Animorphia

Ruud Lenssen Documentaires / Picl

‘Geef mij maar tachtig honden, in plaats van één kind’, zegt oud-militair Claudia Boerma in Animorphia (56 min.). Nadat ze in 2006, als gevolg van traumatische ervaringen tijdens een uitzending, complexe PTSS had ontwikkeld, kwam hulphond Dingo in haar bestaan. Die heeft haar leven, dat zich inmiddels afspeelt in Hammarstrand te Zweden, weer draaglijk gemaakt.

Boerma is één van de vier hoofdpersonen van deze documentaire van Ruud Lenssen – ondertitel: the skin we keep – met een uitgesproken liefde voor dieren. En daaruit spreekt soms ook teleurstelling in de mens. Bij Jari Jansen bijvoorbeeld, een jonge man uit het Limburgse Beesel die een huis vol met reptielen en gifslangen heeft. Dieren liegen en bedriegen niet, stelt hij. ‘Dat is bij mensen vaak anders.’

Jansen prepareert ook dieren. Dat heeft hij gemeen met taxidermist Wesley Kevenaar uit Venlo. Die is druk doende met het opzetten van de Sumatraanse tijger Hermes, ooit één van de blikvangers in Diergaarde Blijdorp. Het geprepareerde roofdier komt op termijn in het Museon in Den Haag te staan, maar wordt eerst geshowd tijdens het Europees kampioenschap taxidermie in Salzburg te Oostenrijk.

Als leerling van de land- en tuinbouwschool kwam Kevenaar ooit in een slachthuis. Toen hij klaar was met school ging ie er ook werken. Als ik het doe, rechtvaardigde hij dit tegenover zichzelf, gebeurt ‘t tenminste goed. ‘Voordat ik dan schoot of voordat het lichtje uitging, zei ik altijd: sorry’, herinnert hij zich. ‘Dus dan keek ik ze altijd recht in de ogen aan en schoot ik.’ Jaren later kreeg de taxidermist er toch last van .

Ook Debby Smit uit Sint Willebrord heeft echt iets met dieren. Dat moet ze, als fervent jaagster, nogal eens benadrukken. En ze moet de online scheldpartijen en dreigementen erbij op de koop toe nemen. Smit ziet zichzelf als een serieuze jager, zeker niet als zo’n rotte appel, een ‘schieter’. De jacht is essentieel voor het beheer van dierenpopulaties, stelt ze. ‘En je hebt gewoon een lekker stukje vlees op je bord.’

Lenssen laat zijn hoofdpersonen intussen in hun waarde en knoopt hun verhalen tenslotte ook aan elkaar. Zo meldt Claudia Boerma, die er niet aan moet denken om zonder Dingo te leven, zich bijvoorbeeld bij Wesley Kevenaar. Als zij er zelf niet meer is, kan haar hond dan misschien mee de kist in? ‘Hij is er jaren voor mij geweest’, concludeert ze, volgens een geheel eigen logica. ‘En nou ben ik er voor hem.’

Stuk voor stuk hebben deze lekkere eigenheimers zo hun eigen manier om hun liefde voor dieren te betuigen. Van het opzetten van een gedood dier als ultiem teken van respect tot het beeld van een geprepareerd dier als een zelfgemaakt kunstwerk met alleen een huid erom. En van een soort surrogaatkind tot ‘een stukje natuur in huis’. En de kijker van Animorphia mag zich eraan vergapen. Aan hun dieren en aan henzelf.

The Six Billion Dollar Man

Charlotte Street Films

Regisseur Eugene Jarecki hamert ‘t er bij de start van The Six Billion Dollar Man (129 min.) nog even in: vóórdat Julian Assange een hacker, een verkrachter en een spion werd (genoemd), was hij de man die in 2010 met WikiLeaks de beruchte Collateral Murder-video publiceerde. Schokkend beeldmateriaal waarmee ondubbelzinnig werd aangetoond dat Amerikaanse militairen zich in Irak schuldig maakten aan oorlogsmisdaden.

Want daar ligt de oorsprong van al wat Assange daarna overkwam: een beschuldiging van seksueel misbruik in Zweden, een jarenlang verblijf als verstekeling op de Ecuadoriaanse ambassade te Londen en daarna nog een tragische periode van eenzame opsluiting in de Engelse gevangenis Belmarsh. Een rechtsgang – lees: martelgang – die in totaal toch al gauw veertien jaar in beslag heeft genomen.

Dat proces is natuurlijk al op diverse momenten en vanuit verschillende gezichtspunten opgetekend in gewaardeerde documentaires zoals We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks (2013), Ithaka: A Fight To Free Julian Assange (2021) en A Dangerous Boy (2024). Niet eerder werd dit verhaal echter zo compleet, goed gedocumenteerd en meeslepend gepresenteerd als in deze essentiële film van Eugene Jarecki.

Jarecki (The Trials Of Henry Kissinger, The House I Live In en The King) moest zijn film volgens eigen zeggen in Duitsland maken, omdat in het huidige Amerika niemand z’n vingers eraan wilde én wil branden. Niet vreemd: Julian Assange wordt, zéér overtuigend, geportretteerd als het slachtoffer van een buitengewoon geraffineerde Amerikaanse lastercampagne, die in feite neerkomt op ‘een slow-motion publieke executie’.

De documentairemaker kan daarvoor terugvallen op een ware sterrencast, met Edward Snowden, Sigurdur ‘Siggi The Hacker’ Thordarson, Naomi Klein, Yanis Varoufakis en Chelsea Manning. Zelfs Vivienne Westwood en, jawel, Pamela Anderson, die Assange opzochten tijdens zijn ballingschap, sluiten nog even aan. Alleen de man zelf ontbreekt. Hij wordt vertegenwoordigd door zijn vrouw Stella Moris en advocate Jennifer Robinson.

De onkreukbare Robinson, Assanges trouwste metgezel in een episch juridisch gevecht, fungeert tevens als verteller. Zij scheidt, vanuit het perspectief van haar cliënt, het kaf van het koren in een tragische zaak die uiteindelijk uitmondt in koehandel tussen de leiders van Ecuador en de Verenigde Staten, Moreno en Trump. Voor een slordige zes miljard dollar wordt de banneling van de hand gedaan – en in een Britse cel gesmeten.

The Six Billion Dollar Man belicht de zaak in z’n volle omvang. Rond een man die – of je nu sympathie voor hem hebt of niet; alsof dat er eigenlijk toe doet – stelselmatig kapot is gemaakt. Een kwaadaardig geval van ‘kill the messenger’, waarvan iedereen die belang hecht aan het vrije woord ernstige buikpijn zou moeten krijgen. Julian Assange bekent uiteindelijk wel schuld: ‘I plead guilty to journalism’, zegt de Man van Zes Biljoen cynisch.

Ace Of Base: All That She Wants

SkyShowtime

In Zweden zit begin jaren negentig helemaal niemand op Ace Of Base te wachten en wordt de popgroep uit Göteborg geregeld afgezeken in de muziekpers. In het buitenland wordt het viertal – twee jongens, twee meisjes – juist onthaald als de nieuwe ABBA. Ulf, zijn vriend Jonas en diens zussen Jenny en Malin zullen in totaal vijftig miljoen platen verkopen en kneiterhits als All That She Wants, The Sign en Beautiful Life scoren.

Binnen de groep begint het echter al snel te broeien: nadat er keihard is gewerkt, zo hard dat ‘t ongezond wordt, trekken de songschrijvende jongens erop uit in hun privéjachten. De zingende zussen Berggren, die zijn ingezet als het uithangbord van Ace Of Base en dus voortdurend in de spotlights staan, hebben echter aanzienlijk minder verdiend. En dat begint steeds meer te steken. Zij willen ook liedjes gaan inbrengen.

Ruim dertig jaar later is meteen duidelijk dat de onderlinge verhoudingen nog altijd niet zijn hersteld. Ulf Ekberg heeft zijn voormalige partner in crime Jonas Berggren al enkele jaren niet meer gezien. Diens zus Jenny spreekt ie hooguit eenmaal per jaar. En Malin is helemaal uit beeld verdwenen. Ook in de driedelige serie Ace Of Base: All That She Wants (123 min.) zal de blonde frontvrouw schitteren door afwezigheid. Bijna dan.

