Paved Paradise

Amstelfilm

Nadat hij in de openingsscène van Paved Paradise (92 min.) enthousiast is begonnen om de pracht en praal van de natuur te bezingen, schakelt bioloog Hidde Boersma al snel, en ogenschijnlijk automatisch, door naar een alarmerend betoog over de zesde extinctiegolf. Want daar zitten we blijkbaar middenin. Driekwart van de dieren en planten zou daarbij wel eens kunnen uitsterven. ‘En de oorzaak?’ doceert Boersma. ‘Dat zijn wij. Dat is de mens…’

‘Hee, droeftoeter’, onderbreekt regisseur Karsten de Vreugd zijn vriend die net lekker op stoom begint te komen. ‘Gaan we nou weer een depressieve film maken, waarmee we mensen een kutgevoel geven?’ Nee, daarvan zijn er al genoeg, concluderen ze gezamenlijk. Tegelijkertijd blijft Hidde van mening dat ze het moeten hebben over de voornaamste oorzaak voor die extinctiegolf. ‘En nee, dat is dus niet klimaatverandering.’ Dat is namelijk ons voedselsysteem.

En daarover gaan ze het dus hebben in deze film, die is opgetrokken rond de permanente dialoog tussen Boersma en De Vreugd en de gesprekken die ze tussendoor voeren met deskundigen zoals schrijver/zoöloog George Monbiot, hoogleraar landgebruiksplanning Martha Bakker en GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. Met hen wil het Nederlandse tweetal onderzoeken hoe (en of) biodiversiteit en voedselproductie met elkaar kunnen worden gecombineerd.

Is de biologische landbouw, die wordt gepropageerd vanuit Europa, wel de oplossing voor de huidige problematiek? Zulke ‘land sharing’ heeft voor dezelfde opbrengst immers meer grond nodig. En juist daaraan is een tekort. Samen komen ze tot een in eerste instantie contra-intuïtieve conclusie: de biodiversiteit is juist gebaat bij intensivering, meer voedsel produceren op minder land. Daarnaast moet er meer ruimte komen voor landschapsbeheer. Ofwel, met een Engelse vakterm: ‘land sparing’.

Met veel tongue-in-cheek humor, straffe muziekjes en montagegrapjes baant het druk pratende duo zich vlot een weg langs allerlei mensen en initiatieven. In eigen land, maar ook in Engeland, Portugal én Costa Rica, het enige land ter wereld dat, in de jaren tachtig, van ‘land sparing’ officieel beleid heeft gemaakt. Door de toenmalige minister van milieu Alvaro Umana laten Boersma en De Vreugd zich nu bijpraten over dit revolutionaire beleid dat een succesverhaal lijkt te zijn geworden.

Intussen waken de twee Nederlanders er wel voor dat ze geen depressieve film maken – al dreigt Paved Paradise daardoor soms wel een beetje De Hidde & Karsten Show te worden. Al met al heeft deze documentaire ook voor de stoïcijnse en sceptische kijker echter genoeg te vertellen, een boodschap te verkondigen zelfs, om het denken over de toekomst van de Nederlandse landbouw verder op gang te brengen en wellicht zelfs een beetje te kantelen.

Daarvoor moeten alle landbouwministers van Europa dan wel eerst op vakantie naar Costa Rica.

We Feed People

Disney+

‘Er zijn genoeg mensen in mijn team die veel beter zijn in het aansturen van een keuken dan ik’, zegt José Andrés, de oprichter van de hulporganisatie World Central Kitchen. ‘Ik ben vooral goed in het herkennen van kansen in situaties waarin anderen alleen nog chaos zien.’ In rampgebieden zoals Haïti, de Bahama’s en Puerto Rico staat hij soms letterlijk met zijn poten in de modder te koken. Totdat hij er, bijna letterlijk, bij neervalt.

Andrés, kind van Spaanse verpleegkundigen, maakte eerst naam als tv-kok, ondernemer en pleitbezorger van tapasrestaurants in de Verenigde Staten. En nu reist hij met zijn vaste team achter aardbevingen, tornado’s en andere rampen aan, om slachtoffers van voedsel te voorzien. Hij probeert zich daarbij volgens eigen zeggen niet op te stellen als de typische ‘white savior’, maar opereert vanuit de plaatselijke gebruiken.

