Breaking Walls

SeriousFilm / VPRO / maandag 22 december, om 23.05 uur, op NPO2

Terwijl Hai Yi aan tafel zit met zijn Nederlandse vriend Fred, komt er een bericht binnen vanuit China. Zijn moeder attendeert hem op voeding waarmee hij zijn hormoonhuishouding op orde kan brengen. Zodat hij seksueel beter presteert. ‘Het werkte ook voor Yen en Lin’, schrijft ze enthousiast. ‘Een drieling!’

De Chinees-Nederlandse journalist en activist houdt zijn geaardheid nog altijd verborgen. Zoals hij noodgedwongen ook zijn identiteit zoveel mogelijk afschermt. Als het Chinese regime hem op het spoor komt, zijn hij en zijn familie in China niet veilig. ‘Ik zou in een wereld willen kunnen leven, waarin ik mij veilig voel om in vrijheid mijn werk te doen’, zegt hij daarover in Breaking Walls (22 min.). ‘Zonder daarbij bang te hoeven zijn voor het uiten van mijn persoonlijke of politieke mening.’

De huidige realiteit dicteert echter dat in deze film, die is geïnspireerd op Hai Yi’s leven, zijn anonimiteit is geborgd. Regisseur Jan-Dirk Bouw kiest dus voor een hybride-vorm, een combinatie van documentaire-elementen en animaties van Sverre Fredriksen. Zo tast hij zowel het persoonlijke als het publieke leven van zijn hoofdpersoon af, die afkomstig is uit een samenleving waarin het begrip vrijheid een totaal andere betekenis heeft en die, gedwongen door de omstandigheden, ook een onvrij leven leidt.

Hai Yi moet schipperen. Tussen wie hij is en moet zijn. En: tussen wat hij vindt en in het openbaar kan vinden. Dat eist in deze delicate film onvermijdelijk zijn tol. ‘Als je gedachten zijn gekaapt door anderen’, houdt hij, in zijn rol als activist, zijn publiek voor tijdens een festival voor de vrijheid van meningsuiting. ‘Dan kun je je niet vrijelijk uitdrukken en komt je leven tot stilstand.’ Hij weet waarover ie spreekt.

Trailer Breaking Walls

Mijn Woord Tegen Het Mijne

Maasja Ooms / Cerutti Film

Ze zitten recht voor de lens, midden in beeld, en keren hun ziel binnenstebuiten voor psychiater Dirk Corstens, die vanachter de camera luistert. Zij en de stemmen die ze horen. Ze komen allebei aan het woord in een neutraal aangeklede ruimte. Samen – of juist niet samen – laten ze zich in deze therapeutische setting bevragen door de rustig zoekende stem. Over het verhaal achter de stemmen en de identiteiten die zij representeren.

In Mijn Woord Tegen Het Mijne (113 min.) kijkt en luistert documentairemaakster Maasja Ooms (AliciaRotjochies en Jason) heel aandachtig mee naar vijf Nederlanders en de stemmen in hun hoofd. Soms is dat er maar één, soms ook een paar. En een heel enkele keer maar liefst negentien. Tijdens de gesprekken met Corstens of een collega laten zij zich, aangespoord door hun begripvolle gesprekspartner, zien en horen.

Ongeveer tien procent van de mensen, stelt de psychiater, hoort volgens onderzoek wel eens een stem in z’n hoofd. Door die aan het woord te laten, zo is zijn veronderstelling als behandelaar, kunnen deze ‘stemmenhoorders’ ontdekken waarom zij in hun leven zijn gekomen en welke functie ze daarin nu vervullen. De stemmen bestoken hen met kritiek, bieden juist bescherming of proberen hen, dat ook, stelselmatig kapot te maken.

Ooms geeft deze gesprekken alle ruimte en maakt de kijker zo deelgenoot van zeer persoonlijke en intieme sessies, waarin de hoofdpersonen via of ondanks hun alter ego’s de confrontatie aangaan met zichzelf en de trauma’s die hen hebben gemaakt tot wie ze nu zijn. Die stemmen zijn er – tegen wil en dank, uit puur lijfsbehoud ook – en proberen hen iets te vertellen. Al is dat misschien niet altijd letterlijk wat ze zeggen.

Deze therapiesessies, waarbij een enkele oogopslag of de manier waarop iemand zit (of gaat verzitten) alles vertelt over wie er aan het woord is en hoe die zich voelt, zijn in deze gespreksfilm omlijst met enkele gestileerde en geladen scènes, begeleid door serene muziek. Die vertegenwoordigen diep gevoelde, veelal onverwerkte en doorgaans ook verzwegen ervaringen of weerspiegelen juist hun huidige gemoedstoestand.

Stapsgewijs vormt zich zo een beeld van de mens achter de stemmen en hoe die hen een plek kan geven, eens goed luistert naar wat ze te zeggen hebben of hun boodschap naast zich neer durft te leggen – en zo weer/een beetje/meer vrede kan sluiten met een deel van zichzelf. 

Het Mondkapjesgoud

KRO-NCRV

’Hugo. Op jouw verzoek ben ik gaan knuffelen met Sywert’, schrijft topambtenaar Mark Frequin op 25 maart 2020 aan Hugo de Jonge. ‘Dat is bijna een dagtaak.’ De minister van Volksgezondheid reageert binnen enkele minuten: ‘Top. Dank!’

