Nederlandse kunstenares ontevreden. ‘Of wij hebben samen niet gewonnen, laat ik het zo zeggen.’

Kensmil worstelt soms niet alleen met haar ambacht, maar ook met de subjecten daarvan: personen en artefacten uit de tijd dat Nederland een onvervalste VOC-mentaliteit had, de zeven zeeën bevoer én overal slaven maakte. Met haar werk brengt ze de achterkant van ons koloniale verleden, zoals dit doorgaans in musea werd/wordt gepresenteerd, in beeld. Daarmee is ze inmiddels doorgedrongen tot het hart van exposities in het Amsterdam Museum en Stedelijk Museum. Natasja Kensmil heeft in 2021 bovendien de prestigieuze Johannes Vermeer Prijs ontvangen.

Het intieme en geladen portret Natasja Kensmil – You Want It Darker (52 min.) komt heel dichtbij de gevierde kunstenares. In haar atelier, dat fungeert als een burcht waarmee ze de gevaren van de wereld buiten de deur kan houden, observeert Boerstra hoe Kensmil werkt aan haar eigen, zwart omrande en skeletachtige variaties op traditionele regenten- en schuttersstukken. Werk dat, gezien haar eigen geschiedenis, een zeer persoonlijke lading heeft. Hetzelfde geldt ook voor de Sleeping Beauty-serie, een reeks schilderijen van opgebaarde kinderen.

Toen haar eigen zoontje ernstig ziek werd, raakte Kensmil gegrepen door de post mortem-fotografie van de Victoriaanse tijd en begon zelf ook te experimenteren met ‘wat de dood doet met kleur’. Ze legt uit: ‘Dat is een heel proces. En dat is ook wat ik bij mijn zoontje zag toen hij een hartstilstand kreeg en werd gereanimeerd. Het eerste wat je ziet is een bewusteloos lichaam, maar je ziet ook meteen de kleur veranderen.’ Het resultaat is een indringende serie kunstwerken, waarmee ze de dood gelukkig op afstand heeft weten te houden.

Tegelijkertijd belicht Lisa Boerstra in deze persoonlijke documentaire, gezegend met sfeervol camerawerk en een expressieve soundtrack, met Kensmils moeder en haar zus Iris (tevens beeldend kunstenaar) de getroebleerde jeugd van haar protagonist. Die nam als kind al haar toevlucht tot de kunst en zou, pas na enkele verplichte tussenstappen, op de Rietveld Academie belanden. Haar moeder heeft volgens eigen zeggen ‘gehuild als een klein kind bij de diploma-uitreiking’ en fungeert ook tijdens de uitreiking van de Vermeer Prijs als stralend middelpunt.

Daarmee wordt You Want It Darker zowel een boeiend inkijkje bij een toonaangevende kunstenaar, die steevast op het scherp van de snede opereert, als een portret van een hechte familie-eenheid, waarbij dat succes bepaald niet is komen aanwaaien.

I Just Killed My Dad

Netflix

Dat hij ‘t heeft gedaan, staat niet ter discussie. I Just Killed My Dad (125 min.) is dus nadrukkelijk geen whodunnit, maar een whydunnit: waarom heeft Anthony Templet, een inmiddels achttienjarige tiener uit Baton Rouge in de Amerikaanse staat Louisiana, op 3 juni 2019 zijn vader Burt doodgeschoten? In de openingsscène neemt hij plaats op een stoel in een – bij true crime verplichte – duistere loods om te worden geïnterviewd.

Anthony stelt zelf dat het noodweer was, maar andere sprekers in deze driedelige serie van Skye Borgman – waaronder zijn stiefmoeder Susan, advocaat Jarrett Ambeau, een voormalige collega, Burts beste vriend en allerlei betrokkenen bij het politieonderzoek – hebben zo hun twijfels bij zijn lezing van wat er is gebeurd. Achter het simpele nieuwsfeit – zoon doodt vader – gaat een hele geschiedenis schuil.

Borgman pak dit tragische verhaal zorgvuldig uit en belandt zo in Ingleside, Texas, waar het kat- en muisspel van Burt, Anthony en de rest van hun getroebleerde familie een kleine twintig jaar eerder is begonnen en ook Anthony’s biologische moeder Teresa, die al jaren volledig uit zijn leven is verdwenen, nog wel het één en ander heeft te vertellen over haar tienerzoon en de man die haar ooit radeloos achterliet.

Wordt Anthony’s daad, vanuit die context bezien, begrijpelijk of zelfs te vergoelijken? Die vraag speelt nadrukkelijk op als Borgman de zaak vaardig – met de eveneens verplichte emotionele interviews, beveiligingscamerabeelden, duistere reconstructiescènes en unheimische soundtrack – verder ontleedt. En ook: wat is Anthony voor een jongen? Getraumatiseerd of contactgestoord? Is hij (nog/wel) in staat tot empathie?

