Hidden Letters

Hu Xin / Cargo Film

Met de officiële opening van het Nushu Beijing International Culture Exchange Center is ‘Nushu’ daadwerkelijk erfgoed geworden. Duizenden jaren schreven Chinese vrouwen heimelijk hun zielenroerselen en ontberingen van zich af. Deze teksten, in een soort geheimtaal, belandden op waaiers en zakdoekjes, waren voor buitenstaanders nauwelijks toegankelijk en gingen doorgaans ook mee het graf in. Nu ‘de woorden van mieren’ een officieel thuis hebben gekregen, valt één ding op: tijdens de openingsceremonie staan er alleen mannen op het podium. En die vinden dat de nichecultuur nu maar eens goed moet worden vermarkt. Ze denken aan speciale smartphones of kwaliteitsaardappelen en overwegen samenwerking met Kentucky Fried Chicken.

Het is in elk geval níet belangrijk, zeggen de directeur van het centrum en een mannelijke medewerker zonder al te veel tact tegen hun twee vrouwelijke collega’s, dat Chinese vrouwen leren om Nushu te lezen of schrijven. Ze zijn immers geen liefdadigheidsinstelling. Het gesprek is exemplarisch voor hoe ideaal en praktijk met elkaar botsen in Hidden Letters (87 min.). Met de mond belijden die mannen soms nog wel dat het andere geslacht een volwaardige rol in de samenleving moet innemen, maar in de praktijk verwachten ze eigenlijk toch gewoon onderdanige types. Zoals de voormalige directeur van het Nushu Museum het uitdrukt: zolang vrouwen waarden als gehoorzaamheid, acceptatie en veerkracht in ere houden, gaat het goed met onze samenleving.

In deze gestileerde, met voorgelezen en -gezongen Nushu-teksten verrijkte film portretteren Violet Du Feng en Qing Zhao twee moderne Chinese vrouwen die zich bezighouden met het eeuwenoude vrouwelijke schrift. Hu Xin verzorgt rondleidingen in het aan Nushu gewijde museum in Jiangyong en treedt op in binnen- en buitenland. Na een ongelukkig huwelijk, waarbij haar ex-man duidelijk de broek aan had, woont ze tegenlijkertijd ook weer in bij haar ouders en vraagt zich af wat haar maatschappelijke status eigenlijk heeft te betekenen. ‘Iedere vrouw droomt van een gelukkig gezin: haar eigen kind en een liefhebbende echtgenoot’, constateert ze somber. ‘Mijn prestaties maken me nog niet tot een goede vrouw.’

Hu Xin heeft een speciale relatie opgebouwd met een bejaarde Nushu-beoefenaar, He Yanxin. Met een ontwapenende glimlach spoort deze vertegenwoordiger van een eerdere generatie, die haar peren beslist heeft gezien in het leven en die dit altijd kwijt heeft gekund in persoonlijke en poëtische teksten, haar liefdevol aan om toch maar een vriend te gaan zoeken. Simu Wu, de andere hoofdpersoon van deze fraaie documentaire, staat op het punt om te trouwen en wil daarna liefst direct moeder worden. Haar verloofde benadrukt echter dat ze eerst een huis moeten gaan kopen. ‘Je moet de logica begrijpen’, doceert hij, alsof ze even op haar plek moet worden gezet. ‘Als jij eenmaal zwanger bent, komt mijn moeder helpen. Waar moet zij dan verblijven?’

En dus, begrijpt Simu Wu, moet werken nu voorop staan voor haar. Wat betekent dit dan voor haar grote passie Nushu? Manlief antwoordt bot: ‘Hoe kun je een hobby vergelijken met een echte baan?’ Het is, opnieuw, een treffende metafoor voor hoe lastig het is voor moderne vrouwen om hun weg te vinden in een land dat al sinds mensenheugenis achter hen aan hobbelt en dat die achterstand maar niet schijnt te kunnen of willen inlopen. Tegelijkertijd kunnen zij zich vasthouden aan de eeuwenoude Nushu-traditie, die inmiddels door menigeen op waarde wordt geschat en die ook zij wellicht weer verder kunnen brengen.

