Het Complot

EO

Bloemen leggen op een begraafplaats. Het lijkt een liefdevolle daad. In het Zuid-Hollandse dorp Bodegraven krijgt dit ritueel in 2020, als het Coronavirus Nederland in z’n greep neemt, echter een zeer unheimisch karakter. De bloemen zijn bedoeld voor misbruikte en vermoorde kinderen, die daar stiekem zouden zijn begraven. En de leggers ervan, uit het hele land overgekomen, hebben zich laten aansporen door een complottheorie, op basis van hervonden herinneringen, waarvoor geen enkel bewijs is. Toch grijpt die in de krochten van het internet wild om zich heen.

In de fascinerende vierdelige serie Het Complot (175 min.) onderzoekt Joost Engelberts, die eerder ook de intrigerende podcast Onland maakte, hoe de wilde beschuldigingen van één enkele inwoner, de inmiddels in het buitenland woonachtige Joost Knevel, over Satanisch Ritueel Misbruik (SRM) door notabelen van Bodegraven konden uitmonden in intimidatie, bedreigingen en fundamenteel wantrouwen tegenover de Nederlandse overheid. Hij belandt zo in de unheimische wereld van notoire complotdenkers zoals Micha Kat en Wouter Raatgever, die het vuur in hun eigen Red Pill Journal telkenmale blijven oppoken.

Engelberts spreekt ook met Knevel zelf, die van de rechter voortaan zijn mond moet houden over deze gevoelige kwestie. Hij is er echter niet op uit om nu hém aan de schandpaal te nagelen, maar wil oprecht begrijpen waar Knevels beschuldigingen vandaan komen en hoe die konden leiden tot een naargeestige samenzweringstheorie. Engelberts kijkt daarna ook voorbij Bodegraven: naar de angst van bepaalde christelijke stromingen voor de Duivel, de ‘Satanic Panic’ die de Verenigde Staten ooit in z’n greep kreeg en hoe onverantwoord media, ook in Nederland, soms berichten over vermeend grootschalig kindermisbruik.

Het kost Engelberts moeite om mensen te vinden die hem te woord willen staan over dit gevoelige thema. Menigeen wil daar zijn vingers liever niet aan branden. Christiaan van der Kamp, de voormalige burgemeester van Bodegraven, en Johan, een dorpsbewoner wiens overleden broer onterecht in verband werd gebracht met Satanisch Ritueel Misbruik, stemmen uiteindelijk wel in met een gesprek. En gaandeweg, als hij uitzoomt naar het grotere thema van complotten over kindermisbruik, komen daar een officier van justitie, rechercheurs, therapeuten, theologen, een Amerikaanse podcastmaakster én enkele SRM-gelovers bij.

Samen met hen waadt Engelberts, die het onderzoek aanstuurt met zijn betrokken vertelstem, behoedzaam door een moeras waarin ‘t makkelijk verdwalen of verzuipen is. Hij kijkt bijvoorbeeld naar de oorsprong van complottheorieën over ritueel kindermisbruik, die al duizenden jaren steeds weer de kop lijken op te steken. Nog niet zo lang geleden ook in Nederland, waar therapeuten werden beïnvloed door Amerikaanse verhalen over seksueel misbruik en de Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS), die daarmee soms wordt geassocieerd. Twee vrouwen vertellen bijvoorbeeld hoe zij tijdens hun behandeling pijnlijke ‘herinneringen’ hervonden.

Bij cases rond SRM is er vaak sprake van omgekeerde bewijslast, laat Engelberts tevens zien. Want hoe kun je nu bewijzen dat iets niet bestaat en nooit is gebeurd? En mensen die onterecht van de gruwelijkste wandaden worden beschuldigd en volgens de criminoloog Marnix Eysink-Smeets, die over de treurige kwestie in Bodegraven het rapport Bloemen Op De Begraafplaats schreef, dus het slachtoffer zijn van ‘famacide’, reputatiemoord, waken er wel voor om olie op het vuur te gooien en zichzelf opnieuw tot doelwit te maken.

In dit vacuüm kan er, aangejaagd door een maatschappelijke crisis zoals het Coronavirus, ruimte ontstaan voor een kwalijke samenzweringstheorie rond het dierbaarste van het menselijke ras: onze kinderen. In Het Complot tast Joost Engelberts dit zeer gevoelige thema met zowel oprechte interesse, empathie en respect als doortastendheid en een kritische blik af. Het eindresultaat raakt het hart van wat wij/zij geloven.

@omroepeo

Nieuw bij de EO: ‘Het Complot’. Aan het begin van de coronaperiode leggen honderden mensen bloemen op de begraafplaats in Bodegraven, na verhalen over satanisch ritueel misbruik. Maker Joost Engelberts onderzoekt in ‘Het Complot’ hoe dit verhaal kon uitgroeien tot een maatschappelijk explosief dossier en wie erbij betrokken waren. In de eerste aflevering is o.a. de toenmalige burgermeester van Bodegraven aan het woord. Hij vertelt over de gebeurtenissen in zijn dorp en hoe hij deze heeft beleefd. Ben je benieuwd naar deze EO docu-serie? 📲 Kijk vanavond om 22.10 uur naar de eerste aflevering van ‘Het Complot’ op NPO 2. 🔶 Alle afleveringen zijn ook te zien via NPO Start.

♬ origineel geluid – EO

Darklands: Are You Ready To Go Deep?

Cinemien

Sinds 2010 wordt Darklands elk jaar nét iets groter. Behoedzaam brengt de Vlaamse organisator Jeroen van Lievenoogen het grootse indoor gay fetishfestival steeds een stapje verder. Totdat het Coronavirus in 2020 roet in het eten gooit en Darklands noodgedwongen pas op de plaats moet maken.

De COVID-19 periode, waarin ook Darklands verliezen moet incasseren en het doorgaan van het festival elke editie weer onzeker is, markeert het meest geladen deel van deze documentaire van Roland Javornik uit 2023, die soms bijna een promofilm lijkt voor het festival dat jaarlijks zo’n zevenduizend homomannen en andere fetishfreaks verleidt om een kleine week hun wildste fantasieën uit te leven in Waagnatie, een oude loods te Antwerpen.

In Darklands: Are You Ready To Go Deep? (84 min.) gunt Van Lievenoogen, net als tijdens het festival terzijde gestaan door zijn creatieve jongere zus Nathalie (die zelf overigens niet tot de doelgroep van alle festiviteiten behoort), eenieder een kijkje achter de schermen bij Darklands, Het festival heeft zich ontwikkeld tot een vrijplaats voor een internationaal publiek, dat zich onbekommerd kan overgeven aan z’n eigen kinky voorkeuren.

Voor deze kleurrijke gemeenschap – van gayporno- en BDSM-liefhebbers tot leer- en furryfreaks – weerspiegelt het festival de ‘pure vrijheid’, die elders in de wereld nog wel eens ontbreekt. Zo bezien heeft deze productie, die toewerkt naar de festivaleditie van 2022, zeker z’n waarde – al is de Darklands-docu wel héél veel braver dan de thematiek van het festival, waar eigenlijk weinig te gek lijkt, doet vermoeden.