Tijdens een door Anthony’s advocaat Ambeau (voor deze serie?) georganiseerd proefproces, waarbij ook de beraadslagingen van een speciaal samengestelde proefjury in beeld worden gebracht, komt vervolgens aan de orde welke straf de jongen nu moet krijgen. Het antwoord vormt de vanzelfsprekende climax van deze stevige true crime-productie. Waarna alleen nog een emotionele uitlui volgt.

Jacinta

Jacinta (l) en Rosemary (r) / Hulu

Rosemary vindt het verschrikkelijk dat de gevangenisstraf van haar 26-jarige dochter Jacinta (105 min.) erop zit. Zelf heeft ze nog een jaar of drie te gaan. De twee vrouwen werden allebei op zeer jonge leeftijd moeder en kampen met een hardnekkige drugsverslaving. Is Jacinta Hunt nu wel in staat om van de heroïne af te blijven en bovendien een bestendige relatie op te bouwen met haar eigen tienjarige dochter Caylynn?

De vooruitzichten zijn ronduit slecht: de jonge vrouw is al eerder de fout ingegaan en heeft thuis in de Amerikaanse staat Maine een wel heel wankele basis om op terug te vallen. Want Jacinta is een telg van de lokaal beruchte familie Geisinger. Onvervalste ‘deplorables’, altijd in de weer met dope en/of criminaliteit. Haar halve familie – van haar broer tot de vader van haar kind – zit inmiddels in de bajes of is hard op weg om daarnaar terug te keren.

Filmmaker Jessica Earnshaw sluit drie jaar lang met haar camera aan bij Jacinta en haar verwanten en legt van zéér dichtbij hun strubbelingen met drugs, elkaar en het leven in het algemeen vast. Balancerend tussen hoop en wanhoop, tussen clean, helemaal van de wereld en ‘cold turkey’, lijken ze stuk voor stuk inwisselbare onderdelen van een volstrekt disfunctioneel familiesysteem, dat zichzelf al generaties lang in stand houdt.

Terwijl ze in de periode na haar vrijlating steeds twee stappen vooruit en één achteruit zet (of andersom), probeert Jacinta op de één of andere manier een relatie te onderhouden met Caylynn. ‘Heb ik nu de keuze gemaakt om high te worden, in plaats van mijn kind te zien?’ zegt ze op een ontmoedigend moment, ergens halverwege haar trip naar de uitgang/draaideur. ‘Ja. Maar dat gaat volledig tegen mijn eigen gevoel in.’

Haar dochter fungeert sowieso afwisselend als licht aan het einde van de tunnel en – als dit uit het zicht raakt – als onuitputtelijke bron voor wéér een periode duisternis. Jacinta’s pogingen om voor haar dochter een betere versie van zichzelf te vinden vormen daardoor een bij vlagen ronduit deprimerend verhaal, waarbij het nog maar de vraag is of ze zich uiteindelijk weet te ontworstelen aan het verwachtingspatroon dat anderen – en zijzelf – van haar hebben.

Please Vote For Me

‘Wat betekent dat eigenlijk, democratie?’ vraagt Cheng Cheng. ‘Het betekent dat mensen de baas zijn over zichzelf’, antwoordt zijn stiefvader. Het achtjarige jongetje is één van de drie kinderen die zich kandidaat hebben gesteld om klassenvertegenwoordiger te worden. Hij zal het moeten opnemen tegen zijn klasgenootjes Luo Lei, het kind van twee politieagenten dat de functie nu twee jaar bekleedt, en Xu Xiaofei, de frêle dochter van een alleenstaande schoolmedewerkster.

Please Vote For Me (55 min.), dat wordt het motto voor de komende weken op de Evergreen-basisschool in de Chinese stad Wuhan. In een land waar nauwelijks ervaring is met democratie. De verkiezing is onderdeel van een experiment: hoe gedragen de kandidaten, hun vaders en moeders en de andere kinderen in de klas zich als ze het zelf voor het zeggen krijgen? Regisseur Weijun Chen legt de gebeurtenissen sec vast in deze authentieke campagnedocu uit 2007.

Geen enkele politieke truc blijft onbenut: van het zwartmaken van tegenstanders en beloven van gouden bergen tot het ronselen van stemmen en spelen van handjeklap. Ook de ouders laten zich bepaald niet onbetuigd en adviseren hun kroost om de concurrentie van onder uit de zak te geven. Als Luo Lei zijn opponent Cheng Cheng tijdens een debat bijvoorbeeld meermaals uitmaakt voor leugenaar, steekt zijn vader vanuit de coulissen goedkeurend zijn duim op.

