Kees Vliegt Uit

Videoland

Op zijn geheel eigen wijze is Kees Momma een soort Bekende Nederlander geworden. Misschien niet eens zozeer door Monique Nolte’s film Het Beste Voor Kees (2014), als wel door scènes uit de documentaire die ‘viral’ gingen via sociale media en televisieprogramma’s: Kees in de auto die helemaal losgaat op Duitsers, Kees die voortdurend tobt over het weer of Kees die Nolte een ferme veeg uit de pan geeft omdat ze iets in zijn huis omstoot.

Daardoor dreigde Kees een soort cultfiguur te worden: een karikaturale variant op de klassieke autist, die er een geheel eigen denkwereld op nahoudt, spreekt in heel precieze en archaïsche taal en soms ongenadig op de lachspieren werkt. Terwijl die film in wezen toch een tamelijk sombere aangelegenheid is. Over een volwassen man, die vastzit bij zijn vader en moeder en geen kant op kan of wil – en twee ouders die hun kind niet kunnen/willen loslaten.

Dit vervolg gaat verder waar Het Beste Voor Kees ophield – al is ‘verder’ een relatief begrip in het universum van Kees. Hij klampt zich vast aan wat hij heeft en zou dat het liefst tot aan het einde der tijden bij zich houden – zijn geliefde moeder, die zich helemaal voor hem wegcijfert, in het bijzonder. Toch probeert hij in Kees Vliegt Uit (105 min.) via een nieuwe woning en een contactpersoon/vriendin wel degelijk stappen richting de toekomst te zetten.

Dan blijkt er alleen een wereld van verschil te zitten tussen wat zijn ouders denken dat goed voor hem is en wat Kees zelf wil – of denkt te willen. Intussen krijgt de ouderdom steeds meer vat op moeder Henriëtte en vader Willem en wordt de vraag of Kees het zonder hen redt alsmaar nijpender. Hij wil duidelijkheid over een mogelijke toekomst zonder hen, maar is nauwelijks in staat om die daadwerkelijk te imagineren en concrete stappen te zetten.

Kalm volgt Monique Nolte het kleine leven van Kees, dat ze structureert met zijn ingelezen brieven aan haar, de chroniqueur van zijn aardse beslommeringen. Ze omlijst de rimpelingen in zijn bestaan – ongewenste geluiden, hummende mensen (die gewoon ja of nee moeten zeggen) – bovendien met beelden van de lucht die zijn geordende leventje elk moment kan verstoren met neerslag, het uitblijven daarvan of te hoge of juist te lage temperaturen.

Naarmate de film vordert wordt de gezondheid van zijn ouders zienderogen brozer, een gegeven dat nog eens wordt geaccentueerd met familiebeelden van het jonge gezin Momma. Het jongetje van toen moet nog altijd uitvliegen, maar verkiest uiteindelijk toch steeds het veilige kooitje dat hij met hen voor zichzelf heeft gecreëerd. Dat begint steeds meer te knellen. Totdat het, althans voor een buitenstaander, eigenlijk nauwelijks meer verantwoord lijkt.

In die zin eindigt deze film net als z’n voorganger. Met de belofte dat dit intrigerende levensverhaal opnieuw wordt vervolgd. Of de betrokkenen dat nu willen – of kunnen – of niet. Met z’n allen schuifelen ze op kousenvoeten verder door het leven van Kees.

Bodem In Beweging

Human

‘Gas terug’, roepen boze Groningers tijdens een demonstratie tegen de ‘gasverslaafde’ overheid en haar ‘gewillige dealers’, de NAM en ExxonMobil. ‘Genoeg = genoeg’, staat er op spandoeken. Als minister van Economische Zaken Eric Wiebes in 2018 eindelijk de gaskraan dichtdraait, levert dat echter weer zijn eigen problemen op. Want tegelijkertijd wordt ook de zogenaamde versterkingsoperatie teruggeschroefd. Dit betekent opnieuw onzekerheid voor Groningers die als gevolg van de aardgaswinning al jaren lijden onder aardbevingen en moeten leven in onveilige woningen.

