The Lives Of My Father

DR Sales

Als nieuwsproducer heeft zijn vader de halve wereld gezien. Hij reisde van brandhaard naar conflictgebied. En overal maakte ie foto’s van zichzelf, liefst met een volautomatisch wapen in de hand. In Bosnië, Cambodja, Syrië, Congo, Iran, Cuba en Afghanistan. Totdat Bjørn Hallstrøm, thuis in Noorwegen, zijn auto aan de kant van de weg zette en aan z’n zoon Didrik bekende dat hij een dubbelleven had geleid. Bjørn beweerde dat hij al die jaren een spion voor de Amerikaanse inlichtingendienst CIA was geweest.

Boven op zolder heeft Didrik een doos met oude VHS-videobanden liggen. Als hij die laat digitaliseren, weet de Noorse veertiger niet wat hij ziet. Zijn vader in Koeweit bijvoorbeeld. ‘Rambo!’ roepend, schiet hij, quasi-stoer, een mitrailleur leeg in de lucht, naar z’n denkbeeldige vijand, de Iraakse leider Saddam Hoessein. Bjørns zoon besluit hem op te zoeken. Hij woont tegenwoordig in de Bulgaarse hoofdstad Sofia en nadert het einde van z’n leven. Daar voelt Didrik hem aan de tand over The Lives Of My Father (86 min.).

Op een zolderkamer biecht Bjørn Hallstrøm aan zijn zoon op hoe hij z’n televisiereportages gebruikte als dekmantel voor zijn werk als spion. Enkele jongeren die hij daarvoor meenam naar het buitenland en in gevaarlijke situaties bracht, tasten daarover nog altijd in het duister. Totdat filmmaker Magnus Skatvold hen op de hoogte brengt van wat die flamboyante producer achter hun rug uitspookte. Hallstrøms strapatsen zorgden ook thuis voor steeds meer problemen, vertelt zijn ex-vrouw en Didriks moeder Jane.

Terwijl zijn verhalen van diverse kanten worden aangevuld en bevestigd – door presentatrice Bettina Rasmussen, cameraman Anders Berg en zijn jeugdvriend Hans Jørgen Insulan bijvoorbeeld, die beweert overal vanaf te hebben geweten – blijft Bjørn, ondanks de longziekte COPD, roken als een ketter. Hij is oud geworden. Een breekbare man uit een andere tijd, met z’n eigen vaderissues. Niet zonder trots schetst hij zijn verborgen bestaan, waarin ie ook nog voor een Britse geheime dienst actief zou zijn geweest.

‘Als ik de keuze had gehad tussen mijn werk en mijn gezin’, laat Hallstrøm zich aan het eind van deze documentaire ontvallen, ‘dan zou ik waarschijnlijk voor mijn werk hebben gekozen.’ Dat is geen verrassing voor zijn zoon. ‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat je ergens anders wilde zijn’, zegt hij. Want wat er ook gebeurde in zijn kinderleven, voor z’n vader was er altijd iets belangrijker. Net als Bjørn is hij met één ouder opgegroeid. Voor hem was nooit meer weggelegd dan een bijrol als verweesd kind van de held in een waanzinnige avonturenfilm.

‘Dit begint verdacht veel op psychoanalyse te lijken, Didrik’, verzucht Bjørn. Hij kiest in deze boeiende film, die ook beschikbaar is als miniserie onder de noemer The Agent – The Life And Lies Of My Father, zijn vaste uitweg: een sigaretje.

Game Of Truth

Domino Production

De bom is nog niet afgegaan op 4 december 1971 of een nauwelijks te geloven verklaring doet de ronde, die een dag later ook in de Britse kranten zal staan: de explosie, die vijftien bezoekers van de katholieke pub McGurk’s in de Noord-Ierse hoofdstad het leven kost en nog eens zeventien cafégangers verwondt, is niet het gevolg van een aanslag door loyalistische extremisten. Nee, het gaat in werkelijkheid om een ‘eigen goal’ van hun tegenstanders, de Irish Republican Army (IRA). De bom zou per ongeluk zijn afgegaan toen een IRA-lid even de kroeg inging.

In de indringende documentaire Game Of Truth (83 min.) concentreert Fabienne Lips Dumas zich op zulke psychologische oorlogsvoering tijdens ‘The Troubles’, de volledig ontspoorde strijd om het lot van Noord-Ierland: aansluiten bij Ierland, zoals de katholieke IRA wil, of ‘gewoon’ in het Verenigd Koninkrijk blijven, zoals protestante loyalisten en de Britten voorstaan? Van eind jaren zestig tot aan de Goede Vrijdag-vredesakoorden in 1998 is Noord-Ierland niet alleen het toneel voor een serie bloedige acties, aanvallen en aanslagen, Ulster wordt automatisch ook een podium voor propaganda, desinformatie en dubbelagenten.

Zo zou de Britse generaal Frank Kitson, een specialist in psychologische oorlogsvoering, de hand hebben gehad in het nepnieuws dat na de loyalistische aanslag op McGurk’s werd verspreid. De grootmoeder van Ciarán Mac Airt werd daarbij vermoord. Namens andere nabestaanden wil hij dat de onderste steen boven komt. Ook de vrouw en zoons van Pat Finucane verlangen antwoorden. De advocaat, die de befaamde hongerstakers van de IRA had bijgestaan, werd op zondag 12 februari 1989 vermoord. Gewapende mannen drongen binnen in zijn huis en schoten hem tijdens het avondeten voor het oog van zijn gezin dood. Veertien kogels bleven achter in zijn lichaam.

Lips Dumas zoomt verder in op de afrekening met de (vermeende) informant Joseph Mulhern bij de Irish Republican Army, de IRA-aanslag op de protestante viswinkel Frizzell aan Shankill Road in Belfast (waarvan de Britse politie vooraf al op de hoogte zou zijn geweest) en de moord op Raymond McCord, die nooit fatsoenlijk werd onderzocht omdat er een clandestiene medewerker van Britse paramilitairen bij betrokken zou zijn geweest. Ze reconstrueert deze dramatische gebeurtenissen met game-achtige animaties, laat ze inkaderen door direct betrokkenen en deskundigen en spreekt met de nabestaanden over hun frustrerende zoektocht naar de waarheid.

Van de ruim 3500 moorden tijdens The Troubles is een groot deel nog altijd onopgelost – hoewel menigeen, inclusief Britse overheidsfunctionarissen, wel degelijk weet wie ervoor verantwoordelijk is. Zo duurt de smerige oorlog, ruim 25 jaar na het tekenen van de vrede, nog steeds voort. Game Of Truth agendeert deze kwestie overtuigend, met oog voor de menselijke gevolgen van deze tragedies.

Janis Ian: Breaking Silence

NTR

Janis Ian is er nog nauwelijks van bekomen dat ze halverwege de jaren zeventig ongevraagd is ge-out als biseksueel in een artikel in het tijdschrift The Village Voice of de Amerikaanse singer-songwriter krijgt de volgende klap te verwerken: haar geliefde Claire is verliefd geworden op iemand in haar band, drummer/percussionist Barry Lazarowitz. En zij is zo’n beetje de allerlaatste die dat in de gaten krijgt.

Claire en Barry zullen later trouwen en kinderen krijgen. En Janis blijft alleen achter. Met haar gitaar, dat wel. Ze schrijft een heel droevig liedje over de breuk, vertelt ze in de documentaire Janis Ian: Breaking Silence (84 min.). Een paar weken later wordt de zangeres gebeld door haar uitgever. ‘Prachtig, dat jazznummer’, schijnt hij gezegd te hebben. ‘We zijn er dolblij mee. Jij ook?’ De schrijfster ervan moet even slikken. ‘M’n hart is gebroken, maar ik voel me al iets beter.’