De berichtjes zijn exemplarisch geworden voor de druk die Sywert van Lienden – de bekende politieke influencer, prominente CDA’er én potentiële leverancier van mondkapjes – in de eerste fase van de Coronacrisis uitoefent op de regering, partijgenoot De Jonge in het bijzonder. Samen met zijn zakenpartners Bernd Damme en Camille van Gestel wil Van Lienden met de zojuist opgerichte Stichting Hulptroepen Alliantie de opdracht binnenhalen om mondkapjes te leveren.

Het verhaal is bekend: ze zullen dat gaan doen zonder er zelf iets aan over te houden. ‘Om niet’, noemt Sywert dat en maakt daarmee goede sier. In werkelijkheid lopen de drie er helemaal mee binnen. En achter de schermen verkneukelen ze zich daar al over. ‘Gillend rijk’ gaan wij worden! Het maakt van Sywert, Bernd en Camille ‘de meest gehate mannen van de Coronacrisis’. Terwijl de halve wereld op z’n rug ligt vanwege de COVID-19 pandemie, halen zij stiekem Het Mondkapjesgoud (219 min.) binnen.

Deze vijfdelige docuserie van Dirk Mostert, waarvoor Anouk Burgman fungeerde als coregisseur, licht de inmiddels welbekende affaire, die van ‘Sywert’ een scheldnaam maakte, nog eens helemaal door, met behulp van geluidsfragmenten van gesprekken tussen het drietal, ministers, topambtenaren en inkopers, zakelijke én persoonlijke chatberichten, vertrouwelijke documenten en privéfilmpjes. Sommige cruciale scènes en gesprekken zijn op basis van het dossier ook met acteurs en (nogal vette) muziek gereconstrueerd.

Centrale figuur in de vertelling is Camille van Gestel. Mostert geeft hem ruim de gelegenheid om het ontstane beeld van hem en zijn mondkampjespartners toe te lichten, in een bepaalde context te plaatsen en bij te stellen. Van Gestel houdt staande dat er nooit sprake is geweest van een vooropgezet plan om het land een rad voor ogen te draaien en intussen achter de schermen multimiljonair te worden, maar moet zo nu en dan wel erkennen dat ze soms eerlijker en transparanter hadden moeten zijn.

Zijn relaas wordt bevestigd, aangevuld en/of weersproken door een brede waaier aan bronnen die betrokken waren bij de mondkapjesaffaire, waaronder ook de nogal onwillige ambtenaar Mark Frequin. Er ontbreken ook belangrijke hoofdrolspelers: Sywert van Lienden (die ’t in eerste instantie bij een schriftelijke verklaring houdt), Bernd Damme (die zolang de rechtszaak loopt niet wil reageren), Hugo de Jonge en Pieter Omtzigt, die destijds als CDA-kamerlid in nauw contact stond met Sywert en bemiddelde voor zijn partijgenoot.

Verteller Jacob Derwig brengt alle verhaallijntjes bij elkaar met een smeuïge voice-over en voegt ook een zekere suspense toe aan de miniserie die erg kritisch is op het optreden van de Nederlandse overheid, Frequin en minister Hugo de Jonge in het bijzonder, en het beeld van Van Lienden en consorten als uitgekookte oplichters een héél klein beetje nuanceert. Tegelijk is ook helder dat de drie de omstandigheden (net iets te) handig naar hun hand hebben gezet en vooral geen slapende honden wakker wilden maken toen er, tegen alle gewekte verwachtingen in, grof geld kon worden verdiend.

En dan, in een later uitgebrachte slotaflevering, komt alsnog Sywert van Lienden aan het woord. Hij is ervan overtuigd dat de Mondkapjesaffaire, en dan in het bijzonder zijn eigen rol daarin, nog altijd helemaal verkeerd wordt gepresenteerd in de media en ervaart ook Mostert, die kritische vragen blijft stellen, weer als een vooringenomen interviewer.

Deze bespreking is na de afronding van deze miniserie geactualiseerd.

Stasi FC

Sky

De hegemonie van Dynamo Dresden is Erich Mielke al enige tijd een doorn in het oog. De beruchte baas van de Stasi, de alomtegenwoordige inlichtingendienst van de Duitse Democratische Republiek (DDR), loopt in december 1978 hoogstpersoonlijk de kleedkamer van de grote concurrent binnen. Hij heeft een heldere boodschap: jullie hebben met Dresden je jaren aan de top van de Oberliga nu wel gehad, het is tijd voor een andere kampioen: de Berliner Dynamo FC (BFC), een echte Stasi-club.

Erich Mielke geldt als een cruciale figuur in Oost-Duitsland (1949-1990), de communistische heilstaat die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan.  De ene helft van de bevolking rapporteert er als informant aan zijn almachtige veiligheidsdienst over de andere helft – en andersom. Zoals ’t een man met enorme geldingsdrang betaamt, wil Mielke die totale dominantie – net als bijvoorbeeld Silvio BerlusconiPablo Escobar en Benjamin Netanyahu – ook uitdrukken via een succesvolle voetbalclub.

