I Am The River, The River Is Me

Cinema Delicatessen / vanaf donderdag 23 mei in de bioscoop

Terwijl een internationaal gezelschap van kunstenaars, activisten en natuurbeschermers met een kano de Whanganui-rivier in Nieuw-Zeeland afvaart, onderhoudt Reneti ‘Ned’ Tapa, de filosofisch aangelegde Maori-voogd van de rivier, hen over de innige relatie van zijn volk met dit imposante natuurgebied en welke opdracht daarvan uitgaat.

Op initiatief van de inheemse bevolking van Aotearoa, het land dat de rest van de wereld kent als Nieuw-Zeeland, heeft de Whanganui na een lange juridische strijd in 2017 als eerste rivier ter wereld dezelfde rechten gekregen als de mens. Als het welzijn van het water en z’n omgeving wordt geschaad, is de Maori-voogd daardoor in staat om in te grijpen en andere partijen voor de rechter te dagen. De rivier, die net als ook veel bedrijven geldt als een zelfstandige rechtspersoon, kan zo worden beschermd.

Ook het vanuit Nederland opererende filmmakersduo Petr Lom (camera/regie) en Corinne van Egeraat (productie) heeft zich nu, samen met hun cameracrew, bij het reisgezelschap gevoegd voor wat gerust een ‘rivermovie’ op de Whanganui mag worden genoemd: I Am The River, The River Is Me (88 min.). Tijdens de vijfdaagse kanotocht door een weldadig, en ook zeer fraai vereeuwigd, decor is er alle gelegenheid om te reflecteren op de mens, diens leven en de wereld waarin hij slechts een nietige passant is.

‘De rivier bepaalt voor een groot deel wie ik ben’, stelt Ned. ‘En ik zie ’t als mijn opdracht om ervoor te zorgen dat ik kan doorgeven wat ik ooit heb gekregen.’ Het is een besef waarvan ook de andere reizigers zijn doordrongen: als eenvoudige stervelingen voelen ze de verplichting om de wereld van hun voorouders, zowel letterlijk als figuurlijk, in stand te houden voor komende generaties. Dat is een opdracht die zich niet mag beperken tot de inheemse volken, van nature beschermers van zulke werelden, vinden zij.

In dat opzicht herkennen de reisgenoten regelmatig een – in de woorden van Ned – ‘brother from another mother’ in elkaar. Deze bespiegelende film, die de tijd neemt om de wondere wereld van de Whaganui in al z’n pracht en praal te tonen en de interactie die deze te weeg brengt binnen de divers samengestelde groep, is dan ook niets minder dan een oproep om het voorbeeld van de Maori’s te volgen en dierbare plekken op aarde te conserveren en verdedigen.

Nice Ladies

Cinema Delicatessen

Fier lopen de cheerleaders het podium op. Ze zien er patent uit in hun rode kostuums en met hun witte pompoms. De Nice Ladies (92 min.) zijn stuk voor stuk boven de zestig. De oudste is – de jury van Ukraine’s Got Talent kan het nauwelijks geloven – al boven de 75. Wat vinden jullie echtgenoten ervan dat jullie in zulke korte rokjes optreden? wil een man uit het publiek weten.

Voor zulke frivoliteiten zijn de dames op leeftijd al snel niet meer in de stemming. Als Rusland op 24 februari 2022 hun land binnenvalt, belandt cheerleading ineens op het tweede plan. Mariia ‘Masha’ Ponomarova, een in Nederland woonachtige filmmaakster uit Kyiv, is dan al twee jaar met het gezelschap aan het filmen. Zij ziet hoe iedereen in deze hachelijke omstandigheden z’n eigen plan trekt. De onverzettelijke Valia Onyshchenko blijft bijvoorbeeld op haar plek in hun thuisbasis Kharkiv, terwijl Sveta Stopina met haar familie naar Nederland vlucht.

In Amsterdam hangt deze Oekraïense vrouw direct een geelblauwe vlag voor het raam en begint dagelijks haar vaste dansroutines te oefenen. Ze wil fit blijven en hoopt dat het team binnenkort weer bij elkaar kan komen. Net als veel gevluchte landgenoten heeft Sveta last van ‘survivor’s guilt’. De thuisblijvers zijn niet zielig, blijft ze zichzelf voorhouden. Die zijn sterk, volhardend en moedig. Sterker: de overgebleven Nice Ladies hebben zich voorgenomen om in 2022 aan het International Cheerdance Championship in Letland deel te nemen.

Zodra Sveta daarvan hoort, wil ze ook aansluiten. ‘Ik hoop dat alle gebeurtenissen de vriendschappen in ons team niet zullen verpesten voor de toekomst’, schrijft ze hoopvol aan haar teamgenoten die in het moederland zijn achtergebleven. ‘Dat we ons niet laten verdelen in thuisblijvers en gevluchten.’ Sveta krijgt echter niet het antwoord waarop ze hoopt. ‘Dat zal de tijd uitwijzen. Kom eerst maar naar huis’, reageert coach Nadia Avdaisova, die blijkbaar wel degelijk een verschil ervaart, opvallend snibbig. ‘Het zal nooit meer zijn zoals het was.’

