IVF In België

VRT

Louise Brown, het allereerste IVF-kind ter wereld, was nog geen vijf jaar oud toen in de zomer van 1983 ‘de eerste Belgische proefbuisbaby’ Ellen werd geboren bij de Katholieke Universiteit Leuven. De Belgische kerk zag deze ontwikkeling destijds met lede ogen aan.

In-vitrofertilisatie was in die jaren een kwestie van pionieren. Zowel voor de ongewenst kinderloze stellen, lesbische koppels en alleenstaande vrouwen met een kinderwens als voor de betrokken artsen en zorgverleners. In de historische documentaire IVF In België (50 min.) blikken zij terug op deze bewogen periode, waarin de vernieuwende behandeling permanent onder een vergrootglas lag.

Begin jaren negentig werd in Brussel ook de ICSI-techniek ontwikkeld, een vruchtbaarheidsbehandeling die later in de hele wereld school zou maken. Tegenwoordig vindt zo’n zeventig procent van de kunstmatige inseminaties op deze manier plaats. En de aanvankelijke toename van het aantal meerlingen daarbij werd met het zogeheten ‘Belgian Model’ ook een heel eind getackeld.

De nadruk ligt in deze tv-film op zulke grote ontwikkelingen, waarbij de gespannen relatie tussen de katholieke universiteiten en het Vaticaan steeds opnieuw aandacht vraagt. Die worden toegelicht door de betrokken artsen en wetenschappers. De verhalen van enkele wensouders – hun kinderen komen niet aan bod – dienen daarbij vooral als menselijk illustratiemateriaal bij het grotere verhaal.

Intussen schrijdt de techniek nog altijd verder en is het de vraag of de betrokken mensen en organisaties dat nog wel kunnen bijbenen, het thema van het slot van deze interessante IVF-terugblik. In 2019 heeft bijvoorbeeld een 74-jarige Indiase vrouw twee kinderen gekregen. Zij geldt als de oudste moeder ter wereld. Of dat een goede ontwikkeling is? Daarover lopen de meningen natuurlijk uiteen.

Want deze wetenschap begeeft zich nu eenmaal altijd op de grens tussen de autonomie van de patiënt en de ethiek van diens arts. Voor professor Reproductieve Geneeskunde Gianpiero Palermo is ’t in wezen simpel: zolang het geen risico inhoudt voor de patiënt of diens embryo, doet hij wat die wil. Ethiek is volgens hem iets voor oudere collega’s die wetenschappelijk niets meer bij te dragen hebben.

Niet elke arts of wetenschapper stelt ‘t zo scherp. ‘Men moet altijd open blijven voor nieuwe ideeën’, vindt klinisch bioloog André van Steirteghem, die samen met gynaecoloog Paul Devroey baanbrekend werk verrichtte. ‘Als je met iets nieuws begint, dan moet je durven grenzen te verleggen’, zegt hun collega Stephan Gordts. ‘Dat is de enige manier, denk ik, waarop de geneeskunde vooruit kan gaan.’

‘De wetenschap heeft stappen vooruit gezet en maakt iets mogelijk’, concludeert Mieke Felix, één van de gelukkige moeders, als ze terugkijkt. ‘En wij hebben daar mogen gebruik van maken. Er is ons een cadeau gegeven.’

Trailer IVF In België

The Sadeck Effect

AVROTROS / dinsdag 2 december, om 22.40 uur, op NPO2

Met behulp van een lineaaltje tekent hij zijn choreografieën uit op papier. Zijn werk is in feite geometrie, legt Sadeck Berrabah uit, te vergelijken met de rotaties van een Rubik’s kubus. En hijzelf is dan te beschouwen als de leider van een vlucht vogels, die het tempo en de richting aangeeft. ‘Als we allemaal met elkaar verbonden zijn’, stelt hij in The Sadeck Effect (54 min.), ‘kunnen we magnifieke dingen creëren.

Inmiddels is de Franse choreograaf, die zich ook wel Sadeck Waff noemt en sterk is beïnvloed door hiphop, martial arts, Michael Jackson en manga, een gevierde ster. Via de televisietalentenjacht America’s Got Talent bereikte zijn dansgezelschap enkele jaren geleden een groot publiek. Sindsdien werkt hij samen met wereldsterren zoals Shakira en in opdracht van gerenommeerde organisaties en bedrijven.

Ooit was ie een zorgenkindje, vertelt Sadeck in het gestileerde portret dat Stéphane Carrel van hem maakte. Een stotteraar uit het plaatsje Forbach in het noordoosten van Frankrijk. Zoon van vroeg gescheiden ouders. En een tiener die afhaakte op school. Als achttienjarige werd Sadeck door zowel z’n vader als z’n moeder buitengezet. Hij leefde een tijdje op straat en verkaste daarna naar Montpellier.

Daar haalde Sadeck z’n rijbewijs, begon hij met z’n handen te werken en werd ie voor het eerst vader. Intussen kwam zijn danscarrière op gang. Toen hij in 2017 samen met een vriend een nieuw concept bedacht, gebaseerd op geometrie en menselijke beweging, en vanuit dat idee de video Geometrie Variable maakte, ging die direct ‘viral’. Zijn wereld veranderde compleet. Al snel stroomden de aanbiedingen binnen.

Tijdens deze film werkt Sadeck samen met zijn getrouwen, waaronder enkele broers, aan de theatervoorstelling Murmuration, een show die zich afspeelt op het snijvlak van wiskunde, wetenschap en de natuur. En die begint voor hem, letterlijk, op de tekentafel, met het uitwerken van ideeën op papier. Daarna volgt de vertaling naar een groep dansers die zijn tableaus nauwgezet uitbeeldt.

Zo werkt de gedreven choreograaf toe naar de spectaculaire uitvoering van Murmuration in de Parijse concertzaal Zénith, het eindstation van deze fraaie film die ‘s mans overweldigende werk vol in de schijnwerpers zet. Aan dat succes zit, natuurlijk, ook een keerzijde. Het heeft Sadeck Berrabah weliswaar status en zelfvertrouwen gegeven, maar zorgt ook voor druk, vermoeidheid en afstand tot zijn kinderen.

Want de afstemming tussen zijn bestaan als veelgevraagd kunstenaar en z’n verplichtingen als huisvader luistert eveneens héél nauw.

12th & Delaware

Loki Films / HBO

Om vijf uur ’s ochtends staat er in de schemering al een demonstrant te posten. In haar handen houdt de oudere vrouw een bord: thou shalt not kill. ‘Laat God in je leven’, roept ze even later naar de beheerders van de kliniek, Candace Lye en haar echtgenoot Arnold, wanneer die aan hun dag beginnen. ‘Dit werk gaat je niet verder brengen. Dit is het werk van de Duivel.’ De antiabortusactiviste krijgt al snel versterking van medestanders. Samen geven de pro-lifers ook de arriverende meisjes en vrouwen een warm welkom. ‘God heeft je zwanger gemaakt’, houdt de vrouw hen voor, met een piepklein plastic baby’tje in haar hand. Haar collega’s tonen intussen bloederige billboards. ‘Neem geen abortus. Kies het leven.’

Sinds 1991 zit er een abortuskliniek op de hoek van 12th & Delaware (80 min.) in Fort Pierce, Florida. Acht jaar later heeft een pro-life organisatie het pand ertegenover opgekocht en daarin het Pregnancy Care Center geopend. Als zwangere vrouwen zich daar melden, al dan niet per ongeluk, krijgen ze na een goed gesprek met de katholieke consulent Anne, dat ook voor een hartig woordje kan doorgaan, vrijwel direct een echo. Zodat ze alvast de hartslag van de snel groeiende baby in hun buik kunnen zien. Intussen vertelt Anne hen plastische verhalen over wat een abortus inhoudt en toont zo nodig zeer expliciete foto’s. Ze deinst er ook niet voor terug om de betrouwbaarheid van condooms in twijfel te trekken. Alles voor de goede zaak. Bij vertrek geeft zij de vrouw een echofoto mee, gericht aan de aanstaande ‘mommy’ en/of ‘daddy’.

