Mo Ihattaren – De Beproeving

Act Of Sports / BNNVARA

Op het dieptepunt weegt hij 117 kilo. De kans op een carrière als topvoetballer lijkt enkele jaren geleden definitief verkeken voor Mohamed Ihattaren. Het voormalige supertalent is begin twintig en lijkt toch al volledig uitgerangeerd. De ‘slapzak eerste klas’, aldus Johan Derksen, heeft ‘t helemaal verknald bij topclubs als PSV, Juventus en Ajax en wordt alom uitgekotst. Geen club wil zijn vingers nog branden aan het Marokkaans-Nederlandse enfant terrible.

En dan besluit hij er toch nog een keer vol voor te gaan. Ondersteund door zijn eigen ‘Team Mo’, onder leiding van oud-speler José Fortes Rodriguez. Personal trainer Jivan Akihary probeert Ihattaren lichamelijk helemaal fit te krijgen, mental coach Bram Bakker bekommert zich om de geestelijke kant. En Koen Veenstra en Ricardo Kishna zorgen voor de dagelijkse begeleiding. Hij beschikt van zichzelf niet over de juiste mindset, windt Kishna er geen doekjes om in Mo Ihattaren – De Beproeving (55 min.). ‘Anders had ie ons allemaal niet nodig gehad.’

Getuige deze heel aardige docu van Joel van den Heuvel en Tim van Maanen is Mo’s grote steun en toeverlaat echter zijn oudere broer Yassir. Hij voedde hem zowat op, ging altijd mee naar Eindhoven toen Mohamed in de jeugd van PSV speelde en fungeert nog altijd als een soort vaderfiguur voor hem. Zeker nadat hun vader Mostapha na een lang ziekbed, waarbij Mo veelal weg was gehouden, in 2019 overleed, probeerde hij hem samen met moeder Ihattaren op koers te houden. De dood van het gezinshoofd markeerde overigens meteen de start van hun oogappels neergang.

Er is destijds, dat maakt deze film wel duidelijk, erg hard geoordeeld over de tiener die en plein public moest opgroeien en rouwen. Zodra hij over zijn vader spreekt in De Beproeving oogt die ogenschijnlijk nét iets te arrogante Mo al snel weer als een beschadigd joch, dat geen raad weet met zijn gevoelens. ‘Ik ben een emotievreter’, bekent hij onomwonden. Het Utrechtse raspaardje kan echter ook grappen over de tijd dat een voetbalcarrière verder weg leek dan ooit. ‘Op een gegeven moment wilde ik bijna naar de Hunkemöller gaan, om beha’s te passen.’

Ihattaren, die na enkele jaren weer thuis bij zijn moeder woont, krijgt dan echt iets ontwapenends. In de juiste omgeving, tussen de juiste mensen, is het helemaal geen slecht jong. Dat spreekt ook uit de warme woorden die Mark van Bommel, jarenlang zijn trainer bij PSV, nog altijd aan hem wijdt. Hij heeft de mens en de voetballer Mohamed Ihataren, die zich via RKC Waalwijk naar een contract bij eredivisieclub Fortuna Sittard heeft geknokt, duidelijk nog niet opgegeven – hoe sceptisch Johan Derksen, ooit één van de mannen die hem over het paard tilde, daarover ook is.

Dit portret is ongetwijfeld bedoeld om het joch Mo achter het %#@-ventje Ihattaren vandaan te halen. Zodat de allerlaatste kans voor deze potentiële topspeler ook daadwerkelijk kans van slagen heeft. Hij bezoekt daarin verder zijn eerste club S.V. Houten, laat zich als een eregast onthalen op een kickboksgala en geeft alles wat ie in zich heeft tijdens een bokstraining. En hij gaat, in het kader van zijn persoonlijke herbronning, naar Al Hoceima in Marokko, om het graf van zijn vader zaliger te bezoeken. Om nog eens goed te beseffen waarvoor – en voor wie – hij ’t doet.

Millonario

Netflix

Het was geen geluk, vindt zijn gelovige vrouw Blanca, maar een zegening. Als Javier Zapata, een veertigjarige boer uit de Zuid-Chileense stad Los Ángeles, in maart 2018 ontdekt dat ie over het winnende lot van de Kino-loterij beschikt, kan hij zijn geluk in elk geval niet op. Ze kunnen allebei stoppen met werken. De jackpot van ruim drie miljoen euro wordt binnenkort immers op hun rekening bijgeschreven. De gezegende winnaar moet de prijs alleen nog even claimen. Maar waar heeft hij dat lot ook alweer gelaten?

Javier heeft zestig dagen om het bewijs van zijn prijs te overhandigen. Samen met zijn vrouw en hun dochter Mariela kamt hij het hele huis uit, op zoek naar het lot dat waarschijnlijk is weggegooid tijdens het schoonmaken. Het leidt in Millonario (102) tot een serie kluchtige scènes, waarin de drie met liefde en plezier de navolgende prijzenslag nog eens naspelen. Want als dat lot is opgediept, letterlijk uit het vuil, ontstaat er discussie over de authenticiteit ervan en wil Lotería Concepcion niet uitkeren. Ook omdat er zich nog een andere gezegende Chileen heeft gemeld…

De inmiddels zevenjarige (!) lijdensweg van de Zapata’s om hun recht te krijgen is dan pas net begonnen. De Chileense broers Felipe en José Isla fabriceren daarvan een tragikomisch tis-toch-niet-te-geloven! verhaal over rijkdom, hebzucht en oplichting, dat wordt ingebed in een grotere vertelling over de cultuur en historie van gokken in Chili, op paardenrennen in het bijzonder. Tussendoor laten gewone Chilenen op straat hun licht schijnen over de persoon Javier Zapata en zijn geloofwaardigheid, of geld een mens kan veranderen en wat zij zelf zouden doen met zoveel miljoen.

Het resultaat is een zeer vermakelijke, opvallend luchtig getoonzette zedenschets over een man die een kans ziet om aan zijn gewone bestaan te ontsnappen en dus het geluk – waarop hij recht meent/zegt te hebben – probeert af te dwingen. En de mensen om hem heen hopen daarvan mee te profiteren, fronsen hun wenkbrauwen of steunen hem van ganser harte. Het lot heeft beslist, concluderen de Hermanos Isla nét voor de aftiteling van Millonario. En zij die (niet) gezegend zijn, hebben dit maar te aanvaarden.

I’m Your Venus

Netflix

De drie Amerikaanse broers Pellagatti zijn in het verkeerde verhaal beland. Joe, John en Louie zouden vast helemaal op hun plek zijn geweest in een film over politiemannen, brandweerlieden of – voor mijn part – Sopranos-achtige ‘wisemen’ uit New Jersey. Door een schokkende gebeurtenis in hun familieverleden zijn de drie no nonsense-mannen van Italiaanse en Puerto Ricaanse afkomst echter in een transtragedie beland: hun zus Venus werd in december 1988 vermoord. En de dader is nooit gepakt.

Venus Xtravaganza (1965-1988) was een transvrouw, die door haar participatie aan de klassieke documentaire Paris Is Burning (1990), een bruisend portret van de New Yorkse ballroom-scene, een ijkpunt in de Amerikaanse transhistorie werd. Óók omdat het dus slecht met haar afliep. Dat gebeurde in die tijd overigens wel vaker: transvrouwen bewogen zich noodgedwongen aan de rafelranden van de samenleving en hielden zichzelf vaak in leven met sekswerk. En dat lukte soms alleen met drugsgebruik.