De lotgevallen van de Nice Ladies staan in deze boeiende docu, een soort mixture van Young @ Heart en Het Laatste Joegoslavische Elftal, natuurlijk model voor de situatie van hun volk. Al wat ooit vanzelfsprekend was, komt door externe factoren onder druk te staan. En de tijd mag dan alle wonden helen, die verdomde oorlog slaat er vooralsnog veel meer. Met een stralende glimlach, die hun verdriet moet maskeren, proberen de cheerleaders desondanks de Oekraïense eer hoog te houden. In de nationale tweekleur geel-blauw.

Als frivole metafoor voor trots die zich niet zomaar laat knakken en het leven dat, ondanks alles, doorgaat – of gewoon -moet.

Photophobia

Movies That Matter

Is het een documentaire die is verrijkt met een fictieve verhaallijn? Of toch een speelfilm, gemaakt in de echte wereld?

Als Rusland in het voorjaar van 2022 Oekraïne is binnengevallen zoekt een deel van de bevolking van de stad Charkiv z’n toevlucht tot het metrostation. Daar ontstaat een soort minimaatschappij van mensen die alles achter hebben moeten laten en geen idee hebben of ze ooit nog kunnen terugkeren naar hun vorige leven. Boven hun nieuwe geïmproviseerde thuis wordt de wereld die ze kennen grondig vernietigd.

In deze ondergrondse omgeving, waartoe de Russische bommen vooralsnog niet kunnen doordringen, laat het Slowaakse filmmakersduo Ivan Ostrochovsky en Pavol Pekarcik de twaalfjarige Niki (Nikita Tyshchenko) het dartele elfjarige meisje Vika (Viktoriia Mats) ontmoeten. Samen ontdekken de twee kinderen in Photophobia (71 min.) de magie van de metrotunnels, een wereld die veelal verstoken blijft van daglicht.

Daglicht, zo wordt metrokinderen ook te verstaan gegeven, staat gelijk aan gevaar. Daarbij moeten ze dus uit de buurt blijven. Terwijl Niki en Vika door het binnenste van het station zwerven, verlaten treinstellen ontdekken en zich laven aan de liederen van een bejaarde troubadour, verzamelen ze de moed om tóch de zon weer op te zoeken. Het is een treffende metafoor voor de hoop, die ook in bange dagen, doet leven.

Ostrochovsky en Pekarcik verbleven voor deze film enkele maanden in de ondergrondse metrostad, waar in het voorjaar van 2022 zo’n 1500 inwoners van Charkiv onderdak hadden gevonden. Daar ontmoetten ze, volgens dit interview, ook Nikita en z’n familie. Omdat vanwege de oorlog onduidelijk was hoeveel tijd ze hadden om te filmen, schreven ze een script rond hem en een meisje aldaar, Viktoriia.

Met super 8-filmpjes, gemaakt in de omgeving van de Poolse stad Krakau, verbeelden de filmmakers bovendien hoe hun protagonist zich het leven buiten het metrostation voorstelt. Zo proberen ze de oorlog, die al talloze malen in beeld is gebracht, met kinderogen te bekijken. Het is wel een geconstrueerd perspectief, bedacht door volwassen filmmakers, dat hoop biedt en ontroert, maar de werkelijkheid soms ook verfraait.

Zo brengt Photophobia een grotere waarheid over het voetlicht, maar staat de film ook op gespannen voet met een onuitgesproken regel van de documentaire: dat wat er zich voltrekt voor de camera écht is en niet geacteerd. Dit past overigens binnen een trend waarbij makers steeds meer hybride vormen opzoeken rondom het genre. En daarbij lijken ze een voor docufreaks enigszins onnatuurlijk uitgangspunt te hebben:

Fiction is stranger than truth.

De Verscheurde Grens

Movies That Matter

Grote geschiedenis, vervat in een veelvoud aan beelden. Overal vandaan geplukt. Letterlijk. En gekanaliseerd via het levensverhaal van één enkel gefictionaliseerd personage. De basisgedachte achter De Verscheurde Grens (Engelse titel: The Insides Of Our Lives, 50 min.) lijkt op de opzet van documentaires zoals Ze Noemen Me Baboe en Moeder Suriname. Alleen is in deze found footage-film van Misja Pekel zelfs de plaats van handeling fictief: een ongedefinieerd land waar plotseling een grens wordt getrokken.

Als centraal ankerpunt fungeert een tekst van Kapka Kassabova, ingesproken door Melanie Hyams, waarin de ik-persoon vriendschap sluit met een ander meisje, Jasmine. Samen worden ze meer dan los van elkaar. Dat kan alleen niet duren. ‘Was het angst of verlangen dat ons uit elkaar rukte?’ vraagt de vertelster zich af. Want dat ze elkaar in deze coming of age-film kwijt zullen gaan raken – en dat die grens daarbij een doorslaggevende rol speelt – staat vanaf het begin vast en hangt als een Zwaard van Damocles boven hun ontluikende vriendschap.

Om dat verhaal goed in de verf te zetten gebruikt Pekel beeldmateriaal van verschillende grensregio’s in Europa, veelal 8mm-film uit de jaren zestig en zeventig. Soms ingekleurd, altijd van nieuw audio voorzien. Geluid en muziek spelen sowieso een essentiële rol. Die zorgen zowel voor drama als eenheid en helpen de ontwikkeling die het hoofdpersonage gaat doormaken en het dilemma waarvoor zij uiteindelijk wordt gesteld. Dit is bij het begin van deze poëtische film overigens al aangekondigd met een soort leidmotief: for these who stay behind when others flee.