Na gedane arbeid steekt Anne, een alleenstaande diepgelovige vrouw, gevolgd door de camera, de straat over, naar haar medestanders met de protestborden. Hebben ze al gehoord dat een kliniek in Philadelphia vrije abortussen heeft verstrekt ter ere van George Tiller? Die abortusarts werd in 2009, toen de opnames voor deze unheimische film van Rachel Grady en Heidi Ewing (Jesus Camp) nog liepen, vermoord door een fanatieke pro-lifer, een traumatische gebeurtenis die nog altijd nazindert in de Amerikaanse pro-choice beweging en die later is vervat in de indringende documentaire After Tiller (2013). Het was de zoveelste escalatie in een ideologische oorlog, die wordt uitgevochten op de straten van Amerika. Zoals op die ene straathoek in Florida, waar zwangere vrouwen op een T-splitsing belanden: door of niet?

Volgens pastor Tom Euteneuer, de voorman van het Pregnancy Care Center, is de ‘abortusindustrie’ niets minder dan een ‘diabolische religie’, die met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Uitgevoerde abortussen voelen voor de medewerkers van zijn organisatie als een persoonlijk nederlaag. De kliniek aan de overkant van de straat is volgens Anne in wezen te vergelijken met een autodealer: het echtpaar dat de tent runt, Candace en haar echtgenoot Arnold, wil gewoon zoveel mogelijk ‘auto’s’ verkopen. In de tweede helft van hun ontluisterende film nemen Grady en Ewing dan eindelijk ook zelf poolshoogte bij die abortuskliniek. Daar verbazen ze zich over de ‘Ausdauer’ van hun ideologische tegenstanders – hebben die lui niets beters te doen? – en hun slinkse tactieken – van die misleidende naam tot het verstrekken van incorrecte informatie.

Dagelijks ervaren zij ook de consequenties daarvan: hoe vrouwen worden beïnvloed, gemanipuleerd en/of geïntimideerd terwijl ze één van de moeilijkste beslissingen van hun leven moeten nemen. Inmiddels, zo’n vijftien jaar later, is de situatie van zulke meisjes en vrouwen overigens alleen maar verslechterd. Sinds het Amerikaanse hooggerechtshof in 2022 het federale recht op abortus heeft geschrapt, kan elke staat zijn eigen regels bepalen en hoeven antiabortusactivisten zoals Anne zich niet meer te beperken tot protest, suggestie en desinformatie. Met de Bijbel in de hand kunnen ze het recht op abortus nu daadwerkelijk inperken.

The Devil Is Busy

HBO Max

Als er een kloppend hartje is te zien op de echo, kunnen ze in Georgia niets voor een zwangere vrouw doen. Dat mogen ze niet. Sinds het Amerikaanse hooggerechtshof in 2022 het federale recht op abortus schrapte, kan elke staat z’n eigen regels bepalen. In sommige delen van het land, zoals in de Zuidelijke staat Georgia, is het daardoor voor vrouwen veel moeilijker, zo niet onmogelijk, geworden om een abortus te krijgen.

De telefoniste van het feministisch gezondheidscentrum voor vrouwen in Atlanta vindt ‘t ‘hartverscheurend’ om vrouwen nee te verkopen, vertelt ze in The Devil Is Busy (32 min.). Zij moet hen doorverwijzen naar een andere Amerikaanse staat. Als het vruchtzakje leeg is, mogen ze de zwangerschap nog wel onderbreken. De meeste vrouwen weten dan alleen nog helemaal niet dat ze in verwachting zijn.

Georgia’s verbod om een zwangerschap na zes weken af te breken komt volgens de dienstdoende gynaecoloog in de praktijk dus neer op een totaalverbod op abortus. ‘Ik had nooit kunnen nemen bedenken dat ik 25 jaar geleden meer rechten zou hebben dan mijn dochter nu’, vult de echoscopist van de abortuskliniek aan, terwijl ze onderzoekt of de vrouw op haar behandeltafel de zes wekengrens al heeft bereikt.

Het gelovige hoofd beveiliging Tracii, de verbindende schakel in deze interessante korte documentaire van Christalyn Hampton en Geeta Gandbhir, heeft ’t er intussen ook druk mee. De kliniek wordt permanent belaagd door demonstranten. ‘Waarom kies je ervoor om een onschuldig kind te vermoorden?’ roept één van hen door een microfoon naar de vrouwen, die zich daar, al dan niet met hun partner, melden voor hulp.

Tracii heeft weinig begrip voor de antiabortusactivisten. Één van hen, Jason, heeft bijvoorbeeld in de gevangenis gezeten omdat hij had geprobeerd om een zwarte kerk in brand te steken. ‘Ik vroeg hem ooit: hoe kun jij mensen naar de hemel of hel sturen alsof die van jou zijn? Hij zei: ik heb berouw getoond, God heeft me vergeven.’ Ze is er nog altijd beduusd van. ‘Dus daarom denk je nu dat je anderen mag veroordelen?’

Salamatty Kazakhstan

Mokum Films

Zeventien provincies, 121 stations en zo’n 18.000 kilometer. Acht maanden per jaar, van eind april tot begin december, rijdt er een trein met artsen en verpleegkundigen en hun begeleiders door afgelegen, dunbevolkte delen van Kazachstan, waar ongeveer twintig miljoen mensen wonen in een gebied dat grofweg zesmaal het totale landoppervlak van Frankrijk omvat. Bij de Salamatty Kazakhstan (93 min.), die bij elk station twee dagen halt houdt, kunnen de bewoners terecht voor gratis gezondheidszorg.

De ‘Gezond Kazachstan’-expres rijdt al zo’n tien jaar, maar heeft ditmaal een extra passagier: Ben van Lieshout (Sketches Of SiberiaSnelweg NL en Hoogtijdagen – Portret Van Een Gehavend Gebied). Hij legt zowel het werk van de zorgverleners vast – lichamelijk onderzoek, kleine ingrepen en basale mondzorg – als het leven dat zij met de andere bemanningsleden leiden. Ieder heeft z’n eigen redenen om deze trein te nemen, blijkt uit de spaarzame interviews die de Nederlandse documentairemaker heeft toegevoegd. De één vindt de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk, een ander wil mensen helpen en een enkeling is op zoek naar een levensgezel.

Verder beperkt Van Lieshout zich tot het observeren van het leven onderweg en de aankomst op weer een nieuwe plek. Als de gezondheidskaravaan ergens arriveert, loopt steevast de wijde omgeving uit. In het dorp Baumanskaya (266 inwoners) in de Zhambyl-regio, in het zuiden van Kazachstan, wordt de trein bijvoorbeeld opgewacht door een ontvangstcomité en zijn er ook festiviteiten georganiseerd. Pas daarna kan het spreekuur worden opgestart. In de treinwagon zelf, maar zo nodig ook aan huis, krijgen de dorpelingen zorg die de rest van het jaar ontbreekt. En na gedane arbeid is er tijd voor ontspanning. Een spelletje kaart of een potje volleyballen.

Geduldig toont deze interessante roaddocu hoe de 35 mensen op de trein, die alle uithoeken van het fraaie en uitgestrekte land aandoet, steeds nadrukkelijker een gemeenschap beginnen te vormen. Er wordt samen gefitnesst, gebeden en zo nu en dan ook, in en om die trein, een feestje gebouwd. Met het sociale project Salamatty Kazakhstan vormen deze reizende zorgers ondertussen het gezicht van Vadertje Staat, die zich tegenwoordig bekommert om onderdanen die eerder vaak aan hun lot werden overgelaten en gewend waren om hun eigen boontjes te doppen.

Beauty And The Bester

Netflix

Waarom eist een bekende Zuid-Afrikaanse arts en influencer het lichaam van de beruchte ‘Facebook-verkrachter’ op, nadat die op 3 mei 2022 een einde aan zijn leven heeft gemaakt in de Mangaung-gevangenis in Bloemfontein? De beeldschone dermatologe Nandipha Magudumana, oprichter van de bekende kliniek Optimum Medical Aesthetics, beweert dat ze de echtgenote is van Thabo Bester. En als dat nog niet verdacht genoeg is: het begint er al snel ook op te lijken dat de gevaarlijke crimineel zichzelf helemaal niet in brand heeft gestoken in zijn cel.