Het is een treffende passage – de geboren artiest die haar tranen plengt in en droogt met haar werk – op ongeveer tweederde van deze film van Varda Bar-Kar, die netjes Ians leven en loopbaan doorloopt. Die beginnen allebei in een Joodse familie in New Jersey, waar dochter Janis al op dertienjarige leeftijd doorbreekt. Het meisje met gitaar zingt Society’s Child, een lied over een interraciale relatie dat halverwege de jaren zestig heel wat commotie veroorzaakt.

En daarmee start ze een carrière op, die haar in de navolgende zestig jaar over hoge toppen en door diepe dalen zal leiden. Langs Grammy Awards, een faillissement en (verloren) liefdes, bijvoorbeeld. En altijd, soms met tussenpozen, blijven de liedjes komen, waaronder klassiekers zoals At SeventeenStars en Fly Too High. Samen met getrouwen, collega’s en bekende fans loopt Janis Ian – behalve in het intro en outro van de film: volledig buiten beeld – de hele santenkraam langs.

Bar-Kar brengt de andere sprekers overigens wél in beeld en toont dan ook meteen de setting van het interview – alsof ze de kijker eraan wil herinneren dat er achter hen een hele wereld schuilgaat, een beetje zoals bij de liedjes van haar hoofdpersoon. Behalve met oude concertbeelden en archiefinterviews omkleedt de filmmaakster Janis Ians herinneringen ook met gedramatiseerde scènes, die soms wat kluchtig aandoen, en geanimeerde clips bij enkele van haar signatuursongs.

Breaking Silence ontwikkelt zich zo tot een gedegen portret van een singer-songwriter, die op latere leeftijd definitief uit de kast komt en zich dan opwerpt als een icoon van de LHBTIQ+-beweging. En daar wijdt ze natuurlijk ook weer liedjes aan. ‘Love has no colours’, zingt ze in Married In London bijvoorbeeld van zich af. ‘And hearts have no sex. So love where you can. And fuck all the rest.’

My Name Is Happy

Autlook

In een parallelle wereld zou het zo zijn gegaan: een Koerdisch meisje uit Ergani, een stad in het zuidoosten van Turkije, neemt in 2015 deel aan het televisieprogramma Sesi Çok Güzel, ofwel Turkey’s Got Talent. Ze zingt zich ieders hart in en wordt een ster.

En het vreemde is: zo is het in de echte wereld ook gegaan. Bijna, tenminste. Met een geladen performance verovert Mutlu Kaya de harten van Turkije, de vrouwen in het bijzonder. Ze bereikt de finale van de populaire talentenjacht. Enkele dagen daarvoor slaat het noodlot echter toe. Of beter: Veysi Ercan. Mutlu is pas veertien als ze hem ontmoet, hij is al in de twintig. De middelbare scholier vindt hem wel leuk, een gentleman. Niet veel later volgt een huwelijksaanzoek. Daar wil zij alleen niets van weten.

‘Trouwen kwam niet in haar op’, vertelt moeder Hanim, die zelf al op haar dertiende werd uitgehuwelijkt aan Mutlu’s vader Mehmet, in deze indringende documentaire van Ayse Toprak en Nick Read. ‘Ik wilde dat ze voor zichzelf opkwam en niet verpletterd zou worden zoals andere meisjes, maar het lot had andere plannen met haar.’ Mutlu, wat zoveel als ‘gelukkig’ betekent, wordt het slachtoffer van een man die haar – zomaar omdat het kan en omdat hij ’t wil – als zijn eigen bezit is gaan beschouwen.

De gevolgen zijn hartverscheurend. En daarmee is de gifbeker nog lang niet leeg in My Name Is Happy (81 min.). Deze film schetst een wereld waarin ’s mans wil nog altijd wet is en misogynie en femicide dus nooit ver weg zijn. Vrouwen moeten zich binnen die toxische omgeving staande houden. Mehmet en Hanim houden bijvoorbeeld ongetwijfeld evenveel van hun dochters als van hun zoons – niet vanzelfsprekend in deze contreien – maar Mutlu en haar zussen Songül en Dilek hebben ‘t beduidend zwaarder.

In een parallelle wereld krijgen deze sterke en dappere vrouwen, die zich op hun kwetsbaarst tonen voor de sensitieve camera van Toprak en Read, de gelegenheid om zonder enige terughoudendheid zichzelf te zijn en voluit te gaan voor hun eigen dromen. In deze wereld moeten zij echter al blij zijn als ze ongeschonden hun huwelijk doorkomen en dan ook nog andere giftige mannen van het lijf weten te houden. Dat lukt dan ook niet: vijf jaar later, op 21 maart 2020, houdt ‘het lot’ weer huis bij de Kaya’s.

Mutlu zingt zich daarna nog eenmaal ieders hart in. Op haar eigen manier wordt ze toch een ster.

My Wife, My Abuser

Channel 5

Richard Spencer heeft het ogenschijnlijk goed voor elkaar: een groot vrijstaand huis, een jaguar voor de deur en een ideaal gezin, met een knappe vrouw en drie dochters. Achter de voordeur is de spanning echter te snijden bij het Britse gezin. Totdat in 2021 ineens de politie voor die deur staat om een einde te maken aan het huiselijk geweld. En het is niet Richard die wordt ingerekend. Hij is juist het slachtoffer. Zijn echtgenote Sheree wordt aangehouden en naar het politiebureau gebracht voor verhoor.

In My Wife, My Abuser (90 min.) doet Spencer, ondersteund door agenten die de zaak destijds behandelden, zijn verhaal. Over hoe hij in het uitgaansleven een aantrekkelijke vrouw ontmoette die lekker sarcastisch uit de hoek kon komen. Richard was in de veronderstelling dat een schoonheid zoals Sheree nooit voor een jongen zoals hij zou kunnen vallen. Dat deed ze wel. Tijdens hun bruiloft in Thailand begon de ellende echter. En in de navolgende twintig jaar zou ‘t van kwaad tot erger gaan.

In deze tweedelige tv-docu maakt regisseur David Ward regelmatig gebruik van het bewijsmateriaal dat Richard op een gegeven moment ging verzamelen van de intimidatie, mishandelingen en vernederingen door Sheree – ook om zichzelf te beschermen tegen mogelijke beschuldigingen van zijn vrouw, die hem daarmee regelmatig onder druk zette. Deze verborgen camera-beelden en stiekeme geluidsopnames, met wel heel veel echo ingezet, onderstrepen zijn lezing van de feiten.

In het huiselijk geweld waarmee Richard werd geconfronteerd is een duivels patroon te herkennen: de excessen worden steeds heftiger, vaak aangejaagd door drankmisbruik. Omdat de man in dit geval nu eens niet de dader maar het slachtoffer is – in 2017 maakte Elena Lindemans overigens al de documentaire Vrouw Slaat Man over twee bewoners van een Nederlandse mannenopvang – lijkt dit met nóg meer schaamte gepaard te gaan dan sowieso al gebruikelijk is bij relationeel geweld.

Ward ruimt heel veel tijd in voor verhalen over en opnames van Shiree’s intimiderende gedrag en gewelddadige uitspattingen. Dat krijgt na verloop van tijd iets ongemakkelijks. Zoals ook de beelden van haar politieverhoor voyeuristisch aandoen. Naar de mogelijke achtergronden van Shiree’s gedrag blijft het dan weer gissen. Serieuze duiding ontbreekt. Wat zou een moeder kunnen bewegen om haar man, ten overstaan van hun drie kinderen bovendien, zo agressief te bejegenen?

My Wife, My Abuser lijkt echter vooral een omkering van het aloude ‘good women love bad men’-adagium te willen worden: good man, bad woman. En dat is, hoewel pijnlijk en schokkend, uiteindelijk toch nét iets te gemakkelijk.

Name Me Lawand

BFI

In Koerdistan in Noord-Irak stellen zijn ouders jarenlang alles in het werk om hem te laten praten. Ze willen niet dat Lawand anders is dan andere kinderen. Bij zijn leeftijdgenoten vindt hij echter nooit aansluiting. Omdat hij niet kan horen, valt het jongetje er helemaal buiten. Lawand Hamad Amin wordt gepest. Tot verdriet van zijn vader en moeder leeft hij een geïsoleerd bestaan. Al te veel zelfvertrouwen heeft ie natuurlijk niet: Lawand denkt in die tijd zelf dat hij ‘Bad’ heet.

