Choir

Disney+

DYC gaat ook verder zonder jou, houdt artistiek leider Anthony White zijn jeugdige koorleden voor. Ze moeten hun plek in het Detroit Youth Choir – dat al eens floreerde in het televisieprogramma America’s Got Talent, een gebeurtenis waarover White maar niet raakt uitgepraat – natuurlijk wel verdienen. Adel verplicht. En de koorleider realiseert zich terdege, zegt hij, dat hij echt niet elk kind kan redden.

Want daarom draait het in wezen in de zesdelige docuserie Choir (268 min.) van Rudy Valdez: het verheffen van kansarme (zwarte) kinderen uit de Motor City. Zodat ze straks voldoende kennis, kwaliteit en zelfvertrouwen hebben opgebouwd om iets van hun leven te maken. En dat gaat vanzelfsprekend gepaard met veel disciplinering, peptalk en psychologie van de koude grond. Want eerst moeten ze zich volledig ondergeschikt maken aan het koor.

Zeker als de verplichte stip op de horizon is geplaatst waar dit soort series doorgaans bij zweert: een optreden in de prestigieuze Carnegie Hall in New York, in dit geval. Daarvoor moet alles wijken. Maar, waarschuwt White direct, ‘niet iedereen zal erbij zijn.’ Dat betekent audities. Want er is ruimte voor maar veertig kinderen. En DYC heeft meer dan tachtig leden, onderverdeeld in drie verschillende, op kwaliteit ingedeelde subkoren: Limelight, Centerstage en – DYC’s keurkorps – Primetime.

‘We vertegenwoordigen Michigan’, voert White de druk nog maar eens op. ‘En het Midwesten. En in feite Amerika.’ Typisch Amerikaans is in elk geval hoe bij de selectie de uitverkorenen uitbundig worden gevierd en de afvallers ’t moeten doen met een slap applaus. Want talent is al wat telt – en daarbij hoort automatisch de verplichting om daar alles uit te halen. Anthony White heeft in elk geval ‘tough love’ genoeg om iedereen de volle 110 procent te laten geven.

Valdez volgt dat proces en stelt er verder geen kritische vragen bij. Choir is ook in dat opzicht vrij, ja, Amerikaans. Dat geldt eveneens voor de geïncorporeerde portretjes van koorleden, die de verschillende geledingen van het gezelschap representeren. De zeventienjarige Azaria probeert DYC bijvoorbeeld te combineren met basketbal en krijgt van beide kanten te horen dat ze meer moet geven. Intussen heeft ze haar vader, die gedetineerd is, al zo’n vijftien jaar niet gezien.

Zulke persoonlijke achtergronden komen zeker aan de orde, maar écht invoelbaar worden ze zelden. De serie is ook erg gelikt. Choirs soundtrack vertelt kijkers bijvoorbeeld steeds heel nadrukkelijk wat ze moeten voelen. En als de koorleden, na een bezoek aan The Lion King op Broadway, ‘spontaan’ nog enkele liedjes zingen op straat, komen toevallig ook enkele castleden van de musical een kijkje nemen. Die geven hen vervolgens een peptalk voor Carnegie Hall.

Nadat de getalenteerde tieners op de valreep nog eens flink op scherp zijn gezet door hun begeleiders – met opmerkingen als ‘iemand zei dat we hier niet thuishoren’ – lijken ze helemaal klaar om te ‘shinen’ in Choirs slotaflevering en de inmiddels tot duizelingwekkende proporties opgeblazen concertzaal. Waarna alleen nog de jaarlijkse wisseling van de wacht moet plaatsvinden: de laatstejaars van het Detroit Youth Choir nemen afscheid en maken zich op voor de universiteit.

En hun plek wordt dan weer ingenomen door koorleden die, na een interne auditie natuurlijk, geschikt zijn bevonden om door te schuiven. Klaar om weer een jaar de donderspeeches van Mister White te ondergaan en de onderliggende boodschap, dat je álles moet geven om iets te bereiken, volledig te verinnerlijken – klaar ook, wie weet, voor een tweede seizoen van Choir.

The Last Repair Shop

Disney+

Als één van de laatste schooldistricten in de Verenigde Staten zorgt Los Angeles er nog altijd voor dat leerlingen gratis hun muziekinstrument kunnen laten repareren. In The Last Repair Shop (40 min.) is een groepje toegewijde medewerkers de kinderen al sinds 1959 van dienst. ‘Ik repareer muziekinstrumenten voor een prachtig doel’, vertelt Duane van de afdeling houtblaasinstrumenten, die als violist van de Bowie Mountain Express de halve wereld rondreisde. ‘Zodat kinderen uit arme gezinnen een instrument kunnen spelen.’

Deze film van Ben Proudfoot en Kris Bowers, winnaar van de Academy Award voor beste korte documentaire in 2024, comprimeert de levens van Duane en enkele van zijn collega’s tot aansprekende miniverhaaltjes en geeft tevens hun jeugdige klanten de gelegenheid om te vertellen over hun instrument. Muziek heeft hun leven geopend, draagt bij aan zelfacceptatie of zorgt (eindelijk) voor een fatsoenlijk inkomen. ‘Ik ben bang dat ik mijn doel in het leven niet vind’, bekent een Aziatisch meisje, dat al negen jaar piano speelt. ‘Maar op het podium kom ik helemaal tot rust.’

Alle geïnterviewden kijken van dichtbij recht in de camera, alsof ze hun liefde voor muziek, de instrumenten en het reparatiewerk met elke kijker afzonderlijk willen delen. Dat werkt wonderwel: die gezichten spreken boekdelen. Ze betoveren, vertederen en ontroeren. Deze docu heeft alleen een nét iets te nadrukkelijke Hollywood-feel, met al die kleine optimistische verhaaltjes, warme kleuren en tamelijk opdringerige soundtrack. Dat zou echter ook zomaar de reden kunnen zijn dat The Last Repair Shop die Oscar in de wacht heeft gesleept. Het is en blijft tenslotte een Amerikaanse filmprijs.

Hell Camp: Teen Nightmare

Netflix

Eens in de zoveel tijd steekt het idee weer de kop op: de jeugd van tegenwoordig deugt nergens voor en moet dus collectief naar een heropvoedingskamp worden gestuurd.

Sommige ouders voegen de daad bij het woord. Nadine, volgens eigen zeggen het opstandige zwarte schaap van haar familie, was vijftien jaar oud toen ze in 1989 ’s ochtends vroeg van haar bed werd gelicht. ‘Als ik probeerde te vluchten’, herinnert de Amerikaanse vrouw zich, ‘zouden ze me in de boeien slaan.’ In het donker werd ze naar het vliegveld gebracht en met een privévliegtuig naar de woestijn van Utah vervoerd. Daar kreeg de tiener een briefje in haar handen gedrukt: ‘Beste Nadine, dit is voor je eigen bestwil. We houden van je. Papa & mama’.

Ze is terechtgekomen bij de Challenger Foundation, het geesteskind van Steve Cartisano, een voormalige sergeant bij de Amerikaanse luchtmacht. En dan kan iedereen wel bedenken hoe ’t er tijdens dat ‘wildernistherapiekamp’ aan toegaat: discipline, tucht en héél veel psychologie van de koude grond. Een beetje angst kan geen kwaad, meent voormalig field director Lance ‘Horsehair’ Jaggar in Hell Camp: Teen Nightmare (90 min.). Hij is absoluut tegen mishandeling, maar zegt ook: een goed pak slaag kan soms wonderen doen.