The Prize Of Silence

Viaplay

Net als bij Harvey Weinstein waren er al jaren verhalen over Jean-Claude Arnault, de Franse artistiek directeur van Forum, het culturele centrum waar de elite van Stockholm graag verpoosde. Hij was een jager, een bijzonder dominante man en iemand die zich weinig gelegen liet liggen aan de grenzen van een ander. Daar werd regelmatig over gefluisterd, maar nooit iets van gezegd. Want Arnault was ook een machtige man, een centrale figuur in het culturele leven van Stockholm. 

Hij werd beschouwd als het officieuze negentiende lid van de Zweedse Academie, het mysterieuze gezelschap dat jaarlijks de Nobelprijs voor de Literatuur uitreikt. Zijn echtgenote Katarina Frostenson behoorde officieel tot de achttien, voor het leven benoemde leden van de Academie, die in essentie nog als een ouderwetse herensociëteit leek te functioneren. ‘Kort samengevat is de Academie deels het Vaticaan, deels de Camorra en deels een sekte’, stelt professor/schrijfster Ebba Witt-Brattström daarover.

Als in het najaar van 2017 de hashtag #metoo opgeld doet en enkele machtige mannen uit de sportwereld, politiek en entertainmentbusiness in serieuze problemen komen door beschuldigingen van seksueel misbruik, raakt ook Jean-Claude Arnault in opspraak. Hij trekt de Zweedse Academie, die hem jaren de hand boven het hoofd heeft gehouden, uiteindelijk mee in zijn val. Het wordt een pijnlijke kwestie die er zelfs voor zal zorgen dat er in 2018 geen Nobelprijs voor de Literatuur wordt uitgereikt.

Deze geschiedenis wordt in The Prize Of Silence (181 min.) van Joel Karsberg – die eerder Surviving R. Kelly produceerde, een serie over de van seksueel geweld beschuldigde R&B-zanger – uitgebreid uit de doeken gedaan door slachtoffers, direct betrokkenen en journalisten die de zaak aan het licht hebben gebracht. Stuk voor stuk hebben ze te maken gekregen met de ons-kent-ons sfeer, zwijgcultuur en intimidatie die Arnaults grensoverschrijdende gedrag al die jaren mogelijk hebben gemaakt.

‘Als je alles kúnt doen, zúl je ook alles doen’, vat de cultuurcriticus Roxane Gay de situatie kernachtig samen. In een setting waarbinnen jonge ambitieuze vrouwen hun eigen grenzen niet duidelijk bewaken, kunnen ze in de invloedssfeer terecht komen van een (oudere) manspersoon, die bereid is om dit genadeloos te exploiteren. De vierdelige docuserie neemt alleen wel ruim de tijd om die kwestie en de totstandkoming van het journalistieke verhaal daarover goed in de verf te zetten.

Het interessantst wordt The Prize Of Silence als de Svenska Akademien en de politieke spelletjes binnen dat gerespecteerde instituut onder vuur komen te liggen. Dan reikt de vertelling voorbij de modus operandi van een individueel seksueel roofdier en openbaart zich het volstrekt toondove ‘old boys network’ daaromheen, waarbinnen overigens twee vrouwen een saillante rol spelen. De pompeuze poppenkast dondert en plein public in elkaar en beschadigt ondertussen ook de reputatie van de Nobelprijs.

Toni Morrison, Black Matter(s)

Arte

‘Eerst wilde ik er niet aan: het was te pijnlijk’, vertelt de Afro-Amerikaanse schrijfster Toni Morrison (1931-2019) aan het begin van deze documentaire over Beloved (Beminde), het boek over de gruwelen van slavernij waarvoor ze in 1988 een Pulitzer Prize kreeg. ‘Als zij er hun hele leven mee moesten leven, dan kon ik er wel enkele jaren aan besteden om een boek te schrijven’.