Als hij vijf is, besluiten zijn ouders om Irak te verlaten, op zoek naar een beter leven voor hun kind. Na een maandenlange reis, waarbij hun leven regelmatig aan een zijden draadje hangt, stuiten ze in een vluchtelingenkamp te Frankrijk op een dove vrijwilliger die het Koerdische jochie in contact brengt met gebarentaal. Hij effent ook het pad voor hem naar The Royal School for the Deaf Derby. In 2016 komt Lawand, met zijn ouders en oudere broer Rawa, terecht in Groot-Brittannië.

Daar hoort de Britse documentairemaker Edward Lovelace, die in 2014 met The Possibilities Are Endless al een immersieve film maakte over het herstelproces van zanger Edwyn Collins na een beroerte, over het Koerdische kind dat samen met zijn familie, met wie hij eigenlijk nauwelijks kan communiceren, naar Engeland is gekomen. Lovelace leert zelf gebarentaal, stelt een deels dove crew samen en begint de zevenjarige jongen en zijn familie te volgen en spreken.

Name Me Lawand (90 min.) is de zinnenprikkelende weerslag van een zeer delicaat proces: stukje bij beetje ontdekt Lawand dat er meer mensen zijn zoals hij en dat doofheid op zich niet iets is om je voor te schamen. Tegelijkertijd moet hij dealen met zijn verleden, vervat in plotseling vanuit zijn onderbewuste de kop opstekende flashbacks. ‘Ik dacht dat er in de hele wereld niemand was zoals ik’, vertelt de jongen daar later over. ‘Ik raakte eraan gewend dat ik alleen was.’

Zijn docente, ‘gespeeld’ overigens door de bekende dove actrice Sophie Stone, probeert hem uit zijn schulp te krijgen. Taal, weet zij als geen ander, betekent vrijheid. Zij groeide zelf op met een sprekende ouder en kent de eenzaamheid, het isolement. Terwijl Lawand stilaan zijn reserves laat varen, tot bloei komt op school én vriendjes krijgt, hangt er nog een zwaard van Damocles boven het hoofd van de Koerdische familie. Want het is bepaald niet zeker dat ze een verblijfsvergunning krijgen.

Edward Lovelace verwerkt de interactie van de dove jongen met zijn inspirerende docent, klasgenoten en directe verwanten in gestileerde beelden, waaronder veel fraaie droneshots, en besteedt vanzelfsprekend ook veel aandacht aan het geluid. Soms is het gewoon helemaal stil in de film, terwijl er, in British Sign Language (BSL), toch druk wordt gecommuniceerd. En de geluiden die hij wél laat horen klinken vaak gedempt. Zo geeft hij de kijker toegang tot het hoofd van Lawand.

Rawa en Lawands ouders voorzien de gebeurtenissen intussen, buiten beeld, van context. Communicatie tussen de dove jongen en de rest van het gezin blijft intussen lastig: de anderen zijn de taal waarin Lawand zichzelf heeft gevonden nog altijd niet machtig. Met gebarentaal wint hij een wereld, maar dreigt hij ook zijn familie achter zich te moeten laten.

Het Zwijgen Van Loe de Jong

Selfmade Films

In eigen kring zweeg Loe de Jong (1914-2005) doorgaans categorisch over de oorlog, waarvan hij zijn levenswerk had gemaakt. Als directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie groeide hij uit tot dé Nederlandse WOII-autoriteit. De Jong was het gezicht van het televisieprogramma De Bezetting (1960-1965) en schreeg de gezaghebbende boekenreeks Het Koninkrijk Der Nederlanden In De Tweede Wereldoorlog (1996-1994).

Als Abel en Daan, de zoons van zijn door de nazi’s vermoorde tweelingbroer Sally, vragen hadden over wat er was gebeurd met hun vader, wimpelde hij die echter resoluut af. ‘Jongen, je moet in het heden leven’, zei Loe dan. Hij zou zelfs eens hebben gezegd dat geschiedenis helemaal geen zin heeft. ‘Je moet je niet met het verleden bezighouden’. Toch is dat precies wat de broers, die de oorlog overleefden op een onderduikadres, gaan doen. En Loe’s kleindochter Simonka de Jong documenteert dat proces.

Na het overlijden van de toonaangevende historicus zijn er namelijk brieven gevonden van Sally de Jong, die zijn eeneiige tweelingbroer altijd achter had gehouden voor diens zoons. In Het Zwijgen Van Loe de Jong (55 min.) uit 2011 gaan zijn neven, die geen bewuste herinneringen hebben aan hun ouders, op zoek naar de reden. Die queeste begint in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, waar in een kluis nog altijd Loe’s kenmerkende brillen, pacemaker en pijptabak worden bewaard.

Loe de Jong, kind van een Joods gezin in Amsterdam, vluchtte aan het begin van de Tweede Wereldoorlog naar Engeland. Het was de bedoeling geweest dat ook zijn ouders en jongere zusje zouden meegaan. Onderweg waren ze elkaar echter kwijtgeraakt. Sally was toen al gemobiliseerd als arts en niet meer bereikbaar. De eeneiige tweeling zou nooit herenigd worden. Toen Loe, nadat hij tijdens de oorlog voor Radio Oranje had gewerkt, terugkeerde in Nederland, was zijn gehele familie verdwenen.

Daan de Jong grijpt elke strohalm aan om meer te weten te komen over dat verleden en te ontdekken waarom Loe zo weinig over zijn broer wilde vertellen. Tegelijk ontstaat er verwijdering met zijn eigen broer Abel en onmin over het feit dat hij doorgaat met deze film over zo’n gevoelige familiekwestie. Die stelt echter niemand in een kwaad daglicht – al komt Loe de Jong er niet uit naar voren als een bijzonder invoelend mens – en laat vooral zien hoe het verleden ook Joodse families nog altijd verscheurt.

En Loe’s kleindochter Simonka leert tijdens een andere kant kennen van haar beroemde opa: de soms beste kleine man achter het levensgrote icoon.

The Wolves Always Come At Night

Madman

Terwijl hij met een pikhouweel een gat in de grond probeert te graven, dat dienst moet gaan doen als toilet, spreekt Davaa een bijzonder pijnlijke gedachte uit. ‘Toen ik m’n hele kudde kwijtraakte, vroeg ik me af: wat voor een herder ben ik eigenlijk?’

Samen met zijn vrouw Zaya, vier kinderen en hun kudde leek Davaa eerder helemaal in zijn element op de Mongoolse steppe. Regisseur Gabrielle Brady neemt aan het begin van The Wolves Always Come At Night (96 min.) ook uitgebreid de tijd om hun nomadische bestaan en de wereld waarin dat zich afspeelt op te tekenen. De kale vlakten, fraai vereeuwigd, en dan dat handjevol mensen daarbinnen. Met de man des huizes als liefdevolle echtgenoot en vader, als vurige berijder van zijn favoriete hengst en als betrouwbare hoeder van zijn dieren. Het resulteert in prachtige scènes, bijvoorbeeld van hoe Davaa liefdevol de bevalling van een geit begeleidt.

Tegelijk staan die wereld en leefwijze permanent onder druk. Als na een verwoestende storm een groot deel van de kudde is gesneuveld, wordt het Mongoolse gezin gedwongen om de tering naar de nering te zetten: ze verkopen hun paarden, pakken al hun huisraad in en trekken naar de stad, die oogt als een nauwelijks te nemen fort. Brady vervat deze dramatische ontwikkeling in zeer doeltreffende scènes. Davaas verhuiswagen, volgestouwd met hun hele hebben en houwen, past bijvoorbeeld maar nét (of niet) door de doorgang naar het perceel waar ze nu gaan wonen. Nog voor ze daadwerkelijk hun intrek hebben genomen in die stad, is hun vrijheid al beknot.