Voor We Feed People (90 min.) volgt filmmaker Ron Howard, die na Hollywood-blockbusters zoals Cocoon, Apollo 13 en The Da Vinci Code in de laatste jaren steeds vaker kiest voor documentaireprojecten (The Beatles: Eight Days A Week, Pavarotti en Rebuilding Paradise), José Andrés naar enkele rampgebieden. Hij legt de hectiek ter plaatse vast en observeert hoe de temperamentvolle chef dan floreert.

Met ‘s mans vrouw en kinderen, medewerkers en andere hulpverleners loopt Howard tussendoor ook het leven en de loopbaan van de Spaanse chefkok door. Het resultaat is een uiterst kundig gemaakte documentaire, over een gepassioneerde mensenman, het ‘leger van keukens’ waarmee hij overal te hulp schiet en de loffelijke missie die hij op die manier, ook via interviews, media-optredens en vlogs, onvermoeibaar blijft uitdragen. 

We Feed People is tegelijkertijd een enigszins brave film – het lot dat menige goeden doelen-docu treft – die er uiteindelijk bepaald geen last van heeft dat diezelfde José Andrés ook nog wel eens knorrig kan worden als het tegenzit of de neuzen niet dezelfde kant op lijken te staan.

Bigger Than Us

Cinéart

Uit deze film spreekt onmiskenbaar hoop. De gedachte dat er zelfs in tijden van opperste wanhoop iemand is die opstaat om het tij te keren – en die daarmee zowaar nog succes kan boeken ook. Een jong iemand, vertegenwoordiger van de Greta-generatie zogezegd, die in navolging van de Zweedse klimaatstrijder Greta Thunberg weigert om de status quo te accepteren en overgaat tot actie.

De Indonesische klimaatactiviste Melati Wijsen is zo’n jonge idealist. Samen met haar zus Isabel zette ze al op twaalfjarige leeftijd de actie Bye Bye Plastic Bags op, om de troep op het strand van Bali te verminderen. Melati fungeert nu als hoofdpersoon voor Bigger Than Us (96 min.), een film van Flore Vasseur, die werd geproduceerd door de Franse actrice Marion Cotillard. Daarin zoekt ze in alle uithoeken van de aarde gelijkgestemden op, die zich eveneens op zéér jonge leeftijd begonnen te beijveren voor een betere wereld.

Op het Griekse eiland Lesbos biedt Mary Finn bijvoorbeeld hulp aan vluchtelingen, die huis en haard hebben moeten verlaten en nu in Kamp Moria terechtkomen. Memory Banda leidde als tiener de strijd tegen kindhuwelijken en ontmaagdingsrituelen (ofwel: verkrachting) in Malawi en droomt nu van een politieke carrière. En de Syrische vluchteling Mohamad Al Jounde startte in een Libanees vluchtelingenkamp zijn eigen school. Die is in zijn ogen niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van deze ontheemde kinderen, maar ook voor hun gevoel van eigenwaarde.

In Rio de Janeiro begon Rene Silva als elfjarig jongetje zijn eigen krant, Voz das Comunidades, waarmee hij eerlijk wil berichten over het leven in een Braziliaanse favela. Voorbij de bendes, de drugs en de wapens. De Indiaans-Amerikaanse rapper Xiuhtezcati Martinez verzet zich intussen in Colorado met alle middelen tegen het gebruik van pesticiden en fracking. En met haar organisatie YICE leert Winnie Tushabe Oegandese boeren hoe ze, met zeer beperkte middelen, hun eigen voedsel kunnen verbouwen. Zodat hun kinderen gewoon naar school kunnen.

Stuk voor stuk belichamen deze wereldverbeteraars een deel van wat gerust een linkse agenda kan worden genoemd. Het is gemakkelijk om daar cynisch over te doen: elke vorm van kritische distantie ontbreekt bijvoorbeeld in deze gelikte productie, de jongeren worden ongegeneerd op het schild gehesen. Je kunt tegelijkertijd ook denken: fijn dat er een nieuwe generatie is die zich inzet voor aloude waarden als rentmeesterschap, solidariteit en democratie.

