The Missing Children

ITV

In een hoek van de binnentuin van het St. Mary’s Mother and Baby Home in Tuam, West-Ierland, dat door Bon Secours-nonnen werd gerund en in 1961 is gesloten, doen twee lokale jongens tijdens hun zoektocht naar appels een bizarre ontdekking. We vonden een stapeltje botten, kan Frannie Hopkins zich een kleine halve eeuw later nog altijd goed herinneren. ‘Als er geen schedels tussen hadden gezeten, hadden we geen idee gehad dat het om menselijke resten ging.’

Tot een serieus onderzoek komt het echter niet in de jaren zeventig. De zaak wordt door de plaatselijke autoriteiten grondig toegedekt. Totdat de deksel, door inspanningen van de lokale historica Catherine Corless, in 2014 alsnog van de septische put gaat. Bijna achthonderd baby’s liggen er waarschijnlijk begraven in de tuin van het katholieke moederhuis. Zelfs dat is voor de Ierse overheid echter geen reden om meteen een officieel onderzoek te gelasten.

Sterker: Corless komt zelf onder vuur te liggen. Ze zou een notoire fantast en aandachtszoeker zijn. De nonnen van de Bon Secours-orde en de Ierse katholieke kerk treft in elk geval geen enkele blaam. Hoe dan ook. Het is een bijzonder pijnlijk verhaal, dat in The Missing Children (88 min.) wordt verteld door nabestaanden van kinderen die stierven in Tuam en anderen die er wél overleefden. Een schandaal dat zowel in Ierland als in de rest van de wereld z’n sporen heeft achtergelaten.

Zo werd Michael Byrne bijvoorbeeld geadopteerd door een Amerikaanse echtpaar. Zijn biologische moeder heeft hij nooit leren kennen. ‘Helaas kreeg ik de informatie dat ze inmiddels was overleden en al die tijd in Philadelphia had gewoond’, vertelt hij. ‘Dat is dichtbij waar ik woon. Ik had gewoon de trein naar haar kunnen nemen.’ Hij kan er nog steeds kwaad om worden. ‘Wie heeft waarom besloten om deze informatie, die alleen voor mij belangrijk is, bij me weg te houden?’

Michael Byrne ontdekte verder dat zijn moeder anoniem was begraven en maakte zelf een gedenkteken voor haar. ‘Dat is het enige wat ik voor haar kon doen’, stelt hij geëmotioneerd. ‘Ik heb haar nooit ontmoet en toch altijd aan haar gedacht.’ Het enige wat hem nu rest is aandacht voor haar vragen, bij elke gelegenheid die hij heeft. ‘Annie Owen’, zegt Byrne demonstratief, terwijl hij recht in de camera van regisseur Tanya Stephan kijkt, in een film die zowel aangrijpt als boos maakt.

Van 1922 tot 1998 blijken er ruim tachtigduizend ongetrouwde Ierse moeders te zijn vastgezet in meer dan veertig door de kerk gerunde instellingen. De meeste vrouwen werden gedwongen om afstand te doen van hun baby. Duizenden van die kinderen zijn vervolgens ongevraagd geadopteerd. En nog eens ruim negenduizend van hen zijn zelfs gestorven in de tehuizen. Hun dood werd echter niet officieel geregistreerd. En hun lichaampjes werden simpelweg weggemaakt.

Zelfs 25 jaar na de sluiting van het allerlaatste Mother and Baby Home wachten sommige Ieren die ooit in zo’n tehuis verbleven, of hun familieleden, nog altijd op informatie over wie ze zijn of waren, waar ze vandaan komen en wat er is gebeurd met hun verwanten. Door devote dienaren van God, die er soms nog geld aan leken te verdienen ook, zijn bij hen elementaire mensenrechten geschonden. Dat valt achteraf niet meer te repareren. Hooguit te verzachten.

Forget Me Not

VPRO

Kun je je kind werkelijk uit liefde weggeven? vraagt Sun Hee Engelstoft zich af. Op de dag van haar geboorte is de maakster van de indringende documentaire Forget Me Not (86 min.) afgestaan door haar Koreaanse moeder. Ze weet nu welke achternaam die, en zij dus eigenlijk ook, heeft: Shin. Verder tast Sun Hee, die opgroeide in Denemarken, echter in het duister over haar persoon, situatie en beweegredenen.