Deze documentaire van Liza Williams had een kritische reflectie kunnen worden op zulke heropvoedingskampen voor probleemjongeren, die met name in de Verenigde Staten nog altijd zeer populair zijn. Het is een industrie waarin behoorlijk wat geld omgaat. En het blijft natuurlijk de vraag wat het totaal afbreken van tieners, om ze vervolgens weer helemaal opnieuw op te bouwen, uiteindelijk doet met jongeren. Dat is echter niet de insteek van deze film, die liever het fenomeen Steve Cartisano en de misstanden bij zijn kampen belicht.

’s Mans carrière verloopt al net zo rommelig als deze weerslag daarvan. Als bij één van zijn kampen een zestienjarige deelneemster overlijdt, gaat het al snel bergafwaarts met Steve en zijn lucratieve onderneming. Hij zoekt zijn heil noodgedwongen in het buitenland. In exotische oorden probeert hij ontspoorde jongeren van gefortuneerde ouders weer op het juiste spoor te krijgen. In plaats daarvan belandt Steve Cartisano echter zelf steeds nadrukkelijker in de problemen. En hij trekt de aan hem toevertrouwde tieners met zich mee, inclusief twee van zijn eigen kinderen.

Hell Camp – de goedkope titel en het effectbejag in de openingsscène deden ’t al een beetje vermoeden – belandt ondertussen op steeds schimmiger terrein en verkiest consequent spanning en sensatie – met een pijnlijke beschuldiging aan het adres van Cartisano, als nauwelijks meer te verifiëren uitsmijter – boven het serieus doorlichten van heropvoedingskampen: wat is het effect op de lange termijn van zo’n kamp? En heeft de jeugd van tegenwoordig baat bij zo’n strikte, wat meer militair ingestoken aanpak of wordt er vooral schade aangericht?

Teekay, De Salto Koning

Human

‘Salto Koning plundert Jumbo’, staat er op Dumpert, bij een filmpje dat al snel meer dan 100.000 views heeft. ‘Toen begon ik wel achter m’n hoofd te krabbelen van: oh shit man’, vertelt de biculturele jongen uit de Eindhovense probleemwijk Woensel, die het filmpje van de Avondklokrellen in 2021 maakte en vervolgens ook via zijn eigen Instagram-account Teekay040 heeft gepubliceerd. ‘Ik dacht: Ja!’ Dit is het moment om te laten zien wie ik ben, vriend. Zo dacht ik gewoon. Ik ben de King van Eindhoven.’

Deze koning – werkelijke naam: Dennis Kaal – heeft er dan al een veelbewogen leven opzitten, vertelt hij in Teekay, De Salto Koning (51 min.), een film die is vernoemd naar waar je hem eigenlijk van zou moeten kennen: zijn spectaculaire salto’s. Want dat leven laat zich verder samenvatten in een overbekend en tamelijk troosteloos rijtje: géén vader in beeld, verwaarlozing, jeugdzorg, pleeggezin en de gevangenis. Toch wordt tijdens die vier maanden cel vreemd genoeg de basis gelegd voor een soort ommekeer. 

Dennis heeft een goed gesprek met de burgemeester en krijgt daarna zelfs een budget van de gemeente om evenementen te organiseren. Het leven lijkt hem toe te lachen. Hij geeft overal lezingen als ervaringsdeskundige, krijgt volop aandacht in de media en wordt benaderd door familie van zijn vader. Tegelijkertijd probeert Teekay zijn carrière als rapper een kickstart te geven en wil hij ook zijn reputatie als breakdancer bestendigen. En bij al die activiteiten bevindt filmmaker Aiman Hassani zich aan zijn zijde.

Hij filmt hem bijvoorbeeld bij clipopnames in een parkeergarage, volgt zijn verrichtingen tijdens een dancebattle en is erbij op zijn verjaardag, die eigenlijk nooit gevierd wordt. Dennis lijkt oprecht van plan om zijn leven te beteren, maar zijn voorspoed is ook heel fragiel. Kan hij zich werkelijk losmaken van de omgeving, waardoor hij ooit in de problemen is gekomen? En passen Teekays ideeën voor de toekomst – huisje, boompje, beestje en een ‘dikke waggie’ – bij zijn nog altijd penibele financiële situatie?

Hassani opereert als een combinatie van ‘bro’ en biechtvader voor zijn hoofdpersoon, die zich duidelijk gezien voelt, graag zijn verhaal kwijt wil en onbekommerd nieuwe uitdagingen aangaat. Gaandeweg bekruipt je daarbij het gevoel dat Dennis waarschijnlijk niet zomaar in zeven sloten tegelijk zal lopen, maar wellicht wel in vier of vijf. Dat maakt hem overigens niet minder sympathiek en draagt alleen maar bij aan de zeggingskracht van dit toch wat schrijnende portret.

You Were My First Boyfriend

HBO Max

‘Is dit een eerbetoon of een traumaoefening?’ vraagt de Amerikaanse veertiger Cecilia Aldarondo aan haar zus Laura, terwijl ze samen de videoclip Crucify van Tori Amos, een toonaangevende artiest uit hun tienerjaren, proberen na te spelen. ‘Maar jij bent prachtig’, reageert Laura. Cecilia is niet overtuigd: ‘Ik ben het verkeerde soort mooi.’ Ze probeert haar tranen weg te poetsen. ‘Wat maakt het uit dat je een andere maat hebt?’ probeert haar zus. Cecilia laat zich echter niet van de wijs brengen. ‘Ze noemden me niet voor niets dik.’ Even later liggen de twee alweer in een deuk om al die ‘dunne, saaie mensen’. Cecilia: ‘Als je zo dun bent, waar blijft je ziel dan?’

Eenmaal uitgelachen beginnen de zussen alsnog aan een minutieuze reconstructie van de clip van Tori Amos, die voor hen destijds gold als de belichaming van krachtige vrouwelijkheid. In de egodocu You Were My First Boyfriend (93 min.) roept Cecilia Aldarondo nog meer onuitwisbare herinneringen aan haar tijd als onhandige puber in Winter Park, Florida op. Ze ontmoet bijvoorbeeld de jongen, een kalende man inmiddels, op wie ze jarenlang heimelijk verliefd was, bezoekt een schoolreünie en reconstrueert, terwijl de persoon in kwestie meekijkt, een scène waarin de populaire meisjes van haar school een gezet klasgenootje pesten en zij zelf niet ingrijpt.

Met acteurs en mensen uit haar directe omgeving reconstrueert ze enkele ijkpunten van haar jeugd. De ene keer proest Cecilia ’t dan uit van het lachen, een andere keer is ze tot tranen toe geroerd. Want die tienerjaren waren voor haar, een onzekere puber met wortels in Puerto Rico, bepaald geen onverdeeld genoegen. Ze wilde populair zijn, maar dat lukte maar niet. En van de vriendin die ze wél had – de nerdy Caroline, die nog een sleutelrol zal spelen in deze film – nam ze uiteindelijk afstand. Van het kijken naar Monty Python, praten in filmquotes en naspelen van scènes uit Wayne’s World word je immers ook niet per se een High Class-type.