Zo bezien is Bigger Than Us niets minder dan een film die een hart onder de riem wil steken. In een tijd waarin wanhoop, egoïsme en woede soms alomtegenwoordig lijken kan dat vast geen kwaad.

The Taste Of Desire

Halal

De Japanse pareljuwelenmaakster Chitose Ochi is nog altijd vrijgezel en vindt in oesters – liefst imperfecte en dus unieke exemplaren – parels die ze als haar kinderen beschouwt.

Voor de Zweedse oesterduikster Lotta Klemming is haar huidige kluizenaarsbestaan een uitweg gebleken uit een leven in de modewereld dat haar geleidelijk aan de keel dichtkneep. Nu dreigt het alleen een beletsel te worden in haar relatie met de Nederlander Sander Schimmelpenninck.

Burlesque-danseres Angie Pontani uit Coney Island in New York gebruikt een levensgrote oester als voornaamste rekwisiet bij haar sensuele optredens en probeert die carrière te combineren met het moederschap.

De Franse chefkok Olivier Roellinger, verzot op oesters, heeft jarenlang op een derde Michelinster gejaagd, maar is na een levensveranderende gebeurtenis tot bezinning gekomen. Hij probeert z’n zoon Hugo, die in zijn voetsporen wil treden, nu te behoeden voor soortgelijke tomeloze ambitie.

De Britse psycho-analyst Nigel Moore heeft een terminale vorm van kanker, maar hoopt nog voor zijn dood een boek over oesters af te kunnen ronden – al zou de weg daarbij wel eens belangrijker kunnen zijn dan de bestemming.

En voor Willemiek Kluijfhout, maakster van The Taste Of Desire (87 min.), is de oester dan weer eerst en vooral een metafoor voor het schier oneindige menselijk verlangen. De drang die ons alsmaar blijft voortjagen. Vaak tevergeefs. Zonder dat het doel in zicht komt. Een bron ook die vaak voor spijt en frustratie zorgt. Waardoor we vast kunnen lopen binnen onszelf

Die elementen vindt Kluijfhout bij alle hoofdpersonages van deze fraaie, sfeervolle en poëtische film. Ze verbindt ze met elkaar via een sensuele vertelstem, ingesproken door Catherine Somzé, die smakelijk tussen de verschillende verhaallijnen door glibbert en zeker stelt dat A Taste Of Desire, een film over grote thema’s als wat het leven heeft te bieden en wat het daadwerkelijk biedt, met smaak naar binnen kan worden geslobberd.

De Buurtkoelkasten Van New York

Human

‘Ze moeten het alleen niet opeten bij de koelkast’, zegt initiatiefnemer Kymme in De Buurtkoelkasten Van New York. ‘Die mensen heb je ook.’ Zo hoog kan de nood zijn, bij sommige inwoners van Brooklyn. Zeker sinds de Coronacrisis heeft toegeslagen.

In ruim honderd buurtkoelkasten kunnen New Yorkers inmiddels het eten achterlaten dat ze over hebben. Anderen komen daarmee dan weer een dag door. Dat gaat verrassend goed volgens de Afro-Amerikaanse ‘echtgenote, moeder, christen en middenstander’. En als iemand toevallig al het eten meeneemt – of zelfs de koelkast – dan zal die daar wel heel erg behoefte aan hebben gehad.

Zo organiseert Kymme haar eigen hyperlokale voedselbanken. Zij regelt de stroom en plekken, anderen verzorgen het eten en de Instagram-pagina’s van de koelkasten. Ook vanuit de gedachte dat een gever in het Amerika van vandaag morgen zomaar een nemer kan worden. Solidariteit, in een eigentijds jasje.

Die attitude is in deze korte documentaire van Ilja Willems fraai vervat in het spandoek van een meisje met mondkapje en spandoek, met daarop de tekst ‘NY: We Got This’.