De drie broers van Venus – de naam die ze bij haar geboorte als jongen heeft gekregen, haar zogeheten ‘deadname’, wordt in deze film van Kimberly Reed nooit genoemd – gaan ruim dertig jaar na dato alsnog op onderzoek uit. Niet alleen naar hoe, waar en door wie ze stierf, maar ook naar wie zij eigenlijk was. In dat kader zoeken ze in I’m Your Venus (84 min.) ook nadrukkelijk contract met vertegenwoordigers van haar andere familie, het House Of Xtravaganza, waar tegenwoordig ‘mother’ Gisele de scepter zwaait.

Joe, John en Louie Pellagatti hebben bijvoorbeeld een ontmoeting met José Disla Xtravaganza, die Venus destijds heeft gekend. Dit gesprek begint buitengewoon stroef. José weet dat hun zus zich niet geliefd voelde door haar familie en legt dat nu op hun bord. ‘Hoe kan ik iets begrijpen waar ik niets over weet?’, reageert Louis, vanuit zijn tenen, maar zeker niet zonder respect. ‘Maar ik begrijp haar pijn omdat ze van ons en haar familie hield. En hoe ze zich gevoeld moet hebben. En dat doet mij ook pijn.’

Dat is ook het aardige van deze film: hier komen daadwerkelijk twee werelden samen, waarbij het verleden niet zomaar wordt gladgestreken. Het vormt tegelijkertijd ook geen onoverkomelijke beletsel richting de toekomst. ‘Ik heb veel dingen gedaan die haar kapot maakten’, bekent oudste broer John bijvoorbeeld tegenover een vriendin van zijn zus, Helen. Als Venus op zijn zoon Mikey oppaste, kreeg ze van John een duidelijke boodschap mee: ‘Als je met hem naar buiten gaat, kleed je dan niet als een vrouw.’

En nu werken ze samen, zulke traditionele mannen en leden van het huis Xtravaganza, aan de nalatenschap van hun gezamenlijke familielid. Kan Venus wellicht een postume naamsverandering krijgen? Dat is nog nooit eerder gebeurd, maar zou haar recht doen. En kan er dan ook gewoon ‘Venus’ op haar grafsteen en overlijdensakte worden gezet? Tegelijk is er nog altijd dat vastgelopen moordonderzoek. Wat heeft dit opgeleverd? En kan dit – en daarover lopen de meningen van de Pellagattis uiteen – worden vervolgd?

Hoewel I’m Your Venus, zeker tegen het eind, soms wel erg Amerikaans wordt, raakt de film ook aan iets heel wezenlijks: hoe het vreemde weer eigen kan worden – ook al was ’t dat feitelijk altijd al. En dat raakt.

Toxic

Brabant+

Achteraf bezien was het volgens José van de Vliets broer Albert een veeg teken dat ze op die dag in 2012 haar vlucht miste. Want aan India had de 35-jarige Brabantse vrouw haar hart verpand. Met een eigen hulporganisatie probeerde ze leprapatiënten en minder validen te ondersteunen. Nu had José alleen helemaal geen zin om het vliegtuig in te stappen. Want hij ging ook mee, de man die haar leven al een hele tijd onmogelijk maakte en die er ook voor zou zorgen dat die vlucht naar India haar allerlaatste zou worden.

De vijfdelige docuserie Toxic (115 min.) van Nicole Theuns en Ricardo Paz Belvis is een eerbetoon aan het veel te korte leven van José van de Vliet (1976-2012), een reconstructie van hoe dat reislustige bestaan voorgoed werd ontregeld door haar relatie met de Limburgse controlfreak Remco en een overzicht van de gevolgen daarvan. Want, zoals wijlen Peter R. de Vries placht te zeggen: een moord kost meer levens. En dus bezweek José’s moeder Mien bijna onder haar gemis, verdronk haar echtgenoot zijn verdriet tot hij eraan kapot ging en moest hun zoon en José’s broer Albert, ofwel de bekende PSV-fan Appie, naar ‘agressieregulatietherapie’.

En ook haar vriendinnen Ellen en Anita zijn nog altijd lamgeslagen door wat hun maatje José op 21 maart 2012 is overkomen in de Indiase tempelstad Mahabalipuram. ‘Waarom heb je me niet in vertrouwen genomen?’ vraagt Ellen zich regelmatig af. ‘Waarom kon ik je niet helpen?’ Toch kwam dat drama aan de andere kant van de wereld, achteraf bezien, bepaald niet uit de lucht vallen. In 2010 was José al eens zonder bericht een half jaar in India gebleven, in plaats van de geplande zes weken. Later bleek dat ze in het ziekenhuis was beland, waarschijnlijk omdat ze door Remco was mishandeld. Pas naderhand vielen alle puzzelstukjes echter in elkaar.

Theuns en Paz Belvis hebben dit schrijnende familieverhaal opgeknipt in vijf hoofdstukken van ongeveer twintig minuten. Die ogen als een klassieke true crime-productie, met duistere beelden, een onheilszwangere soundtrack, de verplichte deskundigen (hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter, voormalig cold case-rechercheur Leo Simaïs en forensisch patholoog Bela Kubat) én een archetypische engerd, die onherkenbaar in beeld wordt gebracht. Een man van wie het Anita al bij de eerste ontmoeting opviel hoe hij José claimde – al kan die herinnering natuurlijk ook een beetje zijn gekleurd door wat hij later heeft aangericht.

Vanaf aflevering 4 krijgt de miniserie ineens een ander karakter als de filmmakers namens de familie op onderzoek uitgaan en de hand weten te leggen op een deel van het oorspronkelijke politiedossier. ‘Sommige dingen zullen voor jou wel pittig zijn, denk ik’, waarschuwt Theuns dan José’s broer Albert, die vervolgens voor de camera wordt geconfronteerd met allerlei details van het misdrijf – niet héél subtiel – en daarna meer informatie over de dader krijgt toegespeeld. Een maand later vertrekt zij naar India om als een vrouwelijke variant op Peter R. de Vries zelf poolshoogte te gaan nemen en liefst ook Remco K. in beeld ter verantwoording te roepen.

Het wordt de tamelijk ongemakkelijke apotheose van een tragisch verhaal over een toxische relatie die op de ergst denkbare manier is geëindigd.

900 Días Sin Anabel

Netflix

Probeer ‘t eens. Sla de eerste vier minuten en vijftien seconden over en begin daarna, zonder enige voorkennis, aan de driedelige docuserie 900 Días Sin Anabel (155 min.). Dan stap je onvoorbereid in de taak waarvoor de Spaanse opsporingsleider Jaime Barrado, gespecialiseerd in ontvoeringen, zich in 1993 ziet gesteld. Hij wordt belast met de ontvoering van een 22-jarige jogger, Anabel Segura Foles. De jonge vrouw uit de welgestelde Intergolf-gemeenschap, een ‘gated community’ in de omgeving van Madrid, is op 12 april door enkele mannen in een wit busje meegenomen.