In de boeiende historische documentaire Stasi FC (87 min.) ontleden Daniel GordonArne Birkenstock en Zakaria Rahmani hoe sport in de DDR zo, in de laatste fase van de Koude Oorlog, schaamteloos wordt ingezet voor politieke doeleinden en macht intussen wordt gebruikt om sportieve successen te behalen. Terwijl Dynamo Berlin de kampioenschappen aaneenrijgt in de jaren tachtig – waarbij Mielkes team de scheidsrechters, zacht gezegd, niet tegen heeft – wordt de sportieve concurrentie doelbewust verzwakt.

Exemplarisch is het tragische relaas van Gerd Weber. De middenvelder van BFC’s grote concurrent Dynamo Dresden wordt in 1981 bij een uitwedstrijd in Enschede benaderd of hij samen met twee medespelers wil overlopen naar het westen. Ze bieden hen een contract aan in West-Duitsland, bij FC Köln. De mannen die hem proberen te verleiden tot een overstap blijken in werkelijkheid Stasi-medewerkers te zijn. Weber wordt opgepakt en bestempeld tot verrader. Hij is pas 25, maar zijn voetbalcarrière zit er al op.

Andere spelers die een poging wagen om achter het IJzeren Gordijn vandaan te komen, zoals de BFS-spelers Falko Götz en Dirk Schlegel, worden tot staatsvijand verklaard en op alle mogelijke manieren in verlegenheid gebracht. Het zijn tragische verhalen die eerder al hun weg hebben gevonden naar het boek The People’s Game van de Britse historicus Alan McDougall. Hij plaatst, net als oud-Stasi medewerker Harald Wittstock, alle persoonlijke verwikkelingen nog eens in hun maatschappelijke context.

Terwijl Dynamo Berlin ondertussen met elk volgend kampioenschap meer wordt gehaat, als sportieve representant van een gevreesde politiestaat, dreigt het Oostblok zelf, de alliantie van communistische landen waarvan de DDR deel uitmaakt, ook uit elkaar te vallen. En als de Muur in 1989 daadwerkelijk valt en Oost- en West-Duitsland na verloop van tijd weer worden herenigd, dringt bij al die voetballers pas echt door hoe lang de arm van de Stasi, die staat in een staat, eigenlijk was: tot diep in de kleedkamer.

Stasi FC toont zo wederom aan dat sport een perfecte arena vormt voor het vertellen van een groot maatschappelijk verhaal en de bijbehorende kleine menselijke verhalen.

Michel En De Handen Op Zijn Huid

Stephan Vanfleteren / Max

Ze studeren sociologie, geschiedenis, social work of organisatiewetenschappen. En los van elkaar – en toch samen – zorgen ze daarnaast voor Michel, die in zijn laatste levensfase is aanbeland. Gewone studenten met een bijbaan dus, géén zorgprofessionals. En Michel is de Vlaamse acteur Michel van Dousselaere, die in 2014 werd gediagnosticeerd met een zeldzame vorm van progressieve afasie.

Over die aandoening maakte zijn geliefde Irma Wijsman in 2018, samen met Patrick Minks, al eerder een film: Michel – Acteur Verliest De Woorden. In deze persoonlijke documentaire is te zien hoe Van Dousselaere, geholpen door een souffleur, een rol speelt in de theatervoorstelling Borgen en zelfs nog een monoloog kan houden. Zolang een ander maar voor de woorden zorgt. Tegelijkertijd reconstrueert Wijsman met collega’s de carrière van de karakteracteur en laat ze de camera toe op hun meest kwetsbare momenten samen.

In Michel En De Handen Op Zijn Huid (56 min.) geeft ze ‘Does’ een soort leven na de dood. Samen met de vier studenten die hem tijdens zijn laatste jaren intensief hebben verzorgd – en tussendoor ook gewoon lol maakten met de aan hen toevertrouwde man, die ook zonder woorden kon communiceren wie hij was en wat hij waardeerde – maakt ze twee jaar na zijn overlijden een reis naar het Noord-Spanje. Op een bergtop wil zij zijn as uitstrooien. Onderweg praat het gezelschap over de periode die achter hen ligt en toont Wijsman tevens hoogtepunten uit Van Dousselaeres carrière.

Zij fungeert zelf als verteller tijdens die trip – al is er ook nog een enigszins larmoyante voice-over van ‘Michel’ zelf, geschreven door Elvis Peeters en op zalvende toon ingesproken door de Belgische acteur Dirk van Dijck. Wijsman praat tijdens de autorit, de pittige bergwandeling in Spanje en het nachtje kamperen nabij de top met de studenten over hoe ‘t is om op jonge leeftijd een zorgtaak op je te nemen. Met eigen ogen hebben zij kunnen waarnemen hoe iemand op z’n allerkwetsbaarste momenten toch z’n persoonlijkheid en menszijn behoudt.

Zo bezien is deze persoonlijke roadmovie, waarin ‘t er soms alleen wel erg dik bovenop ligt, een onverholen pleidooi voor menselijke zorg. Zorg op maat, zoals Irma Wijsman dit zelf noemt. Want die is natuurlijk goed voor de patiënt, maar zeker ook niet slecht voor de zorgverlener.

De Natuur Bestaat Niet

Moondocs

‘De eerste vraag is heel evident’, zegt de Vlaamse psychiater en relatietherapeut Dirk de Wachter tegen de mensen die bij hem op een rode leren bank, neergezet in een bosrijke omgeving, hebben plaatsgenomen. ‘Waar hebt ge de natuur leren kennen?’