We Are Fucked

‘Dames, zouden jullie het pand willen verlaten, alstjeblieft?’ zegt de beveiliger tegen de drie jonge vrouwen die halfnaakt in de etalage van de H&M-winkel zijn gaan staan. ‘Ik zit vastgeplakt met superlijm’, reageert Robin Bruisje gevat. ‘Sorry.’

H&M maakt zich volgens haar schuldig aan ‘grootschalige green washing’. De activiste van Extinction Rebellion eist dat de winkelketen z’n deuren sluit. Intussen is de politie ook gearriveerd. Die sommeert de demonstranten om het pand te verlaten. Even later worden ze zelfs aangehouden vanwege huisvredebreuk. Één kleine uitdaging nog: die handen moeten losgeweekt worden van de winkelruit.

Robin is één van de vele jongeren die zich zorgen maken over de toekomst van de aarde. ‘Je woont in een huis met alle mensen waar je van houdt’, legt ze uit. ‘En je ziet dat dit in brand wordt gestoken. En je staat ervoor en het enige wat je hebt is een gieter.’ Die onmacht zet ze om in dadendrang. Soms loopt ze met een megafoon door een drukke winkelstraat en houdt haar gehoor, of ze dat nu willen of niet, voor ‘dat het anders moet en anders kan’.

In de korte documentaire We Are Fucked (24 min.) worden nog twee jonge activisten geportretteerd. Armando van Vlastuin is met zijn studie technische bedrijfskunde gestopt om zich volledig te kunnen richten op Extinction Rebellion. Dat levert bepaald niet alleen lof op. En de zestienjarige Melih neemt, in navolging van klimaatactiviste Greta Thunberg, deel aan stakingen en activiteiten van Fridays For Future. Thuis kampt hij met een vader die klimaatontkenner is en een moeder die vindt dat hij gewoon vlees moet eten.

Via drie gedreven jongeren portretteert regisseur Eef Hilgers zo een nieuwe generatie aardbewoners die, met een ferme combinatie van ouderwets engagement en hedendaagse middelen, de wereld wil veranderen. Achter al dat idealisme gaat oprechte zorg schuil. Over een wereld die wel eens ten onder zou kunnen gaan. Noem het klimaatdepressie of ecorexia. Het is de tol die zij moeten betalen voor het gedrag van eerdere generaties.

Michelin Stars: Tales From The Kitchen

KRO-NCRV

‘Als we een ster zouden kwijtraken, zou ik me niet door m’n kop schieten’, zegt Rasmus Kofoed, chef-kok van het sterrenrestaurant Geranium in Kopenhagen, ontspannen lachend. ‘Ik zou even bedroefd zijn en uiteraard proberen uit te zoeken waarom.’ Want laten we wel wezen: een Michelinster erbij of eraf kan een wereld van verschil maken. En je hebt er zo weinig vat op als gerenommeerde chef. Behalve: presteren, élke dag. Want je weet nooit of er een inspecteur voor de deur staat.

Ze eten anoniem en betalen altijd de rekening, stelt Michael Ellis, de algemeen directeur van De Michelingids, over zijn ‘geheimagenten’ in Michelin Stars: Tales From The Kitchen (56 min.). De gevreesde gids ontstond ruim honderd jaar geleden als een marketinginstrument van de Franse autobandenfabrikant. Goede restaurants zorgden ervoor dat mensen in de auto stappen, zo was de redenering. En hoe meer kilometers ze dan maken, hoe sneller ze nieuwe banden nodig hebben.

De Spaanse culinair journalist José Carlos Capel is ervan overtuigd dat er nog steeds een correlatie is tussen het aantal sterren en de bandenverkoop in een land, zegt hij in deze smaakvolle documentaire van Rasmus Dinesen uit 2017. Die neemt verder een kijkje in de, ja, keuken bij gelauwerde restaurants als Guy Savoy in Parijs, Narisawa in Tokio en Noma in Kopenhagen. Waar koken tot kunst is verheven en eten echt wordt beschouwd als een stukje cultuur.