Regisseur Jens von Reis moet zich voor zijn reconstructie van de Ace Of Base-tijd verlaten op Ulf Ekberg en Jenny Berggren, die later een solocarrière is begonnen. Hij stut hun herinneringen, verbeeld met (niet eerder vertoond) archiefmateriaal, met quotes van allerlei profi’s uit de muziekbusiness, waaronder tijdgenoot Wyclef Jean (Fugees) en de Joop van den Ende van de Amerikaanse popmuziek, platenhoncho Clive Davis.

Zo ontstaat een redelijk standaardverhaal over de opkomst en ondergang van een popgroep – ‘een schoolvoorbeeld van hoe je een band kapotmaakt’, aldus Ulf – dat nochtans enkele opvallende pijnpunten oplevert: ’s mans eigen dubieuze achtergrond, een mesaanval door een verwarde fan en een zangeres, Malin ‘Linn’ Berggren, die op eigen verzoek van het toneel verdwijnt – wat jarenlang slim wordt gemaskeerd.

Echt diep gaat Von Reis daar niet op in. Hij houdt zich vast aan zijn centrale verhaallijn: een groep die met enkele catchy niemendalletjes wereldhits scoort en dan langzaam desintegreert. Totdat elk nieuw album en elke nieuwe single niet meer dan een verplicht nummer zijn geworden. Zo koerst deze vlotte miniserie af op een lekker ongemakkelijke finale, waarin Ace Of Base nog een allerlaatste gouden plaat krijgt overhandigd.

Tyst I Klassen

HBO Max

Een geanonimiseerde man stuit op een downloadsite, waar hij naar verluidt op zoek is naar een martial arts-film, op ‘creepshots’: stiekem gemaakte foto’s en filmpjes van jonge meisjes. Hij ziet meteen iets opmerkelijks: de plek waar de beelden zijn gemaakt is duidelijk te herkennen. Het gaat om een internationale privéschool in de Zweedse stad Karlstad.

En het kost hem al even weinig moeite om te ontdekken wie de maker is van het ongepaste beeldmateriaal: een recreatieleider van deze Internationella Engelska Skolan, die zich online Waney Larway noemt. De schoolmedewerker heeft heimelijk leerlingen gefilmd en laat soms ook een zogeheten ‘cum tribute’ achter op die beelden.

De anonieme man wil niet in de zaak betrokken raken, zegt hij in de driedelige serie Tyst I Klassen (Engelse titel Quiet In Class, 126 min.). Daarom schakelt ie niet de politie in, maar stuurt eerst een bericht met screenshots naar de plaatselijke krant, Värmlands Folkblad, en daarna een brief naar de rector van de Engelska Skolan.

Daar lijkt de zaak te stranden. Binnen de school heerst een zwijgcultuur. Lastige zaken worden achter gesloten deuren afgehandeld. Meisjes die zich beklagen over ongepast gedrag van de recreatieleider, vertellen ze geëmotioneerd in deze miniserie, worden steeds afgewimpeld. Hun verhalen kunnen schadelijk zijn voor het imago van de school.

En dan neemt de zaak, aan het einde van de eerste aflevering, ineens een opmerkelijke wending, die de verwikkelingen in deze uitgekiende productie van Fredrik Öjes, aangekleed met chatverkeer van de verdachten en gevisualiseerd met erg suggestieve gedramatiseerde scènes, toch even in een ander perspectief plaatsen.

De keuze om de serie zo een oplawaai te geven voelt enigszins ongepast als dit crime-verhaallijntje wordt afgezet tegenover het grotere geheel: van meisjes die weliswaar gekleed zijn gefilmd en gefotografeerd – met een ongezonde interesse voor bepaalde lichaamsdelen – maar zich wel degelijk misbruikt voelen en niet serieus zijn genomen.

De Zweedse tieners en hun ouders zullen moeten leven met de gedachte dat een man met volstrekt ongepaste gedachten en ernstig grensoverschrijdend gedrag jarenlang min of meer vrij spel heeft gekregen op hun school en dat ze nooit zeker zullen weten wie zijn beelden heeft gezien – of, de gedachte alleen, wie die nog gaat zien.

Sven

Prime Video

Of hij de linksback kent van… Als Sven-Göran Eriksson in november 2000 als eerste buitenlandse bondscoach wordt gepresenteerd aan de Britse pers, zijn de messen al geslepen. Hij probeert er zich uit te redden. ‘Natuurlijk weet ik niet alles over het Engelse voetbal, want ik heb de laatste dertien jaar in Italië en Spanje gewerkt.’ Of hij twijfelde toen hij de job kreeg aangeboden? wil een andere journalist weten. ‘Nee’, zegt Eriksson ferm en tovert zijn beminnelijkste glimlach tevoorschijn. ‘Dit is Engeland.’

En daar doet ’t er niet toe dat de kalme en ogenschijnlijk wat saaie Zweed met IFK Göteborg, Benfica, AS Roma, Fiorentina, Sampdoria en Lazio Roma al talloze titels heeft gewonnen. Hij is nu de eindbaas geworden van het grootste voetballand ter wereld – ook al heeft dit al bijna 35 jaar niets meer gewonnen. Claudia Corbisiero focust zich in de documentaire Sven (107 min.) eveneens op de bijna zes jaar dat Eriksson het Engelse elftal zal leiden – en zijn turbulente relatie met de Britse tabloids.

Eriksson heeft net te horen gekregen dat hij niet lang meer te leven heeft als ze in de lente van 2023 beginnen te filmen voor dit portret. Vanuit Värmland, de idyllische Zweedse regio waar hij is geboren en uiteindelijk ook weer is neergestreken, blikt de voormalige topcoach terug op zijn loopbaan. Hij wordt bijgestaan door een select gezelschap bronnen: zijn kinderen Lina en Johan, de oud-voetballers David Beckham en Wayne Rooney én de vrouwen die hem zoveel lol en gedoe hebben gegeven.

Zijn huidige echtgenote Yaniseth Bravo laat tot het einde van de film op zich wachten. Eerst maakt de Italiaanse femme fatale Nancy Dell’Olio haar opwachting. Zij maakt samen met ‘Svennis’ de oversteek naar Groot-Brittannië en doet daar heel wat stof opwaaien. Niet tot haar eigen ongenoegen, overigens. Later volgt Faria Alam, een medewerkster van de Britse voetbalbond, die zowel een geheime affaire heeft met Eriksson als een relatie met zijn baas bij de Football Association (FA), Mark Palios.

‘Bedrog zal nu eenmaal altijd de aandacht trekken van de Britse media’, stelt journalist Neil Wallis van News Of The World, de tabloid waarvoor in de jacht op bekendheden alles geoorloofd is. ‘De FA benaderde ons en zei: als jullie dat verhaal over Mark Palios droppen, overtuigen wij Faria ervan dat ze jullie alles over Sven moet vertellen in een exclusief verhaal. Met andere woorden: ze verkochten hun eigen bondscoach om het vege lijf van hun directeur te redden. En dus deden wij wat een tabloid dan doet.’

De schandaalkrant publiceert doodleuk een transcriptie van het gesprek met de communicatiemedewerker van de Engelse voetbalbond: ‘SCREWED! Svengate: Palios set to quit over FA plot.’ Daarmee lijkt de kous af voor Eriksson. Twee jaar later zal de tabloid hem echter nog eens ongenadig in de luren leggen met een nepsjeik, die de bondscoach voor een verborgen camera een lucratieve aanbieding doet. ‘Svend of the world’, kopt News Of The World vilein. ‘Eriksson crisis may now force FA to sack him.’

Als zijn dienstverband bij het Engelse nationale team wordt beëindigd, heeft deze documentaire ook z’n herfst bereikt. Het einde van Sven-Göran Erikssons leven en loopbaan, bezegeld met een standbeeld in zijn geboorteplaats Torsby, beginnen nu echt te naderen. De man die door zijn ambities nooit een familieman kon zijn, wil dat alsnog een beetje goed maken. En de kerel die z’n morele kompas niet altijd helemaal scherp had afgesteld, legt nu toch, zonder al te veel woorden overigens, rekenschap af.