‘We gaan terug’, bezweert de herder tegen zijn vrouw, als ze samen in bed liggen. Een zeer intieme scène, die toch niet gekunsteld voelt en vermoedelijk de Ausdauer van de maakster verraadt, die dan al een tijd aan hun zijde bivakkeert. Eenmaal aan het werk bij de plaatselijke grindfabriek, in zijn bedrijfskloffie en met een heldere opdracht, wordt nog eens helder hoeveel Davaa van zichzelf heeft moeten inleveren. Brady gebruikt ‘s mans favoriete hengst en de andere paarden die het nomadengezin ooit bezat als verbeelding daarvan. In mythische sequenties draven de dieren ook door Davaas huidige leefwereld en keert zelfs zijn favoriete hengst terug in zijn bestaan.

Wat minder duidelijk is: ook het hele steppeleven van het gezin is geënsceneerd. Gabrielle Brady heeft Davaa en zijn gezin pas ontmoet toen ze al in de stad waren neergestreken. Alle scènes van vóórdat ze daar zijn gaan leven zijn uitgewerkt aan de hand van herinneringen, waarvoor het ouderpaar ook een ‘writing credit’ krijgt in de aftiteling. Als de herder zijn kudde aantreft na de steppestorm en de lijken van zijn dieren afvoert, gaat het dus om een reconstructie van de werkelijkheid. En dat roept meteen de vraag of hoeveel er dan is gestaged in deze fraaie film, waarin allerlei actuele thema’s, zoals de tegenstelling stad-platteland en klimaatverandering, een plek vinden.

Iemand die eenmaal hier is, gaat nooit meer weg, zegt een oudere man, die twintig jaar eerder zijn kudde is kwijtgeraakt en toen met zijn vrouw naar de stad is verhuisd. Spontaan of ingefluisterd? En de diepe wanhoop die zich soms meester lijkt te maken van Davaa, een man die losgerukt is van zijn oorsprong, is ongetwijfeld authentiek, maar of hij spontaan met zijn ziel onder z’n arm in een karaokebar is beland? De vraag stellen is hem vermoedelijk beantwoorden. Die constatering doet in wezen weinig af aan de zeggingskracht van The Wolves Always Come At Night, maar plaatst de film wel in een ander perspectief. En zulke kijkkennis hoort eigenlijk aan de voorkant.

Devil In The Family: The Fall Of Ruby Franke

Disney+

In een perfecte wereld leefde eens een perfect gezin met een perfecte moeder die met haar perfecte echtgenoot en perfecte kinderen een perfect gezinskanaal had op YouTube. Nou ja, bijna dan. In elk geval voor het oog. Want voor en na de opnames… Enfin, Amerika smulde ervan. Al snel had Ruby Franke, die zichzelf beschouwde als een eenvoudig instrument van God, ruim een miljoen abonnees – en kwam er toch al gauw 100.000 dollar per maand binnen bij 8 Passengers, het familiebedrijf van het Mormoonse gezin Franke uit Springville in Utah.

Totdat één van Ruby’s vlogs blootlegde dat ‘America’s mom’ haar perfecte tienerzoon Chad vanwege problemen op school maandenlang in de kelder had laten slapen. Volgers en sponsoren lieten haar daarna keihard vallen. Een slachtoffer van cancelcultuur, vond ze zelf. Franke zocht haar toevlucht tot een levenscoach en groef daarmee haar eigen graf. Of, beter: ze plaveide de weg naar het gevang. Want als rechterhand van Jodi Hildebrandt, volgens critici leider van ‘een mannen hatende sekte’, zou ze pas echt uitgroeien tot ’the mom you love to hate’ en een fikse gevangenisstraf krijgen.

Samen met enkele vriendinnen, buren en een plaatselijke therapeut blikken Ruby’s echtgenoot Kevin en hun oudste kinderen Chad en Shari nu in Devil In The Family: The Fall Of Ruby Franke (150 min.) terug op hoe een ogenschijnlijk onberispelijke gezinsvlogger, die blijkbaar een stuk labieler was dan ze wilde lijken, onder invloed van een alwetende goeroe verwerd tot een godsdienstwaanzinnige, die haar eigen ondergang documenteerde met bizarre opvoedvideo’s. En die ideeën bracht ze natuurlijk ook in de praktijk, getuige de huiveringwekkende mishandeling van haar eigen kinderen.

Samen met Chad en Shari staat echtgenoot Kevin, die alle ontwikkelingen wel héél lijdzaam onderging en die nu ook wel héél deemoedig terugkijkt op het drama, regisseur Olly Lambert niet alleen te woord. Ze hebben hem ook ruim duizend uur nog niet eerder vertoond beeldmateriaal gegeven voor deze driedelige serie. Daarmee kan Lambert zowel Ruby’s vlogs, op zichzelf vaak al tenenkrommend, laten zien als wat er gebeurde vóór en nádat de recordknop werd ingedrukt. Want ook een christelijke influencer zoals Ruby Franke toont haar volgers alleen de allerbeste versie van zichzelf en haar gezin.

Daarmee is zij ook een typische representant van Utah, het epicentrum van het gezinsvloggen. Het streven naar perfectie in de ‘Happy Valley’ is een weerslag van wat de Mormoonse Kerk consequent uitdraagt. Lambert benadrukt dit met de framing van de interviews met buurtgenoten van de Frankes. Dit zitten er perfect bij. Als zorgvuldig gestylede decorstukken. In perfecte huizen, waar misschien heel wat scheef zit maar in elk geval niets scheef staat. Die symmetrie is ook zichtbaar in de manier waarop hij hun omgeving portretteert. Een perfect aangeharkte en steriele wereld, voor ideale mensen.

Binnen die volstrekt klinische bubbel kon Ruby Franke – en  Jodi Hildebrandt die haar, dat is althans Lamberts suggestie, als een poppenspeler heeft aangestuurd – tot een monster uitgroeien. Waarbij het de vraag blijft of de vrouw die tijdens het bestrijden van de Duivel in haar familie zelf een soort versie van de Duivel werd, werkelijk kwaad in de zin had of volledig verstrikt was geraakt in haar eigen waangedachten. Én of er in Frankes achtergrond wellicht aanwijzingen zijn te vinden voor wie ze uiteindelijk zou worden. Want daarop werpt de intrigerende docuserie Devil In The Family dan weer geen licht.

Het sprookje dat Ruby Franke met veel succes van haar leven had gemaakt eindigde in elk geval in een tragedie. Cru gesteld: en ze leefde nog lang en ongelukkig.

An Update On Our Family

HBO Max

De tijd dat onhandige papa’s met een fototoestel of een videocamera bibberig de eerste verrichtingen van hun nageslacht probeerden te vereeuwigen, ligt inmiddels al lang en breed achter ons. Een beetje bijdetijds ouderkoppel heeft tegenwoordig een eigen YouTube-kanaal, waarop over alle wederwaardigheden van het gezinsleven wordt gevlogd. Over (positieve) zwangerschapstesten, spugende kinderen en het huis dat maar niet opgeruimd raakt.

Zo kunnen we echt met hen meeleven, vinden devote fans zoals de alleenstaande moeder Hannah Cho uit Phoenix, Arizona. Zij is verslingerd geraakt aan The Stauffer Life, het toch wel behoorlijk professioneel ogende familiekanaal van Myka en James Stauffer. Dat Amerikaanser dan Amerikaanse echtpaar houdt z’n achterban uitstekend op de hoogte van wat er in hun o zo gezellige gezinnetje allemaal gebeurt. Als ze een miskraam heeft gekregen, zit Myka binnen vier uur weer voor de camera. Ook om haar excuses te maken dat ze zo lang niet heeft gevlogd. En wanneer ze daarna toch weer in verwachting raakt, wordt de positieve test voor de camera met de andere kinderen gedeeld. ‘Zwangerschapsaankondigingen krijgen nu eenmaal veel views’, weet ook Hannah Cho.