Gokkers

EO

Dertien weken krijgen ze om het monster recht aan te kijken. Via de spiegel. Want het zit in hen. Een verslaving. Niet aan drank of drugs – althans, daarvoor zijn ze hier nu niet. Nee: gokken. Een onzichtbare vijand, die hen langzaam helemaal leegvreet. Totdat ze platzak zijn – en vaak ook elke vorm van krediet bij hun naasten hebben verloren.

In de documentaire Gokkers (57 min.) volgt Wieke Kapteijns vier jonge mannen die bij de stichting SolutionS Verslavingszorg de strijd met het monster gaan aanbinden. Ze worden begeleid door behandelaar en ervaringsdeskundige Bas Brons. Hij leert hen de diepte van hun eigen verslaving kennen en confronteert hen met de wissel die ze op hun directe omgeving hebben getrokken.

Daarover moeten ze brieven schrijven: een schadebrief om op te tekenen hoe een dag met een verslaving er nu werkelijk uit ziet. Een brief aan hun verwanten, waaruit elke vorm van zelfmedelijden is verdwenen, om excuses te maken en vergiffenis te vragen. En een brief aan dat monster om definitief afscheid te nemen – ook al zal dat beslist, in de vorm van een terugval, of twee, nog eens z’n lelijke kop opsteken.

Twee deelnemers aan het therapietraject verschijnen geanonimiseerd in deze film. De andere jonge mannen zijn, ondanks de schuld- en schaamtegevoelen die ook hen parten spelen, wel bereid om herkenbaar te participeren. Pim lijkt eerst nog overtuigd te moeten worden van de ernst van zijn eigen problematiek, terwijl ook zijn vriendin ogenschijnlijk vrij onbekommerd met de situatie omgaat.

Gaandeweg moet hij erkennen dat ook hem een flink gevecht met het monster staat te wachten. ‘Ik ben net zo verslaafd als ieder ander.’ Luuk heeft niet meer de luxe om dat beest te negeren. Z’n ouders zijn bereid om nog eenmaal voor hem in de bres te springen. Voor de allerlaatste keer, volgens z’n moeder. Als hij nu weer de fout ingaat… ‘Dan trek ik ook echt de handen van hem af’, zegt ze. ‘En dat weet ie.’

Via telefoongesprekken met Kapteijns geven de gokverslaafden inzicht in hoe zij hun behandeltraject beleven. Hij deelt dit proces in via thematische hoofdstukken (verwarring, angst en hoop bijvoorbeeld) en verbindt de verschillende therapiescènes met symbolische sequenties die hun persoonlijke ontwikkeling moeten illustreren: kunstwerken, privébeelden en found footage.

Zo benadrukt deze film nog maar eens dat gokkers, net als andere verslaafden, uiteindelijk alles op het spel zetten. Het is een volwaardige verslaving. En dat monster heeft door het legaliseren van online gokken in 2021, een tijd waarin het Coronavirus sowieso al voor verveling en isolatie zorgde, alleen maar meer asem gekregen. Het gebruikt die ideale kans om wild om zich heen te vreten.

Gokkers is hier te bekijken.

Yorkshire Ripper: The Secret Murders

ITV

De Britse truckchauffeur Peter Sutcliffe (1946-2020) is in 1981 tot levenslang veroordeeld voor dertien moorden, voornamelijk op prostituees. Hij zou daarnaast ook zeven andere vrouwen hebben belaagd. De tweedelige true crime-docu Yorkshire Ripper: The Secret Murders (92 min.) betoogt echter dat hij nog veel meer huiveringwekkende daden op zijn geweten heeft.

Ruim twintig andere, nog altijd onopgeloste moorden, eveneens in de periode 1968-1981, lijken perfect in Sutcliffes modus operandi te passen. De slachtoffers zijn echter nooit als zodanig erkend, tot groot verdriet van hun nabestaanden. En de beruchte seriemoordenaar kan hen niet meer uit de nachtmerrie helpen. Peter Sutcliffe overleed in het najaar van 2020 aan de gevolgen van het Coronavirus en nam al z’n geheimen mee het graf in.

Als filmmaker Adam Luria met direct betrokkenen, deskundigen en enkele journalisten die zich in de casussen hebben verdiept, alle feiten op een rijtje zet in deze documentaire, is het nauwelijks voor te stellen dat de Britse politie The Ripper niet eerder in de kraag heeft gegrepen – en dat het verband met die andere openstaande moordzaken nooit is gelegd. Los van het feit dat daarvoor ook volstrekt onschuldige Britten jarenlang hebben vastgezeten.

De Britse politie werd in die tijd vrijwel volledig bevolkt door mannen. Een deel daarvan leek ook van mening dat vrouwen die actief waren als sekswerker ’t er zelf naar hadden gemaakt. De verschillende politiekorpsen werkten in die tijd bovendien volledig langs elkaar heen. Ze beschikten niet over adequate middelen om theorieën, dossiers of bewijsmateriaal uit te wisselen. En dus kon een gestoorde killer jarenlang ongestoord zijn gang gaan.

In het DNA-tijdperk zou een veelpleger zoals Peter Sutcliffe ongetwijfeld snel tegen de lamp zijn gelopen. Hij liet op diverse plaatsen delict sporen achter, die scherpe speurders direct naar hem hadden kunnen leiden. Net als zijn beruchte Amerikaanse ‘vakbroeders’ die in dezelfde periode actief waren en ook konden blijven. Hoewel de kranten volstonden over zijn wandaden, slaagde The Yorkse Ripper er dus in om onder de radar te opereren.

Deze docu zet deze tragische geschiedenis, met een eindeloze rij verminkte vrouwen, stemmig en duister weg, maar blikt verder tamelijk nuchter en ingetogen terug op ’s mans inktzwarte moordlust. Geen galmende voice-over of overspannen horrormuziek dus, maar een grondige ontleding van de feiten en oog voor de verpletterende gevolgen daarvan voor allerlei betrokkenen: overlevenden, nabestaanden en vals beschuldigden.

De schade die – zo laat het zich toch echt aanzien – door één enkele gestoorde man is veroorzaakt, blijkt enkele decennia later nog altijd nauwelijks te overzien.

This Is My Moment

Gruber Images

Hij komt in 2019 als negentienjarige jongen van Eritrea naar Europa. Niet op de vlucht voor oorlog of armoede, maar na een uitnodiging van de UCI. De internationale wielerfederatie heeft Biniam Girmay, samen met enkele andere getalenteerde renners, over laten komen voor een trainingsstage in Zwitserland. ‘Bini’ hoopt daar een profcontract in de wacht te slepen en dan te kunnen gaan werken aan het verwezenlijken van zijn grote droom: deelnemen aan de Tour de France.

De Belgische documentairemaker Lieven Corthouts bivakkeert dan al aan z’n zijde. Samen met Biniam Girmay zelf documenteert hij in This Is My Moment (106 min.) de weg die de Afrikaanse wielrenner in de navolgende jaren moet afleggen van Asmara in Eritrea, waar elke zondag een wielerkoers wordt verreden, naar de belangrijkste wedstrijd van de wereld, de Ronde van Frankrijk. Vóór Biniam hebben daaraan pas vier zwarte renners deelgenomen. Om over overwinningen nog maar te zwijgen.

