So This Is Christmas

Autlook

‘Wat ik zou willen hebben voor Kerstmis kan ik niet krijgen’, zegt Jason Phelan geëmotioneerd. ‘Ik kan mijn Roxy niet terugkrijgen.’ Zijn vrouw is het voorgaande jaar overleden, om ‘twee minuten voor vier op 17 februari’. Samen met z’n zoons Cathal en Setanta staat hij nu voor de eerste kerst zonder hun moeder. Hij heeft haar beloofd dat hij voor hen zal zorgen. ‘Je moet hoop hebben’, zegt Jason, ook tegen zichzelf. ‘Als je die verliest, verlies je alles.’

Want kerst mag voor sommige mensen dan de mooiste tijd van het jaar zijn, het is ook een feest dat anderen juist confronteert met zichzelf en hun leven. Met eenzaamheid, een eetstoornis of te weinig geld om cadeautjes te kopen, bijvoorbeeld. De Ierse documentaire So This Is Christmas (90 min.) snijdt zulke thema’s aan via een vijftal goed gekozen personages, waarmee het, in het kader van ons aller kerstgevoel, bovendien lekker gemakkelijk identificeren is.

Regisseur Ken Wardrop lardeert hun persoonlijke verhalen met typische kersttaferelen en een suikerzoete soundtrack. Die geven zijn film de melancholieke ondertoon die past bij zijn hoofdpersonen. De alleenstaande moeder Lorette bijvoorbeeld die vaste klant is bij de voedingsbank en zich geen bezoek aan de speelgoedwinkel kan permitteren. Oudere vrijgezel Shane die véél te vroeg bij een georganiseerd kerstdiner arriveert. Of de anorectische veertiger Mary die liever alleen thuis blijft.

Eenzaamheid is een steeds terugkerend thema in hun ontboezemingen. Soms ook letterlijk: ‘home alone’. Zoals bij Annette Foran, een oudere vrouw die letterlijk niemand heeft om mee naar de kerk te gaan – of om überhaupt iets te gaan doen. Ze werd vroeger gepest op school en durft nog altijd nauwelijks mensen te vertrouwen. Annette kent helemaal niet zoiets als een kerstgevoel. ‘Eenzaamheid is erg’, constateert zij scherp. ‘Maar onzichtbaar zijn en vergeten worden is nog veel erger.’

Vanzelfsprekend is So This Is Christmas desondanks geen al te zwaarmoedige film geworden. Hoewel elk huisje z’n kruisje heeft, zeker in het katholieke Ierland, bevat deze, jawel, kerstdocu meer dan genoeg geloof, hoop en liefde om het hart aan te warmen.

IVF In België

VRT

Louise Brown, het allereerste IVF-kind ter wereld, was nog geen vijf jaar oud toen in de zomer van 1983 ‘de eerste Belgische proefbuisbaby’ Ellen werd geboren bij de Katholieke Universiteit Leuven. De Belgische kerk zag deze ontwikkeling destijds met lede ogen aan.

In-vitrofertilisatie was in die jaren een kwestie van pionieren. Zowel voor de ongewenst kinderloze stellen, lesbische koppels en alleenstaande vrouwen met een kinderwens als voor de betrokken artsen en zorgverleners. In de historische documentaire IVF In België (50 min.) blikken zij terug op deze bewogen periode, waarin de vernieuwende behandeling permanent onder een vergrootglas lag.

Begin jaren negentig werd in Brussel ook de ICSI-techniek ontwikkeld, een vruchtbaarheidsbehandeling die later in de hele wereld school zou maken. Tegenwoordig vindt zo’n zeventig procent van de kunstmatige inseminaties op deze manier plaats. En de aanvankelijke toename van het aantal meerlingen daarbij werd met het zogeheten ‘Belgian Model’ ook een heel eind getackeld.

De nadruk ligt in deze tv-film op zulke grote ontwikkelingen, waarbij de gespannen relatie tussen de katholieke universiteiten en het Vaticaan steeds opnieuw aandacht vraagt. Die worden toegelicht door de betrokken artsen en wetenschappers. De verhalen van enkele wensouders – hun kinderen komen niet aan bod – dienen daarbij vooral als menselijk illustratiemateriaal bij het grotere verhaal.

Intussen schrijdt de techniek nog altijd verder en is het de vraag of de betrokken mensen en organisaties dat nog wel kunnen bijbenen, het thema van het slot van deze interessante IVF-terugblik. In 2019 heeft bijvoorbeeld een 74-jarige Indiase vrouw twee kinderen gekregen. Zij geldt als de oudste moeder ter wereld. Of dat een goede ontwikkeling is? Daarover lopen de meningen natuurlijk uiteen.

Want deze wetenschap begeeft zich nu eenmaal altijd op de grens tussen de autonomie van de patiënt en de ethiek van diens arts. Voor professor Reproductieve Geneeskunde Gianpiero Palermo is ’t in wezen simpel: zolang het geen risico inhoudt voor de patiënt of diens embryo, doet hij wat die wil. Ethiek is volgens hem iets voor oudere collega’s die wetenschappelijk niets meer bij te dragen hebben.

Niet elke arts of wetenschapper stelt ‘t zo scherp. ‘Men moet altijd open blijven voor nieuwe ideeën’, vindt klinisch bioloog André van Steirteghem, die samen met gynaecoloog Paul Devroey baanbrekend werk verrichtte. ‘Als je met iets nieuws begint, dan moet je durven grenzen te verleggen’, zegt hun collega Stephan Gordts. ‘Dat is de enige manier, denk ik, waarop de geneeskunde vooruit kan gaan.’

‘De wetenschap heeft stappen vooruit gezet en maakt iets mogelijk’, concludeert Mieke Felix, één van de gelukkige moeders, als ze terugkijkt. ‘En wij hebben daar mogen gebruik van maken. Er is ons een cadeau gegeven.’

Trailer IVF In België

Come See Me In The Good Light

Apple TV+

De rockster onder de Amerikaanse dichters heeft al enkele jaren niet meer opgetreden. Andrea Gibson is gediagnosticeerd met eierstokkanker en ziet het einde naderen. Geen idee hoe lang ze nog heeft. Ze is al ruim voorbij de twee jaar die ze ooit kreeg.

Samen met haar vriendin Megan Falley, die eveneens spoken word-dichter is en werkt aan haar memoires, verwelkomt Gibson documentairemaker Ryan White in haar huis te Longmont, Colorado. Hij legt van dichtbij vast hoe zij met liefde, taal en humor verder gaan. Want Andrea wil leven zolang ze kan. Ze hoopt in elk geval vijftig te worden.

White (Assassins, Pamela, A Love Story en Into The Fire: The Lost Daughter) is er getuige van hoe de twee elke drie weken tussen hoop en vrees bivakkeren. Een bloedtest fungeert als barometer voor of – en zo ja: hoe – de kanker voortschrijdt. Als het ook maar enigszins kan, wil Gibson nog eenmaal een spoken word-performance geven.

Daarmee heeft Come See Me In The Good Light (104 min.) z’n vanzelfsprekende eindstation – al is het de vraag of de hoofdpersoon dat ook bereikt. Haar poëzie is nochtans alomtegenwoordig in deze sensitieve film, waarin alles bespreekbaar is en wordt uitgesproken. In rake woorden die aangrijpen, verlichten en beklijven.