Michelin Stars dient dit met gevoel voor sfeer en oog voor detail op en belicht daarnaast, enigszins hapsnap, ook de schaduwzijden van de competitieve gastronomie, waarbij je ineens uit de smaak kunt vallen. Del Posto in het Amerikaanse Austin raakte bijvoorbeeld één van zijn twee sterren kwijt, waarna chef-kok Mark Ladner direct 25 tafels liet verwijderen. En toen Michelin besloot om te stoppen met een speciale gids voor Oostenrijk, viel restaurant Taubenkobel zelfs helemaal van de kaart.

‘Michelin is als een ex-vriendje dat je nooit meer wil zien’, zegt eigenaresse Barbara Eselböck daarover enigszins verbitterd. Van het ene op het andere moment kwamen er nauwelijks meer internationale gasten. De druk in de keuken kan door dat soort zaken behoorlijk oplopen, zo toont ook het tragische verhaal van l’Hôtel de Ville in Crissier aan. Het Zwitserse driesterrenrestaurant moest – en ging – plotseling door met een nieuwe chef.

Dinesen staat er niet al te lang bij stil. Zwierig laveert de documentairemaker langs verschillende deelonderwerpen, restaurants en eetculturen en brengt zo de wereld van ‘fine dining’ aantrekkelijk in beeld.

Rauw / Rauwer

NCRV

‘Heb je wel eens pannenkoeken gegeten?’ wil een jongetje weten van zijn vriendje, dat naast hem op de trampoline ligt.

‘Nee, nog nooit’, antwoordt de tienjarige Tom.

‘Erwtjes?’ vraagt zijn kameraadje door.

‘Nee, ook niet.’

‘En, pizza, heb je dat ooit gegeten?’

‘Nee.’ Tom moet ook bekennen dat frietjes en tosti’s onbekend terrein zijn voor hem. Hij eet namelijk Rauw (25 min.), in elk geval geen voedsel dat is gekookt of gebakken. Daarmee schijnt Tom het enige kind in Nederland te zijn. Hij leeft alleen op groente, fruit en noten. Zijn moeder Francis is van mening dat dit beter voor hem is. Dat aten ze in de prehistorie immers ook.

‘Wat denk jij als je die stukken vlees in de koekenpan ziet liggen?’, vraagt ze in de keuken aan haar zoon terwijl haar eigen moeder ‘normaal’ staat te koken voor het kerstdiner. ‘Denk je: daar ligt eten? Of denk je: daar ligt een stuk dood beest?’ Haar zoon antwoordt nuchter: ‘Nee, dan denk ik: daar ligt vlees.’ Francis Kenter vraagt nog even door: ‘En als je dat bloed eruit ziet lopen, wat denk je dan?’

En met die vraag is moeder nog lang niet klaar. Het is één van de ongemakkelijkste scènes uit de spraakmakende jeugddocu van Anneloek Sollart, die het portret van Tom en de gedreven Francis garneert met beelden van allerlei lekkernijen: pizza’s, snoepgoed en snacks. De film veroorzaakte in 2008 heel wat deining. Zou deze freak, die zichzelf als een pionier beschouwt, niet uit de ouderlijke macht moeten worden gezet?

Die commotie vormde tevens de basis voor het schurende vervolg Rauwer (55 min.) uit 2012, waarin Toms moeder zich moet verweren tegen beschuldigingen van kindermishandeling omdat de lichaamsgroei van haar zoon achterblijft. In deze film is zij ook echt de hoofdpersoon. Voor een belangrijke zitting bij de rechtbank besluit ze zelfs om te gaan vasten. Ze maakt daarbij zelf de vergelijking met Jezus en Boeddha, die zich zo ook zouden hebben voorbereid op hun taak.

Tom is dan al gereduceerd tot een bijfiguur: zowel in Sollarts vertelling als in de strijd van zijn moeder, die hem ook nog eens van school wil halen. Wat op zich een valide kwestie is – wie bepaalt hoe een kind moet worden opgevoed en welke grenzen kunnen daaraan worden gesteld? – dreigt een prestigestrijd te worden, die eigenlijk alleen ten koste van de opgroeiende puber kan gaan.

Rauwer is hier te bekijken.

