Bobi Wine: The People’s President

IDFA

In 2021 zijn er weer democratische verkiezingen in Oeganda. Het is alleen wél de bedoeling dat president Yoweri Musveni dan gewoon wordt herkozen. Hij is al sinds 1986 aan de macht en op zijn oude dag bepaald niet van plan om, ondanks een in de grondwet vastgelegde leeftijdsgrens van 75 jaar, plaats te maken voor een ander. Daarom dienen zijn medestanders in 2017 alvast een voorstel in om die wet aan te passen.

Dit besluit werkt als een katalysator voor de oppositie. Die sluit de rijen rond een nieuwe charismatische kandidaat voor de verkiezingen: het nieuwe parlementslid Robert Kyagulanyi Ssentamu. Ofwel: popster Bobi Wine. Een man die stamt uit een getto, immens populair is bij het gewone volk en de potentie heeft om Bobi Wine: The People’s President (120 min.) te worden. ‘What was the purpose of the liberation when we can’t have a peaceful transition?’ zingt de Afrobeat-held, in zijn kenmerkende rode uniform met bijbehorende baret, tijdens een massaal bezochte campagnebijeenkomst. ‘What is the purpose of the constitution when the government disrespects the constitution?’

Waarna de zingende politicus, alsof zijn eigen woorden moeten worden onderstreept, vrijwel direct in de boeien wordt geslagen en aangeklaagd vanwege landverraad. Daardoor komt een internationale ‘Free Bobi Wine’-campagne op gang. Als de nieuwbakken politicus uiteindelijk – gebutst, maar niet gebroken – vrijkomt, is het gevaar nog altijd niet geweken. Want Musveni – de Oegandese leider die, net als al zijn voorgangers, maar geen afstand kan doen van de macht – beseft waarschijnlijk als geen ander: deze man zegt de dingen die ik zelf in mijn jonge jaren zei. Sterker: hij kan slogans als ‘People Power!’ zelfs zingen! Die zou wel eens populairder kunnen worden dan ikzelf ben.

De filmmakers Moses Bwayo en Christopher Sharp sluiten aan bij Wine en zijn moedige echtgenote Barbie Itungo Kyagulanyi en kijken mee bij een verkiezingscampagne die, ondanks Wine’s luchtig klinkende protestsongs, een steeds grimmiger karakter krijgt. Het regime schuwt geen enkel middel, ook het Coronavirus niet, om de uitslag in z’n voordeel te beïnvloeden. Deze observerende documentaire wordt daardoor een soort zusterfilm van Camilla Nielsson’s President (2021), over de steeds verder ontsporende strijd om het presidentschap van Zimbabwe, en schetst een ontluisterend beeld van hoe democratie als dekmantel voor dictatuur wordt gebruikt – of rigoureus de nek wordt omgedraaid.

En het is naïef om te veronderstellen dat dit alleen in continenten zoals Afrika – en niet in het zogenaamde vrije westen – zou kunnen gebeuren.

De Vele Gezichten Van Tineke Schouten

BNNVARA

Het woord ‘neuken’ krijgt ze nog altijd nauwelijks over haar lippen. Volgens eigen zeggen is Tineke Schouten ‘een heel keurig mens’. Eenmaal op het podium, als één van haar vele volkse typetjes met liefst een plat Utrechtse tongval, deinst ze echter nergens voor terug. ‘Dat ben ik niet’, zegt ze daarover in De Vele Gezichten Van Tineke Schouten (59 min.). ‘Dat is een ander. Dat is dat mens waar ik naar heb zitten kijken en die dat allemaal durft te zeggen.’

In deze gedegen documentaire van Hetty Nietsch en Lisa Bom, tevens moeder en dochter, sleutelt de geroutineerde cabaretière met haar vaste team, onder leiding van manager/producent Jacques de Cock, aan haar 25e theatershow Dubbel. Daarbij horen de gebruikelijke taferelen: de eerste repetities, het aanmeten van de juiste kleding (concreet: voor elk typetje een andere pruik), de try-outs… Voordat de voorstelling echter daadwerkelijk in heel het land kan worden gespeeld, worden de theaters, precies halverwege de film, dichtgegooid vanwege het Coronavirus.

Op bezoek bij collega Richard Groenendijk wil Tineke Schouten, die de pensioengerechtigde leeftijd inmiddels heeft bereikt, desondanks van geen stoppen weten. Al ruim veertig jaar opereert ze nu in het spoor van volkskomieken als Toon Hermans en André van Duin. Ze laat de mensen in het land, waarvoor ze de wereld met liefde en plezier versimpelt, een avondje lekker lachen. En daarbij imiteert Schouten net zo gemakkelijk Máxima als Nana Mouskouri, Amy Winehouse, Erica Terpstra of André Hazes. En, ja, net als haar voorgangers voelt ook zij zich soms miskend.

Dit wordt nog eens geïllustreerd tijdens het kneden van haar show, die na de lockdown toch een doorstart kan maken. Op zoek naar de juiste mix van sketches en liedjes hangt steun en toeverlaat De Cock toch vooral aan de humor, terwijl zij ook nadrukkelijk haar persoonlijke liedjes wil zingen – die hij er voor de televisieregistraties vaak rücksichtslos laat uitsnijden. Want thuis op de bank zitten ze waarschijnlijk toch vooral op de grappen en grollen te wachten. Die wisselwerking tussen cabaretier en manager is één van de aardigste elementen van dit portret, dat de hoofdpersoon tevens privé toont, met haar ernstig zieke echtgenoot en twee volwassen dochters.

Zonder pruiken of koddige kleding laat Tineke Schouten zich daar kennen als een zorgzame moeder, die bang is dat ze vroeger toch te vaak de vrouw is geweest die op zondag het vlees aansnijdt. Een heel keurig mens dat, inderdaad, voor geen meter op Lenie uit de Takkestraat, Toiletjuffrouw of Bep Lachebek lijkt.