‘Als ik sterf’, constateert Andrea bijvoorbeeld geëmotioneerd, ‘heeft Meg mij echt nodig als steun.’ Ook Ryan White vindt ondertussen poëzie in het alledaagse, zoals een brievenbus of twee tortelduifjes. Het gewone wordt zo boven zichzelf uitgetild. Zoals het in werkelijkheid vast ook gaat als het einde van iemands levensdagen in zicht komt.

Gibsons levensverhaal werpt tevens licht op hoe ’t is om queer te zijn in Amerika. Nadat ze eenmaal uit de kast was, volgden er allerlei relaties. De meeste exen zijn ook na het beëindigen daarvan in haar leven gebleven. Zij heeft daarvoor een simpele verklaring: ze worden familie. Ook omdat mensen zoals zij onderweg vaak hun familie kwijtraken.

Come See Me In The Good Light beziet Andrea, haar geliefde en hun ‘familie’ met een tedere blik en koerst – zonder ook maar een moment sentimenteel te worden, terwijl Gibson door een chemokuur toch ook haar stem dreigt kwijt te raken – af op een aangrijpende climax, met twee mensen die elkaar helemaal gevonden hebben.

‘Ik wil dat ik op mijn allerlaatste seconde denk’, verwoordt Andrea Gibson ‘t treffend. ‘Wow, ik wou dat ik nog een miljoen van dit soort momenten zou hebben.’

Sanatorium

MetFilm / VPRO

Ondanks de oorlog blijven er gasten komen. Ooit, in de hoogtijdagen van het Sovjet-regime, kwamen er jaarlijks duizenden bezoekers naar het wellnesscentrum Kuyalnyk om een behandeling met de befaamde modder te krijgen, eens lekker uit te buiken of te herstellen van leed, gebreken of verwondingen. Tegenwoordig moet het Sanatorium (90 min.) in Odessa, aan de zuidkust van Oekraïne, tevreden zijn met een fractie daarvan. Ze proberen gewoon te overleven – niet in het minst omdat het luchtalarm nogal eens afgaat.

Als het zomerseizoen begint, staat het team van vaste medewerkers reeds klaar om ‘t de nieuwe gasten naar de zin te maken. Ze werken vaak al hun halve leven bij Kuyalnyk en zijn volledig vergroeid geraakt met hun job. Medisch Directeur Olena heeft bijvoorbeeld voor elk probleem een luisterend oor. Haar activiteitenleidster en naamgenoot organiseert na 35 jaar nog altijd enthousiast een tafeltennistoernooi, karaokeavond of disco. En Dimitriy, de brombeer aan het hoofd van de technische dienst, scheldt zijn medewerkers steevast aan het werk en maakt daarna weer net zo gemakkelijk een dolletje met hen.

De clientèle die zij ontvangen is al even kleurrijk. Een jonge choreografe bijvoorbeeld, die nu eindelijk eens zwanger hoopt te worden. Een gepensioneerde mijnwerker met psoriasis en veel vrije tijd. Een moeder en haar volwassen zoon die welhaast een Oekraïense variant op de Van Kooten & De Bie-typetjes Carla en Frank van Putten lijken. Een veteraan die herstelt van zijn tijd aan de frontlinie. En een oorlogsweduwe met de vraag hoe ze op haar leeftijd nog alleen verder kan. De Ierse documentairemaker Gar O’Rourke beziet hen in zijn tragikomische debuutfilm stuk voor stuk met een mengeling van compassie en ironie.

Via modderbaden, allerlei andere behandelingen en tijdloos vertier proberen zijn hoofdpersonen in het reine te komen met zichzelf, een nieuwe wending te geven aan hun leven of simpelweg geluk te vinden – al is troost soms ook meer dan genoeg. Dit resulteert in treffende scènes. Onverholen flirtende oudjes. Een bezonken schuifeldans op Careless Whisper. Of een gezamenlijk patriottisch lied op Onafhankelijkheidsdag. Het hersteloord uit lang vervlogen tijden, in al z’n lelijkheid heel fraai vereeuwigd, blijkt nog altijd een geschikte plek om mensen te helen en in tijden van nood een gevoel van saamhorigheid te kweken.

Babs Gons – Precies Goed

NTR / dinsdag 11 november, om 22.40 uur, op NPO2

Ze begint deze film als Dichter des Vaderlands en gaat er als Dichter der Nederlanden weer uit. In de twee jaar daartussen probeert Babs Gons steeds de juiste woorden te vinden. En daarbij begint die titel te knellen. Want tegenover dat vaderland staat voor biculturele Nederlanders zoals zij vaak hun land van afkomst, het moederland.

Ze legt haar ongemak in de documentaire Babs Gons – Precies Goed (60 min.) voor aan andere ambassadeurs – de nationale fotograaf, theoloog en componist bijvoorbeeld – en samen vinden ze een naam die de lading beter dekt. Het typeert Gons: ze maakt van haar hart geen moordkuil, maar houdt tegelijk ook oog voor anderen.

Voor haar is de dialoog ook een logisch onderdeel van het schrijfproces. Daarom schrijft ze vaak in de wijvorm, vertelt Gons in deze film van Bibi Fadlalla (Raquel van Haver – De Vrouwen Van Mijn LandGeneratie Pa en Sta Op! En Rust). Ook omdat ze zich niet alleen wil voelen in dat schrijven. ‘Ik schrijf gedichten ook om mezelf te troosten.’

Fadlalla gebruikt die poëzie, waarin hiphop, de gospelkerk en spoken word doorklinken, als skelet voor dit portret. Met typografie zet ze kernwoorden aan. ‘Doe het toch maar’, declameert Gons bijvoorbeeld. ‘Ook al lachen ze je kunst uit / Bezuinigen ze je weg / Vinden ze dat je maar normaal moet doen / En dat je een linkse hobby bent’

Dit portret documenteert verder hoe zij zich als vrouw van kleur staande houdt in politiek roerige tijden, terwijl ze zelf kampt met borstkanker. Een zelfbewuste vrouw, die ooit het enige bruine kind was in een witte wereld, zoals is vervat in fraaie familiefilmpjes, en die altijd de Nederlandse dochter bleef van een afwezige Afro-Amerikaanse soldaat.

En steeds weer zoekt en vindt ze woorden. Ook van anderen trouwens. Want als Nederlands ambassadeur van de poëzie koestert Gons tevens de ‘rijkdom om een gedicht bij je te kunnen dragen en dat te allen tijde tevoorschijn te kunnen halen’. Gedichten zijn, in de woorden van haar collega Roger Robinson, ‘empathy machines’.

In Deventer krijgt ze als Dichter der Nederlanden de gelegenheid om de slachtoffers van slavernij en kolonialisme in oost en west eer te betonen op een officieel herdenkingsmonument. Een voorlopige kroon op haar werk als stem van een volk dat lang niet altijd zo hoopvol en genuanceerd klinkt als in de woorden van Babs Gons.

‘Doe het toch maar’, zegt ze tot besluit in deze innemende film, vast ook tegen zichzelf. ‘Klim maar uit bed op die ochtenden dat de vermoeidheid je hoop en je ledematen lamlegt / En ook als je denkt dat niemand zit te wachten op jou en je verhalen / Blijf het maar doen.’