In Toni Morrison, Black Matter(s) (52 min.) belicht regisseur Claire Laborey met enkele kenners het werk van de schrijfster die tevens als eerste zwarte vrouw de Nobelprijs voor de Literatuur won en die in 2012 van de zwarte Amerikaanse president Barack Obama de Presidential Medal Of Freedom kreeg. Morrison zelf komt natuurlijk ook veelvuldig aan het woord via interviews en fragmenten uit haar geschriften, ingesproken door actrice Fanny Gautier.

Deze verzorgde film, die verder een treffende mixture van foto’s, filmbeelden en animaties rond de beladen geschiedenis van Zwart Amerika bevat, richt zich overigens niet zozeer op Morrisons leven en carrière, maar op de inhoud en betekenis van haar werk en hoe ze daarmee het Amerikaanse verhaal heeft proberen te herschrijven. Met haar uitgesproken visie heeft de schrijvende denker bovendien aansluiting gevonden bij actuele maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de Black Lives Matter-beweging.

En Toni Morrison, Black Matter(s) kan worden geboekstaafd als een gedegen weerslag van de erfenis van deze trotse, intelligente en welbespraakte vrouw, die tot op hoge leeftijd een krachtig zwart zelfbewustzijn heeft uitgedragen.

Author: The JT LeRoy Story

Voor iedereen die wel eens knorrend de familie Van de Biggelaar heeft opgebeld, ongevraagd boekenseries van Lekturama heeft besteld voor vriendjes of de buren heeft gebeld dat ze de loterij hebben gewonnen, klinkt dit verhaal een heel klein beetje bekend. Een héél klein beetje.

Dit is het verhaal van de Amerikaanse auteur JT LeRoy, het transseksuele kind van een verslaafde tankstation-prostituee uit West-Virginia die zelf ook zijn lichaam verkoopt voor dope. De jonge puber begint zijn hart eind jaren negentig uit te storten bij de psychiater Terrence Owens. Via de telefoon. Ze ontmoeten elkaar nooit. Hij legt daarna ook al snel contact met de schrijvers Bruce Benderson en Dennis Cooper.

LeRoy wil zijn getormenteerde bestaan vereeuwigen. Inmiddels vertolken ook tot de verbeelding sprekende personages zoals ‘Speedie’ en ‘Astor’ daarin een saillante bijrol. Benderson en Cooper zijn wildenthousiast over wat JT neerpent over hun tranentrekkende bestaan en geven hun sensationele nieuwe collega een flinke duw in de rug. Het duurt dan ook niet lang of de ‘angry young kid’ is binnengehaald als één van de interessantste nieuwe stemmen van de Amerikaanse literatuur.

Één probleem: de übercoole Jeremiah Terminator LeRoy bestaat helemaal niet. Het is niet meer/minder dan het geesteskind van het muurbloempje Laura Albert, een dertiger die zich bepaald niet cool voelt. Ineens wordt haar parallelle persoonlijkheid echter onderdeel van ‘the beautiful people’. Beroemdheden als Gus van Sant, Tom Waits, Courtney Love, Matthew Modine en Billy Corgan hangen geregeld aan de telefoon, gesprekken die ze allemaal opneemt.

Die cassettes hebben natuurlijk een prominente rol gekregen in de hele fijne documentaire Author: The JT LeRoy Story (111 min.) van Jeff Feuerzeig, die eerder al een prachtige biopic maakte van een andere heerlijke weirdo, de getroebleerde singer-songwriter Daniel Johnston. Deze nieuwe film uit 2016, waarin ook Winona Ryder, Bono en Asia Argento nog een gênante bijrol vertolken, is van hetzelfde schmutzige laken een pak. Een bizar verhaal, met een karrenvracht heerlijke archiefbeelden en animaties heel aantrekkelijk aangekleed.