De vraag is bedoeld als opmaat naar een gesprek over de verhouding tussen mens en natuur, die gaandeweg in een, jawel, relatiecrisis, is beland. Voordat hij in de documentaire De Natuur Bestaat Niet (58 min.) daarnaartoe wil, naar het moment waarop de relatie spaak is gelopen, wil De Wachter eerst de formatieve ervaringen van die omgang verkennen bij zijn vier gesprekspartners.

De tiener Jasmijn woont in een dorp en beschouwt de natuur als een vanzelfsprekendheid in haar leven. Monai, een Amerikaanse bloemiste die plantenworkshops geeft, houdt van de combinatie van groen en de stad. Akkerbouwer tegen wil en dank (en filosoof) Rinus runt zijn bedrijf tegenwoordig op een biologische manier. En jongeling Benjamin kreeg van jongs af aan liefde voor de natuur mee.

Deze Belgische klimaatactivist heeft echter ook de keerzijde van die liefde leren kennen. Enkele jaren geleden overleed zijn vijftienjarige vriendin Rosa bij overstromingen in de Ardennen. Samen belandden ze in het water. Een vloedgolf dreef haar toen uit zijn armen. Drie dagen later werd ze zeven kilometer verderop gevonden. Benjamin heeft er een diepe waterangst aan overgehouden.

Om de crisis tussen mens en natuur te bezweren zet documentairemaakster (en kunstcurator) Nathalie Faber in deze speelse, inventieve en tragikomische film de kunstenaar P.J. Roggeband in. Hij moet weer verbinding tot stand brengen en probeert De Wachters gesprekspartners met geinige verbeeldingsoefeningetjes te verleiden om weer dichter bij die vermaledijde natuur te geraken.

‘Komt het ooit goed?’ vraagt Raymonde de Kuyper, die dienst doet als verteller met een duidelijke presence, zich nochtans tegen het einde van de film af. ‘We kunnen ons aanpassen, meebewegen als een school vissen of een zwerm vogels. De spanning blijft…’ Want de natuur beschikt, hoe je ’t ook wendt of keert, over destructieve kracht, zo ervaart ook Dirk de Wachter aan den lijve.

Volgens de relatietherapeut, die zelf kampt met ernstige gezondheidsproblemen, is het dan zaak om het menselijke vernuft ten volle te benutten om er iets tegen te doen. Tegelijkertijd is het ook een kwestie van – deemoedig, rustig en bescheiden, zegt hij zalvend – aanvaarden van wat onveranderbaar is.

Crime Scene Berlin: Nightlife Killer

Netflix

Wie deed wat met wie en waar, hoe en in welk kamertje? wil de Duitse recherche op 5 mei 2012 weten als ’s nachts het levenloze lichaam van de 32-jarige Nicky M. wordt aangetroffen in de Berlijnse gaybar Grosse Freiheit. Maar wie houdt er nu een overzicht bij van wie zich in welke darkroom heeft teruggetrokken? En waarom heeft niemand het slachtoffer gehoord toen hij van het leven werd beroofd? Duidelijk is dat Nicky’s creditcard vlak na zijn dood nog is gebruikt.

En dan dient zich nog een tweede slachtoffer aan in Crime Scène Berlin: Nightlife Killer (106 min.). Levend. Miroslaw Wawak kwam een uur na de moord op Nicky, rond vijf uur ’s nachts, in een trein een man tegen. Ze wisselden een flaconnetje sterke drank uit. Daarna is de jonge man kwijt wat er met hem is gebeurd. Miroslaw komt pas bij zijn positieven in het ziekenhuis. Hij blijkt ternauwernood een GHB-vergiftiging te hebben overleefd. Z’n creditcard en contant geld zijn wel ontvreemd.

Niet veel later komt in deze driedelige true crime-serie van Jan Zabeil en Caroline Schaper, onderdeel van Joe Berlingers Crime Scene-franchise, een dader in beeld. Deze man – vooralsnog blijft onbekend wie het is – vertelt over wat hem rond zijn misdaden bezig hield. Waarom hij precies tot zijn daden overging, blijft echter ongewis. Omdat het kon? ‘Ik weet dat ik iets doe wat verboden is, iets verkeerds’, stelt hij. ‘Bij ieder ander zou ik deze daden veroordelen. Maar het bevredigde iets in mij.’

Gaandeweg breidt de zaak zich uit naar mogelijke andere misdaden. Die zijn stuk voor stuk gesitueerd in de Duitse gayscene. Langzaam komt dan ook steeds nadrukkelijker de persoon in beeld achter de anonieme man, die eerder ook al met Miroslaw op beveiligingscamerabeelden van het Berlijnse station Ostbahnhof was te zien. Hij begint verdacht veel te lijken op een klassieke seriemoordenaar, inclusief de jeugdtrauma’s die wellicht ten grondslag hebben gelegen aan zijn drang om te doden.

De partyscene van de Duitse hoofdstad, waarin sowieso van alles gebeurt wat het daglicht niet kan verdragen, vormt een perfect jachtterrein voor deze ‘Koma-Killer’. Zabeil en Schaper nutten dit decor ook ten volle uit en geven de jacht op hem een naargeestig karakter met duistere reconstructiescènes en hectische dancemuziek. Enig effectbejag is hen daarbij niet vreemd. Het nachtelijke Berlijn wordt in hun handen geen plek om individuele vrijheid te beleven, maar een hedonistisch oord vol gevaren.