De Stauffers gelden inmiddels als de zwarte schapen van de mamavlog-wereld. En de kwestie die daarvoor heeft gezorgd – de adoptie van het Chinees jongetje Huxley – gebruikt Rachel Mason als voertuig om alle uithoeken van die gemeenschap te verkennen in An Update On Our Family (139 min.). In de driedelige docuserie, geïnspireerd op het artikel Un-adopted van Caitlin Moscatello in New York Magazine, introduceert Mason tevens de familievloggers Harold en Rachel Earls (Earls Family Vlogs) en Channon Rose (Channon Rose Vlogs), die ’t heel fijn vinden om hun ‘journey’ met de gemeenschap te delen. Er zit trouwens ook een aardig verdienmodel in zo’n familievlog. Als je tenminste weet hoe je jezelf – en je kinderen – moet verkopen.

Deel 2 van deze miniserie zoomt verder in op de adoptie van kinderen uit het buitenland. Zoals dat nieuwe zoontje van de Stauffers. Myka en James laten hun vlogkanaal floreren met een continue stroom updates over de adoptie en wachten Huxley natuurlijk ook met draaiende camera op als hij vanuit een Chinees weeshuis recht in hun armen loopt. Herstel: had moeten lopen. Want erg enthousiast is het joch in eerste instantie niet. En dat blijkt de voorbode van een moeizame episode in het bestaan van die alleraardigste Stauffers, waarbij hun adoptiekind gaandeweg helemaal van het toneel lijkt te verdwijnen. Dan hebben ze echter buiten fanatieke fans zoals Hannah Choh, die zelf is geadopteerd vanuit Korea, gerekend. Zij gaan op zoek naar waar Huxley is gebleven.

Influencer-expert Sophie Ross, die zelf overigens ook verdacht veel lijkt op een influencer, brengt de zaak in mei 2020 buiten de ‘momosphere’ met een messcherpe tweet, waarna de rest van de trending wereld – van Business Insider tot Buzzfeed – ermee aan de haal gaat en de hele familiegoegemeente losgaat op die onfortuinlijke Myka en James Stauffer. Hun vlogroem komt als een boemerang bij hen terug. Een waarschuwing voor al die ouders met een familiekanaal, die nog in de veronderstelling leven dat het delen van beelden van hun kinderen, in deze lekker cringy serie overigens consequent onherkenbaar gemaakt, volstrekt onschuldig is. Terwijl die kids in werkelijkheid natuurlijk allang van de complete gemeenschap zijn geworden.

En al die volgers weten, als digitale huisvriend, véél beter wat goed voor hen is. Te beginnen met die arme Huxley.

Blink

Disney+

Straks hebben ze de hele wereld gezien. En die beelden raken ze nooit meer kwijt. Edith wil het visuele geheugen van haar kinderen laden. Meer kan ze als moeder niet doen. En samen met haar echtgenoot Sebastien Pelletier wil ze zo graag iets doen. Konden ze hun aandoening maar ongedaan maken! Drie van hun vier kinderen lijden aan Retinitis Pigmentosa. Ze zullen steeds slechter gaan zien. Totdat, vroeger of later, hun blikveld drastisch is vernauwd – of het licht zelfs helemaal uitgaat.

Samen met Mia, Colin en Laurent – en Léo, hun enige kind dat verschoond is gebleven van de oogaandoening – stellen de Pelletiers een bucket list op. Tijdens een reis rond de wereld, vereeuwigd door Edmund Stenson en Daniel Roher in Blink (83 min.), gaat het Canadese gezin zoveel mogelijk afvinken. Op safari in Afrika. Voldaan! Paardrijden in Mongolië. Dikke V. En een kasteel bezoeken in Oman. Done that! Zo volgen ze het licht en houden ze de donkerte voorlopig op afstand.

Die meldt zich zo nu en dan toch, bijna terloops, bijvoorbeeld als het jongste kind Laurent aan z’n moeder vraagt wat ‘blind’ zijn eigenlijk betekent. Na het gesprek heeft Edith het gevoel dat ze het vijfjarige joch van z’n onschuld heeft ontdaan. Zoals ‘t een kind eigen is, lijkt Laurent er alleen weinig last van te hebben. Samen met zijn oudere broers en zus gaat hij elk avontuur onvervaard aan. Zij kijken niet naar de toekomst, maar zien wel wat er in het hier en nu op hen afkomt.

Zulke levenslessen zijn er natuurlijk in overvloed in deze inherent optimistische film over een levenslustig gezin, waarbij het gemakkelijk inleven en meevoelen is. En als de Pelletiers in Ecuador vast komen te zitten in een berglift, wordt deze fraaie en zoete documentaire, die duidelijk appelleert aan een groot publiek, zelfs nog even eng en spannend. Ook dan geven Edith en Sebastien echter het goede voorbeeld en houden ze als ouders het hoofd (ogenschijnlijk) koel.

En dan, na een jaar van de blik verruimen, komt onvermijdelijk het moment om, met een plunjezak aan levenservaringen en een vrijwel lege bucket list, het gewone bestaan weer op te pakken en een begin te maken met een ongewisse toekomst.

Six Schizophrenic Brothers

Firecracker

In de eerste vijftien jaar na de Tweede Wereldoorlog kregen Don en Mimi Galvin maar liefst tien zoons. Begin jaren zestig werd het Amerikaanse gezin op de valreep ook nog verrijkt met twee meisjes: Margaret en Mary. En die laatste, de jongste dus van in totaal twaalf kinderen, fungeert nu als verteller voor het tragische verhaal van haar familie. Mary Galvin wordt daarbij in de rug gesteund door enkele broers: nummer drie (John), zes (Richard) en acht (Mark). Samen verhalen ze over hun Six Schizophrenic Brothers (168 min.).

Deze vierdelige serie van Lee Phillips is gebaseerd op het indringende boek Hidden Valley Road: Inside The Mind Of An American Family (2020) van Robert Kolker. Over een gezin met een onmogelijk kruis om te dragen. Als na oudste zoon Donald ook nummer twee (Jim) en vier (Brian) als jongvolwassene ernstig gestoord gedrag beginnen te vertonen, wordt duidelijk dat er een genetische kwetsbaarheid zit in de familie Galvin. Uiteindelijk zullen zes zoons ten prooi vallen aan schizofrenie. Ze krijgen last van hallucinaties, horen stemmen en verliezen zich in onwerkelijke angsten.

In de jaren zeventig escaleert de situatie volledig bij het gezin dat z’n intrek heeft genomen in een huis aan Hidden Valley Road in Colorado Springs. De ene na de andere zoon ontspoort, soms onder invloed van het gebruik van softdrugs. Don, docent op de luchtmachtacademie, en zijn zorgzame vrouw Mimi kunnen hun zoons al snel niet meer de baas. Ze worden steeds gewelddadiger, een gevaar voor zichzelf en hun directe omgeving. Totdat het komt tot enkele huiveringwekkende incidenten, die een spoor van verwarring, pijn en verdriet door de Galvin-familie trekken.

Er valt best het nodige aan te merken op Six Schizophrenic Brothers. De miniserie wordt bijvoorbeeld enigszins ontsierd door opzichtige true crime-clichés (cliffhangers, duistere reconstructiebeelden en een onheilspellende soundtrack) en platte horror-esthetiek (gebroken spiegels en brandende foto’s bijvoorbeeld). Ook het idee om de zieke broers Don (één), Matthew (negen) en Peter (tien) te interviewen in een soort duistere parkeergarage, waarmee ze in wezen worden gelijkgeschakeld aan de eerste de beste creep uit een trashy crimedocu, getuigt bepaald niet van goede smaak.