Met bijna twee uur speelduur is Author: The JT LeRoy Story natuurlijk een hele zit, maar de docu weet de aandacht over het algemeen moeiteloos vast te houden. Het is natuurlijk niet alleen een ‘too good to be true’-verhaal, dat dus vooral niet moet worden doodgecheckt, maar ook een genadeloos exposé van de literaire wereld en celebrity-cultuur. Het pseudoniem JT LeRoy wordt tevens een synoniem voor het Kleren van de Keizer-gehalte van de ons kent ons-wereld.

En nee, eenieders favoriete verschoppeling die zich door tout Hollywood knorrend laat opbellen, dat is voorwaar geen kattenkwaad meer.

Harry Mulisch: Schepper Van Zichzelf

Harry Mulisch in zijn werkkamer naar aanleiding van een interview voor de Belgische krant De Standaard / C: Michiel Hendryckx

‘Hij is er, maar hij is er ook héél erg niet’, constateert Adriaan van Dis in de voormalige werkkamer van wijlen Harry Mulisch (1927-2010). Dat is een soort mausoleum geworden. ‘Ik geloof niet aan de dood’, beweert de bewierookte schrijver zelf in een interview. ‘Dood ben je alleen voor de omstanders. Ik zal nooit naar waarheid de zin kunnen uitspreken: ik ben dood.’

Hij is natuurlijk wel degelijk kassiewijlen, de man die jarenlang de Nobelprijs voor de Literatuur níet won. Harry Mulisch: Schepper Van Zichzelf (56 min.). Hij kijkt zogezegd nu al tien jaar op ons, doodgewone stervelingen, neer. Zoals hij ook bij leven en welzijn regelmatig deed. Met intimi probeert Coen Verbraak nog eenmaal het fenomeen Mulisch te pakken te krijgen.

‘Hij moest zich als jongetje en opgroeiend kind uitvinden.’ (biograaf Robbert Ammerlaan)

‘Altijd de juiste woorden.’ (collega Remco Campert)

‘Hij dacht dat ie precies wist hoe de wereld in elkaar zat.’ (schrijver/presentator Adriaan van Dis)

‘Een zekere mate van genialiteit.’ (beeldend kunstenaar Jeroen Henneman)

‘Hij was onbenaderbaar.’ (Jeroen Krabbé, regisseur van de film The Discovery Of Heaven)

‘Aardiger tegen honden dan tegen vele mensen.’ (schrijver Cees Nooteboom)

‘Een introvert iemand.’ (vriend Julius Roos)

‘Hij was altijd in zijn eigen bubbel.’ (dochter Anna Mulisch)

 ‘Het leek alsof hij de dood met open ogen tegemoet wilde treden.’ (echtgenote Kitty Saal)

‘Hij kon niet meer spreken, maar hij zag ons nog. Met zijn ogen ging hij ons af en nam op die manier afscheid.’ (Marcel van Dam, vriend en lid van ‘De Herenclub’)

In deze interessante tv-docu, die voor een groot deel uit gesproken woord en pratende hoofden bestaat, krijgt De Grote Mulisch beslist niet alleen lof toegezwaaid, maar in het algemeen wordt de schrijver wel met alle egards benaderd. Niet als de overcompenserende, egocentrische en wellicht ook wat contactgestoorde man, die je met enige afstand ook in hem zou kunnen zien.

En dan is er ook nog prachtig archiefmateriaal. ‘De naam is Mulisch en ik schrijf boeken’, zegt de gevierde auteur bijvoorbeeld tegen een medewerker van een taxibedrijf die maar niet op zijn naam kan komen. ‘Zo zit het in elkaar.’ Waarna de man hem enthousiast bij de chauffeur introduceert. ‘Nou, Dirk, je krijgt meneer Mulisch, de Nobelprijs-winnaar van de vrede geloof ik, mee.’