Wij tegen zij, of we nu willen of niet. Dat gevoel – van een land waarin niemand veilig is, niets vanzelfsprekend en uiteindelijk iedereen aan zichzelf overgeleverd – weet Misja Pekel goed te pakken te krijgen in deze archieffilm. Over de vraag of De Verscheurde Grens daarmee ook een documentaire is – als dat al een relevante vraag is – valt wel te twisten. Het basisidee voor de film, en de uitwerking daarvan in Kassabova’s tekst, is leidend. Het archiefmateriaal is vooral een illustratie daarvan, een middel om het  voornaamste punt van de vertelling uit te drukken:

Wat het betekent om door een willekeurig getrokken grens uit elkaar te worden gedreven.

Zonen Zonder Vaders

HazazaH

Bij bijna twintig procent van de Nederlandse kinderen is de vader niet of nauwelijks in beeld. Zeker bij jongens die opgroeien zonder rolmodel kan dit hun hele leven doorwerken. In de stemmig aangeklede interviewfilm Zonen Zonder Vaders (58 min.) geeft Tessa Louise Pope, die zelf ook grotendeels zonder vader opgroeide, drie van zulke zonen de gelegenheid om hun levensverhaal te doen.

In het leven van Alexandro, het kind van een Chileense vrouw en Arubaanse man, speelde zijn vader al van jongs af aan nauwelijks een rol. Na een traumatische ervaring groeide Alexandro zelf uit tot een onhandelbaar kind, dat thuis niet meer was te handhaven. Hij ging onmiskenbaar de verkeerde kant op, richting de drugshandel. ‘Op een gegeven moment voelde ik me net Tony Montana’, vertelt hij. ‘Ik kon m’n kleren kopen, ik kon uitgaan waar ik wilde, ik kon doen en laten wat ik wou. Totdat ik zelf begon te snuiven van mijn eigen spul. Toen was het feestje snel voorbij.’

Nabils ouders werden in Marokko aan elkaar gekoppeld door zijn grootmoeder. Pa had toen al een stevig drugsprobleem. Eenmaal in Nederland kon ‘t in dat gezin dus alleen maar misgaan. Al snel verdween vader van het toneel. Het waren de jaren na de aanslagen van 11 september 2001 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Moslims lagen permanent onder het vergrootglas. Nabil voelde zich als Marokkaanse jongen ontheemd in Nederland, begon steeds meer persoonlijke problemen te ontwikkelen en zocht zijn toevlucht uiteindelijk tot de radicale islam.

Leif tenslotte groeide op in België. Zijn ouders hadden elkaar ontmoet in een café te Antwerpen, waar zij achter de bar stond en hij als zeeman regelmatig te diep in het glaasje keek. En dan was iedereen bang voor hem. Ook thuis zorgde de man voor veel consternatie. Uiteindelijk vertrok Leifs moeder met de kinderen naar Nederland. Ze hadden daar alleen geen cent te makken. De jonge Leif belandde al snel op het slechte pad en zou gaandeweg diep in de criminaliteit verzeild raken. Totdat zijn ziekelijke moeder hem om hulp vroeg en Leif voor haar begon te zorgen.

Het zijn indringende verhalen, van mannen die als jongen volledig ontworteld zijn geraakt en uiteindelijk, al dan niet met behulp van een vaderfiguur, los komen van hun verleden, zin weten te geven aan hun leven en zo de weg terug naar zichzelf vinden. Zij zijn de vader geworden – of zouden dat kunnen worden – die zij zelf als kind hebben gemist. Pope omkleedt hun ervaringsverhalen met persoonlijke foto’s en stemmige beelden die de fase in hun persoonlijke proces representeren en smeedt zo een interessante, hoewel enigszins voorspelbare vertelling over vaders en zonen.

Als Ik Mijn Ogen Sluit

Tomtit Film / Mokum

Als gebeurtenissen niet zijn vervat in beelden, verdwijnen ze samen met de betrokken mensen uit het geheugen. In de Japanse vrouwenkampen zijn tussen 1942 en 1945 tienduizenden mensen omgekomen in Indonesië. Foto- en filmmateriaal is er nauwelijks bewaard gebleven van deze periode. En de vrouwen en kinderen die er hebben gezeten sterven langzaam maar zeker uit.

De moeder en oma van Pieter van Huystee zaten ook in zo’n jappenkamp. De vragen die hij nooit aan hen heeft voorgelegd, stelt de filmmaker in Als Ik Mijn Ogen Sluit (94 min.) nu aan enkele vrouwen die als kind enkele jaren hebben doorgebracht in zo’n met prikkeldraad en Kedek, matten van riet, afgezet interneringskamp. Het leven op plekken als Banjoebiroe, Tangerang en Tjideng, het kamp waar Van Huystee’s mammie en granny zaten, is tevens vervat in talloze tekeningen.