Terwijl het onderzoek naar de mysterieuze zelfmoord op gang komt, schakelt regisseur Anthony Molyneaux in de driedelige true crime-serie Beauty And The Bester (134 min.) regelmatig terug in de tijd: naar hoe een jonge en ambitieuze vrouw in contact komt met – en onder de invloed van? – een man die naar verluidt iedereen om z’n vingers kan winden. Hij zou ook regelmatig fotomodellen hebben benaderd voor een gefingeerd modellenbureau. Met hen is het lang niet altijd goed afgelopen. Want TK Nkwana, één van Besters vele valse namen, deinst nergens voor terug: beroving, verkrachting en zelfs moord. En dat heeft hem een fikse gevangenisstraf opgeleverd: levenslang, plus 25 jaar.

Met een heel arsenaal aan direct betrokkenen, waaronder de ouders en broer van dokter Nandipha en Thabo Besters moeder Meisie Mabaso, loopt Molyneaux de hele zaak rond het verdachte sterfgeval nog eens grondig door, waarbij hij ook de beschikking heeft over een oud gevangenisinterview met de ‘psychopaat’ Bester en onthullende persoonlijke audioberichtjes van hem aan zijn geliefde Nandipha. Het blijft desondanks moeilijk om echt in de ziel te kijken van het ondoorgrondelijke duo, dat al snel wordt uitgeroepen tot de Zuid-Afrikaanse Bonnie & Clyde. Daarvoor ontbreken er toch nog te veel stukjes van de puzzel over de affaire, die in Zuid-Afrika uitliep op een enorme mediahype.

Deze scandaleuze variant op The Beauty And The Beast slaagt vooral als vaardig opgezet en uitgevoerd misdaadverhaal, dat het aloude adagium ‘good women love bad men’ nog maar eens uitpluist.

Critical: Between Life And Death

Netflix

Elke patiënt gaat naderhand mee naar huis, stelt orthopedisch chirurg Ibraheim. Ze worden stuk voor stuk doodsbang binnengebracht bij het Londense ziekenhuis King’s College, lijdend aan helse pijnen en volledig overgeleverd aan hen, de zeer professioneel opererende verleners van traumazorg. En die nemen hen na gedane arbeid in gedachten mee naar hun eigen leven, waarbij vaak dan pas tot hen doordringt wie ze voor hun ogen, op hun monitor of onder hun mes hebben gekregen en wat het letsel dat zij hebben opgelopen zou kunnen betekenen voor hun verdere levens.

Aan de hand van enkele concrete casussen brengt Critical: Between Life And Death (278 min.) het werk in beeld van meldkamermedewerkers, traumahelikopterartsen, ambulanceverpleegkundigen, eerste hulp-doktoren, traumaspecialisten en chirurgen van verschillende Londense ziekenhuizen. De eerste aflevering van deze zesdelige docuserie van Jermaine Blake, Matt Haan en Toby Paton zet de kijker enigszins op het verkeerde been met de nasleep van een ernstig ongeluk met een kermisattractie, verteld door familieleden en hulpverleners, waarbij het tot het einde ongewis blijft wie er hoe overleeft. Een gedegen real life-thriller, die niettemin redelijk inwisselbaar blijft

In de volgende afleveringen graaft Critical, dat doet denken aan de Amerikaanse ziekenhuisseries Lenox Hill en Emergency NYC, aanmerkelijk dieper. Via enkele gewone Londenaren die ingrijpend letsel hebben opgelopen als gevolg van een ongeluk of aanval wordt, doorgaans verspreid over meerdere afleveringen, het systeem in beeld gebracht waarin zij dan terechtkomen. Multidisciplinaire teams proberen de opgelopen schade – gevisualiseerd met verhelderende animaties – zoveel mogelijk te beperken en komen uiteindelijk soms voor de ultieme keuze te staan: leven of ledemaat. Die vraag kan natuurlijk maar op één manier worden beantwoord. Het is wel de vraag wat dit dan voor het leven van de desbetreffende patiënt betekent. Hoe moet die verder zonder hand of been?

Blake, Haan en Paton richten hun camera tevens op het precisiewerk in de operatiekamer  – als het bordje ‘theatre in use’ oplicht – dat zéér expliciet In beeld wordt gebracht. De bloederige close-ups van chirurgische ingrepen zijn vast niet aan iedereen besteed en voelen soms wat overdadig. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor de mentale impact van het lichamelijke trauma. De 23-jarige jongeling Isaac is bijvoorbeeld bruut mishandeld. Wat hebben de schoppen tegen zijn hoofd te weeg gebracht in zijn brein? Zal dit ooit weer normaal functioneren? En hoe is ’t überhaupt om verder te gaan na zo’n traumatische ervaring, of ’t nu gaat om een ingrijpend ongeval of een laffe aanval?

Verder zoomt Critical in op de persoonlijke verhalen van zowel enkele patiënten en hun families als de individuele leden van het traumateam, die in hun eigen levens soms ook met fysiek letsel te maken hebben gekregen en zich daarom terdege realiseren wat de impact van hun job kan zijn. Deze miniserie zet hun essentiële werk vol in de schijnwerpers en maakt zo de gevolgen van trauma bij gewone burgers en de permanente balanceeract van het zorgsysteem om de schade weer zoveel mogelijk te herstellen zichtbaar en voelbaar.

I Am A Woman Now

Cinema Delicatessen

In Casablanca openbaarde zich vanaf halverwege de jaren vijftig een nieuwe wereld voor een aantal vrouwen die in het verkeerde lichaam waren geboren. De Franse arts Georges Burou (1910-1989) had zich in zijn vrije tijd verdiept in geslachtsoperaties en bleek bereid om in hun behoefte voorzien. Voor enkele generaties transvrouwen werd hij vervolgens niets minder dan een verlosser. Burou bevrijdde hen van het lijf dat een kerker was geworden en bezorgde hen een wedergeboorte. Aan psychologisch onderzoek deed de vooruitstrevende gynaecoloog overigens niet. Hij liet zijn clientèle simpelweg een aantal bloederige foto’s zien. Dat schrok wel af. En wie er daarna nog op stond, kon de ingreep krijgen.

Coccinelle, inmiddels overleden, was naar verluidt één van de eerste vrouwen die zo werd geholpen. Samen met Bambi (echte naam: Marie-Pierre Pruvot) was zij rond 1960 één van de grote sterren van de befaamde Parijse travestieclub Le Carrousel. Coccinelles wedergeboorte ging daar als een lopend vuurtje rond. Bambi, die nog steeds optreedt, waagde eveneens de grote stap. En ook voor het Britse topmodel April Ashley, die onlangs met zangeres Amanda Lear nog centraal stond in de intrigerende transdocu Enigma (2025), diende het moment zich aan, waarop ze zonder enig voorbehoud kon zeggen: I Am A Woman Now (86 min.).

In deze liefdevolle film uit 2011 portretteert Michiel van Erp in totaal vijf transvrouwen. Voor de Duitse Jean Lessenich betekende de ingreep bij Burou de start van een persoonlijke zoektocht, terwijl haar Nederlandse lotgenote Colette Berends algauw de liefde vond. En de Vlaamse Corinne van Tongerloo was ‘zo trots als een meisjespauw’ toen ze haar hele naakte lichaam kon laten zien tijden een nachtcluboptreden. Tegelijk moet ze één van haar beste vriendinnen nog altijd inlichten over het feit dat ze ooit werd geboren als jongetje. Dat gebeurt voor de camera. Het is een ontroerend tafereel: twee vrouwen die zowel zeer intiem zijn als verlegen met de situatie waarmee moeder natuur hen heeft opgezadeld.

Want dat is toch de slotsom van deze film, die door Van Erp is afgewerkt met zalige zon- en strandbeelden, fraai archiefmateriaal en een nostalgische soundtrack, boordevol bloemrijke Franse chansons: hun eerste geboorte was feitelijk niet meer dan een soort bedrijfsongeval, zij werden pas echt geboren bij dokter Burou. In een tijd waarin dat bepaald nog niet vanzelfsprekend was, bleek deze ‘lieve, excentrieke man’ – hier vertegenwoordigd door zijn nog altijd trotse zoon – bereid om hen te zien zoals zij zichzelf zagen.