Zorgdragers

NTR

Het is een pijnlijke constatering. Niet alleen voor henzelf. Als hulpverleners van mensen met psychische nood lijkt het voor hen taboe om hun eigen kwetsbaarheid te erkennen. En wanneer ze daartoe toch worden gedwongen, doordat ze zelf ook kwetsbaar blijken te zijn, kampen ze met schaamte en blijft dit moeilijk bespreekbaar. Je wilt nu eenmaal niet bij de omvallers horen, zegt één van de psychologen en psychiaters in Zorgdragers (24 min.). Mensen die in de zorg werken, constateert een ander, zorgen graag voor een ander, maar blijven zelf liever buiten beeld.

Documentairemaakster Juliette Dominicus zag het bij haar zus Marcia, die net als diverse andere leden van hun familie psycholoog werd. Dominicus legt haar zus op de divan en volgt haar tevens naar een creatieve groepstherapie, waar enkele zorgverleners hun eigen mentale kwetsbaarheid onder ogen zien en delen. Zij hebben ook ervaren hoe de buitenwereld, niet alleen professionals, in zulke situaties kan reageren. ‘Je kan beter keelkanker hebben dan een depressie’, zegt één van de deelnemers. Dan is tenminste duidelijk dat je er zelf niets aan kunt doen.

In een veilige omgeving maken Marcia Dominicus en enkele vakgenoten nu het masker na dat ze als professional (moeten) dragen, kijken eens goed in de spiegel en oefenen in de buitenlucht empathische of juist oordelende reacties en ervaren vervolgens het effect daarvan. Zo slechten zij, niet alleen voor zichzelf, in deze sensitieve korte film de barrière tussen zorgprofessional en patiënt en dragen ze meteen bij aan het bespreekbaar maken van de psychische uitdagingen die menigeen op z’n pad treft. Omdat iedereen wel eens hulp nodig heeft.

Zelfs de hulpverlener zelf.

Ozzy: No Escape from Now

SkyShowtime

Hij maakt enkele albums, wint daarmee zowaar twee Grammy Awards en wordt ook nog eens opgenomen in de Rock And Roll Hall Of Fame. Toch staan de laatste jaren van de onlangs overleden metalheld Ozzy Osbourne (1948-2025) vooral in het teken van zijn broze gezondheid, het cancelen van concerten en de twijfels, spijt en somberheid die daarmee gepaard gaan. Zijn vrouw en manager Sharon en hun kinderen Aimée, Kelly en Jack proberen hem daar, soms met de moed der wanhoop, doorheen te loodsen.

Voor Osbournes introductie in de Hall Of Fame wordt bijvoorbeeld een soort superband samengesteld met de vocalisten Billy Idol, Jelly Roll en Maynard James Keenan (Tool), gitarist Zakk Wylde (Black Label Society), bassist Robert Trujillo (Metallica) en drummer Chad Smith (Red Hot Chili Peppers). Ozzy kan het echter nauwelijks verkroppen dat hij zelf niet het podium op kan om te rocken. En aan gewoon speechen moet ie al helemaal niet denken. Als hij überhaupt in staat is, vanwege alweer nieuwe medische complicaties, om naar de officiële ceremonie af te reizen.

Uiteindelijk rest hem nog één enkel concert, op 5 juli 2025 in Villa Park in zijn geboortestad Birmingham, waar hij samen met zijn oude strijdmakkers van Black Sabbath afscheid wil nemen van een even succesvolle als tumultueuze carrière en de fans die hem ruim een halve eeuw trouw zijn gebleven. Dat is ook het vanzelfsprekende richtpunt van de documentaire Ozzy: No Escape from Now (123 min.) van Tania Alexander. De weg daarnaartoe is alleen behoorlijk soapy. Alsof de realityserie The Osbournes (2002-2005) een tamelijk zwaarmoedige reprise heeft gekregen.

Zelf twijfelt Osbourne namelijk of hij die afscheidsshow wel gaat halen – en ook zijn doorgaans onverzettelijke echtgenote Sharon zit soms in zak en as. Want onderweg dienen zich steeds weer nieuwe ongemakken aan. ‘Het is compleet ontmoedigend’, verzucht Ozzy, enkele maanden voor ‘Back To The Beginning’. ‘Maar ik moet daarheen. Ik moet er echt zijn!’ En hij zal er uiteindelijk toch komen eruit gaan met een grote knal. Te midden van metal-grootheden zoals Metallica, Slayer en Guns N’ Roses kan ‘The Prince Of Darkness’ nog eenmaal opdraven als de ongekroonde koning van de heavy metal.

En daarna wachten de eeuwige jachtvelden van de rock & roll.

12th & Delaware

Loki Films / HBO

Om vijf uur ’s ochtends staat er in de schemering al een demonstrant te posten. In haar handen houdt de oudere vrouw een bord: thou shalt not kill. ‘Laat God in je leven’, roept ze even later naar de beheerders van de kliniek, Candace Lye en haar echtgenoot Arnold, wanneer die aan hun dag beginnen. ‘Dit werk gaat je niet verder brengen. Dit is het werk van de Duivel.’ De antiabortusactiviste krijgt al snel versterking van medestanders. Samen geven de pro-lifers ook de arriverende meisjes en vrouwen een warm welkom. ‘God heeft je zwanger gemaakt’, houdt de vrouw hen voor, met een piepklein plastic baby’tje in haar hand. Haar collega’s tonen intussen bloederige billboards. ‘Neem geen abortus. Kies het leven.’

Sinds 1991 zit er een abortuskliniek op de hoek van 12th & Delaware (80 min.) in Fort Pierce, Florida. Acht jaar later heeft een pro-life organisatie het pand ertegenover opgekocht en daarin het Pregnancy Care Center geopend. Als zwangere vrouwen zich daar melden, al dan niet per ongeluk, krijgen ze na een goed gesprek met de katholieke consulent Anne, dat ook voor een hartig woordje kan doorgaan, vrijwel direct een echo. Zodat ze alvast de hartslag van de snel groeiende baby in hun buik kunnen zien. Intussen vertelt Anne hen plastische verhalen over wat een abortus inhoudt en toont zo nodig zeer expliciete foto’s. Ze deinst er ook niet voor terug om de betrouwbaarheid van condooms in twijfel te trekken. Alles voor de goede zaak. Bij vertrek geeft zij de vrouw een echofoto mee, gericht aan de aanstaande ‘mommy’ en/of ‘daddy’.

Na gedane arbeid steekt Anne, een alleenstaande diepgelovige vrouw, gevolgd door de camera, de straat over, naar haar medestanders met de protestborden. Hebben ze al gehoord dat een kliniek in Philadelphia vrije abortussen heeft verstrekt ter ere van George Tiller? Die abortusarts werd in 2009, toen de opnames voor deze unheimische film van Rachel Grady en Heidi Ewing (Jesus Camp) nog liepen, vermoord door een fanatieke pro-lifer, een traumatische gebeurtenis die nog altijd nazindert in de Amerikaanse pro-choice beweging en die later is vervat in de indringende documentaire After Tiller (2013). Het was de zoveelste escalatie in een ideologische oorlog, die wordt uitgevochten op de straten van Amerika. Zoals op die ene straathoek in Florida, waar zwangere vrouwen op een T-splitsing belanden: door of niet?