De vrouwen behoorden in het toenmalige Nederlands Indië veelal tot ‘de blanke bovenlaag’ en hadden tot aan de Tweede Wereldoorlog een bevoorrecht bestaan geleid. Met de komst van de Japanners veranderde hun complete leven, in een uithoek van de oorlog die in Nederland altijd onderbelicht is gebleven. Want op hun verhalen zat naderhand eigenlijk niemand te wachten. Ja, maar… de Duitsers, bezetting en Jodenvervolging… In Holland had menigeen genoeg aan zijn eigen verhaal.

‘Vind je dat we mammie alleen gelaten hebben met de oorlog?’, vraag Pieter van Huystee aan zijn zus Karen. ‘Ik vind dat we mammie helemaal nooit de ruimte hebben gegeven om te vertellen over die oorlog’, antwoordt zij. ‘Dat vind ik wel heel verdrietig.’ Via de herinneringen van inmiddels hoogbejaarde lotgenoten van hun moeder en oma krijgen broer en zus alsnog toegang tot dat beladen verleden en worden de pijn, het verdriet en de honger van de kampen in kaart gebracht.

Deze verhalen, opgehaald terwijl de voormalige kampbewoonsters hun ogen sluiten en de gebeurtenissen weer voor hun geestesoog laten passeren, worden geïllustreerd met een veelheid aan zwart-wit- en kleurentekeningen, bijvoorbeeld van kampoverlevende Miep Bakker, en animaties van Hanneke van der Linden. Dat ze de kampen hebben overleefd, danken de vrouwen volgens Willy Glorius Janssen aan de atoombom. Want het ‘order to kill’ lag al klaar. ‘We zouden afgevoerd worden naar Borneo’, stelt zij. ‘Dat was ons eindstation.’

Als Ik Mijn Ogen Sluit, verlevendigd met een zeer expressief geluidsdecor, brengt dit tamelijk veronachtzaamde stukje oorlog weer tot leven. Zodat het leed van deze vrouwen en kinderen nog eenmaal kan worden herbeleefd en voor eens en altijd is vereeuwigd hoe ‘t eraan toeging in de Japanse vrouwenkampen te Indonesië. Waar de Tweede Wereldoorlog net zo huishield als in het bezette Nederland.

Eternal You

Gebrueder Beetz

Hij is bang. ‘Ik ben het nu eenmaal niet gewend om dood te zijn’, zegt Cameroun tegen zijn vriendin Christi Angel. Via de Artificial Intelligence-service Project December, kunnen de twee met elkaar communiceren – ook al is hij, inderdaad, al enige tijd overleden.

Project December, een AI-toepassing die is ontwikkeld door de startup van de Amerikanen Jason Rohrer en Tom Bailey, is onderdeel van een groeimarkt. Elk jaar sterven er tientallen miljoenen mensen. Veel nabestaanden hebben de behoefte om nog iets tegen hen te zeggen, even van hen te horen of zomaar een praatje te maken. Nieuwe ondernemingen zoals HereAfter.ai, YOV en Soul Machines spelen maar al te graag in op die vraag. En de techniek waarvan zij zich bedienen, die volgens OpenAI-voorman Sam Altman in potentie elk aspect van ons leven kan verbeteren (of ruïneren), wordt steeds immersiever. De kopie is soms nauwelijks van het origineel te onderscheiden.

Zo luistert de hele familie van Stephenie Oney ademloos naar de met Resemble AI gekloonde stem van opa Bill, die toch echt al een tijdje niet meer onder hen is. Bills virtuele terugkeer zorgt voor verbazing, ontroering én scepsis. Zoals zijn stem nu wordt gebruikt om zijn verhaal te vertellen, constateert een familielid, kan met diezelfde stem ook zijn verhaal wordt verzonnen. En juist op die ethische implicaties van de toepassingen van generatieve AI richten Hans Block en Moritz Riesewieck, die ook in The Cleaners en Made To Measure al de achterkant van het internet en moderne technologie onderzochten, zich in de intrigerende documentaire Eternal You (86 min.).

Want wat nu als zo’n ‘overledene’ uit de bocht vliegt? Als Cameroun bijvoorbeeld vertelt dat hij zich in de hel bevindt en is omringd door louter verslaafden, begint de gelovige Christi Angel zich af te vragen of ze misschien onbedoeld een demon heeft gecreëerd. Jason Rohrer van Project December reageert laconiek. ‘Ik geloof niet dat hij in de hel is’, zegt hij lachend. ‘Ik geloof trouwens ook niet dat hij in de hemel is. Als ze mijn mening wil, heb ik slecht nieuws voor haar: hij bestaat helemaal niet meer. Zo denk ik erover. Dat is zelfs nog slechter voor haar. Volgens mij deugt haar hele geloof niet.’ Zonder scrupules biedt hij haar niettemin een digitale variant op het eeuwige leven aan.

Los van de menselijke implicaties van het idee van postume communicatie – kunnen we deze nieuwe mogelijkheden eigenlijk wel bevatten, wat betekenen ze ‘In Real Life’ en welke plek neemt rouwen daar dan nog in? – heeft dat ook allerlei praktische consequenties. Weten we bijvoorbeeld werkelijk hoe de Artificial Intelligence-techniek werkt? En van wie zijn de data van de overledene? Intussen gaan de ontwikkelingen natuurlijk gewoon in sneltreinvaart door. In het Zuid-Koreaanse tv-programma Meeting You heb je als nabestaande bijvoorbeeld al de kans – John de Mol en co. opgelet! – om in Virtual Reality een digitale kloon van een gestorven dierbare te ontmoeten.