Sven wordt daarmee méér dan een routineus sportportret, waarin de hoogte- en dieptepunten uit de carrière van een gewezen held met veel dramatiek achter elkaar zijn gezet, zodat de hoofdpersoon daar dan verlekkerd op terug kan kijken. Met haar keuze voor de verwrongen relatie tussen Eriksson en de tabloids geeft Claudia Corbisiero haar film behalve richting ook maatschappelijke betekenis. Want de Britse schandaalpers beperkt zich bepaald niet tot linksbacks of buitenechtelijke relaties…

Een Veilige Plek

Max

Samen met haar echtgenoot, de violist en dirigent Jaap van Zweden, heeft Aaltje van Zweden-van Buuren vier kinderen. Hun derde kind Benjamin heeft autisme, een verstandelijke beperking en epilepsie. Nadat de Van Zwedens lang tevergeefs hebben gezocht naar een geschikte woonplek voor hun inmiddels volwassen zoon, zijn ze in Laren een zogenaamd Papageno Huis gestart, een plek waar Nederlanders met een autismespectrumstoornis zich thuis kunnen voelen. Inmiddels wordt er in Lemmer aan de opstart van het Papageno Huis Fryslân. En als het aan Aaltje ligt komen er nog veel meer van zulke beschutte plekken voor kwetsbare kinderen.

Tegelijkertijd vraagt ze zich in Een Veilige Plek (54 min.) af: ‘Hoe dun is het laagje van onze beschaving?’ Want altijd als het erom spant, zijn het de kwetsbaren in de samenleving die aan het kortste eind trekken: de mensen met een psychische stoornis of een lichamelijke of verstandelijke beperking. Bij het Apeldoornsche Bos ontmoet Van Zweden bijvoorbeeld psycholoog Jetty Kropveld. Toen zij in 1945 werd geboren, was haar zes jaar oudere zus Lida, een meisje met een ontwikkelingsachterstand, al afgevoerd naar Auschwitz. Daar werd thuis echter nooit over gesproken. Het tragische lot van ‘het kind’ zou Jetty’s ouders niettemin hun hele leven achtervolgen.

Kinderen zoals Benjamin en Lida worden al snel als nutteloos beschouwd en dreigen vervolgens buiten de maatschappij te worden geplaatst, terwijl ze volgens Van Zweden juist zichtbaar zouden moeten zijn. Ze moeten als het ware gedeeld worden met de buitenwereld. In dat opzicht is er in het Oekraïense overheidsinternaat Moekatsjevo nog een wereld te winnen. Rond dit relikwie uit de Sovjet-tijd, waar vroeger kinderen die waren afgestaan aan de staat werden opgevangen, is nog altijd een hek opgetrokken. Toch proberen ze er nu een thuis te creëren voor Oekraïense kwetsbare kinderen en volwassenen, die hebben moeten vluchten voor de oorlog.

Aaltje van Zweden bezoekt in deze tv-docu van Erwin van den Berg ook nog een vluchtelingenopvang in Huizen, waar enkele Oekraïense moeders haar vertellen hoe ze omwille van hun kind huis en haard hebben verlaten. Het zijn aangrijpende verhalen, die het belang van plekken waar ook kwetsbare mensen tot hun recht komen nog eens benadrukken. Van Zweden beschouwt ‘t duidelijk als haar persoonlijke opdracht om daarvoor aandacht te vragen. Dat is natuurlijk een loffelijk streven, maar deze film blijft ook enigszins op dat niveau steken. Een Veilige Plek is vooral een aardige bijsluiter voor haar missie en wordt soms ook bijna een promofilm voor de Papageno Huizen.

Zlatan’s Näsa

DR Sales

‘Waar is de neus?’, zingen de supporters van Malmö FF uitdagend. ‘Olé, olé. Waar is de neus?’ Eerst waren ze nog blij met het standbeeld van Zlatan Ibrahimovic bij het stadion van hun club. Daar zette hij immers zijn eerste schreden in het internationale topvoetbal. Toen Zlatan zich snel daarna inkocht bij Malmö’s grote concurrent Hammarby IF, sloeg die vreugde echter om in woede. Het beeld werd ontheiligd, gemolesteerd én ontdaan van z’n neus. En die is sindsdien spoorloos.

Ideaal uitgangspunt voor een true crime-documentaire, vinden Mathias Rosberg en de broers Nils en Olle Toftenow. Ze ritselen een budget bij de Zweedse publieke omroep en huren daarmee vervolgens een privédetective in, op voorwaarde dat ze hem direct vanaf zijn aankomst in Malmö mogen gaan filmen tijdens het onderzoek naar Zlatan’s Näsa (Internationale titel: Zlatan’s Nose, 83 min.). En deze Claes Ekman gaat meteen voortvarend van start. Hij zal dat varkentje wel eens even wassen, maar de zaak blijkt toch ingewikkelder dan gedacht.

En Claes blijkt op zijn beurt een toch wel heel opmerkelijk personage, misschien nog wel interessanter dan die hele neus. Hij spiegelt zich aan Hollywood-films, is verzot op Sherlock Holmes, James Bond en Hercule Poirot en houdt er geheel eigen methoden op na, zoals bijvoorbeeld het veelvuldig gebruik van een ‘spy cam’, die overigens ook hemzelf stiekem in beeld brengt. Hij huurt tevens Bogdan Kotenko in, een andere detective die bij de Oekraïense geheime dienst zou hebben gezeten en meester is in martial arts.

Gaandeweg ontdekken de broers Toftenow en Rosberg dat in dit geval de jacht niet alleen mooier is dan de vangst, maar dat de échte catch ditmaal zelfs de jager is: Claes dus. Een aaibare man die volledig opgaat in de rol die hij voor zichzelf heeft bedacht in dit detectiveverhaal en die deze ook uitspeelt in enkele kolderieke scènes. Uiteindelijk laat hij ook steeds meer van zichzelf zien. Hij neemt de filmmakers bijvoorbeeld mee naar zijn ouderlijk huis in Göteborg – zonder doorspoelend toilet – waarin hij nog altijd woont.

Zlatan’s Nose is dan een heel eind afgedreven van het oorspronkelijke idee en heeft zich ontwikkeld tot een tragikomisch portret van een zeer aandoenlijke paradijsvogel. Claes Ekman zou Claes Ekman echter niet zijn als hij niet tóch een weg terug zou vinden naar de neus van Ibrahimovic. Die is naar verluidt – en dat lag natuurlijk al voor de hand – in handen gevallen van Malmö-hooligans. Zouden zij bereid zijn om hem te ontmoeten? En zou Claes er dan in slagen om het kleinood terug te bezorgen bij de rechtmatige eigenaar?

Facing War

Dox Division

Jens Stoltenberg heeft zijn vrouw Ingrid beloofd dat hij naar huis komt. Na negen jaar als secretaris-generaal van de NAVO, waarbij zijn termijn al driemaal tussentijds is verlengd, vindt hij ’t welletjes. Daarmee neemt de Amerikaanse president Joe Biden echter geen genoegen. Tijdens een persoonlijk onderhoud in de zomer van 2023 vraagt hij hem dringend om langer aan te blijven. Stoltenberg geeft uiteindelijk toe: op wereldschaal valt zijn eigen huwelijk natuurlijk in het niet bij de oorlog in Oekraïne. En met dat extra jaar creëert hij onbedoeld ruimte voor een Nederlandse opvolger: Mark Rutte.

In Facing War (105 min.) krijgt de Noorse filmmaker Tommy Gulliksen een unieke kijk in het werkleven van zijn landgenoot Stoltenberg tijdens een turbulent jaar, waarin hij als NAVO-baas de Oekraïense president Volodymyr Zelensky blijft ondersteunen, zich beijvert om Finland en Zweden ondanks bezwaren van Turkije te laten toetreden tot de NAVO en intussen de rijen gesloten moet zien te houden in de inmiddels 75-jarige alliantie van Noord-Amerikaanse en Europese landen. Een ideale klus dus voor een netwerker pur sang, die bereid is om zijn ego aan de kant te schuiven en tegelijkertijd mee kan doen met de grote jongens.

Stoltenberg is erg aanrakerig, vertelt een medewerker. Hij is zeer gericht op menselijke relaties. En soms pakt hij ineens resoluut door, zoals wanneer de Turkse leider Erdogan dwars ligt. De topdiplomaat is ook een politiek dier, de zoon van een vader die ‘t schopte tot minister van Defensie en een moeder die staatssecretaris was. Als premier van Noorwegen maakte Stoltenberg al in 2000 kennis met zijn huidige Nemesis, Vladimir Poetin, en werd hij later geconfronteerd met een bloedbad op het eiland Utøya, waar Anders Breivik in 2011 bijna zeventig jongeren van ‘zijn’ Arbeiderspartij vermoordde.