‘Waarom bewaar ik de dingen die me pijn doen?’ vraagt Cecilia zich nu af. Waarom koester ik niet gewoon de dingen waarop ik trots ben of die me blij maken? Deze particuliere film, die toch ook wel weer herkenbaar is voor iedereen die een onzekere tiener is geweest (en wie was dat niet?), is haar poging om in het reine te komen met de trauma’s van haar jeugdjaren en die een nieuwe plek te geven in het leven dat ze nu leidt als volwassen vrouw. De vorm die ze daarvoor kiest is best origineel, maar wat die nu precies oplevert? Kun je bijvoorbeeld werkelijk een vriendschap leren begrijpen door samen met een actrice enkele herinneringen na te spelen?

In deze verlate teencomedy, aangekleed met signatuursongs van Pearl Jam en Buffalo Tom, natuurlijk wel. Aan het eind van de zoektocht ligt, zoals het hoort bij een Amerikaanse film, een wijze levensles te wachten. En Cecilia Aldarondo neemt die natuurlijk gretig in ontvangst. Waarna ze in de slotscène nog een hommage brengt aan twee van haar favoriete films, Big en Postcards From The Edge.

Spiegel

AVROTROS

Levi leidt zijn paard over een balk. ‘Gelukt’, zegt hij.
‘Wat maakt dat het lukte?’, vraagt een vrouwenstem buiten beeld.
‘Eh, dat de aanloop gewoon wat groter is’, antwoordt de jongen.
‘Dus dat helpt Astrid?’ kaatst zijn begeleider terug. ‘Waarbij?’
‘Om eroverheen te komen.’
‘En zijn er dan dingen waar jij overheen wil komen?’ stelt zij een vervolgvraag.
‘Eh, hoe bedoelt u?’ riposteert hij weer.
‘Nou, ik kan me voorstellen dat je over een poosje misschien wel weer naar school wilt.’
‘Oh, ja.’
‘En wat heb je daarvoor nodig, denk je?’ vraagt zij onverstoorbaar door.
‘Uitleg.’
‘Uitleg?’ herhaalt ze. ‘Wat nog meer?’
‘Geen idee.’

Het is alsof de twee, een jongere met zijn eigen issues en diens persoonlijke begeleider, verwikkeld zijn geraakt in een steekspel. Zij vuurt voortdurend vragen op hem af, hij ontwijkt ze of wimpelt ze simpelweg af. Intussen moet hij zich verhouden tot het paard aan zijn zijde, dat direct reageert op alles wat hij doet. ‘Hoe gaat het met jou van binnen?’ vraagt zij nog. ‘Goed’, antwoordt hij beleefd. ‘En met u?’

Met close gedraaide scènes probeert Eva Sjerps in deze korte observerende documentaire de directe interactie tussen mens en paard voelbaar te maken. Want voelen daar draait ’t om bij de speciale therapiesessies van de twee jongeren voor haar camera. Wat ze nu voelen. Welk gevoel iets oproept. En hoe ze daarmee moeten omgaan. Het paard moet ondertussen werken als Spiegel (25 min.) voor de ziel.

Die begeleider gaat wel erg kordaat te werk. ‘Wat heb je nodig?’ vraagt ze bijvoorbeeld als Levi zijn paard in bedwang probeert te houden. ‘Astrid, die niet wegrent’, antwoordt hij wederom gortdroog. Hun wisselwerking krijgt iets komisch. Als hij een rondje door de bak heeft gemaakt met het dier, wil die begeleider bijvoorbeeld weer weten of hij er iets van heeft geleerd. Hij geeft echter niet mee: ‘Nee.’

Sjerps observeert dit aantrekken en afstoten zonder commentaar of opsmuk. Hoe ‘t aansluit op de omgang met de paarden – of juist niet – en de pogingen om intussen, met of ondanks die ander, grote drempels te slechten en kleine overwinninkjes te behalen.

El Eco

Bantam Film

Toño mag zijn bord op tafel laten staan, zegt zijn vader, die in de stad werkt en daardoor doorgaans weinig thuis is. Afruimen is vrouwenwerk, vindt hij. Zijn vrouw zorgt dus voor het huishouden. Of ze nu wil of niet. Toño’s oudere zus Monse, de hoofdpersoon van El Eco (Engelse titel: The Echo, 102 min.), droomt intussen van een ander leven, buiten dit afgelegen dorp in het Noorden van Mexico. Ze is er opgegroeid en sinds kort, als vanzelfsprekend, ook belast met de zorg voor haar erg broze oma.

Het dagelijks leven in het Mexicaanse dorp El Eco speelt zich grotendeels buiten af, tegen een imposant decor van groene heuvels en dramatische luchten, en wordt gekenmerkt door hard werken. Schapen scheren, hout sprokkelen, mais oogsten en lammetjes halen. De levens van mens en dier zijn er op een vanzelfsprekende manier met elkaar vervlochten. Het is een ogenschijnlijk idyllische wereld, die door regisseur Tatiana Huezo en haar cameraman Ernesto Pardo ook heel fraai is vereeuwigd.

Kalm observeren zij het leven op het Mexicaanse platteland, waar iedereen zijn eigen rol heeft – en ook moet spelen. Bij Monse knelt dat. Met haar paard wil de tiener zich bijvoorbeeld meten met de mannen in het dorp. Haar moeder, zelf op jonge leeftijd getrouwd en gestopt met werken, wil daar niets van weten. En dat noopt het meisje, in haar eigen coming of age-drama, om eindelijk de stoute schoenen aan te trekken. Dit is het dramatische hoogtepunt van een film waarin vaak nagenoeg niets lijkt te gebeuren.

Schijn bedriegt. In de interactie tussen de kinderen onderling, het contact met hun ouders en hoe zij zich verhouden tot al wat leeft in hun omgeving vertellen kleine details grote verhalen over hoe de levens van de kinderen en de generaties die hen voorgingen op elkaar (moeten) lijken. Huezo versterkt dit idee nog met een subtiel dwingende soundtrack en enkele fraaie liederen. Zo bouwt ze een verstilde vertelling, waarin iedereen, die daarvoor de rust in zichzelf kan vinden, volledig kan verdrinken.

How To Create A Sex Scandal

HBO Max

Ze werden verkracht in ruil voor avondeten, vertellen Shelby, Hunter en Carly Mayo. In de parenclub van het Texaanse stadje Mineola, waar nette mensen wel uit de buurt bleven, moesten de kinderen voor geld optreden. Ze waren daarvoor klaargestoomd in een speciale ‘seks-crèche’ in de trailer van Booger Red, een vriend van hun moeder Shauntel. Om alles wat te vergemakkelijken kregen de kids ‘silly pills’ toegediend.

Geen wonder dat de lokale gemeenschap – conservatieve en zeer gelovige mensen – helemaal op zijn kop staat in 2004. Shauntel Mayo, de moeder van de drie kinderen, en hun stiefvader, oma, aangetrouwde opa en de illustere Booger Red, alias Patrick Kelly, moeten hangen – of gewoon het gevang in en dan de sleutel weggooien. De zaak is aanhangig gemaakt door Margie Cantrell, de vrouw die Shelby, Hunter en Carly had opgenomen als pleegkinderen. En zij heeft een bondgenoot gevonden in de Texas Ranger Phillip Kemp, die de getroebleerde kinderen, samen met haar, is gaan verhoren.

Ofwel: How To Create A Sex Scandal (121 min.), een driedelige docuserie waarin Julian P. Hobbs en Berndt Mader de afslag richting Trailerpark USA nemen. De beschuldigingen zijn nog niet geuit of de verdachten zitten achter slot en grendel in Smith County, dat niet voor niets te boek staat als Law & Order-land. Maar zoals dat gaat in dit soort true crime-series is toch niet alles wat het lijkt. Want zijn pleegmoeder Margie Cantrell en haar zwijgzame echtgenoot John zelf wel brandschoon? Hebben zij hun handen bijvoorbeeld thuis kunnen houden bij al die pleegkinderen?