De rouwende moeder Jang Ji-Sung kon er nog eenmaal een geïdealiseerde versie van haar overleden dochtertje Nayeon in de armen sluiten – en de rest van de wereld mocht, inderdaad, lekker meegenieten.

De Heilige Drie-Eenheid

Robbie, Alex Sophie & Emma / Martijn van de Griendt / te zien op Movies That Matter

Tezamen vormen ze een plaatje. Zoals ze daar zitten, op het bed van een tienerkamer, Lekker klierend met een zak chips. De zestienjarige Alex Sophie, een frêle meisje met een neusringetje in. Haar vriendin Emma, in een hardrock T-shirt, van een jaar jonger. En de eveneens vijftienjarige Robbie, een lange jongen met een klein snorretje en een Afrokapsel die eruit ziet als de jongere, nét iets minder robuuste versie van een hardrockheld, Phil Lynott. Drie tieners uit Eindhoven, ‘meer dan gewoon vrienden’. Via de camera van Emma’s smartphone is bovendien een man te zien: Martijn van 52, de maker van deze documentaire over De Heilige Drie-Eenheid (70 min.).

Fotograaf Martijn van de Griendt maakte eerder Maria, I Need Your Lovin’ (2017), waarin hij acht jaar lang de onstuimige zoektocht naar liefde van een vriendin in beeld bracht. In deze tweede film richt hij zijn camera op drie emokids die op het eerste oog een superleven hebben, maar gaandeweg ook de achterkant daarvan laten zien. Ze zijn permanent bezig met hun uiterlijk, hebben met Engelse termen en straattaal doorspekte gesprekken (‘tantoe depressief’) en maken soms zoveel lol dat ze vergeten om te bespreken wat hen echt bezighoudt. Via hen maakt Van de Griendt een soort snapshot van een generatie, die via social media voortdurend wordt geconfronteerd met zichzelf.

Ze hangen rond op het Stadhuisplein, dansen uitzinnig in het kleedhokje van een kledingwinkel en gaan samen op vakantie naar Zeeland. Tegelijkertijd kampt ieder van zich met z’n eigen donkere gedachten en stemmingswisselingen. Net als leeftijdsgenoten zijn ze onzeker over hun uiterlijk, vergelijken ze zichzelf overmatig met anderen, kampen ze met een eetstoornis, hebben ze vragen over hun geaardheid of verliezen ze zichzelf soms in zelfbeschadiging. Martijn van de Griendt, die eerder een sfeertekening van deze jonge levens dan een lineair verteld verhaal voor ogen heeft, kadert de gesprekken die hij daarover heeft met de drie verder nauwelijks in.

Gebeurtenissen worden niet aangekondigd of uitgelegd en verder ook niet in hun context geplaatst. Ze zijn er gewoon ineens en Alex Sophie, Emma en Robbie moeten er maar chocolade van zien te maken – en wij, als kijkers, met hen. Daarbij helpt ’t dat de drie tieners uitstraling en charisma hebben en dat hun levens door Van de Griendt – die als maker echt een beetje verliefd lijkt te zijn geworden op zijn hoofdpersonen – met een bloemrijke gitaarsoundtrack boven zichzelf uit worden getild. Als ongenaakbare alternatieve helden, begeleid door pak ‘m beet Suede, The Smiths of Smashing Pumpkins, die tegelijkertijd ook zichzelf durven te laten zien.

In een collageachtige film die hen in het hier en nu, met en zonder elkaar, tussen kind zijn en volwassen worden, in al hun bravoure en kwetsbaarheid toont.

Trailer De Heilige Drie-Eenheid

The Mother Of All Lies

Vedette Film / vanaf 15 mei in de bioscoop

Een verleden dat nooit is vastgelegd of waarvan de beelden zijn vernietigd – en dat dus moet voortleven in het geheugen – laat zich veertig jaar na dato niet zomaar weer op te roepen. Met The Mother Of All Lies (97 min.), dat op het filmfestival van Cannes twee prijzen in de wacht sleepte, slaagt Asmae El Moudir erin om een trauma van de buurt in Casablanca, waar ze zelf is opgegroeid, te verbeelden. Omdat er maar één foto van bestaat, zorgt ze zelf voor het ‘archiefmateriaal’.

In deze bijzonder inventieve film, waaraan ze jarenlang heeft gewerkt, neemt El Moudir enkele sleutelfiguren uit haar jeugd mee naar een atelier, waar ze samen met haar vader Mohamed een decor op Madurodam-formaat heeft ontworpen van de wijk Sebata. Die komt met zelfgemaakte straten, huizen, straatverlichting, huisraad, allerhande objecten én kleipoppetjes van de hoofdrolspelers, gecombineerd met een levendige audiotrack, weer helemaal tot bloei.

De Marokkaanse filmmaakster kijkt er rond met Mohamed, haar moeder Ouarda, de buurmannen Abdallah en Said én haar grootmoeder Zahra, een bitse vrouw die door kleindochter wordt omschreven als ‘een dictator die haar gehele omgeving onderdrukt’. Als Zahra zich bijvoorbeeld niet kan vinden in het portret dat een kunstenaar van haar heeft getekend op een glasplaat, slaat de bejaarde vrouw die rücksichtslos aan gruzelementen met haar wandelstok.

