The Dancing Boys Of Afghanistan

PBS

Dastager, een voormalige commandant van de Moedjahedien uit de Noord-Afghaanse stad Takhar, windt er geen doekjes om in de openingsscène van The Dancing Boys Of Afghanistan (52 min.): hij gaat een jongen ophalen die aantrekkelijk is en ‘goed kan dansen’. Ga je dan de nacht met hem doorbrengen? wil Najibullah Quraishi weten. ‘Natuurlijk’ antwoordt Dasager zonder enige vorm van schaamte. Even later verwelkomt hij de elfjarige Shafiq in zijn auto en kan deze unheimische documentaire uit 2010 definitief beginnen.

Quraishi onderzoekt daarin een oude Afghaanse traditie die weer in zwang is geraakt via rijke zakenlieden en legerleiders: ‘Bacha Bazi’. Vrij vertaald: kinderspel. Arme jongens worden ingezet als substituut voor vrouwen, die in Afghanistan veelal veroordeeld blijven tot een boerka en nauwelijks toegankelijk zijn voor het andere geslacht. Hun vervangers worden met glitterkleding, een sluier en belletjes overdadig uitgedost en moeten daarna op feesten optreden voor een publiek van verrukte mannen. En jongens die niet kunnen dansen, zegt een pooier bijgenaamd ‘De Duitser’ erbij, zijn vast geschikt voor andere dingen. ‘Voor sodomie en andere seksuele activiteiten’, bijvoorbeeld.

Najibullah Quraishi opereert onder een dekmantel. Hij heeft Dastager, een gelovig man met vrouw en kinderen, wijsgemaakt dat hij een film maakt over ‘Bacha Bazi’ in Europa en daarbij ook wil laten zien hoe de traditie in ere wordt gehouden in Afghanistan. Via Dastager ontmoet de journalist vervolgens een netwerk van mannen, voor wie het hebben van één of meerdere jongens een teken van macht en welvaart is. En als hun vrouw akkoord gaat – in het uitzonderlijk geval dat die überhaupt om haar mening wordt gevraagd – kunnen ze zulke ‘dansers’ zelfs gewoon in huis nemen. Tot hun achttiende, welteverstaan. Dan verliezen ze namelijk hun seksuele aantrekkingskracht.

Sommige jongens in deze alarmerende film, die door verteller Juliet Stevenson op straffe toon wordt ingekaderd, fantaseren er openlijk over dat zij dan zelf eigenaar van een aantal dansers willen worden. Van slachtoffer zouden zij zo dader worden. In een systeem dat weliswaar illegaal is in Afghanistan, maar in bepaalde regio’s helemaal geen taboe lijkt te zijn. Wat wij met westerse ogen beoordelen als weerzinwekkende kinderprostitutie en mensenhandel, wordt daar klaarblijkelijk beschouwd als een geaccepteerde vorm van (homo?)seksuele dienstverlening, waarbij de ouders van de minderjarige jongens onwetend worden gehouden of zelf een oogje dichtknijpen.

Dastager lijkt zich in elk geval van geen kwaad bewust. Glunderend pocht de autohandelaar, vliegerverkoper en pederast dat ie toch al zeker zo’n twee- tot drieduizend jongens heeft gehad. En van tevoren en naderhand mochten ze dan dansen. Als een vogel in een kooitje, zo vrij.

Happy Hooker, Lust Om Te Leven

BNNVARA / Witfilm

Iets wat ik altijd weg had gegeven, werd ineens betaald. Het was een openbaring voor Xaviera Hollander, een jonge Nederlandse vrouw die in de Verenigde Staten verzeild was geraakt. In 1971 schreef ze een boek over haar leven als prostituee en bordeelhoudster, dat een internationale bestseller werd: The Happy Hooker. Met die geuzennaam werd ze in de navolgende halve eeuw een icoon van ‘vrijheid blijheid’.

Inmiddels is Hollander, die in 1943 in Nederlands Indië werd geboren als Vera de Vries, al even in de tachtig. Ze is niet meer zo goed ter been, maar haar hoofd werkt prima en ze schrijft ook nog altijd. Ook over niet seks gerelateerde onderwerpen overigens. Haar vroegste herinneringen aan het Jappenkamp, waar het gezin werd gescheiden en haar ouders gruwelijk zijn gefolterd, vervatte ze bijvoorbeeld in het persoonlijke boek Kind Af (2001).

Daar, in die traumatische jeugd en hoe die stiekem altijd heeft doorgewerkt in haar leven, zit ook het drama in Happy Hooker, Lust Om Te Leven (55 min.). Verder verlaat regisseur Barbara Makkinga zich in dit portret vooral op het fraaie archiefmateriaal dat bewaard is gebleven uit de verschillende fasen van Hollanders persoonlijke en publieke bestaan en voorgelezen fragmenten uit haar boeken, die ze lekker tegen elkaar wegsnijdt.

Nadat Hollander een dampende scène uit haar succesboek heeft voorgelezen, volgt bijvoorbeeld een fragment uit het televisieprogramma Klasgenoten (1988), waarin medeleerlingen haar typeren als een ‘oversekste lellebel’. In werkelijkheid had ze ‘het’ echter nog helemaal niet gedaan. Wel zo’n beetje al het andere uitgeprobeerd, overigens. ‘Jullie hebben me gedeeltelijk nog als maagd gekend dus’, houdt ze haar toenmalige klasgenoten voor.

Makkinga heeft verder geen uitgebreide ronde langs Xaviera Hollanders entourage gemaakt. Behalve de hoofdpersoon zelf komt alleen haar vriendin en ex-geliefde Dia Huizinga uitgebreid aan het woord. Daarnaast zijn er scènes van een boekpresentatie en feest van haar zelfbewuste protagonist, die de controle nooit helemaal uit handen lijkt te geven in deze film. Happy Hooker, Lust Om Te Leven laat haar zien zoals ze waarschijnlijk ook gezien wil worden.

Als een vrouw van de wereld, die volgens haar eigen voorwaarden leeft.

Meiden Van De Keileweg. 25 Jaar Later

Lieke / c: Ivar Schutte / Powned

Met zijn camera bivakkeert hij voortdurend in de schemerzone van het bestaan. Als Roy Dames niet is te vinden in Willems Kantine, rondhangt met zijn Foute Vrienden of de strijd aangaat met randfiguren zoals Emile RatelbandFrank Masmeijer of Rob Scholte, dan filmt hij wel met de vrouwen die ooit hun brood verdienden op de inmiddels gesloten tippelzone in Rotterdam.

Dat resulteerde in 2000 in de rauwe docuserie Meiden Van De Keileweg, met een ongefilterde kijk in de levens van verslaafde vrouwen die hun lichaam verkochten ‘voor een snuif, een base of een shot’. Een kwart eeuw later pakt Dames de draad weer op in Meiden Van De Keileweg. 25 Jaar Later (144 min.), om te kijken hoe ‘t nu met de vrouwen gaat, hoe zij destijds in de straatprostitutie zijn beland en hoe het dagelijks leven daar – in dat hellehol van junks, pooiers en hoerenlopers – nu eigenlijk was.

Lieke zorgde in de oorspronkelijke serie voor enkele onvergetelijke scènes (die sommige mensen nochtans graag zouden vergeten) en is opnieuw van de partij. Ze lijkt clean en woont in een gewoon rijtjeshuis, ergens in Oost-Brabant. Tegelijkertijd heeft ze heel wat te stellen met haar veel jongere vriend Mike. Terwijl Lieke Dames een inkijkje in haar ziel en verleden geeft, vechten de twee vechten als kat en hond. Roy Dames filmt dan gewoon door, ook als de ruzies volledig ontsporen, niet alleen fysiek.