Uiteindelijk vallen alle puzzelstukjes in Crime Scene Berlin min of meer in elkaar – al blijven er, mede door de afloop van deze intrigerende casus, ook de nodige vragen onbeantwoord.

Trees And Other Entanglements

HBO Max

Hoe begin je een film over bomen? Met een citaat van de Bengaalse dichter en wijsgeer Rabindranath Tagore bijvoorbeeld: ‘The woodcutter’s axe begged for it’s handle from the tree. The tree gave it.’ Met daarna beelden van een bos, in de omgeving van Portland, begeleid door het geluid van tsjilpende vogeltjes. En dan introduceer je jezelf, filmmaker Irene Taylor. Deze boom leeft al langer, vertel je vervolgens aan je zoon, dan iedereen die jij kent en hun grootouders.

Maar hoe leg je daarna uit waarom die documentaire over bomen zo nodig moest worden gemaakt? Een voice-over misschien? ‘Bomen spreken de waarheid’, begint die. ‘En ze vertellen verhalen. Over een man die een zaadje plant in een donkere periode, een jongen die verstopt is in het bos, een andere jongen die verliefd wordt en een vrouw die bomen onsterfelijk maakt.’ Je vat het nog even samen: ‘Wij bewegen door de tijd, maar bomen staan stil.’

En dan kan Trees And Other Entanglements (109 min.), jouw associatieve tocht langs deze en andere personages en hun bomen, wel zo’n beetje beginnen. Over de verhouding tussen mens en natuur. Richard Furuzawa vertelt z’n zoon Matthew bijvoorbeeld over zijn eigen vader, die als Japanse Amerikaan tijdens de Tweede Wereldoorlog naar een interneringskamp werd gestuurd. Daar plantte hij een zaadje, dat de basis vormde voor een weldadige bonsaiboom.

De hoogbejaarde George Weyerhaeuser, die een houtkapbedrijf runde dat al zeker vier generaties in de familie zit, werd als negenjarige jongen ontvoerd en verstopt in, juist, een bos. Ryan Neil ging in Japan in de leer bij een echte bonsaimeester en kwam uiteindelijk van een koude kermis thuis, maar is de kunstvorm toch altijd trouw gebleven. En de fotografe Beth Moon maakt overal in de wereld portretten van bomen, die nogal eens ten dode opgeschreven blijken te zijn.

Het is een bont gezelschap dat voor jou vanuit allerlei verschillende gezichtspunten de relatie tussen mens en boom kan optekenen. En soms krijgt zo’n persoonlijk verhaal ineens een heel ruw randje, zoals bij de zwarte schrijfster Carolyn Finney. Haar ouders beheerden bijna vijftig jaar een landgoed van vijf hectare. Nadat ze waren vertrokken, werd het gebied tot erfgoed uitgeroepen. Alleen met de kersenboom die Carolyns vader aan haar moeder had gegeven liep ’t niet goed af.

En dat is dan weer de link met je eigen vader. De man die jarenlang als een enorme eik boven jou uittorende, waarover je eerder de persoonlijke films Hear And Now en Moonlight Sonata hebt gemaakt, begint nu door dementie het contact met zijn wortels te verliezen. De man kan ieder moment worden geveld. Waar wordt gehakt, moet echter dringend worden herbouwd. Dat vindt tenminste bomenplanter Dirk Brinkman die al bijna een miljoen bomen op z’n naam heeft staan.

Zo ongeveer, maar toch heel anders, meandert Trees And Other Entanglement langs allerlei bewegende mensen, stilstaande bomen en adembenemende vergezichten, in een film die gaandeweg, bijna tot je eigen verbazing, menig hart verovert.

Brandmeester

Human

Gerrie Koning is op en top brandweerman. Op de Brandweerkazerne Dirk in Amsterdam slaapt de bevelvoerder – type ruwe bolster, blanke pit – zelfs onder een brandweermannensprei. Het zit hem als gegoten. En hij lijkt zo, van bovenaf gefilmd, altijd paraat en in uniform.

Gerrie is van de oude stempel: iedereen is welkom bij de brandweer, maar uiteindelijk telt voor hem maar één ding: of iemand op zijn taak is berekend of niet. Met het diversiteitsbeleid van de brandweer Amsterdam-Amstelland, waarmee ze meer vrouwen en Nederlanders met een andere culturele achtergrond hopen te trekken en ook het ziekteverzuim willen terugdringen, heeft hij weinig op. Gerrie wil simpelweg een team waarop hij blindelings kan vertrouwen.

Toch vinden het gemeentebestuur en de korpsleiding dat er alle reden is om te veranderen: het imago van de hoofdstedelijke brandweer is niet best. Racisme en seksisme zouden er welig tieren. Ook Gerries ploeg oogt weinig inclusief. Het zijn stuk voor stuk witte mannen, die letterlijk voor elkaar door het, ja, vuur gaan. Joyce, de enige vrouw in het team en een echte ‘vakman’, heeft intussen de ambitie om op termijn zelf bevelvoerder te worden.