Als NAVO-boegbeeld is Jens Stoltenberg duidelijk in zijn element. Gulliksen kijkt mee terwijl hij met zijn team onderhandelingen voorbereidt, stuurt en evalueert, tijdens internationale tops wereldleiders de goede kant op probeert te masseren en steeds z’n ogen op de bal houdt: het verzekeren van de steun aan Oekraïne. ‘We hebben een belofte gedaan waar we ons misschien niet aan kunnen houden’, zegt hij somber, tijdens één van de vele tussendoorinterviewtjes die hij onderweg heeft met de documentairemaker. En zet er vervolgens weer onvermoeibaar z’n tanden in.

Hij voelt zich soms net de hoofdpersoon uit z’n favoriete serie The Sopranos, bekent Stoltenberg op een onbewaakt ogenblik. Net als Tony Soprano – een maffiabaas, is dat nu een handige vergelijking? denkt ie er meteen achteraan – heeft de NAVO-baas het gevoel dat iedereen aan hem trekt en iets van hem wil. Intussen blijft zijn blik altijd gericht op wat wenselijk en haalbaar is. Zo biedt Facing War, verrijkt met een Röyksopp-soundtrack, via deze onverwoestbaar optimistische man een intrigerende blik achter de schermen bij ‘s werelds ultieme ‘old boys network’, waar wordt beslist over oorlog en vrede.

Ernest Cole: Lost And Found

Ernest Cole / Imagine

Met zijn boek House Of Bondage schetst fotograaf Ernest Cole in 1967 een ontluisterend beeld van het dagelijks leven van zwarte Zuid-Afrikanen onder het Apartheidsregime. Hij heeft tien jaar gewerkt aan het fotoboek, dat echter direct wordt verboden en nooit te koop zal zijn in z’n geboorteland. Dat heeft hij dan zelf al achter zich gelaten. ‘Ik was blij om niets te verlaten, triest om alles achter te laten’, zegt hij daarover in Ernest Cole: Lost And Found (106 min.). Althans, dat zegt de acteur Lakeith Stanfield daarover, in de dragende voice-over van deze documentaire, die is gebaseerd op geschriften van Cole.

Vijftig jaar na de uitgave van House Of Bondage worden er – als een soort reprise van het verhaal van de onbekende fotografe Vivian Maier – 60.000 onbekende negatieven van de fotograaf gevonden in een Zweedse bankkluis. Deze film van Raoul Peck, die eerder de zwarte schrijver James Baldwin tot leven wekte in I Am Not Your Negro (2017), probeert te reconstrueren wat er in de tussenliggende periode is gebeurd met Ernest Cole, die in 1966 in de Verenigde Staten belandt en daar al snel tot een bijzonder pijnlijke conclusie is gekomen: Afro-Amerikanen zijn nauwelijks beter af dan zwarte Zuid-Afrikanen.

Borden die hij kent uit eigen land, zoals ‘Nie blanke kassier’ of ‘Drinkfonteintjie vir blankes’ blijken hun eigen variant te hebben in het land van hoop en dromen, dat in wezen net zo gesegregeerd is als de natie die hij is ontvlucht. ‘Witte mensen in de Verenigde Staten hebben dezelfde houding ten opzichte van zwarte mensen als witten in Zuid-Afrika’, laat Ernest Cole optekenen in The New York Times. Hij gaat er dus door met het vastleggen van het lot van de zwarte gemeenschap en vindt ’t tegelijkertijd ondraaglijk om ‘de chroniqueur van ellende, onrecht en ongevoeligheid’ te moeten zijn.

Ruim een halve eeuw later roepen die foto’s, in de rug gedekt door een levendig geluidsdecor, moeiteloos een wereld op, waarin zwarten, zowel in Zuid-Afrika als de Verenigde Staten, bijna per definitie aan het kortste eind trekken. Met die geconstrueerde voice-over slaagt Peck er bovendien in om de psyche te pakken te krijgen van de banneling Cole. Een buitenstaander, in een wereld waarin hij vanwege zijn huidskleur sowieso al serieus op achterstand staat. Hij raakt langzaam geïsoleerd en kampt met heimwee, naar een land waar hij allang niet meer welkom is.

In 1990, het jaar dat Apartheid officieel wordt afgeschaft, valt ook het doek voor Ernest Cole. De succesvolle fotograaf is mettertijd verworden tot een dakloze man, die is gestopt met fotograferen en volledig in de vergetelheid is geraakt. Zijn werk lijkt bovendien voor een belangrijk deel verloren te zijn gegaan. Pas als in Zweden een bankkluisje z’n geheimen prijsgeeft, het startpunt van deze boeiende en knap gemaakte film, blijkt nog eens hoe vitaal en wezenlijk Cole’s werk was en ís.

#SeAcabó: Diario De Las Campeonas

Netflix

Achteraf bezien was de wereldtitel die het Spaanse vrouwenvoetbalteam in 2023 won geen logische conclusie van de voorgaande periode. De kus die bondsvoorzitter Luis Rubiales tijdens de medaille-uitreiking gaf aan speelster Jenni Hermoso was dat in feite wel. Daarmee zette Rubiales zijn eigen aftocht in gang en legde hij meteen de conflicten bloot die de kersverse wereldkampioen al jarenlang parten speelden.

#SeAcabó: Diario De Las Campeonas (95 min.) reconstrueert de hele affaire nog eens met vrijwel alle betrokken voetbalsters. Die begint enkele jaren eerder met algehele onvrede over bondscoach Jorge Vilda. Hij weet zich echter permanent gesteund door zijn vriend Rubiales. En dat noopt vijftien speelsters uiteindelijk tot het besluit om zich publiekelijk terug te trekken uit de nationale ploeg. Met het wereldkampioenschap in Australië en Nieuw-Zeeland keert een aantal van hen later echter terug op z’n schreden en stelt zich toch weer beschikbaar.

Het geheel gereviseerde voetbalteam wint vervolgens in de zomer van 2023 dus de wereldcup, maar daarmee is de interne onrust nog niet de kop ingedrukt. Er blijft frustratie over hoe de Spaanse voetbalbond is omgegaan met de klachten, niet in het minst bij de speelsters die het wereldkampioenschap noodgedwongen thuis vanaf de bank hebben moeten volgen. En de waardering voor ‘succescoach’ Vilda houdt ook nog altijd nog niet over. Het gevoel overheerst dat ze eerder ondanks dan dankzij hem kampioen zijn geworden.

‘De kus’ doet de emmer simpelweg overlopen – en wordt misschien ook wel gebruikt als stok om te slaan. Al heeft Luis Rubiales die ongetwijfeld meermaals zelf aangereikt. In deze gladde docu van Joanna Pardos zit bijvoorbeeld een potsierlijke peptalk, die hij voor de WK-kwartfinale tegen Zweden geeft. ‘Alèxia, wie is sterker?’ vraagt hij aan middenveldster Alèxia Putellas. ‘Wij.’ ‘Harder.’ ‘WIJ.’ ‘Aitana, wie is slimmer, wij of zij?’ Na enig aandringen antwoordt FC Barcelona-speelster Aitana Bonmatí: ‘WIJ.’ ‘En wie’, balt Rubiales zijn vuisten, ‘heeft er grotere eierstokken?’

En dan is er ook nog het fragment waarop hij uit pure vreugde bijna demonstratief in z’n kruis grijpt. Kus mijn kloten, lijkt hij te willen zeggen. Het zou interessant zijn geweest om te horen hoe Rubiales hier – en naar alle andere gebeurtenissen voor en na ‘de kus’, inclusief de navolgende mediacampagne – zelf naar kijkt. Zover komt ‘t niet. Dit lijkt ook niet in Pardos’ opzet te passen. Zij wil duidelijk het verhaal van de vrouwen vertellen. Luis Rubiales en Jorge Vilda hebben daarbinnen geen plek. Net als de verdeeldheid die er soms ook was tussen de speelsters.

#SeAcabó: Diario De Las Campeonas wordt daarmee een ondubbelzinnig pamflet tegen het machismo binnen de Spaanse voetbalwereld, dat weinig ruimte laat voor nuance.

Human Forever

Videoland

‘Goedemiddag, ik ben weer thuis’, groet Teun Toebes zijn medebewoners als hij na een bezoek aan z’n moeder weer bij zijn kamer in Utrecht arriveert. ‘De buurman…’, kondigt hij zichzelf daarna aan bij de oudere vrouw die naast hem woont. ‘Ik vind ‘t fijn om je weer te zien.’ De montere twintiger is terug op de gesloten afdeling van een verpleeghuis, waar een groep dementerende ouderen is ondergebracht en hij zelf enige tijd geleden kamer 3 heeft betrokken.