Het is niet moeilijk om in de strijd tussen de kinderen, waarbij de emoties soms hoog oplopen, parallellen te ontdekken met het politieke discours in Nederland, waarbij slecht gedrag net zo vaak wordt beloond als afgestraft. In die zin is deze Lord Of The Flies-achtige film ook een ontluisterende ervaring: plaats willekeurige kinderen tegenover elkaar in een wedkamp en ze komen letterlijk tegenover elkaar te staan, met aan beide zijden devote medestanders.

Waarbij niemand nog een goed woord over heeft voor de ander – en elke vorm van sociale cohesie dreigt te verdwijnen.

Naziha’s Lente

Het moest een portret worden van de vrouw achter het probleemgezin. De alleenstaande Marokkaanse moeder uit Amsterdam-West met tien kinderen, waarvan er al een aantal in aanraking waren geweest met justitie. Een sterke vrouw nochtans, die druk doende was om haar zaakjes op orde te krijgen. En toen zette een dramatische gebeurtenis Naziha’s leven helemaal op zijn kop. Hoe kon regisseur Gülsah Dogan haar oorspronkelijke idee, het geven van een menselijk gezicht aan een hardnekkig maatschappelijk probleem, overeind houden, zónder de waarheid geweld aan te doen?

Naziha’s Lente (90 min.) is de uitkomst van wat een worsteling moet zijn geweest. Een film over een Marokkaans-Nederlandse vrouw die zich bijna letterlijk heeft moeten vrijvechten. ‘Ik vind het jammer voor je dat je zonder vader moet opgroeien’, schrijft ze in een brief aan haar jongste kind en enige dochter Rachma (waarmee de documentaire begint en wordt afgesloten). ‘Ik had het graag anders gewild. Ik wil voor jou een ander leven dan wat ik heb gehad. Ik wil, Inshallah, dat je elke kans benut die op je pad komt. Ik wil dat je leert om voor jezelf op te komen en je stem laat horen.’

Als vrouw en moeder draagt Naziha de sporen van een ongelukkig huwelijk met een veel oudere man. Hij ‘kocht’ haar van haar moeder, maakte haar maar liefst tienmaal zwanger en hield er ronduit archaïsche ideeën over mannen, vrouwen en de opvoeding op na. Die komt Naziha nog steeds tegen: binnen zichzelf en bij haar jongens. Als Rachma straks zestien is, stelt één van haar zoons bijvoorbeeld half grappend over Naziha’s dochter, krijgt ze een hoofddoek en een plek in de keuken. En van een relatie met een jongen met een andere afkomst kan natuurlijk ook geen sprake zijn.

Terwijl ze zo voortdurend met één van haar opgroeiende kinderen in de weer is, ervoor moet zorgen dat er dagelijks eten op tafel komt en het huis aan kant is, mag Naziha zichzelf niet kwijtraken. Ze probeert los te komen van alle hulpverleners en haar ondertoezichtstelling te laten beëindigen. Naziha wil op eigen kracht verder, als spil van haar eigen gezin, voorbeeldfiguur in de wijk én vertrouwenspersoon. Daarvoor heeft ze zelfs een certificaat verdiend. Haar eerste. ‘Ik had die al van kinderen baren’, grapt ze tijdens de officiële uitreiking. ‘Maar dat is zonder certificaat.’

Met zulke scènes geeft Gülsah Dogan Naziha’s Lente lucht. Haar hoofdpersoon mag dan regelmatig het slachtoffer zijn geworden van haar achtergrond, cultuur of situatie, ze is in wezen geen slachtoffer. Binnen moeilijke omstandigheden probeert Naziha in deze delicate film uit 2014 te allen tijde verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en de haren. ‘Het is nog geen tijd voor mij’, constateert ze tegelijkertijd. ‘Ik weet dat die put zo groot is, zo donker, zo diep, dat ik bang ben dat ik, als ik die put eenmaal opendoe, erin val. En daar hebben mijn kinderen niks aan.’

Naziha’s Lente is hier te bekijken.

Het Verzwijgen

Witfilm

Haar moeder was zó lief, stelt Marieke van der Winden met een zekere scepsis. Ze kon zelfs niet schreeuwen! Tegelijkertijd droeg Lieke een geheim met zich mee. Dat nam de Nederlandse vrouw mee het graf in toen ze in 1989 op 48-jarige leeftijd overleed. Marieke kwam er pas op de uitvaart van haar moeder achter dat haar opa en oma, die ze kende als volstrekt normale grootouders, lid van de NSB waren geweest. Haar moeder stamde uit een besmet gezin.