Sommige bewoners van Overschild, een dorp dat is gebouwd op veengrond en dat volledig gesloopt en herbouwd zal gaan worden, hoeven bijvoorbeeld voorlopig niet meer op nieuwbouw te rekenen. Tegelijkertijd zien zij hoe andere dorpsbewoners al wel een nieuw huis kunnen betrekken. In Bodem In Beweging (53 min.) tekenen Saskia Jeulink en Kees Vlaanderen op hoe deze gebeurtenissen opnieuw een wissel trekken op de kleine gemeenschap die al zo lang in onzekerheid leeft en de overheid, en de daaraan gelieerde bedrijven, als zéér onbetrouwbare partners heeft leren kennen.

Ze zetten de ontwikkelingen in Overschild af tegen verklaringen van onder anderen de voormalige bewindslieden Wiebes en Henk Kamp, NAM-directeur Bart van de Leemput, Shell-topman Ben van Beurden en Albert Rodenboog, oud-burgemeester van Loppersum, tegenover de Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen. Daar kunnen ook gedupeerden hun zegje doen. ‘Als de overheid zo met ons omgaat, is er geen plek meer voor eerlijke mensen in Nederland’, zegt een man bijvoorbeeld tijdens een hoorzitting. Hij is al op zoek geweest naar een boom.

’s Mans wanhoop is tastbaar en niet te negeren, herkenbaar bovendien bij allerlei lot- en provinciegenoten en symboliseert de enorme afstand die is ontstaan tussen de Haagse werkelijkheid – waarin een term als leveringszekerheid toch vooral optimale aardgasexploitatie lijkt te moeten verhullen – en de Groningse realiteit – waarbij huizen, gezinnen en gemeenschappen letterlijk op hun grondvesten zijn gaan schudden. Daarmee is deze documentaire een aardige bijsluiter voor het ontluisterende rapport ‘Groningers Boven Gas’ dat de enquêtecommissie eind februari heeft gepresenteerd.

Een film die net als eerdere producties van Kees Vlaanderen (De Kleine Oorlog Van Boer Kok en Tegenwind – Het Verdriet Van De Veenkoloniën) de bijzondere moeizame relatie tussen overheid en burger weergeeft en het gebrek aan vertrouwen van gewone Nederlanders in behoorlijk bestuur dat daaruit is voortgevloeid.

Het Langzame Leven Van Kees Torn

André van der Hout

Het is een tamelijk stereotiep tafereel, bij aanvang van Het Langzame Leven Van Kees Torn (53 min.), dat het imago van de cabaretier in ruste nog eens bevestigt: bij de glasbak ontdoet hij zich geroutineerd van een rugzak vol lege flessen. Een man die structureel te diep in het glaasje kijkt. Alleen de navolgende scène waarin Torn in een willekeurige supermarkt achteloos een stapel halve literblikken bier op de kassaband dropt blijft achterwege. Al meldt hij zich, zo gebiedt de eerlijkheid te zeggen, later in de film nog wel bij een drankspeciaalzaak voor een fles goede whisky.

Sinds hij nog vóór zijn vijftigste vrijwillig met vroegpensioen is gegaan als kleinkunstenaar, leeft Kees Torn volgens eigen zeggen van zijn spaargeld. ‘En dat gaat vrij hard’, zegt hij erbij. ‘Want ik rook dure sigaren.’ En daarmee is, behalve die whisky, meteen een ander terugkerend element uit zijn eigenzinnige oeuvre geïntroduceerd: ‘s mans voorliefde voor exclusieve rookwaar. In fragmenten uit zijn voorstellingen, waarmee regisseur André van der Hout dit lekker trage portret doorsnijdt, volgen al snel nog enkele ijkpunten uit Kees Torns Wondere Wereld: een ongelooflijke virtuositeit met de Nederlandse taal, lenig pianospel en heerlijk wereldvreemde humor.