Een beetje zoals de door haar bewonderde Marokkaanse koning Hassan II in 1981 een demonstratie tegen zijn bewind, het zogenaamde ‘Broodoproer’, met bruut geweld liet neerslaan – en zoals Zahra zelf ook alle foto’s van het verleden heeft verbrand. Daarmee kan de geschiedenis natuurlijk niet worden uitgewist. Op zaterdag 20 juni 1981, een dag waarover doorgaans angstvallig wordt gezwegen, zijn in totaal zo’n zeshonderd doden gevallen, óók in hun eigen wijk.

‘Ik heb er niets van gezien’, beweert oma Zarah niettemin stellig, als haar kleindochter daar expliciet naar vraagt. ‘En ook als ik wél iets had gezien…’ Een dag later worden er allerlei deuren ingetrapt en buurtbewoners gearresteerd, waaronder de twee nu aanwezige buurmannen. In een koortsachtige scène bij een miniatuurcel reconstrueert Abdallah deze traumatische ervaring, waarbij hij ernstig is mishandeld en vervolgens in een overvolle gevangenis wordt gesmeten.

De beulen bekleden nu belangrijke posities terwijl de slachtoffers in een massagraf liggen, schreeuwt een spandoek tijdens een demonstratie om aandacht te vragen voor de slachtoffers, waarbij ook Said is te ontwaren. Deze ingenieuze film, op spaarzame momenten ingekaderd door El Moudirs bijna gefluisterde voice-over, toont op microniveau hoe de gebeurtenissen van toen nog altijd doorwerken in het leven van nu. In een kleine wereld krijgen grote emoties alle ruimte.

The Mother Of All Lies zet zo een nauwelijks gedocumenteerde misdaad tegen de menselijkheid alsnog, op onvergetelijke wijze, op ieders netvlies.

Eddy’s Oorlog

Zeppers

‘Kijk naar die familie, man!’ zegt oorlogsfotograaf Eddy van Wessel tegen zijn fikser. Op vrijwel elke andere plek zou het een lieflijk tafereel zijn geweest: een man op een fiets, met zijn zwangere vrouw achterop en een klein jongetje op het stuur. Hun andere kind fietst zelf, voorop. En de hond dartelt lekker mee.

Ze rijden op een modderige weg, langs plassen en kapotgeschoten gebouwen. Vanuit de achtergrond klinken explosies. Van Wessel spoort zijn medewerker aan om hen aan te spreken. Hier is de ravage van de oorlog te zien. Het gezinnetje is alleen al doorgereden. Erachteraan. ‘Doe je raam open en roep naar hen!’ zegt hij dwingend. Tevergeefs. ‘Die fietsfoto kunnen we vergeten.’ Een praatje dan maar. ‘De kinderen zijn niet bang’, zegt de man. ‘Ze leven al hun hele leven in deze situatie.’

De Nederlandse fotograaf kan er met zijn verstand niet bij dat dit gezin zowat op de frontlinie blijft wonen. Waarom vertrekken ze niet? De vrouw zou wel willen, bekent ze, maar ze krijgt haar man niet mee. ‘Straks wordt het winter, dan kunnen ze niet eens meer weg’, zegt Van Wessel tegen documentairemaker Joost van der Valk, die hem voor het zeer enerverende Eddy’s Oorlog (102 min.) een jaar lang volgt naar Oekraïne. ‘Vrouw hoogzwanger. Volkomen gestoord! Sommige mensen snap je echt niet.’

Toch keert Eddy van Wessel, inmiddels vier keer winnaar van een zilveren camera, zelf ook steeds weer terug naar oorlogsgebied. Hij zoekt nog altijd naar de foto die alles zegt. Véél meer dan duizend woorden. ‘Ik werk niet’, zegt hij daarover in dit portret, dat hem vooral in actie laat zien. ‘Ik doe wat ik ben. Daarom is er ook geen manier om ermee te stoppen. Daarom is er ook geen manier om de drang te weerstaan om opnieuw af te reizen. Ik fotografeer letterlijk mijn verbazing. Iedere keer weer.’

Van der Valk (Haagse SjonnieCrips: Strapped N’ Strong & Satudarah – One Blood) verbaast zich dan weer over die verbazing. Al ruim dertig jaar staat de fotograaf met zijn poten in de modder als er ergens oorlog is. Een ander zou allang afgestompt of getraumatiseerd zijn afgehaakt. Van Wessel gaat in plaatsen als Kharkiv en Bakhmut echter nog altijd door riemen en ruiten om te vatten wat oorlog aanricht. Met gevaar voor eigen leven – en dat van de filmmaker die hem naar de frontlinie volgt.

Eddy’s Oorlog slaagt daarmee glansrijk in z’n opzet: zowel de oorlog zelf als Van Wessels betrokkenheid daarbij spatten van het scherm. Het leed, de vernietiging en het verlies, maar ook hoe binnen zulke hachelijke omstandigheden de menselijkheid op de een of andere manier tóch overleeft: hoop, onverzettelijkheid, solidariteit, moed en humor. En altijd is daar die fotograaf, die via een camera op z’n helm soms letterlijk zijn blikveld toont: om ook deze oorlog bij z’n kladden te grijpen.