Waarmee die pompeuze schrijver even, onbedoeld, op zijn plek wordt gezet. Waarna hij in dit eerbetoon zijn zelfgebouwde troon weer mag beklimmen. Als, zeker in zijn eigen ogen, De Grootste van De Grote Drie van de Nederlandse literatuur (Hermans, Mulisch en Reve), die alleen alsmaar minder worden gelezen.

Het Is Gezien


‘Als God zich opnieuw in Levende Stof gevangen geeft, zal hij als ezel terugkeren, hoogstens in staat een paar lettergrepen te formuleren, miskend en verguisd en geranseld, maar ik zal hem begrijpen en meteen met hem naar bed gaan.’ Aldus schrijver Gerard Reve in zijn roman Nader Tot U. Het leverde hem een aanklacht vanwege godslastering op. Reve moest in de jaren zestig zelfs voor de rechter verschijnen.

Ruim een halve eeuw na het geruchtmakende Ezelproces is het nauwelijks voor te stellen dat een Nederlandse schrijver vanwege zijn werk wordt vervolgd. Kunstenaars worden toch allang niet meer zo openlijk gecensureerd? De documentaire Het Is Gezien (54 min.) van regisseur Erik Lieshout en researcher Tom Rooduijn afficheert zich niettemin als ‘een pleidooi voor de vrijheid van kunst’ en spreekt met vaderlandse kunstenaars die in opspraak zijn geraakt door hun werk.

Om de heksenjacht op pedofielen aan de kaak te stellen meldde schrijver A.H.J. Dautzenberg zich enkele jaren geleden aan als lid van pedofielenvereniging Martijn. Het leverde hem talloze dreigbrieven en ontslag op. ’Er is geen vrij denken, constateert de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts over het gebrek aan steun, ook van haar literaire vrienden, dat zij ervoer na de commotie die ontstond rond haar boek over Marc Dutroux’ vrouw Michelle Martin. ‘Er is geen vrij spreken.’

‘Alles waar je niet over mag praten, daar moet je over praten’, stelt cabaretier Hans Teeuwen. ‘Probleem is om het grappig te krijgen.’ Hij maakte van dichtbij mee hoe vriend en ‘kamikazepiloot’ Theo van Gogh werd geslachtofferd voor zijn denkbeelden en zag naderhand hoe de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo collega-cabaretiers de mond snoerde. Dat mocht hem niet gebeuren.

In Het Is Gezien, in stemmig zwart-wit geschoten en op smaak gebracht met dramatisch getoonzette muziek, getuigen daarnaast advocaat Gerard Spong, schrijver Tom Lanoye, kunstenares Tinkebell en auteur Mano Bouzamour over de (on)vrijheid die zij ervaren binnen hun werk. Ze lezen tevens voor uit het virtuoze pleidooi dat Reve zelf hield voor de rechtbank. Getuige deze krachtige documentaire zijn ’s mans woorden ook in de 21e eeuw nog steeds actueel en relevant.

The Untold Tales Of Armistead Maupin


Hij was de man die acteur Rock Hudson vlak voor zijn dood ongevraagd outte. Schrijver Armistead Maupin kwam zelf pas op latere leeftijd uit de kast als homoseksueel en vond dat hij de Hollywood-held Hudson, die stervende was aan aids, moest helpen met schoon schip maken. Of de vermeende womanizer dat nu wilde of niet.

Het is één van de weinige keren dat The Untold Tales Of Armistead Maupin (91 min.) een weerhaakje vindt bij de chroniqeur van de gayscene van San Francisco, die met zijn eigen rubriek Tales Of The City in de plaatselijke krant een menselijk gezicht gaf aan de ontluikende LGBT-cultuur in de Verenigde Staten. Maupin had in deze zachte en ook wat veilige film van Jennifer M. Kroot, waarin zijn schrijfwerk een prominente plek krijgt en celebrities als Laura Linney en Ian McKellen de loftrompet over hem steken, soms wel wat scherper bevraagd mogen worden.