How To Survive A Pandemic

VPRO

In de documentaire How To Survive A Plague uit 2012 blikt regisseur David France (Welcome To Chechnya) terug op de pogingen van LGBT-activisten om de Amerikaanse regering onder druk te zetten om het HIV-virus, dat ongenadig huishoudt in hun gemeenschap, eindelijk eens serieus te nemen. Nu de wereld opnieuw heeft te kampen met een dodelijk virus, presenteert David France een soort opvolger voor deze film die destijds werd genomineerd voor een Oscar. Over de pogingen van wetenschappers om een vaccin tegen het Coronavirus te ontwikkelen en de distributie van dit vaccin.

How To Survive A Pandemic (109 min.) is wel een documentaire met een ander karakter. Waar de strijd tegen AIDS in de jaren tachtig voortdurend gepaard ging met woede en frustratie – omdat het de autoriteiten blijkbaar geen snars kon schelen dat Amerikaanse homoseksuelen en masse stierven – wordt de campagne om een vaccin tegen COVID-19 te ontwikkelen op het eerste gezicht gekenmerkt door eensgezindheid. Alle betrokkenen hebben een gezamenlijk doel. Alleen de regering Trump zorgt zo nu en dan voor reuring, door een openlijke breuk met de World Health Organisation bijvoorbeeld of het zwartmaken van de eminente immunoloog Anthony Fauci, die ook in de AIDS-crisis en How To Survive A Plague al een hoofdrol kreeg toebedeeld.

Toch onthult ook deze breed opgezette film – waarin Science-journalist Jon Cohen, die in alle uithoeken van de wereld belangrijke spelers uit de Coronabestrijding interviewt, als centraal personage wordt ingezet – structurele en dieper liggende problemen. De ontwikkeling van een vaccin wordt weliswaar een doorslaand succes, maar dat heeft een naar bijeffect: bestaande verschillen tussen arm en rijk worden erdoor bestendigd, bijvoorbeeld tussen westerse landen die vaccins over hebben en in reserve houden en armere landen die tekort komen en daardoor slechts een beperkt deel van de bevolking kunnen laten inenten.

Het nettoresultaat daarvan beloopt uiteindelijk al snel een miljoen doden, becijfert France in de aftiteling. Het is een wrange conclusie voor een film die de strijd tegen COVID-19 op diverse plekken in de wereld – van brandhaarden als Brazilië en Zuid-Afrika tot de belangrijke vaccinproducent India – treffend in beeld heeft gebracht. Die slotsom ondermijnt de hoopvolle boodschap die je ook uit How To Survive A Pandemic zou kunnen halen: als we er met z’n allen de schouders onder zetten, zijn we in staat om bergen te verzetten en pandemieën te bedwingen.

Candy: A Skater’s Mind

Ruud Lenssen Documentaires

‘We vallen, maar staan altijd weer op’, stelt Candy Jacobs in één van de dagboekfragmenten, waarmee dit persoonlijke portret bijeen wordt gehouden. Want zo doen skateboarders dat nu eenmaal. Ze vallen en staan weer op. Candy weet waarover ze spreekt: in de aanloop naar de Olympische Spelen van Tokyo in de zomer van 2021 wordt ze geconfronteerd met een knieblessure. Ettelijke maanden moet de 31-jarige Limburgse steken in haar herstel en het weer optrainen voor de topprestatie die ze in Japan moet leveren.

Documentairemaker Ruud Lenssen volgt de skateboardster uit Venlo tijdens deze intensieve periode waarin ze haar eigen lichaam weer moet leren vertrouwen. Hij laat haar tevens aan het woord over het ‘stuk hout op vier wielen’ dat haar rust in het hoofd kan bezorgen. Candy is eigenlijk voortdurend met skateboarden bezig. 24 uur per dag. Met het imagineren van nieuwe trucs, het overwinnen van de aanvankelijke vrees daarvoor en daarna het eindeloos oefenen ervan. Totdat het lukt. Elke keer. Altijd en overal. Ook onder druk.

In Candy: A Skater’s Mind (61 min.) alterneert Lenssen voortdurend tussen de voorbereidingen op de Spelen en de periode in Japan zelf, die voor zijn hoofdpersoon op een enorme deceptie uitloopt. Bij aankomst wordt ze positief getest op het Coronacrisis. Candy moet in quarantaine. De filmpjes die ze aangeslagen maakt op haar hotelkamer staan in schril contrast met het noeste skatewerk van de voorgaande maanden, waarop cameraman Rob Hodselmans zich, begeleid door een kekke synth-soundtrack, lekker heeft kunnen uitleven.

Dat vroegtijdige einde op de belangrijkste wedstrijd van haar sportcarrière – voordat ze daar überhaupt heeft kunnen schitteren of falen – moet voor Ruud Lenssen een behoorlijke uitdaging zijn geweest. Hoe voorkom je dat ook de film op een enorme anticlimax uitloopt? Hij zoekt ‘t in de hechte band van Candy met haar ouders en hoe zij samen haar verpeste Spelen beleven en komt daar uiteindelijk behoorlijk mee weg.

Het Kruis Van Tegelen

Hans Heijnen

Het decor voor deze nieuwe documentaire van Hans Heijnen, de Passiespelen in het Limburgse dorp Tegelen, voelt vertrouwd. Heijnen heeft zich in zijn lange loopbaan opgeworpen als een chroniqueur van het hedendaagse Limburg. Niet van het Limburg van de regenten en hun klusjesmannen overigens, van het gekonkelfoes in de bestuurskamers. Maar van de gewone mensen, van de dorpen en oude wijken.

Waar oog is voor de tradities, tegelijkertijd alles in beweging lijkt en mensen houvast zoeken bij of ten opzichte van elkaar. Waarvoor Heijnen dan maatjes wordt met enkele sleutelfiguren in de gemeenschap, de grootste of zoetste exemplaren uit zijn platenkast gebruikt om de vertelling een weemoedige vernislaag te geven en Huub Stapel laat opdraven als verteller, in Limburg dialect natuurlijk.

Het Kruis Van Tegelen (77 min.) is in dat opzicht een logisch vervolg op pak ‘m beet De Waterwolf Van Itteren, Bokken En Geiten en Bewakers Van Bemelen. Heijnen belicht ditmaal de voorbereidingen in Tegelen voor het Passiespel van 2020, een theatrale uitvoering van het lijdensverhaal van Jezus Christus die elke vijf jaar voor heel wat consternatie zorgt in de plaatselijke gemeenschap.