Ze zijn te homogeen, somt één van Gerries mannen de kritiek op in de documentaire Brandmeester (Engelse titel: Burning Out, 83 min.) van Saskia Gubbels. Ze hebben een wij-tegen-zij mentaliteit. En ze houden er een motorbende-cultuur op na. Dat moet worden doorbroken, vinden ze op ‘kantoor’. De vrijstaat Dirk moet sowieso van locatie verkassen. Dat lijkt de ideale gelegenheid om een cultuuromslag te maken en van het team een behoorlijke afspiegeling van de stad te maken.

Gubbels laat zien hoe Gerrie Koning heen en weer wordt geslingerd tussen zijn onvoorwaardelijke liefde voor het brandweervak – de kameraadschap, het uitrukken en de dienstbaarheid ervan – en zijn twijfels over de nieuwe wind die er door de kazerne waait. Mogen ze nu echt niet meer samen douchen? Wat is daar nou op tegen? En een geintje op zijn tijd – over een douche voor grote en kleine piemels bijvoorbeeld – moet toch gewoon kunnen?

‘Het is een kutbedrijf, vat Gerrie het kernachtig samen. ‘Maar het werk is leuk.’ De Amsterdamse bevelvoerder, die nog twee jaar heeft tot zijn pensionering, verpersoonlijkt daarmee het ongemak dat wel vaker opspeelt bij, al dan niet afgedwongen, maatschappelijke veranderingen. Het oude vertrouwde moet worden losgelaten, ten faveure van een ongewisse toekomst. En daarbij komt ook nog eens dat een ander – of zelfs: dé ander – eerste viool gaat spelen.

Brandmeester speelt zich volledig af in de kazerne en tijdens hulpacties. Een ander leven hebben Gerrie en zijn mannen niet in deze film. Zij fungeren als een familie, een gestaalde clan. En wanneer ze uitrukken, opereren ze als een hechte eenheid die aan een enkel woord genoeg heeft. Tegelijk maakt Saskia Gubbels invoelbaar hoe diezelfde sfeer van mannen onder elkaar ook beklemmend kan werken, zomaar tot uitsluiting zou kunnen leiden en dus moet veranderen.

Gerrie Koning is de belichaming daarvan en groeit tegelijkertijd uit tot een personage om van te houden. Die dualiteit maakt deze geladen film tot een enerverende kijkervaring.

Il Principe

Netflix

Is het een noodlottig ongeval of toch een moedwillige moord? En wie heeft de trekker overgehaald? Bij een nachtelijk meningsverschil nabij het Franse eiland Cavallo, gelegen tussen Corsica en Sardinië, worden er op 18 augustus 1978 minimaal twee schoten gelost en raakt de negentienjarige Duitse toerist Dirk Hamer ernstig gewond. Een kleine vier maanden later bezwijkt de jongen in het ziekenhuis aan zijn verwondingen.

De verdachte luistert naar de welluidende naam Vittorio Emanuele van Savoye. Hij is niemand minder dan Il Principe (130 min.), de troonpretendent van het Italiaanse koningshuis in ballingschap en zal voortaan door het leven moeten als ‘de schietende prins’. Hij vergelijkt zichzelf in deze driedelige serie met een stier in een stierengevecht. Iedereen wil het dier dood hebben. Maar, stelt Van Savoye, ‘de stier heeft hoorns.’

Hamers zus, een bekend fotomodel, ontwikkelt zich tot zijn Nemesis, ook in deze reconstructie van de verwikkelingen door Beatrice Borromeo Casiraghi. Birgit Hamer stelt alles in het werk om Vittorio te laten boeten voor de dood van haar broer, maar stuit volgens eigen zeggen steeds op de ‘ondoordringbare muur’ die rond de kroonprins is opgetrokken. Stuitende klassenjustitie of toch een tot in het absurde doorgevoerde heksenjacht?

Dat klinkt enerverender dan het wordt. Il Principe voert een flinke stoet familieleden, direct betrokkenen en ooggetuigen op, die tot in detail verklaren over wat er is gebeurd en hoe dat wel/niet is afgedekt. De afwikkeling van de zaak wordt daardoor tamelijk stroperig, terwijl de sfeertekening van het milieu van de prins, dat hem bijvoorbeeld in contact brengt met de Sjah van Perzië en de vrijmetselaarsloge P2, juist om verdieping vraagt.

In een bijzin komt ook het Dirk Hamer-syndroom nog ter sprake. Als Hamers vader Ryke na de dood van zijn zoon kanker krijgt, wijt hij dit aan zijn immense verdriet. Ryke Hamer zal zich ontwikkelen tot een omstreden propagandist van het idee dat kanker is te genezen door het behandelen van psychisch trauma. De verhaallijn over de beruchte kwakzalver, een buitenbeentje wellicht binnen de grotere vertelling, wordt echter nauwelijks uitgewerkt.

Deze miniserie sleept zich liever voort langs alle verwikkelingen in de zaak rond de kroonprins Vittorio Emanuele van Savoye, die gedurende meerdere decennia via het gerecht en de media wordt uitgevochten en uiteindelijk toch nog tot een enerverende ontknoping krijgt. Waarbij ook de Spaanse koning Juan Carlos, die ervan wordt verdacht dat hij in 1956 per ongeluk zijn broer Alfonso heeft doodgeschoten, nog een piepklein bijrolletje heeft.