En ook de hilarische act waarin hij, met het nodige kunst en vliegwerk, tijdens een voorstelling zijn been in z’n nek legt, ontbreekt natuurlijk niet in de chronologisch opgebouwde dwarsdoorsnede van zijn inmiddels afgesloten cabaretcarrière. ‘Zag er op papier wel leuk uit’, vertelt hij er gortdroog bij. Dit portret lijkt hem in eerste instantie ook af te beelden als de persoon die we al van zijn theatervoorstellingen kennen: een man uit een andere tijd, die op een ouderwetse typemachine brieven tikt aan vrienden, rustig naar vogels gaat staan turen en tijdens een potje scrabble met echtgenote José Olsthoorn de tijd neemt om een woord op te zoeken.

Gaandeweg komt vanachter het typetje Kees Torn echter een ander mens tevoorschijn. Niet zozeer een warhoofd als een sombermans. Met een alcoholprobleem, dat wel. Net als zijn vader. Een man ook die volgens eigen zeggen het vak is verleerd, die niets meer te zeggen heeft en die desondanks over genoeg denkvoer beschikt om nachten wakker te liggen. Hij heeft alleen de moed niet om dit van zich af te gaan schrijven voor een nieuwe voorstelling, bekent hij als Van der Hout doorvraagt. Om de bijbehorende maanden van afzondering aan te gaan. En dus gaat de schrijver tegen wil en dank, van zowel tekst als muziek, zonder de spotlights – of illusies – door met wat-ie altijd al deed.

Totdat het licht definitief uitgaat – of onverhoopt tóch weer aan moet.

Sjinkie, Spelen Met Vuur

NOS

Vanaf dag drie wordt hij alweer behandeld als topsporter. Op 10 januari 2019 is schaatser Sjinkie Knegt thuis in het Friese dorp Bantega ernstig verbrand geraakt bij het aansteken van de houtkachel. Op voorhand is er een kans van ongeveer vijftig procent dat hij zijn verwondingen en mogelijke infecties niet zal overleven. Eenmaal in het ziekenhuis wordt het vizier echter vrijwel direct weer op shorttracken gericht. Hij moet en zal terugkeren aan de wereldtop. En inderdaad: nu, ruim drie jaar later, staat Knegt ‘gewoon’ aan de start bij de Olympische Winterspelen van Beijing.

Dat is een absolute topprestatie. Niet alleen van Sjinkie zelf, maar ook van zijn vriendin Fenna van der Wal en zijn begeleidingsteam, de artsen van het Brandwondencentrum Groningen in het bijzonder. In de treffende documentaire Sjinkie, Spelen Met Vuur (60 min.) keren Kees Jongkind en Monique Tesselaar eerst terug naar de dag van het ongeluk. Ze laten de paniek horen als Fenna na het ongeluk de meldkamer belt en later ook Sjinkie zelf, vanonder de douche, de hulpverleners te woord staat. Daarna laten ze de reden voor die paniek zien, middels enkele huiveringwekkende foto’s van het slachtoffer. De gebutste en gehavende figuur in dat ziekenhuisbed doet in vrijwel niets meer denken aan de gevierde shorttrackkampioen.

Jongkind en Tesselaar observeren diens jarenlange revalidatieproces vervolgens van heel dichtbij. Ze zijn er bijvoorbeeld als ‘De Schicht Uit Bantega’ voor het eerst weer op het ijs staat. ‘Kijk die Knegt eens, joh’, reageert bondscoach Jeroen Otter dan verrast. ‘Die rijdt gewoon rond.’ De weg naar de Spelen van Beijing is echter nog heel lang en gaat bovendien gepaard met tegenslag en twijfel. Want volgens Knegts baas is het voor zijn protegé niet voldoende om De Oude Sjinkie te worden – de concurrentie heeft immers bepaald niet stilgezeten – hij zal Een Geheel Verbeterde Sjinkie moeten worden om serieus kans te maken op de enige gouden medaille die nog ontbreekt in zijn prijzenkast.