Volgens pastor Tom Euteneuer, de voorman van het Pregnancy Care Center, is de ‘abortusindustrie’ niets minder dan een ‘diabolische religie’, die met wortel en tak moet worden uitgeroeid. Uitgevoerde abortussen voelen voor de medewerkers van zijn organisatie als een persoonlijk nederlaag. De kliniek aan de overkant van de straat is volgens Anne in wezen te vergelijken met een autodealer: het echtpaar dat de tent runt, Candace en haar echtgenoot Arnold, wil gewoon zoveel mogelijk ‘auto’s’ verkopen. In de tweede helft van hun ontluisterende film nemen Grady en Ewing dan eindelijk ook zelf poolshoogte bij die abortuskliniek. Daar verbazen ze zich over de ‘Ausdauer’ van hun ideologische tegenstanders – hebben die lui niets beters te doen? – en hun slinkse tactieken – van die misleidende naam tot het verstrekken van incorrecte informatie.

Dagelijks ervaren zij ook de consequenties daarvan: hoe vrouwen worden beïnvloed, gemanipuleerd en/of geïntimideerd terwijl ze één van de moeilijkste beslissingen van hun leven moeten nemen. Inmiddels, zo’n vijftien jaar later, is de situatie van zulke meisjes en vrouwen overigens alleen maar verslechterd. Sinds het Amerikaanse hooggerechtshof in 2022 het federale recht op abortus heeft geschrapt, kan elke staat zijn eigen regels bepalen en hoeven antiabortusactivisten zoals Anne zich niet meer te beperken tot protest, suggestie en desinformatie. Met de Bijbel in de hand kunnen ze het recht op abortus nu daadwerkelijk inperken.

The Devil Is Busy

HBO Max

Als er een kloppend hartje is te zien op de echo, kunnen ze in Georgia niets voor een zwangere vrouw doen. Dat mogen ze niet. Sinds het Amerikaanse hooggerechtshof in 2022 het federale recht op abortus schrapte, kan elke staat z’n eigen regels bepalen. In sommige delen van het land, zoals in de Zuidelijke staat Georgia, is het daardoor voor vrouwen veel moeilijker, zo niet onmogelijk, geworden om een abortus te krijgen.

De telefoniste van het feministisch gezondheidscentrum voor vrouwen in Atlanta vindt ‘t ‘hartverscheurend’ om vrouwen nee te verkopen, vertelt ze in The Devil Is Busy (32 min.). Zij moet hen doorverwijzen naar een andere Amerikaanse staat. Als het vruchtzakje leeg is, mogen ze de zwangerschap nog wel onderbreken. De meeste vrouwen weten dan alleen nog helemaal niet dat ze in verwachting zijn.

Georgia’s verbod om een zwangerschap na zes weken af te breken komt volgens de dienstdoende gynaecoloog in de praktijk dus neer op een totaalverbod op abortus. ‘Ik had nooit kunnen nemen bedenken dat ik 25 jaar geleden meer rechten zou hebben dan mijn dochter nu’, vult de echoscopist van de abortuskliniek aan, terwijl ze onderzoekt of de vrouw op haar behandeltafel de zes wekengrens al heeft bereikt.

Het gelovige hoofd beveiliging Tracii, de verbindende schakel in deze interessante korte documentaire van Christalyn Hampton en Geeta Gandbhir, heeft ’t er intussen ook druk mee. De kliniek wordt permanent belaagd door demonstranten. ‘Waarom kies je ervoor om een onschuldig kind te vermoorden?’ roept één van hen door een microfoon naar de vrouwen, die zich daar, al dan niet met hun partner, melden voor hulp.

Tracii heeft weinig begrip voor de antiabortusactivisten. Één van hen, Jason, heeft bijvoorbeeld in de gevangenis gezeten omdat hij had geprobeerd om een zwarte kerk in brand te steken. ‘Ik vroeg hem ooit: hoe kun jij mensen naar de hemel of hel sturen alsof die van jou zijn? Hij zei: ik heb berouw getoond, God heeft me vergeven.’ Ze is er nog altijd beduusd van. ‘Dus daarom denk je nu dat je anderen mag veroordelen?’

Salamatty Kazakhstan

Mokum Films

Zeventien provincies, 121 stations en zo’n 18.000 kilometer. Acht maanden per jaar, van eind april tot begin december, rijdt er een trein met artsen en verpleegkundigen en hun begeleiders door afgelegen, dunbevolkte delen van Kazachstan, waar ongeveer twintig miljoen mensen wonen in een gebied dat grofweg zesmaal het totale landoppervlak van Frankrijk omvat. Bij de Salamatty Kazakhstan (93 min.), die bij elk station twee dagen halt houdt, kunnen de bewoners terecht voor gratis gezondheidszorg.

De ‘Gezond Kazachstan’-expres rijdt al zo’n tien jaar, maar heeft ditmaal een extra passagier: Ben van Lieshout (Sketches Of SiberiaSnelweg NL en Hoogtijdagen – Portret Van Een Gehavend Gebied). Hij legt zowel het werk van de zorgverleners vast – lichamelijk onderzoek, kleine ingrepen en basale mondzorg – als het leven dat zij met de andere bemanningsleden leiden. Ieder heeft z’n eigen redenen om deze trein te nemen, blijkt uit de spaarzame interviews die de Nederlandse documentairemaker heeft toegevoegd. De één vindt de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk, een ander wil mensen helpen en een enkeling is op zoek naar een levensgezel.

Verder beperkt Van Lieshout zich tot het observeren van het leven onderweg en de aankomst op weer een nieuwe plek. Als de gezondheidskaravaan ergens arriveert, loopt steevast de wijde omgeving uit. In het dorp Baumanskaya (266 inwoners) in de Zhambyl-regio, in het zuiden van Kazachstan, wordt de trein bijvoorbeeld opgewacht door een ontvangstcomité en zijn er ook festiviteiten georganiseerd. Pas daarna kan het spreekuur worden opgestart. In de treinwagon zelf, maar zo nodig ook aan huis, krijgen de dorpelingen zorg die de rest van het jaar ontbreekt. En na gedane arbeid is er tijd voor ontspanning. Een spelletje kaart of een potje volleyballen.

Geduldig toont deze interessante roaddocu hoe de 35 mensen op de trein, die alle uithoeken van het fraaie en uitgestrekte land aandoet, steeds nadrukkelijker een gemeenschap beginnen te vormen. Er wordt samen gefitnesst, gebeden en zo nu en dan ook, in en om die trein, een feestje gebouwd. Met het sociale project Salamatty Kazakhstan vormen deze reizende zorgers ondertussen het gezicht van Vadertje Staat, die zich tegenwoordig bekommert om onderdanen die eerder vaak aan hun lot werden overgelaten en gewend waren om hun eigen boontjes te doppen.

Blijven Ademen

BNNVARA

Hij is zogezegd ‘uit de tijd gevallen’. Twee jaar geleden heeft de dan 28-jarige Bo Gyi Hasenaar, vanwege een atypische hersenvliesontsteking, negen dagen in coma gelegen. Terwijl de jongeling tussen leven en dood zweefde, in een droomwereld die verdacht echt leek, leefden zijn verwanten en vrienden tussen hoop en vrees. Toen Bo Gyi alsnog ontwaakte, waren zij vooral opgelucht en had hij nog een wereld te ontdekken over deze ingrijpende periode.

In de documentaire Blijven Ademen (58 min.) van Leon Veenendaal, naar een idee van Suze van Hasselt, probeert de jongeling vat te krijgen op die negen dagen. Hij heeft daaraan weliswaar geen actieve herinneringen, maar wordt nog steeds achtervolgd door beelden en indrukken die hij destijds heeft opgedaan. Hij is er een ander mens door geworden, constateert Bo Gyi verwonderd. Iemand zonder hoogtevrees, bijvoorbeeld.