‘Altijd ruzie en gedoe bij de Passiespelen, fracties tegen elkaar’, stelt regisseur Ben Verbong, die in 2000 aan het roer stond bij een zeer omstreden versie. Verschillen van mening over de tekst, rolverdeling of de relatie met de katholieke kerk hebben door de jaren heen sowieso familieleden, vrienden en geloofsgenoten uit elkaar gedreven. En ook in 2020, als Corona de Passiespelen plaagt, wordt er weer volop gebakkeleid.

Hans Heijnen laat al die spelers, vrijwilligers en fracties aan het woord, illustreert hun ervaringen, opinies en herinneringen met impressies van allerlei verschillende edities van de Spelen en schetst zo op aanstekelijke wijze een gemeenschap in beroering. Waarbij alle betrokken Tegelenaars gaandeweg wel iets van het lijden van Christus in hun eigen leven lijken te herkennen.

Justin Bieber: Our World

Prime Video

‘Ik ben aan het vloggen voor de docu, ik ben aan het vloggen voor de docu’, grapt Justin Bieber in z’n telefooncamera, terwijl hij zijn echtgenote Hailey filmt die achter hem staat. ‘Je bent net een echte influencer, schatje’, reageert zij spottend. Het is oudjaarsnacht 2020. Na drie jaar zonder concerten is de Canadese popster klaar om weer te gaan optreden. Vanwege de coronacrisis besluit Bieber om zelf achter de schermen-materiaal te gaan maken. Volgens een officiële tekst aan het begin van de docu: ‘to give fans the complete story behind this show’.

En daarna gaan alle alarmbellen af. Hier in huis welteverstaan. Niet op het scherm of in de wereld van Justin Bieber. Yours truly – ik dus – vraagt zich af wat hij krijgt voorgeschoteld: een echte documentaire of een als documentaire vermomde promofilm? Enigszins voorbarig wil ik meteen opschrijven: de vraag stellen is hem… Dat is alleen wat al te kort de bocht. Laat ik die docu gewoon kijken en het (voor)oordeel opschorten. Terwijl Justin vlogt voor die docu, ga ik gewoon meetikken. Kijken wat het me – en u, beste lezer – oplevert.

Nog één ding vooraf dan: Bieber speelde eerder dit jaar een fijne bijrol in een film over een andere popster, Billie Eilish: The World’s A Little Blurry. Die documentaire – zonder twijfel (mee) in de steigers gezet door Team Billie en tóch een interessant en diepgravend portret – biedt meteen een prima referentiekader voor deze Bieber-productie van huisfilmer Michael D. Ratner (tevens verantwoordelijk voor Demi Lovato: Dancing With The Devil). Die gaat – wat u, beste lezer, en ik, niet al te beste bespreker, daar ook van vinden – hoe dan ook een miljoenenpubliek bereiken. 

Oké, start. Noteren maar: Justin in slow motion op weg naar het podium. En naar de titel van zijn docu: Justin Bieber: Our World (95 min.). Groots opgezette show, in de buitenlucht. Relatief klein liedje, in eerste instantie. Dansers, lichtshow. Opmerkelijke setting wel: een soort flatgebouw. Met een paar honderd fans. Echt niet meer. Volledig Coronaproof. Oh, tis het Beverly Hilton Hotel. Met Justins podium op het dak. Via de stream kijken dus zo’n 150 landen mee. Vertelt een tekst in beeld.

Effe wat b-roll beelden van de voorbereidingen. Alweer een liedje. Nog één. En dan zijn we ineens weer 28 dagen vóór dat concert. Wat een geweldige groep mensen is dit toch om mee te werken! Ze gaan al zo lang mee. Archiefbeelden. Justin zelf is ook top. Heel loyaal. Komt weer een liedje. Justins docu is nu dik twintig minuten onderweg. Tijd voor een liedje. Blijkbaar. En nog één. Crewlid tijdens voorbereidingen unieke show: Justin is een ‘incredible leader’. Leuke vader ook. Geeft Haley, vloggend, een kusje in de nek. Hij krijgt wel een lamme arm van al dat gevlog. Tijd voor een selfiestick, vindt zijn vrouw.

Liedje. Oefenen van groepsdans voor de show. Hard snijden naar die show. Liedje met dans. Lichtshow erbij. Eerlijk is eerlijk: best spectaculair. Terug in de tijd: een crewlid test positief op COVID-19. Hij mag twee weken niet repeteren. Nog 21 dagen tot de show, waarvan ik nu al zeker een half uur heb gezien. Over de helft van de docu inmiddels, dat wel. Voorbereidingen concert. Nog 8 dagen. Positieve crewlid meldt zich weer. Liedje zoveel.

Pfoeh, nóg drie kwartier docu te gaan. Moed in de schoenen, eerlijk gezegd. Leg de iPad aan de kant. De recensent – ik dus – typt met hoofdletters SCHLUSS! En zet Justins docu op pauze. Definitief, dat wel. Zie hem toch een stuk liever als een soort grote broer in die Billie-film.

Het is me inmiddels glashelder: de vraag stellen was hem inderdaad beantwoorden. Voor de fans vast heel tof, noemde het Jeugdjournaal deze ‘documentaire’ vorige week. Dat kan ondergetekende – ik dus – niet beter onder woorden brengen. Ik ga het niet eens proberen.

Crazy Days

Docmakers

Hij moet zich soms als de kapitein van de Titanic voelen: terwijl de tweede Coronagolf Nederland in zijn greep krijgt probeert Riccardo Minasi zijn project bij het Nationale Opera & Ballet drijvende te houden. Samen met een jonge internationale cast bereidt de Italiaanse dirigent zich voor op enkele uitverkochte uitvoeringen van Mozarts fameuze opera Le Nozze De Figaro. Met angst en beven kijken ze uit naar de dinsdagen, naar weer een nieuwe persconferentie die roet in het eten kan gooien.