Vleesverlangen

Het vlees is zwak, maar wij ook. Neem programmamaker Marijn Frank (Keuringsdienst van Waarde). Ze groeide op in een ‘macrobiotisch vegetarisch gezin’, was een tijdlang ‘knipperlicht-vegetariër’ en is eigenlijk al jáááren klaar met vlees eten. Haar dochtertje Sally wordt bijvoorbeeld geheel vleesvrij opgevoed.

Één probleem: uit hersenonderzoek bij de start van Vleesverlangen (74 min.) blijkt dat Marijn nog meer zin heeft in vlees dan in seks. Dat vraagt om therapie (echt?) én het aangaan van de confrontatie met haar vleselijke verlangens: in het slachthuis. Voor een soort ultieme shootout. Met een koe.

Tussendoor spreekt ze met boeren, een vertegenwoordiger van de vleessector, slachters, een historicus, vegetariërs en een chefkok die vlees eten juist weer sexy wil maken. Het resultaat is een gewiekste, emotionele, grappige, gestileerde en – juist! – vleselijke film.

Na deze bijzonder (on)smakelijke egodocu was Marijn Frank overigens nog steeds niet klaar met vleesch. In 2017 maakte ze Slagershart, een portret van een dertienjarige jongen die net als zijn vader en opa slager wil worden.

Het Hut Syndicaat

‘Go ahead, make my day’, lijkt de man met de buks te denken, als er een haas op hem afrent. Ze zijn lekker een dagje aan het jagen, de leden van Het Hut Syndicaat (85 min.). Een groep drijvers met honden heeft de dieren over het perceel gejaagd. Aan de andere kant van het veld staan hun kameraden te wachten, met het geweer in de aanslag.

Het zijn gezelligheidsdieren, deze mannen van middelbare leeftijd. In hun even verderop gelegen hut laten ze zich de drankjes en hapjes goed smaken. En als ze erin slagen om iets te schieten, dan delen ze dat vol trots met elkaar. ‘Djiezus’, bewondert de één het hazenkadaver van de ander. ‘Mooi afschot’, constateert deze trots. ‘Hee’, roept Ronald Timmermans een andere jachtvrind goedkeurend toe. ‘Moordenaar!’

Gastronoom Timmermans fungeert al een paar jaar als jagermeester voor een groep mannen (en een enkele vrouw) die elke herfst op klein wild gaat jagen in de Wieringermeerpolder en werpt zich tevens op als gastheer voor Diego Gutiérrrez, een in Nederland woonachtige Mexicaanse documentairemaker die enkele jaren geleden een Gouden Kalf won met zijn film Parts Of A Family.

‘Diego, je moet wel opschieten met die film te maken’, zegt één van de syndicaatsleden gekscherend tegen de filmmaker. ‘Gezien de leeftijd van de jagers hier.’ Hij slaat de spijker op zijn kop. Behalve over jagen, het buitenleven en de omgang met ons vlees – het villen, slachten en bereiden ervan zijn tot in detail te zien – portretteert deze documentaire ook een verdwijnende wereld en de mannen die daarbij horen.

Gutiérrez onthoudt zich zoveel mogelijk van commentaar, legt simpelweg vast wat er voor zijn camera gebeurt en spreekt met de betrokken jagers. Over de jacht, de verwording van de Nederlandse natuur en ouder worden. Via de radio komt intussen de rest van Nederland binnen, waar natuurproblemen en dierenleed aan de orde van de dag lijken. Het Hut Syndicaat laat zich er niet door ontmoedigen.

Jiro Dreams Of Sushi

Jiro Dreams Of Sushi (82 min.) is een kleine film. Letterlijk. Het leeuwendeel van de documentaire speelt zich af op hooguit twintig vierkante meter. Zo groot is het restaurant van de 85-jarige Japanse sushimeester. Tien zitplekken, meer niet. En de wc is buiten. Lekker lang tafelen is er ook niet bij. Een snelle eter staat na een kwartier, en 30.000 Yen lichter, weer buiten. Toch is het, blijkbaar, een voorrecht om te mogen eten bij Jiro Ono in Tokyo. Hij is de oudste kok met drie Michelin-sterren.