Het Verzwijgen (89 min.) was tussen hen in komen te staan, constateert Marieke van der Winden in deze pijnlijk persoonlijke film, waarin ze haar familieverleden onderzoekt. Terwijl haar moeder vluchtte in de antroposofie, vertrok zij als tiener naar een kraakpand. Een half leven later wordt er nog altijd niet over de oorlog gesproken. De rest van de familie wil niet geassocieerd worden met dat foute verleden. Niet vreemd: hun voorouders, afkomstig uit zo’n lekker ongecompliceerde familie uit de Amsterdamse Jordaan, lijken zowat allemaal met de Duitsers te hebben geheuld.

‘Haar achternaam was besmet’, constateert Marieke, terwijl ze steeds dieper doordringt in die onverkwikkelijke geschiedenis. ‘Wat doet dat met je?’ Op de grafsteen van haar moeder staat alleen de voornaam die ze voor zichzelf verzon. Dochter constateert dat het verwaarloosde graf – hoe symbolisch? – nodig moet worden gefatsoeneerd. Intussen gaat ze in gesprek met haar moeders pleegbroer, tweede echtgenoot en vriendinnen (die regelmatig moesten inspringen bij de opvang van haar kinderen) en bezoekt ze plekken uit of over het verleden. Zo komen ook allerlei jeugdherinneringen in een ander licht te staan.

Het wordt een ontnuchterende ontdekkingstocht waarin niet alleen Marieke zelf, die zich zo nu en dan laat bevragen door haar echtgenoot/cameraman Sander Snoep, zich erg kwetsbaar voelt bij wat er zoal boven tafel komt. In enkele ongemakkelijke scènes worden zij en haar gesprekspartners door feiten, die ze heeft opdiept uit oorlogsarchieven, gedwongen om de waarheid onder ogen te zien. En die was in het Nederland van tijdens de Bezetting, dat weten we inmiddels wel, een stuk minder zwart-wit dan lang is gedacht (of gehoopt). Volgens deskundigen duurt het zeker drie generaties om de littekens van dat verleden weer uit het systeem te krijgen.

Deze schrijnende film is een geslaagde poging om dat leed in elk geval inzichtelijk te krijgen en een begin te maken met het verwerken ervan.

Ik Ben Een Bastaard

Movies That Matter

‘In twee generaties van ongeletterd naar ik die alleen maar in woorden leef.’ Rashif El Kaoui kan het nauwelijks bevatten. Terwijl hij door Marokko reist, het land waar zijn analfabetische grootvader zijn hele leven leefde en zijn naar België vertrokken vader ooit werd geboren, vindt de Belgisch-Marokkaanse acteur, rapper en schrijver inderdaad voortdurend woorden om zijn gemoedstoestand te beschrijven. Het is zijn vak, waarin hij een uitblinker is geworden.

Hij, kind van een Vlaamse moeder, moet in België nochtans regelmatig duidelijk maken dat hij de taal en cultuur wel degelijk machtig is. En als zoon van een uitgezworven Marokkaanse immigrant wordt hij hier, in zijn vaderland, regelmatig geconfronteerd met de kloof die er tussen hem en het Noord-Afrikaanse land is ontstaan. In Ik Ben Een Bastaard (57 min.) probeert hij, net als in het dagelijks leven, een gulden middenweg te vinden.

Hij is geboren in de tussenruimte, vertelt hij in de debuutfilm van de Nederlands-Turkse fotograaf Ahmet Polat. ‘Mijn X-chromosoom komt uit de Vlaamse Kempenklei, mijn Y-chromosoom komt uit het mulle Atlaszand.’ Tijdens zijn jeugd in België betekende dit kortweg: aanpassen of opkrassen. ‘Ik pas mij aan’, zegt Rashif deemoedig in één van de teksten waarmee hij deze persoonlijke roadmovie over biculturaliteit stuurt en structureert.

Die teksten stammen uit de theatervoorstelling De Bastaard, die hij eerder met Polat en drummer Michelle Samba opvoerde, een vertelling over kinderen met ‘dubbel bloed’. Terwijl hij zoekt naar zichzelf, ergens tussen die twee culturen, komt Rashif El Kaoui onvermijdelijk ook terecht bij de vader, die hij al jong uit het oog verloor. De man die er volgens zijn Belgische grootouders als een ‘straatloper’ uitzag. Een man ook, die de drank niet kon weerstaan.

Zijn persoonlijke queeste brengt hem in deze typische ‘op zoek naar je roots’-film, behalve bij familieleden in België en Marokko, ook bij het graf van zijn vader, die letterlijk tussen de twee werelden van zijn zoon het leven liet.