Behoedzaam trekken Hobbs en Mader met de introductie van steeds weer nieuwe bronnen en informatie de verschillende poten onder het oorspronkelijke verhaal over een pedofielenkring in de Texaanse ‘swingers club’ vandaan. Totdat dit helemaal in elkaar dondert en de menselijke tol ervan kan worden opgemaakt. Deze straffe driedelige serie is dan op hetzelfde terrein beland als L’Affaire D’Outreau, een bijzonder ingenieuze productie over een soortgelijke zaak in Frankrijk. En zoals dat gaat met treurige geschiedenissen: naderhand zijn er vooral veel verliezers, die bovendien onnodig leed is toegebracht.

In dit geval lijkt er zowaar echter ook een winnaar.

Genderpoli

Tangerine Tree

‘Ik werk hier dus net twee maanden’, vertelt Tabothsie als ze aan de beurt komt tijdens het voorstelrondje. ‘Ik val gewoon op mannen, ik heb twee kinderen en voel me daar heel fijn bij. Ik weet niet of ik dat in deze termen moet zeggen, maar ja, dat dus.’ Bianca, die zich identificeert als agender en non-binair, lacht er enigszins ongemakkelijk bij en legt vervolgens uit: ‘Gewoon is heel normatief, in welke context je ‘t ook zegt. Daarmee zeg je ook iets over de ander.’

Het team van de Genderpoli (Engelse titel: They And Them, 78 min.) in Zaandam is zeer divers samengesteld. Samen geven ze psychologische begeleiding aan jongeren die vragen hebben over hun genderidentiteit. Voor de lichamelijke transitie verwijzen ze dan door naar het ziekenhuis. Het is de enige polikliniek in Nederland, waar een deel van de hulpverleners zelf ervaringsdeskundige is. Het team wordt wel geleid door een ‘normale’ cisgender-man, psycholoog Sander de Wit. 

‘We brengen mensen veel aan het twijfelen’, vertelt hij over het intensieve traject dat ze met jongeren doorlopen. ‘Omdat we vinden dat twijfel helpt bij groei.’ Collega en ervaringsdeskundige Bianca verwoordt ‘t nét even anders: ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is om mensen tegenover je te hebben die jou niet continu bevragen, maar die als uitgangspunt nemen dat wat jij laat zien en wat jij vertelt over jezelf authentiek is.’

Terwijl ze kwetsbare jongeren begeleiden door een cruciale fase van hun leven, de eigen financiering op orde proberen te krijgen en de wachtlijsten willen terugdringen, moeten de hulpverleners van de Genderpoli in deze film van documentairemaker (en psycholoog) Ingrid Kamerling (Rusteloze Zielen: Scènes Uit De TBS, Blue Monday en Echo – Theater In De TBS) de rijen gesloten houden. Want inclusie komt ook voor hen niet altijd vanzelf.

‘Ik denk dat we op de goede weg zitten als cisgender-personen zich ongemakkelijk voelen’, meent Bianca, terwijl ze, net als de andere geïnterviewden, recht in de camera kijkt. ‘Want dan denk ik: ik heb dat eigenlijk iedere dag.’ Teamleider Sander, de trotse bezitter van een nieuwe Harley Davidson, heeft ’t er soms moeilijk mee. Krijgt hij de ruimte om zo nodig een afwijkende positie in te nemen? Mag hij er bijvoorbeeld voor kiezen om niet hij/hem onder zijn e-mails te zetten?

Kamerling legt de onderlinge meningsverschillen binnen het team, die lang niet altijd worden uitgesproken worden en toch permanent voelbaar zijn, knap bloot. Tegelijkertijd laat ze ook zien welke dilemma’s hun delicate werk oproept. Hoe kun je een jong iemand bijvoorbeeld begeleiden bij keuzes die de rest van zijn/haar/diens/hun leven beïnvloeden? En mag je vertrouwen op de genderdysforie van een dertienjarige met een verstandelijke beperking?

Zo knarst en schuurt ’t regelmatig in Genderpoli, dat bijzonder actuele thematiek behandelt en op microniveau de verschillende soorten ongemak blootlegt die daardoor, zelfs binnen een groep die in wezen dezelfde idealen en uitgangspunten heeft, kunnen worden opgeroepen.

Camp Courage

Netflix

Samen met haar oma is Milana vanuit hun tijdelijke woonplaats Bratislava in Slowakije overgekomen naar het Oostenrijkse Piesendorf. Tijdens een zomerkamp gaat het tienjarige meisje een week lang samen met andere kinderen proberen om een Alpentop te beklimmen. Ook oma Olga moet eraan geloven tijdens Camp Courage (33 min.).

Milana mist een deel van haar linkerbeen. Ze raakte ‘t kwijt in haar woonplaats Marioepol. Op 24 januari 2015, de dag die ze ‘Zwarte Zaterdag’ zijn gaan noemen. Toen ze ook haar moeder verloor. Het Oekraïense meisje was erbij toen zij stierf bij een explosie op haar werk en werd zelf later onder het puin gevonden. ‘Ik zei altijd: Milana, wanneer je weer naar buiten mag zal ik je de helderste ster laten zien’, herinnert oma zich geëmotioneerd. ‘En daar woont je moeder.’

Olga en haar puberende kleindochter gaan in de zomer van 2022, een half jaar nadat ze vanwege de Russische inval hun moederland hebben moeten ontvluchten, enerverende dagen tegemoet in het bergachtige Oostenrijk. Vrijwilligers van de Mountain Seed Foundation, waarvan oprichter en Irak-veteraan Nathan Schmidt zo weer zijn eigen issues heeft, begeleiden Milana bij het overwinnen van zichzelf en het verleggen van haar grenzen, zowel fysiek als sociaal.

Intussen heeft ook oma steun nodig. ‘Jij bent de veilige persoon met wie ze zich dit conflict kan hebben’, houdt een vrijwilliger haar voor, als Olga merkt dat ze Milana soms moeilijk kan bereiken. En regisseur Max Lowe, die eerder de zeer persoonlijke klimfilm Torn maakte, vereeuwigt dit kleine familieverhaaltje, dat natuurlijk een veel grotere kwestie weerspiegelt, in een fijne korte documentaire. Over losmaken, loslaten en ook loskomen. Ieder voor zich en toch samen.

Wacht Maar Af

Komedia

Zou hij in het echt niet gigantisch zijn tegengevallen? ’t Was vast een fladderaar, die je nooit helemaal te pakken krijgt. Een gigantische zuipschuit, dat zeker. En waarschijnlijk ook een onverbeterlijke narcist. Emma Wijdeveld maalt daar niet om. Voor haar staat Ramses Shaffy op een metershoog voetstuk. Ze is dan ook zeker vijftien jaar te jong om haar grote held in levende lijve te kunnen ontmoeten. Emma was drie toen de flamboyante artiest op 79-jarige leeftijd overleed.

Via haar krijgt de zanger van klassiekers als Laat Me, Sammy en Mens Durf Te Leven een geheel nieuw leven. Er zit een ziel in zijn muziek, vindt zij. Emma Wijdeveld herkent zich ook in zijn manier van zijn. Hij durfde, kon en moest anders zijn. Zichzelf. En dat wil de Amsterdamse tiener, gewapend met ontwapenende stem en akoestische gitaar, ook wel, getuige Wacht Maar Af (50 min.), het warme portret dat (jeugd)documentairemaker Susan Koenen van haar maakte.