Hij oogt tegenwoordig als de gedistingeerde Republikeinse heer, die zijn conservatieve ouders ooit voor ogen moeten hebben gehad in de tijd dat hij, nog altijd stevig in de kast, een baantje had bij de rabiate homohater, senator Jesse Helms. Sindsdien is Maupin opgeschoven naar de andere kant van het politieke spectrum, naar homo-activisme. Toen het HIV-virus ongenadig huishield in de Amerikaanse homoscene en er, ook voor Armistead Maupin, geen weg terug meer was naar de bloeiperiode van San Francisco’s gaywijk Castro, die hij ooit zo treffend had opgetekend.

Voyeur

Netflix

Het boek The Voyeur’s Motel moet in 2016 de kroon op de glorieuze carrière van Gay Talese als literaire journalist worden. Hij schreef over Frank Sinatra, Joe DiMaggio en de onlangs overleden Charles Manson en onderzocht in het veelbesproken boek Thy Neighbour’s Wife de seksuele moraal van Amerika in de jaren zestig en zeventig. Zo’n mooi verhaal, over een gluurder met zijn eigen motel, werd hem in zijn lange en imposante carrière echter niet eerder in de schoot geworpen.

De tintelende documentaire Voyeur (95 min.) belicht de pas de deux van twee hoogbejaarde mannen die hun leven en carrière met een daverende klap willen besluiten: de gevierde schrijver Talese, representant van de New Yorkse elite, en de schmutzige moteleigenaar Gerald Foos uit Colorado, die jarenlang via speciaal aangelegde roosters zijn eigen gasten bespiedde. Sinds 1980 hebben de mannen contact met elkaar. Ruim 35 jaar later besluiten ze om eindelijk naar buiten te treden.

De filmmakers Myles Kane en Josh Koury volgen de schrijver en zijn heerlijke ‘larger than life’-personage in de aanloop naar de publicatie van Taleses long read over Foos in The New Yorker, waarmee zijn boek lekker in de markt moet worden gezet. Niet veel later slaat de twijfel toe bij de oude rot Gay Talese, die alles al meegemaakt denkt te hebben: is dit een mooi verhaal óf gewoon te mooi om waar te zijn?

Het spannende verhaal van Talese en ‘peeping tom’ Gerald Foos heeft natuurlijk ook de interesse van Hollywood gewekt. Steven Spielberg en Sam Mendes hadden zelfs concrete plannen om er een speelfilm van te maken. Toen ze hoorden van de documentaire Voyeur hebben ze die echter afgeblazen.

Boudewijn Büch: Verdwaald Tussen Feit En Fictie

NTR

Hij heeft zich wat mij betreft onsterfelijk gemaakt, schrijver/televisiepersoonlijkheid Boudewijn Büch, met zijn messcherpe aanklacht tegen de publiek beleefde rouw na de moord op Pim Fortuyn in 2002: ‘De dood dient dood te blijven: stil, verdrietig en ongelooflijk doodstil.’

Enkele maanden later overleed Büch zelf, op 53-jarige leeftijd. Zoals hij zelf al had aangekondigd: hij kon niet meer leven met Het Carnaval Der Rouwenden. Na Büchs dood bleven de raadselen over zijn leven, die inmiddels de grondstof hebben gevormd voor de biografie Boud en twee documentaires.

In Boudewijn Büch  – De Dichter, De Dodo En Het Demasqué (52 min.) uit 2008 probeert Coen Verbraak samen met intimi en prominenten, zoals Diederik van Vleuten, Gerrit Komrij en Maarten ’t Hart, de ‘trieste ADHD-dichter’ (Harry de Winter), ‘dancing clown’ (vriendin Loan Son) en ‘een raar, dik, klein presentatortje uit Holland’ (Büch zelf) te duiden.