Enigma

HBO Max

‘Wat wil je dat mensen van je weten?’, vraagt de interviewster van de Duitse televisie in 1976 aan ‘de Europese discokoningin’ Amanda Lear. ‘Waar ben je trots op?’ Lear steekt direct van wal: ‘Nou, ten eerste is het belangrijk om te zeggen dat vrijwel alles wat je in mijn biografie hebt gelezen niet waar is.’ Ze specificeert: ‘Iedereen die gelooft dat ik een man ben, is duidelijk een idioot.’

‘Surgeon built me so well nobody could tell’, zingt ze nochtans cryptisch in haar hitje Fabulous Lover, Love Me (1980). ‘That I once was somebody else.’ Lear is een Enigma (94 min.) en wil dat duidelijk ook blijven. ‘Voor iemand die zo krachtig ontkent dat ze trans is’, zegt schrijfster en historica Morgan M. Page (Eldorado: Alles, Was Die Nazi’s Hassen) in deze film van Zackary Drucker (The Stroll), ‘heeft ze toch een hele carrière opgebouwd met trans zijn en dat gewoon nooit bekennen.’

De andere hoofdpersoon van dit dubbelportret van twee transvrouwen uit vervlogen tijden heeft helemaal geen keuze. Het veelgevraagde Britse model April Ashley behoort tot de eerste transvrouwen die een geslachtsbevestigende operatie ondergaat en wordt vervolgens in 1961 ongevraagd ge-out en gecanceld. Geen merk wil immers geassocieerd worden met transseksualiteit. De rest van haar leven zal Ashley blijven strijden voor haar recht om vrouw te zijn en als zodanig erkend te worden.

Ashley en Lear hebben elkaar leren kennen bij de Parijse nachtclub Le Carrousel, waar ze allebei travestieoptredens verzorgen. Alle performers lijken er op elkaar, vindt April. Of ze misschien familie zijn? vraagt ze. Een collega barst in lachen uit. ‘Gekkie! Doe niet zo stom. Ze zijn allemaal bij dezelfde chirurg geweest.’ In I Am A Woman Now (2011) portretteerde Michiel van Erp al eens enkele klanten van deze dokter Georges Burou in Casablanca, waaronder ook April Ashley en haar Carrousel-collega Bambi.

Amanda treedt daar op onder de nom de plume Peki d’Oslo en ondergaat in die tijd ook, zoals ze dat zelf blijkbaar noemde, ‘Operation Pussycat’. Al zal ze dat vermoedelijk tot haar dood blijven ontkennen. Via het Londen van de ‘swinging sixties’, waar ze zowel The Beatles als The Stones leert kennen, komt de vrouw die zich inmiddels Amanda Lear noemt in de entourage van beeldbepalende kunstenaars als Salvador Dali, Bryan Ferry en David Bowie terecht en verwerft een status als sekssymbool en popicoon.

De carrière van April Ashley, die (noodgedwongen) wél open is over haar transitie, komt intussen nooit meer op gang. Zij moet zich bovendien nog de nodige vernederingen laten welgevallen. Drucker, zelf transvrouw, zet die twee levens tegenover elkaar en creëert daarmee een schrijnende tegenstelling. Ze legt de kwestie ook voor aan Lear zelf: zij zou waarschijnlijk nooit zo succesvol zijn geworden als ze zich bekend had gemaakt, maar zou ze nu niet veel meer waardering krijgen als ze dat alsnog deed?

De vrouw tegenover haar, een product van haar tijd, blijft dralen en draaien. Ze kan niet anders, denkt ze vermoedelijk. Niet meer. Of toch wel? Het blijft een enigma wat er precies in Amanda Lear omgaat, maar het is in elk geval zeer treffend voor de benarde situatie waarin zij heeft moeten leven: het laveren tussen spel en realiteit, met haar eigen identiteit als onvermijdelijke inzet. Zo bezien heeft April Ashley, haar tegenpool in dit aangrijpende dubbelportret, ’t bijna eenvoudiger gehad. Zij kon zijn wie ze wilde.

Tegelijkertijd lijkt ook dit weer een simplificatie van de levens die deze twee transvrouwen moesten leiden in een zeer onveilige wereld. Hoe zij zich staande hielden – dát ze zich überhaupt staande hielden – tekent hun veerkracht, creativiteit en ausdauer. En het is waardevol dat die juist nu, op een moment dat transrechten hier en daar weer onder druk staan, nog eens zijn opgetekend. In een film die een krachtig tijdsbeeld schetst – en vermoedelijk tóch van alle tijden is.

Zomerdromen

Tangerine Tree / VPRO

‘Wat voor een kanker heb jij?’ vraagt Lotte van der Ree aan het meisje, dat ze zojuist heeft ontmoet op het kamp en waarmee ze nu in een zwemband in het water dobbert.

‘Ik heb leukemie gehad’, antwoordt zij ontspannen. ‘Nou, heb ik nog. Gaat nu goed. En met jou? Wat heb jij?’

‘Met mij gaat het nu ook goed, vooral omdat ik in het water ben, met een donut’, reageert Lotte lachend.

‘Wat heb je dan?’ wil het andere meisje weten.

‘Mijn tumor zat in mijn onderbuik. Hij is wel weggesneden, maar ik krijg nog wel chemo via een infuus. En elke dag moet ik een chemodrankje nemen.’

‘Oh, ja.’

Deze korte jeugddocumentaire van Kim Faber begint niet op het kamp, maar op de poli kinderoncologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Daar is de elfjarige Lotte al een jaar in behandeling. Na een gesprekje met de behandelende arts, is het echter tijd voor iets anders: kamp. Jeeuuh! reageert het meisje enthousiast.

En daar, op Zomerzotheid, speelt Zomerdromen (17 min.) zich verder af. Het wordt ‘een zomerzotte zeilvakantie in Friesland’. De deelnemers worden enthousiast begroet. ‘Welkom op ons kamp’, roept één van de organisatoren hen direct toe. ‘Iedereen heeft hier ongeveer hetzelfde meegemaakt. Dus wees een beetje lief voor elkaar.’

En dat is precies wat de kinderen en hun enthousiaste begeleiders van de Stichting Kinderoncologische Vakantiekampen (SKOV) gaan doen: onbezorgd van de activiteiten, elkaar en het leven in het algemeen genieten. Zwemmen, zingen en dansen, hamburgers eten en TikTok-dansjes filmen. En tot besluit – natuurlijk! – een bonte avond.

Tussendoor praten ze over het leven met kanker: haaruitval, misselijkheid en prikken krijgen. Faber vangt in deze warme, observerende film hoe lotgenoten zielsverwanten worden – en gewone vriendjes en vriendinnetjes. Zonder dat het al te zwaar of somber wordt, iets waar Nederlandse jeugddocu’s wel vaker heel goed in slagen.

Zomerdromen had alleen wel wat extra speelduur mogen krijgen, om het verloop van het kamp en de ontwikkeling van de vriendschappen nog wat uitgebreider in beeld te brengen. Voordat je je als kijker hebt kunnen hechten aan de personages zijn het kamp en deze weerslag daarvan alweer voorbij. Maar misschien gaat ‘t in het echt ook wel zo…

Want na dik een kwartier wacht het gewone leven weer: Lottes volgende afspraak op het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Het Zwijgen Van Loe de Jong

Selfmade Films

In eigen kring zweeg Loe de Jong (1914-2005) doorgaans categorisch over de oorlog, waarvan hij zijn levenswerk had gemaakt. Als directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie groeide hij uit tot dé Nederlandse WOII-autoriteit. De Jong was het gezicht van het televisieprogramma De Bezetting (1960-1965) en schreeg de gezaghebbende boekenreeks Het Koninkrijk Der Nederlanden In De Tweede Wereldoorlog (1996-1994).

Als Abel en Daan, de zoons van zijn door de nazi’s vermoorde tweelingbroer Sally, vragen hadden over wat er was gebeurd met hun vader, wimpelde hij die echter resoluut af. ‘Jongen, je moet in het heden leven’, zei Loe dan. Hij zou zelfs eens hebben gezegd dat geschiedenis helemaal geen zin heeft. ‘Je moet je niet met het verleden bezighouden’. Toch is dat precies wat de broers, die de oorlog overleefden op een onderduikadres, gaan doen. En Loe’s kleindochter Simonka de Jong documenteert dat proces.