Als je de eerste vier minuten van de eerste aflevering mijdt, kun je langzaam in Anabels geruchtmakende ontvoering zakken en gaandeweg alle uithoeken van de zaak ontdekken. Als je de beginsequentie wél kijkt – wat natuurlijk de bedoeling is van de verantwoordelijke streamer Netflix, om je als adrenalinejunk direct bij je lurven te pakken – zijn die allemaal al bekend en wordt de rest in feite een herhalingsoefening, met overbekende true crime-ingrediënten, zoals terugblikinterviews met politiemensen, journalisten en officials, slim geplaatste cliffhangers en een oplopend tellertje voor het aantal dagen dat de jonge vrouw nu al verdwenen is.

Niet dat dit misdaadverhaal dan geen spannende elementen bevat. Men neme bijvoorbeeld de diverse pogingen om het losgeld over te dragen, de meningsverschillen tussen de politie en Anabels familie én – voor het eerst te horen – het telefonische steekspel met de ontvoerders. Regisseur Mónica Palomero dient dit op met smeuïge reconstructiebeelden. Denk aan: een ouderwetse telefoon die van de haak ligt, lopende bandrecorders en – aardig detail – een brandende sigaret in een asbak, om het langzaam verstrijken van de tijd weer te geven. Want we hebben in totaal, de titel indachtig, immers negenhonderd dagen te gaan.

Ook die voorkennis – dat de ontknoping bijna drie jaar op zich zal laten wachten – doet enigszins afbreuk aan de kijkervaring. Anabels tragische geschiedenis zou ongetwijfeld het hardst binnenkomen als volstrekt ongewis was óf, hoe en wanneer die tot een einde komt. Zoals ’t ook in het echt ging: Anabels ouders – José en Sigrid Seguro participeren overigens niet in deze miniserie – tasten volledig in het duister over het lot van hun dochter. Totdat… De aandachtspanne van hedendaagse kijkers vereist echter, volgens de Netflixen van deze wereld, dat je hen direct bij de hand neemt en vervolgens stapsgewijs naar een voorgekookte conclusie leidt.

Zodat je je, als kijker die liever langzaam bij de keel wil worden gegrepen, aan het eind toch heel even afvraagt: zouden bij de huidige opzet misschien ook alleen de eerste vier en laatste vier minuten van 900 Days Without Anabel hebben volstaan? En zou een documentaire(serie) die niet geheel voorspelbaar is opgezet de tragedie rond Anabel Seguro niet meer recht hebben gedaan?

Menendez Brothers: Misjudged?

HBO Max

Het is een verhaal dat tot de verbeelding blijft spreken: twee jonge rijke broers uit Beverly Hills vermoorden samen in koelen bloede hun ouders.

En dat is ook precies wat het is: een verhaal. Zeker in de nieuwe Netflix-serie van Ryan Murphy, Monsters: The Lyle And Erik Menendez Story, de opvolger van zijn bingehit Monster: The Jeffrey Dahmer Story. Maar dat geldt evenzeer voor de true crime-docu Menendez Brothers: Misjudged? (88 min.) uit 2022, nummer zoveel in een schier eindeloze stroom tv-docu’s over de beruchte broers, die niet geheel toevallig opnieuw wordt uitgebracht, met een nét iets andere titel: Menendez: Monsters Or Misjudged? Voor wie het ‘echte’ verhaal verkiest boven de ‘gespeelde’ versie.

Deze productie van true crime-crack Andrea de Brito begint in het hier en nu: bij tieners die, ruim dertig jaar na dato, moeiteloos allerlei feitjes over het schokkende misdrijf van 20 augustus 1989 kunnen oplepelen en ook overtuigd zijn van het motief van de broers Lyle en Erik om hun ouders dood te schieten: ze zouden jarenlang zijn mishandeld en misbruikt door José en Kitty. De Menendez-broers zijn namelijk al enige tijd ‘trending’ op TikTok, waar tieners zoals ook de Nederlandse Nora ervan overtuigd zijn geraakt dat hun veroordeling een justitiële dwaling moet zijn. 

Het oorspronkelijke beeld van de twee was heel anders: de rijkeluiszoontjes uit Los Angeles zouden puur uit haat en hebzucht hebben gehandeld. Dat verhaal over seksueel misbruik was slechts een smoesje. ‘The abuse excuse’, noemde topadvocaat Alan Dershowitz ‘t, niet meer dan een ‘verlaat de gevangenis zonder te betalen’-kaartje. Ze werden in de media dan ook keihard aangepakt en eindeloos geridiculiseerd, zo laat De Brito feilloos zien. ‘Ik zou ervoor betalen om ze te zien sterven’, zegt een meisje bijvoorbeeld in een talkshow. Ze oogst er zelfs applaus mee.

En toen belandden beelden van het oorspronkelijke proces tegen de broers enkele decennia na de geruchtmakende moord op het Internet en werden zo, vaak zonder de bijbehorende context, toegankelijk voor een nieuwe generatie crime-consumenten. ‘Jonge mensen die opgroeiden met een meer open en begripvolle mentaliteit waren in staat op deze zaak terug te kijken’, vertelt de Amerikaanse universitair docent Sharon Ross, die mediatrends en jeugdcultuur bestudeert. ‘Zij vroegen zich af: hebben we het verkeerd aangepakt?’ Enter de Free Menendez Movement.

Duidelijk is dat wat er tijdens die rechtszaak is gezegd nu soms totaal anders wordt beoordeeld. Voor seksueel misbruik, in het bijzonder van jongens, is veel meer begrip gekomen – en daarmee ook voor Lyle Menendez, die vanuit de gevangenis zijn kijk geeft op de actuele stand van zaken, en zijn jongere broer Erik. Van gewetenloze daders, die alles in het werk stelden om weg te komen met hun daad, is het beeld voor menigeen gekanteld naar getroebleerde jongens, die gigantisch uit de bocht zijn gevlogen – en daarvoor inmiddels wel lang genoeg hebben vastgezeten.

Menendez Brothers: Misjudged? schetst al met een afgewogen beeld van de geruchtmakende moordzaak en is daardoor meer geworden dan het hap-slik-weg verhaal dat ook van deze tragische casus valt te maken – al krijgen de TikTok-kids echt te veel ruimte en wordt het geheel ook enigszins ontsierd door een platte crime-soundtrack. Neemt niet weg dat de afhandeling van de moordzaak inderdaad serieuze vragen oproept en dat dit ‘verhaal’ nog wel eens een staartje zou kunnen krijgen.

Cowboy Cartel

Apple TV+

De nieuwe politiecommissaris van het Mexicaanse grensstadje Nuevo Laredo laat weten dat hij echt niet bang is voor het drugskartel Los Zetas. Een reactie van de nietsontziende bende, die bestaat uit overgelopen leden van een speciale eenheid van het Mexicaanse leger, laat niet lang op zich wachten: op zijn allereerste werkdag wordt de man doorzeefd met kogels. De boodschap is glashelder: wij, en niemand anders, maken hier de dienst uit.

Wij, dat zijn: Zetas-baas Miguel Treviño (Z40) en zijn broer Omar (Z42), die Los Zetas bestieren als een paramilitaire organisatie. En zij willen maar al te graag hun vleugels uitslaan naar de andere kant van de Rio Grande-rivier, de grens met de Verenigde Staten. Daar, in de Amerikaanse zustergemeente Laredo, zint FBI-agent Scott Lawson in 2010 op tegenmaatregelen. En dan stuit hij op een opmerkelijke transactie: in Oklahoma City wordt een peperduur racepaard gekocht door een onbeduidende metselaar: ene José Treviño. Juist, de broer van Miguel en Omar.