Onderweg moet hij de nodige klimmetjes nemen en door een aantal dalen heen. De tocht begint met een pikstart: een contract bij de Belko-ploeg. Daarna volgt echter tegenslag in de vorm van het Coronavirus en het ontmantelen van diezelfde ploeg. Intussen zit Bini vast in Frankrijk, ver weg van Saliem, die eerst nog z’n verloofde is en daarna zijn vrouw en de moeder van z’n dochter wordt. Rechtvaardigt de droom – zegevieren, ergens op de weg naar Parijs – zulke persoonlijke offers?

Corthouts toont z’n protagonist op zulke kwetsbare momenten, reist met hem mee naar huis en registreert ondertussen zijn progressie als wielrenner. Want Biniam Girmay begint zichzelf in de navolgende jaren de geschiedenisboeken in te rijden. Van een rariteit in het peloton ontwikkelt hij zich tot een coureur om rekening mee te houden, die aan de meet de strijd kan aanbinden met cracks zoals Mathieu van der Poel. Op z’n wielertenue verschijnt zelfs een slogan: Veni, Vidi, Bini!.

This Is My Moment is de weerslag van die opmars, afgezet tegen het leven dat hij tijdelijk aan de kant van de weg heeft moeten parkeren in Eritrea. Een film die, afhankelijk van het verdere verloop van Biniam Girmays loopbaan, nog aan waarde zou kunnen winnen. Als hij ooit toch eens de regenboog- of gele trui zou veroveren…. Bij de Tour van 2024 bijvoorbeeld, waar de Eritrese held aan de start verschijnt.

The Rise And Fall Of Boris Johnson

Channel 4

Het verhaal is bekend. Aan de vooravond van het referendum van 23 juni 2016, waarbij wordt bepaald of Groot-Brittannië in de Europese unie moet blijven, schrijft Boris Johnson twee columns: eentje om te pleiten voor een Verenigd Koninkrijk binnen Europa en een andere waarin hij zich sterk maakt voor Brexit. En geen mens weet welke kant hij zal opgaan. Het vervolg is al even bekend: het kopstuk van de Conservative Party pleit uiteindelijk voor vertrek en geeft de hoog oplopende maatschappelijke discussie zo misschien wel een beslissende zet. Met een minimale meerderheid zegeviert het Leave-kamp – en kandideert Boris Johnson zich nóg nadrukkelijker als partijleider van de Tories en prime minister.

Het is Johnson ten voeten uit: een berekenende politicus, met het imago van een losbol. ‘Hij was er zeer op gespitst dat ik zijn leven zou optekenen’, vertelt Johnsons biograaf Andrew Gimson bij de start van The Rise And Fall Of Boris Johnson (207 min.), een puike vierdelige docuserie van Barry Ronan. ‘En toen kreeg hij toch last van koudwatervrees en vroeg me hoeveel ik betaald zou worden voor dit boek. Dat wilde ik hem niet zeggen. Het ging om een bescheiden bedrag. En toen probeerde hij me uit te kopen. Elke keer dat ik hem ontmoette, bood hij me meer geld om dat boek niet te schrijven. Als het een boek is waarin ik er flink doorheen word gehaald, zei hij, kan ik dat best hebben. Niets is echter zo beschadigend als een boek waarin de waarheid wordt verteld.’

Gimson probeert een enigszins zelfvoldane glimlach te verbergen. De biograaf realiseert zich dat zijn anekdote een wezenlijk kenmerk van de hoofdpersoon blootlegt: Boris Johnsons problematische verhouding tot de waarheid. Als journalist, die vanuit Brussel regelmatig deels verzonnen stukken over Europa publiceerde, huldigde hij al het uitgangspunt dat je een goed verhaal niet moet dood checken. En als politicus is hij geen haar beter, toont deze boeiende miniserie nog maar eens ten overvloede aan. Met vrienden, collega’s, medewerkers, politieke tegenstanders én Petronella Wyatt en Jennifer Arcuri – vrouwen met wie hij buitenechtelijke affaires had – probeert Ronan vat te krijgen op de man die z’n eigen personage werd, BoJo.

Verteller Kate Fleetwood legt intussen gedurig verbanden tussen het heden en verleden van de Brit die zowel ‘de machtigste leugenaar uit de geschiedenis’ als een verlegen en eenzaam joch wordt genoemd. Terwijl Boris zichzelf na Brexit slinks richting het premierschap manoeuvreert, maakt deze serie uitstapjes naar het getroebleerde gezin Johnson, zijn studie in Oxford (waar hij belangrijke medestanders en rivalen zoals David Cameron en Michael Gove leerde kennen) en z’n relationele leven, waarin hij ’t dus niet altijd even nauw nam met de huwelijkse trouw. Zo ontstaat een gelaagd portret van een gecompliceerde man, die zich niet laat vangen in het overbekende clichébeeld van de elitejongen, die zich heeft vermomd als een man van het volk.

‘Ik zou heel graag eens in het hoofd van Boris Johnson willen kijken en zien wat ik dan tegenkom’, zegt voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn over zijn politieke tegenstander, die zich na Brexit steeds nadrukkelijker begon te manifesteren als een Britse evenknie van Donald Trump en net als de Amerikaanse president in ernstige politieke problemen zou komen door de Coronacrisis. ‘Want ik denk dat er een heel intelligente, calculerende persoon inzit, die zich het imago heeft aangemeten van iemand die het tegendeel daarvan is.’

Bobi Wine: The People’s President

National Geographic

In 2021 zijn er weer democratische verkiezingen in Oeganda. Het is alleen wél de bedoeling dat president Yoweri Musveni dan gewoon wordt herkozen. Hij is al sinds 1986 aan de macht en op zijn oude dag bepaald niet van plan om, ondanks een in de grondwet vastgelegde leeftijdsgrens van 75 jaar, plaats te maken voor een ander. Daarom dienen zijn medestanders in 2017 alvast een voorstel in om die wet aan te passen.

Dit besluit werkt als een katalysator voor de oppositie. Die sluit de rijen rond een nieuwe charismatische kandidaat voor de verkiezingen: het nieuwe parlementslid Robert Kyagulanyi Ssentamu. Ofwel: popster Bobi Wine. Een man die stamt uit een getto, immens populair is bij het gewone volk en de potentie heeft om Bobi Wine: The People’s President (120 min.) te worden. ‘What was the purpose of the liberation when we can’t have a peaceful transition?’ zingt de Afrobeat-held, in zijn kenmerkende rode uniform met bijbehorende baret, tijdens een massaal bezochte campagnebijeenkomst. ‘What is the purpose of the constitution when the government disrespects the constitution?’

Waarna de zingende politicus, alsof zijn eigen woorden moeten worden onderstreept, vrijwel direct in de boeien wordt geslagen en aangeklaagd vanwege landverraad. Daardoor komt een internationale ‘Free Bobi Wine’-campagne op gang. Als de nieuwbakken politicus uiteindelijk – gebutst, maar niet gebroken – vrijkomt, is het gevaar nog altijd niet geweken. Want Musveni – de Oegandese leider die, net als al zijn voorgangers, maar geen afstand kan doen van de macht – beseft waarschijnlijk als geen ander: deze man zegt de dingen die ik zelf in mijn jonge jaren zei. Sterker: hij kan slogans als ‘People Power!’ zelfs zingen! Die zou wel eens populairder kunnen worden dan ikzelf ben.