Na het overlijden van de toonaangevende historicus zijn er namelijk brieven gevonden van Sally de Jong, die zijn eeneiige tweelingbroer altijd achter had gehouden voor diens zoons. In Het Zwijgen Van Loe de Jong (55 min.) uit 2011 gaan zijn neven, die geen bewuste herinneringen hebben aan hun ouders, op zoek naar de reden. Die queeste begint in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, waar in een kluis nog altijd Loe’s kenmerkende brillen, pacemaker en pijptabak worden bewaard.

Loe de Jong, kind van een Joods gezin in Amsterdam, vluchtte aan het begin van de Tweede Wereldoorlog naar Engeland. Het was de bedoeling geweest dat ook zijn ouders en jongere zusje zouden meegaan. Onderweg waren ze elkaar echter kwijtgeraakt. Sally was toen al gemobiliseerd als arts en niet meer bereikbaar. De eeneiige tweeling zou nooit herenigd worden. Toen Loe, nadat hij tijdens de oorlog voor Radio Oranje had gewerkt, terugkeerde in Nederland, was zijn gehele familie verdwenen.

Daan de Jong grijpt elke strohalm aan om meer te weten te komen over dat verleden en te ontdekken waarom Loe zo weinig over zijn broer wilde vertellen. Tegelijk ontstaat er verwijdering met zijn eigen broer Abel en onmin over het feit dat hij doorgaat met deze film over zo’n gevoelige familiekwestie. Die stelt echter niemand in een kwaad daglicht – al komt Loe de Jong er niet uit naar voren als een bijzonder invoelend mens – en laat vooral zien hoe het verleden ook Joodse families nog altijd verscheurt.

En Loe’s kleindochter Simonka leert tijdens een andere kant kennen van haar beroemde opa: de soms beste kleine man achter het levensgrote icoon.

Call Me Kate

Salon

Katharine Hepburn (1907-2003) had vier Oscars op de schouw staan. Tenminste, als ze de beeldjes destijds ook had opgehaald. Voor Morning Glory (1933), Guess Who’s Coming To Dinner (1967), The Lion In Winter (1968) en On Golden Pond (1981). En als Hepburn voor elke nominatie een certificaat had gekregen, zou zij er een muur mee hebben kunnen behangen. Als ze die dus ook in ontvangst zou hebben genomen…

‘Toen ik begon, wilde ik maar één ding: beroemd worden’, vertelt het Hollywood-icoon zelf in één van haar spaarzame interviews, met de schrijver Glenn Plaskin, dat als een levensader door Lorna Tuckers portret Call Me Kate (86 min.) loopt. ‘Maar ik realiseerde me al snel dat ik, als ik ’t langer dan vijf minuten wilde volhouden in deze industrie en ’t ook nog wilde kunnen navertellen, er alles voor moest geven en daar nooit mee mocht ophouden.’

Eigenzinnig, vastberaden en rücksichtslos hield ze zich in de jaren dertig staande in de filmindustrie. Daarmee maakte Hepburn zich niet bij iedereen geliefd. Na enkele flops rekenden anderen dus met liefde en plezier met haar af. De actrice kreeg de reputatie dat ze ‘box office poison’ was. Het was een gigantische misrekening. Katharine Hepburn bleek over veel meer ausdauer te beschikken dan de meeste van haar generatiegenoten.

‘Was je een opportunist?’ vraagt Plaskin haar in het gesprek (waarnaar hij zelf in deze docu, enigszins curieus, aandachtig zit te luisteren). ‘Ik denk dat iedereen een opportunist is als ie een kans krijgt om opportunistisch te zijn.’ Hepburn greep dus de kans om te schitteren tegenover ‘leading men’ zoals Humphrey Bogart, Cary Grant en haar grote liefde Spencer Tracy, de acteur met een drankprobleem en al een vrouw.

Ze zou nochtans ruim 25 jaar met hem leven en werken. Tot aan zijn dood in 1967. Toch kon de Amerikaanse actrice de geruchten dat ze lesbisch was – hoewel ze ook nog een relatie had gehad met de excentrieke rijkaard Howard Hughes – daarmee niet volledig laten verstommen. Katharine Hepburn maakte ’t daar zelf ook wel een beetje naar: als vrouw met een voorbeeldfunctie droeg ze regelmatig, God betere ‘t, broeken.

In dit portret geven verder onder anderen haar neef Mundy Hepburn, Spencer Tracy’s kleinzoon Joe en achterkleinzoon Sean en Angela Allen, de scriptsupervisor van de klassieker The African Queen (1951), tekst en uitleg bij de beeldenpracht die Tucker heeft opgediept uit de archieven. Ze brengt ook een bezoek aan The Katharine Hepburn Cultural Arts Center – noem het gerust The Kate – in haar woonplaats Old Saybrook.

Zo verbindt dit adequate portret alle losse eindjes in het leven van een ongenaakbare Hollywood-heldin, die haar hele leven iets ongrijpbaars bleef houden. Misschien ook wel bewust: zodat ze uit de greep van pers en publiek kon blijven.

Sporen Van Een Spermabank

KRO-NCRV / vanaf dinsdag 17 december op NPO Start

Zouden sommige vruchtbaarheidsartsen, donoren en medewerkers van spermabanken in het verleden de overtuiging hebben gehad dat het doel alle middelen heiligde? En dat toch niemand erachter zou komen hoe ze hun klus klaarden? De misstanden die in de afgelopen jaren, met behulp van moderne DNA-toepassingen, zijn blootgelegd in de fertiliteitswereld – van pak ‘m beet het zaad van de beruchte vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat tot de duizend kinderen van de Nederlandse ‘vikingdonor’ Jonathan Meijer – doen vermoeden van wel.

De excessen daargelaten lijkt er in het algemeen, bij mensen die doorgaans natuurlijk vanuit de beste bedoelingen handelden, sprake te zijn geweest van onachtzaamheid, gebrek aan invoelend vermogen en doodgewone slordigheid. Donorkinderen worden echter donorvolwassenen, zoals Roos, zelf kind van een donor, ‘t treffend uitdrukt in de vierdelige serie Sporen Van Een Spermabank (145 min.). De vragen over oorsprong, verwantschap en aanleg volgen dan vanzelf. En mannen die ooit (anoniem) zaad doneerden kunnen dan ineens worden aangesproken als vader.

Deze miniserie van Annemieke Ruggenberg en Martijn Willemen concentreert zich op misstanden binnen het Arnhemse Rijnstate-ziekenhuis en laat zien – op basis van achtergrondgesprekken en inzage in medische dossiers, onderzoeksrapporten en vertrouwelijke stukken – waartoe al dat geïmproviseer kan leiden. Donoren met veel meer nageslacht dan ze door hadden bijvoorbeeld. ‘Het is gewoon veel te veel’, zegt Peter, die zelf geen kinderwens had, maar inmiddels naar schatting zestig tot tachtig kinderen heeft verwekt. Hij betrapt zichzelf op ‘de hoop dat kinderen zich niet melden’. 

Bij donoren zoals Peter, die soms zelfs al zijn vergeten dat ze ooit zaad hebben gedoneerd, kan er echter zomaar een brief van de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting op de deurmat vallen: één van hun kinderen wil contact. Hans ziet zichzelf bijvoorbeeld niet als vader, maar eerder als ‘biologische veroorzaker’. Ook hij heeft er inmiddels echter diverse malen aan moeten geloven. Het ene na het andere kind meldde zich. Voor de camera van deze serie wordt Hans opgezocht door een gezelschap van vijf volwassen dochters, waarvan hij er eentje zelfs voor het eerst ontmoet.

De eerste twee delen van deze boeiende journalistieke productie richten zich op de donorkinderen en hun donoren, het derde deel speelt zich vooral binnen het ziekenhuis zelf af. Waar artsen en medewerkers van het matchen van wensouders en donoren nogal eens een (administratief) rommeltje hebben gemaakt. Met alle gevolgen van dien: voor onwetende/onwillige donoren, de betrokken ouderparen en – vooral – hun inmiddels volwassen kinderen, die in het duister tasten over van wie ze afstammen – of uitermate ongelukkig worden van de informatie die ze daarover krijgen verstrekt.