Phillips kijkt in eerste instantie ook nauwelijks over de persoonlijke verhalen van de broers heen. Geen aandacht dus voor de mogelijke (erfelijke) oorzaak van de Galvin-problematiek.  De filmmaker concentreert zich liever op de drama’s en excessen; van mishandeling en seksueel misbruik tot zelfdoding en moord. Methodisch werkt hij die individuele verhalen vervolgens uit tot een familieportret, dat zo schrijnend is dat het toch niemand koud zal laten. En uiteindelijk plaatst hij alle gebeurtenissen weer in hun context, waarbij tevens het grotere verhaal, schizofrenie, in beeld komt.

Hoe tragisch ook, de familie Galvin is een zeer geschikt onderzoeksobject om de wetenschappelijke kennis over deze verpletterende aandoening verder uit te diepen. En dat houdt natuurlijk ook niet op bij de kinderen die Don en Mimi tussen 1945 en 1965 op de wereld hebben gezet. Hoe vergaat ’t bijvoorbeeld hun nageslacht? Deze serie, die ondanks al z’n gebreken tóch een indringende kijkervaring wordt, eindigt dan ook bij Mary Galvins kinderen: wat betekent ‘t voor hen, en hun geestesgesteldheid, om Zes Schizofrene Ooms te hebben?

Mary Galvin was bij nader inzien, getuige dit interview, toch niet zo tevreden over de insteek, toon en de vormgeving van de serie.

Kind Van De Tijd

Rinkel Film

Met de korte documentaire Echo bracht Huibert van Wijk in 2019 de gecompliceerde verhoudingen binnen zijn eigen familie in kaart. Door scheidingen, adoptie en tweede huwelijken had geen van de vier kinderen in hun samengestelde gezin dezelfde twee (biologische) ouders. In gesprek met de anderen probeerde hij de vraag te beantwoorden wat in hun ogen het begrip familie inhoudt en hoe ’t is om familie van elkaar te zijn.

In Kind Van De Tijd (55 min.) zoomt Van Wijk in op zijn adoptiebroer Tim. Die heeft tegenwoordig nauwelijks nog contact met hun vader Lex. Tim werd geadopteerd in 1975. Adoptie van buitenlandse kinderen die ’t moeilijk hadden leek toen louter een goede zaak.  ‘Als je plek hebt in je huis en in je hart, kan het kind toch beter overkomen en door jou opgevoed worden?’ verwoordt Lex zijn gedachtegang in die tijd. Adoptie was voor hem een daad van liefde.

Als Tim ’t voor het zeggen had gehad, zegt hij afgemeten tegen Huibert, was hij liever in Indonesië gebleven. Zijn gezichtsuitdrukking vertelt dat hij ’t ook echt meent. Tim vindt dat hij zich te veel moet aanpassen in Nederland en voelt zich vaak niet begrepen, in het bijzonder door zijn opvoeders. Ze hadden hem moeten behandelen als een kind uit een andere cultuur. Vergelijk ‘t met een ijsbeer in een dierentuin in Sevilla, legt hij uit. ‘Die heeft echt geen tof leven.’

In gesprek met zijn vader en broer ontrafelt Huibert van Wijk hun pijnlijke geschiedenis, die een spoor van verdriet door hun leven heeft getrokken en hen ook uit elkaar heeft gedreven. Het is een aangrijpend relaas, vol goede bedoelingen en wederzijds onbegrip, dat al die 40.000 kinderen, uit meer dan tachtig verschillende landen, representeert die door de jaren heen uit hun natuurlijke omgeving zijn gehaald voor een nieuw leven bij een nieuwe familie in Nederland.

Bij Tim heeft die gebeurtenis een gapende wond geslagen. En die laat zich, hoeveel goede wil z’n adoptievader ook toont, niet zomaar dichten. Het leidt in deze dappere film, waarin zowel Lex als zijn geadopteerde zoon zich echt in hun ziel laten kijken, tot aangrijpende taferelen. Als Tim in Indonesië bijvoorbeeld wordt geconfronteerd met de gevolgen van de keuze om hem als baby daar weg te halen, laat het immense verdriet achter zijn woede zich zien.

Huibert fungeert ondertussen niet als scherprechter, maar houdt oog en gevoel voor hen allebei. Tijdens het maken van een familieopstelling komt Kind Van De Tijd tenslotte tot een climax, waarbij begrip, verbinding en familiegevoel hun plaats naast afwijzing, woede en verdriet krijgen. Omdat die in hun levens, voorgoed veranderd door die adoptie, nu eenmaal bij elkaar horen. Zoals zij, tóch, op de één of andere manier, omdat het nu eenmaal zo is, bij elkaar horen.

Generatie Pa

Bind / NTR

Iemand die voor zijn kinderen zorgt, sommen de drie hoofdpersonen van deze film van Bibi Fadlalla aan het begin op. De beschermer van het gezin en een held voor z’n kinderen. Een vader, kortom. Logisch en toch niet vanzelfsprekend. In het leven van veel kinderen ontbreekt zo’n vaderfiguur. De man zelf laat verstek gaan of is er wel, maar blijft emotioneel afwezig.

In Generatie Pa (55 min.) laat Fadlalla drie zwarte vaders uit Rotterdam, recht in de camera kijkend, aan het woord over hun rol als ouder: jongerenwerker en muzikant Jay Janga, muzikant en organisator Ruwhel Emers en theatermaker en spoken word-artiest Mich Simon, alias Young Mich Poetry (Y.M.P.). Zij hebben stuk voor stuk natuurlijk ook herinneringen aan hun eigen vaders: aan die eerste niet geheel legale autorijles op hun zeventiende, de bezoeken aan drugshuizen of het tevergeefse wachten als hij weer niet kwam opdagen om iets met hen te gaan doen.

Ieder heeft zo z’n eigen beelden bij het vaderschap meegekregen – en dus ook hoe ’t niet moet. En nu proberen ze er zelf het beste van te maken: voorlezen, naar de kermis, een spelletje doen, corrigeren of een nieuw huisdier introduceren. Hun vrouwen blijven intussen vrijwel volledig buiten beeld in deze sfeervolle film. Ze omringen zich wel met vrienden en praten dan over van alles en nog wat. Over slechte rolmodellen zoals R. Kelly en Bill Cosby bijvoorbeeld. En, bij de kapper, of je niet eens moet nadenken voordat je wéér een kind verwekt bij een nieuwe vrouw.

Fadlalla omkleedt hun bespiegelingen, activiteiten en gesprekken met fraaie symbolische sequenties die de vaderrol en het vaderschap representeren, pept de boel op met een bloemrijke soundtrack en levert zo een film af die qua thematiek en opzet netjes aansluit bij twee andere recente Nederlandse documentaires over mannen van nu: Zonen Zonder Vaders (Tessa Louise Pope) en Lucky Boy (Roshan Nejal). Want die nieuwe generatie mannen is genoodzaakt om zich te verhouden tot de hedendaagse wereld en hun eigen rol daarbinnen.

Thuisfront

BNNVARA

Twee volwassenen, vijf kinderen, twee chihuahua’s en een miljoen problemen. Het zou de titel van een nieuwe realityserie op een willekeurige commerciële zender kunnen zijn. Over een bont gezelschap uit het Westen van Oekraïne dat elders, in een afgelegen dorp bij de Poolse grens, een nieuw bestaan wil opbouwen. Dat begint letterlijk met bouwen: een eigen huis. En de filmende Anna’s, Ilchenko en Yutchenko, zijn er als de kippen bij om dat proces van het werken aan een nieuw thuis, vanaf het begin vast te leggen. Er gaat alleen iets mis. ‘Onze hoofdpersonen verdwenen van de ene op de andere dag’, legt één van de twee Anna’s uit. ‘Dus wij gingen op zoek.’