Er is een versie van vóór de IC en een versie van ná de IC, zegt een medewerkster van de Intensive Care-afdeling als hij daar nog eens op bezoek gaat. In gesprek met zijn vriendin Tessa, ouders en broers reconstrueert Bo Gyi hoe zij die tijd hebben beleefd. Hij kan daarbij terugvallen op de weerslag van deze periode: een stapel beterschapskaarten, emotionele berichtjes en de gezondheidsupdates die rondgingen in zijn omgeving.

Liggend op de divan bij een therapeut probeert hij bovendien zijn droomwereld, door Veenendaal gevisualiseerd met beeldsequenties waarin hij door een leeg en donker ziekenhuis en bos doolt, opnieuw te bezoeken. Wat willen die indrukken hem vertellen? ‘Dromen zijn gedachten die niet weten dat ze gedacht worden’, legt de therapeut uit. Ze zijn een onbewuste vorm van denken, die je kunnen verrassen met inzichten over jezelf.

Bo Gyi gaat daar in elk geval héél bewust mee aan het werk. Hij spreekt ook nog met lotgenoten, doet samen met intimi ademhalingsoefeningen in de sportschool en inventariseert met behulp van kaartjes op een bord zijn leven. Alles, zo lijkt het, om weer in verbinding te komen met (die nieuwe versie van) zichzelf en zijn dierbaren. Daarbij liggen de tranen regelmatig voor het oprapen: bij hemzelf en de mensen die hij ontmoet.

Stapsgewijs werkt deze geladen film zo toe naar een natuurlijke en helemaal bijdetijdse climax: het feest dat Bo Gyi sinds die negen dagen in coma jaarlijks organiseert voor vrienden en familie. Om het leven te vieren, dat soms zulke onverwachte afslagen kan nemen.

Het Muziekmedicijn

Memphis Features / Max

Van muziek bloeit niet alleen het hart open, ook de hersenen gaan er beter van werken. Klassiek zangeres Maartje de Lint, artistiek leider van Zingen In De Zorg, maakt zich daarom sterk voor het doelbewust inzetten van zingen en dansen bij mensen met dementie. En dan niet alleen door goedbedoelende vrijwilligers, maar door professionals zoals zijzelf, die zijn getraind om de neuroplasticiteit en cognitie van ouderen met dementie in stand te houden of zelfs weer te verbeteren.

‘Dat klankgeheugen, wat diep in dat brein zit, dat is mijn materiaal’ vertelt de Lint in de documentaire Het Muziekmedicijn (58 min.) van Frénk van der Linden. ‘En dan is het mijn taak om die deur open te doen, zodat de mensen zelf ontdekken dat ze nog heel veel kunnen.’ Tijdens zogeheten Zing-Cirkels gaat ze zowel met mensen met dementie als met hun mantelzorgers aan het werk. De muziek brengt hen niet alleen troost en vreugde, maar ook zichtbaar dichter bij elkaar. Want samen zingen zorgt voor verbinding.

Eli Tuhuteru, die als zevenjarig jongetje met de boot van de Molukken naar Nederland is gekomen, is in 2016 gediagnosticeerd met dementie. Hij kan intens genieten van de muziek van zijn jeugd en het land waar hij nog altijd thuis is. Zijn dochter Shirley volgt nu de opleiding tot Zorg-Zangeres bij Maartje de Lint, waarbij ze leert om haar vader en mensen zoals hij te raken en stimuleren met muziek. Via zingen kunnen zij vasthouden wie ze zijn en welllicht zelfs weer iets terugkrijgen wat eerder verloren leek.

Theo van der Eng en zijn vrouw Nelly nemen ook deel aan zulke bijeenkomsten. Ze zijn al vijftig jaar getrouwd, maar sinds Theo frontotemporale dementie heeft is hun relatie grondig veranderd. Nelly voelt zich volgens eigen zeggen soms net een weduwvrouw. Haar man trekt vaak helemaal zijn eigen plan en zit hele dagen boven op z’n kamer Palingpop, liefst van zijn favoriete groep The Cats, te luisteren. En Theo heeft ook altijd een zakdoekje bij de hand, om de tranen van ontroering weg te vegen.

Theo van der Eng participeert tevens in een onderzoek van het Alzheimercentrum van het Amsterdam UMC, waarbij wordt nagegaan wat muziek te weeg brengt in de hersenen van mensen met verschillende dementievarianten en hoe muziek misschien kan worden ingezet om de aandoening tot stilstand te brengen of zelfs terug te dringen. Zo kunnen zij wellicht een wetenschappelijk fundament leggen onder wat zingende zorgers zoals Maartje de Lint voor het oog van de camera al heel aannemelijk maken: zingen is gezond.

En Frénk van der Linden huldigt in deze warme docu vooral het ‘show, don’t tell’-principe. Beter: sing, don’t tell. Zo zet Het Muziekmedicijn helder op de kaart dat er nauwelijks iets te bedenken is dat dieper in de mens, ook als die in de herfst of winter van zijn leven is aanbeland, reikt dan muziek.

Critical: Between Life And Death

Netflix

Elke patiënt gaat naderhand mee naar huis, stelt orthopedisch chirurg Ibraheim. Ze worden stuk voor stuk doodsbang binnengebracht bij het Londense ziekenhuis King’s College, lijdend aan helse pijnen en volledig overgeleverd aan hen, de zeer professioneel opererende verleners van traumazorg. En die nemen hen na gedane arbeid in gedachten mee naar hun eigen leven, waarbij vaak dan pas tot hen doordringt wie ze voor hun ogen, op hun monitor of onder hun mes hebben gekregen en wat het letsel dat zij hebben opgelopen zou kunnen betekenen voor hun verdere levens.

Aan de hand van enkele concrete casussen brengt Critical: Between Life And Death (278 min.) het werk in beeld van meldkamermedewerkers, traumahelikopterartsen, ambulanceverpleegkundigen, eerste hulp-doktoren, traumaspecialisten en chirurgen van verschillende Londense ziekenhuizen. De eerste aflevering van deze zesdelige docuserie van Jermaine Blake, Matt Haan en Toby Paton zet de kijker enigszins op het verkeerde been met de nasleep van een ernstig ongeluk met een kermisattractie, verteld door familieleden en hulpverleners, waarbij het tot het einde ongewis blijft wie er hoe overleeft. Een gedegen real life-thriller, die niettemin redelijk inwisselbaar blijft

In de volgende afleveringen graaft Critical, dat doet denken aan de Amerikaanse ziekenhuisseries Lenox Hill en Emergency NYC, aanmerkelijk dieper. Via enkele gewone Londenaren die ingrijpend letsel hebben opgelopen als gevolg van een ongeluk of aanval wordt, doorgaans verspreid over meerdere afleveringen, het systeem in beeld gebracht waarin zij dan terechtkomen. Multidisciplinaire teams proberen de opgelopen schade – gevisualiseerd met verhelderende animaties – zoveel mogelijk te beperken en komen uiteindelijk soms voor de ultieme keuze te staan: leven of ledemaat. Die vraag kan natuurlijk maar op één manier worden beantwoord. Het is wel de vraag wat dit dan voor het leven van de desbetreffende patiënt betekent. Hoe moet die verder zonder hand of been?