De volle reikwijdte van wat er toentertijd mis is gegaan in het Rijnstate dringt pas echt door in de afsluitende aflevering van Sporen Van Een Spermabank, die is opgebouwd rond een onthulling van Karbaat-achtige proporties. Dit bijzonder pijnlijke verhaal krijgt ongetwijfeld nog een staartje en maakt ook erg benieuwd naar de inhoudelijke reactie van het ziekenhuis en de betrokken arts.

Lowcy Skór

HBO Max

Tussen 2000 en 2002 hebben ambulancemedewerkers in Lodz mogelijk honderden patiënten gedood. Uitroepteken. De Poolse documentairemaakster Aleksandra Potoczek start de vierdelige serie Lowcy Skór (Engelse titel: Skin Hunters, 165 min.) met deze ontluisterende constatering en ontleedt vervolgens het verbijsterende ‘Huidjagers’-schandaal.

Dat begon in zekere zin al in 1989, toen Polen het communisme afzwoer. In tijden van ontluikend kapitalisme zocht menigeen nadrukkelijk de grenzen op. En dus werden er in Lodz, een stad waar altijd al een vrijgevochten sfeer hing, al snel flyers van uitvaartcentra verspreid onder ambulancemedewerkers. Zodat zij wisten waar ze mensen die net waren geconfronteerd met een sterfgeval naartoe moesten sturen.

‘Het was azen op de nabestaanden’, kan Tomasz Wójcik, de eigenaar van uitvaartcentrum Styks, zich nog goed herinneren. Hij kijkt met enige wroeging terug op zijn handel en wandel in die tijd. ‘Die mensen dachten niet logisch na, dus je kon veel geld uit hen krijgen. Voor alles wat werd gedaan: het verplaatsen van het lijk, het gebruik van een brancard in plaats van alleen lakens… Voor alles moest betaald worden.’

En toen die horde eenmaal was genomen, volgden er nog veel meer ethische grenzen om, zonder al te veel nadenken en met een steeds dikkere portemonnee, te passeren. Vaak stonden de begrafenisondernemingen, ingeseind door de centrale van de hulpdiensten, dus al te wachten op de plek waar een ziekenauto naartoe was gestuurd. En als de patiënt dan onverhoopt tóch nog niet dood wilde, gingen ze gewoon langs bij ‘McDonald’s’.

Dat was dan weer een eufemisme voor een blokje om rijden of even pauze nemen. Totdat een interventie niet meer nodig was – en de patiënt helaas overleden. En anders konden ze die natuurlijk ongevraagd een dosis Pavulon verstrekken, een heftig medicijn dat verstikking kan veroorzaken. Het was daarna vanzelfsprekend nog maar een kleine stap naar het intimideren van klokkenluiders of artsen die niet wilden meewerken aan deze zwendel.

Ruim twintig jaar later is het gewetenloze handelen van de ‘huidjagers’ en de normvervaging binnen een deel van de Poolse gezondheidszorg, zodat een ambulance-arts zonder problemen met de bijnaam ‘de Engel des Doods’ door het leven kon, nog altijd nauwelijks te bevatten. Het is te danken aan enkele onderzoeksjournalisten, die zich helemaal vastbijten in deze morbide handel in leven en dood, dat de zaak überhaupt aan het licht komt.

Aleksandra Potoczek beent de naargeestige kwestie helemaal uit met enkele (geanonimiseerde) direct betrokkenen, klokkenluiders, onderzoekers en nabestaanden, kan beschikken over beelden van de geruchtmakende Huidjagers-rechtszaak en illustreert alle verwikkelingen met fraaie animatiesequenties, waarin kraaien, begeleid door duistere muziek, loeren op potentiële slachtoffers en leven van het leeg pikken van hun lijken.

Terwijl veel sleutelfiguren uiteindelijk aan vervolging wisten te ontsnappen, ontwikkelde ene Andrzej Nowocien, die ervan werd beschuldigd dat hij hoogstpersoonlijk Pavulon zou hebben toegediend, zich tot het gezicht van de huidjagers. De stuurse ambulancemedewerker en enkele andere onderknuppels draaiden op voor het bizarre schandaal, waarbij een mensenleven tegelijkertijd een aardige som geld en helemaal niets waard bleek te zijn.

Made In Holland – De Grote Gift

Discours Film

In het Amerikaanse plaatsje Marblehead, vlakbij Boston, hangen ze gewoon aan de muur: ‘onbetaalbare‘ meesterwerken van zeventiende eeuwse Hollandse en Vlaamse meesters. Het oudere Nederlands-Vlaamse echtpaar Eijk en Rose-Marie de Mol van Otterloo, dat fortuin heeft gemaakt met een beleggingsfirma, beschikt over de grootste privéverzameling in de wereld. ‘Een’ Rembrandt van Rijn bijvoorbeeld, ‘een’ Jacob van Ruisdael en ‘een’ Jan Steen.

Ideale hoofdpersonen dus voor documentairemaker Oeke Hoogendijk, die met films als Mijn RembrandtMarten En Oopjen: Portret Van Een Huwelijk en De Vereniging Rembrandt, Een Uitzonderlijk Jaar van de liefde voor kunst van vermogende verzamelaars, en de daaromheen scharrelende handelaren, haar eigen niche heeft gemaakt. Behalve de Van Otterloos portretteert ze in Made In Holland – De Grote Gift (50 min.) nog een ander kunstminnend echtpaar: Susan en Matthew Weatherbie uit Boston. Ook dit stel heeft inmiddels een collectie van aanzienlijke waarde opgebouwd.

Via hen duikt ze in de psyche van de gefortuneerde kunstminnaar, voor wie een collectie nooit af is. Welke ‘kinderen’ wil je nog omarmen – en wie stoot je daarvoor dan af? Hoogendijk volgt Eijk en Rose-Marie van Otterloo bijvoorbeeld naar Londen waar ze bij het upper class-koppel Johnny en Sarah van Haeften ‘een’ Netscher en ‘een’ Bruegel op de kop hopen te tikken. Voor ettelijke miljoenen, dat wel. ‘Het zoet van grote kwaliteit blijft nog lang nadat het bitter van een hoge prijs is vergeten’, probeert de kunsthistoricus en adviseur Frits Duparc hen te verleiden tot aankoop.

De setting verraadt geld, oud en nieuw. En de sfeer tussen de gedistingeerde heren en dames blijft tijdens de onderhandelingen voorkomend en vriendschappelijk – al staat er veel geld en prestige op het spel. Heel aandachtig kijken ze naar de schilderijen – en wij, als kijkers, met hen – en bepalen de waarde die deze voor hen persoonlijk en volgens de markt hebben. Het blijft een intrigerend tafereel, want tegelijkertijd ligt er ook een andere prangende kwestie op tafel: waar moet de collectie heen als zij, de Van Otterloos en Weatherbies, er straks niet meer zijn?

Met die vraag brengt Hoogendijk deze boeiende, opnieuw tot in de puntjes verzorgde film naar zijn eindpunt. Het is, zoveel is duidelijk, weer onmiskenbaar ‘een’ Oeke geworden. En die zijn op hun eigen manier ook onbetaalbaar.

Made In England: The Films Of Powell And Pressburger

Cinéart

Als kind keek de kleine Martin Scorsese thuis gebiologeerd naar het kleine zwart-wit televisietoestel als er weer een film van het Britse duo Michael Powell (1905-1990) en Emeric Pressburger (1902-1988) werd uitgezonden. Die vormden hem als mens en als cineast. In de documentaire Made In England: The Films Of Powell And Pressburger (133 min.) van regisseur David Hinton duikt Scorsese in de geschiedenis van dit bijzondere partnerschap en zijn eigen relatie met hun oeuvre.

Liefdevol loopt hij de films van zijn helden langs en vertelt en passant het levensverhaal van de Brit Powell en de Hongaarse Jood Pressburger, die in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog naar het Verenigd Koninkrijk vluchtte. Daar ontmoette hij, een eigenzinnige scenarioschrijver, zijn evenknie, een begaafde filmregisseur. Samen vormden ze het tweemanschap The Archers, dat tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een gestage stroom succesvolle en ook artistiek geslaagde films afleverde.