Dat is geen noodgreep geweest. Verpleegkundige, schrijver en idealist Toebes is er doelbewust gaan wonen, om zo aandacht te vragen voor de kwetsbare positie van Nederlanders met dementie. In de wetenschap dat het aantal dementerenden in de wereld de komende decennia enorm zal toenemen. Jongeren van nu hebben een aanzienlijke kans op een afhankelijke, verwaarloosde en eenzame oude dag. De gedreven jongeling vindt dit duidelijk een onverdraaglijke gedachte. En dat probleem los je zeker niet alleen op met (meer) geld. Sterker: daarover spreekt Toebes helemaal niet.

In Human Forever (79 min.), de film die hij heeft gemaakt met Jonathan de Jong en Bastiaan Brand en die onlangs een Gouden Kalf voor de best bezochte Nederlandse bioscoopdocumentaire heeft gekregen, gaat hij op zoek naar een antwoord op deze kolossale maatschappelijke uitdaging. Toebes steekt daarvoor zijn licht op in zorginstellingen in Moldavië, Denemarken, Zuid-Korea, Zweden, België en Zuid-Afrika en gaat daar in gesprek met bestuurders, deskundigen, professionals en – vooral – de ouderen zelf, een permanente bron van inspiratie voor deze zorgvernieuwer.

Toebes legt gemakkelijk contact, kan van een praatje een gesprek maken en geeft/vraagt ook regelmatig een knuffel. Zijn benadering weerspiegelt het ideaal dat hij voorstaat: menswaardige zorg, waarbij het individu wordt gezien en vat houdt op z’n eigen leven. Hij vervat zijn bevindingen in een wat zalvende, opgelegde voice-over, die nogal nadrukkelijk de toon zet in de film. En dat is toch eerder een pleidooi geworden voor het serieus nemen van zowel dementie als de dementerenden dan een spannende vertelling waarvoor kijkers op het puntje van hun stoel gaan zitten.

Het is vooral Toebes’ natuurlijke omgang met ouderen die ’t moet doen. In Het Zonnehuis te Apeldoorn ontmoet hij bijvoorbeeld een 96-jarige mevrouw, die niet zo nodig honderd hoeft te worden. ‘Ik ben toch helemaal niet meer van enig nut’, zegt ze mismoedig. ‘Heeft u dat gevoel?’ vraagt Toebes. ‘Ja, dat is toch ook zo?’ reageert zij, ogenschijnlijk nog scherp van geest. ‘Wat voor nut heeft ‘t nou nog als ik leef?’ Precies dat gevoel probeert de activist tegenover haar weg te nemen. Elk leven, hoe broos ook, is het waard om ten volle geleefd te worden.

The Gullspång Miracle

Bantam Film

‘De eerste keer dat ik hier was, ging ik meteen naar de keuken’, begint May in de openingsscène van The Gullspång Miracle (oorspronkelijke titel: Miraklet I Gullspång, 108 min.) aan haar verhaal. Ze wordt onderbroken door documentairemaakster Maria Fredriksson. ‘Nog één keer’, zegt die. ‘Loop rustig naar de plek voor je begint.’ Het tafereel zal nog enkele malen worden herhaald. May stapt de Zweedse keuken binnen, ziet het schilderij waar ze klaarblijkelijk de hele zomer naar heeft gezocht en roept dan haar zus Kari erbij, steeds met andere regieaanwijzingen van Fredriksson erbij.

Want de oudere Noorse zussen May en Kari, die de documentairemaakster hebben gevraagd om deze film te maken, zijn bepaald geen volleerde actrices. De keukenscène is nochtans essentieel: daar kwamen ze op het spoor van een verhaal dat hun leven volledig op z’n kop zette. Die moet dus nauwgezet worden gereconstrueerd – of op zijn minst flink de nadruk krijgen. In die keuken kwamen de twee gelovige zussen op het spoor van een vrouw die als twee druppels waters leek op hun overleden zus Astrid. En die maakte in de zomer van 1988 een einde aan haar leven. Tenminste…

Deze ontregelende beginscène zet direct de toon voor een roerige familiegeschiedenis, met wortels in de Tweede Wereldoorlog, en voor een film die May en Kari vast niet voor ogen hadden toen ze Fredriksson benaderden. Want het verhaal gaat op de loop met hen, hun familie én Olaug, de vrouw die ze in het Zweedse gehucht ontmoetten. En Maria Fredriksson, die vast ook niet wist waar ze aan begon, legt alle verwikkelingen als een ‘fly on the wall’ vast en fabriceert daarmee uiteindelijk een soort Scandinavische thriller, die van de ene in de andere onverwachte ontwikkeling duikelt.

Fredriksson zet alleen niet in op een gelikte crimestory, maar gebruikt alle plotwendingen om de mensen achter een, ja, bizarre familiegeschiedenis te exploreren. Het verhaal dat is opgestart in een kneuterige keuken in Gullspång ontwikkelt zich zo tot een sprankelende vertelling over identiteit, verwantschap en nature/nurture, waarin niets lijkt wat het is. Tussen alle beleefdheidsgesprekjes, opgekropte spanning en woordenwisselingen door krijgen haar personages bovendien de ruimte om eens lekker te hoesten, te roken of uitbundig mee te zingen met een weemoedig lied.

Zo komen de personages daadwerkelijk tot leven. Ergens op de dunne lijn tussen karikatuur en levensecht. En met een bloemrijke soundtrack zorgt de Zweedse documentairemaakster zowel voor spanning als voor lucht en luchtigheid. The Gullspång Miracle ontpopt zich zo tot één van de meest verrassende documentaires van het jaar, een film die de argeloze kijker in een combinatie van opperste verrukking en verwarring achterlaat. Net als de zussen May en Kari, in die keuken in dat onbeduidende Zweedse gehucht.

Wat Is Het Waard?

Mave Media / BNNVARA

Aan de hand van drie concrete casussen belichten Max Vessies en Gonzalo Ochoa in de korte docu Wat Is Het Waard? (25 min.) het toenemende geweld tegen Nederlandse journalisten. In 2023 werden bij Persveilig, een organisatie die zich ten doel heeft gesteld om ‘de positie van journalisten te versterken tegen geweld en agressie op straat, op social media en tegen juridische claims’, maar liefst 218 incidenten met journalisten gemeld.

In Göteborg, waar hij samen met zijn Zweedse vriendin woont, vertelt podcasthost, columnist en programmamaker Sander Schimmelpenninck bijvoorbeeld over hoe hij vanuit extreemrechtse hoek aanhoudend wordt bestookt met bedreigingen, laster en stalking. Tot handgeschreven brieven aan zijn Zweedse schoonfamilie aan toe. Schimmelpenninck vindt het daarom wel zo prettig om buiten Nederland te wonen. In Zweden voelt hij zich veiliger, vertelt hij tijdens het uitlaten van de hond.

De Rotterdamse journaliste Tara Lewis werd in 2022 ernstig bedreigd na een column in NRC over de Roze Kameraden, de LHBTIQ+-supportersvereniging van de voetbalclub Feyenoord. Op een gegeven moment adviseerde de politie haar zelfs om tijdelijk haar woning te verlaten, omdat er vanuit de harde kern van de club concrete plannen zouden zijn om dat in brand te steken. Intussen wilde Lewis zelf gewoon wedstrijden van Feyenoord kunnen blijven bezoeken in stadion De Kuip.

Misdaadjournalist Paul Vugts tenslotte kreeg in de nazomer van 2017 concrete aanwijzingen dat er voor hem een moordopdracht was afgegeven. Uit zijn publicaties in het Parool hadden criminelen opgemaakt dat Vugts nog veel meer moest weten dan hij al had opgeschreven en op basis daarvan geconcludeerd dat hij daarom maar beter uit de weg kon worden geruimd. Vugts leefde vervolgens een aanzienlijke periode in een safehouse en mocht alleen met beveiliging de straat op.

De ervaringen van Schimmelpenninck, Lewis en Vugts maken tastbaar hoe kwetsbaar kritische journalisten kunnen worden in de huidige maatschappelijke verhoudingen en hoeveel moed en doorzettingsvermogen het dan van hen en hun directe omgeving vraagt om dat werk gewoon te vervolgen. De opzet en lengte van deze film laten echter niet toe dat zij verder gaan dan het simpelweg delen van wat hen is overkomen en welke rol dat nu nog speelt in hun leven.