Blake, Haan en Paton richten hun camera tevens op het precisiewerk in de operatiekamer  – als het bordje ‘theatre in use’ oplicht – dat zéér expliciet In beeld wordt gebracht. De bloederige close-ups van chirurgische ingrepen zijn vast niet aan iedereen besteed en voelen soms wat overdadig. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor de mentale impact van het lichamelijke trauma. De 23-jarige jongeling Isaac is bijvoorbeeld bruut mishandeld. Wat hebben de schoppen tegen zijn hoofd te weeg gebracht in zijn brein? Zal dit ooit weer normaal functioneren? En hoe is ’t überhaupt om verder te gaan na zo’n traumatische ervaring, of ’t nu gaat om een ingrijpend ongeval of een laffe aanval?

Verder zoomt Critical in op de persoonlijke verhalen van zowel enkele patiënten en hun families als de individuele leden van het traumateam, die in hun eigen levens soms ook met fysiek letsel te maken hebben gekregen en zich daarom terdege realiseren wat de impact van hun job kan zijn. Deze miniserie zet hun essentiële werk vol in de schijnwerpers en maakt zo de gevolgen van trauma bij gewone burgers en de permanente balanceeract van het zorgsysteem om de schade weer zoveel mogelijk te herstellen zichtbaar en voelbaar.

The Astroworld Tragedy

Netflix

Tijdens het optreden van rapper en organisator Travis Scott wordt er vanaf het pretparkachtige festivalterrein ingebeld bij Houstons 911-meldkamer. ‘We zijn bij het Astroworld-concert’, schreeuwt een concertganger aan de andere kant van de lijn. ‘Het wordt echt gevaarlijk. Het moet ophouden.’ De telefoniste blijft rustig: ‘Wat wil je melden?’ Het meisje is nu bijna hysterisch. ‘Iedereen wordt op elkaar gestapeld.’

Want terwijl het leeuwendeel van Scotts publiek helemaal uit zijn dak gaat, zijn elders fans in de verdrukking geraakt. Zij verkeren echt in doodsnood. ‘Stop de show!’, roepen festivalbezoekers, terwijl hulpverleners mensen proberen te reanimeren. De ster van de avond heeft echter geen idee van wat er aan de hand is. En er is niemand, van zijn eigen entourage of de concertpromotor Live Nation, die hem daarvan op de hoogte brengt.

The show must go on, zelfs op een tragische dag zoals vrijdag 5 november 2021. Sterker: rapper Drake wordt het podium opgeroepen om het feest helemaal aan de kook te brengen. Als Travis Scott om 22.13 uur zijn show beëindigt met vuurwerk, zijn er allerlei ambulances gearriveerd op het festivalterrein. Astroworlds openingsavond resulteert in tien doden, honderden gewonden én de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is.

Yemi Bamiro probeert die te beantwoorden in de degelijke tv-docu The Astroworld Tragedy (80 min.), het eerste deel van de nieuwe Netflix-serie Trainwreck, met concertgangers, nabestaanden, festivalpersoneel, hulpverleners en veiligheidsexpert Scott Davidson. Zoals tegenwoordig gebruikelijk is er meer dan genoeg ondersteunend bewijsmateriaal: de complete tragedie is door festivalgangers zelf gefilmd.

En naderhand is Travis Scott de gebeten hond. Hij had die show moeten stoppen, vinden sommige fans. Davidson zoekt ‘t eerder bij Live Nation, de grootste concertpromotor van de wereld. Heeft die voor, tijdens en na de ramp niet erg veel steken laten vallen? Uit berichten die medewerkers tijdens Scotts show uitwisselen blijkt in elk geval dat sommigen dondersgoed doorhebben wat er aan de hand is. ‘Er gaan doden vallen.’

Zomerdromen

Tangerine Tree / VPRO

‘Wat voor een kanker heb jij?’ vraagt Lotte van der Ree aan het meisje, dat ze zojuist heeft ontmoet op het kamp en waarmee ze nu in een zwemband in het water dobbert.

‘Ik heb leukemie gehad’, antwoordt zij ontspannen. ‘Nou, heb ik nog. Gaat nu goed. En met jou? Wat heb jij?’

‘Met mij gaat het nu ook goed, vooral omdat ik in het water ben, met een donut’, reageert Lotte lachend.

‘Wat heb je dan?’ wil het andere meisje weten.

‘Mijn tumor zat in mijn onderbuik. Hij is wel weggesneden, maar ik krijg nog wel chemo via een infuus. En elke dag moet ik een chemodrankje nemen.’

‘Oh, ja.’

Deze korte jeugddocumentaire van Kim Faber begint niet op het kamp, maar op de poli kinderoncologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Daar is de elfjarige Lotte al een jaar in behandeling. Na een gesprekje met de behandelende arts, is het echter tijd voor iets anders: kamp. Jeeuuh! reageert het meisje enthousiast.

En daar, op Zomerzotheid, speelt Zomerdromen (17 min.) zich verder af. Het wordt ‘een zomerzotte zeilvakantie in Friesland’. De deelnemers worden enthousiast begroet. ‘Welkom op ons kamp’, roept één van de organisatoren hen direct toe. ‘Iedereen heeft hier ongeveer hetzelfde meegemaakt. Dus wees een beetje lief voor elkaar.’

En dat is precies wat de kinderen en hun enthousiaste begeleiders van de Stichting Kinderoncologische Vakantiekampen (SKOV) gaan doen: onbezorgd van de activiteiten, elkaar en het leven in het algemeen genieten. Zwemmen, zingen en dansen, hamburgers eten en TikTok-dansjes filmen. En tot besluit – natuurlijk! – een bonte avond.

Tussendoor praten ze over het leven met kanker: haaruitval, misselijkheid en prikken krijgen. Faber vangt in deze warme, observerende film hoe lotgenoten zielsverwanten worden – en gewone vriendjes en vriendinnetjes. Zonder dat het al te zwaar of somber wordt, iets waar Nederlandse jeugddocu’s wel vaker heel goed in slagen.

Zomerdromen had alleen wel wat extra speelduur mogen krijgen, om het verloop van het kamp en de ontwikkeling van de vriendschappen nog wat uitgebreider in beeld te brengen. Voordat je je als kijker hebt kunnen hechten aan de personages zijn het kamp en deze weerslag daarvan alweer voorbij. Maar misschien gaat ‘t in het echt ook wel zo…

Want na dik een kwartier wacht het gewone leven weer: Lottes volgende afspraak op het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Cold Case: The Tylenol Murders

Netflix

‘Het is heel gemakkelijk om kopers die bittere pil te laten slikken’, leest FBI-agent Roy Lane voor uit de brief van de afperser aan Johnson & Johnson, de fabrikant van de pijnstiller Tylenol. ‘Cyanide werkt snel. Er is maar heel weinig nodig. En dan is er niets meer tegen te doen.’ De onbekende dader, die een miljoen dollar losgeld eist, heeft de daad dan al bij het woord gevoegd. Eind september 1982 zijn er in de regio Chicago zeven dodelijke slachtoffers gevallen. Ze blijken stuk voor stuk een Extra-Strength capsule te hebben genomen van Tylenol, de Amerikaanse variant op Paracetamol. En daarin zat een dodelijke dosis cyanide.