Voordat de queeste van Thuisfront (46 min.) kan beginnen, moeten die nieuwelingen zich natuurlijk nog wel melden in het dorp Mshanets, zo’n zeven maanden eerder. Daar, bij de berg Hora Mahura die uitzicht biedt op het beloofde land Europa, wonen behalve een trouwlustige priester, geheime verslaggeefster en drankzuchtige zanger ook twee documentairemakers. Juist: de Anna’s. Zij beginnen de veelkoppige familie Lymar te filmen. Helaas hebben die hun herdershond, papegaai, vissen en grootouders duizenden kilometers verderop achter moeten laten in de stad Soemy, toen de Russen daar begin 2022 het leven onmogelijk begonnen te maken.

En net als de Lymars een vertrouwd gezicht zijn geworden in Mshanets, verdwijnen ze dus van de aardbodem en zien Anna Ilchenko en Yutchenko zich genoodzaakt om hun spoor te volgen. Zo ontvouwt zich een opmerkelijk luchtig verteld vluchtelingenverhaal. Over een gezin dat er ook in den vreemde maar het beste van maakt. Terwijl andere familieleden naar het buitenland zijn vertrokken en hun grootouders zijn achtergebleven in Soemy, renoveren zij een huis dat ze uiteindelijk nooit zullen bewonen en genieten de kinderen intussen naar hartenlust van de idyllische omgeving. Ook hier kruipt de oorlog echter steeds dichterbij.

‘Iedereen heeft z’n eigen oorlogservaring’, constateren de Anna’s als ze richting het einde van hun zoektocht gaan. ‘We denken dat buitenlanders ons niet goed kunnen begrijpen. Ze weten niet wat het is om een vriend te begraven, een raket je huis te zien vernietigen en te weten dat jij misschien wel de volgende bent.’ En daarmee krijgt deze ogenschijnlijk onbekommerde film over twee volwassenen, vijf kinderen, twee chihuahua’s, een miljoen problemen en twee documentairemakers op de valreep toch nog een serieuze ondertoon – al wordt die nooit overheersend.

Peter En Erik

Memphis / KRO-NCRV

Zit er in Peter En Erik (102 min.) misschien een ‘Twee Identieke Vreemden’ verscholen? Met andere woorden: steekt er in deze film over de Groningse eeneiige tweelingbroers, die na hun geboorte werden gescheiden en vervolgens los van elkaar in een adoptiegezin zijn ondergebracht, net zo’n spannend, schokkend en tragisch nature/nurture-verhaal als in de onweerstaanbare documentairehit Three Identical Strangers (2018) over een Amerikaanse drieling?

De Nederlanders hoorden voor het eerst van elkaars bestaan toen ze zeventien waren, twee jaar eerder dan hun lotgenoten uit de Verenigde Staten. Sindsdien hebben aardappelboer Peter Anema en journalist Erik Hulsegge ontdekt dat hun biologische moeder destijds ongewenst zwanger was geworden van een man die al getrouwd bleek te zijn en ook kinderen had. Daarom heeft ze hen uiteindelijk afgestaan. Hun moeder wilde niet dat de jongens van elkaar werden gescheiden, maar is er onder druk van de betrokken deskundigen en instanties toch mee akkoord gegaan.

Inmiddels zijn Peter en Erik dik in de vijftig en lopen ze nog altijd met wezenlijke vragen over hun verleden rond. Waarom mochten Eriks ouders bijvoorbeeld niet ook Peter adopteren? Zij kregen de andere baby toentertijd per ongeluk onder ogen en wilden ook hem graag opnemen. Daarvan kon echter geen sprake zijn. Samen met onderzoeksjournalist Myrthe Buitenhuis gaan de twee broers in deze tweedelige documentaire van Jesse Bleekemolen op onderzoek uit. Al snel stuiten ze in hun dossier op de omschrijving ‘juridisch gevoelig materiaal’. Welk verhaal gaat daarachter schuil?

En in hoeverre is de situatie van de los van elkaar opgegroeide Nederlandse broers, vooralsnog het enige bekende geval van een doelbewust gescheiden tweeling in ons land, werkelijk te vergelijken met het schokkende verhaal achter de scheiding van de Amerikaanse drieling, die zonder dat ze het zelf wisten onderdeel waren van een wetenschappelijk experiment? Gaandeweg beginnen Peter en Erik in elk geval steeds meer parallellen te zien tijdens hun strooptocht langs archieven, organisaties en deskundigen, op zoek naar een verleden dat zich niet zomaar bij de kladden laat grijpen.

Een pril leven dat begon bij een alleenstaande moeder is via het opvanghuis Toevluchtsoord en de Kinderbescherming in twee héél verschillende gezinnen geëindigd. Zonder elkaar. De vraag is nog altijd: waarom? Deze poldervariant op Three Identical Strangers komt een aardig eind met het beantwoorden daarvan en maakt ondertussen natuurlijk het nodige los bij Peter en Erik – al gaan de broers daar ogenschijnlijk met kenmerkende Groningse nuchterheid mee om.

What Jennifer Did

Netflix

Je hoeft geen geoefende true crime-kijker te zijn om te kunnen bedenken in welke richting de Canadese politie gaat zoeken als het huis van de familie Pan in Markham, Ontario, op 8 november 2010 wordt overvallen. De daders vermoorden moeder Bich en laten vader Hann met een ernstige hoofdwond in coma achter, terwijl de dochter des huizes ongedeerd is gebleven. Kijk gewoon naar de titel en promofoto van deze docu: zij moet op de één of andere manier betrokken zijn bij wat er zich heeft afgespeeld, maar hoe dan en waarom?

Deze film van Jenny Popplewell (American Murder: The Family Next Door) begint bij het eerste verhoor van Jennifer Pan, als de agent van dienst er nog simpelweg van uitgaat dat de jonge Aziatische vrouw het slachtoffer is geworden van een huiveringwekkende misdaad, waarbij in elk geval haar moeder om het leven is gekomen. Tegelijkertijd zijn er audio-opnamen te horen van hoe zij in blinde paniek de meldkamer van 911 belt om de gewelddadige overval te melden. Gaandeweg ontspint zich daarna Pans levensverhaal.

Als kind van Vietnamese immigranten is Jennifer bijzonder streng opgevoed. Haar ouders moesten bijvoorbeeld niets hebben van het vriendje dat ze mee naar huis wilde nemen. Danny Wong was in verband gebracht met drugshandel en sowieso niet goed genoeg voor hun dochter. Zij hadden een serieuze academische carrière in gedachten voor Jennifer. Het was echter nog maar de vraag of hun dochter, tevens een zeer getalenteerde pianiste, zulke ambities kon en wilde waarmaken.

Stukje bij beetje onthult Popplewell met de betrokken rechercheurs, enkele bronnen uit Jennifers directe omgeving en de verhoren van Pan en ex-vriend Danny, opgeleverd met de verplichte verhaalwendingen en spannende geluidjes en muziekjes, het verhaal achter het verhaal van de gewelddadige overval op de Pans. Als alle lijken eenmaal uit de kast zijn gekomen – wees gerust: niet letterlijk – komt de hele zaak inderdaad neer op What Jennifer Did (87 min.).

Jenny Popplewells documentaire is overigens enigszins in opspraak geraakt vanwege foto’s van Jennifer die zouden zijn gemaakt/gemanipuleerd met Artificial Intelligence. Zónder dat dit erbij wordt vermeld.

The Truth About Jim

HBO Max

‘Ik denk dat ik er klaar voor ben om het konijnenhol van Jim in te duiken’, zegt Sierra Barter aan de telefoon tegen haar moeder, terwijl ze in de auto onderweg is naar haar halftante Jaime. ‘Ik weet alleen nauwelijks waar ik moet beginnen en ik wil ook niet zomaar allerlei trauma’s en emoties oprakelen en mensen boos maken.’

De jonge actrice heeft zich echter voorgenomen om nu voor eens en altijd – en voor de camera – alle geruchten rond haar grootvader te onderzoeken. The Truth About Jim (188 min.), juist. Stiefgrootvader, welteverstaan. En die nuance zegt in wezen alles. De man wordt bij de start van deze vierdelige docuserie direct geassocieerd met de seriemoordenaarsgolf, die ruim een halve eeuw geleden door Californië trok en toen talloze slachtoffers maakte. Was de Amerikaanse middelbare schoolleraar Jim Mordecai (1941-2008), thuis een bullebak van een vent, misschien één van hen?