Bieden paardenrennen en de lucratieve handel in potentiële prijzenpakkers misschien een ingang om Los Zetas een kopje kleiner te maken? vraagt Lawson zich af in Cowboy Cartel (184 min.), een vierdelige serie van Dan Johnstone en Castor Fernandez. Wast het gevreesde kartel zo misschien z’n inkomsten wit? Samen met enkele collega’s, insiders en informanten bijt de gedreven FBI-agent zich vast in de zaak. Hij huldigt daarbij een principe dat zich al talloze malen heeft bewezen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad: follow the (drugs)money.

Terwijl Scott Lawson en z’n multidisciplinaire team in deze serie minutieus reconstrueren hoe ze bewijs verzamelen tegen het drugskartel – vervat in nét iets te gelikte, een enkele keer zelfs bijna melige reconstructiescènes, met natuurlijk zo nu en dan ook Narcos-achtige latinmuziek erbij – schetsen Johnstone en Fernandez het schrikbewind van Los Zetas, waarvan ‘t zelfs bij de stoerste federaal agent dun door de broek loopt. Ze doen dat een beetje vanuit de losse pols. Via enkele sprekende incidenten, waarbij het grotere verhaal wel is te bedenken.

Deze miniserie zet liever in op de gewiekste Amerikaanse operatie om Z40, Z42 en hun trawanten uit te schakelen. Die focus op het spannende kat- en muisspel tussen politie en criminelen zorgt er wel voor dat de verpletterende invloed die drugskartels zoals Los Zetas hebben op de Mexicaanse samenleving en de grensregio, en de vervlechting van onder- en bovenwereld die daarmee gepaard gaat, wat onderbelicht blijft. Zo bezien laat Cowboy Cartel ook nog wel wat te wensen over.

Cesária Évora

Cinema Delicatessen

Elf jaar lang kwam ze haar huis niet uit. Cesária Évora (1941-2011), ‘de diva op blote voeten’, zat zogezegd vast in haar hoofd. ‘Ze had met niemand contact’, vertelt haar kleindochter Janete Évora. ‘Ze was compleet geïsoleerd. Haar stem was verstomd.’ Een enorme depressie, die ook later in haar leven nog een paar keer z’n lelijke kop zou opsteken, hield haar al die tijd aan bed gekluisterd.

Pas daarna werd ze ontdekt als zangeres, een glorieuze vertolker van Kaapverdische mornas en coladeras. Om te kunnen – beter: durven – optreden had ze wel een stevige borrel nodig. En manager en vriend José da Silva moest ervoor zorgen dat ze daarbij een beetje maat hield, vertelt hij in het portret Cesária Évora (94 min). ‘Als ze haar eigen limiet overschreed, kon ze niet meer optreden.’

Eenmaal op dat punt in het leven van de artieste aanbeland is dit postume portret wel tot leven gekomen. De documentaire van Ana Sofia Fonseca kent echter een tamelijk taaie start, waarin het, mede door enkele tijdsprongen, zoeken is naar houvast. De film bestaat volledig uit bestaand archiefmateriaal, dat buiten beeld wordt becommentarieerd door de mensen uit haar leven.

Die oude beelden raken regelmatig de kern van de vrouw, die even vrijgevig als nurks uit de hoek kon komen. Illustratief is de ongemakkelijke ontmoeting met de Cubaanse zanger Compay Segundo. Zij ziet er weinig in om te zingen met zo’n ouwe vent, die nauwelijks meer op zijn benen kan staan. En hij, de Cubaanse grootheid van de Buena Vista Social Club, lijkt haar helemaal niet serieus te nemen.

‘Hij probeert me te commanderen’, verzucht zij gefrustreerd. De sfeer is te snijden. En dan slaat hij voor de opnames zijn arm om haar heen en vinden hun stemmen elkaar alsnog vlekkeloos. Ze krijgen er zowaar nog lol in ook. ‘Krijg jij hem nog omhoog?’ plaagt zij hem. Segundo reageert met een schaterlach. Even later staat Évora in de studioruimte uitbundig te swingen op haar eigen muziek.

Zulke scènes tekenen de vrouw achter het icoon. Een anti-ster, getekend door pijn en armoede, volgens Da Silva. ‘Ik vraag me regelmatig af hoe het mogelijk is dat een zwarte vrouw, blootsvoets nota bene, groot kon worden in een industrie die zo geobsedeerd is door jeugd en schoonheid.’ Zelf had ze daar, zeker als de somberte ‘t weer eens won van de levenslust, ook zo haar gedachten over.

‘Als ik deze oude stem uit mijn lijf kon halen en aan een jonger iemand geven, zodat die op tournee kon gaan, dan zou ik dat doen.’ Uiteindelijk ging het licht langzaam uit bij Cesária Évora, die met die weergaloos weemoedige stem toen al in zo’n beetje elke uithoek van de wereld harten had veroverd. Zoals dat van de Belgische held Stromae die haar postuum eerde met het bruisende Ave Cesaria.

Putin And The West

VPRO

Op 24 februari 2022 vallen Russische troepen hun buurland Oekraïne binnen. Het is de schokkende afsluiting van een periode waarin de spanning tussen de twee landen stelselmatig is opgevoerd. Deze doortimmerde driedelige docuserie van Tim Stirzaker reconstrueert de weg naar die oorlog en start in het najaar van 2013 als de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj plotseling besluit om een jarenlang voorbereid associatieverdrag met de Europese Unie níet te ondertekenen. Twee weken later zet hij in Moskou wél zijn handtekening onder een deal met Rusland.

Deze stap – weg van het vrije westen, terug naar wat nog niet zo lang geleden de Sovjet-Unie was – zou zijn afgedwongen door Vladimir Poetin en leidt tot massale protesten op Maidan, het Onafhankelijkheidsplein in Kyiv. Die worden in de navolgende winter met brute kracht neergeslagen door het bewind van Janoekovitsj. In het volgende jaar annexeert Rusland De Krim, zogezegd om de Russische inwoners van dit deel van Oekraïne te beschermen, en wordt vlucht MH17, met bijna tweehonderd Nederlandse passagiers, uit de lucht geschoten door pro-Russische separatisten.

Deze dramatische gebeurtenissen, gereconstrueerd in de eerste aflevering van Putin And The West (180 min.), vormen de aanloop naar het epische conflict dat zich in de navolgende jaren aftekent tussen de Russische leider, die het uiteenvallen van de Sovjet-Unie liefst direct terugdraait, en het westen, dat ‘s mans ambities als een gevaar voor de wereldvrede beschouwt. Daarbij gaat het er soms stevig aan toe. ‘Ik lieg tegen je’, vat de Britse Minister van Defensie Ben Wallace de Russische houding samen. ‘Jij weet dat ik lieg. Ik weet dat jij dat weet. En ik ga tóch tegen je liegen.’

Aflevering 2 verlegt de aandacht naar het Midden-Oosten, waar de Arabische Lente, de opkomst van Islamitische Staat en met name de oorlog in Syrië voor internationale spanningen zorgen. Poetin kiest daarbij de kant van Bashar al-Assad, een dictator die er niet voor terugdeinst om zijn eigen bevolking aan te vallen met chemische wapens. Rusland dekt hem in de rug met het bombarderen van Syrische steden. De slotaflevering werkt vervolgens toe naar de Russische invasie van Oekraïne, die gaandeweg onvermijdelijk begint te worden, hoezeer Rusland ook blijft ontkennen.