Tegenwind – Het Verdriet Van De Veenkoloniën

Human

Als die windturbines twee kilometer verderop worden geplaatst, zeggen de boze dorpelingen, dan staken zij direct hun verzet. Daarvan kan echter geen sprake zijn. Een windpark moet er komen, 35 molens van maar liefst tweehonderd meter hoog. Recht voor hun neus. En dat pikken enkele inwoners van het Groningse dorp Meeden niet. ‘Je mag in dit land een vrije mening hebben’, constateert Jan Hendriks, één van de voortrekkers, cynisch in Tegenwind – Het Verdriet Van De Veenkoloniën (58 min). ‘Als het maar hún mening is. Echt verbazingwekkend!’

Zo ontvouwt zich een typische boze burger-film: over gewone Nederlanders die worden geconfronteerd met een in hun ogen onverschillige, hardvochtige of zelfs onrechtvaardige overheid. Ze besluiten om terug te slaan. Wat begint met ludieke acties – een barbecue op de plaatselijke weg N33, demonstranten met kop van jut-maskers en een bezet buurthuis – mondt uit in projectielen op de akkers van windmolenvriendelijke boeren, bestuurders die worden afgebeeld als nazi en bedreigingen aan het adres van lokale bedrijven.

Deze terugblik op die strijd, vanuit het perspectief van de Groningse Don Quichottes, is thematisch verwant met eerdere films van Kees Vlaanderen. Waar hij in Holwerd Aan Zee burgers introduceerde die samen met – of soms ook ondanks – de overheid werkten aan de leefbaarheid in hun Friese dorp, liet hij in De Kleine Oorlog Van Boer Kok al zien hoe de verhouding Nederland-Nederlander ook danig verstoord kan raken. Deze docu gaat eigenlijk verder waar die film ophield: terwijl bij Boer Kok vooral de familie zelf de strijd aanbond, is het nu een belangrijk deel van de gemeenschap dat in het geweer komt.

Vlaanderen laat deze tegenstanders van het windmolenpark uitgebreid aan het woord, zonder hen echt het vuur aan de schenen te leggen. Óók als ze verbaal of non-verbaal uitdrukken dat hun doel toch wel zo’n beetje alle middelen rechtvaardigt. Terwijl er in Meeden toch echt mensen of organisaties huizen die er een wezenlijk andere mening  op nahouden. Zij ontbreken echter in deze film, waardoor de sympathie van de kijker vrijwel automatisch komt te liggen bij de actievoerders, die elke vorm van twijfel over hun eigen handelen lijken te hebben uitgeschakeld.

Intussen werpt Tegenwind elementaire vragen op over onze democratie en de verhouding van de burger tot de overheid. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat Nederlanders écht inspraak hebben? Hoe ga je om met de onmacht van burgers die wél gehoord zijn, maar zich toch niet gehoord voelen? En waar houden burgerlijke ongehoorzaamheid en verzet op en beginnen intimidatie en zelfs terreur? Het verzet in Meeden eindigt in elk geval bij de rechter, waar de twee voornaamste oproerkraaiers in de beklaagdenbank zijn beland.

Samen

Nederland, Amsterdam, 22 november 2019. Carmen Cobos en haar man Kees Rijninks. Foto: Jorgen Caris

Misschien beleven ze ook deze fase in hun bestaan te veel samen. ‘Anderen zeggen dat ik meer mijn eigen leven moet leiden’, zegt Carmen Cobos over haar echtgenoot Kees Rijninks, die sinds enige tijd de ziekte van Parkinson heeft. ‘Maar ik wil me geen weduwe voelen voor ik dat ben.’ Het koppel maakt een film over hoe ze Samen (77 min.) met zijn aandoening omgaan – en hoe dat in de toekomst moet.

In deze persoonlijke film ontmoeten ze ook andere stellen die de verduivelde ziekte in hun leven hebben gekregen. Gezamenlijk representeren zij de verschillende stadia van Parkinson: van een jong koppel dat samen bloembollen teelt tot een ouder echtpaar, waarvan de vrouw eigenlijk niet meer thuis kan wonen. En dan is er nog de alleenstaande man, die enkele jaren geleden plotseling zijn vrouw verloor en alleen is achtergebleven met Parkinson.

