
Bijna vijftien jaar na zijn dood kunnen we de balans opmaken van wat André Hazes heeft nagelaten. Zijn kinderen Dré en Roxanne (in deze documentaire te zien als de kinderversie van zichzelf) zijn op eigen kracht beroemdheden geworden, laatste vrouw Rachel werd een vaste gast in ‘de bladen’ en hij geldt nog altijd, onbetwist, als Neerlands grootste levensliedzanger.
De documentaire André Hazes: Zij Gelooft In Mij (91 min.) van John Appel heeft daarin een niet te onderschatten rol gespeeld. Tot die tijd hadden we Hazes nog kunnen verslijten voor een René Froger of een Lee Towers, inwisselbare Nederlandse varianten op internationale sterren als Frank Sinatra en Engelbert Humperdinck. Misschien is het zo simpel als André het zelf altijd formuleerde: hij had écht de blues (al klinkt die in zijn geval dan als een smartlap).
Die muziek kegelt alles en iedereen omver in deze film uit 1999, de eerste Nederlandse documentaire in lange tijd die het echt goed deed in de bioscoop. Omdat het soms lijkt alsof Hazes echt alleen voor jou zingt, terwijl je weet dat hij het in werkelijkheid tegen Rachel, of zijn overleden moeder, heeft. ‘Dan zeggen ze: alles wat ie zingt komt recht uit zijn hart’, zei Theo Maassen daarover gekscherend in zijn voorstelling Bepaalde Dingen. ‘Dan zeg ik: er snel uithalen, dat ding!’
Zij Gelooft In Mij legt overtuigend het verband tussen de muziek en het leven van Hazes, een man die misschien groots en meeslepend wilde leven, maar in het dagelijks bestaan vooral met zijn ziel onder zijn arm rondliep (of beter: zat, met altijd een sigaret en blik bier bij de hand). Die Hazes, die gewoon domweg gelukkig wil zijn, maar al twee huwelijken naar de Filistijnen heeft geholpen en druk doende is met nummer drie, domineert deze film die de tand des tijds moeiteloos heeft doorstaan.
Met de jaren is bovendien de knipoog verdwenen waarmee Ons Soort Mensen het fenomeen Hazes, en zijn glorieus bebrilde schoonmoeder, altijd bezag en resteert slechts een aangrijpend portret van een man die op het podium boven zichzelf uitstijgt. Als het doek is gevallen, blijkt hij echter gewoon weer dat jongetje uit een slecht huwelijk (waarvan vader zich gedurig een stuk in de kraag zoop), dat even op het slechte pad belandde (zoals is vervat in het boek De Jongens Van De Corridor) en vervolgens Zijn Stem vond (zoals bijvoorbeeld is te horen in het titelnummer van deze film, dat naderhand een echte evergreen werd).
In de documentaire Magie Van De Montage onderzoekt John Appel het werk van Nederlandse editors als Menno Boerema, Ot Louw en Gys Zevenbergen. Samen met hen praat hij over de do’s en don’t van montage en bekijken ze scènes uit succesvolle Nederlandse documentaires als Het Nieuwe Rijksmuseum, Ne Me Quitte Pas en Janine.
Ook enkele omstreden scènes uit de Hazes-docu komen daarbij aan bod, zoals de camera die blijft lopen nadat de geëmotioneerde zanger expliciet heeft gevraagd om daarmee te stoppen en de nagespeelde aankoop van een nieuwe auto voor Rachel, waarmee een echtelijke ruzie lijkt te worden bijgelegd.