De vorm van dit soort geopolitieke series van het Britse productiehuis Brook Lapping (9/11 – Life Under Attack, Inside Europe: Ten Years Of Turmoil en Trump Takes On The World) is doorgaans traditioneel. De kracht zit hem vooral in de sprekerslijst. Behalve allerlei regeringsfunctionarissen en topdiplomaten komen ditmaal de Oekraïense leiders Poroshenko en Zelezny, EU-president Barroso, de Britse premiers Cameron en May, secretaris-generaal van de NAVO Stoltenberg, de Franse president Hollande en de Nederlandse eurocommissaris Frans Timmermans aan het woord.

En die maken van hun hart geen moordkuil. De voormalige Britse premier Boris Johnson klapt bijvoorbeeld uit de school over een ontmoeting met Vladimir Poetin. ‘Boris, ik wil je natuurlijk niets aandoen’, zei die volgens Johnson. ‘Maar met een raket zou het niet meer dan een minuut duren.’ Zulke inkijkjes, al dan niet bewust opgedist om de opponent in een kwaad daglicht te stellen, geven deze serie sjeu en zorgen tegelijk voor inzicht in het hoofd van de mannen die onze wereld bestieren. Zij laten zich soms net zo goed leiden door rancune of (gekrenkte) trots als door het land of belang dat ze zeggen te dienen.

In het voorjaar verschijnt het tweeluik Putin And The West At War.

The Last Dolphin King

Netflix

Een filmpje van welgeteld 99 seconden dreigt hem de kop te kosten. José Luis Barbero werkt al dertig jaar met dolfijnen. Hij is begonnen bij Marineland op Mallorca en heeft daarna ook dolfinaria geleid op andere plekken in Spanje. In 2015 krijgt hij een kans uit duizenden: Barbero wordt gevraagd door het grootste aquarium ter wereld, Georgia Aquarium in Atlanta, om de dolfijnenshow opnieuw op te zetten. En dan zet de Spaanse dierenrechtenorganisatie SOS Delfines een video online waarop de gerenommeerde dolfijnentrainer zijn dieren lijkt te mishandelen.

Niet veel later is The Last Dolphin King (originele titel: ¿Qué Le Pasó Al Rey De Los Delfines?, 94 min.) spoorloos verdwenen. ‘s Mans vermissing vormt het startpunt voor deze gedegen film, waarin Luis Ansorena Hervés en Ernest Riera alterneren tussen de zoektocht naar de 59-jarige trainer en zijn levensverhaal, dat wordt gedomineerd door zijn passie voor dolfijnen, tomeloze ambitie én fikse conflicten. De gedreven Barbero krijgt het bijvoorbeeld aan de stok met het management van de bedrijven waarvoor hij werkte, zijn eigen medewerkers en verontwaardigde dierenbeschermers.

Het filmpje waarmee hij aan de schandpaal wordt genageld speelt daarbij een essentiële rol: is het een waarheidsgetrouwe weergave van hoe Barbero met dolfijnen omgaat of een slinks gemonteerde video die is bedoeld om hem te beschadigen? In The Last Dolphin King stappen voor het eerst de makers ervan, de activisten K en V, uit de anonimiteit en vertellen over hun beweegredenen. Tegelijkertijd doemt vanuit de achtergrond een ander thema op: de toxische werkcultuur die de dominante dolfijnentrainer om zich heen creëerde, waarbij tieren en schelden bepaald niet werd geschuwd.

Met fraaie archiefbeelden vanuit verschillende dolfinaria – waaronder een aangrijpende scène waarin Barbero en enkele medewerkers een bal proberen te verwijderen bij een dolfijn die daardoor dreigt te stikken – en gesprekken met zijn vrouw Mari García, zoons Marcos en Jordi, enkele directe collega’s en de leiding van Georgia Aquarium reconstrueren Hervés en Riera de opkomst en ondergang van José Luis Barbero. Een man die het allerhoogste, Champions League-niveau zogezegd, nastreefde met alles wat hij, de dolfijnen en zijn trainers in zich hadden.

Elin

KRO-NCRV

Ze wil weten wat er in haar kind omgaat. Elin (86 min.) heeft zoveel te vertellen, maar het komt er heel moeilijk uit. Het meisje heeft rond haar geboorte een hersen- en gehoorbeschadiging opgelopen en is bijzonder lastig te verstaan. Elins vader Patrick en tweelingzus Bente kunnen haar lang niet altijd begrijpen. En de buitenwereld al helemaal niet. Haar moeder Marie-José Schelvis weigert zich daarbij neer te leggen: zeker nu de puberteit voor de deur staat wil ze dat haar kind zich kan uiten. Anders zit Elin ‘nog meer gevangen in haar eigen lijf’.

Marie-José wil ook haar eigen verhaal kwijt. Ze blogt over haar ervaringen als moeder van een zwaar gehandicapt kind. Die blogs fungeren tevens als anker voor deze observerende documentaire van Cinta Forger en Walther Grotenhuis. ‘Ik ben moe’, schrijft Marie-José bijvoorbeeld, als ze lijkt af te stevenen op een burn-out. ‘En weet je? Ik mag moe zijn. Het is geen normale situatie. Ik moet het niet meer continu bagatelliseren. Mijn emmer is nooit helemaal leeg, dat accepteer ik, maar misschien krijg ik hem af en toe halfleeg.’

Samen met haar echtgenoot Patrick, die voor zijn werk regelmatig naar het buitenland moet, zoekt Marie-José naar een geschikte spraakcomputer, die Elin met haar mond kan aansturen. Dit wordt een intensief en frustrerend proces, dat in deze aangrijpende film met begrip, compassie en oog voor detail is opgetekend. Werkelijk alle betrokkenen lopen over van de goede wil, maar zelfs zoiets praktisch als het bestellen van een aardbeienijsje – laat staan het uiten van gedachten of gevoelens – heeft al veel meer voeten in de aarde dan wie dan ook wil.

Intussen houdt Marie-José zich ook bezig met de vraag hoe het verder moet met haar dochter als zij niet meer haar ‘handen en tolk’ kan zijn. Elin lijkt op haar eigen manier eveneens gericht op volwassen worden. Van tekenfilmseries verlegt ze haar aandacht naar games, waarin ze – aan de zijde van haar tweelingzus – even helemaal vrij kan zijn. En op Elins kamer in het nieuwe huis dat het gezin, mede voor haar, betrekt moet een vliegtuigenbehang komen. Zodat ze zich, in elk geval in gedachten, soms los kan maken van dat onwillige lijf, om frank en vrij de wereld te verkennen.

Marie-José Schelvis cijfert zich vrijwel volledig weg voor haar opvallend montere kind. Het evenwicht in haar leven, tussen de vastberaden liefde die ze als moeder voelt voor haar dochter en de verantwoordelijkheid die ze voor datzelfde meisje moet (en koste wat het kost ook: wil) dragen lijkt nochtans broos en is afhankelijk van kleine overwinninkjes. Die bieden hoop voor Elins toekomst.