Om via een omweg toch antwoord op haar vraag te krijgen, volgt Engelstoft enkele zwangere meisjes tijdens hun verblijf in Aesuhwon, een onafhankelijke opvang voor ongehuwde moeders op het Zuid-Koreaanse eiland Jeju. Soms sluiten daarbij ook hun vriend(je) en/of ouders aan. En die spreken vanzelfsprekend een woordje mee als de jonge vrouwen een ingrijpende levenskeuze moeten maken: houden of niet?

De 21-jarige Jiin was bijvoorbeeld vast van plan om afscheid te nemen van haar dochter. En toen zag ze haar gezichtje en lukte dat niet meer. Toch is de twijfel sindsdien niet verdwenen. ‘Ik weet niet wat ik moet doen met dit kind’, zegt ze vertwijfeld, terwijl de baby op haar arm ligt te slapen. ‘Ze zou een beter leven kunnen hebben bij een ander.’ Een gedachte die bij meer vrouwen in Aesuhwon blijkt te leven.

‘Ben je blij dat je bent geadopteerd?’ vragen de veelal geanonimiseerde meisjes aan Sun Hee. Zij is immers naar een betere plek gegaan, een leven vol misère is haar bespaard gebleven. Volgens de documentairemaakster vergeten ze dat zij haar moeder is verloren. Sun Hee herkent zichzelf in de baby’s in het opvanghuis, vertelt ze in de voice-over waarmee ze de verschillende verhaalelementen verbindt.

Haar eigen adoptieverhaal wordt zo subtiel verweven met het emotionele proces dat de jonge vrouwen voor en na hun bevalling doormaken. Ze kunnen het opvanghuis verlaten als ouder (of, als een enkele goedbedoelende grootouder zijn zin krijgt, als zus). Of glashard ontkennen dat ze ooit in Aesuhwon zijn geweest. Sun Hee staat daarbij aan de zijlijn, maar voelt zich vanuit haar eigen positie duidelijk zeer betrokken.

‘Mam, ik denk dat ik me jou nu een beetje beter kan voorstellen’, concludeert de filmmaakster als ze het Zuid-Koreaanse eiland zelf weer verlaat. Haar moeder en zij zijn voor altijd met elkaar verbonden door één en hetzelfde leed.

Found

Netflix

Het is een niet te bevatten waarheid: ooit hebben hun ouders hen achtergelaten. Bij een weeshuis, in een doos of gewoon aan de kant van een weg. Zelf weten ze daar niets meer van. Ze waren net geboren. En hoe goed ze daarna ook terecht zijn gekomen in de Verenigde Staten – bij een fijn Joods gezin, een alleenstaande vrouw of een christelijk echtpaar – dat blijft natuurlijk knagen.

Misschien konden de vaders en moeders van Lily, Chloe en Sadie helemaal niet anders. De meisjes leerden elkaar als tiener kennen. Uit DNA-onderzoek bleek toen dat ze familie van elkaar zijn. Ze werden alle drie geadopteerd vanuit China, een land dat ten tijde van hun geboorte een strenge eenkindpolitiek voerde. Elk gezin wilde daarom een jongetje op de wereld zetten. Dochters stonden dat ideaal alleen maar in de weg.

En nu willen die meisjes toch weten waar ze vandaan komen. Ze schakelen familieresearcher Liu Hao in, die zelf ook bijna werd afgestaan door haar biologische ouders. Zij trekt erop uit om informatie en erfelijk materiaal te verzamelen in hun geboorteland. Te beginnen in het weeshuis, waar Lily, Chloe en Sadie als kind werden opgevangen, wachtend op een familie die hen een nieuw thuis kon bieden.

In Found (97 min.) volgt regisseur Amanda Lipitz de poging van de drie geadopteerde tieners om hun biologische ouders te vinden. Dat is een persoonlijk en kwetsbaar proces, dat onvermijdelijk gepaard gaat met teleurstellingen. DNA is in dat verband ook onverbiddelijk bewijsmateriaal. Hoe graag de potentiële ouders en kinderen ‘t ook willen, er is uiteindelijk wél of géén match. Een tussenweg bestaat er niet.