Cobos en Rijninks tekenen hun verhalen met veel begrip en nog meer blikken van herkenning op en verweven die met hun eigen stappen op het pad dat de ziekte voor hen uitlegt. Wat de toekomst brengt is voor allen glashelder: de aandoening is ongeneeslijk. Maar hoe en wanneer je dat eindstadium bereikt, ligt in de toekomst verscholen. ‘Die Parkinson kruipt stiekem naar binnen en je weet niet waar en wat er gebeurt’, stelt Ans, die de diagnose alweer zeven jaar geleden kreeg.

Te midden van deze onzekerheid, alle praktische problemen die de aandoening met zich meebrengt en de angst dat hun denk- of communicatievermogen raakt aangetast, proberen deze gewone mensen te bewaren wie ze zijn en waar ze van houden. Samen met hun partner, die natuurlijk ook met zijn eigen angsten en onzekerheden moet zien te dealen. Want Parkinson hebben ze inmiddels echt met zijn twee, zo laat deze fijngevoelige film zien.

Samen brengt al die verhalen liefdevol samen. Van mensen die, ieder voor zich en toch samen, het beste proberen te maken van het lot dat het leven hen heeft toebedeeld.

Leve De Vrouw Van De SRV

BNNVARA

Probeer haar maar eens níet in je hart te sluiten. Met dat (grote) hart op de tong, het eeuwige shaggie in de mond en die onmiskenbaar Tilburgse tongval. Tonny Steenis, voormalig probleemgeval. Dwars. Agressief. Tokkie. Ooit was ze zelfs dakloos. En probeerde ze naar binnen te rijden bij het politiebureau.

Met ‘Tonneke’s rijdende winkel’ heeft ze zichzelf opnieuw uitgevonden (‘ik ga nooit meer naar de soos’) en is ze zowaar een sociale functie gaan vervullen in de wijken die ze met haar wagen aandoet. Ze maakt her en der een praatje, biedt een luisterend oor en matst vaste klanten die even op zwart zaad zitten.

Tonny heeft zelf eigenlijk ook geen cent te makken. Heel veel levert die wagen niet op. Ze heeft er ook flinke schulden voor moeten maken. En vriend Kees, met wie ze oeverloos kan bekvechten, maakt haar zo nu en dan horendol. Soms komt de stoom bijna letterlijk uit haar oren en ziet zelfs deze doorgewinterde doordouwer het niet meer zitten.

Toch is Leve De Vrouw Van De SRV (originele titel: Laatste Der Mohikanen, 47 min.) op de één of andere manier een optimistische film. De documentaire, waarmee Max Ploeg afstudeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, toont een vrouw die zich niet laat ontmoedigen door de klappen die het leven aan haar heeft uitgedeeld.

Ploeg dringt via zijn cultheld in de dop tevens diep door in een volksbuurt, waar allerlei kwetsbare mensen het hoofd boven water moeten zien te houden. Hij kijkt onbevooroordeeld met Tonny mee, begeleidt haar lotgevallen met een lekker lome jazzsoundtrack – en dus niet met Nederlandstalige schlagers – en tilt de film zo moeiteloos uit boven de gemiddelde docusoap over een probleemwijk.

Tonneke blijft intussen, soms tegen beter weten in, stug rondrijden. ‘Totdat we erbij neervallen.’

Hart Van De Democratie

NTR

‘Iedereen doet hetzelfde. Want als je iets anders doet, dan mis je iets’, stelt politiek commentator Kees Boonman over zowel de Haagse politiek als de journalistiek die daar bedreven wordt. Hij heeft zich zojuist losgemaakt uit een kluwen verslaggevers, fotografen en cameramensen die een halve cirkel vormden rond de bewindspersoon, die op dat moment ’Het Nieuws’ vertegenwoordigde. ‘Iedereen wil het anders doen’, constateert Boonman. ‘En het wordt steeds moeilijker om iets anders te doen.’