Martin Scorsese gaat uitgebreid in op de cameravoering, symboliek, enscenering, thematiek en het kleurgebruik in klassiekers als The Life And Death Of Colonel Blimp (1943), Black Narcissus (1947) en The Red Shoes (1948) en laat zo nu en dan ook zien hoe het werk van Powell en Pressburger, soms bijna letterlijk, is terug te zien in zijn eigen films Raging Bull, The Age Of Innocence en Taxi Driver. Interessante thematiek, zeker. Voor een select publiek, van onverbeterlijke cinefielen, dat wel.

Martin Scorsese bouwde op latere leeftijd ook een persoonlijke band op met Michael Powell, die de laatste jaren van zijn leven getrouwd was met Scorseses vaste editor Thelma Schoonmaker. Powell was toen nog vooral in zijn hoofd filmmaker. Na zijn laatste grote release Peeping Tom (1960), die inmiddels wordt beschouwd als een klassieke ‘slasher movie’, werd het voor hem steeds lastiger om films gefinancierd te krijgen. Volgens Scorsese was hij nochtans continu bezig met nieuwe projecten.

The Archers waren toen allang, sinds halverwege de jaren vijftig, uit elkaar en in de vergetelheid verdwenen – al kregen ze in 1981 nog wel een speciale onderscheiding van The British Academy Of Film And Television Arts. Hun fan Martin Scorsese, voor even weer het jongetje dat gebiologeerd naar het televisietoestel tuurt, zwaait Powell en Pressburger nu nog eens alle lof toe in deze wel wat lang uitgevallen film.

Kiezen, Snijden, Zwijgen

VPRO

Een psycholoog vroeg aan Sharan Bala of ze een lotgenoot wilde ontmoeten. Bij een koffietentje maakte ze kennis met Marieke Schoutsen. ‘Vet ongemakkelijk’, vertelt Sharan. ‘Zaten we allebei zo te fluisteren naar elkaar. Dat was heel bizar, want ik sprak voor het eerst met iemand die precies hetzelfde had meegemaakt. Alle shit waar ik mee zat, daar zat zij ook mee.’ Marieke: ‘Het was eigenlijk een openbaring. Van hé: ik ben niet de enige alien op deze planeet.’

Zulke ‘buitenaardse wezens’ noemen we tegenwoordig intersekse. Ze hebben een lichaam dat zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken vertoont. De twee hoofdpersonen van Kiezen, Snijden, Zwijgen (60 min.) ogen nochtans duidelijk vrouwelijk. Samen met Chris van den Brink en Femke Klein Obbink leggen ze in deze moedige film een jaar lang hun ervaringen vast: als ze in hun eigen medische dossiers duiken, daarin nieuwe informatie over zichzelf ontdekken en hun geheim delen met hun directe omgeving.

Marieke en Sharan spreken tevens met intersekse onderzoeker Margriet van Heesch van de Universiteit van Amsterdam. Zij vertelt over de dominante theorie die de Nieuw-Zeelandse psycholoog John Money ontwikkelde rond mensen die toen nog ‘hermafrodiet’ werden genoemd. ‘Het idee was dat je elk kind tot een jongetje of meisje kon kneden. Dat was zijn idee om kinderen met een intersekse-variatie te genezen. In een cultuur die maar twee mensen toeliet: heteroseksuele mannen en heteroseksuele vrouwen.’

Vanuit deze gedachte moest die heteroseksualiteit dan ‘bewezen’ worden met seks: penis in vagina. ‘Dus als jouw penis niet groot genoeg was om te penetreren, dan moest je een meisje worden’, legt Van Heesch uit. ‘En als je geen vagina had, moest die voor jou gemaakt worden.’ En daarover werden alle betrokkenen dan geacht om hun mond te houden. Ofwel: kiezen, snijden, zwijgen. Juist dat laatste aspect zit zowel Marieke en Sharan als hun ouders, blijkt tijdens persoonlijke gesprekken, nog altijd dwars.

Mariekes moeder herinnert zich als de dag van gisteren hoe haar dochter op haar achtste vroeg: ‘Mam, schaam jij je voor mij?’. Ze ervoer dit als een ‘dolksteek’. Vreemd was die vraag overigens niet: op advies van artsen hadden ze hun dochter voorgehouden om er vooral niet over te vertellen aan anderen. En bij Sharan werd er zelfs wezenlijke informatie achtergehouden. Toen zij nog heel jong was, hebben artsen keuzes met heel verstrekkende gevolgen gemaakt. Ze is er boos over: ‘Dat kleine jongetje, dat nooit heeft mogen bestaan.’

Het is een pijnlijke constatering, diep persoonlijk ook, illustratief voor het taboe dat er nog altijd rust op het thema intersekse. Van de ongeveer tachtigduizend mensen in Nederland, die niet helemaal voldoen aan de oppositie man-vrouw, zijn er volgens schattingen van de Nederlandse Organisatie voor Seksediversiteit slechts veertig helemaal uit de kast. ‘Jullie maken 41 en 42’, zegt Margriet van Heesch tegen Marieke Schoutsen en Sharan Bala. ‘Dus het allerbelangrijkste is dat je je verhaal blijft vertellen.’

Met deze aangrijpende film maken ze de gecompliceerde problematiek rond intersekse, die onlangs ook al zijn weg vond naar de indringende documentaire Who I Am Not, inzichtelijk en tastbaar. Het moet tegelijkertijd ongelooflijk spannend zijn om die het levenslicht te laten zien.

The Man With 1000 Kids

Netflix

‘This man has really fucked with the wrong women’, zegt de Amerikaanse ‘vruchtbaarheidsfraude-activiste’ Eve Wiley heel stellig, terwijl ze ferm in de camera kijkt. De jonge vrouw bedoelt het figuurlijk. Niet letterlijk. Althans, dat is doorgaans niet het uitgangspunt geweest.

De quote fungeert als uitroepteken achter het intro waarmee de driedelige docuserie The Man With 1000 Kids (124 min.) van Josh Allott wordt opgestart en de belangrijkste bevindingen van de komende twee uur alvast zijn aangekeild: de Nederlandse muzikant/vlogger Jonathan Jacob Meijer kon als spermadonor wel eens duizend kinderen op de wereld hebben gezet, zou zich ten doel hebben gesteld om de aardbewoner met de grootste kinderschare te worden en heeft ondertussen een spoor van verwarring en vernieling getrokken door de wereld van vrouwen met een onvervulde kinderwens en het nageslacht dat zij via/met hem hebben gecreëerd. Zit u klaar voor het on-ge-lóóf-lij-ke verhaal van deze – doorhalen wat niet van toepassing is – aartsleugenaar, geilneef en/of übernarcist?

Wensmoeders kunnen bij Jonathan terechtkomen via reguliere Nederlandse spermabanken, het wereldwijd opererende bedrijf Cryon International óf de toch wat verdachte website Verlangen Naar Een Kind. Ze leren hem kennen onder zijn eigen naam, als ‘Ruud’ of – vanwege zijn lange golvende haar – onder de noemer ‘Viking’. Hij houdt de vrouwen voor dat hij hooguit vijf kinderen wil verwekken. Als hij er concreet naar wordt gevraagd door een moederpaar dat nog wel een tweede kind van hem wil, noemt Jonathan schoorvoetend het aantal van 25. Hoewel ze daarvan schrikken happen de vrouwen tóch toe. Hij helpt hen vervolgens aan sperma in een openbaar toilet in een winkelcentrum te Leidschendam. Ze vinden het raar en walgelijk, maar insemineren het zaad wél.

De droom om een kind te krijgen begint voor veel moeders dan verdacht veel op de spreekwoordelijke nachtmerrie te lijken. En als de schaal van zijn levenswerk tot hen doordringt, is de ellende niet te overzien. Ze zijn woest over het bedrog (dat verder gaat dan wie dan ook zich kan voorstellen, inclusief mogelijk zoiets onsmakelijks als een ‘spermaroulette’), maken zich zorgen over hun kinderen (zijn die niet meer dan een nummer en hoe voorkomen zij later onbedoelde incest?) en hebben wezenlijke vragen over de maatschappelijke implicaties (hoeveel nakomelingen heeft Jonathan over honderd jaar en vormen die dan een bedreiging voor de biodiversiteit?). Deze miniserie werpt zulke vragen op, maar graaft verder niet al te diep naar de antwoorden. Die zouden het hap-slik-weg gehalte van de productie ook alleen maar bederven.