Hoewel die zoektocht grote emoties veroorzaakt, wordt deze documentaire nooit echt enerverend. Daarvoor is Lipitz’s aanpak, inclusief zijige muziek, toch te zoet en veilig. Found wordt nooit heel veel meer dan een willekeurige aflevering van Spoorloos, die voor liefhebbers van een happy end bovendien nog wel wat te wensen overlaat.

Allen v. Farrow

HBO/Ziggo

Jarenlang vormden ze een befaamd Hollywood-koppel. Zij schitterde de gehele jaren tachtig in de films, waarmee hij als regisseur een nóg grotere lieveling van pers en publiek werd. Woody Allen en Mia Farrow kregen daarnaast drie kinderen, van wie er twee waren geadopteerd. Hun samengestelde gezin, waarbij de ouders elk in hun eigen huis bleven wonen, bestond daarnaast uit enkele (geadopteerde) kinderen uit een eerdere relatie van Farrow.

Op 13 januari 1992 barstte de bom toen Mia Farrow naaktfoto’s vond van haar 21-jarige adoptiedochter Soon-Yi Previn, die zouden zijn gemaakt door haar eigen geliefde, de 35 jaar oudere Woody Allen. Toen ook besefte het meisje dat zij samen als baby hadden geadopteerd, de zesjarige Dylan, dat ze niet de enige was die zich in de bijzondere belangstelling van haar beroemde vader mocht verheugen. Hun relatie was volgens een psychiater beslist ‘ongepast intens’, maar was er ook sprake van misbruik?

Sindsdien is het Allen v. Farrow (256 min.), een publiekelijk uitgevochten strijd over wat er precies is gebeurd en wie daaraan schuldig is. Woody Allen, inmiddels dik in de tachtig, houdt vol dat hij volledig onschuldig is en het slachtoffer van een wraakzuchtige ex-geliefde (zoals bijvoorbeeld in dit recente interview met de Britse krant The Guardian). Farrow blijft ervan overtuigd dat haar adoptiedochters zijn misbruikt door haar toenmalige partner, die daarvoor nooit, behalve dan in de publieke opinie, echt is gestraft. En gewoon films is blijven maken over oudere mannen met jonge vriendinnen, dat ook.

In deze krachtige vierdelige serie van Kirby Dick, Amy Ziering en Amy Herdy wordt vooral Farrows kant van het verhaal belicht. Met een imposante verzameling getuigen à charge: Mia Farrow zelf, ondersteund door haar kinderen Dylan, Fletcher en Ronan (die als journalist overigens een sleutelrol speelde in de publieke val van #metoo-bullebak Harvey Weinstein). Familievrienden, een privélerares en diverse deskundigen bevestigen hun lezing van de gebeurtenissen. Daar tegenover staat het relaas van Allen, via audiofragmenten uit zijn autobiografie Apropos Of Nothing (2020).

Aflevering 1 en 2 concentreren zich op wat er destijds is gebeurd in het huishouden Allen-Farrow en de achtergronden daarvan. De derde aflevering zet de schijnwerper nog eens goed op het strafrechtelijke onderzoek tegen Woody Allen en de bijbehorende rechtszaken en mediahype, terwijl in de slotaflevering de rekening wordt opgemaakt. De complete serie is doorspekt met intieme familievideo’s, privéfoto’s, materiaal uit allerlei archieven en stiekem gemaakte audio-opnames van telefoongesprekken tussen de voormalige echtelieden.

De documentairemakers staan duidelijk aan de kant van de beschuldigers. Zoals ze dat overigens al in diverse films (The Invisible War, The Hunting Ground en On The Record) hebben gestaan. Of er ook een andere kant aan dit verhaal zit? Vast. Woody Allen zal echter moeten praten als brugman, hetgeen hem natuurlijk wel is toevertrouwd, om de hier tegen hem opgestapelde bewijzen te ontkrachten. Tot die tijd geldt Allen v. Farrow als een ferme aanklacht die de positie van Allen, sinds de opkomst van #metoo sowieso al precair, nóg benarder maakt.

Mia Farrow beweert in elk geval dat ze na hem nooit meer een man in huis heeft gelaten. Behalve haar nieuwe geliefden durfde ze ook zichzelf niet meer vertrouwen.