Het leven van Sonja lijkt inmiddels in rustiger vaarwater te zijn gekomen. De vrouw die 25 jaar geleden oogde als een menselijk wrak – graatmager, verwilderde blik in de ogen en nauwelijks een tand in haar mond – zit er tegenwoordig netjes bij, in een opgeruimde woning. Als BDSM-meesteres lijkt ze bovendien verzekerd van een stabiel inkomen. Toch kijkt Sonja met een zekere romantiek terug op de Keileweg, waar ’t volgens haar, op z’n heel eigen manier, ook wel gezellig was. De vrouwen probeerden er te zijn voor elkaar.

Huismoeder Wendy, ook allang afgekickt, heeft soortgelijke gevoelens. De onderlinge kameraadschap op de Keileweg was volgens de immigrante uit de Dominicaanse Republiek, die overigens niet in de oorspronkelijke reeks zat, werkelijk onbetaalbaar. Op de tippelzone voelde ze zich thuis. En dat is minder vreemd dan ‘t lijkt. Als Wendy uitweidt over haar jeugd, waarin geweld en misbruik bijna vanzelfsprekend waren, is het bijna de vraag waar ze anders terecht had moeten komen dan op een soort Keileweg.

Christel tenslotte leeft in geleende tijd. Ze is ernstig ziek. En de man die haar uit het wereldje haalde, een voormalige klant, is inmiddels ook al enkele jaren dood. Door zijn overlijden moest ze tevens hun huis verlaten. Daar heeft ze nog altijd geen vrede mee. In de rug gedekt door een draaiende camera gaat Christel verhaal halen bij zijn familie. En Roy Dames sluit ook aan als ze zich alsnog probeert te verzoenen met haar vader. Die wil daar niets van weten. Hij heeft al lang en breed afscheid genomen van zijn dochter.

Zo bevat deze vierdelige update met de vrouwen van de Keileweg opnieuw een aaneenschakeling van schrijnende verhalen. Over een traumatisch verleden, vervat in nog altijd schokkende beelden, dat vaak al lang vóór die tippelzone begon en waaraan nauwelijks valt te ontsnappen. En een heden dat niet altijd héél veel beter is dan die periode op straat. De aanwezigheid van een camera – van Dames en/of zijn rechterhand Sven Jacobs – helpt ook niet: conflicten lijken eerder en heftiger te escaleren. 

Daarmee krijgt ook deze wat fragmentarische miniserie soms een ranzige realityfeel en een trieste ondertoon – hoewel de meiden er, ondanks alle beschadigingen die ze hebben opgelopen, wel degelijk het beste van proberen te maken.

Streetwise

Tiny / c: Mary Ellen Mark / Martin Bell

Wat zou er zijn geworden van de hoofdpersonen van Streetwise (92 min.)? begon ik me halverwege af te vragen. Ik – brave burgerman, van een flink eind in de vijftig, met een ongezonde voorliefde voor documentaires – ben van min of meer hetzelfde bouwjaar als zij. Begin jaren tachtig was voetbal al wat telde voor mij, had ik nog nooit met een meisje gezoend en probeerde ik te overleven op de.., ja, HAVO.

Zij hingen ondertussen als dakloze tiener rond in Seattle, alles in het werk stellend om de genadeloze ‘survival of the fittest’ in een Amerikaanse binnenstad daadwerkelijk te overleven. Met een grote mond en bravoure, maar veelal zonder enig vangnet. De film, die werd genomineerd voor een Oscar, was gebaseerd op het foto-essay Streets Of The Lost van Mary Ellen Mark. Dat werd in juli 1983 gepubliceerd in Life Magazine, met een tekst erbij van journalist Cheryl McCall. Marks echtgenoot, filmmaker Martin Bell, was ervan overtuigd dat er ook een documentaire in die kids aan de zelfkant zat en wist de andere twee daarvan ook te overtuigen.

Die ruwe en directe film maakt, ruim veertig jaar later, nog altijd indruk. De tieners hosselen, ruziën, jatten, knokken en verkopen hun lichaam. Ze eten uit vuilcontainers, laten zich tatoeëren en moeten worden behandeld voor een geslachtsziekte. Ze overnachten in een vervallen hotel, maken ruzie met hun ouders of zoeken hen op in de gevangenis. Ze zijn boos over het verleden, dealen met een weerbarstig heden en dromen over de toekomst. Ze sluiten vriendschap, steunen elkaar en vinden zo een soort thuis op straat. En ze raken op hun veertiende zwanger, worden gearresteerd door de politie en maken een einde aan hun leven.

Het doet nadenken over het menselijke bestaan – en hoe oneerlijk de kaarten soms zijn geschud. Als Tom Waits tijdens de aftiteling van Streetwise begint aan zijn tranentrekkende lied Take Care Of All My Children trekt mijn hele leven aan me voorbij – en dat van hen, de Amerikaanse tieners, kinderen nog, die het net zo goed verdienen om oud te worden, kinderen te krijgen en vrede te hebben met het leven dat hen ten deel is gevallen. Een snelle blik op de Wikipedia-pagina van de docu leert echter – en dat is natuurlijk niet heel verrassend – dat ’t voor veel personages in deze indringende filmklassieker toch echt anders is gelopen.

Bell, Mark en McCall waren halverwege de jaren tachtig overigens nog lang niet klaar met enkele hoofdpersonen van Streetwise. Over het veertienjarige meisje Erin ‘Tiny’ Blackwell, dat inwoont bij haar aan alcohol verslaafde moeder en op straat werkt als prostituee, maakten ze achtereenvolgens Tiny At 20 (1990), Erin (2010) en Tiny: The Life Of Erin Blackwell (2019). In 2021 verscheen bovendien Streetwise Rivisited: Rat, een korte docu over Tiny’s jeugdige maatje Rat.

Lost Boys

Joonas Neuvonen

Ze kwamen alleen om te feesten. Joonas Neuvonen zegt ‘t onderkoeld, bij de start van Lost Boys (98 min.), zijn koortsdroom van een film uit 2020. Via een gedragen voice-over, die in werkelijkheid lijkt te zijn ingesproken door de acteur Pekka Strang en die niet zou misstaan in Francis Ford Coppola’s duistere meesterwerk Apocalypse Now, doet de filmmaker zijn verhaal. Vanuit een unheimisch gefilmde gevangeniscel, waar de muren op hem afkomen.

Samen met de Finse jongeling Jani Raappana en diens kompaan Antti ging Neuvonen begin 2010 helemaal los in Thailand en Cambodja – en daarna naar de kloten. Sex, drugs en rock & roll in de rosse buurt. De filmer, die al hun uitspattingen had vastgelegd, reisde vervolgens met het aangeschafte retourticket weer naar huis. De andere twee lieten dat echter verlopen en bleven in Cambodja. Na twee maanden verbraken ze elk contact. Toen was er nieuws vanuit Zuidoost-Azië: Jani bleek dood te zijn aangetroffen in Phnom Penh, gewurgd met een elektriciteitskabel. Was het moord of toch zelfdoding?