De filmmakers Moses Bwayo en Christopher Sharp sluiten aan bij Wine en zijn moedige echtgenote Barbie Itungo Kyagulanyi en kijken mee bij een verkiezingscampagne die, ondanks Wine’s luchtig klinkende protestsongs, een steeds grimmiger karakter krijgt. Het regime schuwt geen enkel middel, ook het Coronavirus niet, om de uitslag in z’n voordeel te beïnvloeden. Deze observerende documentaire wordt daardoor een soort zusterfilm van Camilla Nielsson’s President (2021), over de steeds verder ontsporende strijd om het presidentschap van Zimbabwe, en schetst een ontluisterend beeld van hoe democratie als dekmantel voor dictatuur wordt gebruikt – of rigoureus de nek wordt omgedraaid.

En het is naïef om te veronderstellen dat dit alleen in continenten zoals Afrika – en niet in het zogenaamde vrije westen – zou kunnen gebeuren.

De Vele Gezichten Van Tineke Schouten

BNNVARA

Het woord ‘neuken’ krijgt ze nog altijd nauwelijks over haar lippen. Volgens eigen zeggen is Tineke Schouten ‘een heel keurig mens’. Eenmaal op het podium, als één van haar vele volkse typetjes met liefst een plat Utrechtse tongval, deinst ze echter nergens voor terug. ‘Dat ben ik niet’, zegt ze daarover in De Vele Gezichten Van Tineke Schouten (59 min.). ‘Dat is een ander. Dat is dat mens waar ik naar heb zitten kijken en die dat allemaal durft te zeggen.’

In deze gedegen documentaire van Hetty Nietsch en Lisa Bom, tevens moeder en dochter, sleutelt de geroutineerde cabaretière met haar vaste team, onder leiding van manager/producent Jacques de Cock, aan haar 25e theatershow Dubbel. Daarbij horen de gebruikelijke taferelen: de eerste repetities, het aanmeten van de juiste kleding (concreet: voor elk typetje een andere pruik), de try-outs… Voordat de voorstelling echter daadwerkelijk in heel het land kan worden gespeeld, worden de theaters, precies halverwege de film, dichtgegooid vanwege het Coronavirus.

Op bezoek bij collega Richard Groenendijk wil Tineke Schouten, die de pensioengerechtigde leeftijd inmiddels heeft bereikt, desondanks van geen stoppen weten. Al ruim veertig jaar opereert ze nu in het spoor van volkskomieken als Toon Hermans en André van Duin. Ze laat de mensen in het land, waarvoor ze de wereld met liefde en plezier versimpelt, een avondje lekker lachen. En daarbij imiteert Schouten net zo gemakkelijk Máxima als Nana Mouskouri, Amy Winehouse, Erica Terpstra of André Hazes. En, ja, net als haar voorgangers voelt ook zij zich soms miskend.

Dit wordt nog eens geïllustreerd tijdens het kneden van haar show, die na de lockdown toch een doorstart kan maken. Op zoek naar de juiste mix van sketches en liedjes hangt steun en toeverlaat De Cock toch vooral aan de humor, terwijl zij ook nadrukkelijk haar persoonlijke liedjes wil zingen – die hij er voor de televisieregistraties vaak rücksichtslos laat uitsnijden. Want thuis op de bank zitten ze waarschijnlijk toch vooral op de grappen en grollen te wachten. Die wisselwerking tussen cabaretier en manager is één van de aardigste elementen van dit portret, dat de hoofdpersoon tevens privé toont, met haar ernstig zieke echtgenoot en twee volwassen dochters.

Zonder pruiken of koddige kleding laat Tineke Schouten zich daar kennen als een zorgzame moeder, die bang is dat ze vroeger toch te vaak de vrouw is geweest die op zondag het vlees aansnijdt. Een heel keurig mens dat, inderdaad, voor geen meter op Lenie uit de Takkestraat, Toiletjuffrouw of Bep Lachebek lijkt.

How To Survive A Pandemic

VPRO

In de documentaire How To Survive A Plague uit 2012 blikt regisseur David France (Welcome To Chechnya) terug op de pogingen van LGBT-activisten om de Amerikaanse regering onder druk te zetten om het HIV-virus, dat ongenadig huishoudt in hun gemeenschap, eindelijk eens serieus te nemen. Nu de wereld opnieuw heeft te kampen met een dodelijk virus, presenteert David France een soort opvolger voor deze film die destijds werd genomineerd voor een Oscar. Over de pogingen van wetenschappers om een vaccin tegen het Coronavirus te ontwikkelen en de distributie van dit vaccin.

How To Survive A Pandemic (109 min.) is wel een documentaire met een ander karakter. Waar de strijd tegen AIDS in de jaren tachtig voortdurend gepaard ging met woede en frustratie – omdat het de autoriteiten blijkbaar geen snars kon schelen dat Amerikaanse homoseksuelen en masse stierven – wordt de campagne om een vaccin tegen COVID-19 te ontwikkelen op het eerste gezicht gekenmerkt door eensgezindheid. Alle betrokkenen hebben een gezamenlijk doel. Alleen de regering Trump zorgt zo nu en dan voor reuring, door een openlijke breuk met de World Health Organisation bijvoorbeeld of het zwartmaken van de eminente immunoloog Anthony Fauci, die ook in de AIDS-crisis en How To Survive A Plague al een hoofdrol kreeg toebedeeld.

Toch onthult ook deze breed opgezette film – waarin Science-journalist Jon Cohen, die in alle uithoeken van de wereld belangrijke spelers uit de Coronabestrijding interviewt, als centraal personage wordt ingezet – structurele en dieper liggende problemen. De ontwikkeling van een vaccin wordt weliswaar een doorslaand succes, maar dat heeft een naar bijeffect: bestaande verschillen tussen arm en rijk worden erdoor bestendigd, bijvoorbeeld tussen westerse landen die vaccins over hebben en in reserve houden en armere landen die tekort komen en daardoor slechts een beperkt deel van de bevolking kunnen laten inenten.

Het nettoresultaat daarvan beloopt uiteindelijk al snel een miljoen doden, becijfert France in de aftiteling. Het is een wrange conclusie voor een film die de strijd tegen COVID-19 op diverse plekken in de wereld – van brandhaarden als Brazilië en Zuid-Afrika tot de belangrijke vaccinproducent India – treffend in beeld heeft gebracht. Die slotsom ondermijnt de hoopvolle boodschap die je ook uit How To Survive A Pandemic zou kunnen halen: als we er met z’n allen de schouders onder zetten, zijn we in staat om bergen te verzetten en pandemieën te bedwingen.

Candy: A Skater’s Mind

Ruud Lenssen Documentaires

‘We vallen, maar staan altijd weer op’, stelt Candy Jacobs in één van de dagboekfragmenten, waarmee dit persoonlijke portret bijeen wordt gehouden. Want zo doen skateboarders dat nu eenmaal. Ze vallen en staan weer op. Candy weet waarover ze spreekt: in de aanloop naar de Olympische Spelen van Tokyo in de zomer van 2021 wordt ze geconfronteerd met een knieblessure. Ettelijke maanden moet de 31-jarige Limburgse steken in haar herstel en het weer optrainen voor de topprestatie die ze in Japan moet leveren.