De zaak rond de Tylenol-moorden lijkt klip en klaar: zodra de afperser is gevonden, kan ook het dossier worden gesloten. Deze driedelige serie van Yotam Guendelman en Ari Pines draagt echter niet voor niets de titel Cold Case: The Tylenol Murders (117 min.). Het is namelijk bepaald geen uitgemaakte zaak dat deze ‘Robert Richardson’ inderdaad doelbewust enkele willekeurige Amerikanen heeft vergiftigd. ‘Het was maar een stukje papier’, stelt hij zelf over die chantagebrief. ‘Papier doet niemand pijn.’ Met de moorden zelf heeft Richardson niets van doen. Zegt ie. In hoeverre is het Big Pharma-bedrijf Johnson & Johnson zelf misschien betrokken bij de kwestie?

Vaardig wordt de kijker in deze typische true crime-productie met verhaalwendingen, cliffhangers en de introductie van nieuwe personages en deelverhaaltjes op het verkeerde been gezet, bij de les gehouden en door elkaar geschud. Zoals dat gaat in dit soort docu’s, waarin van de werkelijkheid een smeuïge vertelling wordt geboetseerd. Het is al met al ook wel een bizarre geschiedenis, waarin nog meer slachtoffers vallen en die wel eens groter zou kunnen zijn dan één enkele man met snode plannen. De kwestie blijft ondertussen ook voor meerdere interpretaties vatbaar. Diezelfde werkelijkheid laat zich nu eenmaal niet altijd plooien tot een mooi afgerond verhaal.

Tegelijkertijd kan zo’n misdaad wel degelijk lonen, althans voor de mensen die in staat zijn om er een goed verhaal van te maken. Met deze miniserie lijkt het productiebedrijf van documentairemaker Joe Berlinger – nadat in het najaar van 2024 al Cold Case: Who Killed JonBenét Ramsey? werd uitgebracht – in elk geval weer een nieuwe crimeserie te zijn begonnen. Berlinger, die zelf op z’n minst één onvervalste genreklassieker (de Paradise List-trilogie) op zijn naam heeft staan, runt ook al de Crime Scene– en Conversations With A Killer-reeksen op Netflix. Bittere pillen, die zoals in The Tylenol Murders, als niet te versmaden snoepjes worden uitgedeeld.

Sponsorloper

Prime Video

Hij lijkt niet het type om stil in een hoekje te gaan zitten en zijn verdriet te verwerken. Integendeel, hij wil dat delen, op de één of andere manier omzetten in iets positiefs. En dus bedenkt Jeroen van Veen, alias @Sponsorloper (74 min.), een doldriest plan: hij gaat een jaar lang elke dag tien kilometer hardlopen, om geld in te zamelen voor het Prinses Máxima Centrum in Utrecht.

Want daar werd zijn eigen zoontje Kasper behandeld, als één van de zeshonderd Nederlandse kinderen die jaarlijks kanker krijgen. Ruim duizend dagen was Kasper vaste gast bij de kinderoncologen en begeleiders. Hij groeide er zogezegd op. Met veel plezier. Leerde er lopen, goed praten. En toen, nadat het kwartje talloze malen nét de goede kant op was gevallen, viel ‘t alsnog de verkeerde kant op. Zijn hersentumor werd Kasper begin 2022, op slechts vierjarige leeftijd, toch fataal.

Kasper van Veen behoort tot de ongeveer 120 Nederlandse kinderen die jaarlijks overlijden aan de gevolgen van kanker. Nadat hij drie en een half jaar vaste klant was bij het Prinses Máxima Centrum wil zijn vader Jeroen nu lotgenoten, die nog altijd noodgedwongen de gang naar het Utrechtse ziekenhuis maken, een hart onder de riem steken. Zodat ze weten dat er iemand is die elke dag aan hen denkt. Hij rent zogezegd voor hun leven – en dat van zichzelf, natuurlijk.

In deze docu volgt Jasper Mulder dit proces op de voet: van de marathon van Utrecht in mei 2023 tot de Radio 538 Ochtendrun op 22 maart 2024, als de radiozender Van der Veers initiatief heeft omarmd met de actie ‘help Jeroen aan een miljoen’ en een groot benefietevenement organiseert. Zijn protagonist is het onbetwiste middelpunt van de film – ook omdat Kaspers moeder Charlotte liever buiten beeld blijft en hun andere kinderen zoveel mogelijk uit beeld worden gehouden.

Daarmee wordt Sponsorloper als film wel erg eenzijdig: met Jeroen van Veen vooral lopend – of zich daarop voorbereidend of ervan afkoelend – en tussendoor in zijn eentje terugkijkend op de lijdensweg die ze met Kasper hebben moeten afleggen. Intussen draagt hij alsmaar de, ondanks alles, blijde boodschap van zijn actie uit. Bij dat laatste krijgt hij nog wat hulp van bekendheden zoals Bas Smit, Maan, Maarten van der Weijden, Dafne Schippers en Sunnery James & Ryan Marciano.

Het resultaat is een film die van start naar finish gaat. En dan weer van finish naar start. Over een ouder die zijn kind koste wat het kost bij zich wil houden – al is het dan alleen in zijn hart – en anderen een hart onder de riem wil steken.

The Sky Above Zenica

HBO Max

The Sky Above Zenica ( 92 min.) wordt getekend door de plaatselijke staalfabriek. Nadat de oorlog in het voormalige Joegoslavië halverwege de jaren negentig eindigde, volgde een periode van investeringen – en vervuiling – in Bosnië-Herzegovina. In de middelgrote stad in het hart van de Balkan streek het internationaal opererende staalconcern ArcelorMittal neer. Sindsdien is de luchtkwaliteit in Zenica zienderogen achteruit gegaan.

‘Als je denkt dat dit er normaal uitziet, ben ik Brad Pitt’, stelt Samir Lemes, de gedreven voorman van de actiegroep Eko Forum Zenica, terwijl hij kijkt naar de rook die de plaatselijke cokesfabriek permanent uitstoot. ‘Deze rook moet eerst gefilterd worden.’ Zulke vervuilde lucht zie je volgens hem nergens anders in Europa. En die conclusie wordt bevestigd door de World Health Organization: alleen in Noord-Korea vallen er meer doden door luchtvervuiling.

Samen met enkele getrouwen stelt Lemes zich in deze documentaire van Zlatko Pranjic en Nanna Frank Møller, gefilmd in de periode 2017-2024, teweer tegen de vanzelfsprekendheid waarmee de staalfabriek, die werkgelegenheid biedt aan ruim tweeduizend mensen, alle milieuregels steeds weer aan z’n laars lapt en voor ernstige gezondheidsproblemen zorgt in de lokale gemeenschap, waar kanker en diabetes ongenadig huis houden.

Eko Forum moet over een lange adem beschikken. ArcelorMittal en de Bosnische autoriteiten verschuilen zich achter elkaar als het gaat om wat er precies aan de hand is en wie daarvoor verantwoordelijk is. ‘Waarom geven we milieuvergunningen uit aan vervuilers die de zorgen van burgers negeren?’ spreekt een medewerker van het Ministerie van Milieu uiteindelijk uit wat iedereen allang denkt. Gevolgd door: ‘Ik geef toe dat we niet aan de verwachtingen hebben voldaan.’