Uiterste eenvoud schept zuiverheid, zoals een toonaangevende Japanse culinair journalist het omschrijft in deze fijne film van David Gelb uit 2011. De Japanse chef is een absolute ambachtsman, een relikwie van een verloren era waarin tijd en aandacht nog niet waren verdrongen door snel en voordelig. Jiro is tevens een strenge meester. Één van zijn leerlingen vertelt hoe hij eerst tweehonderd afgekeurde omeletten moest maken voordat er één goed werden bevonden. De tranen sprongen toen in z’n ogen.

De perfectionist Jiro werd automatisch een afwezige vader. Het lukte hem zelfs niet om op zondag thuis de vis aan te snijden. Hij was altijd aan het werk en droomde zelfs over sushi. Intussen zijn z’n beide zoons in zijn voetsporen getreden. Jongste zoon Takashi is elders een eigen restaurant begonnen. Oudste zoon Yoshikazu, vijftig inmiddels, staat nog altijd bij vader in de zaak. Hij wilde ooit straaljagerpiloot worden, maar wacht nu, geheel volgens de traditie, op zijn kans om de leiding over te nemen. Kan hij zijn onverslijtbare pa ooit overtreffen of zelfs maar evenaren?

In die zin vertelt Jiro Dreams Of Sushi, opgediend met ferme Philip Glass-muziek, een klassiek vader-zoon verhaal. Met de wisseling van de wacht dient zich straks ook onvermijdelijk het einde van een tijdperk aan. Dat tekent zich nu al af, getuige bijvoorbeeld het contrast tussen Jiro’s minieme restaurant en de enorme vismarkt, waar zijn oudste zoon tegenwoordig voor hem het neusje van de tonijn moet zien te vinden. Van een exclusief gerecht is sushi in de afgelopen jaren een massaproduct geworden. Een tekort aan kwaliteitsvis dreigt voor Jiro en zijn clientèle. Waardoor die uiteindelijk toch nog wel eens héél duur betaald zou kunnen worden.

De Vrouwen Van Venserpolder

Human

In de Amerikaanse stad Detroit, jarenlang zo’n beetje het toonbeeld van stedelijk verval, deed het fenomeen al enige tijd geleden opgeld: moestuinen, in het hart van de stad. Ofwel: ‘a holististic approach to neighborhood revitalization’. Het is niet meer dan logisch dat in of vlakbij de Nederlandse Bijlmer een soortgelijk initiatief is ontstaan.

De binnentuin van woonblok tien in de wijk Venserpolder, gebouwd in de jaren tachtig, was vanwege overlast jarenlang verboden terrein. Inmiddels is de tuin weer geopend. Vrouwelijke bewoners, veelal van Surinaamse afkomst en zonder echtgenoot, zijn er een stadstuin begonnen en leren zo de wereld om hen heen en – vooral – elkaar beter kennen. ‘Oma’ Meli heeft bijvoorbeeld nog altijd heimwee naar Suriname, maar bouwt te midden van zelf verbouwde groenten echt een vriendenkring op.

In de observerende documentaire De Vrouwen Van Venserpolder (47 min.) van Eva de Breed spelen mannen nauwelijks een rol. Ze zitten werkeloos achter de geraniums, verblijven in de gevangenis of zijn, gewoon, afwezig. Wijkbeheerder Ulrich Wilson, in een grijs verleden profvoetballer bij Ajax, Ipswich Town en FC Groningen, kan erover meepraten. Hij zat ooit drie jaar thuis. ‘En dat is gewoon niet goed voor je bovenkamer. Daar gebeurt dan niks. En daar word je niet gelukkig van.’

Gaandeweg sijpelt de buitenwereld ook stiekem de tuin in. Van het wegwerken van schulden tot familieleden die het verkeerde pad op dreigen te gaan. Terwijl de vrouwen groenten verbouwen, ontstaan er nieuwe sociale verbanden en krijgt de urban jungle om hen heen weer voorzichtig de kleur groen. Dat is de optimistische boodschap van De Vrouwen Van Venserpolder, dat laat zien hoe een klein initiatief de sociale cohesie in een wijk kan vergroten.