Documentairemaker Ruud Lenssen volgt de skateboardster uit Venlo tijdens deze intensieve periode waarin ze haar eigen lichaam weer moet leren vertrouwen. Hij laat haar tevens aan het woord over het ‘stuk hout op vier wielen’ dat haar rust in het hoofd kan bezorgen. Candy is eigenlijk voortdurend met skateboarden bezig. 24 uur per dag. Met het imagineren van nieuwe trucs, het overwinnen van de aanvankelijke vrees daarvoor en daarna het eindeloos oefenen ervan. Totdat het lukt. Elke keer. Altijd en overal. Ook onder druk.

In Candy: A Skater’s Mind (61 min.) alterneert Lenssen voortdurend tussen de voorbereidingen op de Spelen en de periode in Japan zelf, die voor zijn hoofdpersoon op een enorme deceptie uitloopt. Bij aankomst wordt ze positief getest op het Coronacrisis. Candy moet in quarantaine. De filmpjes die ze aangeslagen maakt op haar hotelkamer staan in schril contrast met het noeste skatewerk van de voorgaande maanden, waarop cameraman Rob Hodselmans zich, begeleid door een kekke synth-soundtrack, lekker heeft kunnen uitleven.

Dat vroegtijdige einde op de belangrijkste wedstrijd van haar sportcarrière – voordat ze daar überhaupt heeft kunnen schitteren of falen – moet voor Ruud Lenssen een behoorlijke uitdaging zijn geweest. Hoe voorkom je dat ook de film op een enorme anticlimax uitloopt? Hij zoekt ‘t in de hechte band van Candy met haar ouders en hoe zij samen haar verpeste Spelen beleven en komt daar uiteindelijk behoorlijk mee weg.

Het Kruis Van Tegelen

Hans Heijnen

Het decor voor deze nieuwe documentaire van Hans Heijnen, de Passiespelen in het Limburgse dorp Tegelen, voelt vertrouwd. Heijnen heeft zich in zijn lange loopbaan opgeworpen als een chroniqueur van het hedendaagse Limburg. Niet van het Limburg van de regenten en hun klusjesmannen overigens, van het gekonkelfoes in de bestuurskamers. Maar van de gewone mensen, van de dorpen en oude wijken.

Waar oog is voor de tradities, tegelijkertijd alles in beweging lijkt en mensen houvast zoeken bij of ten opzichte van elkaar. Waarvoor Heijnen dan maatjes wordt met enkele sleutelfiguren in de gemeenschap, de grootste of zoetste exemplaren uit zijn platenkast gebruikt om de vertelling een weemoedige vernislaag te geven en Huub Stapel laat opdraven als verteller, in Limburgs dialect natuurlijk.

Het Kruis Van Tegelen (77 min.) is in dat opzicht een logisch vervolg op pak ‘m beet De Waterwolf Van Itteren, Bokken En Geiten en Bewakers Van Bemelen. Heijnen belicht ditmaal de voorbereidingen in Tegelen voor het Passiespel van 2020, een theatrale uitvoering van het lijdensverhaal van Jezus Christus die elke vijf jaar voor heel wat consternatie zorgt in de plaatselijke gemeenschap.

‘Altijd ruzie en gedoe bij de Passiespelen, fracties tegen elkaar’, stelt regisseur Ben Verbong, die in 2000 aan het roer stond bij een zeer omstreden versie. Verschillen van mening over de tekst, rolverdeling of de relatie met de katholieke kerk hebben door de jaren heen sowieso familieleden, vrienden en geloofsgenoten uit elkaar gedreven. En ook in 2020, als Corona de Passiespelen plaagt, wordt er weer volop gebakkeleid.

Hans Heijnen laat al die spelers, vrijwilligers en fracties aan het woord, illustreert hun ervaringen, opinies en herinneringen met impressies van allerlei verschillende edities van de Spelen en schetst zo op aanstekelijke wijze een gemeenschap in beroering. Waarbij alle betrokken Tegelenaars gaandeweg wel iets van het lijden van Christus in hun eigen leven lijken te herkennen.

Het Kruis Van Tegelen is hier te bekijken.

Justin Bieber: Our World

Prime Video

‘Ik ben aan het vloggen voor de docu, ik ben aan het vloggen voor de docu’, grapt Justin Bieber in z’n telefooncamera, terwijl hij zijn echtgenote Hailey filmt die achter hem staat. ‘Je bent net een echte influencer, schatje’, reageert zij spottend. Het is oudjaarsnacht 2020. Na drie jaar zonder concerten is de Canadese popster klaar om weer te gaan optreden. Vanwege de coronacrisis besluit Bieber om zelf achter de schermen-materiaal te gaan maken. Volgens een officiële tekst aan het begin van de docu: ‘to give fans the complete story behind this show’.

En daarna gaan alle alarmbellen af. Hier in huis welteverstaan. Niet op het scherm of in de wereld van Justin Bieber. Yours truly – ik dus – vraagt zich af wat hij krijgt voorgeschoteld: een echte documentaire of een als documentaire vermomde promofilm? Enigszins voorbarig wil ik meteen opschrijven: de vraag stellen is hem… Dat is alleen wat al te kort de bocht. Laat ik die docu gewoon kijken en het (voor)oordeel opschorten. Terwijl Justin vlogt voor die docu, ga ik gewoon meetikken. Kijken wat het me – en u, beste lezer – oplevert.

Nog één ding vooraf dan: Bieber speelde eerder dit jaar een fijne bijrol in een film over een andere popster, Billie Eilish: The World’s A Little Blurry. Die documentaire – zonder twijfel (mee) in de steigers gezet door Team Billie en tóch een interessant en diepgravend portret – biedt meteen een prima referentiekader voor deze Bieber-productie van huisfilmer Michael D. Ratner (tevens verantwoordelijk voor Demi Lovato: Dancing With The Devil). Die gaat – wat u, beste lezer, en ik, niet al te beste bespreker, daar ook van vinden – hoe dan ook een miljoenenpubliek bereiken. 

Oké, start. Noteren maar: Justin in slow motion op weg naar het podium. En naar de titel van zijn docu: Justin Bieber: Our World (95 min.). Groots opgezette show, in de buitenlucht. Relatief klein liedje, in eerste instantie. Dansers, lichtshow. Opmerkelijke setting wel: een soort flatgebouw. Met een paar honderd fans. Echt niet meer. Volledig Coronaproof. Oh, tis het Beverly Hilton Hotel. Met Justins podium op het dak. Via de stream kijken dus zo’n 150 landen mee. Vertelt een tekst in beeld.