Is het fotografie of pornografie? vraagt Van Wessel zich hardop af als hij op een landweg het levenloze lichaam van een Russische soldaat probeert vast te leggen. De beste foto zou hij vanuit de berm kunnen maken, maar die vertrouwt hij niet. De Nederlander is sowieso permanent bezig met veiligheid, vertelt hij. En dat zorgt weer voor stress. ‘Het maakt van de beste fotograaf een onbenullige amateur. En dat zie ik soms in mijn foto’s terug. Dat ik denk van: gast, hoe doe je dit?’

Tussen alle enerverende frontliniescènes door toont Joost van der Valk zijn hoofdpersoon ook te midden van zijn gezin, in het landelijke Zweedse huis waar hij een groot deel van het jaar woont. Het contrast is nauwelijks te bevatten – al is het ook de vraag of de film dit per sé nodig heeft. Hooguit om even af te schalen, net als de fotograaf zelf, zodat Eddy’s Oorlog daarna weer in een nieuw jaargetijde verder kan. In een moordend tempo op zoek naar Eddy van Wessels eigen idee-fixe:

Het ene beeld dat alle andere overbodig maakt.

De Wereld Van Carlijn

Amstelfilm

Waar op de ene plek het water vrij kan stromen, heerst elders droogte. Cartograaf Carlijn Kingma vind er een treffende metafoor in voor datgene waar onze wereld toch echt om draait: geld. Samen met Martijn Jeroen van der Linden, lector new finance aan de Haagse Hogeschool, en journalist Thomas Bollen van het onderzoeksplatform Follow The Money heeft ze geprobeerd om met dat beeld – geld als, ja, water – het financiële stelsel te vatten in een grote, getekende kaart: Het Waterwerk Van Ons Geld.

Documentairemaker Ariane Greep volgt de Nederlandse kunstenares, opgeleid als architect, tijdens de totstandkoming van dit ambitieuze project. Van het moment dat ze nog ongemakkelijk naar een wit canvas tuurt en tamelijk onzeker zegt: ‘Oh, ik krijg dus nu al helemaal zweethandjes. Dat eerste stuk is gewoon niet zo leuk.’ Tot het moment dat Kingma de laatste hand legt aan de immense, zeer gedetailleerde zwart-wit tekening en zowaar een foutje maakt. Dit moet in allerijl worden hersteld.

Tussendoor volgt Greep het volledige maakproces, dat in totaal zo’n anderhalf jaar onderzoek en maar liefst tweeduizend uur tekenen vergt, en zoomt ze tevens in op de achtergronden van Carlijn Kingma en haar werk. Haar moeder ziet er de tekenervaring van haar dochter op de Vrije School in terug. En Carlijn zelf legt de link met een waterwerk voor kinderen dat haar opa aan de kade van de IJssel in Zutphen heeft gebouwd. Als kleinkind heeft ze daar heel wat uurtjes doorgebracht.

Ariane Greep neemt uitgebreid de tijd om alle ontwikkelingsfasen van het minutieuze Waterwerk te documenteren, waaronder ook enkele, soms best geladen ontmoetingen met vertegenwoordigers van de financiële sector. Want Kingma’s interpretatie van die wereld is bepaald niet waardevrij. Activistisch zelfs. De huidige inrichting van ons geldsysteem vergroot volgens de ‘cartograaf van denkwerelden’ de ongelijkheid in onze samenleving en is dus een politieke zaak die ons allen aangaat.

Tussen al dat monniken- en zendingswerk door, ook op Lowlands en in musea, is er in deze ruim bemeten film, waarin Greeps voice-over in de ik-vorm een beetje een fremdkörper blijft, ook nog ruimte voor leven en liefde – al blijven die toch verbonden met waar het in De Wereld Van Carlijn (92 min.) vooral om lijkt te draaien: het in kaart brengen van het leven om haar heen, teneinde dit te kunnen begrijpen en begrijpelijk te maken.

Four Daughters

Cinéart

Toen president Ben Ali, na bijna 25 jaar aan de macht, in 2011 werd afgezet als leider, leek Tunesië zich te gaan ontwikkelen tot een reguliere democratie. De Arabische Lente beloofde vrede en vrijheid. Rond diezelfde tijd ging Olfa Hamrouni met haar Four Daughters (originele titel: Les Filles d’Olfa, 108 min.) weg bij haar echtgenoot die hen weinig liefde had gegeven. Die dacht ze te vinden bij Wissem, een man die tijdens de revolutie uit de gevangenis was ontsnapt. Ze was smoorverliefd. ‘Had ik hem iemand zien vermoorden’, vertelt de struise vrouw in deze inmiddels meermaals bekroonde film van Kaouter Ben Hania. ‘Dan had ik hem geholpen om het lijk te begraven.’

Terwijl de omwenteling in hun land een golf van moslimfundamentalisme veroorzaakte, zou ook Wissem Olfa en haar kinderen het geluk bepaald niet brengen. Van haar dochters Ghofrane, Rahma, Eya en Tayssir Chikhaoui zijn de eerste twee inmiddels buiten beeld. Wat er precies met hen is gebeurd, blijft lang ongewis. Hun positie wordt is deze overtuigende hybride van docu en drama waargenomen door twee actrices, die met de andere familieleden cruciale gebeurtenissen uit hun gezamenlijke verleden reconstrueren. Ook aan Olfa zelf is een actrice gekoppeld. Voor het geval dat er scènes moeten worden gespeeld die te pijnlijk of confronterend zijn. Zij fungeert meteen als spiegel voor de geharde moeder, die ook haar eigen acties onder ogen moet zien.