Via een soort poppenkast met uitgeknipte afbeeldingen van haarzelf, Ramses, Liesbeth List en haar afkeurende klasgenoten doet Emma haar eigen verhaal. Over haar liefde voor een artiest, die klasgenoten helemaal niet kennen. Sterker: waarmee ze haar bespotten. Die vorm werkt. Net als de manier waarop Koenen al even speels klassieke Shaffy-fragmenten, bijvoorbeeld uit de documentaire Ramses: OùEst Mon Prince, versnijdt met vergelijkbare beelden van zijn superfan.

Die liefde wordt nog eens uitgediept met enigszins opgeprikte ontmoetingen met Ramses Shaffy-fan Kitty van Mil, Shaffy’s voormalige huisgenoot Peter Heyligenberg en de man die de illustere zanger vertolkt in een bekroonde televisieserie en een theatervoorstelling, Maarten Heijmans. Bij elke ontmoeting pakt Emma haar akoestische gitaar erbij en probeert zich dan hun (en ons) hart in te zingen met haar eigen liedjes. En stuk voor stuk voorspellen ze haar een grote toekomst.

Intussen zoekt Emma Wijdeveld tevens naar muzikale begeleiders, met wie ze, in de geest van die onaantastbare Ramses, podia in het hele land onveilig kan gaan maken. Koenen zit Emma daarbij dicht op de huid, filmt haar ook thuis en te midden van haar familieleden en probeert met kleine vragen door te dringen tot de ontluikende persoonlijkheid achter die stem en liedjes. Samen werken ze toe naar een groepsoptreden, waarmee Emma zichzelf op de kaart wil zetten.

Het is een vanzelfsprekend richtpunt, ook voor deze sympathieke film, waarvan de tijd moet uitwijzen of die een enthousiaste tiener met een leuke hobby of toch een aanstaande ster in de schijnwerper heeft gezet.

Het Leven Is Niet Kort Genoeg

Matthijs (l) en Joey (r) / BNNVARA

Op zijn 22e wordt hij opgenomen in het ziekenhuis met ‘een neucrotische alvleesklierontsteking door alcoholmisbruik’. De vrienden van Matthijs Kok zijn verrast: ze wisten wel dat hij roofbouw pleegde op zijn lijf, maar dat het zo erg was hadden ze toch niet gedacht. Ze kenden hem vooral van alle mogelijke ongein, liefst voor een camera. Samen maakten ze een soort Nederlandse variant op Jackass, waarbij niets te gek, smerig of pijnlijk was.

En Joey Benistant, de beste vriend van Matthijs en maker van dit postume portret, filmde alles. Zelfs toen het, met de wijsheid van nu, eigenlijk al te laat was. Als Matthijs uit het ziekenhuis komt, vraagt Joey hem nog of hij nuchter van het leven kan genieten. ‘Ik geniet helemaal nergens meer van’, is zijn ontnuchterende antwoord. De twintiger lijkt reddeloos verloren. Al heeft zijn directe omgeving dat niet door. Hij krijgt zelfs nog een vriendin: Ksenija.

Samen met haar en de andere leden van de Groningse rebellenclub, die ze er sinds hun tienerjaren op na hebben gehouden, kijkt Benistant nu in Het Leven Is Niet Kort Genoeg (48 min.) terug op het tumultueuze bestaan van zijn boezemvriend, die met wagonladingen drank en drugs en een eindeloze serie kwajongensstreken de pijn die in hem huisde eronder probeerde te krijgen. Op zijn zeventiende zei hij al dat hij niet ouder dan dertig wilde worden.

Joey diept tevens een brief op waarmee hij aan de binnenkant kan komen van zijn getraumatiseerde vriend. Daarmee krijgen Matthijs’ doldwaze capriolen, die hier met veel jeugdige bravoure, makerslol en dampende muziek worden gepresenteerd, een schrijnend fundament. Het eerbetoon aan zijn overleden vriend – met wie hij de tijd van z’n leven had, totdat de dood hem riep – is intussen zo’n typische (not) coming of age-docu geworden.

Waar niemand hetzelfde uitkomt als dat ie erin is gegaan.

Scouts Honor: The Secret Files Of The Boy Scouts Of America

Netflix

Natuurlijk, het gaat om andere mensen, herinneringen en voorbeelden, maar uiteindelijk komt het toch neer op hetzelfde thema, vergelijkbaar verdriet en een identieke doofpot. De documentaire Scouts Honor: The Secret Files Of The Boy Scouts Of America (95 min.) van Brian Knappenberger vertelt in wezen precies hetzelfde verhaal als Irene Taylors Leave No Trace, een geladen docu die onlangs werd uitgebracht via de streamer Disney+. En zoals ‘t een rechtgeaarde Amerikaanse productie betaamt, ligt de hele kwestie al in de eerste minuten op tafel. Zodat iedereen weet wat ie kan verwachten – en vooral doorkijkt.

Dat maakt het enorme aantal meldingen van seksueel geweld bij de Amerikaanse scouting overigens niet minder stuitend. In de jaren twintig en dertig werd er in de media al bericht over de zogenaamde ‘red flag list’ van de scouting en seksueel misbruik van kwetsbare jongetjes. Jeugdactiviteiten trekken nu eenmaal lieden met een ongezonde interesse in kinderen aan, stelt journalist Patrick Boyle, die de hand wist te leggen op de zogenaamde ‘perversion files’. Hij schreef ook een boek over de schokkende kwestie, die de officiële scoutingsorganisatie maar al te graag onder de pet hield.

‘Wil je de waarheid of wat me was opgedragen om te zeggen?’ vraagt oud-politieman Michael Johnson, die in 2010 hoofd jeugdbescherming van de Boy Scouts werd, aan het begin van deze film. Knappenberger is duidelijk: hij wil beide versies horen. En dus gaat de beerput helemaal open. Over seksfeesten, kinderporno en suïcide. Bij een organisatie, die er nog niet zo lang geleden ronduit homofobe ideeën op nahield. En over het toedekken van het misbruik, de wrange dwarsverbanden met de kerk en het ontmoedigen van slachtoffers om aangifte te doen.

Melden betekent toch naar de politie gaan? vraagt Brian Knappenberger voor de zekerheid aan Steve McGowan, juridisch adviseur van de Boy Scouts of America. ‘Voor een scout betekent het dat je naar een volwassene gaat’, antwoordt die. ‘Een ouder, een leider.’ En zo is het spoor dus jarenlang doodgelopen. Inmiddels staat de teller op 82.000 meldingen van seksueel misbruik. 82.000 ervaringsverhalen van voormalige scouts, die jarenlang verborgen zijn gebleven achter de verdedigingslinie die de scoutingorganisatie in zulke gevallen optrekt.

Zoals het indringende relaas van Mark Eaton. Hij werd op tienjarige leeftijd gemolesteerd door een begeleider, die vanwege incidenten bij andere scoutingafdelingen al op de lijst van ‘Ongeschikte Vrijwilligers’ was geplaatst. Daarna ging de man echter gewoon elders in de weer met scouts. ‘Ik wil een deel van het stigma wegnemen rond jongens die slachtoffer zijn’, vertelt Eaton over zijn beweegredenen om zich nu uit te spreken. ‘Er rust nog steeds een erg groot taboe op jongens die het slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik door een man.’