Intussen ontsmetten ze consciëntieus hun handen en proberen ze ondanks de anderhalve meter afstand gezamenlijk scènes in te studeren. Terwijl ze hun concentratie en enthousiasme proberen vast te houden, kijkt regisseur Sanne Rovers mee tijdens deze Crazy Days (65 min.). Ze laat haar camera door de lege gangen van het operagebouw dwalen, houdt zo nu en dan halt voor een repetitie of fraai gestileerde passage uit de opera en spreekt met de voornaamste spelers.

Corona blijft alomtegenwoordig. Het maakt immers nogal een verschil of je toewerkt naar een serie voorstellingen of naar een livestream (en deze documentaire, die waarschijnlijk door meer mensen zal worden gezien dan de uitvoeringen). De magie van het moment zal in dat laatste geval in het luchtledige, zonder interactie met het publiek, tot stand gebracht moeten worden. En de complete onderneming kan natuurlijk ook nog van het ene op het andere moment worden stopgezet.

Het werken aan Le Nozze De Figaro wordt daarmee een allegorie voor hoe het de kunstensector sowieso is vergaan tijdens de Coronacrisis: ze is volledig overgeleverd aan de grillen van het virus en een overheid die daarop probeert te anticiperen. Dat zorgt voor twijfel, frustratie én teleurstelling. Voor een streamuitvoering is bijvoorbeeld niet de gehele cast nodig. Naarmate de pay-off van hun inspanningen – of het uitblijven daarvan – in zicht komt begint het water hen echt aan de lippen te staan.

Iedereen weet nochtans: wat er ook gebeurt, het orkest speelt door.

Le Grain De Sable Dans La Machine

‘Over tien jaar verlangen we terug naar 2020’, stelt milieuactivist Carola Rackete ferm. De echte grote crisis moet in haar ogen nog komen. Het Coronavirus is niet meer dan een voorbode, de aankondiging van een fundamentele afrekening met onze manier van leven. Toch brengt ook die proloog het leven zoals we dat tot dusver hebben geleid al danig in gevaar.

Kijk maar om ons heen. Of luister naar al die deskundigen in Le Grain De Sable Dans La Machine (88 min.): economen, psychologen, filosofen, biologen, epidemiologen, antropologen, sociologen, fysiologen en ecologen. Vanuit hun eigen gezichtspunt belichten ze in deze documentaire van de Belgische filmmaker Alain de Halleux de Coronacrisis en hoe die de wereld in het jaar 2020 volledig heeft ontwricht.

Het virus zelf – volgens eigen zeggen ‘niet meer dan een zandkorrel, een stukje genetische code’ – laat ook van zich horen, in de vorm van een (in Nederland door acteur Stefan de Walle ingesproken) dwingende voice-over. ‘Ik heb alleen maar aangetoond hoe zwak uw immuniteit is’, zegt de snoodaard tamelijk pedant. De mensheid heeft zijn verdediging veronachtzaamd en betaalt daar nu de tol voor. Simpel, toch?

Het virus beschouwt zichzelf helemaal niet als de ziekte, maar simpelweg als een symptoom daarvan. En trouwens, betogen dat stukje genetische code en alle opgevoerde deskundigen, is de mens zelf ook niet een beetje te vergelijken met een virus dat over de aarde raast? Een virus dat – via z’n nefaste samenlevingsmodel, oneerlijke economische systeem en broze democratie – bovendien zijn eigen antistoffen ontwikkelt.

En dat zichzelf op die manier best wel eens zou kunnen vernietigen. Als de klimaatcrisis hem tenminste niet voor is. Het is natuurlijk geen onbekende boodschap die in deze alarmistische film nog eens goed in de verf wordt gezet: zolang wij onszelf niet veranderen, zouden we zomaar met gezwinde spoed onze eigen ondergang tegemoet kunnen gaan. Het is alleen de vraag of ie nu wél aankomt.

Zodat 2020 niet hoeft te worden geboekstaafd als het jaar van het virus, maar van de grote ommekeer.

Claudia de Breij – Hier Zijn Wij

‘Claudia die vertelt hoe de wereld in elkaar zit’ had even behoefte aan adempauze. In Heintje Davids (1888-1975), de rasartieste die maar geen afscheid kon nemen, vond ze haar ‘paard van Troje’. En in multi-instrumentalist Michelle Samba en deejay/human beatboxer Abdelhadi Baaddi ontdekte Claudia de Breij trouwe kompanen. Ook om gezamenlijk de Corona-periode, waarin ze alle drie een schrijnend optreedtekort opliepen, enigszins gezond door te komen.

In Claudia de Breij – Hier Zijn Wij (50 min.) documenteert Suzanne Raes hoe het drietal zich leven en werk van Davids, telg van een befaamde Nederlandse artiestenfamilie, eigen probeert te maken. Dat lijkt in eerste instantie vooral spielerei. Totdat ze toch, voor een klein publiek, mogen gaan spelen. Sterker: Carré wacht. En dan worden het sleutelen aan en doorleven van de voorstelling, die voor De Breij toch dichterbij komt dan gedacht, ineens een zaak van, nou ja, levensbelang.

‘De familie Davids was een Joodse familie’, vertelt ze tijdens de muzikale familievoorstelling Hier Ben Ik. ‘Dat had ik helemaal niet verteld, want het maakt toch eigenlijk ook niet uit. Het maakt nooit uit wat je bent. Totdat je het van andere mensen niet mag zijn, toch?’ De oversteek naar haar eigen leven is dan snel gemaakt. ‘Je bent gewoon verliefd op iemand. En dan zegt iemand dat dat niet mag. Dan ben je in één keer een homoseksueel.’

Zo gaat deze voorstelling behalve over de onverbeterlijke revuester ook over Claudia de Breij zelf en haar muzikale partners, voor wie ‘spelen’ niets minder dan noodzaak is. Raes brengt die behoefte en het bijbehorende proces treffend in beeld in een achter de schermen-docu, die is doorsneden met Heintje Davids-fragmenten. En als de voorstelling dan echt staat, gooit Corona weer roet in het eten.