Het Langzame Leven Van Kees Torn

André van der Hout

Het is een tamelijk stereotiep tafereel, bij aanvang van Het Langzame Leven Van Kees Torn (53 min.), dat het imago van de cabaretier in ruste nog eens bevestigt: bij de glasbak ontdoet hij zich geroutineerd van een rugzak vol lege flessen. Een man die structureel te diep in het glaasje kijkt. Alleen de navolgende scène waarin Torn in een willekeurige supermarkt achteloos een stapel halve literblikken bier op de kassaband dropt blijft achterwege. Al meldt hij zich, zo gebiedt de eerlijkheid te zeggen, later in de film nog wel bij een drankspeciaalzaak voor een fles goede whisky.

Sinds hij nog vóór zijn vijftigste vrijwillig met vroegpensioen is gegaan als kleinkunstenaar, leeft Kees Torn volgens eigen zeggen van zijn spaargeld. ‘En dat gaat vrij hard’, zegt hij erbij. ‘Want ik rook dure sigaren.’ En daarmee is, behalve die whisky, meteen een ander terugkerend element uit zijn eigenzinnige oeuvre geïntroduceerd: ‘s mans voorliefde voor exclusieve rookwaar. In fragmenten uit zijn voorstellingen, waarmee regisseur André van der Hout dit lekker trage portret doorsnijdt, volgen al snel nog enkele ijkpunten uit Kees Torns Wondere Wereld: een ongelooflijke virtuositeit met de Nederlandse taal, lenig pianospel en heerlijk wereldvreemde humor.

En ook de hilarische act waarin hij, met het nodige kunst en vliegwerk, tijdens een voorstelling zijn been in z’n nek legt, ontbreekt natuurlijk niet in de chronologisch opgebouwde dwarsdoorsnede van zijn inmiddels afgesloten cabaretcarrière. ‘Zag er op papier wel leuk uit’, vertelt hij er gortdroog bij. Dit portret lijkt hem in eerste instantie ook af te beelden als de persoon die we al van zijn theatervoorstellingen kennen: een man uit een andere tijd, die op een ouderwetse typemachine brieven tikt aan vrienden, rustig naar vogels gaat staan turen en tijdens een potje scrabble met echtgenote José Olsthoorn de tijd neemt om een woord op te zoeken.

Gaandeweg komt vanachter het typetje Kees Torn echter een ander mens tevoorschijn. Niet zozeer een warhoofd als een sombermans. Met een alcoholprobleem, dat wel. Net als zijn vader. Een man ook die volgens eigen zeggen het vak is verleerd, die niets meer te zeggen heeft en die desondanks over genoeg denkvoer beschikt om nachten wakker te liggen. Hij heeft alleen de moed niet om dit van zich af te gaan schrijven voor een nieuwe voorstelling, bekent hij als Van der Hout doorvraagt. Om de bijbehorende maanden van afzondering aan te gaan. En dus gaat de schrijver tegen wil en dank, van zowel tekst als muziek, zonder de spotlights – of illusies – door met wat-ie altijd al deed.

Totdat het licht definitief uitgaat – of onverhoopt tóch weer aan moet.

Mamacita

wiserwithage.com

Toen hij vanuit Mexico naar Europa vertrok om film te gaan studeren, moest José Pablo Estrada Torrescano beloven dat hij ooit een film over haar zou maken. De jongen heeft geen idee waarom zijn oma dat wil, maar weet wél waarom hij zelf toehapte. Er is maar één persoon de baas in zijn familie: Mamacita (75 min.). Zij kan hem vast ook alles vertellen over zijn moeder. José Pablo was slechts dertien jaar oud toen zij overleed en voelde zich toen in de steek gelaten door de rest van z’n familie.

Als hij grootmoeder nu vanuit zijn huidige woonplaats Düsseldorf opbelt in haar imposante villa in Mexico-Stad, vraagt hij het nog maar eens een keer: waarom is het zo belangrijk dat ik een film over jouw leven maak? ‘Een film over mijn leven is belangrijk, jongeheer, omdat je dan een vrouw ziet die zoveel heeft geleden als kind dat ze wel moest slagen in het leven’, antwoordt zij met trillende stem. ‘Begrijp je dat? Zij móest wel slagen.’

María del Carmen Torrescano groeide op in een getroebleerd aristocratisch gezin, bracht vervolgens zelf acht kinderen groot en bouwde ondertussen een schoonheidsimperium op, waarmee ze Mexicaanse vrouwen probeerde te overtuigen van de zegeningen van afvallen, massage en plastische chirurgie. Tijdens de gesprekken met haar kleinzoon komt er nogal wat oud leed boven bij de flamboyante, trotse en dominante vrouw, die eigenlijk geen tegenspraak duldt.

Een voorzichtig kritische vraag ziet grootmoeder al snel als een persoonlijke aanval. Dan trekt ze haar pantser op of reageert zich af op één van haar vaste bedienden. Pas als José Pablo voor de wat opgelegde slotscène van deze egodocumentaire uit 2018 een theatrale truc uithaalt, breekt Mamacita te langen leste en rest van de ijdele 95-jarige matrone even slechts een breekbare oude vrouw. En dan moet ze de film over haar eigen leven nog bekijken.

No Hay Camino

‘Ik heb het gevoel dat hoe minder ik over de dood nadenk’, vertelt Heddy Honigmann aan Johanna ter Steege, de hoofdrolspeelster van haar speelfilm Tot Ziens (1995), ‘hoe langer ik ga leven.’

Voor het eerst in haar lange carrière als filmer heeft ze geen idee waar ze mee bezig is. Voor het eerst ook zal ze de hoofdrol spelen in haar eigen film, die ze ook nog gewoon moet regisseren. Het was niet Honigmanns idee, deze film die wel eens haar allerlaatste zou kunnen worden: No Hay Camino (92 min.). Vrij vertaald: er is geen weg. Ze moest ervan worden overtuigd om ‘m te maken. In deze roadmovie reist de documentairemaakster, die ongeneeslijke ziek is, naar haar geboorteland Peru. Op weg naar… Ja, naar wat eigenlijk? Naar de vader, met wie ze zo’n lastige relatie had?

‘Laat ik niet melodramatisch doen’, veegt ze haar tranen weg als ze in Lima eindelijk het huis heeft gevonden waar ze is opgegroeid. Heddy Honigmann (O Amor NaturalCrazy en Buddy) moet vervolgens praten als brugman om even binnen te mogen kijken. ‘Als je verderop gaat, Adri, maak dan maar een portret van mij en m’n lantaarnpaal’, instrueert ze als regisseur haar cameraman. ‘Dat is het portret van mijn jeugd.’ Al te veel geduld heeft de hoofdpersoon Heddy Honigmann, tegenwoordig veroordeeld tot een rolstoel of rollator, vervolgens niet met de opnames die Adri Schrover van haar maakt. ‘Oké, basta’, klinkt het ferm.

Terwijl Honigmann in gesprek gaat met haar zus, vriendin Kristien Hemmerechts of Peruanen waarmee ze in haar lange carrière te maken heeft gehad, dwalen ze automatisch ook door haar omvangrijke oeuvre en houden halt bij beelden of mensen die daarmee zijn verbonden: de Peruaanse taxichauffeurs uit Metaal En Melancholie (1994), het jongetje dat in El Olvido (2008) zegt geen enkele leuke herinnering te hebben en de man die (sneller) alle doden op een kerkhof te Sarajevo moet introduceren in Goede Man, Lieve Zoon (2002). Intussen blijft ze zelf soms een wat nukkige hoofdpersoon voor de ervaren regisseur, bedreven de situatie naar haar hand zettend, die ze nog altijd is.