Dat volstaat weliswaar om de problematiek (nogmaals) te agenderen, maar laat ook nog het nodige te wensen over.

We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks

Universal Pictures

De slogan is even provocerend als zelfvoldaan: ‘WikiLeaks: giving us the truth when everyone else refuses to.’ Op het levensgrote billboard, langs een Amerikaanse weg, staat tevens een ‘holier than thou’- achtige foto van voorman Julian Assange. Die neemt tijdens interviews ook geen blad voor de mond en noemt WikiLeaks zonder terughoudendheid ‘de machtigste inlichtingendienst op aarde, een inlichtingendienst van het volk’.

Als Alex Gibney in 2013 de documentaire We Steal Secrets: The Story Of WikiLeaks (129 min.) oplevert, is Assange alomtegenwoordig in de media. Zijn klokkenluiderswebsite WikiLeaks heeft in 2010 de spraakmakende Collateral Murder-video, waarin is te zien hoe een Amerikaanse gevechtshelikopter in Irak gewone burgers en journalisten neermaait, de wereld in gestuurd. En hijzelf geldt als een belangrijke voorvechter van de vrijheid van meningsuiting, die structureel de gevestigde orde tegen de haren in blijft strijken – en zo ook het noodlot tart.

Inmiddels zit Assange alweer zo’n twaalf jaar vast in Groot-Brittannië, waar hij vecht tegen uitlevering aan de Verenigde Staten (vervat in de documentaire Ithaka: A Fight To Free Julian Assange). Ook zijn reputatie ligt aan gruzelementen: WikiLeaks zou tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 hebben samengespannen met Rusland, om Donald Trump aan de winst te helpen. Hij is een banneling geworden. Een dubieuze figuur, waarvoor alleen verstokte strijders voor de persvrijheid zich nog sterk maken. Van de Robin Hood-achtige status die Assange ooit genoot, is niets meer over.

Gibney verdiept zich in het verleden van zijn enigmatische hoofdpersoon. Als de hacker Mendax, alias Nobele Leugenaar, is hij in zijn geboorteland Australië betrokken geweest bij diverse ontregelende acties. Hij ontleedt verder alle controverses waarin Assange verzeild raakt en laat tegelijk zien hoe hij overduidelijk geniet van alle aandacht die hem ten deel valt. In de slipstream van de permanente commotie rond Julian Assange voltrekt zich ondertussen het drama rond de klokkenluider Bradley Manning, die vanuit Bagdad ultrageheime informatie naar WikiLeaks heeft doorgespeeld.

‘I just… couldn’t let these things stay inside of the system and inside of my head’, schrijft deze bradass87 in vertrouwelijke berichten aan de Amerikaanse hacker Adrian Lamo. ‘I’m just weird, I guess. I… care?’ Informatieanalist Manning, die later in transitie zal gaan en zich dan Chelsea begint te noemen (zoals is te zien in de documentaire XY Chelsea), wordt er vervolgens ingeluisd door Lamo, een man die, getuige bijvoorbeeld een scène waarin hij opzichtig met een ‘snitch’-pet poseert, in zijn eigen spionagefilm lijkt te leven. Hij zorgt ervoor dat Manning wordt gearresteerd.

Intussen komt Julian Assange ook steeds meer onder vuur te liggen vanwege vermeend seksueel geweld tegen twee Zweedse vrouwen, de basis voor de penibele situatie waarin hij ruim tien jaar later nog altijd zit. Alex Gibney spaart de onverbeterlijke ‘selfkicker’, die als kat in het nauw rare sprongen begint te maken, niet in deze intrigerende, spannende en fraai vormgegeven film. Tegelijkertijd kraakt hij ook harde noten over de manier waarop Assange door zijn tegenstanders wordt aangepakt, waarbij de vraag boven de markt hangt of ook hij erin is geluisd.

Voor Chelsea Manning, die een zware periode beleeft in detentie, heeft Gibney duidelijk meer compassie. Zij is uiteindelijk de ware held van We Steal Secrets.

ABBA: Against The Odds

Rogan / Alamy

Een popgroep zoals ABBA leent zich natuurlijk uitstekend voor het gemakkelijke soort muziekdocu: kluts wat tv-optredens, videoclips en archiefinterviews met de bandleden bij elkaar, laat die mix becommentariëren door een slim samengestelde groep van collega’s, oud-medewerkers en allround-deskundigen en laat een alwetende verteller de boel met allerlei clichés en superlatieven aan elkaar praten. Het verhaal van ABBA staat dan pijlsnel in de steigers: van de winst bij het Eurovisie Songfestival van 1974 met Waterloo tot het dramatische afscheid in de vorm van Thank You For The Music, een kleine veertig jaar later gevolgd door een onverwachte virtuele wederopstanding.

Het kan ook anders: ABBA: Against The Odds (90 min.). En dat is vanaf de allereerste seconde duidelijk. Regisseur James Rogan (Freddie Mercury: The Last Act) is écht in de archieven gedoken en heeft daar niet alleen de welbekende hitjes uitgeplukt. Zo wordt niet alleen de muzikale ontwikkeling van het Zweedse viertal inzichtelijk gemaakt, maar ook de tijd, muziekbusiness en entertainmentwereld waarin dat zich moet manifesteren. De onwil in eigen land om de ‘commerciële hitmachine’ serieus te nemen bijvoorbeeld en tegelijkertijd het gemak waarmee Australië daarvoor overstag gaat. Met talloze inzichtelijke, gênante en soms ook pijnlijke backstagemomenten, interviews en media-optredens, aan elkaar gepraat door allerlei figuren die zichzelf héél grappig of gevat vinden.

‘Ik las ergens dat je de trotse bezitter bent van een prijs’, zegt een grapjas bijvoorbeeld tijdens een persconferentie tegen Agnetha Fältskog, de blonde zangeres die samen met Anni-Frid Lyngstad geldt als blikvanger van de groep. ‘Voor de meest sexy kont.’ Zij maakt zich er maar vanaf met een grapje: ‘Ik heb ‘m zelf nooit gezien.’ En lachen maar… Zoals de vier ABBA-leden de meeste tv-shows sowieso doorkomen met schaapachtig glimlachen en beleefde antwoorden op de meest stupide vragen. Intussen eist hun grootschalige succes, en de voortdurende aandacht die daarmee gepaard gaat, wel degelijk z’n tol van de band, die oorspronkelijk uit twee koppels bestaat. Deze relaties gaan er, zoals vervat in de echtscheidingsklassieker The Winner Takes It All, allebei aan. Alleen de band tussen de twee mannen, de songschrijvers Björn Ulvaeus en Benny Andersson, zal uiteindelijk stand houden.

Bij het optekenen van dat verhaal betaalt ook een andere keuze in ABBA: Against The Odds zich uit: Rogan laat alleen bronnen die ertoe doen aan het woord: de groepsleden zelf, mensen uit hun directe entourage en relevante vertegenwoordigers van de popbusiness. Géén duiders dus met zouteloze platitudes, snappy soundbites en alleen van-horen-zeggen kennis. En al die sprekers worden bovendien volledig buiten beeld gehouden. Hun quotes dienen slechts om het beeldverhaal van de opkomst en ondergang van de Zweedse supergroep te verstevigen, in te kaderen of extra kleur te geven. Het gevolg is een documentaire die zowaar aan de binnenkant van de hitfabriek komt en ABBA écht recht doet.

Putin And The West: At War

Alamy / VPRO

Ruim twee jaar na dato is de Russische invasie van Oekraïne inmiddels op alle mogelijke manieren in beeld gebracht in documentaires. Van de gevolgen op de grond voor de Oekraïense burgerbevolking in ooggetuigenverslagen zoals Mariupol: The People’s Story20 Days In Mariupol en de Nederlandse productie Eddy’s Oorlog tot de diplomatieke schermutselingen van westerse mogendheden met Rusland voor aanvang van die oorlog in Un President, l’Europe Et La Guerre, waarin de Franse president Macron alles op alles zet om zijn Russische ambtsgenoot Vladimir Poetin van gedachten te doen veranderen, en de gezaghebbende miniserie Putin And The West, die Poetins betrokkenheid bij de oorlog in Syrië en de jarenlange aanloop naar ’s mans aanval op z’n buurland Oekraïne vanuit allerlei verschillende gezichtspunten belicht.