Sierra kan in elk geval niet uit haar eigen geheugen putten. Daar is ze simpelweg veel te jong voor. Jim was de tweede echtgenoot van haar oma Judy Williams, die op haar beurt weer zijn derde vrouw was. Mordecai had in totaal vier biologische kinderen en drie stiefkinderen, waaronder Sierra’s moeder Shannon Barter. Om de ingewikkelde familieverbanden inzichtelijk maken heeft Sierra alvast een typisch true crime-bord gemaakt, zodat te allen tijde duidelijk is wie wat van wie is. Doodsbang voor Jim waren ze overigens allemaal. Want hij kon natuurlijk ook zijn handen niet thuishouden.

True crime-veelpleger Skye Borgman (Girl In The PictureI Just Killed My Dad en Sins Of Our Mother) draait haar hand niet om voor zo’n schmutzige familiegeschiedenis, die met opvallend veel privéfilmpjes – alsof ze wisten dat die ooit nog van pas zouden komen – kan worden verteld. De documentaire doet enigszins denken aan een andere recente film, Great Photo, Lovely Life, waarin Amanda Mustard het problematische verleden van haar opa verkent. Ook hij zou zich stelselmatig hebben vergrepen aan minderjarige meisjes en moet (en kan) daar nu rekenschap over afleggen.

Dan voelt de queeste van Sierra Barter, die tevens persoonlijke motieven heeft om zich te weer te stellen tegen seksueel geweld, toch wel erg gekunsteld. Óók omdat Jim Mordecai zich natuurlijk al ruim vijftien jaar niet meer kan verdedigen. Dat wordt des te pregnanter als zijn stiefkleindochter hem concreet in verband begint te brengen met de zogenaamde Santa Rosa Hitchhiker Murders van begin jaren zeventig. Nog geen aflevering later komen zelfs de geruchtmakende Zodiac-moorden in beeld. Barter is overigens bepaald niet de eerste die The Most Dangerous Animal Of All wil claimen.

Ze legt bij nieuwe ‘ontdekkingen’ ook niet gewoon contact met de politie, maar neemt haar toevlucht tot een liftersmoorden-kenner, huurt een privédetective en gepensioneerde profiler in, laat opa’s DNA onderzoeken en legt haar bevindingen voor aan een Zodiac-deskundige (die zowaar nog wat koud water over heeft). Zoals bij de meeste true crime-producties wordt er onderweg heel wat stof opgeworpen, maar als dat is neergedaald blijft er verdacht weinig over om mee te werken. Als dat kleine beetje aan de politie is overhandigd, lijken Sierra en haar familie ineens te vinden dat hun taak erop zit.

Het proces heeft hen samen naar verluidt veel goeds gebracht, maar of de waarheid over (stief)opa Jim ook dichterbij is gekomen?

The Earth Is Blue As An Orange

Albatros Communicos

Als elk gezinslid heeft plaatsgenomen in de geïmproviseerde interviewsetting – eerst het schuchtere jongetje Vladyslav en daarna zijn broertje Stanislav, oudere zussen Anastasiia en Myroslava en tenslotte moeder Hanna – om geïnterviewd te worden te worden over leven in tijden van oorlog, kan de film beginnen. Met een ‘big bang’ zelfs.

Die film is natuurlijk de documentaire The Earth Is Blue As An Orange (74 min.) van Iryna Tsilyk, die er in 2020 een regieprijs mee won op het Sundance Film Festival. Binnen die documentaire maken de alleenstaande moeder Hanna Gladka en haar vier kinderen uit de Oost-Oekraïense stad Krasnohorivka echter ook weer een film. Oudste dochter Myroslava wil starten met een filmopleiding aan de universiteit en werpt zich op als cameravrouw, terwijl moeder de regie op zich neemt.

Daarover kunnen zij flink kibbelen. Hanna wil bijvoorbeeld een panoramashot van ‘de vernietigde, platgebombardeerde en gedemoraliseerde stad’. Haar dochter ziet daar alleen weinig in. Zorg zelf maar voor een drone en ga je gang, zegt ze dwars. Meestal opereren de twee echter als een hechte eenheid. Samen proberen ze het leven in Donbas, een grensregio waar het in feite al jaren oorlog is, in beelden te vatten. Intussen gaat dat gewone bestaan natuurlijk gewoon door. Verjaardagen, muziek maken en – om maar een dwarsstraat te noemen – een loszittende tand eruit trekken.

Met die film kunnen ze hun boodschap communiceren met de buitenwereld: dat het leven gewoon doorgaat, móet doorgaan. Óók als horen en zien je regelmatig vergaan als er weer een granaat inslaat, je dan moet overleven in een schuilkelder en later in de rij staat voor een voedselpakket. Die film – en deze documentaire daarover – moet daarom met de wereld worden gedeeld. Te beginnen met de plaatselijke gemeenschap, in een knus zaaltje met een klein groot scherm en louter bekenden, het logische eindstation van de twee films. En dan via Sundance met de rest van de wereld.

Broertje Is Verdwaald

Max

‘Ik wil niet dat de mensen met een goed gevoel uit de bioscoop of uit de klas lopen’, zegt Leni Wesly, een inmiddels in Israël wonende Nederlandse vrouw, in de openingsscène tegen Bart Hölscher, de regisseur van Broertje Is Verdwaald (66 min.). Dit is het tragische verhaal van haar familie, een Joods gezin uit Maastricht. In het bijzonder van ‘Broertje’, ofwel Léon Wesly (6 april 1939 – 11 februari 1944). Hij werd, net als een belangrijk deel van die familie, vermoord in Auschwitz.

‘Ik denk nog steeds dat ie terugkomt’, vertelt zijn jongere broer Benoît, die een jaar na Léons overlijden werd geboren. ‘Tegen beter weten in. Maar laat mij met die illusie leven. Bring. Him. Home. Hier.’ Zijn oudere broer is voor de overlevenden altijd Broertje gebleven. Voor altijd een kind van nog geen vijf. Dat is en blijft een indringend, nog altijd nauwelijks te bevatten verhaal, dat al wel véél vaker is verteld. Op een soortgelijke manier bovendien (met overlevenden die belangwekkende plekken bezoeken, zoals in dit geval de synagoge, het ouderlijk huis en de Joodse begraafplaats in Maastricht, een onderduikadres in Voerendaal en Kamp Westerbork). En ook wel eens puntiger.

Het zijn de details die ’t dan moeten doen: de gele Jodensterren in de ondersteunende, verder (vrijwel) volledig zwart-witte animaties van Mandy Geuskens waarmee de herinneringen van de Wesly’s worden ondersteund bijvoorbeeld. Of het idee dat Broertje op weg was naar een kindervoorstelling, De Gelaarsde Kat, toen hij werd opgepakt. En de herinnering aan hoe zijn ouders, die hem toen al een hele tijd niet hadden gezien, enkele dagen na de bevrijding een plaatselijke kapelaan troffen die het niet over zijn hart kon verkrijgen om hen de waarheid te vertellen. Hij nam zijn toevlucht tot de titel van deze documentaire: Broertje is verdwaald. ‘En Leni wacht op u.’

En die film eindigt, geheel naar Leni’s wens, inderdaad niet fijn, maar komt tot een climax met plotseling opkomende woede. Als ze de plek bezoeken waar hun ouders Broertje en haar, zonder dat ze het wisten of aan hun kinderen probeerden uit te leggen, overdroegen aan hun onderduikouders. Ze zouden de kleine Léon nooit meer zien. ‘Hoe kunnen ze dit mensen aandoen?’ vraagt Leni zich daar vertwijfeld af. ‘Hoe is ’t mogelijk?’ Waarna deze typische WOII-docu afstevent op een herdenkingsbijeenkomst op Westerbork en een stemmig slotlied.