De routinier leidt de kijker als een ervaren gids rond door het Hart Van De Democratie (87 min.). Als tegenpool voeren de filmmakers Suzanne Raes en Liesbeth Witteman de jonge journaliste Charlotte Nijs op, de eerste politieke verslaggever van het SBS6-programma Hart Van Nederland. Via hen gaan ze op zoek naar het antwoord op de vraag of de Nederlandse parlementaire democratie, net als het Tweede Kamergebouw zelf, aan een grondige renovatie toe is.

Boonman spreekt in dat kader prominente politici als Johan Remkes, Khadija Arib en Alexander Pechtold over het veranderde ambt van parlementariër en neemt met hen de staat van ons bestel op. Volgens Pechtold is er bijvoorbeeld geen reden voor ernstige ongerustheid. De democratie heeft gewoon een stevige griep. Maar aan een verwaarloosde griep kun je dood gaan, werpt Boonman tegen. In het volgende shot zit niet geheel toevallig Thierry Baudet piano te spelen in een reportage van Nijs. ‘Weet je wat het is, Charlotte?’ vraagt hij vanachter de vleugel. ‘Een Schuman-kamerconcert ga ik spelen.’ De verslaggeefster kijkt het fragment terug op een montagecomputer. ‘Nou, één soundbiteje lijkt me voldoende’, zegt ze lachend tegen haar editor.

De film telt talloze van zulke lekkere doorkijkjes naar de wisselwerking tussen pers en politiek. Zo is er bijvoorbeeld een prachtige scène waarbij Boonman zuchtend achterblijft nadat hij enkele aalgladde quotes te verduren heeft gekregen van de zojuist gepresenteerde nieuwe fractievoorzitter van D66, Rob Jetten. Daarna werkt hij in zijn eentje een stukje van de bijbehorende feesttaart weg. Even later duidt voormalig kamerlid Gerard Schouw zijn voormalige stagiair Jetten: die jongen is gewoon in en in keurig. ‘Alleen of hij slecht genoeg is… Je moet ook wel een beetje een slecht mens zijn, hè?’ Boonman beaamt. Schouw moet er smakelijk om lachen.

Deze kostelijke documentaire kijkt zo met een antropologische bril naar de Tweede Kamer, waarbij reacties op Twitter de botte, grappige of juist onverschillige respons daarop vanuit de samenleving vertegenwoordigen. Die buitenwereld meldt zich ook letterlijk in het huis van de democratie middels demonstranten, rondleidingen en een reünie van kabinet Den Uyl. De mores en omgangsvormen mogen dan veranderen, het Hart Van De Democratie blijft onverminderd kloppen: soms wild, dan weer lui of onregelmatig.

Hart Van De Democratie is hier te bekijken.

When Are You Coming Back, Kees?

Movies That Matter

Terug naar ‘het geroofde land’. In 1987 maakte Kees Schaap als filmstudent De Kinderen Van Mevrouw Al Areidy, een documentaire over enkele Palestijnen die zich verzetten tegen de Israëlische bezetting van hun geboortegrond. Die film is echter nooit uitgezonden en heeft dus geen enkel verschil gemaakt. Schaap voelt zich er nog altijd schuldig over. Terwijl zijn eigen carrière daarna goed op gang kwam, raakten zijn Palestijnse vrienden alleen maar verder in de verdrukking. Joodse kolonisten pikten stelselmatig hun land in.

Samen met zijn zoon Mark besluit de Nederlandse filmmaker zijn toenmalige hoofdpersonen te gaan opzoeken. Schaap heeft de voormalige strijder Adnan Al Areidy, diens moeder Oem Mohammed en zijn eigen vertaler Hisham Sharabati 31 jaar niet gezien. When Are You Coming Back, Kees? (54 min.) is de weerslag van die trip nostalgia naar de Westelijke Jordaanoever, waarbij Kees herinneringen ophaalt en de balans opmaakt met zijn oude kameraden en zijn zoon met hun kinderen in gesprek gaat.

Kees en Mark Schaap doorsnijden hun lotgevallen met passages uit de dertig jaar oude documentaire. Uiteindelijk moet het ook tot een vertoning van die film komen, zodat pa Schaap eindelijk, en dat voelt wat gekunsteld, zijn excuses kan aanbieden aan de familie Al Areidy. Ook zijn film heeft hun land niet kunnen redden. Intussen kan die nieuwe documentaire, constateert zoon Mark nuchter, misschien bewerkstelligen dat diezelfde familie voor het eerst in tijden weer eens als eenheid opereert.