Niet veel later wordt er dus een Green City Action Plan gelanceerd. Zenica moet zowaar de eerste Bosnische stad worden, waarin louter duurzaam wordt geïnvesteerd. Samir Lemes en de andere activisten geloven er geen barst van en blijven zich vastbijten in het dossier rond de uitstoot van de fabriek. En dat lijkt zich gaandeweg ook enigszins uit te betalen. ArcelorMittal wordt gedwongen om onder ogen te zien wat de onderneming veroorzaakt in de gemeenschap.

Burgers kunnen wel degelijk het verschil maken, betoogt The Sky Above Zenica daarmee – al nemen Pranjic en Møller daarvoor wel ruim de tijd. Als waarheidsgetrouwe weerslag van een bijzonder taai proces heeft deze David & Goliath-docu daarom beslist z’n waarde, maar als schouwspel had ’t soms wel iets enerverender gekund.

Zorgen

BNNVARA

In de zorg zitten ze te springen om nieuwe medewerkers. Handen aan het bed, luisterende oren en – zo wil tenminste het cliché – billenwassers. In de zesdelige docuserie Zorgen (270 min.) volgen Veerle Neger en Tessa Louise Pope een jaar lang zeven leerlingen van de MBO-opleiding tot verpleegkundige op ROC Mondriaan in Zuid-Holland. Nederlandse jongeren die zelf nog druk bezig zijn om volwassen te worden moeten zich staande zien te houden in de thuiszorg, psychiatrie, ouderenzorg en gehandicaptenzorg.

Tussendoor krijgen ze op school allerlei theorievakken en praktische lessen. Vooral praten de leerlingen echter over het vak en hoe zij zich zelf daartoe verhouden. Want in de praktijk worden ze natuurlijk geconfronteerd met allerlei patiënten en problematieken, maar vooral met zichzelf. De zestienjarige tweedejaars Jill voelde zich bijvoorbeeld zo ongemakkelijk bij een huisbezoek dat ze er eigenlijk niet meer terug wil tijdens haar stage. Dat moet alleen wel. ‘Werken in de zorg is eigenlijk ook een beetje werken met jezelf’, houdt de begeleidster van school haar voor.

Zo krijgt elke leerling met z’n eigen uitdagingen te maken. Als een oudere patiënte met borderline bij haar vertrek van de psychiatrische afdeling bijvoorbeeld zegt dat ze het liefst haar polsen zou doorsnijden, raakt dat een gevoelige snaar bij stagiaire Reza. Het resulteert in een zeer aangrijpende scène, waarin de vrouw zich liefdevol ontfermd over het achttienjarige meisje. ‘Sorry, kind’, zegt zij terwijl ze Reza in haar armen neemt. ‘Ach meisje, ik ga dat niet doen, hè?’ Als de leerlinge weer is bedaard, zegt de vrouw tegen haar begeleider. ‘Ik schaam me dood, weet je dat?’

Terwijl ze meekijken met hun hoofdpersonen, vangen Neger en Pope hele intieme, fraaie en pijnlijke taferelen, die delicaat zijn gefilmd en gemonteerd. Ze volgen de jongeren daarnaast in hun privéleven. Als ze stoom afblazen op hun paard, tijdens het kickboksen of op een dancefestival. Het werk moet voortdurend wedijveren met de verlokkingen van het gewone leven. En dus komen ze, zoals tieners nu eenmaal doen, regelmatig niet of te laat op school. Ze vergeten hun huiswerk, halen ongein uit en zakken voor toetsen. Totdat ze de opleiding wellicht moeten verlaten.

Want ook dat is de realiteit van een zorgopleiding: niet iedereen haalt de eindstreep of blijkt uiteindelijk geschikt voor het beroep van zorgverlener. Zorgen brengt die werkelijkheid zonder opsmuk in beeld. Geen idee of de serie ook een wervend effect heeft op jongeren die nadenken over hun toekomst, maar Neger en Pope maken het belang van goede, menswaardige zorg in elk geval glashelder en roepen ook respect op voor de (jonge) mensen die bereid zijn om daarin te gaan werken.

Magic & Bird: A Courtship Of Rivals

HBO

Pas later realiseerden basketballiefhebbers zich waar ze op 26 maart 1979 getuige van waren geweest. Tijdens een ogenschijnlijk reguliere basketbalwedstrijd tussen twee collegeteams ontstond een rivaliteit die de sport de navolgende decennia zou domineren. Michigan State versus Indiana State kwam in de schaduw te staan van Earvin ‘Magic’ Johnson versus Larry Bird. Tegenpolen. Blufkikker versus ‘The Hick from French Lick’. Glamourboy versus binnenvetter. Kamerbrede glimlach versus ongemakkelijke stilte. Én zwart versus wit.

In Magic & Bird: A Courtship Of Rivals (88 min.) portretteert Ezra Edelman, die later de Oscar-winnende docuserie O.J.: Made In America (2016) en een groots opgezet en vooralsnog getorpedeerd Prince-project heeft afgeleverd, de twee sporters die elkaar te vuur en te zwaar bestreden en daar allebei beter van werden. Met de flamboyante Johnson namens The Los Angeles Lakers en de onverzettelijke Bird als boegbeeld van The Boston Celtics kreeg de kwakkelende National Basketball League (NBA) bovendien twee nieuwe aansprekende uithangborden.

Basketbal was rond 1980 in feite een zwarte sport geworden. Vrijwel alle topspelers waren Afro-Amerikaans. En dat was – geen fijne conclusie om te trekken – ten koste gegaan van de populariteit. Om de sport weer een boost te geven en commercieel aantrekkelijk te maken was er een witte held nodig. En veel witter dan Larry Bird, een wat boerse vent uit Indiana, kwamen ze niet. Hij kreeg een alleszeggende bijnaam (‘Great white hope’) en werd recht tegenover de grote zwarte held gepositioneerd: Earvin Johnson. De twee hadden nog nét geen bijpassende cowboyhoeden op.

Zij bevochten elkaar op leven en dood om NBA-titels. Over een heroïsche tweekamp tussen de Lakers en de Celtics waarin hijzelf ten onder ging, verzucht de verliezer nu: ‘Ik klop mezelf altijd op de borst dat ik de vent ben die z’n team de overwinning kan bezorgen en dat ik onder druk lever. Ditmaal gebeurde dat alleen niet.’ Zijn Nemesis is tegelijk rücksichtslos. ‘Ik hoop dat het pijn deed en dat hij kapot zat van binnen. Hij maakte een flink aantal verkeerde keuzes. En niemand was gelukkiger dan ik. Wetende dat de wedstrijd goed ging en dat die ander pijn had.’

Toch wordt de soep tussen Magic en Bird niet zo heet gegeten als ie wordt opgediend, toont dit aandoenlijke dubbelportret uit 2010. Toen ze elkaar beter leerden kennen, ontdekten de gezworen vijanden dat ze in wezen ‘twee helften van hetzelfde brein’ hadden: ze leefden voor het spel en konden dat beter lezen dan wie dan ook. En toen Magics lot bezegeld leek te zijn na de diagnose HIV, stak zijn aartsvijand hem zowaar een hart onder de riem. Hoewel ze elkaar jarenlang met alle mogelijke middelen bevochten hadden, bleek toen ineens dat ze niet zonder elkaar konden.

Die wending geeft het oerdegelijke Magic & Bird, braaf aan elkaar gepraat door acteur Liev Schreiber, de extra emotionele lading die elke geslaagde sportfilm nodig heeft en maakt het verhaal van die geboren twee winnaars die elkaar soms dwongen om te verliezen – hoe Amerikaans ook – helemaal rond.