Joonas Neuvonen gaat op onderzoek uit. Hij heeft Jani leren kennen tijdens de opnames voor Reindeerspotting – Escape From Santaland, de documentaire die Neuvonen maakte over drugsgebruikers uit Rovaniemi, de hoofdstad van Lapland. Jari fungeerde daarin als het belangrijkste personage. Hij was ernstig verslaafd en financierde dit met diefstal en inbraken. Die film werd een succes. En dat moest natuurlijk gevierd worden door de filmmaker en zijn hoofdpersoon. Zie daar: de bacchanalen in Thailand en Cambodja, vervat in zeer expliciete scènes van het spuiten van dope en (betaalde) seks.

Neuvonens queeste leidt hem nu opnieuw door de schimmigste Aziatische buurten, waar hij mijmert over de beladen geschiedenis van de bijbehorende plekken en ondertussen allerlei junks, klaplopers en ‘taxi girls’ aan de tand voelt. Zij moeten hem duidelijkheid verschaffen over wat er met Jari is gebeurd, maar het blijft steeds gissen of wat ze zeggen ook klopt – of simpelweg is ingegeven door de belofte van geld of drugs. Hij wil bovendien Antti opsporen, die na een epileptische aanval in een ziekenhuis te Bangkok is beland en daarna spoorloos lijkt te zijn verdwenen. Hij zal toch niets met de dood van zijn reisgenoot te maken hebben?

De Finse filmer heeft zijn zoektocht gelardeerd met scènes uit de tijd dat ze nog als ontspoord drietal in datzelfde voorportaal van de hel verkeerden en de Duivel opzichtig tartten. Terwijl hij nogmaals Jari’s doodlopende weg naar (zelf)destructie afstruint – waarop zijn overleden vriend er overigens, in minder dan twee maanden, 10.000 dollar doorheen heeft gejaagd – wandelt Neuvonen in deze donkere, associatieve en uiteindelijk ook intens treurige film tevens recht in de armen van de politie.

Zoo Station: The Story Of Christiane F.

Andana Films

Ze was dertien en verkocht haar lichaam voor heroïne. Zelden zal een boek – en later ook de gelijknamige film Christiane F.: Wir Kinder Vom Bahnhof Zoo – zo zijn ingeslagen als het schokkende verhaal van de Berlijnse tiener Christiane Felscherinow. In de tweede helft van de jaren zeventig was zij terechtgekomen op de ‘Kinderstrich’, een tippelzone vlakbij het station Zoologischer Garten. Daar probeerde zij, en de talloze verslaafde jongens en meisjes zoals zij, te overleven. Sommigen hadden wel 100 Mark per dag nodig om te kunnen blijven ‘drücken’. Christiane werd hun gezicht, de verpersoonlijking van een soort heroïne-epidemie die toentertijd huishield in Europa.

In Zoo Station: The Story Of Christiane F. (52 min.) probeert Claire Laborey die desolate plek en tijd op te roepen. Daarvoor kan ze teruggrijpen op archiefinterviews met Felscherinow en beelden van de destijds nog verscheurde Duitse stad. Zelf heeft ze vooral gesproken met secundaire bronnen: een journalist van de krant Der Stern, verslavingsdeskundige, straatwerker, schrijver, acteur, jeugdwerker en historicus. Zij schetsen hoe ontheemde jongeren probeerden te ontsnappen aan de betonnen jungle in de achterstandswijk Gropiusstadt en de beknellende atmosfeer in het naoorlogse Duitsland, die ook al tot terroristische acties van de Rote Armee Fraktion had geleid.

Deze tv-docu gaat dan ook meer over het fenomeen Christiane F. en de generatie die zij representeert dan over de persoon daarachter, de getroebleerde Christiane Felscherinow. Al wordt er natuurlijk wel regelmatig geciteerd uit haar schokkende boek. ‘Ik neem mijn dosis van het poeder’, schreef ze bijvoorbeeld. ‘Het is bitter en irriteert. Eerst is dat alles wat ik nodig heb. Ik probeer de drang om te kotsen te bedwingen en spuug dan toch wat uit. En dan komt ‘t, heel snel. Mijn armen en benen worden zwaar, zwaar, zwaar en tegelijkertijd ongelooflijk licht. Ik ben verschrikkelijk moe en het is geweldig. Al mijn problemen zijn in één keer weg. Ik heb me nog nooit zo goed gevoeld.’

Van haar relaas ging destijds een afschrikwekkende werking uit – een keiharde aanpak van ‘junks’ was bijvoorbeeld het rechtstreekse gevolg – maar het sprak tegelijkertijd ook tot de verbeelding van jongeren die tijdens en direct na de eerste punkgolf opgroeiden. En de esthetiek van de Christiane F’s van het Bahnhof Zoo kreeg later zelfs nog een reprise via de ‘heroin chic’-trend en dient nog altijd, laat deze informatieve docu zien, als inspiratiebron voor een modemerk zoals Heroin Kids. Het is de vraag of Christiane Felscherinow, die moeite bleef houden om zich definitief los te weken van het drugsmilieu, daarvoor net zoveel royalty’s heeft ontvangen als voor haar bestseller.

De vraag stellen is hem vermoedelijk ook beantwoorden.

Trailer Zoo Station: The Story of Christiane F.

Kokomo City

Periscoop Film

Na de doldwaze openingsscène, waarin Liyah Mitchell een anekdote over haar bizarre ervaring met een gewapende klant opdist, is duidelijk: dit wordt geen zwaarmoedige film over het desolate bestaan van zwarte trans-sekswerkers, maar een onbeschaamd, grappig en expliciet groepsportret van vier transvrouwen die van hun hart bepaald geen moordkuil maken en zich ook niet schamen voor hun lichaam of beroep.

Daarbij helpt het ongetwijfeld dat D. Smith, de maker van Kokomo City (73 min.), zelf zwart en trans is. Die heeft aan een half woord genoeg en is waarschijnlijk ook niet zo snel geshockeerd. En dus komt in deze joyeuze zwart-wit film, die is opgeleukt met straffe gele typografie, een moddervette soundtrack, coole illustratieve beelden en clipachtige sequenties, werkelijk alles aan de orde en krijgt de nietsvermoedende kijker bovendien ook nog eens bijna alles – of de suggestie daarvan – te zien.

Koko da Doll vertelt bijvoorbeeld dat zij pas sinds haar ‘boobjob’ echt in trek is bij klanten. ‘Ze willen gewoon een lekker wijf, met een grote lul.’ Haar collega Daniella Carter weet daarnaast: ‘Dit is overlevingswerk, echt gevaarlijke shit.’ En als ’t er op aankomt, moet je jezelf kunnen beschermen. Geweld komt volgens Dominique Silver echter nooit vóór het orgasme, maar altijd erna. Dan voelen sommige klanten zich toch ineens bedreigd en willen ze hun mannelijkheid bevestigen.

Daarom moet je als sekswerker ook altijd eerlijk zijn over wie je bent, vindt Silver. En zeker niet klanten ongevraagd ‘outen’ of chanteren met hun voorkeuren. Gay zijn ligt in de Afro-Amerikaanse gemeenschap al gevoelig genoeg. Laat staan het bezoeken van transprostituees. Klanten kunnen ’t zich helemaal niet permitteren om met een transvrouw gezien te worden en proberen hun fetish dus verborgen te houden – al heeft Smith ook enkele van zulke mannen toch voor de camera gekregen.