Centrale thema daarin is de fascinerende manier waarop hij in zijn verhalen, zowel zijn beweringen tegenover vrienden als de gebeurtenissen die uiteindelijk in romanvorm werden gegoten, omgaat met de (on)waarheid. ‘Het verzonnen leven’, zoals Adriaan van Dis dit noemt. Of ‘het personage Boudewijn Büch’, met zijn eigen breed uitgemeten fascinaties. Voor Mick Jagger, Goethe en blonde jongetjes bijvoorbeeld.

Die verhalen – waar, flink aangedikt of geheel verzonnen – domineren ook Boudewijn Büch – Verdwaald Tussen Feit & Fictie (56 min.) uit 2016. Deze spannende film van Leo de Boer, die donderdag wordt herhaald in Het Uur Van De Wolf, voert zijn biografe Eva Rovers op als verteller. Zij doorzocht Büchs persoonlijke archieven en diepte daaruit ook allerlei persoonlijke geschriften op, die worden voorgelezen door mensen uit zijn directe omgeving.

Waar Verbraak via Büchs werk en carrière stiekem bij hem naar binnen probeert te sluipen, richt De Boer zich vrijwel volledig op Boudewijns innerlijke leven. Tezamen schetsen de twee documentaires een indringend portret van een kleurrijke, gecompliceerde en tragische figuur, die blijkbaar niet met de naakte waarheid kon of wilde leven.

Joan Didion: The Center Will Not Hold


‘Ik zit hier op dit eiland midden in de Stille Oceaan in plaats van een scheiding aan te vragen’, schrijft de Amerikaanse auteur Joan Didion in 1969 over haar huwelijksproblemen in Life Magazine. Haar echtgenoot, de schrijver John Gregory Dunne, heeft de tekst – zoals altijd – geredigeerd.

‘Hoe werkte dat dan?’, wil haar neef en filmmaker Griffin Dunne weten in de documentaire Joan Didion: The Center Will Not Hold (97 min.). ‘Welke afspraak hadden jullie over het schrijven over jullie innerlijke publieke leven?’ Er was geen deal volgens Didion: ‘Je gebruikte je materiaal. Je schreef wat je had.’

Het dagelijks leven dat nu eenmaal moet worden geleefd, zodat je het vervolgens als voedingsbodem voor boeken, essays en artikelen kunt gebruiken. Connie Palmen en haar toenmalige man Ischa Meijer kozen tijdens een gezamenlijke reis ooit een heel praktische aanpak en verdeelden eerlijk wat ze meemaakten. Over leven om te schrijven gesproken.

Het huwelijk van Joan Didion en haar John, die als echte schrijvers natuurlijk regelmatig elkaars zinnen afmaakten, loopt als een rode draad door deze oerdegelijke film, die via Didions oeuvre tevens de grote Amerikaanse thema’s en persoonlijkheden van de laatste vijftig jaar schetst. Van Charles Manson tot Dick Cheney.

Het is ook een verhaal geworden over het schrijven zelf (want daar schrijven schrijvers nu eenmaal ook graag over) en over hoe dat schrijven het leven van de schrijver drijft, beïnvloedt en – als dat leven je uit handen glijdt – helpt. Een onderhoudend verhaal, geen onbetwiste bestseller.

Jan Wolkers Spreekt…

NTR

‘Een andere Wolkers dan het cliché van de letterkundige branieschopper.’ Deze documentaire, die tien jaar na zijn dood wordt uitgebracht, legt de lat vanaf het begin hoog. Is het werkelijk mogelijk om het beeld van een gevierde schrijver/kunstenaar, die een heel publiek leven heeft geleid, te doen kantelen?

Voor Jan Wolkers Spreekt… (55 min.) heeft Wim van der Aar toegang gekregen tot privé-opnamen van Jans weduwe Karina Wolkers, die hij heeft aangevuld met een variëteit aan beeld- en geluidsmateriaal, zoals bijvoorbeeld b-roll beelden van de verfilming van Turks Fruit en Wolkers’ allereerste televisie-interview, waarin hij zich opmerkelijk dienstbaar opstelt naar de letterlijk hoog boven hem verheven interviewer.