Die schaamte laten Eaton en zijn lotgenoten hier collectief achter zich. Voor de tweede keer, in relatief korte tijd. Tegelijkertijd zit er natuurlijk geen limiet aan het aankaarten van onrecht. Het is nooit genoeg. Totdat het, voorlopig althans, de wereld uit is geholpen.

BS High

HBO Max

Ze hebben afscheid moeten nemen van hun droom om de National Football League te bereiken. Want een sportbeurs voor een gerenommeerde school zit er voor hen helaas niet in. En dan komt ene Roy Johnson bij de gedesillusioneerde jongeren langs en zegt dat hij toch een professionele American footballer van hen kan maken. De coach nodigt hen uit om naar Bishop Sycamore High School (voorheen Christians Of Faith Academy) in Ohio te komen. Één probleem: er is helemaal geen school.

‘Ik ben geen oplichter’, bezweert de man, die kan praten als Brugman, desondanks in BS High (93 min.). ‘Ik ben “oplichterig”.’ En daar schaamt Johnson zich helemaal niet voor, getuige zijn bijdrage aan deze schelmendocu. Vol bravoure neemt de coach, die zich spiegelt aan Hannibal Smith uit de televisieserie The A Team, plaats voor de camera van Travon Free en Martin Desmond Roe en laat zich bevragen over zijn schurkenstreken, bokkensprongen en broodjes aap. Hoe moeilijk de twee ‘t hem ook maken, hij blijft oneliners rondstrooien. ‘Ik ben de eerlijkste leugenaar die ik ken.’

Zijn verhalen verdienen dus weerwoord. Dat komt in BS High van zijn spelers en hun moeders, een footballofficial uit Ohio, enkele oud-collega’s en de journalist die ’s mans zwendel op het spoor kwam. Feit is dat Roy Johnson zijn team naar de Canton Hall Of Fame manoeuvreert, voor een wedstrijd tegen de gerenommeerde IMG Academy die live op ESPN wordt uitgezonden. Het is Johnsons meesterstuk. ‘I love it when a plan comes together’, kraait hij. De krachtmeting zelf wordt alleen een gigantisch fiasco, voor het oog van een verbijsterd publiek. Waarna Bishop Sycamore viral gaat.

Free en Roe proberen in deze gedegen film voorbij de gimmick te reiken. Geduldig reconstrueren ze de geruchtmakende affaire, die uiteindelijk vooral ten koste van Johnsons spelers lijkt te zijn gegaan. Die vertrekt echter geen spier als hij wordt geconfronteerd met leningen die hij op naam van zijn jongens, zonder hun toestemming natuurlijk, heeft afgesloten en die zij nu moeten aftikken. ‘Wettelijk heb ik niet gefraudeerd’, houdt hij staande. ‘Ik zit in een grijs gebied.’ En dan, met een nauwelijks verholen grijns op zijn gezicht: ‘Hoe noemen ze me? Loophole Leroy?’

Dat personage heeft in elk geval optimaal geprofiteerd van – of beter: geparasiteerd op – de droom van veel Amerikaanse jongeren om een dik betaalde topsporter te worden en het schimmige systeem met studieprogramma’s op scholen dat daaromheen is opgetrokken. En als we de bullshitter, gladder dan een aal in een emmer snot, op zijn woord mogen geloven in BS High, zal ’t niet bij deze ene keer blijven – en is hij zeker niet de enige die de mazen in de wet weet te vinden.

How Do You Measure A Year?

HBO Max

Toen zijn dochter Ella twee werd, zette Jay Rosenblatt het meisje op de bank en stelde haar enkele vragen. Dat heeft hij tot haar achttiende volgehouden. Elke verjaardag, op die bank, dezelfde vragen. Wat wil je later worden?, bijvoorbeeld. Wat zijn je dromen? En nachtmerries? Wat is macht? En: wat vind je van jou en mij? Rosenblatt keek de beelden volgens eigen zeggen nooit terug.

De samenvatting ervan, How Do You Measure A Year? (28 min.) is chronologisch opgebouwd. Ella wordt ouder voor de camera. Wijzer en gecompliceerder. Getructer ook. Ongekunsteld wordt performen. Fris van de lever maakt plaats voor (zelf)reflectie. Wat zou je als …jarige willen zeggen tegen je latere zelf? begint haar vader dan te vragen. En waarom ze steeds vaker ruzie maken?

‘Why are you so obsessed with me?’ zingt de zeventienjarige Ella. ‘Boy, I wanna know.’ Ze lijkt er niets mee te bedoelen, de jonge vrouw die voor het verjaardagsritueel van haar vader opnieuw voor de camera heeft plaatsgenomen. Ella staat op het punt om het huis uit te gaan om te studeren en moet Jay, de man die steeds weer dezelfde directe vragen stelt, dan achterlaten.

Deze korte film huldigt overtuigend het ‘less is more’-principe en is op basis daarvan, enigszins overdreven, genomineerd voor een Oscar voor beste korte documentaire. Het is een klein monumentje geworden voor de tijd die nu achter hen ligt en die (blijkbaar) was doordesemd van de onvoorwaardelijke liefde die er kan zijn tussen ouder en kind.

Leave No Trace

Disney+

‘Mam, meneer Barnes is geen goede man en hij doet slechte dingen met mij’, zei Stuart Lord als jongetje tegen zijn moeder. Hij had al zijn moed bijeen geraapt en zelfs van tevoren gerepeteerd wat hij zou gaan zeggen. ‘Mijn moeder werd die ochtend wakker’, vertelt Lord, ettelijke decennia later. ‘Ze struikelde en kreeg een beroerte. Mijn moeder stierf en daarmee ook de enige persoon bij wie ik de moed had gehad om het te vertellen. Ik verdween weer in diepe stilte en nam me voor om het aan niemand te vertellen.’

Stuart Lord en enkele andere van de in totaal 82.000 (!) Amerikaanse jongens en mannen die in de afgelopen decennia als padvinder werden misbruikt, doen hun verhaal in Leave No Trace (108 min.). Hun ervaringen staan haaks op het werkelijk onberispelijke imago dat de befaamde schilder Norman Rockwell de Boy Scouts ooit bezorgde in de Verenigde Staten. In zijn werken toonde hij een idyllische wereld, waarin een nieuwe generatie mannen werd klaargestoomd voor nobele taken. Amerika zou op hen kunnen bouwen. ‘Wees altijd vriendelijk en dapper’, luidde een typische scoutingslogan. ‘Een jongen die eerlijk en eervol is, is een eer voor zijn God en zijn land.

Diezelfde organisatie hield er, getuige deze geladen film van Irene Taylor, echter decennialang een doofpotcultuur op na, die alleen vergelijkbaar lijkt met de manier waarop de katholieke kerk wereldwijd seksueel misbruik door priesters probeerde te smoren in stilzwijgen. The cover-up is worse than the crime, zeggen ze dan – al kan daar in dit geval eigenlijk geen sprake van zijn. Het toedekken van het misbruik is eerder te vergelijken met een, ook al zo’n pijnlijke term, ‘second rape’. En de mannen die dat hebben moeten ondergaan worden nu consequent ‘survivor’ genoemd. Omdat ze categorisch weigeren om zich te laten reduceren tot een ‘victim’.