The Year Earth Changed

Apple TV+

Als wij even pauze inlassen, constateert ‘s werelds bekendste bioloog David Attenborough, krijgt de aarde de gelegenheid om rustig adem te halen. Voor de natuurlijke habitat van de mensheid en de andere bewoners daarvan is het Coronavirus, en de bijbehorende lockdown, waarschijnlijk dus niets minder dan een zegen. Economische drukte heeft plaatsgemaakt voor weldadige stilte, wilde Afrikaanse dieren worden niet meer gevolgd door hordes toeristen en de lucht is zo schoon dat ze in de Indiase stad Jalandhar voor het eerst in dertig jaar Himalaya-bergtoppen kunnen zien.

Zo bezien was 2020, The Year Earth Changed (48 min.), zonder enige twijfel een hoopvol jaar. En laat het dan maar aan Attenborough en zijn machtige stem over om daar een heuse belevenis van te maken. Schildpadden, walvissen en dolfijnen beginnen weer te floreren. Bedreigde diersoorten als cheeta’s, zeepaardjes en berggorilla’s maken ineens kans om te overleven. En in de bebouwde kom van een behoorlijke stad, ergens in de wereld, kunnen zich doodgemoedereerd herten, nijlpaarden of pinguïns melden.

In een adembenemende scène eigent een luipaard zich bijvoorbeeld een verlaten safariresort in het Zuid-Afrikaanse Mpumalanga toe, tot ontsteltenis van de aanwezige cameraploeg. Het imposante roofdier begint daar zijn eigen ‘all you can eat’-feestje te vieren. Ook indrukwekkend: hoe een Indiase gemeenschap, om zijn eigen oogst te beschermen, rond de akkers speciale gewassen plant om een uitgebreide olifantenfamilie van eten te voorzien en nog eens glorieus in die opzet slaagt ook.

Op zulke momenten oogt deze vanzelfsprekend weer oogstrelende documentaire van Tom Beard bijna als een promotiefilm voor het Wereld Natuur Fonds. Met een stichtelijke boodschap bovendien: mens en dier kunnen wel degelijk coëxisteren. Toch valt uit deze natuurdocu ook een andere boodschap te destilleren: de aarde zou wellicht een stuk beter af zijn zonder de mens. Of in elk geval: zonder een groot deel van de mensheid. Zodat de natuurlijke balans kan worden hersteld.

Die boodschap zal Sir David Attenborough vermoedelijk alleen nooit in de mond nemen.

Hans van Manen: Van Oud Naar Jong

NTR

Het Coronavirus is zich stilaan ook in documentaires aan het nestelen. Vanaf het najaar van 2020 beginnen er al films binnen te druppelen waarin COVID-19 een bijrol speelt – of zelfs de hoofdrol opeist. Totdat we dat net zo spuugzat zijn als in het echte leven.

Over een tijd, als die pandemie (hopelijk) tot de voltooid verleden tijd behoort, zullen we ons wellicht opnieuw verbazen over de alomtegenwoordige mondkapjes, de verplichte isolatie en het gesteggel over van overheidswege opgelegde maatregelen. Tot dat moment moeten we accepteren dat al die ongemakken ook in kunstvormen als documentaire en dans de kop opsteken. Want in deze situatie hebben makers maar één keuze: van de nood een deugd maken.

Ook de leden van het Nationale Ballet moeten alle zeilen bijzetten om gemotiveerd, fysiek in vorm en in goede mentale conditie te blijven. Ze verkennen de mogelijkheden van Zoom-trainingen, repeteren in kleine groepjes en experimenteren met online-voorstellingen. De honger naar échte uitvoeringen voor een volle zaal is alleen nauwelijks te stillen. Op zulke momenten is het een zegen dat er een invloedrijke choreograaf binnen handbereik is.

In Hans van Manen: Van Oud Naar Jong (49 min.) kijkt regisseur Joost van Krieken mee hoe het Nationale Ballet zich het oeuvre van de oude meester eigen probeert te maken. In veertig jaar maakte hij meer dan honderd choreografieën. ‘Als je kijkt naar zijn balletten, zie je een enorme rijkdom en toch een stilistische eenheid’ stelt directeur Ted Brandsen. ‘Een soort heldere visie over wat dans kan uitdrukken en wat het kan betekenen voor mensen.’

Begeleid door een zoals altijd bevlogen Van Manen, inmiddels bijna negentig, maken de dansers Floor Eimers en Edo Wijnen zich uiteindelijk op voor een online reprise van zijn klassieke werk Déja Vù. Ze weten daarbij ook Rachel Beaujean, de adjunct-artistiek directeur van het Nationale Ballet, aan hun zijde. Zij was jarenlang de muze van Hans van Manen en danste in 1981 met Clint Farha zelf het stuk, dat de laatste twaalf minuten van deze verzorgde dansdocu bestrijkt.

The End Of The Storm

Apple TV

‘Ik ben geen control freak’, zegt Jürgen Klopp. ‘Ik denk alleen dat bepaalde dingen op een bepaalde manier moeten.’ Bij zijn eerste wedstrijd als manager van Liverpool zag de flamboyante Duitser bijvoorbeeld direct dat de trainingspakken van zijn team niet goed zaten. Zijn spelers zagen eruit als captain Picard uit de tv-serie Star Trek. Dat moest anders. Zo begint in 2015 zijn ‘regeerperiode’ bij de Engelse voetbalclub, die vijf jaar later voor het eerst in dertig jaar de landstitel zal grijpen.

The End Of The Storm (98 min.) documenteert het seizoen 2019-2020 waarin de ommekeer, ondanks de Coronacrisis, ein-de-lijk wordt bewerkstelligd. De documentaire van James Erskine slalomt slim tussen hoogtepunten uit het voetbalseizoen en het persoonlijke verhaal van Jürgen Klopp, kleine portretjes van beeldbepalende spelers als Virgil van Dijk, Jordan Henderson en keeper Alisson Becker en impressies van het leven als Liverpool-fan in Egypte, India, Japan, Brazilië en China (Wuhan, om precies te zijn).

Dit is natuurlijk een succesverhaal, de hervertelling van een grootse triomf. In samenwerking met de club gemaakt, bovendien. Verwacht dus geen kritische noten of alsnog opgediepte conflicten of strubbelingen. In deze docu worden Jürgen en zijn sterrenteam nog eens ouderwets op het schild gehesen. Daarmee is deze lekker bombastisch gemonteerde film zo’n beetje de antithese van Sunderland ‘Til I Die, de inmiddels twee seizoenen tellende serie over een voetbalclub die afglijdt naar de kelders van het Britse betaald voetbal.