Het tweeluik Putin And The West: At War (118 min.), eveneens van regisseur Tim Stirzaker (Trump Takes On The World) en het gereputeerde Britse productiehuis Brook Lapping, gaat verder waar die laatste productie eindigde. Als Poetin zijn troepen op 23 februari 2022 richting de Oekraïense grens heeft gedirigeerd. De invasie wordt nota bene opgestart als de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties net bijeen is en veroorzaakt alom ontzetting: er komt dus daadwerkelijk weer oorlog in Europa. Stirzaker probeert de verwikkelingen in het navolgende jaar in kaart te brengen met een indrukwekkende rij politici en topdiplomaten, waaronder de Oekraïense president Zelensky, de regeringsleiders van Groot-Brittannië, Senegal, Indonesië, Finland en Zweden, NAVO-secretaris-generaal Stoltenberg, VN-secretaris-generaal Guterres, voorzitter Michel van de Europese Raad, de Chinese hoogleraar Xiang Lanxin en enkele topfunctionarissen uit de regering van de Amerikaanse president Biden.

Samen met een aantal ministers van Buitenlandse zaken, ministers van Defensie en VN-ambassadeurs schetsen zij de diplomatieke achterkant van de Russische inval: hoe de belangrijkste westerse landen alles in het werk stellen om de oorlog niet verder te laten escaleren en tegelijk Poetin tot de orde proberen te roepen, Oekraïne moeten beschermen en China en Afrikaanse landen niet van zich willen vervreemden. Deze veelheid aan belangen, die regelmatig met elkaar conflicteren, zorgt voor druk op de onderlinge verhoudingen, versterkt ook de behoefte om de NAVO te versterken en uit te breiden met landen als Zweden en Finland en zorgt bovendien in grote delen van de wereld voor zorgen over de voedselproductie. Zou deze oorlog tot grote tekorten elders op aarde kunnen leiden? Ook het Russische perspectief op al deze onderwerpen ontbreekt niet, met bijdragen van VN-ambassadeur Vasili Nebenzja en Andrea Kelin, de Russische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk.

Net als in de echte wereld leidt dit ook in deze tweedelige documentaire soms tot bijna absurde taferelen. Als president Zelensky begin april 2022 bijvoorbeeld een video van Russische oorlogsmisdaden heeft laten zien bij de VN-veiligheidsraad, zegt Valentin Rybakov, de VN-ambassadeur van Ruslands bondgenoot Wit-Rusland: ‘Je moet zeker weten dat dit geen nep is, want ik heb video’s gezien met dezelfde doden die opstaan en een sigaretje gaan roken en dan weer gaan liggen alsof ze dood zijn. In deze informatieoorlog weet je het nooit honderd procent zeker.’ Zoals de waard is, denkt een buitenstaander daarbij vrijwel automatisch, vertrouwt ie z’n gasten. Tegelijkertijd heeft elke spreker in dit tweeluik natuurlijk z’n eigen agenda, binnen een wereldwijd conflict dat nog altijd ongenadig voortwoekert en dat hier alvast met potlood is opgetekend door een aantal hoofdrolspelers en belangrijke bijfiguren.

Eddy’s Oorlog

Zeppers

‘Kijk naar die familie, man!’ zegt oorlogsfotograaf Eddy van Wessel tegen zijn fikser. Op vrijwel elke andere plek zou het een lieflijk tafereel zijn geweest: een man op een fiets, met zijn zwangere vrouw achterop en een klein jongetje op het stuur. Hun andere kind fietst zelf, voorop. En de hond dartelt lekker mee.

Ze rijden op een modderige weg, langs plassen en kapotgeschoten gebouwen. Vanuit de achtergrond klinken explosies. Van Wessel spoort zijn medewerker aan om hen aan te spreken. Hier is de ravage van de oorlog te zien. Het gezinnetje is alleen al doorgereden. Erachteraan. ‘Doe je raam open en roep naar hen!’ zegt hij dwingend. Tevergeefs. ‘Die fietsfoto kunnen we vergeten.’ Een praatje dan maar. ‘De kinderen zijn niet bang’, zegt de man. ‘Ze leven al hun hele leven in deze situatie.’

De Nederlandse fotograaf kan er met zijn verstand niet bij dat dit gezin zowat op de frontlinie blijft wonen. Waarom vertrekken ze niet? De vrouw zou wel willen, bekent ze, maar ze krijgt haar man niet mee. ‘Straks wordt het winter, dan kunnen ze niet eens meer weg’, zegt Van Wessel tegen documentairemaker Joost van der Valk, die hem voor het zeer enerverende Eddy’s Oorlog (102 min.) een jaar lang volgt naar Oekraïne. ‘Vrouw hoogzwanger. Volkomen gestoord! Sommige mensen snap je echt niet.’

Toch keert Eddy van Wessel, inmiddels vier keer winnaar van een zilveren camera, zelf ook steeds weer terug naar oorlogsgebied. Hij zoekt nog altijd naar de foto die alles zegt. Véél meer dan duizend woorden. ‘Ik werk niet’, zegt hij daarover in dit portret, dat hem vooral in actie laat zien. ‘Ik doe wat ik ben. Daarom is er ook geen manier om ermee te stoppen. Daarom is er ook geen manier om de drang te weerstaan om opnieuw af te reizen. Ik fotografeer letterlijk mijn verbazing. Iedere keer weer.’

Van der Valk (Haagse SjonnieCrips: Strapped N’ Strong & Satudarah – One Blood) verbaast zich dan weer over die verbazing. Al ruim dertig jaar staat de fotograaf met zijn poten in de modder als er ergens oorlog is. Een ander zou allang afgestompt of getraumatiseerd zijn afgehaakt. Van Wessel gaat in plaatsen als Kharkiv en Bakhmut echter nog altijd door riemen en ruiten om te vatten wat oorlog aanricht. Met gevaar voor eigen leven – en dat van de filmmaker die hem naar de frontlinie volgt.

Eddy’s Oorlog slaagt daarmee glansrijk in z’n opzet: zowel de oorlog zelf als Van Wessels betrokkenheid daarbij spatten van het scherm. Het leed, de vernietiging en het verlies, maar ook hoe binnen zulke hachelijke omstandigheden de menselijkheid op de een of andere manier tóch overleeft: hoop, onverzettelijkheid, solidariteit, moed en humor. En altijd is daar die fotograaf, die via een camera op z’n helm soms letterlijk zijn blikveld toont: om ook deze oorlog bij z’n kladden te grijpen.

Is het fotografie of pornografie? vraagt Van Wessel zich hardop af als hij op een landweg het levenloze lichaam van een Russische soldaat probeert vast te leggen. De beste foto zou hij vanuit de berm kunnen maken, maar die vertrouwt hij niet. De Nederlander is sowieso permanent bezig met veiligheid, vertelt hij. En dat zorgt weer voor stress. ‘Het maakt van de beste fotograaf een onbenullige amateur. En dat zie ik soms in mijn foto’s terug. Dat ik denk van: gast, hoe doe je dit?’

Tussen alle enerverende frontliniescènes door toont Joost van der Valk zijn hoofdpersoon ook te midden van zijn gezin, in het landelijke Zweedse huis waar hij een groot deel van het jaar woont. Het contrast is nauwelijks te bevatten – al is het ook de vraag of de film dit per sé nodig heeft. Hooguit om even af te schalen, net als de fotograaf zelf, zodat Eddy’s Oorlog daarna weer in een nieuw jaargetijde verder kan. In een moordend tempo op zoek naar Eddy van Wessels eigen idee-fixe:

Het ene beeld dat alle andere overbodig maakt.

ABBA Silver ABBA Gold

NTR

Als schrijver of componist van popmuziek heb je maar een bepaalde tijd de oren en de geest van de jeugd, zou Björn Ulvaeus, volgens promotor/tourmanager Thomas Johansson, in de laatste fase van ABBA’s bestaan hebben gezegd. ‘Die tijd hadden we net gehad en we wisten dat we het niet moesten forceren.’ Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid gaan in 1983 dus ieder hun eigen weg, maar zullen nooit meer helemaal los van elkaar komen. Want hits als Dancing Queen, Take A Chance On Me en I Have A Dream blijken zowaar tóch tijdloos en veroveren steeds nieuwe generaties.