Super Size Me


‘We knew we couldn’t market our way out of Super Size Me’, bekende Alistair Macrow, senior vice president marketing van McDonald’s in 2014, tien jaar na het verschijnen van Morgan Spurlocks klassieke debuutfilm. De film uit 2004 bracht alle negatieve headlines over McDonald’s bij elkaar, aldus Macrow in dit artikel. En dus moest het anders bij de fastfoodketen: gezondere maaltijden en minder milieuschade. Vervat in een hagelnieuw groen logo dat de welbekende gele M met rode achtergrond inmiddels heeft vervangen.

Een documentaire die een multinational dwingt om zijn beleid bij te stellen. Dat kan alleen in Amerika, zou je zeggen. Het basisidee voor Super Size Me (99 min.) is dan ook even simpel als briljant: Morgan Spurlock, de goedlachse filmmaker met de karakteristieke druipsnor, besluit om dertig dagen lang alleen bij McDonald’s te gaan eten. Daarbij neemt hij zich bovendien plechtig voor om geen nee te zeggen als wordt aangeboden om het bestelde eten te ‘supersizen’. En, oh ja, net als de meeste doorsnee Amerikanen gaat hij het ook een maand zonder lichaamsbeweging doen. Alles met de auto dus.

Zijn vriendin, actief als vegetarische kok, houdt haar hart vast. En dat moet Spurlock zelf ook gaan doen als hij eenmaal goed, driemaal daags dus, in het menu van kolossale hamburgers, megafriet en extra large cokes zit. Ook al wordt hij daarbij begeleid door doctoren, een inspanningsfysioloog en een diëtiste. Spurlock gaat zich zienderogen minder goed voelen. Zowel lichamelijk als geestelijk. Illustratief is een klassieke scène waarin hij achter het stuur een Supersize-menu verorbert. Nadat hij achtereenvolgens McGurgles, McGas en McBurps te verduren heeft gekregen, volgt een heuse McPuke. Spurlock hangt zijn hoofd uit het raam en loost het fast food-menu, even snel als het is weggewerkt, weer op straat.

Tussen het (vr)eten door gaat Morgan Spurlock met deskundigen en gewone Amerikanen in gesprek over hoe obesitas het land in zijn greep dreigt te krijgen. Hij presenteert zijn bevindingen op een zeer toegankelijke manier met vlotte graphics, kekke animatiefilmpjes en catchy muziekjes, waardoor deze film op maat gesneden is voor een groot publiek. Spurlock wil daarbij, op zijn Michael Moores, ook echt een punt maken: de fast food-industrie die overal zijn vleugels uitslaat en zich in het bijzonder richt op jonge kinderen, moet dringend een halt worden toegeroepen. Om aan te tonen hoezeer McDonald’s is doorgedrongen tot de kindergeest, legt hij aan een paar willekeurige kinderen enkele foto’s voor: van die man met baard, ene Jezus Christus, hebben ze geen idee wie het is. Maar die guitige clown kennen ze allemaal: Ronald McDonald.

Hoewel Super Size Me McDonald’s min of meer heeft gedwongen om zijn assortiment te vergroenen, is het bedrijf met de alom tegenwoordige M anno 2018 nog steeds de wereldwijde marktleider. Zoals de Big Mac al die tijd gewoon de onbetwiste verkooptopper is gebleven. Blijkbaar zijn wij, de consumenten van al dat snelle eten, echt onverbeterlijk. In zijn voorstelling Functioneel Naakt vroeg cabaretier Theo Maassen zich al eens af wat het over ons zegt dat juist de zaak die zo ongezellig mogelijk is ingericht, zodat klanten er doorgaans snel weer weg willen, heeft kunnen uitgroeien tot het succesvolste restaurant aller tijden.

Vorig jaar maakte Morgan Spurlock een vervolg op zijn klassieke film: Super Size Me 2: Holy Chicken!. Deze documentaire is echter nooit officieel uitgebracht. Nadat Spurlock in de hoogtijdagen van #MeToo middels deze open brief zijn excuses aanbood voor seksueel wangedrag, heeft de distributeur van de film zich teruggetrokken.