The End Of The Storm markeert het einde van zo’n lijdensweg (een begrip dat bij een club als Liverpool overigens direct tussen aanhalingstekens moet worden gezet). Vrijwel moeiteloos stomen de Klopp-boys op naar een al snel onvermijdelijk lijkende titel. Uiteindelijk hoeven ze slechts één serieuze tegenstander te overwinnen: het Coronavirus, dat heel even de complete Premier League, en daarmee ook Liverpools aspiraties om de onbetwiste nummer één te worden, de nek om dreigt te draaien.

Uiteindelijk krijgt zelfs die vijand Klopp van Jürgen en de zijnen. Met Zoom-sessies houden ze de teamspirit op peil. Zodat ze, indachtig het clublied You’ll Never Walk Alone, tegenwind kunnen trotseren, altijd de kop omhoog houden en ook niet meer bang zijn voor het donker. ‘At the end of a storm’ wacht dan die ‘golden sky’: het negentiende kampioenschap, het eerste sinds 1990.

In datzelfde jaar debuteerde bij de modale Zweite Bundesliga-club FSV Mainz overigens een 23-jarige speler die als voetballer nooit de top zou halen: ene Jürgen Klopp.

Zie Je Me? Hoor Je Me?

Human

‘Karin ziet jou. En jij ziet Karin’, introduceert één van de zorgverleners van Het Hendrickszhuys de nieuwe Skypekar.

‘Ik snap het niet’, antwoordt een oudere mevrouw, die wordt opgevangen in het Amsterdamse verpleeghuis.

‘Maar vind je het wel leuk?’

‘Eigenlijk niet ‘

‘Maar kijk nou, wat een lieve dochter!’

‘Mama, wat fijn om je te zien’, antwoordt die vanaf het beeldscherm.

‘Kom je straks hier?’ vraagt haar moeder streng.

‘Ja, dat zou ik heel graag willen, maar ik mag nog even de deur niet uit door dat stomme virus.’

‘Welk virus?’ reageert moeder verbaasd. ‘Ik weet van geen virus.’

COVID-19 legt natuurlijk ook documentairemakers allerlei restricties op. In de beperking toont zich evenwel de meester. En dus levert de pandemie ook nieuwe initiatieven en inventieve ideeën op. Die Skypekar is daarvan een geweldig voorbeeld. Daarmee kan Het Hendrickszhuys communiceren met de buitenwereld. En daarvan kan Anne-Marieke Graafmans dan weer een aangrijpende documentaire maken: Zie Je Me? Hoor Je Me? (50 min.).

‘Oh, wat een hel dit, jongen!, verzucht één van de zorgverleners bijvoorbeeld als het virus ook in huis toeslaat. ‘Echt afschuwelijk! Maar goed, we motten nog effe door, hè?’ Het tekent de mentaliteit in het Hendrickszhuys: compassie en onverschrokkenheid.

Ook bij locatiemanager Linda Fokke, die vanwege een niertransplantatie tot de risicogroep behoort en dus noodgedwongen aan huis is gekluisterd. Zo goed en zo kwaad als dat gaat probeert ‘baasie’ haar medewerkers van daaruit bij te staan en al beeldbellend normaal werkoverleg te houden. Als dank krijgt ze soms een virtuele knuffel.

Zie Je Me? Hoor Je Me? laat zo de beste kant zien van (particuliere) ouderenzorg in Nederland. Al maken de omstandigheden het lang niet altijd gemakkelijk om de moed erin te houden. ‘Ik woon hier heel raar’, zegt mevrouw Toorenaar bijvoorbeeld treffend tegen haar familieleden. ‘Aan die kant is dood’, wijst ze naar haar ene buur. Over de andere: ‘En die kant is jarig.’

De lach en de traan zijn altijd maar enkele ogenblikken weg in deze hartveroverende film, die de gevolgen van het Coronavirus voor de kwetsbaarste groep Nederlanders en hun directe omgeving blootlegt.

Zie Je Me? Hoor Je Me? is hier te bekijken.

Frontberichten – De Special

BNNVARA

Ze komen uit alle uithoeken van Nederland: Uden, Roermond, Diemen, Rosmalen, Nieuwegein, Breda, Heerde, Leeuwarden, Geldrop, Nunspeet, Schiedam, Oldebroek, Utrecht, Ammerzoden, Zwolle, Tynaarlo, Sint-Oedenrode, Almelo, Zaltbommel, Schaijk, Apeldoorn, Haren, Purmerend, Venlo, Warnsveld of Veldhoven.

Ze werken in het dagelijks leven als wijkverpleegkundige, revalidatiearts, gehandicaptenbegeleider, ambulancemedewerker, huisarts, politieagent, IC-verpleegkundige, locatiemanager van een verpleeghuis, intensivist, maatschappelijk werker, overledenenverzorger, verpleegkundige in een verzorgingshuis, geestelijk verzorger, officier bij de geneeskundige dienst van het leger, schoonmaker van de corona-afdeling, doktersassistent, anesthesiemedewerker of longarts.

En ze luisteren naar namen als Angela, Elsje, Maurits, Kim, Miranda, Theo, Ellen, Wouter, Kim, Gor, Michelle, Geert, Nujen, Rob, Janiek, Eduard, Judith, Charly, Annemieke, Marco, Lin, Cindy, Manon, Thijs, Nick, Rooa, Lotte, Aart en Martine.

Applaus hebben ze gehad. Sterker: we hebben onze handen stukgeklapt. Voor hun werk tijdens de pandemie. En ook voor hun rol in het dagelijkse televisieprogramma Frontberichten, waarvoor ze tot 1 juni jongstleden vlogs verzorgden over de eerste golf van het Coronavirus. Nu blikken deze zorgverleners, aan de hand van bedenker en regisseur Geertjan Lassche, terug op die hectische periode in de documentaire Frontberichten – De Special (56 min.).