Zo bereikt Kokomo City, ondanks de ‘tough talk’ van de hoofdpersonen en de visuele flair waarmee hun verhalen worden omkleed, uiteindelijk toch ook de mensen achter de straatwijze sekswerkers. Hoe behoud je in deze omgeving bijvoorbeeld je gevoel voor eigenwaarde? En wie lukt ‘t werkelijk om dit werk levend te verlaten? Lukt dat überhaupt? Het zijn ontnuchterende vragen, die alle bravoure, de humor en het functionele naakt in deze film een stevig fundament geven.

How To Create A Sex Scandal

HBO Max

Ze werden verkracht in ruil voor avondeten, vertellen Shelby, Hunter en Carly Mayo. In de parenclub van het Texaanse stadje Mineola, waar nette mensen wel uit de buurt bleven, moesten de kinderen voor geld optreden. Ze waren daarvoor klaargestoomd in een speciale ‘seks-crèche’ in de trailer van Booger Red, een vriend van hun moeder Shauntel. Om alles wat te vergemakkelijken kregen de kids ‘silly pills’ toegediend.

Geen wonder dat de lokale gemeenschap – conservatieve en zeer gelovige mensen – helemaal op zijn kop staat in 2004. Shauntel Mayo, de moeder van de drie kinderen, en hun stiefvader, oma, aangetrouwde opa en de illustere Booger Red, alias Patrick Kelly, moeten hangen – of gewoon het gevang in en dan de sleutel weggooien. De zaak is aanhangig gemaakt door Margie Cantrell, de vrouw die Shelby, Hunter en Carly had opgenomen als pleegkinderen. En zij heeft een bondgenoot gevonden in de Texas Ranger Phillip Kemp, die de getroebleerde kinderen, samen met haar, is gaan verhoren.

Ofwel: How To Create A Sex Scandal (121 min.), een driedelige docuserie waarin Julian P. Hobbs en Berndt Mader de afslag richting Trailerpark USA nemen. De beschuldigingen zijn nog niet geuit of de verdachten zitten achter slot en grendel in Smith County, dat niet voor niets te boek staat als Law & Order-land. Maar zoals dat gaat in dit soort true crime-series is toch niet alles wat het lijkt. Want zijn pleegmoeder Margie Cantrell en haar zwijgzame echtgenoot John zelf wel brandschoon? Hebben zij hun handen bijvoorbeeld thuis kunnen houden bij al die pleegkinderen?

Behoedzaam trekken Hobbs en Mader met de introductie van steeds weer nieuwe bronnen en informatie de verschillende poten onder het oorspronkelijke verhaal over een pedofielenkring in de Texaanse ‘swingers club’ vandaan. Totdat dit helemaal in elkaar dondert en de menselijke tol ervan kan worden opgemaakt. Deze straffe driedelige serie is dan op hetzelfde terrein beland als L’Affaire D’Outreau, een bijzonder ingenieuze productie over een soortgelijke zaak in Frankrijk. En zoals dat gaat met treurige geschiedenissen: naderhand zijn er vooral veel verliezers, die bovendien onnodig leed is toegebracht.

In dit geval lijkt er zowaar echter ook een winnaar.

Clean

Periscoop Film

Zonder haar stonden familie, vrienden en buren in Melbourne er waarschijnlijk nog steeds alleen voor, betoogt Sandra Pankhurst. Met enorme overlast en mogelijk zelfs allerlei trauma’s tot gevolg. Nu wordt bij een onverwacht overlijden, een onverbeterlijke hoarder of een bloedige (zelf)moord de hulp ingeroepen van Specialized Trauma Cleaning (STC). Pankhursts bedrijf maakt de boel weer Clean (92 min.). Grondig en professioneel, maar ook altijd met oog voor de mens.

Want dat is de filosofie van STC’s oprichtster, die sinds het verschijnen van haar autobiografie The Trauma Cleaner in 2017 is uitgegroeid tot een bekende persoonlijkheid en veelgevraagde spreker in Australië. Uit eigen ervaring weet zij hoe het is om in de hoek te zitten waar, letterlijk, de klappen vallen. Als geadopteerd meisje bleek zij in haar nieuwe gezin uiteindelijk toch niet gewenst. Toen er onverwacht nog een nieuw ‘eigen’ kind kwam was de kleine, sowieso al ontwortelde Sandra zelfs helemaal niet meer welkom in huis.

Na die ontluisterende ervaring volgde een turbulent leven, dat pas tot bedaren kwam toen ze begin jaren negentig haar lotsbestemming vond in een eigen traumareiningsbedrijf. Dat wordt tegenwoordig niet alleen bij calamiteiten ingeschakeld, maar assisteert ook mensen die vanwege een verslaving, psychische problemen of een beperking niet voor zichzelf kunnen zorgen. Filmmaker Lachlan McLeod sluit voor deze docu bij enkele medewerkers aan en legt via hen het achterstallig onderhoud vast dat een mensenleven soms oplevert of de totale ravage waarin dit ook kan uitmonden.

‘Volgens mij zijn we allemaal één of twee slechte beslissingen verwijderd van deze manier van leven’, zegt STC-medewerker Rod Wyatt, terwijl hij samen met enkele collega’s een ongelooflijk hoardershuis uitruimt. ‘Of je nu aan de rand van de financiële afgrond staat, psychische problemen hebt of kampt met een trauma.’ Ergens in de gigantische rommel hopen de puinruimers ondertussen nog een verlovingsring aan te treffen. Ze doen hun werk met compassie, stelt Wyatt. Want uit eigen ervaring weten ze maar al te goed hoe gemakkelijk het leven uit de bocht kan vliegen.

Clean houdt intussen, netjes natuurlijk, het midden tussen een innemend portret van een bijzonder kleurrijke persoonlijkheid, die vanwege de longaandoening COPD inmiddels meer verleden dan toekomst heeft, en een observerende film over de activiteiten van haar medewerkers, die letterlijk met de keerzijden van het menselijk bestaan worden geconfronteerd. Te midden van alle malheur en rotzooi is een levensles te vinden over menselijkheid en vooral niet te snel oordelen. Een hartveroverende ode ook aan in alle opzichten veeleisend werk: schoonmaken met mededogen.

The Stroll

HBO

Ze waren simpelweg veroordeeld tot sekswerk. Andere arbeid was aan het eind van de twintigste eeuw niet toegankelijk voor (zwarte) Amerikaanse transvrouwen. En toch bleek het leven op 14th Street in het New Yorkse Meatpacking District zeker niet alléén ellendig, stelt Kristen Lovell, die zelf destijds ook actief was in de tippelzone. Samen met co-regisseur Zackary Drucker probeert ze nu het leven op The Stroll (82 min.), die allang helemaal is schoongeveegd, opnieuw op te roepen.

Lovell gaat in gesprek met oud-collega’s, die soms wel 25 jaar deel uitmaakten van ‘de vleesmarkt’ in die verre uithoek van het toenmalige Amerika. Transvrouwen met illustere namen als Egyptt, Izzy “Cashmere” en Lady P. Ze vertellen openhartig en zonder schaamte over het ontdekken van hun eigen identiteit, de eerste keer als sekswerker, klanten, (seksueel) geweld en zelfverdediging, dakloosheid, drugsgebruik en -handel, intimidatie door de New Yorkse politie, arrestaties, (zelf)acceptatie en ouder worden (al heeft het leeuwendeel van de toenmalige ‘workin’ ladies’, stellen de overlevers, de veertig nooit gehaald).