Ik Kóm Niet Uit Sri Lanka

Human

‘Van binnen voel ik me heel anders dan ik er van buiten uitzie’, zegt Dinja Pannebakker. De jonge vrouw is zo Nederlands als maar kan. Ze komt alleen wel uit Sri Lanka. Als baby werd Dinja geadopteerd door een Nederlands stel. En volgens lotgenoten zou ze nu echt eens op zoek moeten gaan naar haar roots. Zelf heeft ze daar echter geen enkele behoefte aan.

Vandaar de hartekreet: Ik Kóm Niet Uit Sri Lanka (42 min.). De hoofdpersoon vertelt zelf haar verhaal in deze aardige webdocu in vier delen van Lisa Grooters en Reinout Lanting, die nu als één geheel op televisie wordt uitgezonden. Dinja gaat daarin onderzoeken waarom ze helemaal niets voelt als ze een foto van haar biologische moeder ziet. Bij een bezoek aan haar geboorteland wilde ze zelfs maar één ding: weg.

Dinja gaat in gesprek met haar ouders, vriendinnen en collega’s bij de radiozender FunX en spreekt, soms met de nodige tegenzin, af met lotgenoten. De documentaire wordt daardoor wel wat praterig. Gaandeweg wordt haar bovendien iets helder wat de oplettende kijker allang duidelijk is: hoezeer je ook je best doet, je wortels verloochen je echt niet zomaar.

Girl In Return

Haar vorige film over geadopteerde Ethiopische kinderen veroorzaakte in eigen land heel wat commotie. In Mercy Mercy (2012) maakte de Deense filmmaakster Katrine Rijs Kjær inzichtelijk hoe een adoptie helemaal fout kan lopen. Met alleen maar slachtoffers: Masho’s biologische ouders in Afrika, haar Scandinavische adoptie-ouders en het verweesde meisje zelf, dat uiteindelijk verstrikt raakte in de jeugdhulpverlening. Ook Kjær zelf kwam onder vuur te liggen: had ze niet moeten ingrijpen?

Enkele jaren later is er nu een soort vervolg, Girl In Return (55 min.). Ander meisje, hetzelfde liedje: het botert niet met de adoptie-ouders, tegen alle afspraken in is het contact met de biologische ouders rigoureus verbroken en ook dit kind dreigt een speelbal te worden van hulpverleners en de bijbehorende instanties. Ze is alleen wat ouder en al flink aan het puberen. Het adoptiekind in kwestie heet Amy Rebecca Steen. Althans, dat is de naam die ze van haar adoptiegezin heeft gekregen. Eigenlijk heet ze Tigist Anteneh. En ze zit gevangen tussen haar biologische, adoptie- en pleegouders.

Haar verhaal is ronduit treurig stemmend: op tienjarige leeftijd samen met haar zusje overgekomen naar Denemarken, slechts twee jaar later alweer uit huis geplaatst, in een pleeggezin terecht gekomen en daar weer weggehaald. Inmiddels is ze terug bij pleegmoeder Hanne, met wie ze een warme band lijkt te hebben, maar haar adoptieouders die de officiële voogdij hebben liggen dwars. Snapt u het nog? En zou het meisje zelf, dat terugverlangt naar Ethiopië en haar biologische moeder en zus, het dan kúnnen begrijpen? Intussen zit haar jongere zusje Buzayo nog gewoon in het adoptiegezin (en niet in deze film).

Kjær volgt Amy/Tigist van haar veertiende tot haar achttiende en filmt ook haar biologische familie in Addis Abeba, die (aan) haar blijft trekken. Waar ze in Mercy Mercy nog een rol als alwetende verteller claimde, blijft de documentairemaakster in deze wederom zeer schrijnende film geheel buiten beeld. Ze stelt alleen zo nu en dan een vraag aan het verweesde meisje, dat zich inmiddels afvraagt of de adoptie kan worden teruggedraaid. Van de Deense autoriteiten mag ze echter niet naar Ethiopië reizen om de band met haar familie te herstellen. Het is een hopeloos stemmende patstelling. Wie voelt zich geroepen, of genoodzaakt, om die te doorbreken?