The Man With 1000 Kids concentreert zich liever op het relaas van een groep volstrekt onschuldige vrouwen die ernstig zijn geschaad door een onverbeterlijke veelpleger en verpakt dat wuft, met gelikte reconstructiebeelden en kekke muziekjes, als een typisch ‘good women love a bad man’-crimestory. Uit dezelfde Netflix-fabriek die eerder pak ‘m beet The Tinder Swindler en The Puppet Master afleverde. De bedrogen moeders – voor het overgrote deel afkomstig uit een Nederland dat nog vooral uit polderlandschap en molens lijkt te bestaan – vertellen hoe de ‘massadonor’ hen in de luren heeft gelegd en hoe boos ze nu op hem zijn. ‘I’m gonna hang you by your balls from the highest tree’, dreigt de één. ‘Don’t mess with a mom’, zegt een ander. In klassiek Steenkolenengels.

Een undercoveractie van de verzamelde moeders en bijbehorende rechtszaak, teneinde Jonathan te dwingen om zijn levenswerk af te breken, zijn dan al aanstaande. Tegelijkertijd stuiten ze op een ingenieus complot rond massadonoren, dat wordt gerund vanuit Kenia. Dit angstaanjagende idee wordt echter alleen aangestipt, maar verder niet nageplozen. Intussen blijft de hoofdpersoon, die natuurlijk niet wilde meewerken aan deze productie, een groot raadsel. Wat bezielt iemand om, ja, de hele wereld rond te reizen en overal, tussen het vloggen over cryptovaluta en de lessen des levens door, kinderen te verwekken? Zijn slachtoffers kunnen er alleen over speculeren. En in deze docuserie zit niemand die hem écht kent – als die al bestaat. Jonathan Jacob Meijer blijft een enigma.

The Man With 1000 Kids ontstijgt daardoor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het thematisch verwante Het Zaad Van Karbaat, nooit het niveau van een bizar verhaal, dat in chocoladeletters met de wereld wordt gedeeld.

Jonathan Meijer noemt de serie intussen tegenover de BBC ‘misleidend’.

Pray For Our Sinners

Break Out Pictures

In eigen land kan Paddy Randles, de dokter van het Ierse stadje Navan, in 1969 geen journalistiek medium vinden dat het verhaal wil publiceren. Daarom probeert hij ‘t maar bij de Britse krant News Of The World, die altijd in is voor wat sensatie. ‘Children under the lash’, kopt de tabloid op zondag 4 mei. Één van de mishandelde Ierse kinderen, de dan negenjarige Norman, is er ruim een halve eeuw later nog altijd vol van. Dat hij en zijn moeder zich hebben uitgesproken is hen bepaald niet in dank afgenomen en heeft zijn hele verdere leven beïnvloed.

Nadat dokter Randles uit de school heeft geklapt over de fysieke straffen die Ierse kinderen krijgen op de katholieke school, wordt ook hij, samen met zijn (nog altijd) strijdbare echtgenote Mary, met de nek aangekeken in Navan. En zijn goede verstandhouding met Father Andy Farrell, de plaatselijke vertegenwoordiger van de almachtige kerk, loopt vanzelfsprekend ook vast. Het is één van de verhalen waarop documentairemaakster Sinéad O’Shea stuit als ze het door en door katholieke land van haar jeugd probeert op te roepen met mensen uit haar geboorteplaats Navan.

De beknellende gemeenschap die ze toont in Pray For Our Sinners (81 min.), vervat ook in bijzonder treffend archiefmateriaal, lijkt mijlenver verwijderd van het hedendaagse leven in West-Europa – ook al liggen sommige gebeurtenissen toch echt slechts enkele tientallen jaren achter ons. In deze wereld is de wil van de kerk wet, moeten mannen krom liggen om voldoende geld binnen te brengen en doen vrouwen er simpelweg niet toe. Ze mogen voor het huwelijk geen seks hebben, zijn daarna permanent zwanger en hebben zich verder maar te schikken in hun lot.

Vrouwen of meisjes die ongehuwd zwanger raken, zoals de toenmalige tiener Betty, worden bijvoorbeeld afgevoerd naar een tehuis voor alleenstaande moeders. Ze is er liefdeloos behandeld en voor het leven beschadigd, vertelt de oudere vrouw aan ‘Sinéad’, bij wie ze zich duidelijk vertrouwd voelt. En altijd speelt de kerk, in dit geval de intrigerende pastor Farrell, een sleutelrol bij zulke beslissingen. Via kleine menselijke verhalen vanuit de gemeenschap maakt Pray For Our Sinners zo tastbaar hoe alomtegenwoordig het katholicisme was in het Ierland van de twintigste eeuw.

En er waren grote schandalen, waarover in een documentaire zoals The Missing Children bijvoorbeeld uitvoerig is bericht, voor nodig de Ieren los te weken van het allesbepalende instituut.

Hack Your Health: The Secrets Of Your Gut

Netflix

Als we deskundigen zoals Giulia Enders, de schrijver van de bestseller Gut: The Inside Story Of Our Body’s Most Underrated Organ (2015) en de centrale figuur van de documentaire Hack Your Health: The Secrets Of Your Gut (80 min.) mogen geloven, zijn onze darmen net zo interessant als pak ‘m beet het melkwegstelsel.

‘Vroeger zag ik mezelf als hoofd, brein en de rest’, vertelt de jonge Duitse wetenschapper en auteur. ‘Ik dacht dat in het leven alle gevoelens en gedachten hier ontstonden. Dat is een onnozel idee en doet me denken aan hoe m’n neefje mensen tekent. Hij tekent een hoofd met twee voetjes. We weten nu dat ons darmstelsel ons brein adviseert.’

‘Van suiker eten krijg je suikerlievende bacteriën’, legt microbiële ecoloog Jack Gilbert uit. ‘Van vet eten krijg je vetlievende bacteriën. Als ik in China ben en weinig suiker eet omdat daar weinig suiker wordt gebruikt, verdwijnt m’n verlangen naar chocolade. In Noord-Amerika heb ik elke dag zin in chocolade.’ Zo stuurt het microbioom, de verzameling bacteriën in onze darmen, ons aan.

Het darmstelsel is ons tweede brein, beweert de Ierse neurowetenschapper John Cryan zelfs in deze populair wetenschappelijke documentaire van Anjali Nayer. In de (Engelse) taal zijn daarvoor ook meer dan genoeg aanknopingspunten: je voelt iets in je ‘gut, spreekt over een ‘gutsy’ stap of bent na een teleurstelling ‘gutted’. Om over vlinders in je buik nog maar te zwijgen.

In onze darmen is ook het antwoord te vinden op obesitas, stress, depressies, voedselallergie en verschillende eetstoornissen, betogen allerlei wetenschappers in deze informatieve, toegankelijke en speels vormgegeven tocht door ons darmstelsel. Met testjes, onderzoek en animaties (al dan niet met pluchen objecten) tonen ze het belang aan van ieders microbioom.

Daarbij zet Nayer ook een divers samengesteld testteam in: een zwaarlijvige Afro-Amerikaanse moeder, doctoraalstudente met chronische buikpijn, Japanse wedstrijdeter en gothic sterkok die eerst anorexia had en nu orthorexia, een enorm wantrouwen naar eten, heeft ontwikkeld. Zij weten uit eigen ervaring hoe het microbioom in de darmen hun leven bepaalt.

Daarbij worden gevoelige verbanden niet geschuwd. John Cryan onderzoekt bijvoorbeeld mensen met zowel darm- als hersenproblemen. ‘Denk aan autisme, de ziekte van Parkinson en stressgerelateerde psychiatrische aandoeningen zoals angst en depressie. De vraag is altijd wat er eerst was.’ Kan een tekort of teveel aan bepaalde bacteriën ook andere problemen triggeren?

Zo ontwikkelt een documentaire, waarvan je ‘gut’ je eigenlijk vertelde dat je nog liever een fax uit Darmstad zou ontvangen, zich tot een boeiende rondleiding door ons tweede brein, met tevens een positieve boodschap voor het eerste brein: die darmen beïnvloeden jou, maar je kunt ze zelf ook beïnvloeden.