Via deze kleurrijke personages vertellen Lovell en Drucker de tragische historie van een gemeenschap die in de afgelopen jaren weliswaar nadrukkelijk in de openbaarheid is getreden, maar die tot voor kort veroordeeld was tot de absolute rafelranden van de samenleving en zich zelfs in de LHBTIQ+-gemeenschap nauwelijks gezien of gehoord voelde. Die emancipatiestrijd, geïllustreerd met fraai archiefmateriaal en enkele animatiesequenties, mag vooral op het conto van onvermoeibare activisten zoals Sylvia Rivera en Marsha P. Johnson, die de belangenvereniging Street Transvestites Action Revolutionaries (STAR) oprichtten.

Zij verzetten zich bijvoorbeeld met hand en tand tegen de omstreden Walking While Trans-wet, waardoor met name transvrouwen van kleur wel héél gemakkelijk gearresteerd konden worden. Binnen de gemeenschap ontstond zo een zusterschap, die het mogelijk maakte om zelfs in de meest barre omstandigheden te overleven. Met de komst van het internet dienden zich bovendien andere mogelijkheden aan om een boterham te verdienen. Inmiddels hadden de New Yorkse autoriteiten ook hun zinnen gezet op het Meatpacking District. Daarvan kon – zonder die ‘travestiehoeren’ – wel eens een heel aantrekkelijke wijk gemaakt worden.

Met hun vertrek van 14th Street begon ook, vermoedelijk, het romantiseren van die verdorven plek en tijd. Tegenwoordig schamen transvrouwen zoals Kristen Lovell, die met deze film een elementair stuk Amerikaanse LHBTIQ+-geschiedenis heeft vereeuwigd, zich helemaal niet (meer) voor hun tippeljaren. Zoals ze het zelf zeggen: je kunt een meid van The Stroll halen, maar je kunt The Stroll niet uit een meid halen.

Ouwehoeren

VPRO

‘Zit er wel zaad in die ballen, of niet?’ vraagt Martine aan haar klant. ‘Jawel’, antwoordt die geruststellend. ‘Oeps, wacht even’, constateert de ervaren Amsterdamse prostituee daarna, met een massagestaaf in haar handen. ‘De batterij is op.’ Als dat probleem even later is verholpen, kan ze eindelijk aan de slag. ‘Hup Marjanneke, stroop in het kanneke’, zingt ze. ‘Laat de poppetjes dansen… voor meneer Jansen.’

Even daarvoor heeft Martine, die de 65 al even is gepasseerd, nog tevergeefs op haar raam staan kloppen. Het leverde haar vooral hoongelach op van passanten. ‘Wat een lol!’ reageert ze geïrriteerd. ‘Tegenwoordig hebben ze allemaal commentaar. Kijk ze lachen. Het zijn zelf allemaal oliebollen en ze hebben op jou commentaar.’ Martine moppert verder, met onmiskenbaar Amsterdamse tongval. ‘Want je mag niet meer oud zijn tegenwoordig. Vroeger zaten hier allemaal oudere vrouwen. Heel gewoon. Die moesten toch ook leven? Die hadden geen sociale voorzieningen, hoor. Helemaal niks.’

Terwijl Martine, ook gedwongen door de omstandigheden, blijft pezen op de Wallen, is haar tweelingzus Louise inmiddels met pensioen. Reuma. In haar flatje in IJmuiden wacht ze haar zus en hartsvriendin op, om samen wat te schilderen en lekker te ouwehoeren over het vak, waarin ze ooit min of meer tegelijkertijd, zo’n halve eeuw geleden, verzeild zijn geraakt. Dat was niet eens zozeer een keuze. Gewoon een kwestie van een foute kerel en meer kinderen dan geld. En binnen de kortste keren kent de hele omgeving je dan als hoer en is er eigenlijk geen weg meer terug.

Als de eeneiige tweeling over dat verleden spreekt, verhalen die worden geïllustreerd met talloze foto’s en filmpjes, dan sluipt er zowaar soms wat echt ongemak in deze veelal licht getoonzette film van Rob Schröder en Gabrielle Provaas. Want dit dubbelportret uit 2011 wil nadrukkelijk geen klaagzang worden. Ouwehoeren (Engelse titel: Meet The Fokkens, 80 min.) concentreert zich liever op de verbazing, charme en gulle lach die ook horen bij de rosse buurt – al kunnen de nadelen van achter het raam zitten en de vooroordelen daarover natuurlijk niet geheel onbesproken blijven.

Die luchtige insteek is zeker tegen de film in te brengen, maar tegelijkertijd waarschijnlijk ook een verklaring voor het succes ervan. De zussen Fokkens, die vaak nog altijd dezelfde kleding dragen, krijgen de kans om zich in Neerlands hart te nestelen als representanten van het geromantiseerde Mokum dat ook in docu’s, getuige bijvoorbeeld Foute Vrienden en de Hazes-film, geliefd blijkt. Via expliciete en toch bijna aandoenlijke seksscènes met geanonimiseerde mannen, grappige anekdotes en nostalgische (accordeon- en draaiorgel)muziek wordt dat nog maar eens benadrukt.

Ouwehoeren wordt zo een ongegeneerde ode aan het oudste beroep van de wereld en de traditionele ambachtslieden daarvan, die ’t niet van zijn diepgang moet hebben, maar schaamteloos appelleert aan het grote publiek.

Kelly

Prime Video

Samen met Valentijn de Hingh, Nikkie de Jager en Loiza Lamers behoort Kelly van der Veer, of ze dat nu wil of niet, tot de beeldbepalende figuren van de Nederlandse transgemeenschap. Door het reality-programma Big Brother werd ze in 2001 ineens een Bekende Nederlander. In de navolgende jaren trok Kelly (91 min.), rondgereden door haar vader Anton in zijn camper, zingend door het discothekencircuit. Ze hield er volgens eigen zeggen een enorme hekel aan het woord ‘transseksueel’ aan over. Want elke keer als zij arriveerde zette iemand dat ene nummer weer op: ‘Hij is een transseksueel / Hij werkt in een bordeel / Van ’s avonds negen tot vijf / Is het een omgebouwd wijf’.

Inmiddels is Kelly, die zou kunnen doorgaan voor een jongere zus van Patty Brard en Rachel Hazes, daadwerkelijk actief als sekswerker in Antwerpen. Ze zegt in deze film van June te Spenke, die eerder een schrijnende miniserie over Famke Louise maakte, dat ze geniet van haar werk. En als zij vanachter dat raam een klant met ‘enge ogen waar geen ziel inzit’ ontwaart, dan laat ze die gewoon niet binnen, zegt ze met kenmerkende bravoure. Moeder Liesbeth heeft ook geen moeite met het werk van haar dochter, zegt ze. ‘Nee hoor. Hoort bij haar, past bij haar.’ Ze hebben Kelly ook nooit hoeven te redden, heeft ze eerder al verteld. ‘Want ze redt zichzelf wel. Dat heeft ze altijd gedaan.’

Dat gaat dan wel met vallen en opstaan, blijkt uit de verhalen van Kelly zelf, haar ouders en zus Amber. Zij worden aangevuld door Nikkie de Jager (die als kind een rolmodel vond in Big Brothers Kelly), vriend Boris Itzkovich Escobar, Travestieshow-deelnemer Edson de Randamie en vriendin Norma Miedema. Bridget Maasland neemt bovendien de gelegenheid te baat om zich, geëmotioneerd, te verontschuldigen voor het feit dat ze Kelly ooit heeft geschoffeerd in een tv-uitzending. Samen portretteren deze sprekers een (trans)vrouw die in haar roerige leven zo ongeveer overal mee heeft geworsteld: met zichzelf, met de liefde, met drugs en met de wereld, die haar maar niet wil accepteren.