Het is een tijdloos document geworden over een onwerkelijke tijd. Niet gemaakt door beleidsmakers of deskundigen, maar door gewone mensen. De spreekwoordelijke handen aan, voor, bij, naast, boven, na en achter het bed. Waarbij, in de woorden van revalidatiearts Maurits, vooral de enorme saamhorigheid in het oog springt.

Samen stijgen ze echt boven zichzelf uit in een tijd die daar ook om vraagt. Iets wat door Lassche nog eens wordt benadrukt met korte nieuwsberichten over de dramatische ontwikkelingen rond COVID-19 en die eenvoudige, maar zeer doeltreffende vormgeving, waarmee in één oogopslag duidelijk wordt dat zij deel uitmaken van een groter geheel. Vele handen maken nu eenmaal licht werk. Dat mag meteen tussen aanhalingstekens: “licht werk”.

En nu gaan ze weer, gewoon, aan dat werk. Beter: dat zijn ze allang.

#Lockdocs

Human

Opa is overleden. Ze kunnen niet naar zijn uitvaart. Daarom hebben Lucia en haar familie, die zich vanuit Barcelona hebben teruggetrokken op het Spaanse platteland, maar zijn favoriete toetje gemaakt. Je moet tenslotte wat. Het is exemplarisch voor hoe de kinderen in de jeugddocu #Lockdocs (17 min.) de gevolgen van de (eerste) lockdown tegemoet treden.

Waar ze ook mee worden geconfronteerd – een vader die ze niet mogen zien, een moeder met Corona of een broertje dat erg kwetsbaar is – de Nederlandse jongens en meisjes (9-14 jaar) in deze sympathieke jeugdfilm van Sanne Rovers maken er het beste van. Ze hebben deze docu ook grotendeels zelf gemaakt met hun eigen smartphone en gaan via Zoom met elkaar in gesprek over hoe het gaat.

Niet dat ze geen problemen hebben door COVID-19: hoe vier je je verjaardag, hoe kun je afscheid nemen van de basisschool en – het allerbelangrijkste – hoe overleef je de periode dat je favoriete milkshakezaak dicht is? Met een optimistische ondertoon doen ze zelf, ondersteund door Nederlandse documentairemakers, verslag van hun belevenissen als de wereld voor onbepaalde tijd op slot wordt gegooid.

Vanuit Barcelona en omgeving, vanuit het epicentrum van de pandemie in Noord-Italië en gewoon vanuit allerlei plekken in Nederland. Met de onweerstaanbare open blik van een kind, waarvan wij, bewoners van de grote mensenwereld, soms nog wel eens wat kunnen leren.

Totally Under Control

‘We have it totally under control’, beweerde president Donald Trump op 22 januari 2020, toen de eerste Amerikaanse besmetting met het Coronavirus werd vastgesteld. ‘It’s one person, coming in from China. And we have it under control. It’s gonna be just fine.’

Dat zou consequent Trumps boodschap rond COVID-19 blijven: doorlopen, niks aan de hand, het gaat hier geweldig! Totdat meer dan 200.000 Amerikanen aan het virus waren bezweken – bijna een kwart van het totale aantal slachtoffers, op een bevolking die slechts vier procent van de wereldpopulatie uitmaakt – en de Amerikaanse economie bovendien in een ernstige crisis terecht was gekomen. Niet dat Trump daarvan een toontje lager ging zingen, natuurlijk. Zelfs niet toen hij onlangs zelf, net als een deel van zijn directe entourage, besmet raakte met het Coronavirus. 

In deze ontluisterende documentaire, in het geheim gemaakt tijdens het afgelopen half jaar, reconstrueren Alex Gibney, Ophelia Harutyunyan en Suzanne Hillinger met wetenschappers, virologen, medici, klokkenluiders en voormalige overheidsfunctionarissen hoe de Corona-crisis zo gigantisch uit de hand kon lopen in the land of hope and dreams. Het Amerikaanse getalm en gestuntel wordt bovendien afgezet tegen de daadkrachtige respons van Zuid-Korea, dat ongeveer op hetzelfde moment met het virus werd geconfronteerd en het al snel behoorlijk onder controle kreeg.

In de Verenigde Staten leek de wet van Murphy – of laten we het beestje gewoon bij zijn naam noemen: de wet van Trump – van kracht: de lessen van een grootscheepse pandemie-simulatie (Crimson Contagion, 2019) werden compleet genegeerd, met de ontmanteling van het Global Health Security Team ging tegelijkertijd enorm veel expertise verloren en de totale minachting voor wetenschap in het algemeen was ronduit stuitend. Intussen waren er natuurlijk ook lieden en bedrijven die een slaatje uit de situatie konden/mochten slaan. Never waste a good crisis, tenslotte.

En daarbovenop was er dan nog de man zelf en zijn onwezenlijke statements over COVID-19, de gevolgen van het virus en volledig onbewezen en toch enthousiast aangeprezen behandelingen. Als er niet zoveel slachtoffers waren gevallen, veelal binnen sowieso al kwetsbare bevolkingsgroepen, zou je er smakelijk om lachen. Om dat bezoek aan een mondkapjesfabriek in Arizona bijvoorbeeld, waarbij Trump categorisch weigerde om zelf een mondkapje te dragen en iemand toen maar, uit arren moede?, muziek aanzette: Live And Let Die van Guns N’ Roses.

Het zijn dergelijke smeuïge scènes die deze horrordocu over een gigantische leiderschapscrisis en systemisch falen, door Gibney met gevoel voor drama en suspense aan elkaar gesmeed en gepraat, lucht en zelfs een absurdistisch randje geven. Alsof die Coronacrisis zich in een parallel universum voltrekt, waar feiten er niet toe doen, en, geheel naar de wet van Trump, alles draait om beeldvorming. Dus ja, inderdaad, vanuit die optiek bezien hebben ze ‘t daar nog altijd Totally Under Control (124 min.).

Uitgewoond: Achter Gesloten Deuren

Marijke (l) en Jan Carel / VPRO

Een oude boom moet je niet verplanten. Toch is dat precies wat er is gebeurd met de hoogbejaarde bewoners van De Drie Hoven. Het Amsterdamse verzorgingshuis voldeed niet meer aan de moderne eisen en moest daarom sluiten. En dus werden de ouderen, die hadden gedacht dat dit hun laatste woonplek zou zijn, gedwongen om toch nog een keer te verkassen.