Van der Aar vist die grabbelton met liefde leeg, waarbij de nadruk ligt op Wolkers’ Amsterdamse bloeiperiode van 1963 tot 1977. Uit dat laatste jaar stamt ook een interviewfragment met Jan Fillekers, dat helemaal aan het eind van de film is geplaatst. Daarin neemt de schrijver alvast een voorschot op zijn eigen nalatenschap.

Jan Wolkers beweert dat hij altijd zijn manuscripten verbrandt en zojuist het originele typoscript van zijn onlangs verschenen roman De Kus heeft geslachtofferd. ‘Ze vinden van mij niks terug’, zegt hij ferm (nadat we bijna een uur naar materiaal uit ‘s mans archief hebben zitten kijken). ‘Het boek, het eindproduct, dat is het. Dat ben ik.’

Zou Jan Wolkers destijds al hebben geweten dat dit je reinste onzin was? Op 19 oktober jongstleden, zijn tiende sterfdag, verscheen ook al Het Litteken Van De Dood. Een boek, geschreven door Onno Blom, de biograaf die Wolkers vlak voor zijn dood zelf aanwees. Blijkbaar wilde de grote schrijver toen allang zijn sporen niet meer uitwissen.

De Stamhouder


Een onvervalste bestseller is nog geen garantie voor een overrompelende film. In het boek De Stamhouder heeft journalist en voormalig correspondent in Moskou Alexander Münninghof op meeslepende wijze zijn bijzondere familiehistorie opgetekend.

De gelijknamige documentaire van Ger Poppelaars voelt een beetje als een herhalingsoefening. De Stamhouder (55 min.) is traditioneel van opzet, erg praterig (met bovendien een tamelijk statige voice-over) en raakt slechts zelden het grote drama aan dat het boek zo bijzonder maakt.

Waar het verhaal van Münninghofs moeizame relatie met zijn vader, die in de tweede wereldoorlog voor de Waffen-SS koos, in zijn autobiografie bijvoorbeeld vonkt en schrijnt, blijft die in de film tamelijk vlak. Alexander is een uitstekende, beschouwende verteller, maar wordt voor de camera nooit echt zoon.

De geschiedenis van de Münninghofs, die de familie van Riga tot pak ’m beet Oss heeft gevoerd, blijft niettemin een heel bijzonder verhaal. En op de momenten dat de hoofdpersoon wordt geportretteerd te midden van zijn eigen gezin, weet deze verfilming zich soms heel even aan de schaduw van het boek te ontworstelen.

Echt Herman Koch

Witfilm

De literatuurlijst op middelbare scholen moet onmiddellijk worden afgeschaft. Dat is niet mijn mening, maar die van Neerlands succesvolste schrijver Herman Koch. Als je iets moois de nek wilt omdraaien, zo is zijn stellige overtuiging, dan moet je het verplicht stellen op school.

In de boeiende documentaire Echt Herman Koch (52 min.) portretteert regisseur Pieter Verhoeff de eeuwige rebel, die ooit bekend werd via het satirische televisieprogramma Jiskefet en zich daarna toelegde op het schrijverschap.

Verhoeff kan daarbij putten uit prachtig beeldmateriaal (Herman Koch in een bandje, met (lang) haar en schmierend in obscure filmpjes en klassieke Jiskefet-scènes) en spreekt met (jeugd)vrienden zoals Michiel Romeyn, Frans Thomése en Griet op de Beeck.

Met hen probeert hij de enigmatische Koch te duiden. De hoofdpersoon zelf, ‘een Mexicaanse sluipschutter’ aldus Romeyn, komt voornamelijk aan het woord via voorgelezen boekfragmenten en publieke optredens in het kader van de Boekenweek. Vanaf de buitenkant probeert Verhoeff zo aan Kochs binnenkant te komen.