Te Spenke kleedt al die smeuïge en dramatische verhalen aan met fly on the wall-beelden van Kelly aan het werk, gestileerde sequenties van haar in allerlei verleidelijke poses en erg dikke muziek. Smaakvol is niet de eerste gedachte die daarbij opkomt. En ook niet de tweede. Het is wel een dramatisch levensverhaal, dat stiekem tóch onder de huid kruipt. Voormalig Big Brother-deelnemer Andries de Jong, die ooit met haar zoende en toen geen idee had dat ze was geboren als jongen, vat het eigenlijk wel treffend samen: ‘Ik dacht altijd: weet je, laat ze mij uitschelden voor Kelly-neuker. Als ik dat al heb… Kelly heeft dat keer tien, hè? Of keer honderd. En dat haar hele leven al gehad.’

Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence

Disney+

Als acht studenten van het prestigieuze Sarah Lawrence College in 2010 besluiten om samen in een huis te gaan wonen, kunnen ze niet vermoeden dat er zich nog een soort extra bewoner zal melden in Slonim Woods 9 te Bronxville, New York, en dat hij het leven van enkele huisgenoten helemaal gaat overnemen. Lawrence Ray, de vader van studente Talia, is een voormalige marinier, medewerker van de CIA en FBI-informant, komt net uit de gevangenis en werpt zich ongevraagd op als mentor van enkele huisbewoners tijdens een door hemzelf afgekondigde Q4P, ofwel ‘quest for potential’.

De tieners zijn stuk voor stuk artistiek aangelegd en hebben niets voor niets gekozen voor een tamelijk alternatieve school die zich afficheert met de slogan ‘You are different, so are we’. Ze zijn stuk voor stuk kwetsbaar en zoekende. Ideaal materiaal voor een bijzonder dominant heerschap met zijn eigen issues, getuige Stolen Youth: Inside The Cult At Sarah Lawrence (203 min.). Binnen korte tijd vormt Larry Ray hen om tot zijn eigen sekte. Die krijgt in de media voor het gemak maar meteen het predicaat ‘sekssekte’ toebedeeld, ook al lijkt de seks uiteindelijk vooral nevenschade te zijn van Ray’s paranoïde machtswellust.

Deze driedelige docuserie van Zach Heinzerling reconstrueert de dramatische verwikkelingen met enkele direct betrokkenen en kan hun herinneringen bovendien illustreren met unheimische beeld- en geluidsopnames. Want Larry Ray maakte er een sport van om alles vast te (laten) leggen, een bizarre gewoonte die ook Keith Raniere en zijn roemruchte NXIVM-sekte er op nahielden en die in de inmiddels twee seizoenen tellende serie The Vow al optimaal is uitgenut. Ray’s escapades doen tevens denken aan het perverse machtsspel van R&B-zanger R. Kelly, dat uitvoerig is gedocumenteerd in de #metoo-serie Surving R. Kelly.

Heinzerling bouwt zijn vertelling zorgvuldig op. In aflevering 1 wordt uiteengezet hoe de parasiet Lawrence Ray het leven van zijn subjecten binnendringt en helemaal leegvreet. De tweede aflevering laat zien tot welke excessen dit vervolgens leidt en hoe sommige slachtoffers een toonbeeld worden van het Stockholm Syndroom. En de slotaflevering brengt de emotionele tol van het leven in ‘Larryland’ in kaart. Als geheel schetst Stolen Youth een onrustbarend beeld van hoe een malicieuze controlfreak anderen eerst volledig in zijn macht kan krijgen, om hen daarna rücksichtslos naar de rand van de afgrond te dirigeren.

A Plena Luz: El Caso Narvarte

A plena luz: El caso Narvarte. Cr. Courtesy of Netflix © 2022

Op 31 juli 2015 worden in een appartement te Mexico-Stad maar liefst vijf levenloze lichamen aangetroffen. Het blijkt te gaan om een kritische journaliste, een activistische fotograaf, een Colombiaans fotomodel, een tienermeisje dat wel eens in de prostitutie kan zijn beland en hun enigszins mismoedige huishoudster. Ze zijn van dichtbij doodgeschoten en lijken van tevoren ook te zijn gemarteld.

Al snel worden er drie verdachten gearresteerd. Maar welk motief hebben deze mannen? Of is hun aanhouding juist bedoeld om de ware achtergronden van de meervoudige moord te versluieren? Om wie was het de daders te doen en welke slachtoffers waren dus vooral nevenschade of zelfs onderdeel van een rookgordijn? En ging het dan om een uit de hand gelopen overval, femicide, een criminele afrekening of toch politieke moord?

Voordat regisseur Alberto Arnaut Estrada deze vragen minutieus doorloopt met de advocaten van de slachtoffers en een door hen ingeschakelde criminoloog, forensisch psycholoog en sociaal antropoloog, begint A Plena Luz: El Caso Narvarte (109 min.) bij de nabestaanden van Nadia, Rubén, Mile, Yesenia en Alejandra, die samen op klaarlichte dag de dood hebben gevonden in appartement 401 van Luz Saviñón in de wijk Navarte.

Met een ingenieuze replica van de plaats delict, knap geanonimiseerde acteurs in de rol van de slachtoffers en mogelijke daders en een analyse van belgegevens ontleedt Estrada vervolgens secuur wat er zich in en om dat appartement moet hebben voltrokken. Daarnaast richt hij zich ook op het grotere verhaal: wie hadden er belang bij de moorden? Moeten zij in de drugswereld, de wereldwijde sekshandel of lokale politiek worden gezocht?

Via De Zaak Navarte wordt ook Mexico zelf geportretteerd. Een land dat al decennia wordt geteisterd door stuitende corruptie, nietsontziende drugskartels en gruwelijk geweld, in het bijzonder tegen vrouwen. In dat verband treft zeker een uitspraak van de moeder van Yesenia Quiroz doel. Ze ‘bedankt’ de eveneens vermoorde fotograaf Rubén Espinosa. ‘Dat hij er die dag was. Want anders was dit weer een zaak over dode vrouwen geweest.’

All The Beauty And The Bloodshed

Cinéart

Het is alsof Nan Goldins complete leven een aanloop is geweest naar haar huidige rol als Nemesis van de Amerikaanse familie Sackler. Die verdiende via het bedrijf Purdue Pharma miljarden dollars met de pijnstiller OxyContin, een medicijn dat zo verslavend bleek te zijn dat er in de Verenigde Staten een heuse Opioid Crisis ontstond. Die zou inmiddels in totaal zo’n half miljoen Amerikanen het leven hebben gekost. Intussen kochten de Sacklers zich met hun ‘bloedgeld’ in bij allerlei goede doelen en musea.

Nan Goldin, die na een turbulente jeugd als fotografe doorbrak met de intieme serie The Ballad Of Sexual Dependency, raakte in 2014 na een operatie zelf verslaafd aan de pijnmedicatie en wist drie jaar later na een overdosis slechts met heel veel moeite weer af te kicken. Sindsdien is ze één van de drijvende krachten van de actiegroep P.A.I.N. (Prediction Addiction Intervention Now). Met guerrilla-acties attaqueert deze groep specifiek de filantropie van de Sacklers, die zich nog altijd comfortabel in de hoogste kringen bewegen.