Met haar smartphone tekende Marijke Schonewille die onzekere periode op in de serie Uitgewoond. Nu, ruim een jaar later, bezoekt ze haar hoofdpersonen op hun nieuwe woonplek voor de documentaire Uitgewoond: Achter Gesloten Deuren (70 min.). Ze zet een kopje thee, helpt iemand z’n jas aantrekken of speelt een spelletje Rummikub en maakt intussen een praatje over hoe het gaat. De 103-jarige Map is bijvoorbeeld in het Leo Polak-huis beland, ver van haar vriendin Gerda. Ze hebben allebei niet meer zoveel zin in het leven. Gerda ervaart haar huidige bestaan zelfs als het ‘neerslaan van je geestelijke brein’. Ze overweegt om serieuze stappen te ondernemen.

De 96-jarige Jan Carel, een voormalige marinier die betrokken was bij de Slag bij de Javazee in 1942, is intussen nog dagelijks bezig met zijn oorlogsverleden. Voor de zekerheid barricadeert hij elke avond de deur van zijn woning, zodat ‘de vijand’ niet ongemerkt binnen kan komen. Één vijand laat zich daardoor echter niet ontmoedigen: een onzichtbaar virus dat de halve wereld op zijn kop zet en ook – of juist – de levens van de alleroudsten binnendringt. ‘Ik maak nog ‘s wat mee op m’n ouwe dag’, grapt Hetty van 92 tijdens de eerste keer beeldbellen met Schonewille. Even later: ‘Met mij gaat het goed. Zet dat maar op de film.’

Dat geldt echter bepaald niet voor alle hoofdpersonen van deze kleine en menselijke film. Sommigen ervaren de gevolgen van ‘social distancing’ aan den lijve, anderen krijgen met de gevreesde ziekte zelf te maken. Marijke Schonewille blijft ondertussen zo dicht mogelijk in de buurt, als een vriendin die van geen wijken wil weten. Tot het moment dat hun verplichte isolement weer wordt doorbroken. Of het leven aan z’n einde is gekomen…

Uitgewoond: Achter Gesloten Deuren is hier te bekijken.

De Bestuivers

Human

‘Als de honingbijen uitsterven gaat onze eettafel er heel anders uitzien’, stelt de Californische bijenhouder Keith Roberts. ‘Vergeet je amandelen, bessen en avocado’s maar. Veel mensen denken bij bijen: “oh, honing”. Maar ze weten niet belangrijk hoe bestuiving is.’

Roberts moet getuige De Bestuivers (13 min.) constant zijn uiterste best doen om zijn bijenkolonies -nee: bijenfamilies – in leven te houden. Nu, tijdens de pandemie natuurlijk. ‘Zie je, deze houden zich niet aan de regels’, zegt hij bijvoorbeeld grappend, met een overbevolkte honingraat in hand. ‘Ze houden zich niet aan de anderhalve meter-samenleving. We zullen hen een strenge mail sturen.’

Maar ook zonder het Coronavirus levert de imker een voortdurende strijd op leven en dood. Met de boeren in z’n directe omgeving bijvoorbeeld, waaraan hij zijn families verhuurt. Zij maken regelmatig, tegen de afspraken in, gebruik van pesticiden. Hij toont het resultaat daarvan aan de camera: op de palm van zijn hand liggen tientallen levenloze bijen, sommige met de tong naar buiten.

Of robot-bijen dan de oplossing zijn? Het antwoord laat zich raden in deze sfeervolle korte film van Eline Jongsma en Kell O’Neill. ‘Ik denk dat mensen door deze pandemie gaan nadenken over waar het voedsel vandaan komt’, meent Roberts. ‘En dan gaan ze begrijpen hoe belangrijk bijen zijn, als dit allemaal voorbij is.’

Pandemic: How To Prevent An Outbreak

Netflix

Er komt gegarandeerd een nieuwe mutatie van het griepvirus aan, stelt expert Dennis Carroll van de Amerikaanse hulporganisatie USAID. Dit kan bovendien met gemak honderden miljoenen slachtoffers maken. Niet alleen door de dodelijke ziekte zelf, maar ook door de bijbehorende ontwrichting van de samenleving. Ga maar na: de Spaanse Griep van 1918 maakte al meer slachtoffers dan de Eerste en Tweede Wereldoorlog samen: ergens tussen vijftig en honderd miljoen mensen. En sindsdien is de wereld echt véél dichter bevolkt en toegankelijker geworden.

Wetenschappers als Carroll en artsen zoals Syra Madad, die ooit nota bene door de Hollywood-blockbuster Outbreak een fascinatie voor dodelijke virussen ontwikkelde, zijn in de zesdelige docuserie Pandemic: How To Prevent An Outbreak (282 min.) in een voortdurende ratrace verwikkeld met (nieuwe) besmettelijke ziektes: of het nu gaat om SARS en de vogelgriep of om Ebola en het coronavirus, dat afgelopen week de kop opstak in China.

De serie is breed opgezet en portretteert gedreven doktoren en wetenschappers uit alle windstreken; van een gepassioneerde arts die in een overvol ziekenhuis in India lijders aan varkensgriep probeert te redden tot de ambitieuze leiders van een test met varkens in Guatemala. Tegenover hun pogingen om virussen op te sporen, preventieve maatregelen doorgevoerd te krijgen of een universeel vaccin te ontwikkelen staan overtuigde anti-vaxxers uit Oregon, die uit principiële en praktische overwegingen weigeren om hun kinderen te laten inenten.

Pandemic begeeft zich zo in de frontlinie van de oorlog tegen virussen, die op alle mogelijke manieren wordt uitgevochten. Waarbij gewone mensen, die net als iedereen worstelen met hun gezin, geld en geloof, voor niets minder dan het lot van de mensheid, of op zijn minst één enkel mens, boven zichzelf proberen uit te stijgen. Het resultaat is interessant en informatief, maar wordt zelden zo meeslepend als de thematiek wellicht doet vermoeden.