Het Beste Voor Kees

Henriëtte (l), Kees (m) en Willem Momma (r) / npostart.nl

‘Vieze, vuile teringmof’, schreeuwt Kees Momma in de auto van zijn moeder een andere weggebruiker toe. ‘Schweinhund! Arschloch!’ In de inmiddels klassiek geworden scène uit de documentaire Het Beste Voor Kees (87 min.) uit 2014, die destijds direct viral ging, scheldt hij de onzichtbare bestuurder van een Duitse auto de huid helemaal stijf. Zijn moeder Henriëtte rijdt ondertussen onaangedaan verder en probeert haar briesende zoon tot rust te manen. Tevergeefs. ‘Die gore rotmoffen zouden ze een keer moeten afstraffen’, fulmineert Kees. ‘Een waterstofbom op Mofrica gooien.’

Het portret van de autistische veertiger en zijn bejaarde ouders geldt als één van de populairste Nederlandse documentaires van de 21e eeuw. De hoofdpersoon kreeg zelfs een soort cultstatus, compleet met eigen Facebook-pagina en invitaties voor De Wereld Draait Door. Met zijn opvallende fascinaties, archaïsche taalgebruik en kenmerkende manier van doen zou hij ook moeiteloos kunnen doorgaan voor een typetje van Kees van Kooten. Die populariteit – hoewel ongetwijfeld goedbedoeld – voelt nog altijd wat ongemakkelijk. Omdat Kees de stereotypen die bestaan over een autismespectrumstoornis, onbedoeld en ongewild, behoorlijk bevestigt.

Bovendien is deze documentaire van Monique Nolte, die in 1998 al de docu Trainman maakte over Kees en nu werkt aan het groots opgezette derde deel Kees Vliegt Uit, in wezen een behoorlijk zwaarmoedige film. Over een man die inmiddels tegen de vijftig loopt en nog altijd volledig afhankelijk is van zijn vader en moeder. En over ouders die geen afstand kunnen/durven/willen nemen van hun volwassen zoon. Ze houden hun hart vast bij de gedachte dat er iets met hen gebeurt. Zonder zijn vader en moeder is ‘hun’ Kees, een klassieke autist die in 2004 eens te gast was bij Vinger Aan De Pols, echt reddeloos verloren. Zelfs heel drastische stappen worden in dat verband bespreekbaar gemaakt.

De zoektocht naar een nieuwe woonomgeving, waarin Kees zichzelf én gelukkig kan zijn, verloopt in elk geval weinig voorspoedig. Nolte brengt de tot mislukken gedoemde pogingen van de familie Momma met compassie in beeld en zorgt voor meer dan voldoende tegenwicht, in de vorm van aandoenlijke familietaferelen en fraaie sequenties waarin Kees’ passie voor tekenen en treinen in beeld wordt gebracht, zodat haar film geen moment topzwaar wordt. Dat is, inderdaad, een heel knappe prestatie, die niet voor niets door een groot publiek is (h)erkend. Waarbij het wel de vraag is wat een vervolg, behalve méér van de cultheld Kees, daar nog aan kan toevoegen.

De complete documentaire Het Beste Voor Kees is hier te zien bij 2doc.nl. In 2022 verschijnt het vervolg Kees Vliegt Uit.

Holwerd Aan Zee

Human

De mooiste scène van Holwerd Aan Zee (50 min.) heeft feitelijk niets van doen met het centrale thema van de film – en toch ook weer alles. Een busje van Coop Holwerd Verbeek rijdt achteruit richting de hoofdingang van de supermarkt. Medewerkers, in die karakteristieke oranje-zwarte uniformen, vormen aan beide zijden van de ingang een ontvangstcomité. De achterklep van het busje gaat open. Familieleden dragen de kist van Bindert Verbeek de supermarkt in, waar de lokale gemeenschap de laatste eer kan bewijzen aan de voormalige kruidenier.