Effe wat b-roll beelden van de voorbereidingen. Alweer een liedje. Nog één. En dan zijn we ineens weer 28 dagen vóór dat concert. Wat een geweldige groep mensen is dit toch om mee te werken! Ze gaan al zo lang mee. Archiefbeelden. Justin zelf is ook top. Heel loyaal. Komt weer een liedje. Justins docu is nu dik twintig minuten onderweg. Tijd voor een liedje. Blijkbaar. En nog één. Crewlid tijdens voorbereidingen unieke show: Justin is een ‘incredible leader’. Leuke vader ook. Geeft Haley, vloggend, een kusje in de nek. Hij krijgt wel een lamme arm van al dat gevlog. Tijd voor een selfiestick, vindt zijn vrouw.

Liedje. Oefenen van groepsdans voor de show. Hard snijden naar die show. Liedje met dans. Lichtshow erbij. Eerlijk is eerlijk: best spectaculair. Terug in de tijd: een crewlid test positief op COVID-19. Hij mag twee weken niet repeteren. Nog 21 dagen tot de show, waarvan ik nu al zeker een half uur heb gezien. Over de helft van de docu inmiddels, dat wel. Voorbereidingen concert. Nog 8 dagen. Positieve crewlid meldt zich weer. Liedje zoveel.

Pfoeh, nóg drie kwartier docu te gaan. Moed in de schoenen, eerlijk gezegd. Leg de iPad aan de kant. De recensent – ik dus – typt met hoofdletters SCHLUSS! En zet Justins docu op pauze. Definitief, dat wel. Zie hem toch een stuk liever als een soort grote broer in die Billie-film.

Het is me inmiddels glashelder: de vraag stellen was hem inderdaad beantwoorden. Voor de fans vast heel tof, noemde het Jeugdjournaal deze ‘documentaire’ vorige week. Dat kan ondergetekende – ik dus – niet beter onder woorden brengen. Ik ga het niet eens proberen.

Crazy Days

Docmakers

Hij moet zich soms als de kapitein van de Titanic voelen: terwijl de tweede Coronagolf Nederland in zijn greep krijgt probeert Riccardo Minasi zijn project bij het Nationale Opera & Ballet drijvende te houden. Samen met een jonge internationale cast bereidt de Italiaanse dirigent zich voor op enkele uitverkochte uitvoeringen van Mozarts fameuze opera Le Nozze De Figaro. Met angst en beven kijken ze uit naar de dinsdagen, naar weer een nieuwe persconferentie die roet in het eten kan gooien.

Intussen ontsmetten ze consciëntieus hun handen en proberen ze ondanks de anderhalve meter afstand gezamenlijk scènes in te studeren. Terwijl ze hun concentratie en enthousiasme proberen vast te houden, kijkt regisseur Sanne Rovers mee tijdens deze Crazy Days (65 min.). Ze laat haar camera door de lege gangen van het operagebouw dwalen, houdt zo nu en dan halt voor een repetitie of fraai gestileerde passage uit de opera en spreekt met de voornaamste spelers.

Corona blijft alomtegenwoordig. Het maakt immers nogal een verschil of je toewerkt naar een serie voorstellingen of naar een livestream (en deze documentaire, die waarschijnlijk door meer mensen zal worden gezien dan de uitvoeringen). De magie van het moment zal in dat laatste geval in het luchtledige, zonder interactie met het publiek, tot stand gebracht moeten worden. En de complete onderneming kan natuurlijk ook nog van het ene op het andere moment worden stopgezet.

Het werken aan Le Nozze De Figaro wordt daarmee een allegorie voor hoe het de kunstensector sowieso is vergaan tijdens de Coronacrisis: ze is volledig overgeleverd aan de grillen van het virus en een overheid die daarop probeert te anticiperen. Dat zorgt voor twijfel, frustratie én teleurstelling. Voor een streamuitvoering is bijvoorbeeld niet de gehele cast nodig. Naarmate de pay-off van hun inspanningen – of het uitblijven daarvan – in zicht komt begint het water hen echt aan de lippen te staan.

Iedereen weet nochtans: wat er ook gebeurt, het orkest speelt door.

Le Grain De Sable Dans La Machine

‘Over tien jaar verlangen we terug naar 2020’, stelt milieuactivist Carola Rackete ferm. De echte grote crisis moet in haar ogen nog komen. Het Coronavirus is niet meer dan een voorbode, de aankondiging van een fundamentele afrekening met onze manier van leven. Toch brengt ook die proloog het leven zoals we dat tot dusver hebben geleid al danig in gevaar.

Kijk maar om ons heen. Of luister naar al die deskundigen in Le Grain De Sable Dans La Machine (88 min.): economen, psychologen, filosofen, biologen, epidemiologen, antropologen, sociologen, fysiologen en ecologen. Vanuit hun eigen gezichtspunt belichten ze in deze documentaire van de Belgische filmmaker Alain de Halleux de Coronacrisis en hoe die de wereld in het jaar 2020 volledig heeft ontwricht.

Het virus zelf – volgens eigen zeggen ‘niet meer dan een zandkorrel, een stukje genetische code’ – laat ook van zich horen, in de vorm van een (in Nederland door acteur Stefan de Walle ingesproken) dwingende voice-over. ‘Ik heb alleen maar aangetoond hoe zwak uw immuniteit is’, zegt de snoodaard tamelijk pedant. De mensheid heeft zijn verdediging veronachtzaamd en betaalt daar nu de tol voor. Simpel, toch?

Het virus beschouwt zichzelf helemaal niet als de ziekte, maar simpelweg als een symptoom daarvan. En trouwens, betogen dat stukje genetische code en alle opgevoerde deskundigen, is de mens zelf ook niet een beetje te vergelijken met een virus dat over de aarde raast? Een virus dat – via z’n nefaste samenlevingsmodel, oneerlijke economische systeem en broze democratie – bovendien zijn eigen antistoffen ontwikkelt.

En dat zichzelf op die manier best wel eens zou kunnen vernietigen. Als de klimaatcrisis hem tenminste niet voor is. Het is natuurlijk geen onbekende boodschap die in deze alarmistische film nog eens goed in de verf wordt gezet: zolang wij onszelf niet veranderen, zouden we zomaar met gezwinde spoed onze eigen ondergang tegemoet kunnen gaan. Het is alleen de vraag of ie nu wél aankomt.

Zodat 2020 niet hoeft te worden geboekstaafd als het jaar van het virus, maar van de grote ommekeer.

Claudia de Breij – Hier Zijn Wij

‘Claudia die vertelt hoe de wereld in elkaar zit’ had even behoefte aan adempauze. In Heintje Davids (1888-1975), de rasartieste die maar geen afscheid kon nemen, vond ze haar ‘paard van Troje’. En in multi-instrumentalist Michelle Samba en deejay/human beatboxer Abdelhadi Baaddi ontdekte Claudia de Breij trouwe kompanen. Ook om gezamenlijk de Corona-periode, waarin ze alle drie een schrijnend optreedtekort opliepen, enigszins gezond door te komen.

In Claudia de Breij – Hier Zijn Wij (50 min.) documenteert Suzanne Raes hoe het drietal zich leven en werk van Davids, telg van een befaamde Nederlandse artiestenfamilie, eigen probeert te maken. Dat lijkt in eerste instantie vooral spielerei. Totdat ze toch, voor een klein publiek, mogen gaan spelen. Sterker: Carré wacht. En dan worden het sleutelen aan en doorleven van de voorstelling, die voor De Breij toch dichterbij komt dan gedacht, ineens een zaak van, nou ja, levensbelang.