Olfa’s vrijgevochten oudste dochters, die zich zowaar ‘gothic’ zijn gaan kleden, worden intussen geconfronteerd met de conservatieve wind die in hun land waait: vrouwen zoals zij worden geacht om een nikab of hidjab te dragen. Het is een boodschap die Ghofrane en Rahma al snel verinnerlijken en die tot radicale ideeën, gedragingen en levenskeuzes zal leiden. En hun zussen Eya en Tayssir en moeder moeten zich daartoe verhouden. Die ontwikkeling schetst Ben Hania in Four Daughters niet lineair, maar via (groeps)interviews, gezamenlijk gespeelde scènes en (twist)gesprekken daar weer over met de actrices. Over vrouw zijn en worden – en de verwachtingen, plichten en beperkingen die daar volgens hen, de hunnen en hun wereld bij horen.

Het leven als Tunesische vrouw blijkt in deze gelaagde en schrijnende vertelling een Gordiaanse knoop die niet zomaar is te ontwarren. Elke volgende generatie staat voor min of meer dezelfde uitdaging. Olfa is in dat verband ook bang voor de toekomst, vertelt ze aan het eind van haar moedige poging om in het reine te komen met het leven dat ze heeft geleid. ‘Wat me bang maakt is dat ik alles heb herhaald wat mijn moeder ook heeft gedaan.’ Haar uitgesproken dochter Eya vult aan: ‘Ze heeft ons laten ondergaan wat ze zelf moest ondergaan. Niet omdat zij een slecht mens is, maar zo gaat nu eenmaal.’ En zo dreigt de geschiedenis zich, steeds weer, te herhalen en groeien meisjes uit tot een milde dan wel extreme variant op hun moeder.

The Border Crossed Us

Amstel Film

Als we drugs aantreffen kunnen we de waar innemen en vernietigen, legt de bedachtzame hoofdcommissaris Ramon Gonzalez van de grenspolitie van het Texaanse grensstadje La Joya uit. Bij mensensmokkel is dat veel gecompliceerder. ‘Deze mensen worden steeds teruggestuurd en elke keer opnieuw betalen ze weer voor de overtocht.’ Totdat ‘t lukt. Dan verdwijnen ze zogezegd pas van de markt. Het is een weinig hoopgevende constatering en ook bepaald geen stimulerende gedachte voor politiemensen, die permanent met illegalen en smokkelaars worden geconfronteerd.

Dagelijks proberen zo’n achtduizend illegale migranten de Rio Grande-rivier, de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico, over te steken. Die rivier behoorde vroeger tot Mexicaans grondgebied, maar fungeert tegenwoordig als toegangspoort naar het land van de onbegrensde mogelijkheden. Ofwel: The Border Crossed Us (72 min.), de nieuwe film van de Nederlands-Puerto Ricaanse documentairemaakster Loretta van der Horst. Zij debuteerde in 2019 met Behind The Blood, een grimmige film over Hondurese stad San Pedro Sula die gevangen zit in een bloedige drugsoorlog.

Deze documentaire, een portret van enkele agenten van La Joya, is minder heftig en meer bespiegelend van toon. Van der Horst volgt haar hoofdpersonen tijdens patrouilles, verhoren van een verdachte of een inval. Tussendoor laat ze hen uitgebreid aan het woord over een gevecht dat misschien niet is te winnen – maar ook niet níet mag worden gevoerd – en over de impact die dat op henzelf heeft. De één strijkt nog wel eens over zijn hart, een ander houdt zich strikt aan de regels. ‘Als ik mijn werk moet doen’, zegt Manuel Casas bijvoorbeeld ferm, ‘doe ik mijn werk.’

Dat wordt tastbaar tijdens een verhoor dat hij heeft met de, geanonimiseerde, vrouw van een mensensmokkelaar. Zij is druk bezig om een verblijfsvergunning te krijgen, maar kan al haar rechten weer kwijtraken en uitgezet worden als blijkt dat ze betrokken was bij de activiteiten van haar echtgenoot. Casas draait haar kalm de duimschroeven aan, zeker als hij zich toegang verschaft tot haar mobiele telefoon en eens langs al haar berichten, filmpjes en foto’s kan scrollen. ‘Ik weet dat het verkeerd is’, zegt zij uiteindelijk verontschuldigend. Hij reageert koel: ‘Het is méér dan verkeerd.’

Veel smokkelaars komen er, tot grote frustratie van de agenten die hen hebben ingerekend, met een voorwaardelijke straf vanaf. Binnen de kortste keren hervatten ze doorgaans hun activiteiten – en anders zorgt het kartel wel voor vervangers. Zo zitten ze in deze stemmige film, die ’t meer van introspectie en sfeer dan van spanning en sensatie moet hebben, aan beide zijden van de wet en van de grens vast in een somber stemmende situatie, waarin nauwelijks beweging is te krijgen en de rollen, afhankelijk van waar je geboren bent, bovendien tamelijk willekeurig lijken te zijn verdeeld.