Daar, in die pijnlijke ervaringsverhalen, zit de essentie van Leave No Trace, dat tevens het fenomeen scouting zelf probeert te duiden en dan ook, enigszins onnodig, uitwaaiert naar nevenschade zoals de al jaren afnemende ledenaantallen, de hoge beloning van topfunctionarissen en de verslechterende financiële situatie van de landelijke organisatie. Dat laatste element wordt overigens wel weer relevant als alle OV-dossiers – de administratieve weerslag van de meldingen over stafleden die met een eufemistische term ‘Ongeschikte Vrijwilligers’ worden genoemd – boven tafel komen en er moet worden gesproken over compensatie van de veroorzaakte schade.

Dat wordt dan een zaak van epische proporties – hoewel de ellende die de Barneses, en de scoutingafdelingen die hen de hand boven het hoofd hielden, hebben veroorzaakt, met geld natuurlijk nooit teniet kan worden gedaan.

Netflix heeft met Scouts Honor: The Secret Files Of The Boy Scouts Of America overigens een documentaire over hetzelfde thema uitgebracht.

Inside Russia: Traitors & Heroes

VPRO

Hoe kun je in het hedendaagse Rusland zeggen wat er gezegd moet worden, zonder dat je erdoor in de problemen komt? De jonge bevlogen Oeljana heeft een aardige manier gevonden: ze spreekt zich uit door in het openbaar voor te lezen uit het werk van bekende schrijvers. Via hun teksten kan ze gewoon zeggen wat ze op haar lever heeft. ‘Niemand stopt mij in de gevangenis als ik een vers met het woord ‘oorlog’ lees’, declameert ze bijvoorbeeld. Intussen dient haar broer Vanja in het Russische leger, dat met brute kracht Oekraïne is binnengestormd. Samen met haar vader, die de invasie beschouwt als niets minder dan een gevecht tegen het fascisme, houdt Oeljana haar hart vast: is voor Vanja een heldenbestaan weggelegd? Of wacht hem toch een heldendood?

Jonge Russen hebben in wezen geen keuze. Ze participeren in de strijd of kunnen zelf tot staatsvijand worden verklaard. ‘Ieder volk, en zeker het Russische volk, ziet het verschil tussen ware patriotten en verraders en spuugt die verraders gewoon uit als een vliegje in je mond’, heeft president Vladimir Poetin tenslotte gezegd. Aan deze uitspraak ontleent deze urgente documentaire van Anastasia Popova en Paul Mitchell zijn naam: Inside Russia: Traitors & Heroes (75 min.), een film over hoe een nieuwe generatie Russen manieren zoekt om toch kritiek te uiten op het regime. Het kunstcollectief PSLCh laat met spuitbussen en stickers bijvoorbeeld cryptische boodschappen achter in de openbare ruimte. Dat blijft niet zonder gevolgen. Lid Ljonja wordt opgepakt en moet daarna verplicht een psychiatrische test ondergaan. ‘We weten allemaal dat dit een zelfmoordmissie is’, zegt hij na zijn ontslag uit het ‘gekkenhuis’ tegen zijn partners in crime. Ook zij zijn immers niet meer dan vliegjes in Poetins mond.

Nina Beljaeva, gemeenteraadslid in Voronezj maakt zich ondertussen kwaad over de steun van de Russisch-orthodoxe kerk voor de inval in Oekraïne. Ze spreekt zich daarover ferm uit in de raad. Dat wordt haar bijzonder kwalijk genomen door enkele collega’s. Uiteindelijk komt de jonge vrouw voor een elementaire keuze te staan: emigratie of de gevangenis. Volgens de zogenaamde desinformatiewet is het sowieso verboden om de invasie van Oekraïne een oorlog te noemen of ertegen te protesteren. Dit wordt nog eens pijnlijk duidelijk als er een mobilisatie wordt afgekondigd. Jonge Russische mannen kunnen voortaan zomaar gerekruteerd worden voor Poetins oorlog. Menigeen zoekt daarom ijlings zijn heil in het buitenland. Deserteurs zijn dat, volgens de mannen die op de Russische Staats-TV het vuur dagelijks oppoken. Ze verdienen niets minder dan de doodstraf.

‘Wat is er gebeurd met de vrijheid van meningsuiting?’ vragen de YouTubers Alla en Misha intussen op straat aan willekeurige inwoners van Moskou. ‘Ik ben te jong om die vraag te beantwoorden’, stelt een jongen, die liever geen vliegje in Poetins mond wordt. Zijn vriend is wél bereid om antwoord te geven. ‘De vrijheid van meningsuiting is verdwenen’, zegt hij en stelt dan meteen een wedervraag: ‘Mag ik gevoelige onderwerpen noemen?’ Interviewster Alla maant hem tot voorzichtigheid: ‘Ja. Maar houd je aan de wet. We zijn bezorgd om de mensen die we interviewen.’ Want dat is de realiteit in het Rusland van nu: instemmen of kop houden. De jongen besluit om toch gewoon antwoord te geven: ‘Om me voorzichtig uit te drukken: de mensen zijn gewoon bang. Maar dat is logisch. Dus vrijheid heb je thuis, met vrienden. Maar niet in het openbaar.’

Via enkele vertegenwoordigers van een nieuwe Russische generatie, die heel behoedzaam de vrijheid van meningsuiting verkennen, schetst Inside Russia: Traitors & Heroes zo een bang land, dat in de greep is geraakt van boze krachten. En iedereen die de officiële waarheid niet slikt kan daarmee op een zeer naargeestige wijze worden geconfronteerd. Als een vliegje dat zomaar kan worden uitgespuugd door de almachtige leider.

Aaron Carter: The Little Prince Of Pop

ABC News

In de slipstream van zijn oudere broer Nick, één van de blikvangers van de immens populaire Amerikaanse boyband The Backstreet Boys, wordt ook Aaron Carter een beroemdheid. Hij mag als negenjarig joch mee op tournee met de groep van zijn broer. In 2000 scoort hij als aaibaar kindsterretje de ene na de andere hit en staat daarmee model voor een nieuw soort tieneridool, waaronder ook Justin Bieber en Shawn Mendes kunnen worden gerekend.

Carter doet denken aan de ‘King Of Pop’ Michael Jackson. Die dubt hem hoogstpersoonlijk Aaron Carter: The Little Prince Of Pop (56 min.). ‘Hoe is het om als twaalfjarige groupies te hebben?’ vraagt een televisiepresentatrice vervolgens met droge ogen aan het blonde jongetje, dat opvallend nuchter reageert. ‘Dat zijn geen groupies, dat zijn gewoon fans.’ Vanaf dat moment kan het, tragisch genoeg, alleen maar bergafwaarts gaan voor de zanger die nooit zo populair zal worden als zijn broer Nick, met wie hij bovendien ernstig gebrouilleerd raakt.

Want net als Jackson en allerlei andere Hollywood-kinderen moet Carter, gestimuleerd door overambitieuze ouders, veel te jong volwassen worden en betaalt hij daar de rest van zijn leven, dat uiteindelijk maar 34 jaar zal duren en bijzonder tragisch eindigt, de tol voor. De getroebleerde en ernstige verslaafde man die zijn carrière heeft proberen te reanimeren via de realityshow House Of Carters, Dancing With The Stars en de therapeutische talkshow The Doctors lijkt dan in niets meer op het guitige kindsterretje dat ooit de wereld leek te gaan veroveren.