‘De familie Davids was een Joodse familie’, vertelt ze tijdens de muzikale familievoorstelling Hier Ben Ik. ‘Dat had ik helemaal niet verteld, want het maakt toch eigenlijk ook niet uit. Het maakt nooit uit wat je bent. Totdat je het van andere mensen niet mag zijn, toch?’ De oversteek naar haar eigen leven is dan snel gemaakt. ‘Je bent gewoon verliefd op iemand. En dan zegt iemand dat dat niet mag. Dan ben je in één keer een homoseksueel.’

Zo gaat deze voorstelling behalve over de onverbeterlijke revuester ook over Claudia de Breij zelf en haar muzikale partners, voor wie ‘spelen’ niets minder dan noodzaak is. Raes brengt die behoefte en het bijbehorende proces treffend in beeld in een achter de schermen-docu, die is doorsneden met Heintje Davids-fragmenten. En als de voorstelling dan echt staat, gooit Corona weer roet in het eten.

The Year Earth Changed

Apple TV+

Als wij even pauze inlassen, constateert ‘s werelds bekendste bioloog David Attenborough, krijgt de aarde de gelegenheid om rustig adem te halen. Voor de natuurlijke habitat van de mensheid en de andere bewoners daarvan is het Coronavirus, en de bijbehorende lockdown, waarschijnlijk dus niets minder dan een zegen. Economische drukte heeft plaatsgemaakt voor weldadige stilte, wilde Afrikaanse dieren worden niet meer gevolgd door hordes toeristen en de lucht is zo schoon dat ze in de Indiase stad Jalandhar voor het eerst in dertig jaar Himalaya-bergtoppen kunnen zien.

Zo bezien was 2020, The Year Earth Changed (48 min.), zonder enige twijfel een hoopvol jaar. En laat het dan maar aan Attenborough en zijn machtige stem over om daar een heuse belevenis van te maken. Schildpadden, walvissen en dolfijnen beginnen weer te floreren. Bedreigde diersoorten als cheeta’s, zeepaardjes en berggorilla’s maken ineens kans om te overleven. En in de bebouwde kom van een behoorlijke stad, ergens in de wereld, kunnen zich doodgemoedereerd herten, nijlpaarden of pinguïns melden.

In een adembenemende scène eigent een luipaard zich bijvoorbeeld een verlaten safariresort in het Zuid-Afrikaanse Mpumalanga toe, tot ontsteltenis van de aanwezige cameraploeg. Het imposante roofdier begint daar zijn eigen ‘all you can eat’-feestje te vieren. Ook indrukwekkend: hoe een Indiase gemeenschap, om zijn eigen oogst te beschermen, rond de akkers speciale gewassen plant om een uitgebreide olifantenfamilie van eten te voorzien en nog eens glorieus in die opzet slaagt ook.

Op zulke momenten oogt deze vanzelfsprekend weer oogstrelende documentaire van Tom Beard bijna als een promotiefilm voor het Wereld Natuur Fonds. Met een stichtelijke boodschap bovendien: mens en dier kunnen wel degelijk coëxisteren. Toch valt uit deze natuurdocu ook een andere boodschap te destilleren: de aarde zou wellicht een stuk beter af zijn zonder de mens. Of in elk geval: zonder een groot deel van de mensheid. Zodat de natuurlijke balans kan worden hersteld.

Die boodschap zal Sir David Attenborough vermoedelijk alleen nooit in de mond nemen.

Hans van Manen: Van Oud Naar Jong

NTR

Het Coronavirus is zich stilaan ook in documentaires aan het nestelen. Vanaf het najaar van 2020 beginnen er al films binnen te druppelen waarin COVID-19 een bijrol speelt – of zelfs de hoofdrol opeist. Totdat we dat net zo spuugzat zijn als in het echte leven.

Over een tijd, als die pandemie (hopelijk) tot de voltooid verleden tijd behoort, zullen we ons wellicht opnieuw verbazen over de alomtegenwoordige mondkapjes, de verplichte isolatie en het gesteggel over van overheidswege opgelegde maatregelen. Tot dat moment moeten we accepteren dat al die ongemakken ook in kunstvormen als documentaire en dans de kop opsteken. Want in deze situatie hebben makers maar één keuze: van de nood een deugd maken.

Ook de leden van het Nationale Ballet moeten alle zeilen bijzetten om gemotiveerd, fysiek in vorm en in goede mentale conditie te blijven. Ze verkennen de mogelijkheden van Zoom-trainingen, repeteren in kleine groepjes en experimenteren met online-voorstellingen. De honger naar échte uitvoeringen voor een volle zaal is alleen nauwelijks te stillen. Op zulke momenten is het een zegen dat er een invloedrijke choreograaf binnen handbereik is.

In Hans van Manen: Van Oud Naar Jong (49 min.) kijkt regisseur Joost van Krieken mee hoe het Nationale Ballet zich het oeuvre van de oude meester eigen probeert te maken. In veertig jaar maakte hij meer dan honderd choreografieën. ‘Als je kijkt naar zijn balletten, zie je een enorme rijkdom en toch een stilistische eenheid’ stelt directeur Ted Brandsen. ‘Een soort heldere visie over wat dans kan uitdrukken en wat het kan betekenen voor mensen.’

Begeleid door een zoals altijd bevlogen Van Manen, inmiddels bijna negentig, maken de dansers Floor Eimers en Edo Wijnen zich uiteindelijk op voor een online reprise van zijn klassieke werk Déja Vù. Ze weten daarbij ook Rachel Beaujean, de adjunct-artistiek directeur van het Nationale Ballet, aan hun zijde. Zij was jarenlang de muze van Hans van Manen en danste in 1981 met Clint Farha zelf het stuk, dat de laatste twaalf minuten van deze verzorgde dansdocu bestrijkt.

The End Of The Storm

Apple TV

‘Ik ben geen control freak’, zegt Jürgen Klopp. ‘Ik denk alleen dat bepaalde dingen op een bepaalde manier moeten.’ Bij zijn eerste wedstrijd als manager van Liverpool zag de flamboyante Duitser bijvoorbeeld direct dat de trainingspakken van zijn team niet goed zaten. Zijn spelers zagen eruit als captain Picard uit de tv-serie Star Trek. Dat moest anders. Zo begint in 2015 zijn ‘regeerperiode’ bij de Engelse voetbalclub, die vijf jaar later voor het eerst in dertig jaar de landstitel zal grijpen.

The End Of The Storm (98 min.) documenteert het seizoen 2019-2020 waarin de ommekeer, ondanks de Coronacrisis, ein-de-lijk wordt bewerkstelligd. De documentaire van James Erskine slalomt slim tussen hoogtepunten uit het voetbalseizoen en het persoonlijke verhaal van Jürgen Klopp, kleine portretjes van beeldbepalende spelers als Virgil van Dijk, Jordan Henderson en keeper Alisson Becker en impressies van het leven als Liverpool-fan in Egypte, India, Japan, Brazilië en China (Wuhan, om precies te zijn).