Op haar vader – een Joodse kunstenaar die na de oorlog naar Peru emigreerde en daar bekendheid verwierf als cartoonist – krijgt ze ook slechts met moeite vat. Anderen blijken heel andere herinneringen te hebben aan de man waarmee zij nog echt in het reine moet komen. En eenmaal terug in Nederland wil Honigmann van haar eigen zoon Stefan, die haar vergezelt naar ziekenhuisbehandelingen, weten of zij zelf misschien ook een overheersende ouder was. Het leven is in dat opzicht net als film maken, constateert ze tenslotte met collega José Luis Guerin, die een korte film heeft gemaakt waarmee deze persoonlijke en bespiegelende film (bijna) wordt afgerond:

Er is geen weg. Je vindt de weg door langzaam te lopen. En als je achterom kijkt, zie je de weg die je hebt afgelegd.

The Boy From Medellin

Amazon Prime

Terwijl J Balvin zich voorbereidt op het belangrijkste optreden van zijn leven, een stadionconcert in zijn geboortestad Medellin, raakt zijn land Colombia in het najaar van 2019 steeds nadrukkelijker in de greep van protesten tegen de rechtse president Duque. Die krijgen bovendien een steeds grimmiger karakter. De druk op The Boy From Medelin (95 min.) om zich ook uit te spreken neemt zienderogen toe.

Reggaeton-ster José Alvaro Osorio Balvin, één van de populairste artiesten van deze aardkloot, heeft echter wel wat anders aan zijn hoofd: de druk om te presteren, bijvoorbeeld, en het op afstand houden van de depressies en paniekaanvallen die hem al vaker parten hebben gespeeld. En tussen alle promotionele verplichtingen moet de latin-superster ook zijn fans tevreden zien te stellen – of gewoon van het lijf houden.

Regisseur Matthew Heineman (die in de afgelopen jaren verantwoordelijk was voor de topdocumentaires Cartel Land en City Of Ghosts, twee seizoenen van de serie The Trade en de speelfilm A Private War) begeeft zich een week lang in Balvins kielzog en probeert de gekte om hem heen, en soms ook in hem, te vereeuwigen. De politieke context fungeert daarbij als geluk bij een ongeluk en tilt de film uit boven het niveau van een routineus portret over een artiest met evenveel twijfels als fans (en acute stemproblemen die natuurlijk nét voor het moment suprême moeten worden bezworen).

Hoezeer hij het ook probeert te vermijden, ‘El Niño de Medellin’ wordt gedwongen om stelling te nemen. Terwijl hij volgens eigen zeggen toch echt meer verstand heeft van ‘dromen’ dan van politiek. Uiteindelijk moet zijn manager, talentmanager pur sang Scooter Braun, er zelfs aan te pas komen om hem, in een spannende scène, op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid te wijzen. Hij is het als muzikant aan zijn stand verplicht om zijn platform te benutten en zich uit te spreken.

J Balvin zal echt kleur moeten bekennen. Een kleurspoelinkje, waarmee hij zichzelf tot dusver steeds heeft heruitgevonden, volstaat niet meer. Nadat hij al zijn rituelen heeft doorlopen, door zijn directe entourage grondig is opgepept en via zijn mobiel de succeswensen van vakbroeders zoals DJ Khaled, Jay-Z en will.i.am van The Black Eyed Peas in ontvangst heeft genomen, volgt tijdens dat swingende thuisconcert het moment van de waarheid, de vanzelfsprekende apotheose van deze boeiende documentaire.

All Or Nothing: Tottenham Hotspur

Amazon Prime

‘Wat voor Harry en Lucas geldt, geldt ook voor jou’, schreeuwt doelverdediger Hugo Lloris tegen zijn medespeler Heung-Min Son. ‘Met één minuut te gaan móet je meelopen.’ Het komt in de Spurs-kleedkamer zelfs bijna tot een handgemeen tussen de twee ploeggenoten. Trainer Mourinho ziet er wel wat positiefs in: ‘Dit was een jaar geleden niet voorgekomen. Dit gebeurt omdat jullie meer van elkaar eisen.’

De koning is dood, lang leve de koning! Na vijfeneenhalf jaar moet Mauricio Pochettino, de coach die de Londense club enkele maanden eerder nog naar de Champions League-finale heeft geleid, het veld ruimen bij Tottenham Hotspur. Zijn opvolger staat al klaar: José Mourinho, één van de succesvolste trainers van de afgelopen twintig jaar en tevens één van de meest gehate mensen van het internationale voetbal.

Even later, in de eerste aflevering van de negendelige serie All Or Nothing: Tottenham Hotspur (440 min.), na een eerdere reeks over Manchester City, begint ‘The Special One’ zelf dozen uit te pakken en nauwkeurig zijn nieuwe kantoor in te ruimen. Foto’s van zijn carrière om op te hangen, ordners in de vakkenkast. Paperassen op het bureau, netjes recht. Lineaaltje erbij. En dan alleen de flipover nog installeren. Via de televisie komt intussen het nieuws van zijn benoeming binnen. ‘Kijk wat er gebeurde bij zijn laatste clubs’, zegt een sportcommentator. ‘Hij is over zijn top heen.’ Mourinho loopt direct naar het toestel en zet dat demonstratief uit. ‘Fuck you!’

En daarmee is de toon gezet. De nieuwe koning schrijft zijn eigen wetten uit, zet z’n onderdanen op hun (juiste) plek en begint meteen de media te bespelen. Het sleutelwoord is: winnen. ‘Ik haat het om te verliezen’, heet ‘t dan. Terwijl Mourinho zijn veel te lieve team een over mijn lijk-mentaliteit probeert bij te brengen, hebben sommige spelers zo hun eigen beslommeringen: de flegmatieke international Dele Alli worstelt met zijn vorm, vaste linksachter Danny Rose valt ineens geregeld buiten de basis en spelverdeler Christian Eriksen lijkt in ongenade te zijn gevallen omdat hij een transfer wil maken. En dan raakt ook spits en boegbeeld Harry Kane nog ernstig geblesseerd.

All Or Nothing laat ongetwijfeld heel veel níet zien van wat er in het binnenste van de trainersploeg, het elftal en de directie omgaat, maar wat er overblijft is méér dan voldoende: (crisis)overleg tussen directie en coach, kleedkamerbeelden van voor, tijdens en na de wedstrijd en Mourinho’s persoonlijke gesprekken met (on)tevreden spelers bijvoorbeeld. Zulk fly on the wall-materiaal wordt doorsneden met lekker bombastische wedstrijdregistraties, waarbij volvette shots, ronkende muziek en overspannen commentatoren een glorieus huwelijk aangaan. Zo wordt zelfs van het meest onbeduidende competitieduel een soort strijd op leven en dood gemaakt, waarbij er nooit enige twijfel is over wie de ‘good guys’ (moeten) zijn.

Zelfs de totstandkoming van transfers blijft niet geheel onbelicht. Saillant is in dat verband de komst van de Nederlandse aanvaller Steven Bergwijn, een overgang die bij zijn vorige club PSV begin dit jaar heel wat kwaad bloed zette. De speler zou hebben geweigerd om nog te spelen in Eindhoven. Bij Tottenham Hotspur wordt Bergwijn evenwel binnengehaald als redder in nood. Geen woord over hoe de transfer tot stand is gekomen (en of er eigenlijk wel zoveel aan de hand was bij zijn vorige werkgever, of dat alle partijen gewoon het welbekende onderhandelingsspel speelden).