Sterker: in mei 2022 staat het viertal, dat eerder met Voyage (2021) al z’n eerste nieuwe langspeler in bijna veertig jaar heeft uitgebracht, ineens weer samen op het podium. Niet om op te treden, overigens, maar om de première van een nieuw ABBA-concept op te luisteren. In Londen is een speciale concertzaal verrezen, met een capaciteit van drieduizend bezoekers, waar hologrammen van jongere uitvoeringen van de vier groepsleden oude hits gaan vertolken met een live-band. Zo geeft ABBA zichzelf bijna letterlijk het eeuwige leven – en ook zoiets als eeuwige roem.

Het aardige van de tv-docu ABBA Silver ABBA Gold (52 min.) van Chris Hunt is dat die de complete eerste halve eeuw van ABBA belicht – ook al heeft de groep feitelijk slechts zo’n tien jaar bestaan. Die succesperiode, van Songfestival-hit Waterloo tot afscheidssingle Thank You For The Music, wordt opnieuw opgeroepen met concertbeelden, videoclips en (archief)interviews met de vier groepsleden en ABBA-getrouwen zoals songschrijver Neil Sedaka, kostuumontwerper Owe Sandström, arrangeur Anders Eljas, geluidstechnicus Michael Tretow en regisseur Lasse Hallström.

Nadat begin jaren tachtig het fundament onder ABBA is weggevallen – doordat de twee huwelijken binnen de groep allebei zijn uitgelopen op een echtscheiding – krijgt de toch wat kitscherige pop en disco van de Zweedse hitfabriek ineens drama en diepgang, met als meest tastbare voorbeeld de geladen echtscheidingssong The Winner Takes It All. Daarna is ’t ieder voor zich, constateert verteller Tamsin Greig, die alle verhaallijntjes verbindt. Alhoewel… Bjorn en Benny blijven samen optrekken en scoren enorme hits met de musical Chess en de ABBA-musical en -films Mamma Mia.

Want alles wat met ABBA wordt geassocieerd schijnt, in weerwil van Björn Ulvaeus’ verwachting, maar niet uit de tijd te raken. Hoe dat komt? Het antwoord daarop ligt misschien in dat huisje op het Zweedse eiland Viggsö, waar ABBA’s eindeloze stroom hits, die zo’n tien jaar zal aanhouden, ooit op gang is gekomen. Daar, ver weg van de popbusiness, vindt het viertal begin jaren zeventig z’n eigen stem, die comfortabel langs de heersende trends links scheert en uiteindelijk zelf trendsettend wordt.

Under Pressure: The U.S. Women’s World Cup Team

Netflix

‘Het is moeilijk om er één te winnen’, dreunt één van de onvermijdelijke deskundigen aan het begin van Under Pressure: The U.S. Women’s World Cup Team (174 min.) de vaste riedel op. ‘Twee keer op rij winnen is ongelooflijk. En drie keer winnen is nog nooit gebeurd.’ Uitroepteken. Het is duidelijk wat er op het spel staat voor de Amerikaanse vrouwen tijdens het wereldkampioenschap voetbal in 2023 – en dus ook wat het uitgangspunt is voor deze vierdelige docuserie. En, zoals elke voetballiefhebber inmiddels weet, gaat die missie glorieus mislukken.

Filmmaakster Rebecca Gitlitz wist op voorhand dus al ze moest toewerken naar een unieke prestatie of een enorme deceptie. Ze neemt daarbij haar tijd. Eerst concentreert ze zich op uitleg over het Amerikaanse vrouwenvoetbal, de samenstelling van de selectie, enkele hoofdrolspeelsters en de keuze over wie er wel en niet mee mag naar het WK in Australië en Nieuw-Zeeland. De spanning daarover bij enkele speelsters, die niet tot de kern maar tot de zogenaamde ‘bubbel’ daaromheen behoren, wordt zelfs over twee afleveringen uitgesmeerd.

Sinds het vorige wereldkampioenschap voetbal is er van alles veranderd bij de Amerikaanse vrouwen: een nieuwe coach, geblesseerde en gestopte voetballers en vijf speelsters die een kind hebben gekregen. Hoewel de uiteindelijke ploeg bekende cracks zoals Megan Rapinoe en Alex Morgan bevat, heeft Team USA ook veel onervaren krachten in de gelederen. En bondscoach Vlatko Andonovski moet ook nog maar bewijzen dat hij uit de schaduw kan treden van zijn immens succesvolle voorganger Jill Ellis, die de wereldtitel pakte in 2015 en 2019.

En dan wacht in aflevering drie, na een zuinige overwinning op Vietnam, al snel een tegenstander van formaat: de Oranje Leeuwinnen. Gitlitz maakt er een episch gevecht van: overspannen wedstrijdcommentaar, slow motion spelmomenten, bekvechtende speelsters, dramatische muziek en intens meelevende supporters. Het blijkt de eerste van een serie do-or-die wedstrijden voor de Amerikanen, die in eigen land ernstig onder vuur komen te liggen. Oud-International Carli Lloyd geeft haar voormalige teamgenoten bijvoorbeeld van onder uit de zak.

Dat WK komt voortijdig tot een eind tijdens een dramatische penaltyreeks, maar dat is niet de apotheose van deze degelijke sportserie. Die brengt nog in beeld wat er altijd gebeurt als de resultaten van een elftal tegenvallen en laat natuurlijk ook de spraakmakende afwikkeling van het wereldkampioenschap zelf, exemplarisch voor hoe vrouwen wereldwijd nog altijd topsport moeten bedrijven in een mannenwereld, niet links liggen. En dan is ook alweer de volgende stip op de horizon gezet voor Team USA: de Olympische Spelen van Parijs in 2024.

(Ook) daar móeten de Amerikaanse voetbalvrouwen vanzelfsprekend winnen.

Son Of The Mullah

IDFA

Als Son Of The Mullah (100 min.) kent Ruhollah Zam het Iraanse regime natuurlijk van binnenuit. Zijn vader Mohammed bekleedde jarenlang een belangrijke positie binnen de Islamitische republiek. Als onderdeel van diens entourage leerde Ruhollah diverse kopstukken en hun verwanten kennen. Hij kon al snel niet meer aanzien hoe zij hun positie misbruikten, stiekem baadden in weelde en zich dan ook niets van de strenge religieuze regels aantrokken.

Als de Iraanse filmmaakster Nahid Persson, die vanuit haar huidige thuisland Zweden een gestage stroom kritische films heeft afgeleverd, hem eind 2018 opzoekt in zijn afgeschermde en beveiligde woning in Parijs, geldt Zam inmiddels als één van de bekendste criticasters van het Iraanse bewind. Met zijn eigen Amad News heeft hij een voortrekkersrol gehad bij de grootschalige protesten van 2017/2018 en stelt hij onvermoeibaar misstanden en corruptie in zijn geboorteland aan de kaak.

De Ruhollah Zam die Persson ontmoet maakt desondanks een montere en vrolijke indruk. Hij hangt wel permanent aan de lijn met één van zijn anonieme bronnen. Zij spelen hem onthullende informatie of clandestiene beelden toe. Samen met zijn Mahsa en twee dochters moet hij zich intussen de handlangers van het regime van het lijf zien te houden. Elke nieuwe persoon die aanklopt met saillante nieuwtjes kan een informant of geheimagent zijn, die hem in de val probeert te lokken.

Nahid Persson, die net als in haar vorige film over de Iraanse journaliste en mensenrechtenactiviste Masih Alinejad (Be My Voice, 2021) zelf ook wel erg graag een rol in beeld wil spelen, weet soms niet wat ze ervan moet denken. Hoe zorgvuldig en betrouwbaar is Ruhollah Zam zelf eigenlijk? Is zijn steun en toeverlaat Shirin wel volledig te vertrouwen? En hoe moet de miljonair die zich plotseling heeft gemeld met plannen voor een nieuw televisiestation worden ingeschat?

Ze gaat te rade bij Zams collega Ali Javanmardi, die zich afvraagt of de Zoon van de Mullah nog wel voorzichtig genoeg is. Niemand is immers voor de volle honderd procent te vertrouwen. Zo stevent deze eikenhouten film, die van binnenuit een nog altijd actuele en urgente kwestie behandelt, af op een dramatische apotheose, waarin de arm van het Iraanse bewind toch weer langer blijkt dan al gevreesd – en Ruhollah Zam de zoveelste martelaar voor het vrije woord in zijn land wordt.