Dit is natuurlijk een succesverhaal, de hervertelling van een grootse triomf. In samenwerking met de club gemaakt, bovendien. Verwacht dus geen kritische noten of alsnog opgediepte conflicten of strubbelingen. In deze docu worden Jürgen en zijn sterrenteam nog eens ouderwets op het schild gehesen. Daarmee is deze lekker bombastisch gemonteerde film zo’n beetje de antithese van Sunderland ‘Til I Die, de inmiddels twee seizoenen tellende serie over een voetbalclub die afglijdt naar de kelders van het Britse betaald voetbal.

The End Of The Storm markeert het einde van zo’n lijdensweg (een begrip dat bij een club als Liverpool overigens direct tussen aanhalingstekens moet worden gezet). Vrijwel moeiteloos stomen de Klopp-boys op naar een al snel onvermijdelijk lijkende titel. Uiteindelijk hoeven ze slechts één serieuze tegenstander te overwinnen: het Coronavirus, dat heel even de complete Premier League, en daarmee ook Liverpools aspiraties om de onbetwiste nummer één te worden, de nek om dreigt te draaien.

Uiteindelijk krijgt zelfs die vijand Klopp van Jürgen en de zijnen. Met Zoom-sessies houden ze de teamspirit op peil. Zodat ze, indachtig het clublied You’ll Never Walk Alone, tegenwind kunnen trotseren, altijd de kop omhoog houden en ook niet meer bang zijn voor het donker. ‘At the end of a storm’ wacht dan die ‘golden sky’: het negentiende kampioenschap, het eerste sinds 1990.

In datzelfde jaar debuteerde bij de modale Zweite Bundesliga-club FSV Mainz overigens een 23-jarige speler die als voetballer nooit de top zou halen: ene Jürgen Klopp.

Zie Je Me? Hoor Je Me?

Human

‘Karin ziet jou. En jij ziet Karin’, introduceert één van de zorgverleners van Het Hendrickszhuys de nieuwe Skypekar.

‘Ik snap het niet’, antwoordt een oudere mevrouw, die wordt opgevangen in het Amsterdamse verpleeghuis.

‘Maar vind je het wel leuk?’

‘Eigenlijk niet ‘

‘Maar kijk nou, wat een lieve dochter!’

‘Mama, wat fijn om je te zien’, antwoordt die vanaf het beeldscherm.

‘Kom je straks hier?’ vraagt haar moeder streng.

‘Ja, dat zou ik heel graag willen, maar ik mag nog even de deur niet uit door dat stomme virus.’

‘Welk virus?’ reageert moeder verbaasd. ‘Ik weet van geen virus.’

COVID-19 legt natuurlijk ook documentairemakers allerlei restricties op. In de beperking toont zich evenwel de meester. En dus levert de pandemie ook nieuwe initiatieven en inventieve ideeën op. Die Skypekar is daarvan een geweldig voorbeeld. Daarmee kan Het Hendrickszhuys communiceren met de buitenwereld. En daarvan kan Anne-Marieke Graafmans dan weer een aangrijpende documentaire maken: Zie Je Me? Hoor Je Me? (50 min.).

‘Oh, wat een hel dit, jongen!, verzucht één van de zorgverleners bijvoorbeeld als het virus ook in huis toeslaat. ‘Echt afschuwelijk! Maar goed, we motten nog effe door, hè?’ Het tekent de mentaliteit in het Hendrickszhuys: compassie en onverschrokkenheid.

Ook bij locatiemanager Linda Fokke, die vanwege een niertransplantatie tot de risicogroep behoort en dus noodgedwongen aan huis is gekluisterd. Zo goed en zo kwaad als dat gaat probeert ‘baasie’ haar medewerkers van daaruit bij te staan en al beeldbellend normaal werkoverleg te houden. Als dank krijgt ze soms een virtuele knuffel.

Zie Je Me? Hoor Je Me? laat zo de beste kant zien van (particuliere) ouderenzorg in Nederland. Al maken de omstandigheden het lang niet altijd gemakkelijk om de moed erin te houden. ‘Ik woon hier heel raar’, zegt mevrouw Toorenaar bijvoorbeeld treffend tegen haar familieleden. ‘Aan die kant is dood’, wijst ze naar haar ene buur. Over de andere: ‘En die kant is jarig.’

De lach en de traan zijn altijd maar enkele ogenblikken weg in deze hartveroverende film, die de gevolgen van het Coronavirus voor de kwetsbaarste groep Nederlanders en hun directe omgeving blootlegt.

Zie Je Me? Hoor Je Me? is hier te bekijken.

Frontberichten – De Special

BNNVARA

Ze komen uit alle uithoeken van Nederland: Uden, Roermond, Diemen, Rosmalen, Nieuwegein, Breda, Heerde, Leeuwarden, Geldrop, Nunspeet, Schiedam, Oldebroek, Utrecht, Ammerzoden, Zwolle, Tynaarlo, Sint-Oedenrode, Almelo, Zaltbommel, Schaijk, Apeldoorn, Haren, Purmerend, Venlo, Warnsveld of Veldhoven.

Ze werken in het dagelijks leven als wijkverpleegkundige, revalidatiearts, gehandicaptenbegeleider, ambulancemedewerker, huisarts, politieagent, IC-verpleegkundige, locatiemanager van een verpleeghuis, intensivist, maatschappelijk werker, overledenenverzorger, verpleegkundige in een verzorgingshuis, geestelijk verzorger, officier bij de geneeskundige dienst van het leger, schoonmaker van de corona-afdeling, doktersassistent, anesthesiemedewerker of longarts.

En ze luisteren naar namen als Angela, Elsje, Maurits, Kim, Miranda, Theo, Ellen, Wouter, Kim, Gor, Michelle, Geert, Nujen, Rob, Janiek, Eduard, Judith, Charly, Annemieke, Marco, Lin, Cindy, Manon, Thijs, Nick, Rooa, Lotte, Aart en Martine.

Applaus hebben ze gehad. Sterker: we hebben onze handen stukgeklapt. Voor hun werk tijdens de pandemie. En ook voor hun rol in het dagelijkse televisieprogramma Frontberichten, waarvoor ze tot 1 juni jongstleden vlogs verzorgden over de eerste golf van het Coronavirus. Nu blikken deze zorgverleners, aan de hand van bedenker en regisseur Geertjan Lassche, terug op die hectische periode in de documentaire Frontberichten – De Special (56 min.).

Het is een tijdloos document geworden over een onwerkelijke tijd. Niet gemaakt door beleidsmakers of deskundigen, maar door gewone mensen. De spreekwoordelijke handen aan, voor, bij, naast, boven, na en achter het bed. Waarbij, in de woorden van revalidatiearts Maurits, vooral de enorme saamhorigheid in het oog springt.

Samen stijgen ze echt boven zichzelf uit in een tijd die daar ook om vraagt. Iets wat door Lassche nog eens wordt benadrukt met korte nieuwsberichten over de dramatische ontwikkelingen rond COVID-19 en die eenvoudige, maar zeer doeltreffende vormgeving, waarmee in één oogopslag duidelijk wordt dat zij deel uitmaken van een groter geheel. Vele handen maken nu eenmaal licht werk. Dat mag meteen tussen aanhalingstekens: “licht werk”.

En nu gaan ze weer, gewoon, aan dat werk. Beter: dat zijn ze allang.