De Baby


Ze had zichzelf wijsgemaakt dat ze een dochter was van koningin Juliana en voor haar eigen veiligheid naar de Verenigde Staten was gebracht. Anderen kenden Anneke Kohnke tijdens de Tweede Wereldoorlog simpelweg als ‘de baby’, een Joods meisje dat na de deportatie van haar ouders opgroeide in een Nederlands pleeggezin.

Fred Blacquière, haar pleegbroertje in die woelige jaren, heeft zijn moeder enkele jaren geleden op haar sterfbed beloofd dat hij op zoek zal gaan naar Anneke, die ze aan het eind van de oorlog uit het oog zijn verloren. Dat is het startpunt van deze prachtige documentaire van Deborah van Dam, de ultieme film over Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De Baby (85 min.) is bepaald geen sjabloonachtige WOII-documentaire, waarin enkele onverschrokken verzetshelden op het schild worden gehesen of juist een tragische Joodse familiegeschiedenis uiteen wordt gezet, zoals de Publieke Omroep elk jaar rond Dodenherdenking en Bevrijdingsdag nog wel eens wil uitzenden. Dit verhaal gaat veel dieper en is nóg confronterender.

De inmiddels in New York woonachtige Anneke, die haar jeugd in de jaren na de oorlog zo ver mogelijk heeft weggedrukt, wordt vanuit Nederland bijna gedwongen om de confrontatie aan te gaan met haar tragische verleden, waarin niets zwart of wit blijkt, om uiteindelijk uit te komen bij het ongemakkelijke heden, dat ook nog vele tinten grijs laat zien.

Het is een schrijnend, bijzonder slim opgebouwd verhaal waarin de kijker, met Anneke, van de ene in de andere verbazing valt. Zo herkent ze zichzelf bijvoorbeeld als baby op een foto met hét symbool van de Jodenvervolging in Nederland, Anne Frank. Ze dacht altijd dat ze dat beeld zelf had verzonnen. Glimlachend: ‘Dus misschien was ik ook wel echt een kind van de koningin.’

De Baby is hier te bekijken.

Mercy Mercy

DK Sales

Een heel enkele keer veroorzaakt een documentaire een storm van verontwaardiging, die maar nauwelijks wil gaan liggen. De IDFA-favoriet Mercy Mercy (56 min.), donderdag opnieuw te zien op NPO2, zorgt in 2012 voor parlementaire enquêtes en kamervragen. Hoe kan dit zomaar gebeuren en waarom grijpt niemand in?

Dat verwijt wordt ook filmmaakster Katrine Rijs Kjær gemaakt. Gedurende vijf jaar volgt zij de lotgevallen van het Ethiopische meisje Masho en haar broertje Roba, die in 2008 op vier- en tweejarige leeftijd worden geadopteerd door een Deens stel. Wat een succesverhaal had moeten worden – kinderen vinden nieuw thuis in liefdevol gezin – mondt uit in een nachtmerrie.

Henriette en Gert probeerden al jaren kinderen te krijgen, maar als het eenmaal zover is blijken ze er niet voor in de wieg gelegd. De adoptieouders kunnen de soms wat obstinate Masho, die hechtingsproblematiek zou hebben, nauwelijks de baas en nemen uiteindelijk een dramatische beslissing. Kjær legt dat hele proces van héél dichtbij vast, zónder tussenbeide te komen.

Intussen snakken de biologische ouders van Masho en Roba, die met AIDS besmet zijn geraakt en waarschijnlijk niet lang meer hebben te leven, in Ethiopië tevergeefs naar contact met hun kinderen. Dat is hen immers meerdere malen beloofd door het bemiddelende adoptiebureau. Ze horen echter niets meer van hen. Hun wanhoop gaat door merg en been.

Mercy Mercy belicht de schaduwzijde van de adoptie van (Afrikaanse) kinderen, zorgt voor een nauwelijks weg te slikken brok in de keel en werpt tevens vragen op over de rol van een documentairemaker: is die film (en wat je daarmee eventueel zou kunnen bereiken) werkelijk zo belangrijk dat menselijke waarden ervoor aan de kant gaan? Of prevaleert uiteindelijk toch de directe verantwoordelijkheid die je hebt als je wordt geconfronteerd met lijden dat je zou kunnen voorkomen of verminderen?