De Pompmoord

KRO-NCRV

Er zou wel eens sprake kunnen zijn van een gerechtelijke dwaling: op basis van een twijfelachtige bekennende verklaring, te zien op de originele verhoortapes, zijn meerdere mannen jarenlang vastgezet. Paul Acda, de advocaat van één van hen, is overtuigd van hun onschuld. En ook enkele rechercheurs die destijds bij de zaak betrokken waren hebben inmiddels hun twijfels. Net als de makers van deze Nederlandse true crime-serie, die de hand hebben weten te leggen op de originele politieonderzoeken en zelf ook in de strafzaak zijn gedoken.

Nee, dit is niet seizoen 3 van Joost van Wijks De Villamoord, maar een nieuwe moordzaak, op min of meer dezelfde manier uitgeplozen. De moord op de 28-jarige pompbediende Micelle Mooij uit Zutphen. Zij werd op donderdagavond 24 oktober 1985 neergestoken bij een tankstation in het Gelderse dorp Warnsveld. Ofwel: De Pompmoord (125 min.). Dirk Mostert neemt ditmaal de regie voor zijn rekening, Joost van Wijk fungeert als coregisseur en Stefan Stasse zet de gebeurtenissen, naspeuringen en conclusies weer op een rijtje als verteller.

Pas in 2002, zeventien jaar na de moord op Micelle, rekent de politie na een anonieme tip vier verdachten in. In een dronken bui zouden ze in café Het Sluisje een overval op het nabijgelegen benzinestation hebben beraamd, die helemaal uit de hand is gelopen. Maar of dat werkelijk een geloofwaardige verklaring is voor wat er met de jonge vrouw is gebeurd? Met leden van het oorspronkelijke rechercheteam, direct betrokkenen, ooggetuigen, de dochter van de hoofdverdachte én de man die destijds een bekentenis heeft afgelegd licht Mostert het misdrijf door.

De sleutel lijkt opnieuw – net als bij De Villamoord en geruchtmakende justitiële dwalingen zoals de Puttense Moordzaak en de Schiedammer Parkmoord – te liggen bij de uiterst suggestieve en agressieve verhoren van kwetsbare verdachten. ‘Het gaat van het begin af aan fout en het blijft fout gaan’, zegt rechtspsycholoog Annelies Vredeveldt. ‘De verdachten lijken zich haast van geen kwaad bewust en proberen mee te gaan met wat de verhoorders willen.’ Totdat ze zichzelf en hun medeverdachten in een hoek van de kamer hebben geschilderd, waaruit ontsnappen onmogelijk is.

Net als De Villamoord richt dit gedegen onderzoek naar De Warnveldse Pompmoord, waaraan de bekende rechtspsycholoog Peter van Koppen eerder een boek wijdde, zich vooral op het ontmantelen van de officiële lezing van het misdrijf, niet zozeer op het portretteren van het slachtoffer of het formuleren van een hypothese over wat er dan wél is gebeurd. Dat is journalistiek gezien ook wel zo zuiver, maar kijkers die hopen op een Baantjer- of Agatha Christie-achtige ontknoping komen dus bedrogen uit. Die bewaren de makers wellicht, als er weer beweging in de zaak is gekomen, voor een eventueel vervolgseizoen.

L’Amour La Mort

Doxy

Waarom aaien we zo graag een beest dat ons elk moment met huid en haar kan opvreten en weer uitspugen? In gewone mensentaal: waarom blijven we zo verslingerd aan de liefde, terwijl die ons intens pijn kan doen? In L’Amour La Mort (91 min.) exploreert Ramón Gieling twee kanten van dezelfde medaille: liefde en de dood.

Hoewel dat pas later duidelijk wordt, vertrekt hij daarbij vanuit een persoonlijk verhaal: de liefde van zijn broer Willem voor Mieke de Graan. Vanuit Spanje stuurt hij haar gepassioneerde brieven. Totdat het noodlot toeslaat. Gieling verweeft dit tragische verhaal met andere liefdesgeschiedenissen, zoals het relaas van de Belgische metrobestuurder Mohamed el Bachiri. Bij de terroristische aanslagen in Brussel van 2016 kwam zijn geliefde vrouw Loubna om het leven. Hij leeft nu met en zonder haar en schreef er onder andere het boek Een Jihad Van Liefde over.

Tijdens zijn met weelderige muziek en barokke taferelen aangeklede zoektocht doet Gieling ook Michel Guillot en zijn dementerende partner Stan Wouters aan. Die oogt tegenwoordig als een bejaarde peuter, routinematig kauwend op een tutteldoekje. Samen dromen ze weg bij hun favoriete nummer: Wonderful Life van Black. En Erando Gonzales wil dat zijn hart wordt overhandigd aan de liefde van zijn leven, Giovanna Mazotti. ‘Voor een laatste omhelzing. Om er een laatste kras op te geven. Het vast te grijpen en met een dierlijke kreet te verslinden.’

Gonzalez laat zich onder de loep nemen door cardioloog Ivo van der Bilt. Die doet onderzoek naar het gebroken hartsyndroom. Volgens hem heeft een gebroken hart een afwijkende hartslag. Klinisch psycholoog Freddy van der Veen onderzoekt dan weer romantische afwijzing en acceptatie. De jonge Litouwse vrouw Emilia Sabaliauskaite neemt bij hem deel aan een experiment, waarbij ze eerst moet laten weten of ze met een bepaalde man op date zou willen en naderhand wordt geconfronteerd met het antwoord dat hij op diezelfde vraag heeft gegeven.