All The Beauty And The Bloodshed (117 min.), de documentaire die de fotografe maakte met regisseur Laura Poitras (My Country, My CountryThe Oath en Oscar-winnaar Citizenfour), valt in dat opzicht meteen met de deur in huis: The Sackler Wing van The Metropolitan Museum in New York wordt op 10 maart 2018 overgenomen door demonstranten onder leiding van Goldin die en masse pillenpotjes droppen en een ‘die-in’ organiseren, waarbij ze voor dood op de grond gaan liggen en onderwijl de leus ‘Sacklers lie, people die’ scanderen.

Zulke acties, waarmee de omstreden familie steeds verder in het nauw wordt gedreven, lopen als een rode draad door deze meeslepende documentaire, die er in september op het Filmfestival van Venetië zowaar met de Gouden Leeuw voor beste film vandoor ging. Patrick Radden Keefe, de auteur van de bestseller Empire Of Pain, geeft daarbij context over OxyContin en de agressieve marketing waarmee het middel door Purdue Pharma aan de man is gebracht, ook toen allang duidelijk was hoe verslavend ‘t was.

Dat klassieke Big Pharma-verhaal is door documentairemaker Alex Gibney al eens tot in detail opgetekend in The Crime Of The Century. Poitras verrijkt dit met enerverende protestacties en blikt parallel daaraan met Goldin terug op haar bijzonder turbulente leven, dat al heel vroeg ernstig werd ontregeld door de psychische problemen van haar zus Barbara en de inadequate reactie van haar ouders daarop. Zij zou al snel helemaal op drift raken. In fotografie – volgens Goldin een sublimatie van seks en meestal ook beter dan seks – vond ze uiteindelijk een uitweg.

De opwinding, hardheid en tristesse van dat leven, waarbij de AIDS-epidemie van de jaren tachtig en de bijbehorende Act Up-acties vormend blijken te zijn geweest, worden door Poitras verbonden aan Goldins activisme, dat haar leven extra scherpte en richting lijkt te hebben gegeven. Zo stuurt deze topdocu aan op een bijzonder geladen apotheose, waarin Nan Goldins P.A.I.N. daadwerkelijk vruchten begint af te werpen en zij zelf oog in oog komt te staan met enkele prominente leden van de gehate Sackler-familie.

Payboys

Videoland

Op bepaalde, vaak wat oudere homoseksuele mannen oefenen ze een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit: de zogenaamde Payboys (44 min.), héél jonge, soms nog minderjarige jongens die online zijn in te huren voor een sexdate. Hoe jonger de jongen, hoe meer klanten blijkbaar bereid zijn om ervoor te betalen.

Vier van zulke voormalige sekswerkers, waarvan twee nagespeeld door acteurs, doen in deze unheimische documentaire van Willem Timmers hun verhaal. Over hoe en waarom ze zijn gestart in de jongensprostitutie (meestal een variant op de behoefte aan snel geld), de tamelijk naïeve ideeën waarmee ze ooit begonnen (payboy Tristan: niet ouder dan mijn opa en oma) en hoe ’t er in de praktijk aan toeging (Maxi-cosi’s en tissues in de auto bijvoorbeeld).

Het blijkt werk waardoor ze over zo’n beetje elke persoonlijke grens zijn gegaan. Maar ben je ook slachtoffer als je er zelf in het begin voor hebt gekozen? vraagt oud-sekswerker Giovanni zich af. Toch maakt ook zijn verhaal duidelijk dat eigenlijk niemand zonder reden deze schmutzige wereld instapt. En eenmaal binnen, dan is de weg terug, bijvoorbeeld door drugsgebruik en schaamte, vaak verdomd moeilijk te vinden. Want hiervan komen ze nooit meer helemaal los.

Timmers omlijst de ontboezemingen van de vier jonge mannen met suggestieve, soms bijna barokke gedramatiseerde scènes, waardoor zelfs een buitenstaander zich een gedegenereerde voyeur begint te voelen. Die sequenties sluiten tegelijkertijd wel uitstekend aan bij de ervaringsverhalen van zijn hoofdpersonen, van wie er enkele betrokken zijn geraakt bij het escortbedrijf van Hans A. en Nico L., die inmiddels zijn veroordeeld vanwege mensenhandel.

Vol overtuiging schetst Payboys het bestaan van jeugdige jongensprostituees dat zich letterlijk in het duister afspeelt. Daar zijn het in werkelijkheid niet de klanten maar de jongens die, met hun lijf en geest, betalen voor de twijfelachtige keuzes die zij ooit op jonge leeftijd, vaak gedwongen door de omstandigheden, hebben gemaakt.

Een trailer van Payboys is hier te bekijken.

Killer Sally

Netflix

Op 14 februari 1995, Valentijnsdag, loopt de zaak definitief uit de hand. Sally McNeil schiet met twee kogels haar echtgenoot Ray dood. Hij zou haar jarenlang hebben mishandeld. De twee waren een opvallend stel geweest. Een interraciaal echtpaar. Hij zwart, zij wit. En allebei genoten ze een zekere bekendheid als bodybuilder.

In de driedelige docuserie Killer Sally (149 min.) gebruikt Nanette Burstein Sally’s (wanhoops?)daad in eerste instantie vooral als aanknopingspunt om het Amerikaanse bodybuilden te exploreren. De sport maakt in de jaren zeventig een opmars door, mede als gevolg van de klassieke documentaire Pumping Iron. Die film zorgt er tevens voor dat zevenvoudig Mr. Olympia-winnaar Arnold Schwarzenegger een echte ster wordt. Hij zal er een succesvolle loopbaan, eerst als actieheld en later als politicus, aan overhouden.

De voormalige marinier en Schwarzenegger-fan Ray McNeil ambieert eveneens een carrière als professioneel bodybuilder en is bereid om daarvoor ver te gaan. Zijn echtgenote Sally, tevens oud-marinier, beweegt zich in diezelfde wereld, wordt daarnaast actief in het aanverwante vrouwenworstelen en leent zich zelfs voor wat in deze miniserie ‘spierprostitutie’ wordt genoemd: tegen betaling afspreken met een zogenaamde ‘schmo’, een man die kickt op een sterke vrouw en daarmee wil worstelen.

Als die subcultuur eenmaal goed is neergezet – en Burstein neemt daarvoor ruim de tijd – zoomt de filmmaakster verder in op Ray en Sally: op zijn steroïdengebruik en slippertjes, op haar licht ontvlambare karakter en jaloezie en op het levensdelict dat daaruit is voortgevloeid. Ruim vijfentwintig jaar later kijkt Sally zelf terug op de gebeurtenissen. Ze wordt in de rug gedekt door haar advocaat, vrienden en kinderen uit een eerdere relatie en krijgt weerwoord van intimi van Ray en de voormalige openbaar aanklager.

In de slotaflevering volgt tenslotte de rechtszaak tegen Sally McNeil: heeft zij Ray neergeschoten in een paniekreactie, omdat ze leed aan het zogenaamde ‘battered woman syndrome’ dat in die tijd door de geruchtmakende partnergeweld-zaken rond O.J. Simpson en Lorena Bobbitt prominent in het nieuws was? Of was het toch een koelbloedige moord? Verder redenerend: kunnen vrouwen überhaupt de agressor zijn binnen een relatie? En, vragen anderen zich dan weer af, is de gespierde Sally eigenlijk nog wel te beschouwen als een vrouw?