Deze tv-docu zoekt ondertussen het braakliggende terrein op tussen Showbiz Kids (20209, waarin documentairemaker en voormalige kinderster Alex Winter spreekt met lotgenoten, en The Boy Band Con: The Lou Pearlman Story (2019), waarin de voormalige manager van The Backstreet Boys en *NSYNC wordt geportretteerd en Aaron Carter zelf ook nog aan het woord komt. Pearlman maakte zijn jongens wereldberoemd en zoog hen vervolgens helemaal leeg. Toen hun populariteit terugliep, werden ze keihard geconfronteerd met zichzelf.

AJ McLean, één van de Backstreet Boys, weet hoe dat voelt. Hij kampt eveneens met ernstige verslavingsproblematiek en kan het tragische verhaal van Aaron, die hij al sinds diens kleutertijd kent, verder inkaderen. ‘Een prachtige tragedie’, noemt hij diens leven. Omdat naast de tristesse, heel begrijpelijk overigens, ook de vreugdevolle tijden moeten worden benoemd. Carters verloofde Melanie Martin, zijn beste vriend Taylor Helgeson en een (blijkbaar) onvermijdelijk gezelschap van journalisten, (tv-)therapeuten en deskundigen doen ook een duit in het zakje.

Wat beklijft is echter Aaron Carters screentest voor de sitcom Group, die slechts één maand voor zijn dood op 5 november 2022 werd opgenomen. In beeld zit een menselijk wrak, dat zich in zijn rol en tussen de opnames door nog behoorlijk staande houden, maar de camera uiteindelijk niet kan bedriegen: gewonde ogen, ingevallen gezicht, overwoekerd door (gezichts)tatoeages. De man die als jongetje de wereld aan zijn voeten had liggen, als tiener een relatie zou hebben gehad met zowel Hillary Duff als Lindsay Logan en als dertiger vooral ‘voorheen Aaron Carter’ is geworden.

De Kinderen Van De Hondsberg

Michael / vgn.nl

In 1998 kwam Roel van Dalen voor het eerst in De Hondsberg, een instituut voor onderzoek en behandeling van kinderen met een verstandelijke beperking. Dertien jaar later zocht de documentairemaker enkele kinderen die hij daar had leren kennen opnieuw op voor het tweeluik De Kinderen Van De Hondsberg (100 min.). Inmiddels moeten zij rond de veertig zijn. Alle reden, zou je als buitenstaander zeggen, om de draad weer op te pakken en in de allerbeste Up-traditie te gaan bekijken wat het leven hen en hun familieleden in de afgelopen jaren heeft gebracht.

Hebben het zeer gecompliceerde, van oorsprong Chileense meisje Céline en haar adoptieouders het precaire evenwicht tussen hen, dat ze met heel veel doorzettingsvermogen hebben opgebouwd, bijvoorbeeld weten te bewaren? Zou de goedlachse Michael nog steeds op zichzelf wonen, inmiddels een baantje hebben bemachtigd bij zijn grote liefde De Efteling en ook aan een leuke vriendin zijn gekomen? En is het de licht ontvlambare Boyce bovendien gelukt om niet meer te blowen, zijn relatie in stand te houden en uit de criminaliteit te blijven?

Kan Terrence verder nog altijd terugvallen op zijn twee broers, die zich als vanzelfsprekend om hem bekommeren, en is hij op een plek terechtgekomen waar hij wordt begrepen? Heeft Niels, bij wie volgens de orthopedagoog ‘de computer niet helemaal goed gemaakt is’, zijn vaste aanstelling waargemaakt en misschien ook nog zijn rijbewijs gehaald? En is de dappere Stéphanie, afkomstig uit een probleemgezin waarvan ze zich slechts met heel veel moeite heeft kunnen losmaken, erin geslaagd om het plekje in de samenleving te veroveren dat haar toekomt?

Want deze gewone Nederlanders, met stuk voor stuk een opmerkelijk levensverhaal, kunnen in potentie personages worden in een langlopend feuilleton over hoe ‘t mensen die een lastige start hebben gehad op de lange termijn vergaat. Hoe laat je dat turbulente verleden achter je? Kan dat überhaupt? En welke bijzondere uitdagingen biedt het leven dan voor iemand met een beperking of achterstand? Het is wel de vraag of ze dat willen: van sommige hoofdpersonen van de Up-serie is bekend dat ze hun levenslange participatie in het project als een soort vloek ervaren.

Aan Roel van Dalen zal het niet liggen. Kalm en respectvol observeert hij in De Kinderen Van De Hondsberg In 2011 zijn hoofdpersonen in hun dagelijks bestaan, versnijdt dit met beelden uit de oorspronkelijke serie en vraagt hen hoe ze naar hun eigen leven kijken. De aandacht ligt nadrukkelijk bij hen, mensen die vaak niet aan het woord komen. Over wie nogal eens wórdt gesproken. Gaan we nog van hen horen? Van de mannen en vrouwen die we nog altijd associëren met De Hondsberg – ook al zijn ze daar meestal al zeker een jaar of dertig weg.

Tegen De Tijd

Human

Ze lopen niet meer synchroon met hun omgeving. Dat hebben ze al een tijdje geleden opgegeven. De dag wil maar niet eindigen. Of het lukt gewoon niet om eraan te beginnen. Hun ritme is volledig ontregeld geraakt. Een constante jetlag. Altijd aan, zelden uit. Nachtraven tegen wil en dank. De slaap wil steeds niet komen, laat zich niet verdrijven of brengt allang geen soelaas meer. Insomnia.

In een slaapcentrum vechten vier slapelozen Tegen De Tijd (58 min.). Tiener Muied kan de slaap maar niet vatten. Zijn leven wordt er volledig door verstoord. Ooit zat hij op de HAVO. Via VMBO-T is hij nu op VMBO-kader terechtgekomen. En ook daar gaat het niet goed. De 22-jarige Nienke slaapt intussen door elke wekker heen en komt daardoor steeds nadrukkelijker in de problemen op haar dansopleiding.

Leon heeft zelfs het gevoel dat hij vereenzaamt door zijn slaapproblemen. De solitaire uren voor het inslapen breken hem op. Hij heeft concentratieproblemen en wordt volgens eigen zeggen ook traag. De 51-jarige Maurice moet voor zijn werk geregeld door verschillende tijdzones reizen. Inmiddels vindt hij nergens meer echt aansluiting en voelt hij zich chronisch vermoeid. Zijn sociale leven is ergens onderweg gestrand.

Via een slaaptraining bij het Haaglanden Medisch Centrum, waarvoor de vier hun slaapritme gaan verleggen en vervolgens regelmaat proberen te zoeken, hopen ze in deze koortsachtige documentaire van Nelleke Koop de weg terug te vinden naar een natuurlijke dag- en nachtindeling en weer op één lijn te komen met de rest van de wereld die hen al zo vaak voor lui en ongedisciplineerd heeft versleten.

Koop volgt hun bevindingen, bijvoorbeeld via een camera in de bovenhoek van hun slaapkamer, maar probeert ook de ervaring van het verdoofd leven en wakend slapen te pakken te krijgen met vervreemdende beeldsequenties, een unheimisch geluidsdecor en een verteller die mechanisch voorleest uit rapportages of juist het filosofische idee van het tegen – of langs – de tijd leven onder woorden brengt.

Tegen De Tijd wordt zo een immersieve ervaring. Een koortsdroom, waarmee het slaapgebrek, de dagelijkse verdwazing en het ontbreken van elke vorm van ritme invoelbaar worden gemaakt voor lieden, die doorgaans zonder al te veel moeite op één oor belanden en maar niet kunnen bevatten dat anderen ongewild tot nachtdier zijn verworden.