Zo verkent het lyrische L’Amour La Mort op intuïtieve wijze alle uithoeken van liefde en lijden, waarbij Ramón Gieling nog een bijzondere plek inruimt voor de bekende Belgische psychiater Dirk de Wachter, een gekende expert op dit specifieke terrein. Sinds enige tijd weet hij ook uit eigen ervaring waar hij over praat. Alle verschillende bouwstenen bezorgen deze film uiteindelijk een filosofische en poëtische onderlaag, die vakkundig tot een climax wordt gebracht met een eindscène, waarin kinderen volkswijsheden bezigen over de liefde. Die zij zelf nog moeten gaan verkennen.

Als ze nog willen of durven.

Zelensky: A President At War

Ukrainian Presidency/Handout/Anadolu Agency via Getty Images/BNNVARA

Hij werd geboren in de Sovjet-Unie, sprak in zijn jeugd Russisch en heeft zich nu ontpopt tot de Nemesis van Ruslands leider Vladimir Poetin. De moed van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky, die de Russische aanval op zijn land vooralsnog glansrijk doorstaat, wordt alom geroemd. Net als zijn mediawijsheid. Geen leider ter wereld communiceert op dit moment, via social media, zo effectief met zijn publiek: z’n eigen burgers, Russen en iedereen die een Derde Wereldoorlog vreest.

Op zo’n oorlog speculeerde hij zelf overigens al in een interview uit mei 2021. Dit conflict, zo voorspelde de Oekraïense leider toen, houdt niet op bij de grens van zijn land. Dat vraaggesprek speelt ook een belangrijke rol in Zelensky: A President At War (44 min.). In dit interessante journalistieke profiel van Dirk Schneider en Claudia Nagel belichten kenners van Oost-Europa, Rusland en Oekraïne de achtergronden van deze ‘oorlogsheld’ tegen wil en dank.

Nog niet zo lang geleden werd Zelensky beschouwd als een omhooggevallen televisiester, die met veel succes de rol van zijn leven, over een Oekraïense Meneer Doorsnee die bijna per ongeluk president van zijn land wordt, in de praktijk mocht gaan brengen. Een man bovendien, die aan de leiband liep van een dubieuze oligarch, Ihor Kolomoisky, en die er, eenmaal in het zadel geholpen, geen been inzag om onwelgevallige meningen de kop in te drukken.

‘Ik was positief verrast door hoe Zelensky zich vanaf het begin van de oorlog heeft opgesteld’, zegt historicus Andriy Portnov, kenner van de Oekraïense geschiedenis. Volgens hem heeft de president bewezen dat hij ‘een briljante politicus’ is. Een echte mediapoliticus ook. Een man die sinds de Russische inval bijvoorbeeld permanent oogt als een verzetsstrijder die recht van het front komt. Zo is hij in een wanhopig stemmende situatie hét symbool van de weerbaarheid van zijn land geworden.

Kuyt

BNNVARA

Eigenlijk vertelt een kleine scène aan het einde van de film het gehele verhaal van Dirk Kuijt. Nadat hij zijn derde doelpunt heeft gescoord in Feyenoords kampioenswedstrijd, zoekt Dirk met ontbloot bovenlijf de cornervlag weer op, die hij even daarvoor enthousiast in de lucht heeft gestoken. Hij zet hem terug op zijn plek, trekt zijn shirt weer aan en incasseert vervolgens begripvol de verplichte gele kaart.

Keurige jongen, die Dirk Kuijt. De Joris Goedbloed van het Nederlandse voetbal. Een man die trouw is gebleven aan zijn vrienden van vroeger, voor iedere fan een vriendelijk woordje heeft en in de Bijbel leest voor de wedstrijd. Een man ook met, en dat zou je misschien niet verwachten, een echte voetbalvrouw.

Gertrude Kuijt is de blikvanger van Kuyt (69 min), de documentaire die Deborah van Dam maakte over de oud-international die afgelopen zomer zijn kicksen aan de wilgen hing. Waar Dirk zelf vaak wat vlak blijft, maakt Gertrude van haar hart geen moordkuil. Terwijl hij bijvoorbeeld op beschaafde wijze mokt als ie op de reservebank belandt, doet zij daarover luidkeels haar beklag op de tribune.

Slechts een enkele keer laat de hoofdpersoon zich echt in zijn ziel kijken, bijvoorbeeld als hij vertelt over zijn vader, die slechts een beperkt deel van zijn carrière mocht meemaken. Dan blijkt Dappere Dirk Met De Roestvrijstalen Glimlach, die bijna twintig jaar voor volk en vaderland heeft gestreden, ineens ook maar een gewone, kwetsbare jongen.

Deze film moet het echter niet van groot menselijk drama hebben – ook omdat Feyenoord en zijn aanvoerder alsnog die felbegeerde landstitel in de wacht sleepten. Deborah van Dams Kuyt is vooral een alleraardigst kijkje in het leven achter de wedstrijd, waarbij Dirk en zijn entourage letterlijk alles uit de kast halen, ‘You Never Walk Alone’-T-shirts bijvoorbeeld, om die allerlaatste grote prijs veilig te stellen.