Even daarvoor heeft Bindert in deze fijne documentaire van Kees Vlaanderen nog onverhuld zijn trots uitgesproken over zijn zoon Marco, één van de vier initiatiefnemers van het ambitieuze vernieuwingsproject Holwerd Aan Zee en hem een bijzonder liefdevol klopje op de rug gegeven. Voor dit in het Friese dorp zelf ontwikkelde plan moet de dijk worden doorbroken en wordt er een rechtstreekse verbinding met de Waddenzee gelegd. Van een gemeente die al sinds jaar en dag met krimp heeft te maken, willen de vier mannen weer een bruisende gemeenschap maken. En Bindert had dat nog zo graag willen meemaken.

Om het revolutionaire plan te realiseren is visie, passie én een open blik nodig. Marco Verbeek had bijvoorbeeld ‘niks’ met kunst toen ze werden benaderd door Joop Mulder van Sense Of Place, tevens de man achter het Oerol-festival. ‘En toen ging-ie vertellen wat het oplevert aan bezoekers’, vertelt Verbeek glunderend. ‘Toen dacht ik: oh leuk, kunst!’ Intussen wordt, in het kader van het kunstwerk Wachten Op Hoog Water, met zorg een ‘volle vrouw’ van de Friese kunstenaar Jan Ketelaar op het Holwerdse strand geplaatst.

De Mannen Van Holwerd – een inspecteur van de voedsel- en warenautoriteit, een aardappelboer, een beleidsambtenaar en een kruidenier – zijn inmiddels zelf ook vereeuwigd. Als iconen van de gewone man die zijn leven in eigen hand neemt. Portretfotograaf Linette Raven heeft hen op ware grootte afgebeeld op een denkbeeldige sluis van aardappelkistjes. Gaandeweg krijg je steeds meer sympathie voor de vier mannen en het idee waarvoor ze letterlijk stad en land afreizen en ook bij de Waddenvereniging, het Goed Geld Gala van de Postcode Loterij en de Europese Unie in Brussel terechtkomen. Op zoek naar 65 miljoen euro.

Het is een aansprekend en vaardig verteld verhaal over kleine mensen die groot durven te denken, bereid zijn om over hun eigen belang heen te kijken en onverwijld kiezen voor de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. In een Holwerd, waar krimp plaats heeft gemaakt voor groei. En dat direct aan zee ligt, natuurlijk.

Nieuwe Helden: In Het Hart Van de Tour / De Tour Van Bauke

Amstel Film

Zaterdag is de Tour de France weer begonnen, waarbij half Nederland hoopt dat Tom Dumoulin, na de Ronde van Italië, nu ook even de ronde van Frankrijk gaat winnen.

De documentaire Nieuwe Helden: In Het Hart Van De Tour (87 min.) van regisseur Dirk Jan Roeleven, tevens eindredacteur bij Andere Tijden Sport, dateert uit de tijd dat Dumoulin nog knechtenwerk moest verrichten voor de Duitse supersprinter Marcel Kittel (die gisteren overigens weer een Tour-etappe won).

Roeleven volgt de Nederlandse Argos-Shimano ploeg, die zijn koersen helemaal ‘schoon’ beweert te rijden, tijdens de honderdste Tour de France in 2013. Dat levert een prachtig inkijkje op in een wielerwereld, die zichzelf probeert her uit te vinden na enkele scandaleuze dopingjaren.

In datzelfde jaar was Kees Jongkind, ook werkzaam bij Andere Tijden Sport, vlieg op de muur bij pogingen van de Nederlandse klassementsrenner Bauke Mollema om, eveneens ‘schoon’ natuurlijk, de Ronde van Frankrijk naar zijn hand te zetten. Het werd (bijna) De Tour Van Bauke.

Zoals het gisteren, veertig jaar na dato, ook bijna De Tour Van Hennie werd in Andere Tijden Sport, in een fijne aflevering over de Tour de France van 1977 die Hennie Kuiper had moeten winnen.