Deze puike sportserie, waarvoor acteur en Spurs-fan Tom Hardy als verteller fungeert, laat alleen onbeantwoord wat er precies zo speciaal is aan de nieuwe koning van de Spurs. José Mourinho lijkt vooral een archetypische teambuilder, die onvermoeibaar blijft hameren op agressie, discipline en de absolute wil om prijzen te pakken. ‘We moeten winnen’, zegt de manager bijvoorbeeld tijdens de wedstrijdbespreking voor Bergwijns eerste match, tegen titelkandidaat Manchester City. ‘We moeten aanvallen. We moeten risico’s nemen, maar hebben ook stabiliteit nodig. En we moeten georganiseerd spelen als we de bal hebben…. Oké, we zijn er klaar voor.’

Of zulke peptalks, doorgaans vergeven van de fucks en fuckings, werkelijk voldoende zijn om het tij te keren bij Mourinho’s zwalkende elftal? En kan hij zijn team tijdens de verplichte Corona-pauze echt met Zoom-sessies klaarstomen voor toch nog een succesvolle bekroning van het seizoen?

Pavarotti

NPR

Ruim tien jaar na zijn dood leeft hij nog altijd voort in ons collectieve geheugen als de rockster onder de operazangers: Luciano Pavarotti (1935-2007). Een kolos van een man met een kolossale stem. Woeste baard, kamerbrede glimlach. Wijd zittend zwart pak, witte blouse en gilet eronder. De handen steevast zoekend naar dat grote gebaar, met in de linker steevast een witte zakdoek. Zo is hij altijd onderweg naar een zinderende apotheose.

Regisseur Ron Howard maakte met Pavarotti (115 min.) een al even grote biopic over de tenor uit het Italiaanse universiteitsstadje Modena, die grote successen vierde binnen de operawereld en gaandeweg de oversteek maakte naar de pop- en entertainmentindustrie. Hij kreeg toegang tot alle relevante personen uit Pavarotti’s directe omgeving: zijn vrouw en dochters, (ex-) vriendinnen, medewerkers, collega’s en de twee andere matadoren uit het sterrenensemble The Three Tenors, Placido Domingo en José Carreras.

Howard kleedt hun herinneringen aan met een volumineuze collectie beelden en muziek. Daarmee loopt hij chronologisch leven en werk door van de zanger die bij leven al larger than life was. Tot héél opzienbarende conclusies leidt dit niet. Alle sprekers, inclusief Pavarotti’s eerste echtgenote die hij verliet voor een ander, richten zich vooral op wat de gigant hen en de wereld bracht. Niet zozeer op wat hij daarbij naliet of vergat. Het is vrij eenvoudig om te bepalen wat er dan onder de streep overblijft: Luciano Pavarotti, de beste tenor van zijn generatie.

#387

Een rib, handgewricht en vingerkootje. Enkele haren. Meer resteert er niet van #387 (54 min.). En een riem, een beige hoodie en een portemonnee, met daarin enkele vochtige foto’s en een brief die bijna is vergaan. ‘I love you’, staat erin.

Nummer #387 is één van de ongeveer achthonderd mensen, die op 18 april 2015 stierven bij een scheepsramp op de Middellandse zee. Het kunnen er ook een paar honderd meer zijn. Niemand die precies weet hoeveel mensen er in Libië aan boord zijn gegaan. Of wie ze waren en waar ze vandaan kwam. Uit landen als Mali, Senegal en Mauritanië, waarschijnlijk. Of de Hoorn van Afrika. Met nauwelijks iets op zak, behalve de droom van een nieuw leven.

Een plek in een zeemansmassagraf viel hen te deel. Slechts 28 opvarenden overleefden de ramp. Twee ervan zitten in de cel: de kapitein en zijn plaatsvervanger. Op last van de Italiaanse regering wordt het gekapseisde schip in juni 2016 uit het water gehaald en gaat een forensisch team op Sicilië proberen om de identiteit van de verdronken passagiers vast te stellen. Ze worden op de voet gevolgd door de cameraploeg van regisseur Madeleine Leroyer.

Het onderzoeksteam heeft 528 intacte lichamen om te identificeren. Daarnaast zijn er ook nog losse lichaamsdelen uit het ‘ghost ship’, die een idee kunnen geven over hoeveel mensen er precies op het vaartuig zaten. Hun taak brengt de onderzoekers naar anonieme graven op plaatselijke kerkhoven en naar andere delen van de wereld, waar getraumatiseerde overlevenden en ontzette familieleden van slachtoffers hen wellicht verder kunnen helpen.

Het uitgangspunt van deze observerende documentaire doet denken aan het non-fictie boek Het Been In De IJssel, waarin Joris van Casteren op zoek gaat naar de herkomst van een menselijk onderbeen dat is aangetroffen in een Nederlandse zijtak van de Rijn. Deze film is breder van opzet en voelt daardoor soms ook wat ongericht. Tis uiteindelijk een speurtocht naar menselijke waardigheid. Waarbij #387 zo nu en dan een beetje uit beeld verdwijnt en uiteindelijk ook nooit écht in beeld komt.

Maar, zoals de Peruviaanse mensenrechtenactivist Jose Pablo Baraybar, die namens het internationale Rode Kruis participeert in het onderzoek, het verwoordt: ‘Ik denk dat we elkaar in eerste instantie tijdens het leven respect verschuldigd zijn. En daarna pas ná de dood. In die volgorde.’

Cartel Land


Als het aan de huidige Amerikaanse president ligt, had er allang een muur gestaan in Cartel Land (94 min). Betaald door Mexico, vanzelfsprekend. Deze geweld(dad)ige documentaire uit 2015 dateert echter nog van ruim voor Trumps (imaginaire) afscheiding tussen de Verenigde Staten en zijn zuiderbuur, als in Mexico en het grensgebied met de Verenigde Staten ook al een bloedige drugsoorlog wordt uitgevochten.

Regisseur Matthew Heineman, die sindsdien de huiveringwekkende IS-documentaire City Of Ghosts en het vijfdelige drugsepos The Trade (een soort verdere uitwerking van Cartel Land) maakte, begeeft zich als een vlieg op de muur in het heetst van de strijd en belandt zo in hachelijke omstandigheden. Dat resulteert in talloze onvergetelijke scènes, zoals bijvoorbeeld de hardhandige arrestatie van Chaneque, de leider van het uiterst bloeddorstige Tempeliers-kartel, die ondertussen woedende dorpsbewoners van zich af moet zien te houden.

Heineman vindt ook diverse kleurrijke personages. Amerikaanse vigilantes, die het recht in eigen hand nemen en bij de grens doodgemoedereerd burgerarrestaties verrichten. En aan de andere kant van diezelfde grens volkshelden zoals de enigmatische Mexicaanse arts José Manuel Mireles en zijn rechterhand ‘Papa Smurf’, die als leiders van de Autodefensas-burgermilitie terugvechten en dorpen proberen te veroveren op het Tempeliers-kartel. Ook in deze oorlog is echter niets wat het lijkt.

Cartel Land brengt zo behalve de hardheid van de drugsoorlog ook het ambigue karakter ervan op weergaloze wijze in beeld: wie zijn eigenlijk de good guys in dit vuile gevecht om de ziel van het land? En wanneer worden de middelen om de kartels uit te roeien erger dan de oorspronkelijke kwaal?