Als vervolgens, na bijna tweeënhalf uur, ook de gevolgen van Ray en Sally’s toxische relatie voor haar kinderen John en Shantina, die later allebei in het leger zijn beland, nog aan de orde komen, wordt deze serie even meer dan de zoveelste Amerikaanse true crime-productie. Voor een driedelige serie heeft Killer Sally alleen toch wat weinig vlees op de botten. Dit verhaal en de prikkelende wereld waarbinnen dat is gesitueerd waren ongetwijfeld ook prima tot hun recht gekomen in één enkele documentaire.

Jacinta

Jacinta (l) en Rosemary (r) / Hulu

Rosemary vindt het verschrikkelijk dat de gevangenisstraf van haar 26-jarige dochter Jacinta (105 min.) erop zit. Zelf heeft ze nog een jaar of drie te gaan. De twee vrouwen werden allebei op zeer jonge leeftijd moeder en kampen met een hardnekkige drugsverslaving. Is Jacinta Hunt nu wel in staat om van de heroïne af te blijven en bovendien een bestendige relatie op te bouwen met haar eigen tienjarige dochter Caylynn?

De vooruitzichten zijn ronduit slecht: de jonge vrouw is al eerder de fout ingegaan en heeft thuis in de Amerikaanse staat Maine een wel heel wankele basis om op terug te vallen. Want Jacinta is een telg van de lokaal beruchte familie Geisinger. Onvervalste ‘deplorables’, altijd in de weer met dope en/of criminaliteit. Haar halve familie – van haar broer tot de vader van haar kind – zit inmiddels in de bajes of is hard op weg om daarnaar terug te keren.

Filmmaker Jessica Earnshaw sluit drie jaar lang met haar camera aan bij Jacinta en haar verwanten en legt van zéér dichtbij hun strubbelingen met drugs, elkaar en het leven in het algemeen vast. Balancerend tussen hoop en wanhoop, tussen clean, helemaal van de wereld en ‘cold turkey’, lijken ze stuk voor stuk inwisselbare onderdelen van een volstrekt disfunctioneel familiesysteem, dat zichzelf al generaties lang in stand houdt.

Terwijl ze in de periode na haar vrijlating steeds twee stappen vooruit en één achteruit zet (of andersom), probeert Jacinta op de één of andere manier een relatie te onderhouden met Caylynn. ‘Heb ik nu de keuze gemaakt om high te worden, in plaats van mijn kind te zien?’ zegt ze op een ontmoedigend moment, ergens halverwege haar trip naar de uitgang/draaideur. ‘Ja. Maar dat gaat volledig tegen mijn eigen gevoel in.’

Haar dochter fungeert sowieso afwisselend als licht aan het einde van de tunnel en – als dit uit het zicht raakt – als onuitputtelijke bron voor wéér een periode duisternis. Jacinta’s pogingen om voor haar dochter een betere versie van zichzelf te vinden vormen daardoor een bij vlagen ronduit deprimerend verhaal, waarbij het nog maar de vraag is of ze zich uiteindelijk weet te ontworstelen aan het verwachtingspatroon dat anderen – en zijzelf – van haar hebben.

I’m Wanita

Even voorstellen: ‘I’m Wanita (87 min.). Ik ben de Australische koningin van de honky tonk. Ik ben een bingedrinker. Ik rook sigaretten. Ik heb één kind, ben twee keer getrouwd geweest en ik was achttien jaar prostituee. En ik hou van God.’

Was getekend, de 47-jarige country & western-zangeres Wanita Bahtiyar, de hoofdpersoon van deze kostelijke documentaire van Matthew Walker. Wanita, die al haar hele leven vastzit in het onbeduidende Australische stadje Tamworth, heeft één grote droom: ze wil haar grote heldin Loretta Lynn naar de kroon steken en doorbreken in de countryhoofdstad van de wereld, Nashville – al zou een héél klein beetje meer erkenning in eigen land ook al helpen.

Haar veel oudere Turkse echtgenoot Baba, met wie ze gedurig kibbelt, heeft er eerlijk gezegd weinig fiducie in. Die reis kost bovendien een smak geld! En wie gaat er voor eten op tafel zorgen als zij haar droom najaagt in Amerika? Terwijl Wanita midden in opnames in de legendarische Sun Studio te Memphis zit, gaat het geruzie met Baba over de reparatie van hun auto in elk geval gewoon door. Waarna zij direct haar toevlucht neemt tot een andere liefde, Bacardi.

Haar trip door het land van de onbegrensde dromen is net onderweg. En het is Wanita’s nieuwe manager Gleny Rae Virus al zwaar te moede. Als haar protegé heeft gedronken, is er echt geen land mee te bezeilen. In New Orleans speelt Wanita bijvoorbeeld voor de verschoppelingen op straat, met wie ze zich duidelijk verbonden voelt. Al snel zet ze het zelf echter ook op een zuipen. ‘De dronken Maria Theresa’, constateert haar begeleidingsmuzikant Archer grinnikend.

Wanita is misschien het prototype ‘ongeleid projectiel’ – en niet zonder reden, zo wordt gaandeweg duidelijk – maar ze lijkt ook gewoon stiknerveus voor haar opnames met Nashville-producer Billy Yates, de apotheose van dit hartverwarmende portret van ‘Australia’s Queen of Honky Tonk’. Kan de vrouw die tot dusver een ideale stoorzender binnen haar eigen carrière is gebleken dan boven zichzelf uitstijgen? Of zakt ze definitief door haar hoeven?

Life Of Crime 1984-2020

HBO

Voor de documentaireserie Foute Vrienden volgt Roy Dames al ruim 25 jaar enkele figuren uit de Amsterdamse penoze. Hoewel ze heel wat uitvreten – diefstal, oplichting en (huiselijk) geweld bijvoorbeeld – houdt het leven van deze mediagenieke bloedgabbers heel lang een soort romantiek. Totdat in de laatste toevoeging, 25 Jaar Foute Vrienden, ook bij hen blijkt dat misdaad toch echt niet loont.

De Amerikaanse tegenhanger van Foute Vrienden, Life Of Crime 1984-2020 (121 min.) is nog een stuk grimmiger van karakter. De Verbrande Herman, Rooie Jos en Jantje van Amsterdam van Newark, New Jersey heten Rob Steffey, Freddie Rodriguez en Deliris Vasquez. Voor de camera van Jon Alpert, die met One Year In A Life Of Crime (1989) en Life Of Crime 2 (1998) al twee documentaires over hen maakte, lijken ze elk moment te kunnen verzuipen in de eindeloze draaikolk van misdaad, drugsgebruik en gevangenisstraf waarin ze ooit terecht zijn gekomen.

Het is een ronduit ontmoedigende geschiedenis. Gedurende een periode van 36 jaar maken de drie de ene na de andere herstart, maar slagen ze er maar niet in om hun leven op de rails te krijgen. Alpert blijft al die tijd aan hun zijde. Gaandeweg spoort hij hen ook steeds nadrukkelijker aan om hun leven te beteren – al is het alleen voor de kinderen die ze op de wereld hebben gezet. Tegelijkertijd legt hij het ook rücksichtslos vast als ze toch weer een spuit zetten, zich prostitueren of de verleiding van het snelle geld niet kunnen weerstaan. Elk sprankje hoop kan op die manier plotseling teniet worden gedaan.

Life Of Crime 1984-2020 wordt daardoor een deprimerende bedoening, over mensen die klem zijn komen te zitten in de draaideur en die, al hun goede bedoelingen ten spijt, geen kant meer op kunnen.